NIEUWE LEIOSCHE COURANT
Hei dagboeK van een Leerares
van
VRIJDAG 23 MAART 1928
TWEEDE BLAD.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: te Scheveningen (vac.- H.
J. de Zwart), G. Grootjans Jr. te Heer-
jansdam; te Maassluis, W. J. Keiler te
Nieuwkoop; te Wanneperveen. K. Oos
terveen te Boyl; te Wons c.a., G. v. d.
Hoeven te Schettens en Longerhouw.
Bedankt: voor Kage, J./C. Fontein
te Hurwenen; voor Kockengen, A. v.
de Kooy te Kampen; voor Dorkwerd,
(toez.), B. Bruins te Nieuw-Buinen;
voor Dinteloord en Prinseland, J. H.
Th. Rappard te Barneveld.
GEREF. KERKEN.
Tweetal te Heinkenszand, de heeren
Mulder, cand. te Groningen en E. Na-
wijn, cand. te Kampen.
Beroepen: te Scheveningen (4e pred.
plaats), Dr. C. Bouma te Zwolle.
Bedankt: voor RotterdamDelfsha-
ven, H. A. Munnik te Zwolle.
GEREF. KERKEN IN H. V.
Beroepen: te Rotterdam (2e beroep),
E. L. Smelik te Tienhoven.
BEVESTIGING. AFSCHEID, INTREDE.
Ds C. de Vries is voornemens Zon
dag 13 Mei afscheid te nemen van de
Ned. Herv. Kerk te Oosterend (Fr.), en
20 Mei d.a.v. intrede te doen te Heerde
(Geld.) na vooraf te zijn bevestigd door
zijn ambtsvoorganger, Ds. E. War-
molts, van Scherpenzeel (Geld.).
Ds. E. Beukema nam Zondagmid
dag na een 7-jarig verblijf afscheid
van de Geref. Kerk te Metslawier, spre
kende over Joh 17 vs. 14a.
Ouderling B. Dijkman sprak woor
den van waardeering tot Ds. B. en ge
zin. Ds. Beukema, die naar Nieuw
koop vertrekt, werd toegezongen Ps.
121 vs. 4.
Van de zusterkerken waren tegen
woordig Lioessens, Dokkum, Ternaard
en Ooster Nijkerk.
Ds. J. C. Rullmann zal Donderdag
avond 12 Juli afscheid nemen van de
Geref. Kerk van Utrecht, en Zondag
avond 22 Juli d.a.v. zijn intrede doen
te Wassenaar, na des voormiddags te
zijn bevestigd door Ds. F. A. van der
Heijden, emeritus predikant aldaar.
Het afscheid van Ds. D. Kuilman
van de Ned. Herv. Kerk te Borne is
bepaald op 17 Juni. De intrede te Lei
den zal plaats hebben 24 Juni d.a.v.
DS. D. BAK Hzn.
Het Provinciaal kerkbestuur van
Noord Holland heeft Ds. Bak Hzy.,
predikant te Hoofddorp, eervol emeri
taat verleend, met ingang van 1 Mei
1928.
DS. H. D. DRENTH.
Naar de Stand, verneemt, is da gees
telijke verzorger van de stichting
„Wolfheze" te Wolfheze, Ds. H. D
Drenth. die D. V. op 8 Juni a.s. de
Vereen, tot Chr. verzorging van krank
zinnigen in Nederland, 30 jaren als
geestelijk verzorger zal hebben ge
diend, van plan in den loop van dit
jaar volgens de pensioenregeling der
Vereeniging zijn arbeid neer te leggen.
Over den definitieven datum en de
plannen van Ds. Drenth valt thans nog
niets te zeggen,
DS. F. D. PRINS.
Ds. F D. Prins. em. pred. van Bols-
ward heeft zich metterwoon gevestigd
te Ivnijpe bij Heerenveen. Hij dient de
ze kleine Geref. Kerk thans in hulp
dienst.
DS. GEORGES LAUGA.
Ds. Georges Lauga, de bekende pro
pagandist van „La Cause" in Frank
rijk, zal zoo meldt de Standaard, we
derom on9 land bezoeken. Zondagmor
gen a.s. preekt hij 's morgens in de
Waalsche Kerk te 's Gravenhage, ter
wijl hij '9 avonds een causerie zal hou
den over: „Le problème de la souf-
france".
