CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Di! nummer bestaat uit TWEE Bladen.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
8sle JAARGANG MAANDAG 26 MAART 1928 NUMMER 239 5
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. i 2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiên per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiên - bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst a<L 40 cents
EERSTE BLAD.
Zij, die zich tegen 1 April 1928
op de Nieuwe Leidsche Courant
abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers gratis
Adm. N. L. Ct<
V De motie Joekes.
In de Tweede Kamer zal morgen
een stemming plaats hebben over een
motie, die veel verstrekkender betee-
kenis beeft dan oppervlakkig daarin
gezien wordt.
De indeeling van Indië in nieuwe
provinciën beeft thans plaats over
eenkomstig een plan van den Oud-
Minister de Graaff, die tevoren als
Commissaris voor de Bestuurshervor-
ming een schema had ontworpen.
Hoewel noch de Regeering hier, noch
de Regeering ginds officieel aan dat
schema gebonden waren, werd toch
min of meer dit schema als officieel
erkend.
Het groote bezwaar tegen dit plan
is, dat het op te kleine schaal en te
radicaal de bestuurshervorming om
zet. Velen wenschen grootere eenhe
den en geleidelijker overgang.
De motie-Joekes bedoelt nu de be
stuurshervorming geheel los te ma
ken van dit schema-de Graaff en te
vens een onderzoek in te stellen naar
de resultaten van de Provinccie West-
Java, om zoodoende na te gaan wat
voor de verdere doorvoering gemeden
moet worden.
Zooals wij zeiden een belangrijke
beslissing en wel om twee redenen.
In de eerste plaats omdat daarmede
voorgoed het denkbeeld, dat tot be
den heerschte als zou bij het schendt
moeten worden volhard, omdat het
nu eenmaal als beginsel gold, gebro
ken wordt. Immers ook de Minister
liet zich reeds in dien geest uit, al
handhaafde hij ook de verdeeling van
Java in drie provincies als thans
noodzakelijk en juist.
Maar ook kan het gevolg zijn, en
dat moge worden voorkomen, dat de
verdere doorvoering der bestuursher
vorming aan dezen kapstok wordt
opgehangen. Wanneer toch de benoe
ming en het werk van een nieuwen
Commissaris voor de bestuurshervor
ming zou moeten worden afgewacht
ligt weer een noodzakelijk werk voor
geruimen tijd stil.
Het thans verschenen rapport over
de Westkust van Sumatra, waarop
we nader terug komen, leert wel hoe
noodzakelijk het is om voort te varen.
Moge de Regeering er voor waken,
dat niet dit gevolg aan de motie wordt
gegeven.
STADSNIEUWS.
MYRA MORTIMER.
De Hollandsche Concertdirectie Dr.
G. de Koos bracht ons Vrijdagavond
in kennis met de Amerikaansche zan
geres Myra Mortimer, die zoo geluk
kig was op den vleugel begeleid te
worden door den Oud-Leidenaar
Coenraad Bas. Van den aanvang af
viel' het op, welk een diep en vol ge
luid van grooten omvang en draag
kracht het eigendom is van deze- zan
geres, een alt, die veel grooter ruimte
dan de Stadszaal kan vullen.
Zij zong eerst eenige Engelsche lie
deren: de eerste twee in het gedragen
eenigszins sleepend genre, dat meestal
al voor het Engelsche lied zoo karak
teristiek is. Maar de oud-Engelsche
lied—composities vertoonen ondanks
dat toch een rijkdom en een voor
naamheid van melodie welke eigen is
aan de geheele Europeesche liederen
schat der 16de eeuw: naief, eenvoudig
en toch rijk.
Het derde lied „Philis was a faice
maid", begin 17de eeuw, kon ons min
der bekoren. Het is zoo'n renaissan
ce product, zooals men er ook in de
Hollandsche liedboeken uit denzelf
den tijd bij menigte kan opdiepen,
waarin Philis, Coridon, Amaryl, Clo-
ris, of andere bewoners van Arcadië
een rol vervullen. We vonden de zan
geres in dit werkje ook niet zoo ge
lukkig. Maar zij nam schitterend re
vanche met „Three Fishers" van
John Hullah. In de inleiding hoorden
we even in 't bijzonder den piano-kun-
stenaar Coenraad Bas en hier nog
mecr dan in de voorgaande kon hij
aantoonen, welk een allervoortreffe
lijkst en muzikaal begeleider hij is.
