NIEUWE LEIOSCHE COURANT Hei dagboeK van een Leerares van VRIJDAG 23 MAART 1928 TWEEDE BLAD. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: te Scheveningen (vac.- H. J. de Zwart), G. Grootjans Jr. te Heer- jansdam; te Maassluis, W. J. Keiler te Nieuwkoop; te Wanneperveen. K. Oos terveen te Boyl; te Wons c.a., G. v. d. Hoeven te Schettens en Longerhouw. Bedankt: voor Kage, J./C. Fontein te Hurwenen; voor Kockengen, A. v. de Kooy te Kampen; voor Dorkwerd, (toez.), B. Bruins te Nieuw-Buinen; voor Dinteloord en Prinseland, J. H. Th. Rappard te Barneveld. GEREF. KERKEN. Tweetal te Heinkenszand, de heeren Mulder, cand. te Groningen en E. Na- wijn, cand. te Kampen. Beroepen: te Scheveningen (4e pred. plaats), Dr. C. Bouma te Zwolle. Bedankt: voor RotterdamDelfsha- ven, H. A. Munnik te Zwolle. GEREF. KERKEN IN H. V. Beroepen: te Rotterdam (2e beroep), E. L. Smelik te Tienhoven. BEVESTIGING. AFSCHEID, INTREDE. Ds C. de Vries is voornemens Zon dag 13 Mei afscheid te nemen van de Ned. Herv. Kerk te Oosterend (Fr.), en 20 Mei d.a.v. intrede te doen te Heerde (Geld.) na vooraf te zijn bevestigd door zijn ambtsvoorganger, Ds. E. War- molts, van Scherpenzeel (Geld.). Ds. E. Beukema nam Zondagmid dag na een 7-jarig verblijf afscheid van de Geref. Kerk te Metslawier, spre kende over Joh 17 vs. 14a. Ouderling B. Dijkman sprak woor den van waardeering tot Ds. B. en ge zin. Ds. Beukema, die naar Nieuw koop vertrekt, werd toegezongen Ps. 121 vs. 4. Van de zusterkerken waren tegen woordig Lioessens, Dokkum, Ternaard en Ooster Nijkerk. Ds. J. C. Rullmann zal Donderdag avond 12 Juli afscheid nemen van de Geref. Kerk van Utrecht, en Zondag avond 22 Juli d.a.v. zijn intrede doen te Wassenaar, na des voormiddags te zijn bevestigd door Ds. F. A. van der Heijden, emeritus predikant aldaar. Het afscheid van Ds. D. Kuilman van de Ned. Herv. Kerk te Borne is bepaald op 17 Juni. De intrede te Lei den zal plaats hebben 24 Juni d.a.v. DS. D. BAK Hzn. Het Provinciaal kerkbestuur van Noord Holland heeft Ds. Bak Hzy., predikant te Hoofddorp, eervol emeri taat verleend, met ingang van 1 Mei 1928. DS. H. D. DRENTH. Naar de Stand, verneemt, is da gees telijke verzorger van de stichting „Wolfheze" te Wolfheze, Ds. H. D Drenth. die D. V. op 8 Juni a.s. de Vereen, tot Chr. verzorging van krank zinnigen in Nederland, 30 jaren als geestelijk verzorger zal hebben ge diend, van plan in den loop van dit jaar volgens de pensioenregeling der Vereeniging zijn arbeid neer te leggen. Over den definitieven datum en de plannen van Ds. Drenth valt thans nog niets te zeggen, DS. F. D. PRINS. Ds. F D. Prins. em. pred. van Bols- ward heeft zich metterwoon gevestigd te Ivnijpe bij Heerenveen. Hij dient de ze kleine Geref. Kerk thans in hulp dienst. DS. GEORGES LAUGA. Ds. Georges Lauga, de bekende pro pagandist van „La Cause" in Frank rijk, zal zoo meldt de Standaard, we derom on9 land bezoeken. Zondagmor gen a.s. preekt hij 's morgens in de Waalsche Kerk te 's Gravenhage, ter wijl hij '9 avonds een causerie zal hou den over: „Le problème de la souf- france". Donderdag 29 Maart zal Ds. Lauga FEUILLETON. 