Donderdag 29 Maart zal Ds. Lauga
FEUILLETON.
21). o—
Misschien had God dit beschikt, om
mij er uit te redden; ik moest kalm
worden; aan mijn vak denken, daarin
mijn geluk zoeken, enz. Ten laatste
liet ze mij alleen, daar ze voor het
avondeten nog een kort bezoek had
af te leggen, en verzocht me ander
maal dringend me te kalmeeren, op
dat haar vader niets zou bemerken.
Ik weet niet meer, hoe ik den avond
heb doorgebracht. Bertha gaf zich al
le moeite om me te verstrooien, maar
het was tevergeefs. Ik kreeg hevige
hoofdpijn en zoo gingen we vroeg ter
ruste. Slapen? .'t Was een verschrik
kelijke nacht.
Vanmorgen gevoelde ik me iets be
ter. We maakten een wandeling door
de straten, bleven nu eens bij dezen,
dan bij genen, winkel staan; maar
mijn' ongeluk ging overal met mij me
de en stond overal met mij stil. Mijn
geluk is vervlogen onherroepelijk
weg. Mijn geheime hoop, dat Herbold
ons zou ontmoeten, bleek ijdel; hij is
in elk geval vertrokken. Ik moet
eindigen; Bertha kan elk oogenblik
terugkeeren. Het is me lichter, sinds
ik al mijn leed heb toevertrouwd aan
dit boek, dat mij nu als een trouwe
vriend voorkomt.
in „De twee steden" te 's Gravenhage
een lezing houden over: „L'épop'e
hugenote dans la litérature frangaise
contemporaine".
BROCHURE DS. G. MAK.
Naar we vernemen gaat van de bro
chure van Ds. C. Mak, beroepen pred.
bij de Geref. Kerk van Medan, getiteld:
„Waarom niet met Dr. Geelkerken
mee?" een tweede druk ter perse.
MARANATH A-CONFERENTIE.
Naar we vernemen, zal de 9de Ma-
ranatha-conferentie onder leiding van
Joh. de Heer van 17—20 Mei a.s. te
Ermelo worden gehouden.
50e JAARVERGADEHING DER UNIE.
Verschenen is de agenda van de 50ste
jaarvergadering van de Ur?e „Een school
met den Bijbel", die zooals w$ meldden,
Dinsdag 10 April a.s. in het Jaarbeurs
gebouw te Utrecht onder preud'um van
Dr. A. de Geus van Zaandam, zal worden
gehouden.
In de morgenvergadering, die gewijd is
aan huishoudelijke zaken, komt o.m. aan
de orde de verkiezing van twee bestuurs
leden, wegens periodieke aftreding van
de heeren Ds. M. v Grieken te Rotterdam
en D, A. v. d. Schans te Andel (niet her
kiesbaar). Daarvoor zijn gecandideerd de
heeren Ds. S. v. Dorp en Ds T. M. Loran,
Ned. Herv. predikan+ resp. te 's-Graven-
hage ?n te Brielle; A. D. v. d. Schans te
Andel en R Tjalsma, gemeentesecretaris
van Veen (Br.).
Het bestuur der Chr. Schoolvereniging
te Moercapelle zond een tweetal voor
drachten in bedoelende bij de regeering
aan te dringen op afschaffing van den
vaccinedwang en bi; de regeering te pro
testeeren tegen den zevenjarigen leer
plicht.
In de middagvergadering zal de heer
A de Jong Ezn. van 's-Gravenhage, direc
teur van het bureau der vereeniging van
Chr. Onderwijzers enz., refereeren over
„De eenheidsschool".
VEREEN VAN C3R. ONDERWIJZERS.
De jaarverslagen.
Verschenen zijn de jaarverslagen van
de vereenigingen van Chr. Onderwijzers
en Onderwijzeressen in Nederland en de
Overzeesche Bezittingen.
We ontleenen er aan, dat over het af-
geloopen jaar G62 nieuwe leden werden
ingeschreven en 286 afgeschreven, zoodat
de vereeniging 1 Febr. j.l. totaal 5327 le
den telde, wro. 1600 dames.
Door den dood ontvielen 22 leden; door
het. huwelijk 40 dames-leden.
