CHRISTELIJK DACBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
8*<e JAARGANG
VRIJDAG 23 MAART 1928
NUMMER 2393
ODRANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. i 2.50
Per week I 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden ÖHöfc# Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 221/* cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel t&riei
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën - bij rooruitbetaling
ran ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
EERSTE BLAD.
Zij, die zich tegen 1 April 1928
op de Nieuwe Leidsche Courant
abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers gratis
Adm. N. L. Ct.
V De Bijbel alleen.
Onder dit opschrift trekt de Maas
bode te velde tegen de verdeeldüeid
onder protestantsche theologen-Ka
merleden hij de behandeling van de
motie-Kleerekoper voor afschaffing
van de doodstraf in Indië.
Wij zullen het Kaholieke orgaan
niet bestrijden als het aldus wijst op
het betreurenswaardig verschil van
gevoelen over de heteekenis van een
goddelijk gebod in den Bijbel: „Het
politiek College" zoo schrijft de
Maasbode „scheen een soort syno
de geworden en de predikanten van
diverse pluimage gingen elkaar met
Bijbelteksten te lijf. De theologen
Visscher, Lingbeek, Zandt, Langman
en v. d. Heide gaven ieder hun opvat
ting van den Bijbel als het Woord
Gods. De eerste was vrij gematigd
maar de anderen gingen eenvoudig
theologisch en schriftuurlijk dispu
teeren en terwijl de eene de teksten
uit Genesis onderscheidde in Noachi-
tische en andere geboden, verzekerde
een dnder weer, dat hij geen bijbel-
sche uitspraken als bindend aan
vaardde.
De Utrechtsche professor dorst be
weren, dat er geen ding zoo gek was
of er was wel een dominee die het
verdedigde en de Israëlietische heer
Kleerekoper maakte de opmerking,
dat de dominees, die -over het Oude
Testament spraken, er nog lang éniet
zooveel van wisten als Thomas van
Aquino!
„De predikanten uit één kerkge
nootschap ds. Lingbeek en ds. v. d.
Heide hijvoorbeeld stonden radi
caal tegenover elkaar: de een gelooft
aan den Bijbel als Gods Woord en Je
ander beschouwt dat geloof als on
aannemelijk. Anderen als ds. Lang
man en ds. Zandt (ds. Kersten was er
niet) zijn het natuurlijk al evenmin
eens met elkaar, al lezen beiden den
zelfden Bijbel".
Wij betreuren met de Maasbode dit
verschil, dat zich in het Protestant
sche Nederland openbaart. Maar wij
wagen toch c' bescheiden opmerking,
dat het ons minstens twijfelachtig
voorkomt dat onder de Roomsche
Kamerleden die zwegen er niet één
gevonden werd die anders over de
doodstraf dacht dan het eene Katho
lieke Kamerlid, de heer Van Rijcke-
vorsel, die hij deze gelegenheid het
woord voerde. Integendeel, wij geloo-
ven dat het zwijgen van de 29 andere
Katholieken in dit opzicht welspre
kend was. Wat natuurlijk niet wil
zeggen, dat wij ook in dit opzicht het
zwijgen niet zouden verkiezen boven
spreken.
Wij meenen dan ook, dat eep uit
spraak van de Kerk wel het zwijgen
kan veroorzaken maar niet vermag
de meeningen te vereenigen.
STADSNIEUWS.
TENTOONSTELLING IN DE
LAKENHAL.
Door de Leidsche Ivunstvereeniging
wordt op 't oogenblik in de Lakenhal
een tentoonstelling gehouden van tee-
keningen en etsen van M. Escher uit
Rome en van Italiaansch aardewerk,
majolica, van Mevr. Van Stolk—v. d.
Does de Willebois uit Vietri. Dus twee
landgenooten, die den Hollandschen
naam in 't zonnige Zuiden hoog wen-
schen te houden en tevens ons hier in
't Noorden een visie trachten te geven
op de schoonheden van 't land van
Mussolini. Laat ons maar eerlijk zeg
gen, dat we eerst ons even moesten
oriënteeren, toen we ons in den hoek
vlak tegenover de zaalingang bevon
den voor eenige teekeningen van
Escher. We begrepen de opvatting
van die landschappen niet goed. Onze
Hollandsche visie op Hollandsche ste
den en streken is zoo geheel anders.