21). o— Misschien had God dit beschikt, om mij er uit te redden; ik moest kalm worden; aan mijn vak denken, daarin mijn geluk zoeken, enz. Ten laatste liet ze mij alleen, daar ze voor het avondeten nog een kort bezoek had af te leggen, en verzocht me ander maal dringend me te kalmeeren, op dat haar vader niets zou bemerken. Ik weet niet meer, hoe ik den avond heb doorgebracht. Bertha gaf zich al le moeite om me te verstrooien, maar het was tevergeefs. Ik kreeg hevige hoofdpijn en zoo gingen we vroeg ter ruste. Slapen? .'t Was een verschrik kelijke nacht. Vanmorgen gevoelde ik me iets be ter. We maakten een wandeling door de straten, bleven nu eens bij dezen, dan bij genen, winkel staan; maar mijn' ongeluk ging overal met mij me de en stond overal met mij stil. Mijn geluk is vervlogen onherroepelijk weg. Mijn geheime hoop, dat Herbold ons zou ontmoeten, bleek ijdel; hij is in elk geval vertrokken. Ik moet eindigen; Bertha kan elk oogenblik terugkeeren. Het is me lichter, sinds ik al mijn leed heb toevertrouwd aan dit boek, dat mij nu als een trouwe vriend voorkomt. in „De twee steden" te 's Gravenhage een lezing houden over: „L'épop'e hugenote dans la litérature frangaise contemporaine". BROCHURE DS. G. MAK. Naar we vernemen gaat van de bro chure van Ds. C. Mak, beroepen pred. bij de Geref. Kerk van Medan, getiteld: „Waarom niet met Dr. Geelkerken mee?" een tweede druk ter perse. MARANATH A-CONFERENTIE. Naar we vernemen, zal de 9de Ma- ranatha-conferentie onder leiding van Joh. de Heer van 17—20 Mei a.s. te Ermelo worden gehouden. 50e JAARVERGADEHING DER UNIE. Verschenen is de agenda van de 50ste jaarvergadering van de Ur?e „Een school met den Bijbel", die zooals w$ meldden, Dinsdag 10 April a.s. in het Jaarbeurs gebouw te Utrecht onder preud'um van Dr. A. de Geus van Zaandam, zal worden gehouden. In de morgenvergadering, die gewijd is aan huishoudelijke zaken, komt o.m. aan de orde de verkiezing van twee bestuurs leden, wegens periodieke aftreding van de heeren Ds. M. v Grieken te Rotterdam en D, A. v. d. Schans te Andel (niet her kiesbaar). Daarvoor zijn gecandideerd de heeren Ds. S. v. Dorp en Ds T. M. Loran, Ned. Herv. predikan+ resp. te 's-Graven- hage ?n te Brielle; A. D. v. d. Schans te Andel en R Tjalsma, gemeentesecretaris van Veen (Br.). Het bestuur der Chr. Schoolvereniging te Moercapelle zond een tweetal voor drachten in bedoelende bij de regeering aan te dringen op afschaffing van den vaccinedwang en bi; de regeering te pro testeeren tegen den zevenjarigen leer plicht. In de middagvergadering zal de heer A de Jong Ezn. van 's-Gravenhage, direc teur van het bureau der vereeniging van Chr. Onderwijzers enz., refereeren over „De eenheidsschool". VEREEN VAN C3R. ONDERWIJZERS. De jaarverslagen. Verschenen zijn de jaarverslagen van de vereenigingen van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesche Bezittingen. We ontleenen er aan, dat over het af- geloopen jaar G62 nieuwe leden werden ingeschreven en 286 afgeschreven, zoodat de vereeniging 1 Febr. j.l. totaal 5327 le den telde, wro. 1600 dames. Door den dood ontvielen 22 leden; door het. huwelijk 40 dames-leden. Naar Indië vertrokken 16, naar Zuid- Afrika 2 leden; 5 gepensionneerden lieten zich schrappen; 10 gingen over naar een anderen tak van onderwijs, (één naar het openbaar onderwijs); 11 werden geschrapt, of wegens nalatigheid in het betalen der contributie, of omdat ze onvindbaar wa ren; 29 verlieten om andere reden het on derwijs, terwijl eindelijk 151 bedankten, waarvan 11 uit financieele overwegingen. De vereeniging telt nu 77 afdeelingen. In Roodeschool en in Limburg