CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Di! nummer bestaat uit TWEE Bladen. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 8sle JAARGANG MAANDAG 26 MAART 1928 NUMMER 239 5 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. i 2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiên per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiên - bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst a<L 40 cents EERSTE BLAD. Zij, die zich tegen 1 April 1928 op de Nieuwe Leidsche Courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis Adm. N. L. Ct< V De motie Joekes. In de Tweede Kamer zal morgen een stemming plaats hebben over een motie, die veel verstrekkender betee- kenis beeft dan oppervlakkig daarin gezien wordt. De indeeling van Indië in nieuwe provinciën beeft thans plaats over eenkomstig een plan van den Oud- Minister de Graaff, die tevoren als Commissaris voor de Bestuurshervor- ming een schema had ontworpen. Hoewel noch de Regeering hier, noch de Regeering ginds officieel aan dat schema gebonden waren, werd toch min of meer dit schema als officieel erkend. Het groote bezwaar tegen dit plan is, dat het op te kleine schaal en te radicaal de bestuurshervorming om zet. Velen wenschen grootere eenhe den en geleidelijker overgang. De motie-Joekes bedoelt nu de be stuurshervorming geheel los te ma ken van dit schema-de Graaff en te vens een onderzoek in te stellen naar de resultaten van de Provinccie West- Java, om zoodoende na te gaan wat voor de verdere doorvoering gemeden moet worden. Zooals wij zeiden een belangrijke beslissing en wel om twee redenen. In de eerste plaats omdat daarmede voorgoed het denkbeeld, dat tot be den heerschte als zou bij het schendt moeten worden volhard, omdat het nu eenmaal als beginsel gold, gebro ken wordt. Immers ook de Minister liet zich reeds in dien geest uit, al handhaafde hij ook de verdeeling van Java in drie provincies als thans noodzakelijk en juist. Maar ook kan het gevolg zijn, en dat moge worden voorkomen, dat de verdere doorvoering der bestuursher vorming aan dezen kapstok wordt opgehangen. Wanneer toch de benoe ming en het werk van een nieuwen Commissaris voor de bestuurshervor ming zou moeten worden afgewacht ligt weer een noodzakelijk werk voor geruimen tijd stil. Het thans verschenen rapport over de Westkust van Sumatra, waarop we nader terug komen, leert wel hoe noodzakelijk het is om voort te varen. Moge de Regeering er voor waken, dat niet dit gevolg aan de motie wordt gegeven. STADSNIEUWS. MYRA MORTIMER. De Hollandsche Concertdirectie Dr. G. de Koos bracht ons Vrijdagavond in kennis met de Amerikaansche zan geres Myra Mortimer, die zoo geluk kig was op den vleugel begeleid te worden door den Oud-Leidenaar Coenraad Bas. Van den aanvang af viel' het op, welk een diep en vol ge luid van grooten omvang en draag kracht het eigendom is van deze- zan geres, een alt, die veel grooter ruimte dan de Stadszaal kan vullen. Zij zong eerst eenige Engelsche lie deren: de eerste twee in het gedragen eenigszins sleepend genre, dat meestal al voor het Engelsche lied zoo karak teristiek is. Maar de oud-Engelsche lied—composities vertoonen ondanks dat toch een rijkdom en een voor naamheid van melodie welke eigen is aan de geheele Europeesche liederen schat der 16de eeuw: naief, eenvoudig en toch rijk. Het derde lied „Philis was a faice maid", begin 17de eeuw, kon ons min der bekoren. Het is zoo'n renaissan ce product, zooals men er ook in de Hollandsche liedboeken uit denzelf den tijd bij menigte