NIEUWE LEIDSCHE COURANT Het dagboek van een Leerares In het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam is Vrijdag de tentoonstelling ge opend van en over de provincie Drente. Een overzichtsfoto van de groote benedenzaal. Men ziet hierop het hunnebed met daarachter het Langhuis daarvoor rechts de spinster en een Drentsche boerin. ■van MAANDAG 2 APRIL 1928 TWEEDE BLAD, BINNENLAND. GEDENKBOEK. Er heeft zich een commissie ge vormd, bestaande uit de heeren Dr. J. Th. Visser, oud-minister van onder wijs, kunsten en wetenschappen, voor zitter; Prof. Dr. P. J. Blok, oud-hoog leeraar aan de Rijksuniversiteit te Lei den; H. Colijn, lid van de Eerste Ka mer en voorzitter van het A.R. partij bestuur; Mr. D. Fock, oud-gouverneur- generaal van Ned. Indië en voorzitter van den Vrijheidsbond; Dr. C. Lely, oud-minister van waterstaat; Mr. F. A. C. Graaf van Lynden van Sandenburg, opperkamerheer van de Koningin en benoemd vice-president van den Raad van State; Mr. H. P. Marchant, voorz.' van de vrijz. dem. fractie in de Twee de Kamer; Mgr. H. van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht en H. Ch. J. van der Mandere, algemeen secreta ris van de Vereen, voor Volkenbond en vrede; de laatste optredend als secre taris, welke commissie het voornemen heeft, ter gelegenheid van het feit, dat op 2 Augustus a.s. de Koningin- Moeder den 70-jarigen leeftijd bereikt, een gedenkboek uit te geven, gewijd aan de algemeen geëerbiedigde per soonlijkheid van de Koningin-Moeder en haar voor ons land in zoo menig opzicht zoo zegenrijken arbeid. De commissie mocht, naar aanlei ding van haar desbetreffend verzoek, tot de Koningin vernemen, dat zij zich bereid kon verklaren, de opdracht te aanvaarden van dit werk aan den ar beid en de persoonlijkheid van haar Moeder gewijd. De commissie heeft zich tot uitvoe ring van haar voornemen gewend tot vooraanstaande persoonlijkheden en publicisten, behoorende tot verschillen de politieke en godsdienstige richting, die zich bereid hebben verklaard, me- dewerkng aan dit gedenkboek te ver- leenen. De Koningin-Moeder heeft de mede- deeling van het voornemen, dit boek te laten verschijnen, met groote inge nomenheid ontvangen. ZONDAGSSLUITING VOOR CAFé'S. Men meldt uit Barneveld: In de Vrijdag alhier gehouden ver- gadering van den Raad, werd besloten de café s en de verloflokaliteiten op Zondag voor vreemdeling en inwoner gesloten te houden. Deze Zondagsslui ting heeft de gemoederen hier al heel wat in beroering gebracht. Reeds op 22 April 1927 nam de raad een derge lijk besluit en de eerste twee Zonda gen, dat de verordening in werking was getreden, werden niet minder dan 70 personen bekeurd, doch daarna werd de verordening door het hoofd der politie niet toegepast. In het najaar van 1927 werd deze verordening in zoovere gewijzigd, dat vreemdelingen op dien dag werden toegelaten, doch voor de inwoners bleef het verbod gehandhaafd. Boven dien was het den vergunninghouders verboden op Zondag sterken drank te schenken. Dit besluit wenschten Ged. Staten echter niet goed te keuren, wijl er geen verschil mocht worden gemaakt tusschen inwoners en vreem delingen. Om dit verschil nu uit de wereld te helpen, heeft de raad thans weer besloten de verordening van 22 April ongewijzigd toe te passen. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te den Ham, S. Goverts, te Oldebroek. Aangenomen: Naar Wedde, K. On- nekes, thans te Amsterdam. Bedankt: Voor Kage (toez.), J. C. Fontein, te Herwenen. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Breda, H. W. H. van Andel te St. Pancras. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Steenwijk, W. I-Ien- driksen, te Ede. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te N i e u \v - B e ij er 1 an clA. varr Dijk. te Kalamazoo. Bedankt: Voor Charlois, M. Hofman, te Krabbendijke. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. De heer K. P. de Groot, tot dusver oefe naar bij de Ned. Geref. Gemeente te Delft, werd daar vorigen Zondagmorgen j.l. als predikant bevestigd door den consulent. Ds. D. C. van Stempvoort van Piotterdam. Bij deze ordening en bevestiging tot de volle Bediening des Woords en der Sa cramenten had de bevestiger tot tekst ge kozen 1 Cor. 3 9. Na de bevestiging werd Ps. 134 3 toege7ongen. Des avonds ver bond Ds. de Groot zich nader aan zijn ge meente met een predikatie over Coll. 4 3a. Na de gebruikelijke toespraken, n.l. tot Burgemeester Mr. C. van Baren, den bevestiger. Kerkeraad en Gemeente, werd de nieuwe leeraar toegesproken door den consulent, ouderling Van der Burgh en ouderling Kok, waarna Ps. 121 2 gezon gen werd. BEGRAFENIS Ds. A. J. MULDER. Zaterdagmiddag is het stoffelijk over schot van Ds. A. J. Mulder, predikant bij de Geref. Kerk te Bussum, ter aarde be steld. Voor de classis Amsterdam heeft Ds. Tom uit Hilversum het woord ge voerd. Het kerkeraadslid de heer Ilessels uit Bussum herdacht de 15-jarige werk zaamheid aldaar, de heer Knoop, ouder ling te Klundert bracht een groet uit die gemeente, waar Ds. Mulder 10 jaar heeft gestaan. Ds. Vonkenberg uit Huizen sprak als vriend. Ds. Mulder van Leeuwarden dankte voor de belangstelling, zijn broe der bewezen. BEGRAFENIS Ds. B. HEERES. Zaterdag werd zooals gemeld te De Lier het stoffelijk overschot van Ds. B. Heeres ter aarde besteld. In het sterfhuis aan het Nachtegaalplein te 's-Gravenhage hield de wijkpredikant, Dr. K. Dijk een rouwdienst, sprekende naar aanleiding van Ps. 23. Te 1 uur kwam de rouwstoet te De Lier aan, waar het stoffelijk overschot in de Geref. Kerk voor den kansel geplaatst werd, opdat ve len een laatsten blik op hun beminden oud-leeraar zouden kunnen werpen. Te 2 uur ving de samenkomst in het kerkge bouw aan onder leiding van Dr. K. Dijk. De kerk was geheel gevuld. Het woord werd gevoerd door de heeren Ds. W. Moene; een ouderling der Geref. Kerk van De Lier; J. Crezee, burgemeester van De Lier en Ds. C. J. van Binsbergen van Loos duinen, als oudste predikant der classis 's-Gravenhage. Nadat Dr. Dijk aan de geopende groeve nog een kort woord gesproken had, dankte een der nabestaanden voor de belangstel ling. Ds. B. J. VAN HEYNINGEN. Gisteren vierde Ds. B. j. van Ileynin- gen, emeritus-predikant van de Ned. Her vormde Gem. van Bussum, zijn 45-jarig ambtsjubileum. De jubilaris werd in 185^ geboren en in 1882 candidaat in N.-Brabant, om 1 April 1883 te Ileerjansdam het predikambt te aanvaarden. Hij diende de gemeenten van Resteren, Huizen, Hoogevee", Delft en Bussum, waar hij 16 Jan. 1926 na ruim 42-jarigen dienst eervol emerita^* ont ving. Ds. v. Heyningen vestigde afch toen metterwoon te Rijswijk (Z.-H.). INWENDIGE ZENDING. Aan het einde van het vorige jaar is door den Centralen Bond voor Inwendige Zending en Chr. Philantropische inrich tingen aan alle Kerkeraden en aan vele besturen van evangelisatievereenigingen en instellingen voor christelijk-maatschap- pelijken arbeid weder verzocht een col lecte te houden voor den Bond, die een centrale plaats in het Inwendige Zendings werk hier te lande inneemt. Reeds is door een aantal Kerkeraden en vereenigingen aan dit verzoek gevolg ge geven. Intusschen mag verwacht worden, dat de meeste collectes voor den Bond in de komende weken gehouden zullen worden. Immers door den Bond is de laatste ja ren telkens verzocht zoo