Suggestief was de voordracht, waar
mee Mej. Mortimer dit lied ten beste
gaf; een indrukwekkende vertolking,
met volkomen beheersching van stern
en ademtecliniek, muzikaal en diep
doorleefd. We hooren zoo weinig En
gelsche liederen in de concertzaal en
le zangeres deed ons de klank- en rie
gevoelswaarde van het Engelsch zóó
aanvoelen, dat onze waardering van
de klankschoonheid der taal op zich-
zelve er grooter door is geworden. Er
zat in de voordracht van „Three Fis
hers" wel iets heel bijzonders.
Dan volgde een groep Schubcrt-liede-
ren: „Heimliches Lieben", dat we ons
inniger hadden gedacht. „Der Wande
rer an den Mond", echte romantiek,
waarin de zonnige zijde van Schu
bert's wezen aan het slot. triomfeert.
„An die Laute", met zijn lichte rhyth-
men en accenten, waarvan Schubert
zulk een meester was. We hadden hier
de voordracht gaarne wat lichter ge
hoord, zoo licht als Bas de fijne bege
leiding speelde.
Het vierde Schubertlied „Die Gestir-
ne", grootsch ingezet, machtig opge
bouwd, toonde ons de zangeres weer
in haar volle kracht. Het is ons opge
vallen, dat zij juist in werken, waar
in zij machtige bewogenheid van ge
moed moet vertolken, of uitdrukking
moet geven aan verheven gevoelens,
van lofprijzing, zich over het algemeen
het voortreffelijkst uit. Dan ligt er
majesteit in haar voordracht, en soms
groote dramatische kracht.
Dat trof ons ook in de liederen van
Erich Wolff zoo in „Wusst' ich nur" en
„Ein solcher ist mein Freund".
Daarna volgden nog een vijftal liede
ren van Hugo Wolf, waarvan we in
't bijzonder aanteekenen om de bege
leiding „Rat eines Alten", waarvan de
eenigszins groteske humor door de
zangeres goed werd aangevuld en ver
tolkt. „Klinge, klinge meine Pandero",
waarvan de tekst uit het Spaansch is
vertaald, is een lied van hartstocht.
En tot haar eigenlijke grootheid van
kunnen steeg de zangeres weer in
„Dank des Paria een lied van Goethe
door de zangeres als uit blokken toon-
graniet opgebouwd.
Stormachtige bijval van de matig
bezette zaal was haar deel en als toe
gift gaf zij een Oud-Duitsche vertel
ling, die nu eens heel simpel en fijn
werd voorgedragen.
Onnoodig te betoogen, dat zij door
Coenraad Bas bij dit alles uitstekend
werd geassisteerd en hem gaarne in
haar succes liet deelen.
Steinway-concertvleugel uit Ben
ders magazijn.
COMITé TOT WAARSCHUWING
TEGEN EENZIJDIGE
ONTWAPENING.
Door bovenstaand comité werd eeni
ge weken geleden een openbare ver
gadering uitgeschreven, te houden in
de Nutszaal, waarin als spreker zou
optreden de HoogEd. Gestr. Heer
Kolonel P. J. van Munnekrede, direc
teur van de Hoogere Krijgsschool te
's-Gravenhage, met het onderwerp:
„De voorlichting van het Ned. Volk
inzake het tegenwoordige militaire
vraagstuk".
Door plotseling ingetreden onge
steldheid van den spreker, kon deze
vergadering evenwel niet doorgaan.
Thans vernemen wij, dat deze ver
gadering op Maandag 2 April a.s. zal
plaats hebben.
Nadere 'aankondiging zal nog per
adverentie in den loop der volgende
week plaats hebben.
Men boude Maandag 2 April voor-
loopig dus vrij!
VOORJAAR IN HET BOLLENLAND.
Wie tusschen Leiden en Haar
lem eens rondkijkt, zal verrast wor
den door de nu al uitschietende kleu
ren op tal van bloembollenvelden.