kan opdiepen, waarin Philis, Coridon, Amaryl, Clo- ris, of andere bewoners van Arcadië een rol vervullen. We vonden de zan geres in dit werkje ook niet zoo ge lukkig. Maar zij nam schitterend re vanche met „Three Fishers" van John Hullah. In de inleiding hoorden we even in 't bijzonder den piano-kun- stenaar Coenraad Bas en hier nog mecr dan in de voorgaande kon hij aantoonen, welk een allervoortreffe lijkst en muzikaal begeleider hij is. Suggestief was de voordracht, waar mee Mej. Mortimer dit lied ten beste gaf; een indrukwekkende vertolking, met volkomen beheersching van stern en ademtecliniek, muzikaal en diep doorleefd. We hooren zoo weinig En gelsche liederen in de concertzaal en le zangeres deed ons de klank- en rie gevoelswaarde van het Engelsch zóó aanvoelen, dat onze waardering van de klankschoonheid der taal op zich- zelve er grooter door is geworden. Er zat in de voordracht van „Three Fis hers" wel iets heel bijzonders. Dan volgde een groep Schubcrt-liede- ren: „Heimliches Lieben", dat we ons inniger hadden gedacht. „Der Wande rer an den Mond", echte romantiek, waarin de zonnige zijde van Schu bert's wezen aan het slot. triomfeert. „An die Laute", met zijn lichte rhyth- men en accenten, waarvan Schubert zulk een meester was. We hadden hier de voordracht gaarne wat lichter ge hoord, zoo licht als Bas de fijne bege leiding speelde. Het vierde Schubertlied „Die Gestir- ne", grootsch ingezet, machtig opge bouwd, toonde ons de zangeres weer in haar volle kracht. Het is ons opge vallen, dat zij juist in werken, waar in zij machtige bewogenheid van ge moed moet vertolken, of uitdrukking moet geven aan verheven gevoelens, van lofprijzing, zich over het algemeen het voortreffelijkst uit. Dan ligt er majesteit in haar voordracht, en soms groote dramatische kracht. Dat trof ons ook in de liederen van Erich Wolff zoo in „Wusst' ich nur" en „Ein solcher ist mein Freund". Daarna volgden nog een vijftal liede ren van Hugo Wolf, waarvan we in 't bijzonder aanteekenen om de bege leiding „Rat eines Alten", waarvan de eenigszins groteske humor door de zangeres goed werd aangevuld en ver tolkt. „Klinge, klinge meine Pandero", waarvan de tekst uit het Spaansch is vertaald, is een lied van hartstocht. En tot haar eigenlijke grootheid van kunnen steeg de zangeres weer in „Dank des Paria een lied van Goethe door de zangeres als uit blokken toon- graniet opgebouwd. Stormachtige bijval van de matig bezette zaal was haar deel en als toe gift gaf zij een Oud-Duitsche vertel ling, die nu eens heel simpel en fijn werd voorgedragen. Onnoodig te betoogen, dat zij door Coenraad Bas bij dit alles uitstekend werd geassisteerd en hem gaarne in haar succes liet deelen. Steinway-concertvleugel uit Ben ders magazijn. COMITé TOT WAARSCHUWING TEGEN EENZIJDIGE ONTWAPENING. Door bovenstaand comité werd eeni ge weken geleden een openbare ver gadering uitgeschreven, te houden in de Nutszaal, waarin als spreker zou optreden de HoogEd. Gestr. Heer Kolonel P. J. van Munnekrede, direc teur van de Hoogere Krijgsschool te 's-Gravenhage, met het onderwerp: „De voorlichting van het Ned. Volk inzake het tegenwoordige militaire vraagstuk". Door plotseling ingetreden onge steldheid van den spreker, kon deze vergadering evenwel niet doorgaan. Thans vernemen wij, dat deze ver gadering op Maandag 2 April a.s. zal plaats hebben. Nadere 'aankondiging zal nog per adverentie in den loop der volgende week plaats hebben. Men boude Maandag 2 April voor- loopig dus vrij! VOORJAAR IN HET BOLLENLAND. Wie tusschen