NIEUWE LEIOSCHE COURANT
He! dagboek van een Leerares
van
DONDERDAG 8 MAART '28
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
AALSMEERSCHE BLOEMEN
TENTOONSTELLING.
Het heeft Z. K. H. den Prins der
Nederlanden behaagd, het Bescherm
heerschap der Groote Aalsmeersche
Bloemententoonstelling te aanvaar
den .Het Eere Voorzitterschap van het
Eere-Comité is welwillend aangeno
men door den minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw, den Mi
nister van Buitenlandsche Zaken, den
Minister van Waterstaat, den Com
missaris der Koningin in de Provin
cie Noord Holland, en de Gezanten
van Frankrijk, Zweden, Zwitserland,
Oostenrijk, Engeland, Hongarije, Bel
gië en Duitschland. terwijl verder een
60-tal autoriteiten uit binnen- buiten
land hebben verklaard, zitting in het
eere-comité te nemen.
In de Jury zullen 12 nationaliteiten
vertegenwoordigd zijn.
Het geheel belooft een grootsche
manifestatie op tuinbouwgebied te
worden.
ONZE GEZANT TE BRUSSEL.
Naar Belga uit Brussel meldt, heeft
minister Hijmans gisteren Jhr. van
Nispen tot Sevenaer ontvangen, die
binnenkort zijn geloofsbrieven aan
den Koning zal overhandigen.
DE LLOYD RAPIDE.
De Lloyd Rapide, de sneltrein van
Marseille naar ons land, die na de
aankomst van de Indrapoera morgen
ochtend 10.05 uit Marseille vertrekt,
wordt Zaterdagmorgen 9.19 in Den
Haag verwacht.
BEGRAFENIS VAN TOOROP.
Met betrekking tot deze begrafenis,
die gisteren plaats had. vernemen wij
nog het volgende:
In de kapel werd de absoute ver
richt door Prof. Pater Raaymakers,
die geassisteerd werd door Pastoor
Jorna en Prof. Pater van Ginneken.
Het stoffelijk overschot werd in den
algemeenen grafkelder bijgezet. Pater
Raaymakers verrichtte de beaarding.
Het oudste familielid, gepens. kolo
nel Brans, dankte namens de achter
geblevenen in de eerste plaats den ver
tegenwoordiger der Koningin, den Mi
nister, den burgemeester, en verder
alle vrienden en kennissen, die den
overledene de laatste eer hadden ge
bracht.
DE AREMBERGER SLUIS.
De beantwoording van schriftelijke
vragen van het Tweede Kamerlid
Duymaer van Twist, betreffende de
wenschelijkheid om de Aremberger
Sluis niet op te ruimen, wordt door
den minister van waterstaat aange
houden tot na de a.s. zomerzitting van
de Staten van Overijsel.
DE K. N. A. C. NAAR DE
ZUIDERZEE.
De Koninklijke Nederlandsche Auto
mobiel Club is voornemens in den
loop van Juni voor haar leden een
excursie te organiseeren ter bezichti
ging van de Zuiderzeewerken.
GEORGANISEERD OVERLEG
LANDSDRUKKERIJ.
Bij beschikking van den minister
van binnenlandsche zaken en land
bouw is, met igang van 7 dezer. Mr.
H. Biileveld, lid van de Tweede Ka
mer, der Staten Generaal, benoemd tot
voorzitter van de bijzondere commis
sie voor georganiseerd overleg in za
ken, rakende het werklieden-personeel
van de Algemeene Landsdrukkerij.
NEDERLAND EN BELGIë.
Bij het afdeelingsonderzoek door de
Tweede Kamer van het wetsontwerp
tot goedkeuring van het tusschen Ne
derland en België gesloten verdrag,
FEUILLETON.
Naar het Duitsch.
9). o
Wat moet ik daar nu van zeggen?
