CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN 8«* JAARGANG DINSDAG 13 MAART 1928 NUMMER 2384 IEDWE LEIDSCHE CODRA Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. I 2.50 Per weekI 0.19 Franco per post per kwartaal S 2.90 Dit nummer bestaal uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. V Onjuiste tegenstelling. Het was te verwachten, dat de ge dachtenisviering, van de herstelling van het bisschoppelijk bestuur in de Roomsche Kerk, een weerslag zou ont moeten in den Protestantschen kring. Dat is op zichzelf niets vreemd en kan tot blijdschap stemmen. Het is een bewijs, dat het beginsel niet slaapt Maar dan móet ook het beginsel spreken. Wanneer wij nu echter zien welke groote krachten worden opgeroepen om het groote kwaad van 4 Maart 1853 aan de kaak te stellen, dan zijn wij toch geneigd om bedenkelijk ons hoofd te schudden. Zoo wil de „Evan gelische Maatschappij" een boek uit geven onder den titel: „RomeDordt". Daarin zullen predikanten als Bak ker, v. Hoogenhuyze, Krop, Van Wijn gaarden e.a. hun licht over de April beweging, en wat daartoe aanleiding gaf, laten schijnen. Voorts rukt de radicale Ds. Hooykaas op naast den Staatkundig-Gereformeerden Kersten de hervormd-gereformeerde Ds. Ling- beek gaat op stap met den licht-ethi- schen heer Casimir en den modernen Ds. Drijver; de oud-Katholieke bis schop van Vlijmen figureert naast de ongeloovige mevrouw Wijnaendts FranckenDijserinck en last not least mocht mr. P. Tideman toch niet on- breken. Geen wonder, dat wij daarin niet vermogen te zien een vertolking van den geest van Dordt, want die was niet bezield met anti-papisme in de eerste plaats. Onze A.-R. „Rotterdammer" was dan ook evenals wij niet optimistisch gestemd. „Volgens den titel, zoo meent de Rotterdammer, mogen wij dus ver wachten, dat in dit boek de geest der Dordtsche Synode van 1618 en 1619 zich zal uitspreken. Maar de namen van alle medewerkers staan er heusch niet borg voor, dat wij „Dordt" op el ke bladzijde van dit gedenkboek zul ten beluisteren. Integendeel, wij heb ben ernstige vreeze, dat vele mede werkers zeer ver van Dordt zullen af staan. En als dan in het prospectus dezer uitgave staat, dat dit boek be looft te worden een grootsch en waar dig Protestantsch getuigenis, dan be gint liet ons te duizelen. Positief ver schillen de medewerkers zoo ontzet tend veel, dat wij zonder schroom dur ven zeggen, dat hier geloof en onge loof samengaan. Slechts in één ding zal er overeenstemming zijn, het gaat alles tegen Rome. Maar zoekt dan een grootsch en waardig Protestantsch ge tuigenis alleen in negativiteit haar kracht? En werkt daaraan mede een man als Ds. Kersten, die immers altijd zoo „positief" wil zijn zijn.." Zeer terecht merkt dan ook de „Maasbode" op, dat de groep die er een eere in stelt om te leven naar den regel die in Dordt werd vastgesteld, en wier werken op allerlei gebied getuigenis afleggen van hun stellige overtuiging, geweigerd hebben mede te doen aan deze klaarblijkelijk anti-paapsche ma nifestatie. Op het prospectus komen geen namen uit de Gereformeerde ker ken voor. „De mannen, zoo zegt dit Roomsche orgaan, die eigen kerken bouwden en eigen hoogescholen onderhouden, wier boeken toonen, dat zij werken en over tuiging bezitten, hebben het niet noo it ig geacht in het gezelschap van de vijanden der Openbaring geloovige mede-Christenen te bevechten". Of zii daarom minder goed Protes tant zijn dan radicale vrijzinnigen mogen de christelijk-historische me dewerkers van „Rome—Dordt" uit maken, wordt ten slótte