CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
8«* JAARGANG
DINSDAG 13 MAART 1928
NUMMER 2384
IEDWE LEIDSCHE CODRA
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936
Aangesloten op het Streeknet Lisse
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. I 2.50
Per weekI 0.19
Franco per post per kwartaal S 2.90
Dit nummer bestaal uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Onjuiste tegenstelling.
Het was te verwachten, dat de ge
dachtenisviering, van de herstelling
van het bisschoppelijk bestuur in de
Roomsche Kerk, een weerslag zou ont
moeten in den Protestantschen kring.
Dat is op zichzelf niets vreemd en
kan tot blijdschap stemmen. Het is
een bewijs, dat het beginsel niet slaapt
Maar dan móet ook het beginsel
spreken.
Wanneer wij nu echter zien welke
groote krachten worden opgeroepen
om het groote kwaad van 4 Maart 1853
aan de kaak te stellen, dan zijn wij
toch geneigd om bedenkelijk ons
hoofd te schudden. Zoo wil de „Evan
gelische Maatschappij" een boek uit
geven onder den titel: „RomeDordt".
Daarin zullen predikanten als Bak
ker, v. Hoogenhuyze, Krop, Van Wijn
gaarden e.a. hun licht over de April
beweging, en wat daartoe aanleiding
gaf, laten schijnen. Voorts rukt de
radicale Ds. Hooykaas op naast den
Staatkundig-Gereformeerden Kersten
de hervormd-gereformeerde Ds. Ling-
beek gaat op stap met den licht-ethi-
schen heer Casimir en den modernen
Ds. Drijver; de oud-Katholieke bis
schop van Vlijmen figureert naast de
ongeloovige mevrouw Wijnaendts
FranckenDijserinck en last not least
mocht mr. P. Tideman toch niet on-
breken.
Geen wonder, dat wij daarin niet
vermogen te zien een vertolking van
den geest van Dordt, want die was
niet bezield met anti-papisme in de
eerste plaats.
Onze A.-R. „Rotterdammer" was
dan ook evenals wij niet optimistisch
gestemd. „Volgens den titel, zoo meent
de Rotterdammer, mogen wij dus ver
wachten, dat in dit boek de geest der
Dordtsche Synode van 1618 en 1619
zich zal uitspreken. Maar de namen
van alle medewerkers staan er heusch
niet borg voor, dat wij „Dordt" op el
ke bladzijde van dit gedenkboek zul
ten beluisteren. Integendeel, wij heb
ben ernstige vreeze, dat vele mede
werkers zeer ver van Dordt zullen af
staan. En als dan in het prospectus
dezer uitgave staat, dat dit boek be
looft te worden een grootsch en waar
dig Protestantsch getuigenis, dan be
gint liet ons te duizelen. Positief ver
schillen de medewerkers zoo ontzet
tend veel, dat wij zonder schroom dur
ven zeggen, dat hier geloof en onge
loof samengaan. Slechts in één ding
zal er overeenstemming zijn, het gaat
alles tegen Rome. Maar zoekt dan een
grootsch en waardig Protestantsch ge
tuigenis alleen in negativiteit haar
kracht? En werkt daaraan mede een
man als Ds. Kersten, die immers altijd
zoo „positief" wil zijn zijn.."
Zeer terecht merkt dan ook de
„Maasbode" op, dat de groep die er een
eere in stelt om te leven naar den regel
die in Dordt werd vastgesteld, en wier
werken op allerlei gebied getuigenis
afleggen van hun stellige overtuiging,
geweigerd hebben mede te doen aan
deze klaarblijkelijk anti-paapsche ma
nifestatie. Op het prospectus komen
geen namen uit de Gereformeerde ker
ken voor.
„De mannen, zoo zegt dit Roomsche
orgaan, die eigen kerken bouwden en
eigen hoogescholen onderhouden, wier
boeken toonen, dat zij werken en over
tuiging bezitten, hebben het niet noo
it ig geacht in het gezelschap van de
vijanden der Openbaring geloovige
mede-Christenen te bevechten".
Of zii daarom minder goed Protes
tant zijn dan radicale vrijzinnigen
mogen de christelijk-historische me
dewerkers van „Rome—Dordt" uit
maken, wordt ten slótte opgemerkt.
