NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Hel dagboek van een Leerares
Afscheid Dr. D. J. v. KATWIJK te Oegstgeest
van
MAANDAG 19 MAART' 28
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
HOFBERICHTEN.
De Koningin is voornemens mor
genochtend per Staatsspoortrein
naar Het Loo te gaan, vanwaar zij
Woensdag p^r auto te 's-Gravenhage
terug wordt verwacht.
De Prins zal morgen op Huize
Voorlinden te Wassenaar tegenwoor
dig zijn hij de Cross Country vanwege
de Koninklijke Militaire Sportvereen.
te geven.
Dr. A. A. L. RUTGERS.
Met den trein van 4 uur 42 is Zater
dagmiddag aan het Holl. Spoorstation
in Den Haag, voor een kort verblijf in
ons land aangekomen de afgetreden
directeur van het Departement van
Landbouw, Nijverheid en Handel in
Ned.-lndië, dr. A. A. L. Rutgers, die
mr. A. J. A. A. bar. Van Heemstra als
gouverneur van Suriname zal opvol
gen.
Dr. Rutgers, die met de „Prinses
Julianade reis tot Genua heeft ge
maakt, zal gedurende zijn verblijf lo-
geeren bij zijn schoonvader staats
raad A. F. W. Idenburg.
GEVOLG VAN SENSATIE-LECTUUR
Vrijdagavond kwam zich bij de po
litie te Antwerpen aanmelden de bak
ker J. V. uit Woensdrecht (Nederland)
die beweerde de dader te zijn van den
gruwelijken moord te Wilryck, waar
gelijk men weet twee jeugdige echt-
genooten door een man, die een valsch
bankbiljet van 1000 frank kwam wis
selen, werden doodgeschoten.
Bij het verhoor bleek aldra dat J.
V., door het 'ezen van de sensatie-ver
halen over den moord de idee-fixe
had gekregen, dat hij den moord be
dreven/
Op last van den gerechtelijken ge
neesheer is V. naar het ziekenhuis
overgebracht.
CQMMISCir VOLKENBONDS-
VEREENIGINGEN.
..Uit Brussel seint Be>a, dat de com
missie der minderheden uit de Vol-
kenbondsve. .enigingcn haar eerstvol
gende zitting op 1 Juli in Den Haag
zal houden.
DEPARTEMENT VAN BINNENL.
ZAKEN EN LANDBOUW.
Naar wij vernemen heeft de heer
W. Groenemeyer, chef van de afdeeling
Binnenlandsch Bestuur bij het Depar-
teihent van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw teg enl Mei wegens het be
reiken van den pensioengerechtigden
leeftijd, ontheffing uit zijn functie ver
zocht.
Met ingang van dien zelfden datum
zal de leidii.g van de afdeeling Bin
nenlandsch Bestuur worden toever
trouwd aan mr. dr. K. J. Frederiks,
thans referendaris met den persoon
lijden titel van Administrateur, bij de
Directie van Landbouw.
DE RETOURCOMMISSIES IN HET
GASBEDRIJF.
Vrijdag is te Arnhem de instructie
geopend inzake de bekende Doetin-
chemsche gaskwestie.
Als verdachte was voor den rech-
ter-commissaris gedagvaard de heer
R. Velsink, wethouder der bedrijven,
terzake „aangelegenheden, die ver
der bekend zullen worden gemaakt".
Als getuigen werden gehoord de in
specteur var. politie, kassier en klerk
van het gasbedrijf benevens drie fit
ters.
De instructie duurde den geheelen
dag.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Zestal: Te Borne, E. H. Blaauwen-
draad, te Oudwoude; J. P. van Bruggen,
te Amsterdam; C. Koenekoop, te Meppel;
R. ten Iiate, te Koudekerke (Z.); Dr. K.
Sonies, te Stadskanaal; en M. v. d. Voet,
te Kuinre.
Beroepen: Te Boxum (toez.), L. de
Baan, te Garmerwolde.
Bedankt: Voor Hooge Zwaluwe, F.
G. H. Nicolai, te Voorhout. Voor Loon op
Zand, A. v. d. Kooy, te Kampen. Voor
Hillegersberg, J. G. L. Brouwer, te De
Meern (U.).