We moesten dus de voorstelling even
op ons laten inwerken. Wij hebben
hier de lage horizonnen met de lange
wijkende lijnen. De heer Escher heeft
de dingen van boven gezien, waar
door de plannen van zijn teekeningen
zich amphitheatersgewijze verheffen
en hun afsluiting vinden in een voor
ons Hollandsch oog aanvankelijk te
hoog liggende horizon-vogelperspec
tief. Weldra evenwel raakt men met
zijn visie vertrouwd. Aardig is een
teekening „Vogelverschrikker". En
nu loont het de moeite, eens naar de
Aartallen der teekeningen te kijken.
De oudste die hier hangt is van 1922,
de laatste van Januari 1928. Het is
No. 50 „Compositie Ivairouan". De
teekenaar heeft gedurende dit zestal
jaren aanmerkelijk aan kracht en
vastheid gewonnen. De teekening
„Planten" uit '23 b.v. met veel fantasie
en een sympathiek lijnenrhythme is
al mooi. Maar veel heter is „Composi
tie Kairouan", daarin ligt iets van
grootsche statigheid. Escher is echter
in de eerste plaats graficus. Onder
zijn houtsneden zijn mooie en voorna
me specimina, met 'n veel overwogen
verdeeling van wit en zwart. Sommige
bewegen zich in fantastische lijnen;
nndere zijn steeneer van opzet, maar
suggereeren juist door hun beheer-
sching nog meer fantasie.
Zoo heeft Escher een verbeelding
gegeven van de zes scheppingsdagen,
waarvan vooral No. 2, 4. 5 en 6 ons
goed bevielen. We vestigen nog de
aandacht op een Franciscus predi
kend voor de vogels. De vogel-ver
beeldingen van Escher zijn steeds bij
zonder fraai. Heel mooi is ook een
voorstelling van de Zondeval en ver
der de nachtelijke processie in de
Crypt van een basiliek. Men lette op
de licht statig voortschrijdende figu
ren met hun kaarsen en de reflexen
van het licht leeren de gewelven en
tancrs de zware kolommen, die de ge
welven dragen. Het is gedaan met
heheerschte hand. Aardig is „lucht
kasteel", een figuur, die geknield ligt
op een zwemmen den schildpad en
zijn handen uitstrekt naar een mach
tig bouwwerk in de wolken. Het
meest karakteristieke in deze hout
snede lijkt mij iuist datgene, wat het
minst opvalt: de spiegeling van een
en ander in het stille water. Van het
luchtkasteel ziet men maar een flauw
omgekeerd beeld, maar des te duide-
liiker is het mannetje. dat nu natuur
lijk op zijn hoofd staat en zijn handen
naar beneden strekt, naar de duister
nis. Is dat niet het lot van luchtkas-
teden-bouwers? De spiegeling geeft
het wezen der zaak.
Phantastisrh en overthigend zijn
de visies welke Escher ons geeft van
Ttaliaansche steden en kloosters, blok
vormig gestapeld op heuvelhelling en
kVuin. Ten slotte moet nog genoemd
worden een fraaie houtsnede, voor
stellend het portret van Mevr. Escher,
fijn opgevat, met liefde uitgevoerd,
waarin vooral moet worden geroemd
de mijmerende aandacht waarmee
ze kijkt naar een narcis in haar hand.
Mevr. Van Stolk exposeert een vier
tal houtsneden in kleurendruk, waar
van we in 't bijzonder noemen een
kop van Mussolini.
Haar kracht ligt evenwel in de
mooie collectie majolica; dit is aarde
werk, gebakken van fijne leemklei,
beschilderd en geglazuurd.
Of aardewerk als kunstproduct vol
doet, hangt af van den vorm en van
de vlakversiering. Beide geven aan
Oud-Delfsch en aan Chineesch, om
maar wat te noemen, zoo'n bekoring.