mogelijk om streeks Paschen voor den Bond te collec teeren, opdat meer en meer de gedachte ingang moge vinden in de gemeente, dat met Pasehen voOr de Inwendige Zending wordt geofferd zooals met Pinksteren meer bepaald aan de nooden der Uitwen dige Zending wordt gedacht. Zijn er overwegende bezwaren tegen een inzameling in dezen "tijd, dan wordt gehoopt op een collecte "verder in het jaar. UIT ONZE INDIEN. OUD-MINISTER COLIJN. De Indische Banier deelt mede, dat de heer Colijn het verzoek heeft moe ten weigeren op den a.s. partijdag der C.E.P. te Soerabaja een openbare le zing te houden. In verband met zijn reisplannen, is het den heer Colijn, die zich omstreeks 1012 April juist in Wesl-Java bevindt, onmogelijk weer naar Soerabaja, van waaruit hij zijn studiereis over Java zal beginnen, te rug te keeren; dat zou hem te veel tijd kosten. Of hij nog in Batavia een spreek beurt kon vervullen? Daarop kon hij nog geen beslissend antwoord geven. Zooals te verwachten was, zal hij ech ter in geen geval een koloniaal poli tiek onderwerp behandelen, maar een internationaal-economisch, in verband met de zittingen te Genève. HET A.S. „CHUNG HWA '-CONGRES. Het 2de Chun Hwa-congres zal op 8 en 9 April te Semarang worden gehou den. Op de agenda zijn o.m. de volgende punten geplaatst: Beantwoording van de vraag: Hoe moeten de Chineezen zich organisee- ren, waarvoor als prae-adviseurs zullen optreden de heeren Gouw Soen Seng, ir. Phoa Liong Tjiouw en dr. Tio Tjwan Gie. De heer Gouw Soen Seng zal daarbij o.m. een beschouwing geVen over de sociale en politieke ver eenigingen der Chineezen. Ir. Phoa Liong Tjiouw zal hebben in te leiden de beteekenis van de Chi- neesche cultuur voor de samenleving, terwijl dr. Tio Tjwan Gie vooral het aandeel van de Chineesche vrouw in de samenleving op den voorgrond zal brengen. Bespreking van de Chineesche volksschool. Praeadviseurs de heeren Koo Liong Ing en Pie Ping An. BROEIT ER IETS OP BALI? Wij lezen in het Bat. Nbl. van 5 Mrt.: Dat er op Bali iets broeide, is kun nen blijken uit te, Batavia binnenge komen berichten; ook in de inland- sche pers is er op geduid. Het zou Lier gaan om een extremistische or ganisatie, die reeds jaren geleden door een Javaan zou zijn opgericht en die zich thans ernstig'zou beginnen te roeren, hetgeen het bestuur aanlei ding zou hebben gegeven versterking van de militaire wacht of van de po litie te vragen. Groote beteekenis hecht men er hier ter stede niet aan. Bevestiging vinden de te Batavia loopende geruchten in een bericht van het Soer. Hbl. Volgens dat bericht zou er sprake zijn van 2 tegen het gezag gerichte vereenigingen, waarbij ook aanzienlijke Baliërs zouden betrok ken zijn. De Javaansche leider is ge arresteerd. Een onderzoek wordt inge steld. Zekerheidshalve wordt de ge wone militaire aflossing van drie bri gades, die naar Java zouden terug- keeren, aangehouden op Bali. MATA GALAP. Een inlander uit Kampoeng Kroe- toet, nabij Molenvliet te Batavia, die sinds eenige dagen aan zwaarmoedige buien leed, greep, toen zijn familiele den kalmpjes vruchten zaten te eten, onverwachts een golok en bracht zijn echtgenoote een levensgevaarlijke kaakslag toe, waarna hij de straat op vluchtte en op een twintigtal inlan ders inhakte, die Molenvliet passeer den. Hij bracht deze voornamelijk hoofdwonden toe, van zoodanigen aard, dat zij allen in het C.B.Z. moes ten worden opgenomen. Eén hunner is overleden Een sadokoetsier greep den woeste ling, waarop hij nagenoeg door de be volking gelyncht werd. De politie ont zette den dader en bracht hem naar het polit.over. Later bleek, dat hij een herschenschudding had bekomen, zoodat ook hij naar het C.B.Z. werd overgebracht. In totaal zijn er 23 personen ge wond, waaronder verschillende vrou wen en kinderen, die zeer ernstig ge troffen zijn. DE REIS VAN DEN GOUV.