De crocussen hebben uit de enkele
warme dagen het profijt gehaald, dat
zij noodig hadden om open te breken
en den naar het voorjaar hunkerenden
menschen den lente-aantocht te ver
kondigen.
De zachte lila-tinten, die eenige vel
den hij Sassenheim, Lisse, Hillegom
en Bennebroek kleur geven, zijn de
eerste teekening in het bollenland. En
ze zijn ook de aankondiging van de
lente.
Nog een week warmte en men zal
heel veel kunnen bewonderen.
DE INDONESISCHE STUDENTEN.
Zooals wij reeds hebben gemeld, zal
het Openbaar Ministerie in hooger
beroep gaan van het vrijsprekend von
nis in de zaak der van opruiing be
schuldigde Indonesische studenten.
Dit hooger beroep was wel te ver
wachten, meent het Vaderland.
Nu men eenmaal ter kwader ure
deze vervolging is begonnen, en de fei
ten zoo ernstig werden geacht, dat
preventieve hechtenis werd gevraagd,
en verkregen, was het niet zeer waar
schijnlijk, dat het O. M. zich bij de
uitspraak in eersten aanleg zou neer
leggen.
Daarbij komt, dat de rechtbank niet
alleen heeft beslist, dat de artikelen,
die tot de vervolging hebben geleid,
geen opruiend karakter hadden, maar
ook, dat opruiing tot gewelddadig op
treden tegen het Nederlandseh-Indiseh
openbaar gezag in artikel 131 niet als
opruiing strafbaar is gesteld. Het is
van algemeen belang, dat. nu de ver
volging eenmaal is ingesteld, en deze
kwestie is opgeworpen, dit rechtspunt
in hoogste instantie worde beslist.
Blijven wij het dus betreuren, zoo
vervolgt het bied dan verder <jlat
indertijd deze vervolging is ingesteld,
nu de zaken eenmaal zqó zijn geloqpen
achten wij het besluit om in hooger
beroep te gaan uit laatstgenoemd oog
punt gerechtvaardigd. Het feit, dat de
beklaagden zich niet langer in hechte
nis bevinden, is daarbij een gelukkige
omstandigheid.
HET ZILVEREN FEEST DER CHR.
METAALBEWERKERSBOND.
Zaterdag heeft de afdeeling Leiden
van den Chr. Metaalbewerkersbond
haar zilveren jubileum op luisterrijke
wijze gevierd.
De receptie.
De feestelijkheden begonnen Zater
dagmiddag met een receptie in bet
café-rest. „Zomcrzorg", waarvan door
afgevaardigden van den Chr. Bestu
renbond en de bij hem aangesloten af-
deelingen een druk gebruik is ge
maakt. Ook waren afgevaardigden
van „Patrimonium" aanwezig, ter
wijl het gemeentebestuur zich door
den wethouder van financiën, den
heer T. S. Goslinga, deed vertegen
woordigen.
Nadat de Oud-voorzitter van de af
deeling, de heer Wetselaar. van Dor
drecht, de receptie op de gebruikelij
ke wijze had geopend, en het bestuur
met dit heugelijk feest had geluk ge-
wenscht, dankte hij de afgevaardigden
voor de blijken van sympathie, die zij
deze afdeeling bewezen, doordat zij
niet alleen ter receptie waren opgeko
men. doch tevens de zaal in een bloe
mentuin hadden herschapen.
Van den Werkmansbond en de afdee-
lingen Amsterdam en Dordrecht van
den Bond waren brieven of telegram
men van gelukwensch ingekomen.
De heer Eikerbout sprak daarna als
vertegenwoordiger van het hoofdbe
stuur. Spr. rekende het zich een groo
te eer, dat hij, die medestichter dezer
afdeeling is, thans ook als hoofdbe
stuurder een woord mocht spreken.
Spr. wenschte het bestuur van harte
geluk men dezen feestdag en hoopte,
dat het nog vele jaren mag voortbou
wen op bet fundament der Christelij
ke beginselen.
De heer Grotenhuis sprak namens
den Chr. Besturenbond.
De heer Wassenaar namens afge
vaardigden van verschillende vereeni-
gingen, die, zooals hij zeide, uit hand
arbeiders waren samengesteld, ter
wijl de heer Cittert namens de aange
sloten vereenigingen van hoofd
arbeiders sprak.