Maar onder dat oordeel voegen wij
ons niet, want nog altijd verheugen
wij ons over hetgeen Paus Pius IX in
zijn Breve „Ex Qua Die" van 4 Maart
1853 aldus betreurde:
„Te betreuren derhalve is het, dat
daarna een vijandig mensch alles in
het werk gesteld heeft om hem te
verwoesten, af te scheuren en een ge
heel andere gedaante te geven. Het
is bekend, hoe groot nadeel, hoe vele
verliezen het Calvinisme aan die zoo
bloeiende Kerken heeft toegebracht,
ja. zóó ver ging de aanval en het ge
weld der ketterij dat het Katholicisme
daar ziin dood nabij was en het vol
strekt onmogelijk, scheen zoo groote
verliezen ooit weder te herstellen".
Hier toch ligt de geestelijke tegen
stelling. Wat hier de paus ais de daad
van een vijandig mensch beschouwde,
meenen wij dat de Hand Gods deed.
Pome werd een schier onherstelbaar
veri;e«? toegebracht.
Juist door van de hoofdzaak de
pindacht aftetrekken en die op de bij-
?~ben te vestigen, is ons volk afgegle-
',r,n Was niet reeds de aanleiding tot
'.ie Synode van Dordt daarvan zelf
act. bewijs?
Daarom is de tegenstelling vol
maakt onjuist.
STADSNIEUWS.
HET RESIDENTIE-ORKEST.
Technisch tot in de fijnste onderdee-
len en schakeeringen af, voornaam,
aristocratisch van voordrachtswijze,
tintelend van innerlijke bewogenheid,
muzikaal voor ons persoonlijk gevoel,
het hoogtepunt van alles, wat we tot
dusverre gedurende dit seizoen hoor
den zóó hebben we gisteravond het
laatste der Abonnementsconcerten
van het Residentie-orkest gevonden.
Laten we maar eerst beginnen met
een woord van warme hulde aan Dr.
Peter van Anrooy, die door zijn groote
bekwaamheid en fijngevoelige muzi
kaliteit het ensemble tot den eersten
rang heeft opgevoerd en gisteravond
kans zag, ondanks de paweeën der in
fluenza, zulk een zeldzaam schoone
uitvoering te geven: het was subliem!
De hulde aan den leider geldt wel
in de eerste plaats diens samenstel
ling van het programma.
De Achtste Symphonie van Beetho
ven. het Concert in F gr. t. voor hobo
met orkest-begeleiding en eindelijk de
Vierde Symphonie van Mahler vor
men eep trits, zóó gelukkig en smaak
vol bijeen gevoegd, dat men het niet
beter had kunnen wenschen.
Beethoven, die ons brengt in een
sfeer van pure vreugde, Mozart wien9
goudelende melodieënweelde die sfeer
nog ijler en transparanter maakt en
Mahler, 'die vooral in zijn Adagio een
resonans van het lied der Cherubij
nen schijnt te hebben opgevangen en
alles doortintelt van den gloed der ex
tase een visioenaire schouwing!
Het is wonderlijk! De allereerste
maten van het Allegro van Beetho
ven's Achtste hadden onmiddellijk dat
verbluffend overtuigende, dat de span
ning doet ontstaan. Men wordt onmid
dellijk aangegrepen door het idyllisch
karakter van het hoofdthema en luis
tert naar de geestige capriolen der
rhythmische versieringen.
Na 't AHegro geen largo of adagio,
maar een Allegretto, geestig, vol hu
mor vederlicht gespeeld, met verfijn
de gratie.
Dan het derde deel: Tempo di Me-
nuetto.
Ik wou, dat ik hier duidelijk kon
maken, hoe eenvoudig in den gron.I
al de melodische thema's uit dit werk
zijn, maar ook, hoe Beethoven ze ver
werkt tot glinsterende wonderen van
tintelend, flonkerend en parelend
klankschoon. En wat is de taal arm,
dat men niet precies een indruk kan
geven hoe subliem dit Menuet door
Dr. Van Anrooy werd geïnterpreteerd
en uitgevoerd.