-GEN. Naar de „Mat." verneemt, zal de gouverneur-generaal voor het bezoek aan de Vorstenlanden den 21sten Mei in den namiddag te Solo aankomen, alwaar de gouverneur-generaal zal verblijven tot den uiiddag van den 24sten Mei, op welke datum de land voogd naar Djokja reist, vermoedelijk per extra-trein. Den 25sten en 26sten blijft jhr. De Graeff in Djokja, om den 27sten naar Magelang te vertrekken. GERINGE TOELOOP TOT DE BESTUURSSCHOOL. Uit het jaarverslag van de Be- stuursschool blijkt, dat er Indië zelf weinig animo bestaat voor deze school. Zonder aanvoer uit Nederland zou het voor de Bestuursschool niet mogelijk zijn ieder jaar het vereischte aantal gezaghebbers af te leveren. De bestuurshervorming rekent er op als a.s. hoofden der onderafdelin gen. Om aan de toekomstige aanvra gen voor onder-afdeelingshoofden te kunnen voldoen werden in 1926 voor het eerst 25 candid aten gevraagd (in vorige jaren bleef de eisch ver bene den dit cijfer). Ook voor 1927 werden 25 candidaten opgeroepen, de volgen de jaren zal hetzelfde zijn. Het geringe animo in Indië vindt blijkbaar zijn oorzaak in het geringe perspectief, dat de huidige bestuurs- loopbaan opent. GEMENGD NIEUWS. Een vondeling. Zaterdagnacht, om streeks twaalf uur, heeft mej. M. v. d. M. in de van Hogendorpstraat in Den Haag tegen een muur van een huis een in doeken gepakt pas-geboren kindje van het vrouwelijk geslacht gevonden. De zui geling is overgebracht naar de kliniek op AAN HET ZOEKUCHT. Leiden, 2 April 1928. 40 menschen onder den voet geloo- pen! Als een lawine naar benedon ge gleden. Neen, 't is heusch geen 1 April-mop, maar waar gebeurd, gisteren te Ant werpen. Als in den winter in de bergen de zware sneeuwvracht op de hellingen schuiven gaat, wordt deze massa al grooter en grooter en stort zich met niets ontziende kracht omlaag. Zoo iets gebeurde te Antwerpen met een menschen-menigte die stond te kijken naar den voetbalwedstrijd BelgiëNederland. Men kan het zich voorstellen op het randje van de verhoogde staanplaats op de teenen lang uitgerekt totdat het evenwicht wordt verloren en men zijn voorman op den schouder valt. Wan neer dat één persoon betreft, doch dan hindert dat niet, maar een heele rij dan wordt de druk te groot. De vraag rijst: Wat doen die men schen daar? Naast dwaas blijkt het nog levens gevaarlijk ook het kijken naar zoo*n voetbalwedstrijd. OBSERVATOR. RECLAME. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol» Bij alle Drogisten. het Oranjeplein en wordt daar voorloopig verzorgd. Het kindje kan hoogstens twee etmalen oud zijn geweest. Direct na het vinden van het kindje heeft de politie even een politiehond aan het werk gezet, alleen echter met het re sultaat, dat deze direct op de vindster af ging, die de vondeling eenige oogenblik- ken in haar armen had gehouden. De commissaris van politie, afdeeling C, verzoekt ieder, die eenige inlichting om trent de vondeling kan doen, of daarom trent eenig vermoeden heeft, zich aan zijn bureau aan het Alexanderveld te vervoe gen. Vergeten schoolkind. In de gemeen telijke bewaarschool aan de De Gheyn- straat te "s-Gravenhage is Vrijdagmiddag het drie-jarige meisje L. H., toen de kin deren om vier uur naar huis gingen, op een W. C. blijven zitten. Omstreeks half zes heeft men de kleine weer uit school gehaald. De ouders, die ongerust waren geworden, hadden zich vervoegd aan het politiebureau in de Archimedesstraat, met het gevolg, dat een onderzoek werd inge steld. Het is aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden te wijten geweest, dat de kleine vergeten is. Haar onderwij zeres was bezig met het helpen van een ander kindje, dat onpasselijk was gewor den, terwijl de hoofdonderwijzeres, die anders nog altijd een controlerondgang doet, voor eeh dringende aangelegenheid naar huis was geroepen. Het gevaar van slecht-sluitende kruiken. In een perceel aan de Teylerstraat te 1s-Gravenhage heeft een zuigeling van 6 weken, het meisje D. R., dat in een wieg lag, brandwonden bekomen aan rug, bee- nen en handen, tengevolge van het niet goed afgesloten zijn van een warmwater- kruik. De kleine is overgebracht, naar 't gemeentelijk Ziekenhuis aan den ,Zuid- wal. Polkahaar en een booze Pa, Bij de Haagsche politie vervoegde zich een uit zijn humeur zijnde papa, omdat zijn bei- &e dochters, respect. 20 en 19 jaar oud, ondanks zijn tegenstand haar haar had den laten kort knippen. De man wilde niets meer of minder dan strafrechtelijke vervolging van den kapper, die de euvel daad had bedreven en anders moeten z'n dochters maar eens goed onderhanden worden genomen. Met een zoet lijntje heeft men den boozen vader weer van het po- litie-bureau gekregen. Groote brand te Venlo. Te Venlo ont stond Zaterdagmorgen brand in het groo te gebouw aan den Urbanusweg, toeb.e- hoorende aan den heer Huising, en waar- FEUILLETON. 28) o— Het ware mij verschrikkelijk geweest, van die samenkomst te moeten af zien. Juist thans, nu zich hier alles van mij afkeert en ook Elsje niets van zich laat hooren natuurlijk, zij wordt geheel door haar geluk ingeno men, zij hoeft immers, wat ik nog on rustig zoek, reeds lang bereikt thans heb ik zulk een behoefte aan een hart, waarin ik al mijn leed vol vertrouwen uitstorten kan en dat ge heel aan mij behoort en waaraan ik geheel toebehoor. Nu geduld; de voor middag van morgen gaat ook voorbij, en dan Bertha, jij moogt praten wat je wilt, en Marie, jij ook; Herbold is een goed, edel mensch, dien mén mis kent en belastert, als men iets kwaads van hem vertelt. 14 Septembar. Tweede ontmoeting met Herbold. Gisterenavond viel er niet aan te denken aanteekeningen te maken in mijn dagboek en ook thans, nu ik me neerzet, om ze te maken, valt 't me nog zeer zwaar. Zulk een dagboek is toch hoe moet ik 't noemen? een gewetensfoltering. Want oneerlijk er in zijn, ware belachelijk; zou ik me zelve dan iets voorliegen? En eerlijk alles neerschrijven moet ik dat doen? Ook als men zich een beetje voor zich zelf schaamt? Ik kan er wel veel uit laten; maar wat heb ik daar dan aan? Wat ik daar aan heb? Als nu eens iemand vreemds zijn neus in dit boek stak en die geschiedenis sen las? Dan ware ik mooi gebla meerd hm, geblameerd? Herbold zeide, de liefde verdraagt en vergeeft alles. Alles goed en wel, maar het is en blijft' toch een zwaar Boosje, waarom praat je hier nu al bijna tien minuten alleen van „wanneer" en „maar"? Het helpt je immers toch niets. Er uit moet het en nu voor den dag er mee! Stel je niet zoo eenvoudig aan als een onnoozel kindermeisje met wit schort en verlegen physio- nomie. Schaam je liever, zoo laf te zijn. Vooruit! Om drie uur dus kwam ik gisteren in Breckheim aan. Herbold stond reeds aan het station met een prach- tigen ruiker, welken hij me terstond met een elegante buiging aanbood. Daarna zeide hij: „Als u niet vermoeid is, juffrouw, zou ik me veroorlooven, u'een wandeling naar „Woudlust" voor te stellen. Dat is een geliefd ont spanningsoord. De weg erheen voert door het woud; het weder is mooi; u zult stellig pleizier hebben". Ik verzekerde hem, dat ik volstrekt niet vermoeid was en zijn voorstel gaarne aannam, „Ik