Daarna werd den heer Goslinga, wet
houder der gemeente Leiden, het
woord verleend, die namens het Col
lege van B. en W. den hartelijken
dank uitsprak voor de uitnoodiging
aan haar gericht. Het heeft ons Dage-
lijksch bestuur der gemeente zeer ver
rast, aldus spr., en met blijdschap wil
het de jubileerende afdeeling zijn har
telijke gelukwensch aanbieden. Hij
stelt er prijs op te verklaren, dat de
afdeeling der Chr. Metaalbewerkers,
die onze heilige Christelijke beginse
len belijd, in de gemeente Leiden
zeer veel goed werk heeft verricht en
hoopt, dat zij zoowel voor haar leden,
als in het algemeen, nog veel zegen op
haar werk mag ontvangen. Stelle God
U tot zegen, tot heil van uw leden en
tot zegen onzer gemeente, aldus be
sluit spreker.
De heer Schoneveld voelt zich ge
roepen den vertegenwoordiger der ge
meente Leiden afzonderlijk toe te
spreken. Ook wij zijn er zeer mee in
genomen, dat uw geacht College aan
ons verzoek gevolg heeft gegeven, en
in ons midden vertegenwoordigd is, al
dus spr. Wij vertrouwen, dat uw Col
lege en zij, die met u de stad besturen,
nog veel goeds, ook voor onze arbei
dersbeweging, tot stand mogen bren
gen. God zegene U, en de verdere le
den van het gemeentebestuur, in uwen
arbeid.
Daarna spraken nog de heeren Sleg-
tenhorst, namens Patrimonium; de
heer Looman namens den Grafischen
Bond; de heer Kalkhoven, namens do
Vereeniging van Spoor- en Tramper
soneel; alsmede de heer Post. namens
de afdeeling Utrecht van den Christ.
Bond van Metaalbewerkers en ten
slotte de heer Goddijn, namens den
Ned. R. IC. Metaalbewerkersbond.
Daarna dankte de heer Schoneveld
voorzitter van de jubileerende afdee
ling, de afgevaardigden en gasten, die
aan de uitnoodiging gehoor gegeven
hebben en in het bijzonder het Hpofd.-
bestuur, dat op zoo flinke wijze de af
deeling gesteund heeft, waardoor het
haar mogelijk was. .^aar zilveren feest
te%vieren. Snr. tracht allen hartelijken
dank voor hetgeen zij hebben gespro
ken en hoopte, dat hun wenschen iri
vervulling zullen gaan en dat steeds
verder gebouwd zal worden op het een
maal door de voorgangers gelegd fun
dament. Moge dan deze arbeid onder
den zegen des Heeren wel gedijen.
De heer Wetselaar sprak tenslotte
nog eenige woorden van hulde aan
de veteranen der afdeeling en sloot
daarna de receptie met dankgebed.
De feestavond*
De avonds tegen zessen liep de zaal
van Zomerzorg zoo langzamerhand
vol, zoodat toen te ongeveer kwart
over zes de opening plaats vond, alles
was bezet en nog heel wat stoelen bij
gezet moesten worden om allen een
plaatsje te geven.
De Voorzitter, de heer Schoneveld,
opende de bijeenkomst met te laten
zingen: „Waak, Christen, waak, blijf
in 't geloof", en gebed, waarna hij in
een kort openingswoord allen harte
lijk welkom heette, speciaal de heeren
Roos en Eikerbout, die vanaf de op
richting lid zijn geweest, de vertegen
woordigers van het hoofdbestuur, van
de Chr. Besturenbond en van de ver
schillende vakbonden. Spr. herinnerde
daarna aan de oprichting van de af
deeling. Dank vervult het hart, wan
neer op de afgeloopen 25 jaar wordt
terug gezien. Door de kracht en het
optreden van de organisatie heeft de
afdeeling kunnen bereiken, wat thans
bestaat.