Anders is Elsje toch zoo vroolijk en
opgeruimd en nu op eenmaal zoo ern
stig. Wat voor gevaren zijn dat, waar
van zij sprak? Ik wil toch niets
kwaads. Ik begrijp dat alles niet; maar
't is mij zoo bang te moede. Weg met
al die dwaze gedachten! Nu weer flink
school gedaan; daar ben ik toch voor
hier. Die feest-episode is voorbij; ik
begraaf ze, ik ben onderwijzeres; ik
wil alleen weer aan mijn kinderen
denken en Elsje liefhebben. Goeden
nacht!
12 Juni.
Dwaze mannen.
Nu houdt toch werkelijk alles op;
voor zoo dwaas had ik dan toch de
mannen niet gehouden. Vandaag v/eer
twee kaarten en een brief. Op de eene
kaart informeert een zekere Frits
Bord naar mijn waarde gezondheid
en zendt zijn eerbiedigste groeten en
wenschen voor mijn welzijn. Zeer tref
fend, doch ik verdenk er dien mijn
heer Bord ernstig van, een bord voor
't hoofd te heblen. Op de andere kaart
vraagt een jonge boekhouder, hoe ik
i .e op het feest geamuseerd heb en
verzoekt om een ansicht, om een
ten doel hebbende, de toepassing van
de maatregelen van het sanitair toe
zicht op de scheepvaart meer afdoen
de en minder hinderlijk te maken, ver
klaarde men algemeen zich daarmede
te kunnen vereenigen.
Verscheidene leden verklaarden
gaarne te zulen zien, dat ook met an
dere landen een gelijksoortig verdrag
zal worden gesloten.
Vele leden gaven als hun oordeel te
kennen, dat de Nederlandsche tekst
van het verdrag op een groot aantal
punten weinig juist schijnt. Ware het
niet aldus deze leden dat uit de
stukken duidelijk blijkt, dat het ver
drag in het Nederlandsch en in het
Fransch is gesloten en dat daarbij aan
het Nederlandsch een eerste plaats is
gegeven, men zou geneigd zijn, den
Nederlandschen tekst voor een minder
geslaagde vertaling van den Franschen
aan te zien
Eenige leden vestigden er nog de
aandacht op. dat bij de voorbereiding
van dit verdrag verzuimd is, het ad
vies der reeders in te winnen.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Bedankt: Voor Garderen, J. van Am-
stel, te Putten (Vel.).
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Rotterdam-Delfshaven
(vac. Ds. Nomes) H. A. Munnik Sr., te
Zwolle en voor de nieuwe standplaats H.
Knoop te Gouda.
BEROEPBAAR.
De heer U. Elgersma, theol. candidaat
te Lichtaard, die door de classis Hallum
praeparatoir werd geëxamineerd, zal na
1 April gaarne een eventueel beroep in
overweging nemen.
Ds. JAC. BARBAS J. Azn.
Morgen viert Ds. Jac. Barbas J. Azn.,
Ned. Herv. predikant te Schaarsbergen
zijn 55-jarig ambtsjubileum.
De krasse grijsaard werd in 1849 gebo
ren en in 1872 candidaat in Noord-Bra
bant, om 9 Maart 1873 te Gerkesklooster
het predikamLt te aanvaarden. In 1875
vertrok hij naar Buren, welke standplaats
hij in 1877 met Bemmel verwisselde.
Sinds 22 Sept. 1889 dient Ds. Barbas zijn
tegenwoordige gemeente.
GEREF. GEM ONDER HET KRUIS TE
ENKHUIZEN.
Het bericht over het beroepen van den
heer Wijting, oefenaar te Rijssen, bij de
Geref. Gem. onder het Kruis te Enkhui
zen, was, naar De Standaard mededeelt,
eenigszins voorbarig. Er is nog geen be
roep uitgebracht.
EV. LUTH. GEM. TE MIDDELBURG EN
VLISSINGEN.
Men meldt aan De Standaard, dat de
Evang. Luth. Gem. te Middelburg in com
binatie met Vlissingen het beroepings-
werk ter hand neemt. Hieruit blijkt, dat
het bericht omtrent het uitbrengen van
een beroep op Dr. J. E. B. Blase niet juist
kan zijn. Zaterdagavond zullen de gecom
bineerde gemeenten een beroep uitbren
gen.