opgemerkt. Maar onder dat oordeel voegen wij ons niet, want nog altijd verheugen wij ons over hetgeen Paus Pius IX in zijn Breve „Ex Qua Die" van 4 Maart 1853 aldus betreurde: „Te betreuren derhalve is het, dat daarna een vijandig mensch alles in het werk gesteld heeft om hem te verwoesten, af te scheuren en een ge heel andere gedaante te geven. Het is bekend, hoe groot nadeel, hoe vele verliezen het Calvinisme aan die zoo bloeiende Kerken heeft toegebracht, ja. zóó ver ging de aanval en het ge weld der ketterij dat het Katholicisme daar ziin dood nabij was en het vol strekt onmogelijk, scheen zoo groote verliezen ooit weder te herstellen". Hier toch ligt de geestelijke tegen stelling. Wat hier de paus ais de daad van een vijandig mensch beschouwde, meenen wij dat de Hand Gods deed. Pome werd een schier onherstelbaar veri;e«? toegebracht. Juist door van de hoofdzaak de pindacht aftetrekken en die op de bij- ?~ben te vestigen, is ons volk afgegle- ',r,n Was niet reeds de aanleiding tot '.ie Synode van Dordt daarvan zelf act. bewijs? Daarom is de tegenstelling vol maakt onjuist. STADSNIEUWS. HET RESIDENTIE-ORKEST. Technisch tot in de fijnste onderdee- len en schakeeringen af, voornaam, aristocratisch van voordrachtswijze, tintelend van innerlijke bewogenheid, muzikaal voor ons persoonlijk gevoel, het hoogtepunt van alles, wat we tot dusverre gedurende dit seizoen hoor den zóó hebben we gisteravond het laatste der Abonnementsconcerten van het Residentie-orkest gevonden. Laten we maar eerst beginnen met een woord van warme hulde aan Dr. Peter van Anrooy, die door zijn groote bekwaamheid en fijngevoelige muzi kaliteit het ensemble tot den eersten rang heeft opgevoerd en gisteravond kans zag, ondanks de paweeën der in fluenza, zulk een zeldzaam schoone uitvoering te geven: het was subliem! De hulde aan den leider geldt wel in de eerste plaats diens samenstel ling van het programma. De Achtste Symphonie van Beetho ven. het Concert in F gr. t. voor hobo met orkest-begeleiding en eindelijk de Vierde Symphonie van Mahler vor men eep trits, zóó gelukkig en smaak vol bijeen gevoegd, dat men het niet beter had kunnen wenschen. Beethoven, die ons brengt in een sfeer van pure vreugde, Mozart wien9 goudelende melodieënweelde die sfeer nog ijler en transparanter maakt en Mahler, 'die vooral in zijn Adagio een resonans van het lied der Cherubij nen schijnt te hebben opgevangen en alles doortintelt van den gloed der ex tase een visioenaire schouwing! Het is wonderlijk! De allereerste maten van het Allegro van Beetho ven's Achtste hadden onmiddellijk dat verbluffend overtuigende, dat de span ning doet ontstaan. Men wordt onmid dellijk aangegrepen door het idyllisch karakter van het hoofdthema en luis tert naar de geestige capriolen der rhythmische versieringen. Na 't AHegro geen largo of adagio, maar een Allegretto, geestig, vol hu mor vederlicht gespeeld, met verfijn de gratie. Dan het derde deel: Tempo di Me- nuetto. Ik wou, dat ik hier duidelijk kon maken, hoe eenvoudig in den gron.I al de melodische thema's uit dit werk zijn, maar ook, hoe Beethoven ze ver werkt tot glinsterende wonderen van tintelend, flonkerend en parelend klankschoon. En wat is de taal arm, dat men niet precies een indruk kan geven hoe subliem dit Menuet door Dr. Van Anrooy werd geïnterpreteerd en uitgevoerd. 't Allegro vivace is aanvankelijk als een elfendans, droomfijn ingezet, maar weldra komen de pauken en de bla zers en werpen humoristische scherts tusschen de lichtgewiekte triolenfigu ren. 