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Harkstede c.a. (Gr.) de
heer E. Nawijn, cand. te Kampen. Te Zet
ten c.a. U. Ubbens, te Roodeschool.
Bedankt: Voor Paesens, M. H. Ploe
ger, te Appelscha. Voor Andijk, J. J. Bouw
man te Urk. Voor Leiderdorp, G. B. Wurth
te O. en W. Souburg.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Dordrecht, J. Jansen,
te Leiden.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Ds. S. Kamper, hoopt 20 Mei afscheid
te nemen van de Geref. Kerk te Olde-
broek, om 3 Juni intred te doen te Meer
kerk. Bevestiger is Ds. J. Dekker, te Lex-
mond.
Ds. D. Bax hoopt o Mei afscheid te
nemen van de Nedè Herv. Kerk te Oude
Tonge om 13 Mei d.a.v. intrede te doen
te Puttershoek. Bevestiger is Ds. Kool
haas te Oud-Beijerland.
Ds. C. BEETS.
Aan Ds. C. Beets is op zijn verzoek bij
Ministerieele beschikking met ingang van
1 April a.s. eervol ontslag verleend als
Prot. Godsdienstleeraar aan de cellulaire
strafgevangenis te Arnhem. In zijn plaats
is Ds. A. Drost Azn. met ingang van 1
April a.s. als zoodanig benoemd.
EMERITAAT.
Ds. J. J. van Meurs, Ned. Herv. predi
kant te Zuid-Scharwoude, ontving van 't
Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Hol
land eervol ontslag met ingang van "1
April 1928. Hem is de bevoegdheid toe
gekend, die art. 20 van het Algemeen Re
glement aan emeriti-predikanten verleent.
EIGEN PREDIKANT VOOR „EUDOKIA".
Bij den raad der Geref. Kérk van Rot
terdam zoo meldt De Standaard is
een schrijven van het Bestuur van „Eudo-
kia" ingekomen met de mededeeling, dat
het oogenblik aangebroken Is om een
eigen Dienaar des Woords aan te wijzen.
Een commissie uit den kerkeraad is be
noemd. die met „Eudokia" daarover zal
correspondeeren.
DE GEREF. KERKEN IN H. V.
Te Andijk houden de Geref. in Hersteld
Verband geregeld dienst des Woords in
een schuur aan den Middenweg. Een plan
tot kerkbouw is nu opgemaakt.
In een Vrijdagavond te Leeuwarden
gehouden vergadering van leden der Ge
ref. Kerk in H. V. werd. besloten tot kerk-
institueering en tot instelling der amb
ten over te gaan. Tot ouderlingen werden
gekozen de heeren R. de Haan en P. Sijts-
ma en tot diakenen de heeren C. Bijlin-
ga en C. Langendij^. Nóg werd besloten in
de diensten de „proeve van uitbreiding"
te gebruiken en op geregelde tijden ge
meentevergaderingen te houden.
SPREKEN VAN EEN STICHTELIJK
WOORD.
Te Amsterdam-Zuid heeft de Kerke
raad der Geref. Kerk in Hersteld Verband
aan den heer M. van der Starre de be
voegdheid verleend in de Gemeentesa
menkomsten een stichtelijk woord te
spreken.
Te Den Haag hee't de Kerkeraad der
Geref. Kerk in Hersteld Verband dezelfde
bevoegdheid verleend aan Dr. J. H. van
Haeringen, leeraar Oude Talen aan het
2e Stedelijk Gymnasium in Den Haag.
UITBREIDEND AMSTERDAM.
Ook in Amsterdam-Noord (het Buik
sloot-kwartier) heeft de Kerkeraad der
Geref. Kerk een Commissie benoemd om
de mogelijkheid te onderzoeken van de
beroeping van een tweeden predikant.
GIFTEN EN LEGATEN.
De Diaconie der Ned. Herv. Gem. te 's-
Gravenhage heeft ten bate der Diaconie
een totaal aan legaten ontvangen van
3300 en een totaal aan legaten voor hare
Diaconie-gestichten van 1200.
KERKELIJKE LEENING.
In de 5 pet. oblige tieleejiing van ƒ80.000
welke de Geref. Kerk te Vlissingen uit
schreef ten behoeve van haar nieuw kerk
gebouw enz., is ruim volteekend. In eigen
kring werd 30.000 geplaatst. De Jeugd
organisaties zullen 2000 bijdragen.
