NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Het dagboek van een Leerares
In het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam is Vrijdag de tentoonstelling ge
opend van en over de provincie Drente. Een overzichtsfoto van de groote
benedenzaal. Men ziet hierop het hunnebed met daarachter het Langhuis
daarvoor rechts de spinster en een Drentsche boerin.
■van
MAANDAG 2 APRIL 1928
TWEEDE BLAD,
BINNENLAND.
GEDENKBOEK.
Er heeft zich een commissie ge
vormd, bestaande uit de heeren Dr.
J. Th. Visser, oud-minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen, voor
zitter; Prof. Dr. P. J. Blok, oud-hoog
leeraar aan de Rijksuniversiteit te Lei
den; H. Colijn, lid van de Eerste Ka
mer en voorzitter van het A.R. partij
bestuur; Mr. D. Fock, oud-gouverneur-
generaal van Ned. Indië en voorzitter
van den Vrijheidsbond; Dr. C. Lely,
oud-minister van waterstaat; Mr. F. A.
C. Graaf van Lynden van Sandenburg,
opperkamerheer van de Koningin en
benoemd vice-president van den Raad
van State; Mr. H. P. Marchant, voorz.'
van de vrijz. dem. fractie in de Twee
de Kamer; Mgr. H. van de Wetering,
aartsbisschop van Utrecht en H. Ch.
J. van der Mandere, algemeen secreta
ris van de Vereen, voor Volkenbond en
vrede; de laatste optredend als secre
taris, welke commissie het voornemen
heeft, ter gelegenheid van het feit,
dat op 2 Augustus a.s. de Koningin-
Moeder den 70-jarigen leeftijd bereikt,
een gedenkboek uit te geven, gewijd
aan de algemeen geëerbiedigde per
soonlijkheid van de Koningin-Moeder
en haar voor ons land in zoo menig
opzicht zoo zegenrijken arbeid.
De commissie mocht, naar aanlei
ding van haar desbetreffend verzoek,
tot de Koningin vernemen, dat zij zich
bereid kon verklaren, de opdracht te
aanvaarden van dit werk aan den ar
beid en de persoonlijkheid van haar
Moeder gewijd.
De commissie heeft zich tot uitvoe
ring van haar voornemen gewend tot
vooraanstaande persoonlijkheden en
publicisten, behoorende tot verschillen
de politieke en godsdienstige richting,
die zich bereid hebben verklaard, me-
dewerkng aan dit gedenkboek te ver-
leenen.
De Koningin-Moeder heeft de mede-
deeling van het voornemen, dit boek
te laten verschijnen, met groote inge
nomenheid ontvangen.
ZONDAGSSLUITING VOOR CAFé'S.
Men meldt uit Barneveld:
In de Vrijdag alhier gehouden ver-
gadering van den Raad, werd besloten
de café s en de verloflokaliteiten op
Zondag voor vreemdeling en inwoner
gesloten te houden. Deze Zondagsslui
ting heeft de gemoederen hier al heel
wat in beroering gebracht. Reeds op
22 April 1927 nam de raad een derge
lijk besluit en de eerste twee Zonda
gen, dat de verordening in werking
was getreden, werden niet minder dan
70 personen bekeurd, doch daarna
werd de verordening door het hoofd
der politie niet toegepast.
In het najaar van 1927 werd deze
verordening in zoovere gewijzigd, dat
vreemdelingen op dien dag werden
toegelaten, doch voor de inwoners
bleef het verbod gehandhaafd. Boven
dien was het den vergunninghouders
verboden op Zondag sterken drank te
schenken. Dit besluit wenschten Ged.
Staten echter niet goed te keuren,
wijl er geen verschil mocht worden
gemaakt tusschen inwoners en vreem
delingen. Om dit verschil nu uit de
wereld te helpen, heeft de raad thans
weer besloten de verordening van 22
April ongewijzigd toe te passen.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te den Ham, S. Goverts,
te Oldebroek.
Aangenomen: Naar Wedde, K. On-
nekes, thans te Amsterdam.
Bedankt: Voor Kage (toez.), J. C.
Fontein, te Herwenen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Breda, H. W. H. van
Andel te St. Pancras.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Steenwijk, W. I-Ien-
driksen, te Ede.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te N i e u \v - B e ij er 1 an clA.
varr Dijk. te Kalamazoo.
Bedankt: Voor Charlois, M. Hofman,
te Krabbendijke.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
De heer K. P. de Groot, tot dusver oefe
naar bij de Ned. Geref. Gemeente te Delft,
werd daar vorigen Zondagmorgen j.l. als
predikant bevestigd door den consulent.