't Wordt even een dolle uitgela tenheid, maar weldra keert de rust weer, terwijl toch de innige levensblij heid zich uitzingt in een prachtige vi ool passage en daarna de tertsenwis- seling tusschen koper en houtblazers, omgonsd door de staccato-triolen der violen tot alles samenstemt in een ju belend slot. In zijn Achtste Symphonie heeft Beethoven alle zwaarmoedigheid, alle storm en strijd opzij gezet om te la ten zien, dat er ook zuivere levens vreugde kon wonen in zijn ziel. Het concert in F gr. t. voor hobo leert ons opnieuw, welk een geniaal musicus Mozart was. Hij kent alle mo gelijkheden der hobo, gelijk trouwens van ieder ander instrument, hij schrijft een concert voor hobo, maar laat dit alleen begeleiden door twee eerste, twee tweede violen, drie alten, twee cello's en één contrabas. De ho bo spreekt en domineert uit den aar.i der zaak; maar de kleine begeleidings bezetting kan niet nobeler worden ge dacht. De heer Jaap Stotijn, de eerste hobo- ist van het Residentieorkest, speelde de solo-partij. Enorme technische eischen heeft Mozart aan den solist ge steld, maar aan Stotijn scheen deze opgaaf niet de minste moeite te kos ten. De parelende coloratuur kwam schitterend tot haar recht en werd met fijn, muzikaal begrip voorgedra gen. Met gouden gratie welfde en tin telde het spel van den hoboïst boven het gezoem van het strijkorkest. Breed en gedragen klonk het prachtige Ada gio. en daarna weer het rhythmisch en melodisch vibrato van de finale. Aan het einde verhieven de hulde betuigingen van de volle Gehoorzaal zich tot een ovatie voor den solist en voor Dr. Van Anrooy, die met bezie ling allen had geleid. Stotijn ontving een prachtige 'trans. Over de heerlijke Vierde Symphonie van Gustav Mahler zullen we niet uit wijden. Deze muziek is wonderlijk mooi en en Vertoont een rijkdom van klankkleuren en verfijnde nuances, welke een Mozart en Beethoven niet konden bereiken, eenvoudig, omdat zij het technisch materiaal er niet voor- bezaten en ten tweede, omdat de ver fijnde nerveusiteit v. 't moderne leven waaraan Mahler wel de meest verfijnd gevoelige uitdrukking verleent, hen vreemd moest zijn. Soms fluistert de muziek in snelle rhythmen, dan weer komen elegische passages, waarbij plotseling een felle purpergloed op licht uit liet prachtige cellospel van Van Isterdael. Wij hooren het gejodel van Feldkamp's fluit boven 't ruischen en fluisteren der violen. Een fijne poëzie spreekt uit heel het werk. Soms komen de dissonanten, nog geaccentueerd door pauken, bek kens en schellen; maar alles lost steeds weer op in een kinderlijke vreugde. En het eigenaardige is, dat men. wanneer een passage uitgewerkt wordt, steeds wat anders verwacht dan er komt. Maar wat er komt is veel verrassender en mooier dan men het zich naar oude klassieke lijnen had kunnen denken. Het Adagio lijkt een hemelsche hymne, door de cello aangestemd. Weldra zingt het heele strijkorkest, maar hoe fijn doorzichtig blijft het weefsel der contrapuntiek. Hier mocht Mahler denken aan het opschrift bo ven het oude lied, dat hij in 't vierde deel der Symphonie verwerkt: „Der Himmel hangt voll Geigen". Eindelijk, in het vierde deel, treedt de zangeres, Mevr. Jo van Yzer-Vin- 1 cent op. Mahler heeft een heel oud naïf Middeleeuwsch liedje uit: „Des Ivnaben Wunderhprn" genomen, waar in op Middeleeuwsche wijze en zeer plastisch de vreugde des hemels ge schetst wordt. Het is naïf en kinder lijk van voorstellingswijze en zou licht kunnen worden opgevat als een paro die, wat Mahler niet bedoeld heeft. Van de keuze der zangeres