kwamen nieuwe afdeelingen. Van het hoofdbestuur moest de voorzit ter. de heer P. Oosterlee te Nijmegen, af treden. Hij werd vervangen door den heer J. Hobma te Utrecht, die van dit college al eerder deel uitmaakte. Het hoofdbestuur is nu als volgt sa mengesteld: J. Th. R. Schreuder, te Haarlem, voorz., J. Hobma te Utrecht, vice-voorz., A. Oos- terwijk te Den Haag, secr., H. Nieuwen- huijsen te Zegwaart, 2e secr., mej. H. L. J Rijken te Rotterdam, penningm.. R. v. d. Welle te Middelburg, A. v. d. Berg, te Leeuwarden, B. Visser te Garijp, P. van Aalten te Arnhem. Directeur van het Bureau is A. de Jong Ezn. te Den Haag. Het hoofdbestuur vergaderde 7 maal; bet moderamen bijkans iedere maand. Het jaarverslag releveert met leedwe zen de ontslagkwestie aan de Kerv. kweek school te Leeuwarden en dankt den rechts kundig adviseur, Mr. J. J. de Waal Male- fijt te Utrecht, voor zijn arbeid. De pogingen om tot een oplossing te ko men van de classificatie-aangelegenheden leden in algemeenen zin schipbreuk, wijl de Regeering te dien opzichte van oordeel is, dat rust moet intreden. Wel maakten verschillende afdeelin gen hun wenschen bekend. Deze werden bij het Permanent-Comité van Chr. orga nisaties van personeel in publieken dienst Hij bemint mij toch nog! De huishei gaat. Bertha zal terug zijn. Vlug weg met net boek, opdat -.ij het niet onder de oogen krijgt. Neen de dienstbode gaat naar de gangdeur zij spreekt met iemand mijn naam wordt genoemd wat is dat? Zou..? De dienstbode klopt aan mijne deur binnen! Wat moet ik nu deen? Al mijne vrees was ongegrond. Voor mij staat een korfje, gevuld met geurige rozen, de eene al schooner dan de andere. De dienstbode bracht het in mijn ka mer een tuiniersjongen had het afge geven voor juffrouw Rosa Wantolf. Met sidderende handen nam ik het van haar aan, zette het op tafel en haalde het briefje er uit, dat, midden tusschen de rozen gelegd was. Het was van hem, hij is niet boos op mij. hij bidt mij om vergeving, do goede jongen! Hij schrijft: Hoogvereerde Juffrouw! Verontschuldig mijne overgroote stoutmoedigheid en houd me mijne nog grootere liefde tot U ten goede. Ik heb U niet willen beleedigen. Mijn le vensgeluk li^t in LTwe hand. Ik moet U wel tijd tot overdenking geven. He den-avond vertrek ik van hier. Bin nen ongeveer drie weken zal ik me veroorlooven. als U mij in dien tijd niet afschrijft'postc-resante Bonn persoonlijk in Remdorf tot U de vraag te herhalen, of ik hopen mag niet zonder vruoht bepleit, zoodat verschil lende gemeenten in een hoogere klasse werden geplaatst. Toen het initiatief-voorstel Zijlstra tot verlaging der schaal werd ingediend bij de Tweede Kamer, en dit voorstel niet volkomen met de wens hen der vereen, overeenkwam, richtte het H.B, zich óp- nieuw tot den Schoolraad, met een schrij ven, waarin de wijzigingen te dezen op zichte waren aangegeven. Het Moderamen van den Schoolraad berichtte, dat het zich bereid verklaarde cp wijziging aan te dringen, overeenkomstig de wenschen welke de verschillende organisaties, in den Schoolraad vertegenwoordigd, ten vo- rigen jare bij de Staatscommissie hebben ihgediend. Pogingen werden aangewend tot oprich ting van een informatie-bureau voor uit zending van Christelijke onderwijzers naar Indië. Het hoofdbestuur nam tot het houden van een vergadering het initia tief. Voor het restitutievraagstuk werd nog geen