Naar Indië vertrokken 16, naar Zuid-
Afrika 2 leden; 5 gepensionneerden lieten
zich schrappen; 10 gingen over naar een
anderen tak van onderwijs, (één naar het
openbaar onderwijs); 11 werden geschrapt,
of wegens nalatigheid in het betalen der
contributie, of omdat ze onvindbaar wa
ren; 29 verlieten om andere reden het on
derwijs, terwijl eindelijk 151 bedankten,
waarvan 11 uit financieele overwegingen.
De vereeniging telt nu 77 afdeelingen.
In Roodeschool en in Limburg kwamen
nieuwe afdeelingen.
Van het hoofdbestuur moest de voorzit
ter. de heer P. Oosterlee te Nijmegen, af
treden. Hij werd vervangen door den heer
J. Hobma te Utrecht, die van dit college
al eerder deel uitmaakte.
Het hoofdbestuur is nu als volgt sa
mengesteld:
J. Th. R. Schreuder, te Haarlem, voorz.,
J. Hobma te Utrecht, vice-voorz., A. Oos-
terwijk te Den Haag, secr., H. Nieuwen-
huijsen te Zegwaart, 2e secr., mej. H. L.
J Rijken te Rotterdam, penningm.. R. v.
d. Welle te Middelburg, A. v. d. Berg, te
Leeuwarden, B. Visser te Garijp, P. van
Aalten te Arnhem.
Directeur van het Bureau is A. de Jong
Ezn. te Den Haag.
Het hoofdbestuur vergaderde 7 maal;
bet moderamen bijkans iedere maand.
Het jaarverslag releveert met leedwe
zen de ontslagkwestie aan de Kerv. kweek
school te Leeuwarden en dankt den rechts
kundig adviseur, Mr. J. J. de Waal Male-
fijt te Utrecht, voor zijn arbeid.
De pogingen om tot een oplossing te ko
men van de classificatie-aangelegenheden
leden in algemeenen zin schipbreuk, wijl
de Regeering te dien opzichte van oordeel
is, dat rust moet intreden.
Wel maakten verschillende afdeelin
gen hun wenschen bekend. Deze werden
bij het Permanent-Comité van Chr. orga
nisaties van personeel in publieken dienst
Hij bemint mij toch nog!
De huishei gaat. Bertha zal terug
zijn. Vlug weg met net boek, opdat -.ij
het niet onder de oogen krijgt.
Neen de dienstbode gaat naar de
gangdeur zij spreekt met iemand
mijn naam wordt genoemd wat
is dat? Zou..? De dienstbode klopt
aan mijne deur binnen!
Wat moet ik nu deen? Al mijne
vrees was ongegrond. Voor mij staat
een korfje, gevuld met geurige rozen,
de eene al schooner dan de andere.
De dienstbode bracht het in mijn ka
mer een tuiniersjongen had het afge
geven voor juffrouw Rosa Wantolf.
Met sidderende handen nam ik het
van haar aan, zette het op tafel en
haalde het briefje er uit, dat, midden
tusschen de rozen gelegd was. Het
was van hem, hij is niet boos op mij.
hij bidt mij om vergeving, do goede
jongen! Hij schrijft:
Hoogvereerde Juffrouw!
Verontschuldig mijne overgroote
stoutmoedigheid en houd me mijne
nog grootere liefde tot U ten goede. Ik
heb U niet willen beleedigen. Mijn le
vensgeluk li^t in LTwe hand. Ik moet
U wel tijd tot overdenking geven. He
den-avond vertrek ik van hier. Bin
nen ongeveer drie weken zal ik me
veroorlooven. als U mij in dien tijd
niet afschrijft'postc-resante Bonn
persoonlijk in Remdorf tot U de
vraag te herhalen, of ik hopen mag
niet zonder vruoht bepleit, zoodat verschil
lende gemeenten in een hoogere klasse
werden geplaatst.
Toen het initiatief-voorstel Zijlstra tot
verlaging der schaal werd ingediend bij
de Tweede Kamer, en dit voorstel niet
volkomen met de wens hen der vereen,
overeenkwam, richtte het H.B, zich óp-
nieuw tot den Schoolraad, met een schrij
ven, waarin de wijzigingen te dezen op
zichte waren aangegeven. Het Moderamen
van den Schoolraad berichtte, dat het zich
bereid verklaarde cp wijziging aan te
dringen, overeenkomstig de wenschen
welke de verschillende organisaties, in
den Schoolraad vertegenwoordigd, ten vo-
rigen jare bij de Staatscommissie hebben
ihgediend.