Ds. D. C. van Stempvoort van Piotterdam.
Bij deze ordening en bevestiging tot de
volle Bediening des Woords en der Sa
cramenten had de bevestiger tot tekst ge
kozen 1 Cor. 3 9. Na de bevestiging werd
Ps. 134 3 toege7ongen. Des avonds ver
bond Ds. de Groot zich nader aan zijn ge
meente met een predikatie over Coll. 4
3a. Na de gebruikelijke toespraken, n.l.
tot Burgemeester Mr. C. van Baren, den
bevestiger. Kerkeraad en Gemeente, werd
de nieuwe leeraar toegesproken door den
consulent, ouderling Van der Burgh en
ouderling Kok, waarna Ps. 121 2 gezon
gen werd.
BEGRAFENIS Ds. A. J. MULDER.
Zaterdagmiddag is het stoffelijk over
schot van Ds. A. J. Mulder, predikant bij
de Geref. Kerk te Bussum, ter aarde be
steld. Voor de classis Amsterdam heeft
Ds. Tom uit Hilversum het woord ge
voerd. Het kerkeraadslid de heer Ilessels
uit Bussum herdacht de 15-jarige werk
zaamheid aldaar, de heer Knoop, ouder
ling te Klundert bracht een groet uit die
gemeente, waar Ds. Mulder 10 jaar heeft
gestaan. Ds. Vonkenberg uit Huizen sprak
als vriend. Ds. Mulder van Leeuwarden
dankte voor de belangstelling, zijn broe
der bewezen.
BEGRAFENIS Ds. B. HEERES.
Zaterdag werd zooals gemeld te
De Lier het stoffelijk overschot van Ds. B.
Heeres ter aarde besteld.
In het sterfhuis aan het Nachtegaalplein
te 's-Gravenhage hield de wijkpredikant,
Dr. K. Dijk een rouwdienst, sprekende
naar aanleiding van Ps. 23. Te 1 uur
kwam de rouwstoet te De Lier aan, waar
het stoffelijk overschot in de Geref. Kerk
voor den kansel geplaatst werd, opdat ve
len een laatsten blik op hun beminden
oud-leeraar zouden kunnen werpen. Te
2 uur ving de samenkomst in het kerkge
bouw aan onder leiding van Dr. K. Dijk.
De kerk was geheel gevuld. Het woord
werd gevoerd door de heeren Ds. W.
Moene; een ouderling der Geref. Kerk van
De Lier; J. Crezee, burgemeester van De
Lier en Ds. C. J. van Binsbergen van Loos
duinen, als oudste predikant der classis
's-Gravenhage.
Nadat Dr. Dijk aan de geopende groeve
nog een kort woord gesproken had, dankte
een der nabestaanden voor de belangstel
ling.
Ds. B. J. VAN HEYNINGEN.
Gisteren vierde Ds. B. j. van Ileynin-
gen, emeritus-predikant van de Ned. Her
vormde Gem. van Bussum, zijn 45-jarig
ambtsjubileum.
De jubilaris werd in 185^ geboren en in
1882 candidaat in N.-Brabant, om 1 April
1883 te Ileerjansdam het predikambt te
aanvaarden. Hij diende de gemeenten van
Resteren, Huizen, Hoogevee", Delft en
Bussum, waar hij 16 Jan. 1926 na ruim
42-jarigen dienst eervol emerita^* ont
ving. Ds. v. Heyningen vestigde afch toen
metterwoon te Rijswijk (Z.-H.).
INWENDIGE ZENDING.
Aan het einde van het vorige jaar is
door den Centralen Bond voor Inwendige
Zending en Chr. Philantropische inrich
tingen aan alle Kerkeraden en aan vele
besturen van evangelisatievereenigingen
en instellingen voor christelijk-maatschap-
pelijken arbeid weder verzocht een col
lecte te houden voor den Bond, die een
centrale plaats in het Inwendige Zendings
werk hier te lande inneemt.
Reeds is door een aantal Kerkeraden en
vereenigingen aan dit verzoek gevolg ge
geven.
Intusschen mag verwacht worden, dat
de meeste collectes voor den Bond in de
komende weken gehouden zullen worden.
Immers door den Bond is de laatste ja
ren telkens verzocht zoo mogelijk om
streeks Paschen voor den Bond te collec
teeren, opdat meer en meer de gedachte
ingang moge vinden in de gemeente, dat
met Pasehen voOr de Inwendige Zending
wordt geofferd zooals met Pinksteren
meer bepaald aan de nooden der Uitwen
dige Zending wordt gedacht.