Bij vazen, kandelaars, bekers, enz.
let men op beide. Bij tegels, horden,
schotels, waarvan de vorm nu een
maal vaststaat alleen op de vlakvul
ling. We zagen eenige vazen, No. 6, 7,
36 én 37. die uit beide oogpunten zeer
te waardeeren zijn. Ook met haar
borden en schotels is Mevr. Van
Stolk gelukkig geweest, wanneer zij
min of meer fantastische diervormen
als draken en visschen voor orna
ment bezigde. Goed deden ook in een
paar horden een kop van Mussolini
en de vier Heemskinderen op hun ros
Beyaard.
In weer andere zijn op gelukkige
wijze tafereelen als de „Verkondiging",
de „H. Familie", „het Paradijs" opge
lost. Aardig zijn ook de klein-plastie-
ken als Pegasus, een varkentje, e. d.
Tegenover de strenge wit- en zwa,rt-
kunst van Escher maakt het kleurige
en fleurige aardewerk van Mevr. Van
Stolk een prettigen indruk, zoodat het
werk van beide exposanten te samen
in de zaal een harmonischen indruk
maakt.
Het streven der Leidsche Kunstver-
eeniging en dat der heide exposanten
verdient de belangstelling van velen.
De tentoonstelling zal nog de geheele
volgende week geopend zijn.
VEREEMGING VOOR SLECHT-
HOORENDEN.
De gewone maandelijksche verga
dering van de „Vereeniging voor
Slechthoorenden" werd gisterenavond
in het Volkshuis gehouden. De bijeen
komst was niet zoo druk bezocht als
anders.
De presidente, mevr. prof. Kranen
burg, opende de vergadering, en
moest tot haar spijt mededeelen. dat
de secretaresse wegens ongesteldheid
verhinderd was. Gelegenheid werd
ciaarna gegeven zich op te geven voor
oen excursie naar de Sterrewacht.
Iïet woord werd vervolgens ver
leend aan mevr. prof. de Graaf, die
een lezing hield over Hellen Keiler,
een blind, doof meisje, dat on bewon
derenswaardige wijze de nadeelen.
aan haar zintuiggebreken verbonden,
wist te overwinnen.
Hellen Keller wer in 1880 geboren
als een volkomen gezond meisje.
Toen het kind 19 maanden oud was.
werd het door een zware ziekte ge
troffen ,en toen beterschap intrad,
bleek het meisje blind en doof te zijn.
Hellen werd door haar wanhopige
ouders toevertrouwd aan een bekwa
me onderwijzeres, Miss Sullivan, die
met een schier onbegrensd geduld de
kleine trachtte te ontwikkelen. Het
duurde echter geruimen tijd voor Hel
len begreep, dat ieder ding een naam
heeft. Dit was voor haar een openba
ring, en na die ontdekking legde zij
er zich op toe haar kennis te verrij
ken. Zij spelde de woorden in haar
hand, en het duurde niet lang, of zij
kende 300 woorden en eenige kleine
zinnetjes. Toen moest zij leeren le
zen en schrijven; dit geschiedde in
Brailleschrift. Spr. las een brief voor,
door Hellen geschreven op 8-jarigen
leeftijd, na een bezoek aan het Histo
risch Museum te Plymouth (U.S.A.),
waar herinneringen worden bewaard
aan de Pilgrim-Fathers. Uit dezen
brief blijkt overduidelijk haar groote
verstandelijke begaafdheid.
Toen zij 10 jaar oud was gebeurde
er weer iets bijzonders. Zij kon niet
praten, en men dacht, dat zij dat
nooit zou leeren.
Men vernam echter, dat 't aan een
Noorsch meisje, eveens blind en stom,
wel gelukt was te leeren spreken en
van de lippen te leeren lezen, door
haar vingers op den mond van den
spreker te leggen. Na jaren van moei-
tevol pogen zag ook Hellen haar stre
ven bekroond. Op haar 16e jaar kon
zij een toespraak houden voor een ver
gadering van doktoren.
Zij had zich in die jaren zoover
ontwikkeld, dat zij haar plan ten uit
voer kon brengen om aan de Univer
siteit te Boston te gaan studeeren. Zij
kwam daar geheel anders dan in 't
blindeninstituut, tusschen meisjes, die
konden hooren en zien.