Leiden en Haar lem eens rondkijkt, zal verrast wor den door de nu al uitschietende kleu ren op tal van bloembollenvelden. De crocussen hebben uit de enkele warme dagen het profijt gehaald, dat zij noodig hadden om open te breken en den naar het voorjaar hunkerenden menschen den lente-aantocht te ver kondigen. De zachte lila-tinten, die eenige vel den hij Sassenheim, Lisse, Hillegom en Bennebroek kleur geven, zijn de eerste teekening in het bollenland. En ze zijn ook de aankondiging van de lente. Nog een week warmte en men zal heel veel kunnen bewonderen. DE INDONESISCHE STUDENTEN. Zooals wij reeds hebben gemeld, zal het Openbaar Ministerie in hooger beroep gaan van het vrijsprekend von nis in de zaak der van opruiing be schuldigde Indonesische studenten. Dit hooger beroep was wel te ver wachten, meent het Vaderland. Nu men eenmaal ter kwader ure deze vervolging is begonnen, en de fei ten zoo ernstig werden geacht, dat preventieve hechtenis werd gevraagd, en verkregen, was het niet zeer waar schijnlijk, dat het O. M. zich bij de uitspraak in eersten aanleg zou neer leggen. Daarbij komt, dat de rechtbank niet alleen heeft beslist, dat de artikelen, die tot de vervolging hebben geleid, geen opruiend karakter hadden, maar ook, dat opruiing tot gewelddadig op treden tegen het Nederlandseh-Indiseh openbaar gezag in artikel 131 niet als opruiing strafbaar is gesteld. Het is van algemeen belang, dat. nu de ver volging eenmaal is ingesteld, en deze kwestie is opgeworpen, dit rechtspunt in hoogste instantie worde beslist. Blijven wij het dus betreuren, zoo vervolgt het bied dan verder <jlat indertijd deze vervolging is ingesteld, nu de zaken eenmaal zqó zijn geloqpen achten wij het besluit om in hooger beroep te gaan uit laatstgenoemd oog punt gerechtvaardigd. Het feit, dat de beklaagden zich niet langer in hechte nis bevinden, is daarbij een gelukkige omstandigheid. HET ZILVEREN FEEST DER CHR. METAALBEWERKERSBOND. Zaterdag heeft de afdeeling Leiden van den Chr. Metaalbewerkersbond haar zilveren jubileum op luisterrijke wijze gevierd. De receptie. De feestelijkheden begonnen Zater dagmiddag met een receptie in bet café-rest. „Zomcrzorg", waarvan door afgevaardigden van den Chr. Bestu renbond en de bij hem aangesloten af- deelingen een druk gebruik is ge maakt. Ook waren afgevaardigden van „Patrimonium" aanwezig, ter wijl het gemeentebestuur zich door den wethouder van financiën, den heer T. S. Goslinga, deed vertegen woordigen. Nadat de Oud-voorzitter van de af deeling, de heer Wetselaar. van Dor drecht, de receptie op de gebruikelij ke wijze had geopend, en het bestuur met dit heugelijk feest had geluk ge- wenscht, dankte hij de afgevaardigden voor de blijken van sympathie, die zij deze afdeeling bewezen, doordat zij niet alleen ter receptie waren opgeko men. doch tevens de zaal in een bloe mentuin hadden herschapen. Van den Werkmansbond en de afdee- lingen Amsterdam en Dordrecht van den Bond waren brieven of telegram men van gelukwensch ingekomen. De heer Eikerbout sprak daarna als vertegenwoordiger van het hoofdbe stuur. Spr. rekende het zich een groo te eer, dat hij, die medestichter dezer afdeeling is, thans ook als hoofdbe stuurder een woord mocht spreken. Spr. wenschte het bestuur van harte geluk men dezen feestdag en hoopte, dat het nog vele jaren mag voortbou wen op bet fundament der Christelij ke beginselen. De heer Grotenhuis sprak namens den Chr. Besturenbond. De heer Wassenaar namens afge vaardigden van verschillende vereeni- gingen, die, zooals hij zeide, uit