hangt alles af, of men zich op een gegeven oogenblik en dan natuurlijk in ver band met de symphonie met den in houd van het lied kan verzoenen. Nu beschikt Mevr. Van Yzer-Vincent in de eerste plaats over een buitenge woon ontwikkelde techniek; in de tweede plaats over een stralend, maar vooral rein geluid, Haar voordrachts wijze is ongekunsteld, eenvoudig. Zij zingt opgewekt, maar met de naïveteit die het lied verlangt en weet bij be paalde passages als: „Sankt Peter im Himmel seht zu" een biddende vroom heid in haar zang te leggen. Zij zong, om het kort te zeggen, ontroerend mooi. De geheele Vierde Symphonie van Mahler werd in ademlooze spanning aangehoord en met langdurige hulde betuigingen aan zangeres en dirigent beloond. De zangeres ontving bloemen en Dr. Van Anrooy, die schitterend al les had geleid, liet aan het slot het orkest in de hulde deelen. CHR. KANTOOR- EN HANDELS BEDIENDEN. Gisteravond werd door de Afdeeling Leiden en Omstreken van de Nederl. Vereeniging van Christelijke Kantoor- en Handelsbedienden in het gebouw „Prediker" een ledenvergadering ge houden. Nadat de voorzitter, de heer II. vaii Cittert, de vergadering had geopend op de gebruikelijke wijze, heette hij de aanwezigen hartelijk welkom, speci aal den heer J. Nauta van Amsterdam Voorzitter van de landelijke Vereeni ging. die eenige punten op de vorige vergadering ter sprake gebracht, zou toelichten. De heer Nauta kreeg daarop het woord en behandelde achtereenvol gens de vragen: Wat doet de Vereeni ging in deze abnormale tijden voor de leden? wat doet de Vereeniging voor de uitgetrokken werkloozen? en hoe staat de Vereeniging tegenover de kwestie van de vrouw op 't kan toor? Spr. besprak uitvoerig wat de vereeniging betreffende beide eerste vragen doet, terwijl hij er met nadruk op wees, dat ten slotte alles afhangt van de kracht van de organisatie. Die groot te maken is daarom onze eerste plicht. Spr. betoogde vervolgens, dat de kwestie van de vrouw op 't kantoor eigenlijk geen kwestie meer is. Daar over is men 't reeds lang eens gewor den in Christelijke kringen. Het feit 1 «rt er toe, dat de vrouw tegenwoor dig moet zorgen haar brood eventueel te kunnen verdienen. De vrouwelijke beroepen zijn vol behalve dat van dienstbode, maar wanneer ook dat te kort werd aangevuld, zou dit over 't geheel heel weinig ten goede komen aan de arbeiders in de mannelijke be- roeppn. Dat is een kwestie van slechts enkele duizenden. De vrouw moet dus iets anders zoeken. Waarom zou ze dan ook niet op 't kantoor gaan, voor al omdat daar tegenwoordig zooveel werk is, waarin voor een man zeer weinig perspectief zit en een vrouw dat perspectief niet noodig heeft. Wel moet de organisatie eischen gelijk loon voor gelijk werk. Dat zou een heele stap in de goede richting zijn. Ook hier geldt dus weer, dat aller eerst de organisatie groot gemaakt moet worden. Een breedvoerige bespreking volgde op deze rede, zoodat de andere pun ten om des tijds wille van de agenda werden afgevoerd. De heer Nauta sloot de vergadering met dankgebed. KAMER VAN KOOPHANDEL EN PABRIEKLN VOOR RIJNLAND. Gistermiddag te 2.30 uur vergader de de Kamer van Koophandel en Fa- biieken voor Rijnland. De voorzitter, de heer ten Cate brouwer opent de vergadering, waar na de notulen van de vorige vergade ring onveranderd worden vastgesteld. 