Op den duur bleek dit echter be
zwaarlijk, omdat, door de zeer om
slachtige wijze waarop Hellen aantee-
keningen maken moest, zij bij de an
deren ten achter kwam. Privaatlessen
leidden tot het gewenschte doel. en
met veel succes legde Hellen Keilen
haar examens af.
Zij heeft zich daarna vooral bezig
gehouden met haar lotgenooten. Een
klein jongetje van 5 jaar, Tonny, even
als zij doof en blind, was haar eerste
beschermeling. Waar zij vooral op
aanstuurde, was op het klaarmaken
der gebrekkigen voor het maatschap
pelijk leven. Daartoe heeft zij veel en
nuttig werk verricht.
Wat dit leven van Hellen Keiler
ons, besloot spr., speciaal te zeggen
heeft, is, dat wij goeden moed moeten
houden, ons geen inspanning moeten
ontzien om de nadeelen, aan een ge
brek verbonden, te boven te komen.
,;Wer immer strebend sich bemüht"
aldus schreef Goethe in „Faust"
„den können wir erlösen". Wie altijd
zich inspant en streeft naar het beste,
c'at in hem is, die kan geholpen wor
den.
De presidente dankte de spreekster
voor haar interessante lezing. Spr.
hoopte, dat ook andere leden, nadat
het voorbeeld gegeven was, eens iet9
in 't belang der vereeniging zullen
presteeren.
Bij monde van den heer Donk werd
hierna verslag uitgebracht door de
kascommissie, waarna de penning-
meesteresse, mej. Van Dam, onder
een woord van dank voor het gevoer
de beheer werd gedéchargeerd.
Na een gezellig samenzijn werd de
bijeenkomst gesloten.
LEIDSCHE CHR. JEUGDORGAN.
„PHEBE".
Gisteravond werd in de Graanbeurs
ten bate van het jeugdwerk der Leid
sche Chr. Jeugdorganisatie „Phebe"
een gezellige bijeenkomst gehouden.
De zaal was goed bezet.
De voorzitter, de heer J. Stigter,
opende de bijeenkomst op de gebrui
kelijke wijze en heette in een kort
openingswoord alle aanwezigen har
telijk welkom. Spr. wees er op, dat
twee jaar geleden een dergelijke
avond is gehouden, die zeer goed is
geslaagd en daar de vereenigingskas
versterking noodig had en over 't al
gemeen meer belangstelling in het
jeugdwerk noodig was, was heden
avond deze gezellige bijeenkomst ge
organiseerd. Spr. vertelde verder
eenige dingen over het programma,
waarna met de afwerking daarvan
een aanvang werd gemaakt.
De hoofdschotel was een tooneel-
stukje „Liefde en Vriendschap", een
historisch spel ten tijde van Leiden's
Ontzet in drie afdeelingcn. waarin
verschillende geschiedkundige gege
vens waren verwerkt; verder een lief-
nesgeschiedenis en oen oude veete,
dat niet naliet indruk op de aanwezi-
on te maken, die met een hartelijk
applaus telkens de spelers beloonden.
Mevr. Seis, die in dit spel de be
langrijkste damesrol vervulde werd
gehuldigd met bloemen en hartelijk
toegejuicht.
Verder werd nog een humoristisch
stukje gegeven: „de slimme schaap
herder", een zangspel in één bedrijf,
waarom flink gelachen werd.
Een goed strijkje vulde de pauzen
aan, zoodat het alfes bij elkaar een
recht gezellige en genoeglijke avond
was en we hopen, dat de bijeenkomst
er toe heeft medegewerkt het contact
tusschen de ouderen en de jeugd te
versterken.
In de pauze werden ten bate van
het jeugdwerk lootjes verkocht, waar
op men als eerste prijs een mooi schil
derij kon winnen.
NED. HERV. GEM.
Ds. D. Kuilman, die het beroep naar
de Ned. Herv. Gem. alhier aannam,
hoopt 24 Juni alhier zijn intrede te
doen.
VER. TOT INSTANDHOUDING DER
LJLW.E.T.
Gisteravond vergaderde in „De Har
monie" de Vereeniging tot instandhou
ding der L.A.W.E.T.