hand arbeiders waren samengesteld, ter wijl de heer Cittert namens de aange sloten vereenigingen van hoofd arbeiders sprak. Daarna werd den heer Goslinga, wet houder der gemeente Leiden, het woord verleend, die namens het Col lege van B. en W. den hartelijken dank uitsprak voor de uitnoodiging aan haar gericht. Het heeft ons Dage- lijksch bestuur der gemeente zeer ver rast, aldus spr., en met blijdschap wil het de jubileerende afdeeling zijn har telijke gelukwensch aanbieden. Hij stelt er prijs op te verklaren, dat de afdeeling der Chr. Metaalbewerkers, die onze heilige Christelijke beginse len belijd, in de gemeente Leiden zeer veel goed werk heeft verricht en hoopt, dat zij zoowel voor haar leden, als in het algemeen, nog veel zegen op haar werk mag ontvangen. Stelle God U tot zegen, tot heil van uw leden en tot zegen onzer gemeente, aldus be sluit spreker. De heer Schoneveld voelt zich ge roepen den vertegenwoordiger der ge meente Leiden afzonderlijk toe te spreken. Ook wij zijn er zeer mee in genomen, dat uw geacht College aan ons verzoek gevolg heeft gegeven, en in ons midden vertegenwoordigd is, al dus spr. Wij vertrouwen, dat uw Col lege en zij, die met u de stad besturen, nog veel goeds, ook voor onze arbei dersbeweging, tot stand mogen bren gen. God zegene U, en de verdere le den van het gemeentebestuur, in uwen arbeid. Daarna spraken nog de heeren Sleg- tenhorst, namens Patrimonium; de heer Looman namens den Grafischen Bond; de heer Kalkhoven, namens do Vereeniging van Spoor- en Tramper soneel; alsmede de heer Post. namens de afdeeling Utrecht van den Christ. Bond van Metaalbewerkers en ten slotte de heer Goddijn, namens den Ned. R. IC. Metaalbewerkersbond. Daarna dankte de heer Schoneveld voorzitter van de jubileerende afdee ling, de afgevaardigden en gasten, die aan de uitnoodiging gehoor gegeven hebben en in het bijzonder het Hpofd.- bestuur, dat op zoo flinke wijze de af deeling gesteund heeft, waardoor het haar mogelijk was. .^aar zilveren feest te%vieren. Snr. tracht allen hartelijken dank voor hetgeen zij hebben gespro ken en hoopte, dat hun wenschen iri vervulling zullen gaan en dat steeds verder gebouwd zal worden op het een maal door de voorgangers gelegd fun dament. Moge dan deze arbeid onder den zegen des Heeren wel gedijen. De heer Wetselaar sprak tenslotte nog eenige woorden van hulde aan de veteranen der afdeeling en sloot daarna de receptie met dankgebed. De feestavond* De avonds tegen zessen liep de zaal van Zomerzorg zoo langzamerhand vol, zoodat toen te ongeveer kwart over zes de opening plaats vond, alles was bezet en nog heel wat stoelen bij gezet moesten worden om allen een plaatsje te geven. De Voorzitter, de heer Schoneveld, opende de bijeenkomst met te laten zingen: „Waak, Christen, waak, blijf in 't geloof", en gebed, waarna hij in een kort openingswoord allen harte lijk welkom heette, speciaal de heeren Roos en Eikerbout, die vanaf de op richting lid zijn geweest, de vertegen woordigers van het hoofdbestuur, van de Chr. Besturenbond en van de ver schillende vakbonden. Spr. herinnerde daarna aan de oprichting van de af deeling. Dank vervult het hart, wan neer op de afgeloopen 25 jaar wordt terug gezien. Door de kracht en het optreden van de organisatie heeft de afdeeling kunnen bereiken, wat thans bestaat. Spr. lichtte daarna het programma nog nader toe en sprak tenslotte een woord van dank en hulde tot de hee ren Eikerbout en Roos, terwijl hij hun namens de afdeeling een pla quette aanbood, waarop afgebeeld staat een