BARTIMëUS.
Verleden week werd te Utrecht in het
Gebouw voor K. en W. een buitengewone
Vergadering gehouden van de Vereen, tot
bevordering van Chr. opvoeding en onder
wijs voor blinde kinderen, Bartimëus.
De vergadering stond onder leiding van
den heer P. L. de Gaay Fortman, burge
meester van Dordrecht.
In zijn openingswoord deelde de voor
zitter mee, dat Ds. Vonk meende deze
vergadering minder goed Je zullen kun
nen leiden, waarom dit aan spr. is toe
vertrouwd. Spr. zette uiteen, dat deze
vergadering is uitgeschreven ter behan
deling van het rapport van Prof. Dr. H.
Bouwman, Prof. Dr. A. Noordtzij en Ds.
R. Bartlema, van Zeist, dat verband houdt
met het bedanken als bestuurslid van
Prof. Visscher en de heer A. J. Bor. De
bedoeling was een onderzoek naar de
oorzaak van hun bedanken en de moge
lijkheid van terugkomen daarop te on
derzoeken.
Allereerst bracht bovengenoemde com
missie, waarvan Prof. Bouwman als voor
zitter en Ds. Bartlema als secretaris op
traden bij monde van laatstgenoemde rap
port uit.
De commissie vond, na bespreking met
de heeren Prof. Visscher en Bor, hen be
reid, weer in het bestuur zitting te ne
men, mits het bestuur uitgebreid werd
met een drietal leden in of in de omge
ving van Zeist wonend, als hoedanig ge
noemde heeren gekozen wenschten te
zien de heeren Prof. Dr. a. Noordtzij,
Ds. R. Bartlema, te Zeist en J. H. van
Lonkhuyzen te Zeist.
Het bestuur ging oorspronkelijk met
deze voorwaarde accoord, doch verklaarde
later wel het eerste deel er van te kunnen
aanvaarden en een verkiezing op de e.v.
jaarvergadering aan de orde te willen
stellen, doch niet alleen op voorstel van
de beide uitgetreden bestuursleden een
drietal leden van het bestuur te kunnen
aanvaarden, zij het met goedkeuring van
de algemeene vergadering.
Over dit punt werd uitvoerig van ge
dachten gewisseld. Tenslotte belichaamde
Ds. Heida, van Vlaardingen, de gedachte
ven het bestuur in de volgende motie:
De algemeene vergadering der vereeni-
ging „Bartemëus", met waardeering ken
nis genomen hebbende van het rapport
der commissie van onderzoek ter vorige
vergadering benoemd,
besluit het bestuur uit te noodigen op
de volgende gewone ledenvergadering te
komen met een voorstel tot uitbreiding
van het bestuur, met drie leden, woonach-
+ig in of in de omgeving van Zeist, en tot
benoeming van een commissie, die meer
bijzonder belast is met de behartiging der
dagelijks voorkomende zaken in de stich
ting.
Deze motie werd met 62 stemmen voor,
2 tegen en 12 blanco aanvaard
Na dankgebed werd hierop te ongeveer
5 uur de vergadering gesloten.
NAAR HET HEILIGE LAND.
A.s. Dinsdag vertrekken prof. dr. M. v.
Rhijn, Herv. kerkelijk hoogleraar te U-
trecht, dr. P. Stegenga Azn., evang. Luth.
pred. te Amsterdam, en mr. H Josselin
de Jongh te Rotterdam naar Egypte, om
daarna Palestina te bezoeken. De heeren
zullen terug reizen over Constantinopel.
Athene, Napels en Rome, en ongeveer 2
maanden uitblijven.
NEDERLANDSCH LEGER DES HEILS.
Zaterdagavond heeft het Ned. Heilsle
ger zijn vierdaagsch congres ingewijd met
een openbare samenkomst in zijn gebouw
Prinsegracht 24, den Haag.
Er was veel bezoek en de stemming
was zeer opgewekt, waartoe muziekkapel
en zangkoor niet weinig bijbrachten.
Na een gezongen gebed hield comman
dant Masten een redevoering, waarin hij
de afgevaardigden van elders (uit En
schedé zijn deputaties gekomen) welkom
beette en een schets van het werk in het
afgeloopen jaar gaf. Er is overal voor
uitgang vast te stellen, vooral in het
barmhartigheids en reclasseeringswerk.