De w.n. voorz., de heer J. G. Pulle,
opende de vergadering en gaf na een
kort openingswoord het woord aan den
secr., den heer T. F. Vlieland, tot het
voorlezen van de notulen der vorige
vergadering, die onveranderd werden
goedgekeurd. Da.rna bracht de secr.
het jaarverslag over 1927 uit. De heer
Mulder legde het voorzitterschap neer
en werd vervangen door den heer Pulle.
De L.A.W.E.T. besloot tot deelneming
aan een winkelweek. Overigens viel er
in het afgeloopen jaar weinig belangrijks
voor.
Uit de jaarverslagen van den pen
ningmeester, den heer W. J. H. War-
necke, memoreeren we, dat de eind
cijfers van inkomsten en uitgaven over
1926 en 1927 resp. bedroegen f 1.351,44
en f 1.171,67. Het saldo kapitaal op
1 Jan. 1928 bedroeg f 1.037,39.
Op voorstel van de kasnazieners wordt
de penningmeester van zijn gehouden
beheer gedechargeerd.
Als kasnazieners voor 1928 werden
gekozen de heeren C. de Bink en H.
C. J. de Haan.
Daarna kwam aan de orde het voorstel
van den heer J. P. Meijers tot opheffing
der Vereeniging, die klaarblijkelijk geen
levensvatbaarheid meer bezit.
De voorz. merkte op, dat hedenavond
een dergelijk voorstel niet definitief zou
kunnen aangenomen worden, omdat geen
s/4 der leden op de algem. vergadering
aanwezig was.
Een breedvoerige discussie ontspon
zich over dit voorstel, waaraan door
verschillende leden werd deelgenomen.
Sommigen spraken zich uit voor ophef
fing, meenende dat de middenstands
centrale het werk der L.A.W.E.T. zal
kunnen overnemen; anderen achtten
reorganisatie der vereeniging gewenscht.
Een voorstel tot schorsing der ver
gadering om in een volgende vergadering
een nader besluit te nemen, werd
aangenomen met op 1 na algem. st.
A.s. Donderdag zal een nieuwe ver
gadering worden gehouden.
Daarna werd de vergadering door
den voorzitter gesloten.
PORTRET VAN PROF. H. COCK.
De Senaat der Universiteit heeft
ten geschenke ontvangen, ter plaat
sing in de Senaatskamer, het geschil
derd portret van wijlen prof. dr. Hen
drik Cock, v$.n 1825 tot 1864 hoog
leeraar in het natuurrecht, het staats
recht, het volkenrecht en het straf
recht aan de Universiteit alhier.
Prof. Hendrik Cock werd 16 Juni
1794 te Almelo geboren en stamt uit
een Overijsselsche tak van het oude
Bremensche geslacht, waartoe de
hoogleeraren Henricus Coccejus en
de gebroeders Johannes en Gerardus
Coccejus behoorden. Hijzelf was de
zoon van Mr. Conrad Cocjv. Weinige
j^ren na zijn geboorte vestigden zijn
ouders zich te Deventer, waar hij
de Latijnsche school bezocht onder
het rectoraat van Johannes Sterke.
Hij studeerde aanvankelijk aan het
Athenaeum te Deventer en daarna,
sinds 1816, aan de Universiteit te
Utrecht.
In Mei 1821 werd hij te Utrecht be
vorderd tot doctor in de beide rechten.
Den 21sten Juni van hetzelfde jaar
werd hij benoemd tot hoogleeraar in
de wijsbegeerte van het recht aan het
Athenaeum te Deventer.
Den lsten September 1825 werd hij
benoemd aan de Universiteit alhier
als opvolger van prof. Kemper. Hij
aanvaardde dit ambt den 8sten Febr.
d.a.v. met een rede. In 1864 moest hij
wegens het bereiken van den 70-jari-
gen leeftijd aftreden.
Binnenland.
De discussie over het wetsontwerp tot
belasting voor uitwonende Nederlanders
opnieuw geschorst
Benoeming vice-president van den Raad
van State.
Maaltijd ten Hove.
Familiedrama te Amsterdam.
Laag water in de Zuiderzee.
Buitenland.
Litwinof verdedigt de Russische voor
stellen.
Spanje's terugkeer tot den Volkenbond.
In Japan zijn ongeveer 1000 communis
ten gearresteerd.