ploeger, die met vaste hand de harde klei doorploegt, opdat straks het zaad een welbereiden bodem zal vinden. De aanbieding van deze plaquette ging vergezeld van een hartelijk ap plaus. Daarna werd een aanvang gemaakt met de afwerking van het programma. Daarop kwamen voor een tweetal sprekers, n.l. de heeren F. Eikerbout en H Wetselaar van Dordrecht, bei den hoofdbestuursleden. Tevens werd nog het woord gevoerd door den heer Roos, als medeoprichter van de afdee ling en door den heer Grotenhuis, voorzitter van den Chr. Besturenbond. De heer Eikerbout begon met te zeggen, dat, wanneer hij thans zoo vele menschen om zich heen ziet en daarbij gedenkt aan de oprichtings vergadering, dat contrast wel zeer groot is en dat hij nooit had durven denken, dat het zoo zou loopen als het geloopen is. Spr. spreekt woorden van dank tot den heer Roos, die het initi atief genomen heeft, gesteund door „Patrimonium",om de afdeeling op te richten, en die thans een groote feest vreugde in het hart heeft, dat hij deze jubileum-vergadering mag meemaken Ook de andere pioniers van de bewe ging, de heeren Oosterhout, Den Her tog en Van Hees brengt spr. hulde en hij wijst op het moeilijke van het werk waaronder zij de schouders hebben gezet. Zij zagen in, dat het noodig was zich niet te laten leiden door degenen, die door omverwerping een nieuwe maatschappij willen vormen. Niet langs revolutionairen, maar langs evo- lutionairen weg moest het geschieden. Niettegenstaande het moeilijke van den arbeid, heeft God de kracht gege ven dat werk te doen en was er geen vrees, omdat de werkers het oog op Hem gericht hielden. Thans roept God tot gedenken, tot gedenken van Zijn daden. Looft, looft den Heer, mijn zie!, met alle krachten is den juichtoon, die thans in de harten leeft. Soli Deo Gloria. Nooit hebben de oprichters er spijt van gehad, dat zij zich voor de Chr. vakbeweging hebben gegeven. Thans worden hun haren grijs.. Velen hebben reeds het werk neer moeten leggen. Het oude geslacht gaat langzaam weg. Daarom moet gij, aldus spr., gij jon geren, hun taak overnemen. Voort gaan. steeds voortgaan is het devies. Want de macht, waartegen de strijd gaat, is groot. In Gods kracht zullen wij kloeke daden doen. De strijd is een heilige strijd en daarom de oogen gericht naar de bergen, van waar de hulpe komen zal. Met kracht bindt spr. de jonge vrienden op het hart mede te werken om nieuw leven te storten in het organisatiewerk, op dat de vruchten steeds grooter worden Tenslotte brengt spr. dank voor de hem geschonken plaquette. Op de?e rede volgde een daverend applaus. De heer Roos is dankbaar, dat hij den avond mee mag maken en dank baar ook. dat hij een heel klein beetje zooals hij het uitdrukt heeft mee mogen werken aan de oprichting der afdeeling. Spr. brengt tevens dank voor de plaquette, waarmede de afdee ling hem heeft vereerd en memoreert daarna, dat vele moeilijke dagen in de 25 jaar, dat de afdeeling thans be staat, achter den rug zijn. Wel zijn Binnenland. Het zilveren feest van de afdeeling Leiden van den Chr. Metaalbewerkers bond. Ernstige brand te Zaandam, de „Grootvorst van Moscoviën" verloren. Doodelijk tramongeluk in Den Haag. De Algemeece Vergadering van „Bloembollencultuur" geopend. Buitenland. De slotzitting der voorbereidende ontwapeningsconferentie. Ernstige branden in Polen. Koningin Soeriga van Afghanistan legt den sluier af. Anti-Japansche boycot te Sjanghai. thans belangrijke voordeelen behaald, maar toch zal in de toekomst de strijd niet minder worden. De bestuursleden die