Pogingen werden aangewend tot oprich
ting van een informatie-bureau voor uit
zending van Christelijke onderwijzers
naar Indië. Het hoofdbestuur nam tot het
houden van een vergadering het initia
tief. Voor het restitutievraagstuk werd
nog geen bevredigende oplossing gevon
den. Aan de uitgave en voorbereiding van
een gedenkboek in verband met het 75-
jarig bestaan, word1 gewerkt.
De samenstelling van een nieuwen druk
van oude en nieuwe gegevens voor den
Schoolstrijd, ondervond vertraging, maar
komt in 1929 gereed.
Wijl verwarring op het gebied van de
spelling heerscht tengevolge van het wei
felend optreden der Regeering werd ook
met den Chef der afd. L.O.A. geconfereerd
op welke wijze aan deze chaos op 't ge
bied der spelling een eind zou kunnen
komen.
Inzake het vervolgonderwijs hield het
hoofdbestuur een enquete waarbij de ge
gevens in het rapport werden verwerkt,
waarvan een exemplaar aan de Staats
commissie zal worden toegezonden.
Het hoofdbestuur trad als lid toe tot de
Chr. Psychologische Centrale voor School
en Beroep.
Aan de huldiging van „Lukas" bij gele
genheid van het 25-jarig bestaan nam 't
hoofdbestuur deel, alsmede aan het zil
veren jubileum der vereeniging voor Chr.
M.U.L.O. Eveneens aan die van het school
museum (50-jarig bestaan).
Eveneens besloot bet Hoofdbestuur deel
te nemen aan het in 1928 te houden Chr.
Nationale Schoolcongres.
liet ouderblad „Onze Kinderen" ver
scheen geregeld iedere maand.
Met den „Schoolraad" voor de scholen
met den Bijbel bleef de verhouding uit
nemend.
De vereeniging bleef een werkzaam aan
deel nemen aan de behartiging van de
belangen van de Bibliotheek voor het
Chr. onderwijs, en hielp mede voorzien
in den nood der „Oud Strijders".
Aan het jaarverslag van de penning-
meesteresse, Mej. H. L. J. Rijken van Rot
terdam, ontleenen wij dat de winst- en
verliesrekening over 1927 sluit met een
eindcijfer van 24.768.89. Aan contributie
Werd totaal ontvangen ƒ22.821.09.
De balans sluit met een eindcijfer van
/24.68u.26K' en de rekening van het on
dersteuningsfonds met ƒ919.75.
De begrooting 1928 vermeldt een eind
cijfer van 24.700. Sch.
S T ATEN-GENER A AL.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER stelt voor te be
handelen na de wijziging der Land
en Tuinbouwongevallenwet het op 10
Juni van het vórige jaar geschorste
wetsontwerp houdende voorziening te
gen besmettelijke ziekten en aan de
agenda toe te voegen de interpellatie
Albarda over het regeeringsbeleid be
treffende de kweekscholen.
Aldus besloten.
De VOORZITTER deelt mede. dat
de centrale afdeeling heeft besloten
op 28 Maart te doen onderzoeken in de
afdeelingen een aantal wetsontwerpen
waaronder het z.g. klompenwetje.
De doodstraf in Indië.
Aan de orde is de stemming over de
motie-Kleerekoper betreffende het in
overweging nemen van de afschaffing
van de doodstraf in Ned. Indië.
De heer L. DE VISSER (C. P.) ver
klaart,- dat hij voor de motie zal
stemmen, hoewel hij haar veel te ma-
lig gesteld acht.
De motie wordt hierna verworpen
In diepe vereering en met de her
haalde, innige bede om vergeving,
Frederik Herbold.
Daar komt Bertha. Vlug het boek
weg. \Vat zal zij zeggen.
2 Augustus.
Bertha is naar haar vereeniging
mijnheer Kortli naar Mainz; ik ben
dus allen thuis en wil den tijd be
nutten, om de gebeurtenissen sedert
gepasseerden Donderdag; op te teeke
nen. Morgen* keer ik terug naar mijne
tante in Koblenz.