Zijn er overwegende bezwaren tegen
een inzameling in dezen "tijd, dan wordt
gehoopt op een collecte "verder in het jaar.
UIT ONZE INDIEN.
OUD-MINISTER COLIJN.
De Indische Banier deelt mede, dat
de heer Colijn het verzoek heeft moe
ten weigeren op den a.s. partijdag der
C.E.P. te Soerabaja een openbare le
zing te houden. In verband met zijn
reisplannen, is het den heer Colijn, die
zich omstreeks 1012 April juist in
Wesl-Java bevindt, onmogelijk weer
naar Soerabaja, van waaruit hij zijn
studiereis over Java zal beginnen, te
rug te keeren; dat zou hem te veel tijd
kosten.
Of hij nog in Batavia een spreek
beurt kon vervullen? Daarop kon hij
nog geen beslissend antwoord geven.
Zooals te verwachten was, zal hij ech
ter in geen geval een koloniaal poli
tiek onderwerp behandelen, maar een
internationaal-economisch, in verband
met de zittingen te Genève.
HET A.S. „CHUNG HWA '-CONGRES.
Het 2de Chun Hwa-congres zal op 8
en 9 April te Semarang worden gehou
den.
Op de agenda zijn o.m. de volgende
punten geplaatst:
Beantwoording van de vraag: Hoe
moeten de Chineezen zich organisee-
ren, waarvoor als prae-adviseurs
zullen optreden de heeren Gouw Soen
Seng, ir. Phoa Liong Tjiouw en dr.
Tio Tjwan Gie. De heer Gouw Soen
Seng zal daarbij o.m. een beschouwing
geVen over de sociale en politieke ver
eenigingen der Chineezen.
Ir. Phoa Liong Tjiouw zal hebben
in te leiden de beteekenis van de Chi-
neesche cultuur voor de samenleving,
terwijl dr. Tio Tjwan Gie vooral het
aandeel van de Chineesche vrouw in
de samenleving op den voorgrond zal
brengen.
Bespreking van de Chineesche
volksschool. Praeadviseurs de heeren
Koo Liong Ing en Pie Ping An.
BROEIT ER IETS OP BALI?
Wij lezen in het Bat. Nbl. van 5 Mrt.:
Dat er op Bali iets broeide, is kun
nen blijken uit te, Batavia binnenge
komen berichten; ook in de inland-
sche pers is er op geduid. Het zou
Lier gaan om een extremistische or
ganisatie, die reeds jaren geleden
door een Javaan zou zijn opgericht en
die zich thans ernstig'zou beginnen te
roeren, hetgeen het bestuur aanlei
ding zou hebben gegeven versterking
van de militaire wacht of van de po
litie te vragen. Groote beteekenis
hecht men er hier ter stede niet aan.
Bevestiging vinden de te Batavia
loopende geruchten in een bericht van
het Soer. Hbl. Volgens dat bericht zou
er sprake zijn van 2 tegen het gezag
gerichte vereenigingen, waarbij ook
aanzienlijke Baliërs zouden betrok
ken zijn. De Javaansche leider is ge
arresteerd. Een onderzoek wordt inge
steld. Zekerheidshalve wordt de ge
wone militaire aflossing van drie bri
gades, die naar Java zouden terug-
keeren, aangehouden op Bali.
MATA GALAP.
Een inlander uit Kampoeng Kroe-
toet, nabij Molenvliet te Batavia, die
sinds eenige dagen aan zwaarmoedige
buien leed, greep, toen zijn familiele
den kalmpjes vruchten zaten te eten,
onverwachts een golok en bracht zijn
echtgenoote een levensgevaarlijke
kaakslag toe, waarna hij de straat op
vluchtte en op een twintigtal inlan
ders inhakte, die Molenvliet passeer
den. Hij bracht deze voornamelijk
hoofdwonden toe, van zoodanigen
aard, dat zij allen in het C.B.Z. moes
ten worden opgenomen. Eén hunner
is overleden
Een sadokoetsier greep den woeste
ling, waarop hij nagenoeg door de be
volking gelyncht werd. De politie ont
zette den dader en bracht hem naar
het polit.over. Later bleek,
dat hij een herschenschudding had
bekomen, zoodat ook hij naar het
C.B.Z. werd overgebracht.