'Thans is aan de orde de behandeling der ingakomen stukken. Van het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid is ingekomen een specificatie van ingeschreven handelszaken in het district Rijnland benevens een schrijvei betreffende het financieel beheer. Hieruit bleek, dat de inkomsten over het afgeloopen jaar bedroegen 23197,12, de uitgaven J 21471,79, het batig saldo aldus J 1725,31. Tevens bleek uit het adres dat het aantal ingeschreven handels zaken van het Groot-Bedrijf bedraagt in het district Rijnland 250. Een reglement inzake minnelijke schikking en arbitrage van de Inter nationale Kamer van Koophandel wordt voor kennisgeving aangenomen Eveneens een missive van de Vlaar- dingsche Kamer van Koophandel, houdende een ontwerp tot wijziging van de Arbeidswet 1919. Van de Nederl. Vereeniging van Fruitverwerkers is een adres ingeko men betreffende het ontwerp-Drank- wet. Hierin wordt aan de Kamer ge vraagd in een adres aan de regeering daartegen te. protesteeren. De heer Van der Zanden is er voor om zulk een adres samen te stel len. De Voorzitter meent eveneens dat de Fruitverwerkers met deze nieuwe drankwet een leelijke knak in hun bedrijf zullen krijgen en stelt voor in principe te besluiten het adres te steunen. Aldus wordt besloten. Van het Hoofdbestuur der Posterijen is ingekomen een adres inhoudende (lat de automatische afschrijving van telefoonabonnementen voortaan weder in Januari zal plaats hebben. Wordt voor kennisgeving aangeno men. Van den Ned. Slagershond is inge komen een adres, waarin gevraagd wordt adhaesie te betuigen aan een motie teneinde slagerijen als winkels en niet als werkplaatsen te beschou wen. De heer Van der Steen licht de ze zaak nader toe en dringt er op aan, •Jat de Kamer aan dit adres adhaesie zal betuigen of erin aanleiding zal vinden een eigen adres betreffende de ze zaak aan de Regecring te zenden. Spr. geeft toe, dat er vroeger mis bruik van is gemaakt, dat slagerijen als winkels werden beschouwd, maar wijst er op, dat tegenwoordig de sla gerijen even goed winkels zijn als b.v. kruidenierswinkels en andere zaken, waar de waren klaar gemaakt wor den, zooals het publiek het hebben wil. Spr. vindt dat Je slagers op deze manier in hun broodwinning worden gehinderd en dringt er nogmaals op aan dat aan 't betreffende adres adhae sie wordt betuigd of een eigen adres wordt verzonden. De Voorzitter onderschrijft de uiteenzetting van den heer Van der Steen en stelt namens het Bureau voor een adres betreffende deze zaak te verzenden. De heer Heringa zou liever eerst een uitspraak van den Hoogen Raad uitlokken. De Voorzitter wijst nogmaals op het dualisme in deze zaak en ge looft. dat in plaatsen waar een abat toir is. dit de werkplaats van de sla gers uitmaakt. Na nog eenige bespreking wordt besloten een adres betreffende deze zaak aan de regeering samen te stel len, dat dan in de volgende vergade ring zal worden behandeld. Thans komt in behandeling de wcnschelijkheid van de demping van de Spoorweghaven van de Nederl. Spoorwee-en. Hiertegen ziin be zwaren ingebracht en dezer dagen is een adres ingekomen van de directie van de N. S„ waarin wordt medege deeld. dat vooralsnog van demping van de bedoelde haven geen sprake is. De heer Roëll licht deze zaak nnder toe en de heer Mulder zet uit een, dat deze, hoewel gebrekkige ha ven, absoluut noodzakelijk is. Besloten wordt de zaak voortoopig te laten rusten. Van den heer Van Leeuwen van het ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiên per regel 22',cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiên - bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. Belangrijke bankoplichting in Utrecht. Be laatste uitvoering van het Residen tie-orkest te Leiden. De heer P. J. Coffrie, oud-Journalist, is