thans de zaken leiden, hebben met vele moeilijkheden te worstelen en spr. wekt de vergadering op, dankbaar te zijn voor het werk, dat zij verrich ten. Die dank kan getoond worden door trouw vergaderingbezoek. (Applaus). De vrouwen van de leden wijst spr. op de taak, om hun mannen op te wekken om trouw te zijn. Zeg nooit (aldus spr.) het is van avond zoo koud, ik zou maar thuis blijven (gelach). Vanavond is het feest en zijn allen trouw gekomen. Dat is goed. Maar in het dagelijksch leven terug gekeerd, moet men zijn roeping verstaan. Geeft uw mannen een stomp in den rug, vriendinnen (gelach). Spr. wijst verder op de groote kracht van het gebed in de organisatie,-gebed ook voor de tegenstanders, voor de so cialisten, waartegen den strijd gaat, waarover wel eens minachtend wordt gesproken, maar die in den grond te beklagen zijn. Laat tegenover hen de bitterheid uit bet hart verdwijnen. Spr. hoopt ook, dat de bestuursle den zullen worden geschraagd door aller gebed en besluit met allen har telijk te feliciteeren met dit jubileum en den wensch uit te spreken, dat het de afdeeling verder voorsDoedig zal gaan onder Gods zegen. De heer Wetselaar (vroeger in woner van onze stad), voelt zich in deze vergadering als Leidenaar onder de Leidenaars en wil dan ook met bij zonder groot genoegen in deze bijeen komst het woord voeren. Spr. feliciteert allen, die hier geko men zijn om te getuigen van den groo ten zegen aan de afdeeling beschoren en wijst er op, hoe de toestanden in den arbeid in de afgeloopen 25 jaar verbeterd zijn. Spr. herinnert zich nog tijden, dat 73 uur per week gewerkt werd en om 4 uur 's morgens in het diepe nachtelijk duister de klom pen al klotsten op de Oranjegracht van de arbeiders, die naar hun werk togen. Goddank is daarin verandering gekomen. Daarin is mede door de or ganisatie veel verandering gebracht, maar toch durft spr. hier de stelling te poneeren, dat het werk dat verricht is, nog slechts beginwerk was. Er zal nog veel gestreden moeten worden voor het recht en de levensverheffing van den arbeidenden stand. Spr. beeft daarom als onderwerp van zijn rede gekozen: „Strekkende naar wat voor is". Het groote doel, dat voor oogen gehouden moet worden is Chr. be drijfsorganisatie. Wanneer snr. zijn blik vooruit werpt, dan ziet hij nog vele nieuwe dingen kómen. Wel zal de vooruitgang dikwijls langzaam zijn, maar daarvoor is het des te meer noo dig, dat de leden krachtig medewer ken om het ideaal te benaderen. Niet alleen moeten wij feest willen vieren, maar ook het dagelijksche werk in de afdeeling der organisatie krachtig be vorderen, Spr. hoopt, dat alle leden hun krachten zullen inspannen om zich te strekken naar wat voor is, dat allen propagandisten zullen zijn voor het Chr. ideaal. Er moet nog zooveel gebeuren. Denk slechts aan een be hoorlijke pensioenregeling voor de ar beiders. Spr. eindigt met allen op te wekken zich te geven voor de Chr. vakbeweging en biddend verder te strijden voor het recht en de levend- verheffing van den arbeider. De heer Grotenhuis (Hoofdbe stuurslid van den hond) sprak als Voorzitter van den Chr. Besturenbond. Hij wees er op. dat alle afdeelingen van vakbonden des middags op de re ceptie waren geweest en dat hij dus niet namens de jubileerende af deeling behoefde te feliciteeren. Ver der sprak spr. een opwekkend woord tot de vergadering, waarin hij wees op het heugelijke van dit feest en allen aanvuurde om met krachtigen stap verder te gaan en te strijden voor de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1