BEGRAFENIS Ds. B. v. SCHELVEN.
Op de begraafplaats te Bloemeridaal
werd gistermiddag om 2 uur ter aarde be
steld het stoffelijk overschot van wijlen
Ds. B. van Schelven, emeritus-predikant
der Gereformeerde Kerk te Amsterdam,
die Zondag plotseling te Santpoort is
overleden. Van de vele aanwezigen noe
men wij de heeren T. H. van Eeghen, G.
Wolzak Hzn., Mr. G. H. A. Grosheide, di
recteuren van de Vrije Universiteit; cura
toren Mr. S. de Vries en Mr. J. Verdam;
namens den senaat prof. Dr. A. Goslinga
en prof. Dr. J. Waterink, secretaris; de
hoogleeraren F. W. Grosheide, G. C. Aal-
ders, H. J. Prs en P. A. Diepenhorst; den
oud-directeur II. W. van Marle en vele
studenten; namens het Chr. Nat. School
onderwijs de heeren Mr. Schut, R. Vene-
ma, Dane; leeraren van het Geref. Gym
nasium te Amsterdam; Ds. H. Metering
namens de commissie van deputaten voor
hulpbehoevende kerken; dr. B. Wielenga,
J. L. Schouten en Dr. W. Harrenstein, de
putaten van de Gen. Synode voor de zen
ding; namens de Geref. Kerk te Amster
dam Ds. H. Mulder, Ds. T. Ferwerda, pre
dikanten, A. Hein, K. H. van Vleuten,
ouderlingen, N. J. Vos en Mr. J. Verdam,
diakenen; namens de Geref. Kerk te
Haarlem de heeren J. D. Boerkool en H.
B. Weyland; namens de kerkeraad te
Halfweg Ds. Groenewegen; namens den
kerkeraad Amsterdam-Zuid Ds. H. S.
Bouma en de heeren van Kooten, van Lo-
chem en van Beek; namens den kerke
raad te Santpoort Ds. G. Bakker, voorts
Ds. H. Meyer, Geref. predikant te Alk
maar, de oud-minister A. W. F. Idenburg,
P. A. de Gaay Fortman, burgemeester van
Dordrecht en verder vele predikanten.
In de aula las Ds. J. C. Brussaard 2
Cor. 5 4—5 en 1 Thes. 41318, waarna
de aanwezigen een psalm zongen. Daarna
werd de baar grafwaarts gedragen, waar
bij studenten als slippendragers rungeer
den.
DE KWESTIE TE TIENHOVEN.
De Utrechtsche Rechtbank heeft giste
ren vier weken uitstel verleend in de
procedure der Geref. Kerk te Tienhoven
als eischeres en Ds. Smelik als gedaagde
waarin van laatstgenoemde ontruiming
der pastorie wordt gevorderd.
EINDEXAMENS H.B.S. 5-J. C.
De Ned. St. Ct. van 6 dezer vermeldt de
volgende uitslagen der candidaatsexamens
H.B.S. 5-j. c. van 1927:
Van de 2147 man), en 670 vr. candidaten
slaagden 1835 manl. en 581 vr. Van deze
2147 manl. cand. waren er 711 van Rijks
H.B.S., 777 van gemeent. H.B.S. en 654
van bijzondere H.B.S.
Voor het eindexamen lit. econ. afd.
slaagden 492 manl. cand. en 234 vr. van
568 manl. en 263 vr.
GIFTEN EN LEGATEN.
De Geref. Kerk te Groningen heeft on
der recht van vruchtgebruik een bedrag
van 1500 gelegateerd gekregen.
S T ATEN - GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Voortgezet wordt de behandeling
van het Aardewerkwetje.
Minister DE GEER verklaart, dat
het ontwerp geen prijsgeven van den
vrijhandel beteekent, d:.ar slechts in
één geval en daarna niet meer, een
noodmaatregel getroffen wordt. Dit
geval is een streekbelmg, dat met
het bestaan 'van deze industrie ge
moeid is.