Enschedé en Deventer maakten in dit
opzicht bijzonder goede vorderingen. Bin
nen een dag of veertien hoopt het Leger
Gisteravond nam Dr. D. J. van Kat
wijk, predikant bij de Geref. Kerk al
hier, afscheid van zijn gemeente na
haar slechts enkele maanden als die
naar des Woords gediend te hebben.
Zooals bekend is, is het Dr. v. Kat
wijk door het neerleggen van zijne
functie van leeraar aan de Chr. H. B.
S. te Leiden mogelijk geworden de
roeping naar de gemeente van Velsen
te volgen.
Aan het begin van de godsdienst
oefening werd gezongen Ps. löö vs. 1,
Gelezen werd Ps. 72. Daarna ging Z.
Eerw. voor in gebed, waarna hij in
een kleine voorafspraak er op wees,
dat omstandigheden, waarover hij hier
niet kon uitwijden, voortzetting van
zijn taak onmogelijk maken. Daarom
heeft spr. gemeend, de roeping naar
de gemeente van Velsen te moeten
volgen en bij het afscheid nemen wil
hij daarom, zooals een dienaar Gods
betaamt, zegenend weggaan en de ge
meente wijzen op den Christus Gods.
Spr. heeft daarom als tekst gekozen:
Joh. 19 vs. 19, waar des Heeren Woord
aldus luidt: En Pilatus schreef ook
een opschrift en zette dat op het kruis
en daar stond geschreven: Jezus, de
Nazarener, de Koning der Joden.
Spr. behandelt dit opschrift als een
openbaring Gods, ten eerste aangaan
de Jezus, ten tweede omtrent Zijn Ko
ninkrijk, en ten derde omtrent de on
derdanen van dat Koninkrijk.
Nadat vervolgens gezongen was Ps.
72 vs. 3 en 6, begon Z. Eerw. met te
zeggen, dat door de Romeinen door
het bevestigen van een wit plankje
boven aan den kruispaal het vonnis
bekend gemaakt werd, dat met roode
letters daarop geschreven werd. Dit
gebeurde ook met Jezus. Pilatus
plaatste dat bordje. Zijn eigen woor
den waren het, die daarop te lezen
stonden en die woorden waren ge
schreven om de Joden te ergeren en te
kwetsen. Want dat: Jezus de Koning
der Joden, kon tweeledig worden op
gevat. Het kon beteekenen: Hij heeft
Zich opgeworpen als de Koning der
Joden, maar ook: Hij is de Koning
der Joden. Pilatus had het geschreven
met boos opzet, maar intusschen voer
de hij Gods wil uit. Het opschrift was
een Evangelie Gods. Jezus de Nazare
ner stond er. Jezus, dat is Zaligmaker.
Hij is zaligheid voor Zijn volk, omdat
Hij eeuwig God is, eeuwig God van
liefde. De Godsstem heeft Hem Zelf,
tijdens Zijn omwandeling op aarde,
zoo genoemd. Vooral aan het kruis is
Jezus Jezus geweest, toen Hij leed en
stierf voor de zonden. Daarom is het
opschrift op het kruis Evangelie. Im
mers nu is er verzoening voor onze
zonden. Laat Hij daarom ook voor ons
Jezus zijn.
Koning der Joden stond er op het
kruis. Waarom dat: Koning? Waarom
wordt hier het Koningschap van Jezus
naar voren gebracht en niet het Pries
terschap? Het is waar: dat Priester
schap kwam het meest uit aan het
kruis, maar toch was Jezus ook Ko
ning, Koning, terwijl Hij leed en stierf.
Hij bezat een koninkrijk, gegrondvest
op gerechtigheid. Daar wil de mensch
niet aan, men wil er niet aan, dat in
het kruis de gerechtigheid Gods uit
komt. Toch geldt hier het woord van
het Avondmaalsformulier, dat God
de zonden, eer Hij ze ongestraft zou
laten, met den bitteren dood des krui-
ses aan Zijn lieven Zoon gestraft heeft
Gods recht is ongeschonden gehand
haafd. Door Jezus' kruis is mogelijk
geworden een rijk van gerechtigheid
en liefde. Dit Evangelie moeten wij
gelooven. God is liefde, ook wanneer
de weg donker is. Welgelukzalig zijn
in den Haag ook een eigen kindertehuis
te openen. De commandant hoopt want
het is zoo noodig dat binnenkort ook
met middernaebtzending kan worden be
gonnen, maar voor alle .geestelijk en maat
schappelijk werk is er maar één afdoende
hulp: het kruis van Christus. Het is zoo'n
heerlijk werk het kruis van Christus voor
anderen te dragen, zooals hij het deed
voor de zondige wereld.