Mijn laatste aanteekeningen waren
geëindigd met het verschijnen van
Bertha in mijne kamer. Toen zij de
deur opende en het bloemkorfje zag,
bleef zij als vastgenageld op den drem
pel staan en riep:
„Wat heeft dat nu te beteekenen?
Van waar hebt ge die rozen?"
„Raad eens", antwoordde ik, haar
bij de hand nemend en naar de tafel
leidend.
„Ja, 'wat moet ik dan raden? Zou
„Voltooi slechts d enzin, ik geloof
je bent op het goede spoor; vooruit
dus!" riep ik.
„Herbold? Hij moet ze u gezonden
hebben; dat moet ik wel aannemen,
als ik uw stralend gelaat mede in
aanmerking neem".
„Zeer juist, liefste vriendin; hier,
leos het begeleidend briefje"; bij die
sviporden reikte ik 't haar toe. Zij las
het eenige malen, beschouwde de
met 58 tegen 24 stemmen, Voor de S.
D., de Vrijz. en de heer L. de Visser
(Com. P.).
Belasting van Nederlanders in den
▼reemde.
Voortgezet worden de beraadslagin
gen over bet wetsontwerp: bepalingen
betreffende belasting van de nalaten
schappen en schenkingen van Neder
landers die niet zijn ingezetenen des
rijks.
De heer VAN VUUREN (R. K.) ver
dedigt een amendement van de vas
te commissie voor de belastingen. Dit
amendement strekt om de bepaling
van art. 1 niet te doen gelden voor na
latenschappen en schenkingen van per
sonen, die immer binnen bet Rijk ge
woond hebben.
Dhr. VAN VOORST TOT VOORST
(R. K.) maakt oqk tegen dit gewijzig
de ontwerp bezwaar. Hij ziet niet in,
dat er rechtsgrond bestaat voor het
heffen van belasting voor in het bui
tenland verworven vermogens en hij
vreest verschillende practische bezwa
ren, ook uit het oogpunt van interna
tionale belastingpolitiek.
De heer VAN VUUREN (R. K.) zal,
als het amendement der commissie
wordt aangenomen, het ontwerp aan
vaarden, omdat hij het billijk acht, dat
de belasting ten goede komt aan den
fiscus van het land, waartoe de erfla
ter steeds heeft behoord.
De heer HEEMSKERK (A. R.) zegt,
dat er redenen zijn, die hem voorals
nog weerhouden, voor te stemmen.
Men huldigt niet het beginsel der
nationaliteit in de belastingwetgeving
en toch berust dat ontwerp op dat be
ginsel. De nationaliteit heeft met deze
zaak niets te maken. Men profiteert
van de rechtsgrondslagen van het
land waar men woont, zoodat een an
dere grondslag niet in aanmerking
mag komen.
De heer KNOTTENBELT (V. B.) zou
er geen bezwaar tegen hebben, als de
belasting werd geheven van alle er
fenissen, die Nederlanders krijgen, on
verschillig waar die erfenis vandaan
komt. Doch hoe wil men belasting in
nen van vreemdelingen, die in het
buitenland een erfenis ontvangen van
Nederlanders? Wanneer nu de buiten
lander, op wie men geen verhaal heeft
weigert de belasting te voldoen, zou
den de anderen, wellicht Nederlan
ders daarvoor aansprakelijk zijn? Dat
acht »pr. hoogst onbillijk. Hij dient een
amendement in om deze bepaling der
Successiewet voor dit ontwerp buiten
werking te stellen.
De heer OUD (V. D.) juicht het
amendement van de Commissie voor
de belastingen toe, maar zou liever
zien, dat een termijn werd gesteld
voor vestiging in het buitenland. De
bedoeling hiervan i9, dat iemand, die
b.v. nog geen twintig jaar geleden
naar het buitenland verhuisde, wel
belasting verschuldigd is. Na die 20
jaren is volgens spr. de band met Ne
derland zoodanig verslapt, dat het
niet billijk is, dan nog belasting te
heffen. In dien geest dient spr. een
sub-amendement in.
De heer v. d. TEMPEL (S. D.) juicht
het ontwerp toe. Hij vindt de belas
ting nog te laag, maar dit is niet de
schuld van den minister. Het sub
amendement juicht spr. toe.