In totaal zijn er 23 personen ge
wond, waaronder verschillende vrou
wen en kinderen, die zeer ernstig ge
troffen zijn.
DE REIS VAN DEN GOUV.-GEN.
Naar de „Mat." verneemt, zal de
gouverneur-generaal voor het bezoek
aan de Vorstenlanden den 21sten Mei
in den namiddag te Solo aankomen,
alwaar de gouverneur-generaal zal
verblijven tot den uiiddag van den
24sten Mei, op welke datum de land
voogd naar Djokja reist, vermoedelijk
per extra-trein.
Den 25sten en 26sten blijft jhr. De
Graeff in Djokja, om den 27sten naar
Magelang te vertrekken.
GERINGE TOELOOP TOT DE
BESTUURSSCHOOL.
Uit het jaarverslag van de Be-
stuursschool blijkt, dat er Indië zelf
weinig animo bestaat voor deze school.
Zonder aanvoer uit Nederland zou het
voor de Bestuursschool niet mogelijk
zijn ieder jaar het vereischte aantal
gezaghebbers af te leveren.
De bestuurshervorming rekent er
op als a.s. hoofden der onderafdelin
gen. Om aan de toekomstige aanvra
gen voor onder-afdeelingshoofden te
kunnen voldoen werden in 1926 voor
het eerst 25 candid aten gevraagd (in
vorige jaren bleef de eisch ver bene
den dit cijfer). Ook voor 1927 werden
25 candidaten opgeroepen, de volgen
de jaren zal hetzelfde zijn.
Het geringe animo in Indië vindt
blijkbaar zijn oorzaak in het geringe
perspectief, dat de huidige bestuurs-
loopbaan opent.
GEMENGD NIEUWS.
Een vondeling. Zaterdagnacht, om
streeks twaalf uur, heeft mej. M. v. d.
M. in de van Hogendorpstraat in Den
Haag tegen een muur van een huis een
in doeken gepakt pas-geboren kindje van
het vrouwelijk geslacht gevonden. De zui
geling is overgebracht naar de kliniek op
AAN HET ZOEKUCHT.
Leiden, 2 April 1928.
40 menschen onder den voet geloo-
pen! Als een lawine naar benedon ge
gleden.
Neen, 't is heusch geen 1 April-mop,
maar waar gebeurd, gisteren te Ant
werpen.
Als in den winter in de bergen de
zware sneeuwvracht op de hellingen
schuiven gaat, wordt deze massa al
grooter en grooter en stort zich met
niets ontziende kracht omlaag.
Zoo iets gebeurde te Antwerpen
met een menschen-menigte die stond
te kijken naar den voetbalwedstrijd
BelgiëNederland.
Men kan het zich voorstellen op het
randje van de verhoogde staanplaats
op de teenen lang uitgerekt totdat het
evenwicht wordt verloren en men zijn
voorman op den schouder valt. Wan
neer dat één persoon betreft, doch dan
hindert dat niet, maar een heele rij
dan wordt de druk te groot.
De vraag rijst: Wat doen die men
schen daar?
Naast dwaas blijkt het nog levens
gevaarlijk ook het kijken naar zoo*n
voetbalwedstrijd.
OBSERVATOR.
RECLAME.
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol» Bij alle Drogisten.
het Oranjeplein en wordt daar voorloopig
verzorgd. Het kindje kan hoogstens twee
etmalen oud zijn geweest.
Direct na het vinden van het kindje
heeft de politie even een politiehond aan
het werk gezet, alleen echter met het re
sultaat, dat deze direct op de vindster af
ging, die de vondeling eenige oogenblik-
ken in haar armen had gehouden.
De commissaris van politie, afdeeling C,
verzoekt ieder, die eenige inlichting om
trent de vondeling kan doen, of daarom
trent eenig vermoeden heeft, zich aan zijn
bureau aan het Alexanderveld te vervoe
gen.
Vergeten schoolkind. In de gemeen
telijke bewaarschool aan de De Gheyn-
straat te "s-Gravenhage is Vrijdagmiddag
het drie-jarige meisje L. H., toen de kin
deren om vier uur naar huis gingen, op
een W. C. blijven zitten. Omstreeks half
zes heeft men de kleine weer uit school
gehaald. De ouders, die ongerust waren
geworden, hadden zich vervoegd aan het
politiebureau in de Archimedesstraat, met
het gevolg, dat een onderzoek werd inge
steld.