Natuurlijk is voor het werk geld, veel
geld noodig, maar toch nog meer jonge
mannen en vrouwen, die zich zelf willen
verloochenen, alles prijs geven, alles dra
zij, die op Hem betrouwen.
In het opschrift op het kruis werden
ook de onderdanen van het Koninkrijk
genopmd: de Koning der Joden.
Dat woord Jood is afgeleid van Juda
en dat beteekent: God wordt geloofd
en geprezen. Zoo krijgt het woord Jood
een diepen zin. Die God loven betee
kent het. Jezus is Koning over dat
volk. Jezus heeft de wereld verzoend
met God en regeert thans over Zijn
volk, dat God eeuwiglijk zal loven. Zij,
die Hij kocht door Zijn bloed zullen op
hoogen toon den Heiland prijzen.
Het opschrift hoven het kruis be
vat een heerlijk schoone Evangelie
prediking. Jezus is onze Koning. Laten
wij Hem dan als zoodanig erkennen.
Laten wij Hem loven, omdat Hij een
God van liefde is. Hem, die op den
troon zit en het Lam zij de lof en de
aanbidding en de dankzegging tot in
eeuwigheid.
Nadat vervolgens gezongen is Psalm
89 vs. 7 en 8, spreekt spr. nog een en
kel persoonlijk woord. Mede namens
zijn vrouw dankt spr. voor de harte
lijkheid en liefde van de gemeente van
Oegstgeest ontvangen, ondanks den
korten tijd. dat spr. hier dienaar des
woords is geweest. Er blijft echter na
dit scheiden de Christelijke hope en
spr. wijst de gemeente op haar roeping
namelijk om Gods deugden te predi
ken, wat met steeds meer klem moet
gebeuren. Laat de Christelijke broeder
liefde blijven. Dat is het hechte ce
ment van Gods huis.
Speciaal richt spr. zich tot de jon
gens en meisjes,, die hij catechetisch
onderwijs heeft gegeven en wenscht
hun toe, dat ze op mogen groeien tot
mannen en vrouwen, die God van har
te willen dienen.
Den broeders van den kerkeraad
brengt spr. dank voor hun broederlij
ke liefde en wenscht hun toe, dat ze
nog lang in Gods dienst werkzaam
mogen zijn, evenals zijn collega Schil
der, dien spr. speciaal dankt voor den
collegialen omgang, waarmede hij
hem steeds is tegemoet getreden.
Met de woorden, dat aan God, uit
Wien en tot Wien alle dingen zijn, bo
venal toekomt de eer en de dankzeg
ging, besloot spr.
Vervolgens voerde namens den ker
keraad en namens de gemeente het
woord Ds. K. Schilder, die aanhaalde
het onderwerp van de predikatie, die
hedenavond door de radio vanuit de
kerk van Zaandam wordt uitgezonden
Dat onderwerp is: Leiden is lijden.
Dat is een waarheid, die iedereen
ondervindt. De menschen, die wij ge
roepen zijn te leiden, begrijpen ons
vaak niet. en wij begrijpen hen vaak
niet. Het is een wet voor allen, dat
leiden lijden is en ook U, aldus spr.,
hebt dat moeten ondergaan. Wij lei
den en worden geieid en willen niet
eindigen hij de ervaring, dat dat lij
den met zich brengt. Waneer ons lei
den geleid worden is van Gods wege,
kan het einde ervan niet anders zijn
dan vreugde. In die vreugde gaat gij
van ons, aldus spr., en ik hoop, dat
de vrede, dien gij gevonden hebt, toen
gij Gods weg weer zaagt, U steeds hij-
blijven mag.
Spr. dankte ten slotte Dr. van Kat
wijk voor alles, wat hij voor de ge
meente van Oegstgeest gedaan heeft
en voor den prettigen en vriendelijken
collegialen omgang en verzocht de ge
meente den scheidenden leeraar toe
te zingen Psalm 121 vs. 4.