't Allegro vivace is aanvankelijk als
een elfendans, droomfijn ingezet, maar
weldra komen de pauken en de bla
zers en werpen humoristische scherts
tusschen de lichtgewiekte triolenfigu
ren. 't Wordt even een dolle uitgela
tenheid, maar weldra keert de rust
weer, terwijl toch de innige levensblij
heid zich uitzingt in een prachtige vi
ool passage en daarna de tertsenwis-
seling tusschen koper en houtblazers,
omgonsd door de staccato-triolen der
violen tot alles samenstemt in een ju
belend slot.
In zijn Achtste Symphonie heeft
Beethoven alle zwaarmoedigheid, alle
storm en strijd opzij gezet om te la
ten zien, dat er ook zuivere levens
vreugde kon wonen in zijn ziel.
Het concert in F gr. t. voor hobo
leert ons opnieuw, welk een geniaal
musicus Mozart was. Hij kent alle mo
gelijkheden der hobo, gelijk trouwens
van ieder ander instrument, hij
schrijft een concert voor hobo, maar
laat dit alleen begeleiden door twee
eerste, twee tweede violen, drie alten,
twee cello's en één contrabas. De ho
bo spreekt en domineert uit den aar.i
der zaak; maar de kleine begeleidings
bezetting kan niet nobeler worden ge
dacht.
De heer Jaap Stotijn, de eerste hobo-
ist van het Residentieorkest, speelde
de solo-partij. Enorme technische
eischen heeft Mozart aan den solist ge
steld, maar aan Stotijn scheen deze
opgaaf niet de minste moeite te kos
ten. De parelende coloratuur kwam
schitterend tot haar recht en werd
met fijn, muzikaal begrip voorgedra
gen. Met gouden gratie welfde en tin
telde het spel van den hoboïst boven
het gezoem van het strijkorkest. Breed
en gedragen klonk het prachtige Ada
gio. en daarna weer het rhythmisch
en melodisch vibrato van de finale.
Aan het einde verhieven de hulde
betuigingen van de volle Gehoorzaal
zich tot een ovatie voor den solist en
voor Dr. Van Anrooy, die met bezie
ling allen had geleid. Stotijn ontving
een prachtige 'trans.
Over de heerlijke Vierde Symphonie
van Gustav Mahler zullen we niet uit
wijden. Deze muziek is wonderlijk
mooi en en Vertoont een rijkdom van
klankkleuren en verfijnde nuances,
welke een Mozart en Beethoven niet
konden bereiken, eenvoudig, omdat zij
het technisch materiaal er niet voor-
bezaten en ten tweede, omdat de ver
fijnde nerveusiteit v. 't moderne leven
waaraan Mahler wel de meest verfijnd
gevoelige uitdrukking verleent, hen
vreemd moest zijn. Soms fluistert de
muziek in snelle rhythmen, dan weer
komen elegische passages, waarbij
plotseling een felle purpergloed op
licht uit liet prachtige cellospel van
Van Isterdael. Wij hooren het gejodel
van Feldkamp's fluit boven 't ruischen
en fluisteren der violen.
Een fijne poëzie spreekt uit heel het
werk. Soms komen de dissonanten,
nog geaccentueerd door pauken, bek
kens en schellen; maar alles lost
steeds weer op in een kinderlijke
vreugde. En het eigenaardige is, dat
men. wanneer een passage uitgewerkt
wordt, steeds wat anders verwacht
dan er komt. Maar wat er komt is
veel verrassender en mooier dan men
het zich naar oude klassieke lijnen
had kunnen denken.
Het Adagio lijkt een hemelsche
hymne, door de cello aangestemd.
Weldra zingt het heele strijkorkest,
maar hoe fijn doorzichtig blijft het
weefsel der contrapuntiek. Hier mocht
Mahler denken aan het opschrift bo
ven het oude lied, dat hij in 't vierde
deel der Symphonie verwerkt: „Der
Himmel hangt voll Geigen".
Eindelijk, in het vierde deel, treedt
de zangeres, Mevr. Jo van Yzer-Vin-
1 cent op. Mahler heeft een heel oud
naïf Middeleeuwsch liedje uit: „Des
Ivnaben Wunderhprn" genomen, waar
in op Middeleeuwsche wijze en zeer
plastisch de vreugde des hemels ge
schetst wordt. Het is naïf en kinder
lijk van voorstellingswijze en zou licht
kunnen worden opgevat als een paro
die, wat Mahler niet bedoeld heeft.