De minister van Financiën, de heer
DE GEER, heeft geen bezwaar tegen
de amendementen der commissie voor
de belastingen. Ook heeft spr. geen be
zwaar tegen het sub-amendement.
De wet zal meestal effectief zijn, als
er in de zij-linie geërfd wordt en het
zal toch niet veel voorkomen, dat ook
de geheele zij-linie in het buitenland
woont.
Tegen het aipendement-Knottenbelt
heeft spr. bezwaar. De erfgenamen zijn
thans reeds hoofdelijk aansprakelijk
voor dat deel der erfgenamen, dat in
het buitenland woont. Wanneer dit
amendement wordt aangenomen, zou
worden geconcludeerd, dat het begin
sel der hestaande wet ook onbillijk is.
De heer VAN VUUREN (R. K.) zegt
dat de commissie het sub-amende-
ment-Oud overneemt.
De amendementen der commissie
worden hierna z.h.st. aangenomen.
Het amendement-Knottenbelt wordt
verworpen met 48 tegen 22 stemmen.
Art. 1 wordt vastgesteld.
Bij art 2 merkt de heer VAN SASSE
VAN YSSELT (R. K.) op, dat dit ar-
bloemen, zag mij aan en zeide:
„Laat mij me eerst even uitkleeden,
dan zullen we eens rustig over de
zaak spreken".
Zij ging vlug naar hare kamer,
kwam weldra terug en trok mij naast
zich op de sofa.
„Roosje, die geschiedenis wordt
ernstig, en mij wordt 't daarbij onaan
genaam te moede. Twee zaken staan
mijns inziens vast. Hij is doodelijk
op je verliefd en jij op hem. Als hij
protestant was en je ook een zeker
bestaan vermocht aan te bieden, dan
kon ik je slechts van harte geluk-
wcnschen. Wat als oudejongejuffrouw
je tot het einde van je leven op de
wereld te vervelen, daartoe heb je ook
geen lust ik, tusschen twee haak
jes, ook niet onder zulke omstan
digheden is dus een eerzaam huwelijk
de natuurlijkste en verstandigste op
lossing, welke je niemand kon en zou
euvel duiden".
„Maar, en dat is, naar ik geloof, een
zeer gewichtig „maar", zal Her
bold, zal zijn vader in een dergelijk
huwelijk toestemmen? Hun Kerk is
streng tegen de gemengde huwelij
ken, en volkomen terecht; evenals
ook verstandige protestanten er niets
van weten willen. Dat nu Herbold's
vader toegeven zal. dat zijn, zoon. de
erfgenaam zijner kliniek, met een
protestantsch meisje trouw, dat houd
ik en eehemale voor uitgesloten".
.Maar Herbold heeft me toch terstond
tikel te groote macht geeft aan de re
geering. Het stelt haar in staat af te
•wijken van alle belasingwetten. Dit
gaat spr. te ver.
De heer VAN VUUREN (R. K.) merkt
op. dat, als art. 2 verworpen wordt,
ook de artt. 3, 4, 5 en 6 zullen moeten
vervallen. Spr. vraagt daarom den Mi
nister het artikel te vervangen door
een ander, dat meer preciseert.
De heer OUD (V. D.) sluit zich bij
de bezwaren tegen artikel 2 aan.. De
rechtstoestand van de Nederlanders
in het buitenland wordt door het arti
kel op losse schroeven gezet.
Minister DE GEER merkt op, dat
art. 2 noodig is voor de justitiabelen.
Het regelt geen belastingrecht, maar
alleen de formeele procedure.
De heeren OUD. VAN SASSE VAN
YSSELT en VAN VUUREN replicee-
ren.
De MINISTER dupliceert.
I Art. 2 wordt hierna verworpen met
44 tegen 25 stemmen.
Op verzoek van den minister wor
den de beraadslagingen over het ont
werp opnieuw geschorst.
Motie-Joekes.
Aan de orde is de motie-Joekes be
treffende de doorvoering van de be-
stuurshervorming in Ned. Indië krach
tens de bepalingen der wet van 6 Fe
bruari 1922.
De heer JOEKES verzoekt, zijn re
de morgen te mogen houden.