Corrnptie-aifaire bij de Duitsche Rijks-
spoorwegen.
Prof. Cock was een tijdlang leer
meester in het staatsrecht van den
erfprins van Oranje (later koning Wil
lem II) en van prins Alexander, als
mede van den lateren erfprins (Ko
ning Willem III).
Hij was een principieel voorstander
en aanhanger van de leer van Rous
seau's Contrat Social.
Ook was hij van 1835 tot 1865 lid
van den Gemeenteraad alhier en sinds
1846 lid van de Prov. Staten van Zuid-
Holland, en in 1848 lid van de dub
bele Kamer der Staten-Generaal,
welke over de voorstellen tot grond
wetsherziening had te stemmen.
Hij overleed 25 October 1866. Zijn
woning had hij in het patriciërshuis
aan het Rapenburg waar thans de R-
K. Jongensschool gevestigd is.
LEIDSCH STUDENTENCORPS.
Inaugnreele rede van den nienwen praeses.
In het groot auditorium der Leidsche
universiteit heeft hedenmiddag de jaar-
lijksche vergadering plaats gehad van het
Leidsch Studentencorps, waarin de nieu
we praeses, de heer H. P. Linthorst Ho-
man, zijn inaugnreele rede heeft gehou
den, waarin hij een beeld gaf van den in-
en uitwendigen toestand van het Corps
en verder de gedragslijn schetste, wel
ke het nieuwe collegium dit jaar denkt
te volgen.
In den aanvang van zijn rede zeide de
praeses, dat, voor zoover thans kan wor
den beoordeeld, dit jaar geen buitengewo
ne gebeurtenissen te wachten zijn. Het
corpsleven gaat den goeden kant uit en
mag met recht gezond genoemd worden.
Vandaar dat van het Collegium geen in
grijpende veranderingen te wachten zijn,
welke zouden beoogen de ontwikkeling
van het corps in andere banen te leiden.
Vóór alles wijst spr. er op, dat het col
legium van oordeel is, dat in deze jaren,
nu het corps geen heftige aanvallen van
buiten te verduren heeft gehad, nu het
corps niet genoodzaakt was zijn belangen
tegen de buitenwereld te verdedigen, er
niet genoeg op gewezen kan worden dat
de leden van het Corps zich niet langza
merhand gelijk moeten gaan voelen met
studenten buiten het corps en ook buiten
Leiden, wat hij nader preciseerde, daarbij
vooral wijzende op de verschillen van op
vatting op het gebied van het studenten
en sociëteitsleven te Leiden en elders.
Spr. gewaagde er vervolgens van, dat
over het algemeen de leden van het L.S.C.
thans een geregelder en serieuser leven
leiden dan ongeveer 20 jaar geleden, waar
toe niet alleen financieele omstandighe
den en grooter verantwoordelijkheidsge
voel de redenen zijn, maar tevens het feit,
dat de opvattingen over de studentenwe
reld veranderen.
Na er op te hebben gewezen, dat ook
het L.S.C. zich in de belangstelling van
H.K.H. Prinses Juliana mag verheugen,
betoogde spr., dat het Collegium er naar
zal streven de bestaande goede verstand
houding met den academischen senaat
steeds hechter te doen zijn. Ook tot het
gemeentebestuur van Leiden was de ver
houding uitstekend; eenige onverkwikke
lijke kwesties werden tot aller tevreden
heid opgelost, terwijl gelukkig op het
laatste oogenblik het verzoek tot „schoon
vegen van de Breestraat" door de rijtui
gen bij de overdrachtsfeesten der Com
missie van Orde en Vertegenwoordiging,
een oude en bij de studenten zeer gelief
de mos, na aanvankelijke weigering, weer
werd toegestaan.
Na gewezen te hebben op de groeiende
belangstelling voor de Confédération In
ternationale .les Etudiantr en '.vat dit
jaar door Nederland op het congres van
de C.I.E. te Rome is verricht, waardoor
de positie van Nederland zeer is ver
sterkt, uitte spr. den wensch, dat ook de
leden van het L.S.C. bij de komende her
denking van prof. Lorentz daaraan op
waardige wijze zullen medewerken.
Speciaal zal het Collegium zijn aan-