Van de keuze der zangeres hangt
alles af, of men zich op een gegeven
oogenblik en dan natuurlijk in ver
band met de symphonie met den in
houd van het lied kan verzoenen.
Nu beschikt Mevr. Van Yzer-Vincent
in de eerste plaats over een buitenge
woon ontwikkelde techniek; in de
tweede plaats over een stralend, maar
vooral rein geluid, Haar voordrachts
wijze is ongekunsteld, eenvoudig. Zij
zingt opgewekt, maar met de naïveteit
die het lied verlangt en weet bij be
paalde passages als: „Sankt Peter im
Himmel seht zu" een biddende vroom
heid in haar zang te leggen. Zij zong,
om het kort te zeggen, ontroerend
mooi.
De geheele Vierde Symphonie van
Mahler werd in ademlooze spanning
aangehoord en met langdurige hulde
betuigingen aan zangeres en dirigent
beloond. De zangeres ontving bloemen
en Dr. Van Anrooy, die schitterend al
les had geleid, liet aan het slot het
orkest in de hulde deelen.
CHR. KANTOOR- EN HANDELS
BEDIENDEN.
Gisteravond werd door de Afdeeling
Leiden en Omstreken van de Nederl.
Vereeniging van Christelijke Kantoor-
en Handelsbedienden in het gebouw
„Prediker" een ledenvergadering ge
houden.
Nadat de voorzitter, de heer II. vaii
Cittert, de vergadering had geopend
op de gebruikelijke wijze, heette hij de
aanwezigen hartelijk welkom, speci
aal den heer J. Nauta van Amsterdam
Voorzitter van de landelijke Vereeni
ging. die eenige punten op de vorige
vergadering ter sprake gebracht, zou
toelichten.
De heer Nauta kreeg daarop het
woord en behandelde achtereenvol
gens de vragen: Wat doet de Vereeni
ging in deze abnormale tijden voor
de leden? wat doet de Vereeniging
voor de uitgetrokken werkloozen? en
hoe staat de Vereeniging tegenover
de kwestie van de vrouw op 't kan
toor? Spr. besprak uitvoerig wat de
vereeniging betreffende beide eerste
vragen doet, terwijl hij er met nadruk
op wees, dat ten slotte alles afhangt
van de kracht van de organisatie. Die
groot te maken is daarom onze eerste
plicht.
Spr. betoogde vervolgens, dat de
kwestie van de vrouw op 't kantoor
eigenlijk geen kwestie meer is. Daar
over is men 't reeds lang eens gewor
den in Christelijke kringen. Het feit
1 «rt er toe, dat de vrouw tegenwoor
dig moet zorgen haar brood eventueel
te kunnen verdienen. De vrouwelijke
beroepen zijn vol behalve dat van
dienstbode, maar wanneer ook dat te
kort werd aangevuld, zou dit over 't
geheel heel weinig ten goede komen
aan de arbeiders in de mannelijke be-
roeppn. Dat is een kwestie van slechts
enkele duizenden. De vrouw moet dus
iets anders zoeken. Waarom zou ze
dan ook niet op 't kantoor gaan, voor
al omdat daar tegenwoordig zooveel
werk is, waarin voor een man zeer
weinig perspectief zit en een vrouw
dat perspectief niet noodig heeft. Wel
moet de organisatie eischen gelijk
loon voor gelijk werk. Dat zou een
heele stap in de goede richting zijn.
Ook hier geldt dus weer, dat aller
eerst de organisatie groot gemaakt
moet worden.
Een breedvoerige bespreking volgde
op deze rede, zoodat de andere pun
ten om des tijds wille van de agenda
werden afgevoerd.
De heer Nauta sloot de vergadering
met dankgebed.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
PABRIEKLN VOOR RIJNLAND.
Gistermiddag te 2.30 uur vergader
de de Kamer van Koophandel en Fa-
biieken voor Rijnland.
De voorzitter, de heer ten Cate
brouwer opent de vergadering, waar
na de notulen van de vorige vergade
ring onveranderd worden vastgesteld.