Na met een enkel woord bedankt
te hebben, ging Dr. v. Katwijk voor in
dankgebed.
Als nazang werd gezongen Psalm
84 vers 3.
gen voor den ongelukkige. Het loon van
Christus' dienst is onveranderlijk vrede.
Gisteren om halftien werd het congres
voortgezet. Vervolgens had een middag
samenkomst plaats en gisteravond om
half acht een groote meeting in Musica
aan de Delftschelaan.
Op de rede van den commandant volg
den eenige getuigenissen van afgevaar
digden uit andere plaatsen, koorzang van
de Barmhartigheidszusters en het heele
officierskorps, waarbij de commandant
van de muziekkapel, kapitein Smith, be
zielende leiding gaf.
FEUILLETON.
18). o—
11 Juli.
Heden heb ik Bertha bericht gezon
den, dat ik 24 Juli haar hoop te bezoe
ken en of zij zoo goed wilde zijn, de
japon, die ik zenden zou, zoolang
voor me te bewaren. Het nadere zou
ik haar mondeling mededeelen. Ik
neem het kostuum aanstaanden
Maandag mee naar Keulen en verzend
het van daar.
12 Juli.
Wat vang ik nu met mijn dagboek
adn gedurende de vacantie? Neem ik
't mee naar Koblenz, dan zal tante
het willen lezen; en dat gaat onder
geen omstandigheden. Zend ik 't naar
Wiesbaden, dan zal Bertha me zoo
lang plagen, tot ik 't haar te lezen
geef. Dus, wat te doen? Goede raad is
duur. Geleerde DirecteurI Toen u ons
zoo dringend hebt aanbevolen, een
dagboek te houden, hadt u ons ook
moeten zeggen, hoe we dat kostbaar
meubel gedurende de vacantie behoe
den moesten. Intusschen, ik geloof,
dat 't beste is, 't boek met het kos
tuum naar Bertha te zenden, er een
omslag om te doen en dien dicht te
plakken. Dan houdt zij er haar vin
gers af tot ik kom. Wil zij 't lezen,
mijnentwege; voor haar heb ik ten
slotte geen geheimen; zij is een trou
we ziel.
13 Juli.
Zie zoo, nu is 't afgeloopen. Heden-
namiddag heb ik mijn afscheidsbe
zoeken gemaakt; 't was gauw gedaan.
De Directeur was niet thuis; ik heb
mijn kaartje afgegeven en was zeer
blij dit te kunnen doen. Mijn mede
onderwijzeres juffrouw Roszkind deed
zeer geroerd en beval me dringend
aan, in het belang van het vrouwen
vraagstuk, ongehuwd te blijven en
ijverig aan deszelfs oplossing mede te
werken. Zij had deswege ook aan den
ongehuwden staat de voorkeur gege
ven, hoewel zij reeds zoo ongeveer
tienmaal goed had kunnen trouwen.
Zij was ook op zich zelf beschouwd
volstrekt nie^t ongenegen geweest,
hoewel 't meestal weduwnaren be
trof, die zich door haar flink, gezet
voorkomen hadden aangetrokken ge
voeld. Maar zij had hare zending in
het vrouwenvraagstuk hooger gesteld.
Ik moest 't ook zoo doen. Het zou me
wel zwaar vallen, want ik was een
zeer hupsch jong meisje, en om dezul
ke vlogen de aanbidders rond als
muggen om het licht. Op dien toon
ging 't nog een heelen tijd door. Ik
had moeite, me ernstig te houden,
vooral toe ze van die tien vrijers
sprak, die ze een blauwtje had laten
'oopen. Want, ove:l zij, 't er bij el
ke oude jongejuffrouw, nu en dan
ook wel eens twaalf
Mijnheer Distel was zeer vriende
lijk, .betreurde mijn heengaan terwil-
le van Marie en sprak ook van mijn
heer Herbold, die hem oom noemde,
ofschoon hij slechts een zeer verre
verwant van hem was. Elsje was van
daag wederom in Keulen, wijl haar
verloofde daar op stond. Morgen
vroeg vertrekken we gezamenlijk. En
nu vaarwel, gij stille woning; hoe ik
van je wegga, óf bedroefd of verheugd,
weet ik zelf niet goed. In elk geval
heb ik in de 10 weken, welke ik hier
geweest ben, veel beleefd, innerlijk en
uiterlijk. Ik ben wel nieuwsgierig,
hoe de roman mijns levens zich ver
der zal ontwikkelen.