bevredigende oplossing gevon den. Aan de uitgave en voorbereiding van een gedenkboek in verband met het 75- jarig bestaan, word1 gewerkt. De samenstelling van een nieuwen druk van oude en nieuwe gegevens voor den Schoolstrijd, ondervond vertraging, maar komt in 1929 gereed. Wijl verwarring op het gebied van de spelling heerscht tengevolge van het wei felend optreden der Regeering werd ook met den Chef der afd. L.O.A. geconfereerd op welke wijze aan deze chaos op 't ge bied der spelling een eind zou kunnen komen. Inzake het vervolgonderwijs hield het hoofdbestuur een enquete waarbij de ge gevens in het rapport werden verwerkt, waarvan een exemplaar aan de Staats commissie zal worden toegezonden. Het hoofdbestuur trad als lid toe tot de Chr. Psychologische Centrale voor School en Beroep. Aan de huldiging van „Lukas" bij gele genheid van het 25-jarig bestaan nam 't hoofdbestuur deel, alsmede aan het zil veren jubileum der vereeniging voor Chr. M.U.L.O. Eveneens aan die van het school museum (50-jarig bestaan). Eveneens besloot bet Hoofdbestuur deel te nemen aan het in 1928 te houden Chr. Nationale Schoolcongres. liet ouderblad „Onze Kinderen" ver scheen geregeld iedere maand. Met den „Schoolraad" voor de scholen met den Bijbel bleef de verhouding uit nemend. De vereeniging bleef een werkzaam aan deel nemen aan de behartiging van de belangen van de Bibliotheek voor het Chr. onderwijs, en hielp mede voorzien in den nood der „Oud Strijders". Aan het jaarverslag van de penning- meesteresse, Mej. H. L. J. Rijken van Rot terdam, ontleenen wij dat de winst- en verliesrekening over 1927 sluit met een eindcijfer van 24.768.89. Aan contributie Werd totaal ontvangen ƒ22.821.09. De balans sluit met een eindcijfer van /24.68u.26K' en de rekening van het on dersteuningsfonds met ƒ919.75. De begrooting 1928 vermeldt een eind cijfer van 24.700. Sch. S T ATEN-GENER A AL. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER stelt voor te be handelen na de wijziging der Land en Tuinbouwongevallenwet het op 10 Juni van het vórige jaar geschorste wetsontwerp houdende voorziening te gen besmettelijke ziekten en aan de agenda toe te voegen de interpellatie Albarda over het regeeringsbeleid be treffende de kweekscholen. Aldus besloten. De VOORZITTER deelt mede. dat de centrale afdeeling heeft besloten op 28 Maart te doen onderzoeken in de afdeelingen een aantal wetsontwerpen waaronder het z.g. klompenwetje. De doodstraf in Indië. Aan de orde is de stemming over de motie-Kleerekoper betreffende het in overweging nemen van de afschaffing van de doodstraf in Ned. Indië. De heer L. DE VISSER (C. P.) ver klaart,- dat hij voor de motie zal stemmen, hoewel hij haar veel te ma- lig gesteld acht. De motie wordt hierna verworpen In diepe vereering en met de her haalde, innige bede om vergeving, Frederik Herbold. Daar komt Bertha. Vlug het boek weg. \Vat zal zij zeggen. 