'Thans is aan de orde de behandeling
der ingakomen stukken.
Van het departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid is ingekomen
een specificatie van ingeschreven
handelszaken in het district Rijnland
benevens een schrijvei betreffende
het financieel beheer. Hieruit bleek,
dat de inkomsten over het afgeloopen
jaar bedroegen 23197,12, de uitgaven
J 21471,79, het batig saldo aldus
J 1725,31. Tevens bleek uit het adres
dat het aantal ingeschreven handels
zaken van het Groot-Bedrijf bedraagt
in het district Rijnland 250.
Een reglement inzake minnelijke
schikking en arbitrage van de Inter
nationale Kamer van Koophandel
wordt voor kennisgeving aangenomen
Eveneens een missive van de Vlaar-
dingsche Kamer van Koophandel,
houdende een ontwerp tot wijziging
van de Arbeidswet 1919.
Van de Nederl. Vereeniging van
Fruitverwerkers is een adres ingeko
men betreffende het ontwerp-Drank-
wet. Hierin wordt aan de Kamer ge
vraagd in een adres aan de regeering
daartegen te. protesteeren.
De heer Van der Zanden is er
voor om zulk een adres samen te stel
len.
De Voorzitter meent eveneens
dat de Fruitverwerkers met deze
nieuwe drankwet een leelijke knak
in hun bedrijf zullen krijgen en stelt
voor in principe te besluiten het adres
te steunen.
Aldus wordt besloten.
Van het Hoofdbestuur der Posterijen
is ingekomen een adres inhoudende
(lat de automatische afschrijving van
telefoonabonnementen voortaan weder
in Januari zal plaats hebben.
Wordt voor kennisgeving aangeno
men.
Van den Ned. Slagershond is inge
komen een adres, waarin gevraagd
wordt adhaesie te betuigen aan een
motie teneinde slagerijen als winkels
en niet als werkplaatsen te beschou
wen.
De heer Van der Steen licht de
ze zaak nader toe en dringt er op aan,
•Jat de Kamer aan dit adres adhaesie
zal betuigen of erin aanleiding zal
vinden een eigen adres betreffende de
ze zaak aan de Regecring te zenden.
Spr. geeft toe, dat er vroeger mis
bruik van is gemaakt, dat slagerijen
als winkels werden beschouwd, maar
wijst er op, dat tegenwoordig de sla
gerijen even goed winkels zijn als b.v.
kruidenierswinkels en andere zaken,
waar de waren klaar gemaakt wor
den, zooals het publiek het hebben
wil. Spr. vindt dat Je slagers op deze
manier in hun broodwinning worden
gehinderd en dringt er nogmaals op
aan dat aan 't betreffende adres adhae
sie wordt betuigd of een eigen adres
wordt verzonden.
De Voorzitter onderschrijft de
uiteenzetting van den heer Van der
Steen en stelt namens het Bureau voor
een adres betreffende deze zaak te
verzenden.
De heer Heringa zou liever eerst
een uitspraak van den Hoogen Raad
uitlokken.
De Voorzitter wijst nogmaals
op het dualisme in deze zaak en ge
looft. dat in plaatsen waar een abat
toir is. dit de werkplaats van de sla
gers uitmaakt.
Na nog eenige bespreking wordt
besloten een adres betreffende deze
zaak aan de regeering samen te stel
len, dat dan in de volgende vergade
ring zal worden behandeld.
Thans komt in behandeling de
wcnschelijkheid van de demping van
de Spoorweghaven van de Nederl.
Spoorwee-en. Hiertegen ziin be
zwaren ingebracht en dezer dagen is
een adres ingekomen van de directie
van de N. S„ waarin wordt medege
deeld. dat vooralsnog van demping
van de bedoelde haven geen sprake is.
De heer Roëll licht deze zaak
nnder toe en de heer Mulder zet uit
een, dat deze, hoewel gebrekkige ha
ven, absoluut noodzakelijk is.
Besloten wordt de zaak voortoopig
te laten rusten.
Van den heer Van Leeuwen van het
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiên per regel 22',cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiên - bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
Belangrijke bankoplichting in Utrecht.
Be laatste uitvoering van het Residen
tie-orkest te Leiden.
De heer P. J. Coffrie, oud-Journalist, is
overleden.