Spr. lichtte daarna het programma
nog nader toe en sprak tenslotte een
woord van dank en hulde tot de hee
ren Eikerbout en Roos, terwijl hij
hun namens de afdeeling een pla
quette aanbood, waarop afgebeeld
staat een ploeger, die met vaste hand
de harde klei doorploegt, opdat straks
het zaad een welbereiden bodem zal
vinden.
De aanbieding van deze plaquette
ging vergezeld van een hartelijk ap
plaus.
Daarna werd een aanvang gemaakt
met de afwerking van het programma.
Daarop kwamen voor een tweetal
sprekers, n.l. de heeren F. Eikerbout
en H Wetselaar van Dordrecht, bei
den hoofdbestuursleden. Tevens werd
nog het woord gevoerd door den heer
Roos, als medeoprichter van de afdee
ling en door den heer Grotenhuis,
voorzitter van den Chr. Besturenbond.
De heer Eikerbout begon met
te zeggen, dat, wanneer hij thans zoo
vele menschen om zich heen ziet en
daarbij gedenkt aan de oprichtings
vergadering, dat contrast wel zeer
groot is en dat hij nooit had durven
denken, dat het zoo zou loopen als het
geloopen is. Spr. spreekt woorden van
dank tot den heer Roos, die het initi
atief genomen heeft, gesteund door
„Patrimonium",om de afdeeling op te
richten, en die thans een groote feest
vreugde in het hart heeft, dat hij deze
jubileum-vergadering mag meemaken
Ook de andere pioniers van de bewe
ging, de heeren Oosterhout, Den Her
tog en Van Hees brengt spr. hulde en
hij wijst op het moeilijke van het werk
waaronder zij de schouders hebben
gezet. Zij zagen in, dat het noodig was
zich niet te laten leiden door degenen,
die door omverwerping een nieuwe
maatschappij willen vormen. Niet
langs revolutionairen, maar langs evo-
lutionairen weg moest het geschieden.
Niettegenstaande het moeilijke van
den arbeid, heeft God de kracht gege
ven dat werk te doen en was er geen
vrees, omdat de werkers het oog op
Hem gericht hielden. Thans roept God
tot gedenken, tot gedenken van Zijn
daden. Looft, looft den Heer, mijn zie!,
met alle krachten is den juichtoon,
die thans in de harten leeft. Soli Deo
Gloria.
Nooit hebben de oprichters er spijt
van gehad, dat zij zich voor de Chr.
vakbeweging hebben gegeven. Thans
worden hun haren grijs.. Velen hebben
reeds het werk neer moeten leggen.
Het oude geslacht gaat langzaam weg.
Daarom moet gij, aldus spr., gij jon
geren, hun taak overnemen. Voort
gaan. steeds voortgaan is het devies.
Want de macht, waartegen de
strijd gaat, is groot. In Gods kracht
zullen wij kloeke daden doen. De
strijd is een heilige strijd en daarom
de oogen gericht naar de bergen, van
waar de hulpe komen zal. Met kracht
bindt spr. de jonge vrienden op het
hart mede te werken om nieuw leven
te storten in het organisatiewerk, op
dat de vruchten steeds grooter worden
Tenslotte brengt spr. dank voor de
hem geschonken plaquette.
Op de?e rede volgde een daverend
applaus.
De heer Roos is dankbaar, dat hij
den avond mee mag maken en dank
baar ook. dat hij een heel klein beetje
zooals hij het uitdrukt heeft mee
mogen werken aan de oprichting der
afdeeling. Spr. brengt tevens dank
voor de plaquette, waarmede de afdee
ling hem heeft vereerd en memoreert
daarna, dat vele moeilijke dagen in de
25 jaar, dat de afdeeling thans be
staat, achter den rug zijn. Wel zijn
Binnenland.
Het zilveren feest van de afdeeling
Leiden van den Chr. Metaalbewerkers
bond.
Ernstige brand te Zaandam, de
„Grootvorst van Moscoviën" verloren.
Doodelijk tramongeluk in Den Haag.
De Algemeece Vergadering van
„Bloembollencultuur" geopend.
Buitenland.
De slotzitting der voorbereidende
ontwapeningsconferentie.
Ernstige branden in Polen.
Koningin Soeriga van Afghanistan
legt den sluier af.