2 Augustus. Bertha is naar haar vereeniging mijnheer Kortli naar Mainz; ik ben dus allen thuis en wil den tijd be nutten, om de gebeurtenissen sedert gepasseerden Donderdag; op te teeke nen. Morgen* keer ik terug naar mijne tante in Koblenz. Mijn laatste aanteekeningen waren geëindigd met het verschijnen van Bertha in mijne kamer. Toen zij de deur opende en het bloemkorfje zag, bleef zij als vastgenageld op den drem pel staan en riep: „Wat heeft dat nu te beteekenen? Van waar hebt ge die rozen?" „Raad eens", antwoordde ik, haar bij de hand nemend en naar de tafel leidend. „Ja, 'wat moet ik dan raden? Zou „Voltooi slechts d enzin, ik geloof je bent op het goede spoor; vooruit dus!" riep ik. „Herbold? Hij moet ze u gezonden hebben; dat moet ik wel aannemen, als ik uw stralend gelaat mede in aanmerking neem". „Zeer juist, liefste vriendin; hier, leos het begeleidend briefje"; bij die sviporden reikte ik 't haar toe. Zij las het eenige malen, beschouwde de met 58 tegen 24 stemmen, Voor de S. D., de Vrijz. en de heer L. de Visser (Com. P.). Belasting van Nederlanders in den ▼reemde. Voortgezet worden de beraadslagin gen over bet wetsontwerp: bepalingen betreffende belasting van de nalaten schappen en schenkingen van Neder landers die niet zijn ingezetenen des rijks. De heer VAN VUUREN (R. K.) ver dedigt een amendement van de vas te commissie voor de belastingen. Dit amendement strekt om de bepaling van art. 1 niet te doen gelden voor na latenschappen en schenkingen van per sonen, die immer binnen bet Rijk ge woond hebben. Dhr. VAN VOORST TOT VOORST (R. K.) maakt oqk tegen dit gewijzig de ontwerp bezwaar. Hij ziet niet in, dat er rechtsgrond bestaat voor het heffen van belasting voor in het bui tenland verworven vermogens en hij vreest verschillende practische bezwa ren, ook uit het oogpunt van interna tionale belastingpolitiek. De heer VAN VUUREN (R. K.) zal, als het amendement der commissie wordt aangenomen, het ontwerp aan vaarden, omdat hij het billijk acht, dat de belasting ten goede komt aan den fiscus van het land, waartoe de erfla ter steeds heeft behoord. De heer HEEMSKERK (A. R.) zegt, dat er redenen zijn, die hem voorals nog weerhouden, voor te stemmen. Men huldigt niet het beginsel der nationaliteit in de belastingwetgeving en toch berust dat ontwerp op dat be ginsel. De nationaliteit heeft met deze zaak niets te maken. Men profiteert van de rechtsgrondslagen van het land waar men woont, zoodat een an dere grondslag niet in aanmerking mag komen. De heer KNOTTENBELT (V. B.) zou er geen bezwaar tegen hebben, als de belasting werd geheven van alle er fenissen, die Nederlanders krijgen, on verschillig waar die erfenis vandaan komt. Doch hoe wil men belasting in nen van vreemdelingen, die in het buitenland een erfenis ontvangen van Nederlanders? Wanneer nu de buiten lander, op wie men geen verhaal heeft weigert de belasting te voldoen, zou den de anderen, wellicht Nederlan ders daarvoor aansprakelijk zijn? Dat acht »pr. hoogst onbillijk. Hij dient een amendement in om deze bepaling der Successiewet voor dit ontwerp buiten werking te stellen. De heer OUD (V. D.) juicht het amendement van de Commissie voor de belastingen toe, maar zou liever zien, dat een termijn werd gesteld voor vestiging in het buitenland. De bedoeling hiervan i9, dat iemand, die b.v. nog geen twintig jaar geleden naar het buitenland verhuisde, wel belasting verschuldigd is. Na die 20 jaren is volgens spr. de band met Ne derland zoodanig verslapt, dat het niet billijk is, dan nog belasting te heffen. In dien geest dient spr. een sub-amendement in. De heer v. d. TEMPEL (S. D.) juicht het ontwerp toe. Hij vindt de belas ting nog te laag, maar dit is niet de schuld van den minister. Het sub amendement juicht spr. toe. De minister van Financiën, de heer DE GEER, heeft geen bezwaar tegen de amendementen