De reden voor het ontwerp is de
moeilijkheid, voortkomende uit dum
ping, welke overwonnen kan worden
na steun, waarvan de tijdelijkheid
naar Spr.'s oordeel fataal behoort te
zijn.
Er zijn opmerkingen gemaakt be
treffende de overwerkvergunningen.
Deze zijn niet alleen voor sanitair,
maar een enkele maal ook voor huis
houdelijk aardewerk verleend, n.l.
voor de uitvoering van spoedorders.
Overwerkvergunningen zijn evenwel
geen symptoom van den bloei van een
bedrijf. Bloeit een bedrijf, den moeten
meer arbeiders worden aangesteld;
everwerkve. gunningen wijzen slechts
op tijdelijke drukte.
Het aantal ingeschreven werkloo-
zen is geen maatstaf voor de werk
loosheid in de betrokken industrie,
daar een aantal geschoolde arbeiders
dezer industrie als grondwerkers zijn
te werk geseld en als zoodanig zijn in
geschreven.
Er is gewezen op de mogelijkheid
van kapitaal-verstrekking, maar de
Maastrichtsche industrie heeft geen
crediet noodig, dat kan ze nog wel bij
haar bankier krijgen. Crediet kan haar
niet helpen tegen de dumping van
het buitenland. En zou do heer Vlie
gen tegen kapitaal-verstrekking niet
hetzelfde bezwaar moeten hebben als
tegen dit onwerp, n.l. dat men den an
der niet kan weigeren wat men den
een geeft?
De vrees is uitgesproken voor re
presaille en voor prijsverhooging.
Wat het eerste betreft, betoogt spr„
dat landen, die op onze kerami
sche producten 40 k 50 pCt. heffen, de
moreele kracht missen om represail
les toe te passen tegenover een tarief
van 15 pCt. Men late zich niet in de
war brenjgen door wat, veelal onder
den invloed van importeurs, geschre
ven wordt. En wat aangaat de meer
dere duurte, die zal ten hoogste neer
komen op 1 cent per week en per ge
zin.
De keuze tusschen dit ontwerp en
den vrijhandel behoeft niet te worden
gedaan. De grootste vrijhandelaars
hebben steeds de rechtmatigheid er
kend van tijdelijke maatregelen ter
opvoeding van een jonge industrie.
En hetzelfde geldt voor een industrie
die door een bonte mengeling van
invloeden en omstandigheden is neer
geslagen.
Dit ontwerp zal mogelijk verwor
pen worden. Dan zal in ieder geval
aan de sloopende onzekerheid voor
deze industrie een einde gemaakt
worden. Maar als de schepen achter
haar rug verbrand worden, dan hoopt
9pr., dat de industrie de kracht zal
hebben zichzelf op te richten, de tan
den op elkaar en doende wat haar
plicht is. Want het geheele volk
wenscht, dat een brandpunt der kera
mische industrie behouden blijft. Spr.
hoopt, dat het de keramische indus
trie goed moge gaan en dat later op
een der nieuwe fabrieksgebouwen ge
beiteld zal kunnen worden: uit verlies
winst.
De heer VLIEGEN (S.D.) repliceert
en betoogt, dat de R.-K. hierbij be
oogen de scheiding tusschen Noord en
Zuid te vergrooten en het moment
van de uiterste noodzaak te verschui
ven.
Dat er gedumpt zou worden is met
geen enkele cijfer aangetoond. Het
moet nog bewezen worden, dat bui-
tenlandsch aardewerk hier beneden
den kostprijs is ingevoerd.
De heer L. DE VISSER (C.P.) be
toogt, dat het vraagstuk beheerscht
wordt door de klasseverhoudingen.