Buitenland.
De scheidsrechterlijke uitspraak inzake
het Berlijnsche metaalconflict is bindend
verklaard.
Nieuwe aardverschuiving te Santos.
De Engelsche vlieger Kinkead bij een
proefvlucht verongelukt.
Vreeseiijke ontploffing te Londen.
De nitslag der Senaatsverkiezing in
Polen.
Utrechtsche Veer was een klacht in
gekomen naar aanleiding van de
slechte accomodatie van het goede-,
renstation der spoorwegen aan den
Haagweg.
Wordt gesteld in de handen van de
Commissie van Vervoer.
Nadat vervolgens eenige oogenblik-
ken pauze is gehouden komt in be
handeling de classificatie van wegen
in verband met autoverkeer. Betref
fende deze zaak is een ontwerp-adres
opgesteld, dat we reeds in ons blad
hebben opgenomen.
De heer Roëll licht het standpunt
van de Commissie van Vervoer nader
toe waarna besloten wordt het adres
te verzenden.
Vervolgens komt in behandeling
een ontwerp-adres inzake wijziging
van de bevoegdheden van Raden van
Beroep voor de directe Belastingen en
van de aanstelling zijner leden. (Ook
dit adres is reeds in ons blad opgeno
men geweest). Op voorstel van den
heer Roëll wordt besloten een bepaal
de tirade uit het adres te schrappen.
Daarna wordt besloten het adres
behoudens deze wijziging te verzem
den.
Het volgende agendapunt betreft de
vaststelling van een adre^ inzake hét
vacatiegeld bij toezicht op lossing van
ingevoerde goederen.
Besloten wordt dit adres (dat even
eens reeds in ons blad opgenomen is
geweest) onveranderd te verzenden.
Daarna komt in behandeling een
adres inzake aanwijzing van Alphen
a. d. Rijn als officieel erkende los
plaats. Ook dit adres zal onveranderd
worden verzonden.
Bij de rondvraag vraagt de heer
Mulder of het niet mogelijk is dat
oen officieele gids wordt samengesteld
van boden en beurtvaarten. Daarmede
zouden verschillende menschen ge
diend zijn. In verschillende andere
plaatsen bestaat zulk een hoekje en
bewijst het veel diensten.
De Voorzitter meent dat dit
meer op den weg ligt van een onder
nemende drukker.
De heer Appel wijst op een uitga
ve „Henri van Bronsgeest", die zoo
goed als volledig is.
De heer K n i b b e wijst er op, dat
het zelfs een vereeniging van belang
hebbenden niet is gelukt zulk een
boekje samen te stellen. Het zal daar
om voor de Kamer van Koophandel
ook onmogelijk zijn.
De heer Appel wijst in verband
met deze zaak er op, dat de beurt
schippers en boden hun werkgevers
slecht behandelen. Hierbij bestaan
dikwijls ongehoorde toestanden en
spr. vraagt of de K. v. K. hiertegen
geen maatregelen kan nemen.
De Voorzitter zal deze zaak in
overweging nemen.
De Voorzitter vraagt nog of de
leden van de Kamer misschien bij
sommige telegramcodes e.d., die de
Kamer nog niet bezit interesse heb
ben. Wanneer dat het geval is kunnen
ze die codes opgeven, dat kunnen deze
misschien worden aangeschaft.
Daarna sluiting.
JUBILEUM DR. SCHREUDER.
In verband met het zilveren jubi
leum van Dr. J. A. Schreuder, verne
men wij nog, dat de jubileerende ge
neesheer op Zaterdag te 4 uur een
receptie zal houden te zijnen huize.
In het huldigingscomité hebben zit
ting: de dames Van der Hoeven en
voorts de heeren J. van Egmond, Van
der Ploeg, Boter en Vodegel.
CHR. ONDERWIJZERS.
De Afdeeling Leiden van de Ver
eeniging van Chr. Onderwijzers en
Onderwijzeressen in Nederland en
Overz. bezittingen, hoopt a.s. Zater
dag 17 Maart, 's nam. 6 uur, in het
Nut te vergaderen, waar de heer
Robijns het onderwerp zal behandelen:
..Inleiding tot de geschiedenis der
taalwetenschap".