der commissie voor de belastingen. Ook heeft spr. geen be zwaar tegen het sub-amendement. De wet zal meestal effectief zijn, als er in de zij-linie geërfd wordt en het zal toch niet veel voorkomen, dat ook de geheele zij-linie in het buitenland woont. Tegen het aipendement-Knottenbelt heeft spr. bezwaar. De erfgenamen zijn thans reeds hoofdelijk aansprakelijk voor dat deel der erfgenamen, dat in het buitenland woont. Wanneer dit amendement wordt aangenomen, zou worden geconcludeerd, dat het begin sel der hestaande wet ook onbillijk is. De heer VAN VUUREN (R. K.) zegt dat de commissie het sub-amende- ment-Oud overneemt. De amendementen der commissie worden hierna z.h.st. aangenomen. Het amendement-Knottenbelt wordt verworpen met 48 tegen 22 stemmen. Art. 1 wordt vastgesteld. Bij art 2 merkt de heer VAN SASSE VAN YSSELT (R. K.) op, dat dit ar- bloemen, zag mij aan en zeide: „Laat mij me eerst even uitkleeden, dan zullen we eens rustig over de zaak spreken". Zij ging vlug naar hare kamer, kwam weldra terug en trok mij naast zich op de sofa. „Roosje, die geschiedenis wordt ernstig, en mij wordt 't daarbij onaan genaam te moede. Twee zaken staan mijns inziens vast. Hij is doodelijk op je verliefd en jij op hem. Als hij protestant was en je ook een zeker bestaan vermocht aan te bieden, dan kon ik je slechts van harte geluk- wcnschen. Wat als oudejongejuffrouw je tot het einde van je leven op de wereld te vervelen, daartoe heb je ook geen lust ik, tusschen twee haak jes, ook niet onder zulke omstan digheden is dus een eerzaam huwelijk de natuurlijkste en verstandigste op lossing, welke je niemand kon en zou euvel duiden". „Maar, en dat is, naar ik geloof, een zeer gewichtig „maar", zal Her bold, zal zijn vader in een dergelijk huwelijk toestemmen? Hun Kerk is streng tegen de gemengde huwelij ken, en volkomen terecht; evenals ook verstandige protestanten er niets van weten willen. Dat nu Herbold's vader toegeven zal. dat zijn, zoon. de erfgenaam zijner kliniek, met een protestantsch meisje trouw, dat houd ik en eehemale voor uitgesloten". .Maar Herbold heeft me toch terstond tikel te groote macht geeft aan de re geering. Het stelt haar in staat af te •wijken van alle belasingwetten. Dit gaat spr. te ver. De heer VAN VUUREN (R. K.) merkt op. dat, als art. 2 verworpen wordt, ook de artt. 3, 4, 5 en 6 zullen moeten vervallen. Spr. vraagt daarom den Mi nister het artikel te vervangen door een ander, dat meer preciseert. De heer OUD (V. D.) sluit zich bij de bezwaren tegen artikel 2 aan.. De rechtstoestand van de Nederlanders in het buitenland wordt door het arti kel op losse schroeven gezet. Minister DE GEER merkt op, dat art. 2 noodig is voor de justitiabelen. Het regelt geen belastingrecht, maar alleen de formeele procedure. De heeren OUD. VAN SASSE VAN YSSELT en VAN VUUREN replicee- ren. De MINISTER dupliceert. I Art. 2 wordt hierna verworpen met 44 tegen 25 stemmen. Op verzoek van den minister wor den de beraadslagingen over het ont werp opnieuw geschorst. Motie-Joekes. Aan de orde is de motie-Joekes be treffende de doorvoering van de be- stuurshervorming in Ned. Indië krach tens de bepalingen der wet van 6 Fe bruari 1922. De heer JOEKES verzoekt, zijn re de morgen te mogen houden. De vergadering wordt verdaagd tot hedenmiddag 1 uur. INGEZONDEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) EEN