dank u zeer", antwoordde hij; mag ik U mijn arm bieden?" Ik accepteerde ook dat en steunde licht op zijn arm. Het was me daarbij echter geheel eigenaardig te moede en er ging me als een electrische stroom door het lichaam, zoodat mijn arm merkbaar in den zijne beeftde. Hij glimlachte vergenoegd voor zich heen en zeide: „De menschen, die ons zien, zullen ens waarschijnlijk voor verloofden houden". Ik had me intusschen weer her steld en zeide opgeruimd: „Of broeder en zuster, mijnheer Herbold". „Het eerste ware mij heel wat lie ver," antwoordde hij, terwijl hij mijn arm zachtjes drukte, „Wat ware u wel 't liefste, juffrouw?" „Dat is een zeer indiscrete vraag, mijnheer Herbold", antwoordde ik luchtig, hoewel het mij volstrekt niet zoo luchtig te moede was. „O, excuseer me, juffrouw Wantolf, dat ik zoo onhandig en voortvarend geweest ben. De vreugde, bij u te mo gen zijn, is te groot, Denkt u er nog aan, hoe we in Wiesbaden van el kaar zijn gescheiden? Ik was zeer on gelukkig, dat u zoo overijld wegging". „Waarom ongelukkig?" „Omdat ik vreesde, u beleedigd te hebben". „Ik wist niet, dat u me beleedigd hadt, mijnheer Herbold". „Hoe goed u is", zeide hij, „ik had me door mijn gevoelens laten mee- sleepen en betreurde het diep". „Ah, u betreurde het diep", ant woordde ik schijnbaar getroffen en op ernstigen toon. „Dat is nu eens een interessante bekentenis. Dat moet ik me in het oor knoopen". „Nu is u wreed, juffrouw; u weet toch al te goed, hoe ik dat alleen be doeld hebben kan". „Uwe woorden waren toch duide lijk. U hadt mij de hand gekust en mij uwe onwankelbare liefde verze kerd. En nu verklaart u mij koel en in allen ernst, dat u zulks diep be treurd hebt. Wat is daarin nu ver keerd te verstaan, waar de woorden zoo klaar en duidelijk zijn?" „Maar, juffrouw, leg me toch zoo riet op de pijnbank. Ik heb immers alleen diep de vrijheid betreurd, wel ke ik mij tegenover u veroorloofd heb, wijl ik vreesde, dat u zich daar door gekwetst en gekrenkt zoudt hebben gevoeld. Ik mag dus aanne men, dat dit laatste niet bet geval ge weest is, niet waar?" „Dat heb ik niet gezegd', antwoord de ik altijd nog op denzelfden ernsti gen toon. „O, juffrouw, hoe hard en onverbid- dellijk is u!" riep hij hartstochtelijk uit. „U kunt mij toch onmogelijk zoo miskennen?" Bij deze plagerij werd 't mij lang zamerhand een beetje warm, zoodat ik het gesprek een andere wending gaf en van andere dingen begon te spreken. Hij ging daar op in, bracht echter na een poosje bet gesprek op Bemdorf en vroeg, oi ik me daar wèl gevoelde en aangename betrekkingen had. „Een onderwijzeres", antwoordde ik, „moet met datgene tevreden zijn, wat men haar biedt". „Dat klinkt zeer gelaten en alsof u daar niet al te zeer naar uw zin zijt". „Bemdorf is een idyllisch plaatsje; daar straalt alles in vroomheid", merkte ik spottend aan. „Als dan een niet vroom persoon zooals ik in zulke omgeving geraak, dan veroorzaakt dat allerlei verwikkelingen, welke nu juist niet geëigend zijn, om het leven te verzoeten". „Ja, ja, dat kan ik me zoo voorstel len" zeide hij levendig. „Ik geld voor een vrijgeest, voor on- geloovig en lichtzinnig", antwoord de ik. „Ik had een onderhoud daar omtrent met mijn mede-onderwijzeres, bij welke gelegenheid ik misschien te openhartig en te eerlijk geweest ben. Tengevolge daarvan heeft de dominee mij het godsdienstonderricht ontno men en ik word in het dorp volkomen geboycot. Alles gaat me schuw uit den weg en zoo leid ik een zeer eenzaam leven". „Kon ik toch uwe eenzaamheid dee- len en ze u eenigszins dragelijker ma ken; hoe gelukkig zou ik zijn!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5