overleden. Buitenland. De scheidsrechterlijke uitspraak inzake het Berlijnsche metaalconflict is bindend verklaard. Nieuwe aardverschuiving te Santos. De Engelsche vlieger Kinkead bij een proefvlucht verongelukt. Vreeseiijke ontploffing te Londen. De nitslag der Senaatsverkiezing in Polen. Utrechtsche Veer was een klacht in gekomen naar aanleiding van de slechte accomodatie van het goede-, renstation der spoorwegen aan den Haagweg. Wordt gesteld in de handen van de Commissie van Vervoer. Nadat vervolgens eenige oogenblik- ken pauze is gehouden komt in be handeling de classificatie van wegen in verband met autoverkeer. Betref fende deze zaak is een ontwerp-adres opgesteld, dat we reeds in ons blad hebben opgenomen. De heer Roëll licht het standpunt van de Commissie van Vervoer nader toe waarna besloten wordt het adres te verzenden. Vervolgens komt in behandeling een ontwerp-adres inzake wijziging van de bevoegdheden van Raden van Beroep voor de directe Belastingen en van de aanstelling zijner leden. (Ook dit adres is reeds in ons blad opgeno men geweest). Op voorstel van den heer Roëll wordt besloten een bepaal de tirade uit het adres te schrappen. Daarna wordt besloten het adres behoudens deze wijziging te verzem den. Het volgende agendapunt betreft de vaststelling van een adre^ inzake hét vacatiegeld bij toezicht op lossing van ingevoerde goederen. Besloten wordt dit adres (dat even eens reeds in ons blad opgenomen is geweest) onveranderd te verzenden. Daarna komt in behandeling een adres inzake aanwijzing van Alphen a. d. Rijn als officieel erkende los plaats. Ook dit adres zal onveranderd worden verzonden. Bij de rondvraag vraagt de heer Mulder of het niet mogelijk is dat oen officieele gids wordt samengesteld van boden en beurtvaarten. Daarmede zouden verschillende menschen ge diend zijn. In verschillende andere plaatsen bestaat zulk een hoekje en bewijst het veel diensten. De Voorzitter meent dat dit meer op den weg ligt van een onder nemende drukker. De heer Appel wijst op een uitga ve „Henri van Bronsgeest", die zoo goed als volledig is. De heer K n i b b e wijst er op, dat het zelfs een vereeniging van belang hebbenden niet is gelukt zulk een boekje samen te stellen. Het zal daar om voor de Kamer van Koophandel ook onmogelijk zijn. De heer Appel wijst in verband met deze zaak er op, dat de beurt schippers en boden hun werkgevers slecht behandelen. Hierbij bestaan dikwijls ongehoorde toestanden en spr. vraagt of de K. v. K. hiertegen geen maatregelen kan nemen. De Voorzitter zal deze zaak in overweging nemen. De Voorzitter vraagt nog of de leden van de Kamer misschien bij sommige telegramcodes e.d., die de Kamer nog niet bezit interesse heb ben. Wanneer dat het geval is kunnen ze die codes opgeven, dat kunnen deze misschien worden aangeschaft. Daarna sluiting. JUBILEUM DR. SCHREUDER. In verband met het zilveren jubi leum van Dr. J. A. Schreuder, verne men wij nog, dat de jubileerende ge neesheer op Zaterdag te 4 uur een receptie zal houden te zijnen huize. In het huldigingscomité hebben zit ting: de dames Van der Hoeven en voorts de heeren J. van Egmond, Van der Ploeg, Boter en Vodegel. CHR. ONDERWIJZERS. De Afdeeling Leiden van de Ver eeniging van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en Overz. bezittingen, hoopt a.s. Zater dag 17 Maart, 's nam. 6 uur, in het Nut te vergaderen, waar de heer Robijns het onderwerp zal behandelen: ..Inleiding tot de geschiedenis der taalwetenschap".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1