Het is aan een ongelukkige samenloop
van omstandigheden te wijten geweest,
dat de kleine vergeten is. Haar onderwij
zeres was bezig met het helpen van een
ander kindje, dat onpasselijk was gewor
den, terwijl de hoofdonderwijzeres, die
anders nog altijd een controlerondgang
doet, voor eeh dringende aangelegenheid
naar huis was geroepen.
Het gevaar van slecht-sluitende kruiken.
In een perceel aan de Teylerstraat te
1s-Gravenhage heeft een zuigeling van 6
weken, het meisje D. R., dat in een wieg
lag, brandwonden bekomen aan rug, bee-
nen en handen, tengevolge van het niet
goed afgesloten zijn van een warmwater-
kruik. De kleine is overgebracht, naar 't
gemeentelijk Ziekenhuis aan den ,Zuid-
wal.
Polkahaar en een booze Pa, Bij de
Haagsche politie vervoegde zich een uit
zijn humeur zijnde papa, omdat zijn bei-
&e dochters, respect. 20 en 19 jaar oud,
ondanks zijn tegenstand haar haar had
den laten kort knippen. De man wilde
niets meer of minder dan strafrechtelijke
vervolging van den kapper, die de euvel
daad had bedreven en anders moeten z'n
dochters maar eens goed onderhanden
worden genomen. Met een zoet lijntje heeft
men den boozen vader weer van het po-
litie-bureau gekregen.
Groote brand te Venlo. Te Venlo ont
stond Zaterdagmorgen brand in het groo
te gebouw aan den Urbanusweg, toeb.e-
hoorende aan den heer Huising, en waar-
FEUILLETON.
28) o—
Het ware mij verschrikkelijk geweest,
van die samenkomst te moeten af
zien. Juist thans, nu zich hier alles
van mij afkeert en ook Elsje niets van
zich laat hooren natuurlijk, zij
wordt geheel door haar geluk ingeno
men, zij hoeft immers, wat ik nog on
rustig zoek, reeds lang bereikt
thans heb ik zulk een behoefte aan
een hart, waarin ik al mijn leed vol
vertrouwen uitstorten kan en dat ge
heel aan mij behoort en waaraan ik
geheel toebehoor. Nu geduld; de voor
middag van morgen gaat ook voorbij,
en dan Bertha, jij moogt praten wat
je wilt, en Marie, jij ook; Herbold is
een goed, edel mensch, dien mén mis
kent en belastert, als men iets kwaads
van hem vertelt.
14 Septembar.
Tweede ontmoeting met Herbold.
Gisterenavond viel er niet aan te
denken aanteekeningen te maken in
mijn dagboek en ook thans, nu ik me
neerzet, om ze te maken, valt 't me
nog zeer zwaar. Zulk een dagboek is
toch hoe moet ik 't noemen?
een gewetensfoltering. Want oneerlijk
er in zijn, ware belachelijk; zou ik me
zelve dan iets voorliegen? En eerlijk
alles neerschrijven moet ik dat
doen? Ook als men zich een beetje
voor zich zelf schaamt? Ik kan er
wel veel uit laten; maar wat heb ik
daar dan aan? Wat ik daar aan heb?
Als nu eens iemand vreemds zijn neus
in dit boek stak en die geschiedenis
sen las? Dan ware ik mooi gebla
meerd hm, geblameerd? Herbold
zeide, de liefde verdraagt en vergeeft
alles. Alles goed en wel, maar het is
en blijft' toch een zwaar Boosje,
waarom praat je hier nu al bijna tien
minuten alleen van „wanneer" en
„maar"? Het helpt je immers toch
niets. Er uit moet het en nu voor den
dag er mee! Stel je niet zoo eenvoudig
aan als een onnoozel kindermeisje
met wit schort en verlegen physio-
nomie. Schaam je liever, zoo laf te
zijn. Vooruit!
Om drie uur dus kwam ik gisteren
in Breckheim aan. Herbold stond
reeds aan het station met een prach-
tigen ruiker, welken hij me terstond
met een elegante buiging aanbood.
Daarna zeide hij: „Als u niet vermoeid
is, juffrouw, zou ik me veroorlooven,
u'een wandeling naar „Woudlust"
voor te stellen. Dat is een geliefd ont
spanningsoord. De weg erheen voert
door het woud; het weder is mooi; u
zult stellig pleizier hebben".
Ik verzekerde hem, dat ik volstrekt
niet vermoeid was en zijn voorstel
gaarne aannam,
„Ik dank u zeer", antwoordde hij;
mag ik U mijn arm bieden?"