En als communisten hun standpunt
bepalen, doen zij dit volkomen los van
de overwegingen, waardoor de bour
geoisie wordt geleid. De bezittende
klasse kiest al naar het haar uitkomt,
vrijhandel of protectie, de srtrijd daar
tegen is de onverzoenlijke klassen
strijd, waardoor het vraagstuk van
zelf wordt opgelost omdat het in een
socialistische wereldmaatschappij
niet kan bestaan. Wil men het afzet
gebied vergrooten, dan erkenne men
de sovjet-republiek, waardoor een ge
bied 1/6 der aarde groot, als afzetge
bied wordt verkregen. Van den Vol
kenbond is niets te verwachten, de
daarbij aangesloten machten houden
zich geen van alle aan de Geneefsche
resoluties. Wie de socialistische maat
schappij niet wil, komt noodzakelijk
tot sociale kwakzalverij.
De heer DROOGLEEVER FORTUYN
(V.B.) repliceert. Hij erkent de deug
delijkheid in sommige omstandighe
den van streekmotieven, doch dan
moet van te voren vaststaan dat de
hulp aan een bepaalde streek noodig
en onontbeerlijk is. Dat is evenwel
niet aangetoond en er is ook geen po
ging toe gedaan. Integendeel is geble
ken, dat men niet te ruim in het per
soneel zit, zooals beweerd is, doch te
krap, zoodat bij de minste drukte
overwerkvergunning moet worden
gevraagd. Evenmin is aangetoond,
dat men hier met dumping te doen
heeft en een beroep op het Schoenen
wetje gaat niet op, omdat daar het
valuta-argument gold, hetgeen hier
niet het geval is.
De heer OUD (V.D.) repliceert en
herhaalt zijn argumenten, die door
de Regeering z.i. niet weerlegd zijn.
De heer VAN GIJN (V.B.) vraagt bij
herhaling of dé vorige week weer 60
arbeiders zijn aangenomen en of dat
maar altijd zoo door gaat. Spr. heeft
daarop geen antwoord gekregen. Hij
meent, dat is komen vast te staan, dat
de verkoopsorganisatie niet deugt.
Men kan een belasting van 50 cents
per jaar per gezin niet veel vinden,
maar wat bereikt men ermee? Dat
een paar honderd arbeiders meer in
eenige fabrieken te werk kunnen wor
den gesteld.
De heer HERMANS (R.-K.) repli
ceert. Hij merkt tegenover den heer
Vliegen op, dat de daling van het aan
tal arbeiders in 1920 en 1921 niet in
topjaren voorkwam, doch dat de jaren
1920 en 1921 juist een sterke stijging
van den invoer en een scherpe daling
van den uitvoer te zien gaven.
Spr. betoogt uitvoerig, dat dumping
me vanmorgen, om na schooltijd te
gen den avond eens bij hem te ko
men. En toen ik vanmiddag thuis
kwam, ontdekte ik, dat mijnheer Her-
bold mij niet vergeten had; de post
bracht me een pakje hoeken van hem,
twee romans en een boek over het
Monisme. Ook ontving ik een brief
van het groote dames-kleeding-maga
zijn Rauenfels en Co., te Keulen. De
ze laatste was de meest interessante.
Die firma vraagt me namelijk, of ik
haar niet de eer wil doen, mij door
haar een geheel costuum te laten ma
ken. Men wenschte voor de stof niet
de minste vergoeding te ontvangen en
verlangde slechts, om mijn eergevoel
te eerbiedigen, 't bedrag van 30 mark.
Of ik zoo goed wilde zijn, mij spoedig
aan te dienen voor het nemen der
maat. 't Was in het belang der firma,
aan eene zoo verblindende schoon
heid, als ik was, (hm!) hare kunst te
foonen. Elsje, aan wie ik een en an
der meedeelde, meende lachend, dat
ik dit aanbod kalm moest aanne
men. Groote firma's plachten dat
meermalen te doen, om naam te ma
ken en klandizie te trekken, en zelfs
dames uit de groote wereld zagen
niets daarin. Ik wil er eens over na
denken. Een nieuw kostuum kan ik
goed gebruiken, want mijn garderobe
is niet al te schitterend; daarvoor
heeft tante gezorgd, die me altijd
voorhield, dat onderwijzeressen zich
steeds zeer eenvoudig, moesten klee-
den. Ik moest aan haar een voorbeeld
nemen. Niet kwaad! Alsof een
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 8 Maart 1928.