De vergadering wordt verdaagd tot
hedenmiddag 1 uur.
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
EEN GEZONDE ZIEL IN EEN
GEZOND LICHAAM.
Naar aanleiding van wat „Obser
vator" in het Zoeklicht van Woens
dag 21 Maart j.l. opmerkt, verzoek ik
U beleefd, mijnheer de Redacteur, het
volgende "in onze Nieuwe Leidsche
op te willen nemen, waarvoor bij
voorbaat vriendelijk dank.
Observator zegt: „men spreekt in dq
kringen der lichamelijke oefening
nog al eens van slechts een gezonde
ziel in een gezond lichaam".
U bedoelt zeker in de z.g. neutrale
(moderne) kringen der lich. oef. Ik zou
U wel willen vragen: zegt U dat dan
in den vervolge ook?
Uit de satire, de 10e of lie, van De-
cimus Junius Juvenalis, waarin hij
zegt: „Orandum est, ut sit mens sana
in corpore sano", koos het neutrale
Koninklijk Ned. Gymnastiek Verbond
de woorden „Mens sana in corpore
sano" als devies.
Zeer juist werd door U opgemerkt,
dat men ten onrechte aan deze spreuk
de beteekenis geeft van te bedoelen,
een onverbreekbaar verband te leg
gen tusschen gezondheid, van geest en
lichaam.
Niet ondienstig lijkt het mij indien
U in dit verband had vermeld, dat er
ook een kring van beoefenaars der
lich. oef. in ons vaderland bestaat,
welke als devies voert het: „Vaardig
en Sterk tot Gods Eer", n.1. het Ned.
Chr. Gymnastiek Verbond.
Evenmin als de gezonde ziel op den
achtergrond mag treden, om aan het
gezonde lichaam alle aandacht te be
steden, is het den Christen geoorloofd
de Tempel des Geestes", in misplaat
ste overgeestelijkheid, te laten voor
wat hij is en alle zorg alleen aan de
ziel te wijden.
Een ontzield Christendom dat zijn
eenige kracht zoekt in gespierd zijn,
veracht ik met U, maar met even
groote zekerheid zou ik willen zien
uitgesproken het zondige van de mis
kenning van de lichamelijke Welge
vormdheid, gezondheid en vaardig
heid, welke in onze kringen helaas,
nog maar al te veel wordt gevonden.
Mocht U, door Uw zoeklicht ook
eens over dit euvel te laten schijnen,
willen medewerken aan het uit onze
kringen verjagen van dit kwaad, dan
zult U mij, en ik weet velen met mij,
zeer verheugen.
Met beleefden dank voor de plaat
sing.
C. A. DE BRUYN.
Leeraar M. O. Gymnastiek.
(Observator i3 het met den
schrijver van het ingezonden stuk
volmaakt eens).
verklaard, dat hij ter liefde van mij
tot elk offer bereid was", wierp ik
tegen.
,,'t Kan zijn", antwoordde zij, „dat
hij zich dat inbeeldt. Een verliefde
jongeman weegt de omstandigheden,
niet zoo juist af. Ik zie hier immers
in Wiesbaden zoo dikwijls, hoe het
toegaat. Als het ernst moet worden,
dan heet 't gewoonlijk, ik kan niet;
het gaat niet; de ouders willen niet
toegeven. Dan echter geeft een der
partijen maar al te dikwijls toe, en
liet eind van 't liedje is: afval van
het geloof. En dat zult ge toch niet
willen. Denk ook aan je tante, welke
ge naar het kerkhof zoudt brengen
„Ik geloof, dat je de zaak door een
al te zwarten bril beziet, Bertha", ant
woordde ik aarzelend. „Herbold zal
ter liefde van mij alles doen".
„En als hij 't nu ten slotte niet doet;
zult gij dan ter liefde van hem alles
doen en katholiek worden?"
„De katholieken kunn.n toch ook in
den hemel komen. Bovendien, ik heb
in godsdienstig opzicht mijn eigen
meeningen".
Wat zeg je daar.?, voer Bertha ge
heel ontsteld voort. Spreek je in
ernst?"
„Bertha", antwoordde ik een wei
nig verlegen „wij komen daar op een
punt, hetwelk ik tot nog toe steeds
vermeden heb aan te roeren.
(Wordt vervolgd).