Wiesbaden, 26 Juli.
Ik wil hier in 't kort even meedee-
len, wat de laaste 12 dagen, sedert
mijn vertrek uit Wiesenau, gebeurde.
Bertha was tot mijn genoegen dis
creet genoeg, het pakje, waarin het
dagboek zat ik had er nog eenig
linnengoed omheen gepakt onaan
geroerd te laten; zij vermoedt, er dus
niets van en nu kan ik 't wegsluiten.
Maandag voor 8 dagen dus reisde
ik met Elsje tot Bonn; het afscheid
was zeer aandoenlijk. Elsje schreide.
„Waar, wanneer, hoe zullen we el
kaar wederzien, Roosje?"
Mij was 't bij die woorden, welke
7ij onder tranen uitbracht, heelzon
derling te modee, alsof ons harde lot
gevallen te wachten stonden. Een
half uur na haar trein vertrok de
mijne.
Kweekschool-herinneringen.
Onderweg naar Koblenz werd mij
het hart beklemd bij de gedachte, hoe
ik mijn godsdienstigen ommekeer te
genover tante verborgen zou houden.
Het zou haar diep bedroefd maken,
als ze et ook slechts een vaag vermoe
den van had. Zij weet wel is waar, dat
ik van vroeger reeds in godsdienstig
opzicht niet tot de hijzonder vromen
behoord heb; dat heb ik van de
kweekschool meegebracht, en eigen
lijk als ik 't eerlijk bekennen moet,
ben ik door mijn lafheid daarto.e ge
komen.
Dat ging me op de reis naar Ko
blenz door 't hoofd; hoe zou ik tante
tevreden stellen? Daar schoot me een
reddende gedachte te binnen. Onze
directeur zeide dikwijls, men moest
de overtuiging van elk mensch eer
biedigen. Tante is van het Christelijk
geloof overtuigd; ik moet dus haar
gesprekken daarover en de beoefening
ervan eerbiedigen en, vooral omdat
ik haar zooveel te danken 1 eb, alles
vermijden, wat haar zou kunnen kren
ken, en doen, wat haar genoegen ver
schaft. Dit laatste gaat ongetwijfeld
de eerste stelling te huiten; maar als
ik een beetje meedoe, verricht ik toch"
niets kwaads in zich. Ik ga dus met
haar naar de kerk, gedraag me daar
netjes, spreek met eerbied over gods
dienstige zaken met haar en dan zal
't wel gaan.
En het ging ook werkelijk. Zij ont
ving me aan het station en begeleidde
me omzichtig naar huis. De oude
Margaretha had mijne kamer weder
om mooi opgeknapt en noemde mij
telkens en herhaaldelijk haar lief
Roosje. Eén keer werd intusschen die
comedie bedenkelijk. Dat was gepas-
seerden Zondagnamiddag bij de kof
fie, waarop mevrouw Dr. Bergen uit-
genoodigd was. Toen zat ik werke
lijk op heete kolen. Telkens weer
bracht zij het gesprek op godsdienstig
terrein en inderdaad met zulke be
kwaamheid, dat ik al mijn vijf zin
tuigen bijeenrapen moest, om hare
sluwe opmerkingen en strikvragen te
ontgaan. Die goede tante bemerkte
heelemaal niets van dit schaaktour-
nooi. Ik was echter vast besloten, me
niet te laten vangen. Ten laatste gaf
mevrouw Bergen dan ook haar spel
op. Zoo scheidde ik zonder droefheid
van mijn goede tante.
Geheel tevreden ben ik ongetwij
feld niet daarmee. Want eigenlijk is
't toch eene hoe zou ik 't noemen
een soort veinzerij, welke niet mooi
is. Maar wat moet ik dan anders doen?
Nood breekt we. Ik kan er niet9 aan
veranderen. Het verstand is, zooals
onze directeur in de paedagogiek zei-
de, een noodzakelijke bekwaamheid;
wat het inziet, ziet het in, en wat het
niet inziet, dwingen laat het zich niet.