Ik accepteerde ook dat en steunde
licht op zijn arm. Het was me daarbij
echter geheel eigenaardig te moede
en er ging me als een electrische
stroom door het lichaam, zoodat mijn
arm merkbaar in den zijne beeftde. Hij
glimlachte vergenoegd voor zich heen
en zeide:
„De menschen, die ons zien, zullen
ens waarschijnlijk voor verloofden
houden".
Ik had me intusschen weer her
steld en zeide opgeruimd:
„Of broeder en zuster, mijnheer
Herbold".
„Het eerste ware mij heel wat lie
ver," antwoordde hij, terwijl hij mijn
arm zachtjes drukte, „Wat ware u
wel 't liefste, juffrouw?"
„Dat is een zeer indiscrete vraag,
mijnheer Herbold", antwoordde ik
luchtig, hoewel het mij volstrekt niet
zoo luchtig te moede was.
„O, excuseer me, juffrouw Wantolf,
dat ik zoo onhandig en voortvarend
geweest ben. De vreugde, bij u te mo
gen zijn, is te groot, Denkt u er nog
aan, hoe we in Wiesbaden van el
kaar zijn gescheiden? Ik was zeer on
gelukkig, dat u zoo overijld wegging".
„Waarom ongelukkig?"
„Omdat ik vreesde, u beleedigd te
hebben".
„Ik wist niet, dat u me beleedigd
hadt, mijnheer Herbold".
„Hoe goed u is", zeide hij, „ik had
me door mijn gevoelens laten mee-
sleepen en betreurde het diep".
„Ah, u betreurde het diep", ant
woordde ik schijnbaar getroffen en
op ernstigen toon. „Dat is nu eens een
interessante bekentenis. Dat moet ik
me in het oor knoopen".
„Nu is u wreed, juffrouw; u weet
toch al te goed, hoe ik dat alleen be
doeld hebben kan".
„Uwe woorden waren toch duide
lijk. U hadt mij de hand gekust en
mij uwe onwankelbare liefde verze
kerd. En nu verklaart u mij koel en
in allen ernst, dat u zulks diep be
treurd hebt. Wat is daarin nu ver
keerd te verstaan, waar de woorden
zoo klaar en duidelijk zijn?"
„Maar, juffrouw, leg me toch zoo
riet op de pijnbank. Ik heb immers
alleen diep de vrijheid betreurd, wel
ke ik mij tegenover u veroorloofd
heb, wijl ik vreesde, dat u zich daar
door gekwetst en gekrenkt zoudt
hebben gevoeld. Ik mag dus aanne
men, dat dit laatste niet bet geval ge
weest is, niet waar?"
„Dat heb ik niet gezegd', antwoord
de ik altijd nog op denzelfden ernsti
gen toon.
„O, juffrouw, hoe hard en onverbid-
dellijk is u!" riep hij hartstochtelijk
uit. „U kunt mij toch onmogelijk zoo
miskennen?"
Bij deze plagerij werd 't mij lang
zamerhand een beetje warm, zoodat
ik het gesprek een andere wending
gaf en van andere dingen begon te
spreken. Hij ging daar op in, bracht
echter na een poosje bet gesprek op
Bemdorf en vroeg, oi ik me daar wèl
gevoelde en aangename betrekkingen
had.
„Een onderwijzeres", antwoordde ik,
„moet met datgene tevreden zijn,
wat men haar biedt".
„Dat klinkt zeer gelaten en alsof u
daar niet al te zeer naar uw zin zijt".
„Bemdorf is een idyllisch plaatsje;
daar straalt alles in vroomheid",
merkte ik spottend aan. „Als dan een
niet vroom persoon zooals ik in zulke
omgeving geraak, dan veroorzaakt
dat allerlei verwikkelingen, welke nu
juist niet geëigend zijn, om het leven
te verzoeten".
„Ja, ja, dat kan ik me zoo voorstel
len" zeide hij levendig.
„Ik geld voor een vrijgeest, voor on-
geloovig en lichtzinnig", antwoord
de ik. „Ik had een onderhoud daar
omtrent met mijn mede-onderwijzeres,
bij welke gelegenheid ik misschien te
openhartig en te eerlijk geweest ben.
Tengevolge daarvan heeft de dominee
mij het godsdienstonderricht ontno
men en ik word in het dorp volkomen
geboycot. Alles gaat me schuw uit den
weg en zoo leid ik een zeer eenzaam
leven".
„Kon ik toch uwe eenzaamheid dee-
len en ze u eenigszins dragelijker ma
ken; hoe gelukkig zou ik zijn!"