Anti-Japansche boycot te Sjanghai.
thans belangrijke voordeelen behaald,
maar toch zal in de toekomst de strijd
niet minder worden. De bestuursleden
die thans de zaken leiden, hebben met
vele moeilijkheden te worstelen en
spr. wekt de vergadering op, dankbaar
te zijn voor het werk, dat zij verrich
ten. Die dank kan getoond worden door
trouw vergaderingbezoek. (Applaus).
De vrouwen van de leden wijst spr.
op de taak, om hun mannen op te
wekken om trouw te zijn. Zeg nooit
(aldus spr.) het is van avond zoo koud,
ik zou maar thuis blijven (gelach).
Vanavond is het feest en zijn allen
trouw gekomen. Dat is goed. Maar in
het dagelijksch leven terug gekeerd,
moet men zijn roeping verstaan. Geeft
uw mannen een stomp in den rug,
vriendinnen (gelach).
Spr. wijst verder op de groote kracht
van het gebed in de organisatie,-gebed
ook voor de tegenstanders, voor de so
cialisten, waartegen den strijd gaat,
waarover wel eens minachtend wordt
gesproken, maar die in den grond te
beklagen zijn. Laat tegenover hen de
bitterheid uit bet hart verdwijnen.
Spr. hoopt ook, dat de bestuursle
den zullen worden geschraagd door
aller gebed en besluit met allen har
telijk te feliciteeren met dit jubileum
en den wensch uit te spreken, dat het
de afdeeling verder voorsDoedig zal
gaan onder Gods zegen.
De heer Wetselaar (vroeger in
woner van onze stad), voelt zich in
deze vergadering als Leidenaar onder
de Leidenaars en wil dan ook met bij
zonder groot genoegen in deze bijeen
komst het woord voeren.
Spr. feliciteert allen, die hier geko
men zijn om te getuigen van den groo
ten zegen aan de afdeeling beschoren
en wijst er op, hoe de toestanden in
den arbeid in de afgeloopen 25 jaar
verbeterd zijn. Spr. herinnert zich nog
tijden, dat 73 uur per week gewerkt
werd en om 4 uur 's morgens in het
diepe nachtelijk duister de klom
pen al klotsten op de Oranjegracht
van de arbeiders, die naar hun werk
togen. Goddank is daarin verandering
gekomen. Daarin is mede door de or
ganisatie veel verandering gebracht,
maar toch durft spr. hier de stelling te
poneeren, dat het werk dat verricht
is, nog slechts beginwerk was. Er zal
nog veel gestreden moeten worden
voor het recht en de levensverheffing
van den arbeidenden stand. Spr. beeft
daarom als onderwerp van zijn rede
gekozen: „Strekkende naar wat voor
is". Het groote doel, dat voor oogen
gehouden moet worden is Chr. be
drijfsorganisatie. Wanneer snr. zijn
blik vooruit werpt, dan ziet hij nog
vele nieuwe dingen kómen. Wel zal
de vooruitgang dikwijls langzaam zijn,
maar daarvoor is het des te meer noo
dig, dat de leden krachtig medewer
ken om het ideaal te benaderen. Niet
alleen moeten wij feest willen vieren,
maar ook het dagelijksche werk in de
afdeeling der organisatie krachtig be
vorderen, Spr. hoopt, dat alle leden
hun krachten zullen inspannen om
zich te strekken naar wat voor is, dat
allen propagandisten zullen zijn voor
het Chr. ideaal. Er moet nog zooveel
gebeuren. Denk slechts aan een be
hoorlijke pensioenregeling voor de ar
beiders. Spr. eindigt met allen op te
wekken zich te geven voor de Chr.
vakbeweging en biddend verder te
strijden voor het recht en de levend-
verheffing van den arbeider.
De heer Grotenhuis (Hoofdbe
stuurslid van den hond) sprak als
Voorzitter van den Chr. Besturenbond.
Hij wees er op. dat alle afdeelingen
van vakbonden des middags op de re
ceptie waren geweest en dat hij dus
niet namens de jubileerende af
deeling behoefde te feliciteeren. Ver
der sprak spr. een opwekkend woord
tot de vergadering, waarin hij wees op
het heugelijke van dit feest en allen
aanvuurde om met krachtigen stap
verder te gaan en te strijden voor de