GEZONDE ZIEL IN EEN GEZOND LICHAAM. Naar aanleiding van wat „Obser vator" in het Zoeklicht van Woens dag 21 Maart j.l. opmerkt, verzoek ik U beleefd, mijnheer de Redacteur, het volgende "in onze Nieuwe Leidsche op te willen nemen, waarvoor bij voorbaat vriendelijk dank. Observator zegt: „men spreekt in dq kringen der lichamelijke oefening nog al eens van slechts een gezonde ziel in een gezond lichaam". U bedoelt zeker in de z.g. neutrale (moderne) kringen der lich. oef. Ik zou U wel willen vragen: zegt U dat dan in den vervolge ook? Uit de satire, de 10e of lie, van De- cimus Junius Juvenalis, waarin hij zegt: „Orandum est, ut sit mens sana in corpore sano", koos het neutrale Koninklijk Ned. Gymnastiek Verbond de woorden „Mens sana in corpore sano" als devies. Zeer juist werd door U opgemerkt, dat men ten onrechte aan deze spreuk de beteekenis geeft van te bedoelen, een onverbreekbaar verband te leg gen tusschen gezondheid, van geest en lichaam. Niet ondienstig lijkt het mij indien U in dit verband had vermeld, dat er ook een kring van beoefenaars der lich. oef. in ons vaderland bestaat, welke als devies voert het: „Vaardig en Sterk tot Gods Eer", n.1. het Ned. Chr. Gymnastiek Verbond. Evenmin als de gezonde ziel op den achtergrond mag treden, om aan het gezonde lichaam alle aandacht te be steden, is het den Christen geoorloofd de Tempel des Geestes", in misplaat ste overgeestelijkheid, te laten voor wat hij is en alle zorg alleen aan de ziel te wijden. Een ontzield Christendom dat zijn eenige kracht zoekt in gespierd zijn, veracht ik met U, maar met even groote zekerheid zou ik willen zien uitgesproken het zondige van de mis kenning van de lichamelijke Welge vormdheid, gezondheid en vaardig heid, welke in onze kringen helaas, nog maar al te veel wordt gevonden. Mocht U, door Uw zoeklicht ook eens over dit euvel te laten schijnen, willen medewerken aan het uit onze kringen verjagen van dit kwaad, dan zult U mij, en ik weet velen met mij, zeer verheugen. Met beleefden dank voor de plaat sing. C. A. DE BRUYN. Leeraar M. O. Gymnastiek. (Observator i3 het met den schrijver van het ingezonden stuk volmaakt eens). verklaard, dat hij ter liefde van mij tot elk offer bereid was", wierp ik tegen. ,,'t Kan zijn", antwoordde zij, „dat hij zich dat inbeeldt. Een verliefde jongeman weegt de omstandigheden, niet zoo juist af. Ik zie hier immers in Wiesbaden zoo dikwijls, hoe het toegaat. Als het ernst moet worden, dan heet 't gewoonlijk, ik kan niet; het gaat niet; de ouders willen niet toegeven. Dan echter geeft een der partijen maar al te dikwijls toe, en liet eind van 't liedje is: afval van het geloof. En dat zult ge toch niet willen. Denk ook aan je tante, welke ge naar het kerkhof zoudt brengen „Ik geloof, dat je de zaak door een al te zwarten bril beziet, Bertha", ant woordde ik aarzelend. „Herbold zal ter liefde van mij alles doen". „En als hij 't nu ten slotte niet doet; zult gij dan ter liefde van hem alles doen en katholiek worden?" „De katholieken kunn.n toch ook in den hemel komen. Bovendien, ik heb in godsdienstig opzicht mijn eigen meeningen". Wat zeg je daar.?, voer Bertha ge heel ontsteld voort. Spreek je in ernst?" „Bertha", antwoordde ik een wei nig verlegen „wij komen daar op een punt, hetwelk ik tot nog toe steeds vermeden heb aan te roeren. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5