Er bestaat een blad zonder naam,
alleen met een teekening, die zoowel
een „bezem" als een „kwast" kan zijn.
Ze noemen het: De bezem. Maar om
dat de teekening ook een kwast kan
zijn, geloof ik, dat het beter is het „De
kwast" te noemen.
Ik zal zeggen waarom.
Het blad zegt fascistisch te zijn.
Welnu, de wonderolie-manier van
onzen kwast komt in de taal wel aar
dig uit.
Ik tref in het eerste artikel van het
no. van 2 Maart uitdrukkingen aan
als: „Vuilzinnig" Democraat inplaats
van Vrijzinnig Democraat. De „vuile"
republiek der Vereenigde Nederlanden
die ons volk in een weeën „zweet-
slaap" wiegde en „jengelde", waaruit
de Kwast het wakker zal „porren" met
zijn bezem. Dat „van recht ijlt, zonder
zijn recht te kunnen verdedigen".
Een schrijver (blijkbaar is bedoeld
de Kunstredacteur van Het Volk)
wordt genoemd „een stuk ongedierte"
dat schrijft „als een half idioot wezen
in vuilnisbakstijl". Watblief? Dat heet
„kwijlende, poenige gootsteen-littera
tuur" van een „slijmkwal".
Ik lees verder, dat 99 pet. van de
vrijgestelden „vulgo-parasieten" zijn,
„houding-, hersen-, ruggegraatlooze
knullen, molestatie-materiaal, sta-
kings- en andere misleiders".
Tot slot nog dit: Jhr. van Karne-
beek wordt genoemd „onzen ex(neger)-
minister". Van „Merijntje Gijzen"
wordt gezegd, dat het „aan buikloop
is gestorven" en wordt de zucht ge
slaakt, „gelukkig, dat we van dat mis
selijk jong af zijn".
Wat dunkt je: Een leuke kwast he?
OBSERVATOR.
wel degelijk bestaat en ook bewezen,
ja door de Duitschers zelf erkend is.
Er is ook sociale dumping, want de
loonen in Duitschland zijn lager, de
vrouwenarbeid is er grooter dan in
Maastricht. Tegen deze sociale dum
ping moeten maatregelen genomen
worden, zooals ook de heer S-tenhuis
in „De Strijd" schreef. Zal hij zich
daaraan houden en voor het ontwerp
stemmen?
De heer v. d. HEUVEL (A.-R.) be
strijdt de voorstelling, dat de belan
gen van land- en tuinbouw zich tegen
dit ontwerp verzetten. Slechts een
zeer klein gedeelte van de boeren, dat
in dorpsherbergen een bepaalde rol
speelt, is tegen protectie. Wij zijn het
meest vrijgevige land van ue wereld
en toch worden onze landbouwpro
ducten in het buitenland schandelijk
hehandeld. Sprekers standpunt, hangt
af van de beantwoording der vragen,
die dr. De Visser in eerste instantie
stelde en daar de Minister die vragen
zeer bevredigend heeft beantwoord,
acht spr. het ontwerp acceptabel.
Verwerpt de Kamer het, dan staat zij
schuldig aan het blijven kwijnen van
deze industrie.
De heer v. d. WAERDEN (S.D.) ont
kent, dat de tendenz van de conferen
tie van Genève zou zijn alleen buiten
gewone tarieven te willen tegengaan.
De strekking van die conferentie was
wel degelijk uit te spreken, dat in-
voerbelemmering een land niet ver
rijkt. Men achtte den tijd voor ver
laging der tarieven gekomen.
Spr. betreurt het, dat de heer Her
mans jammerklachten heeft aangehe
ven over den slechten toestand van
Limburg. Hij vergeet, dat er tal van
andere grooite bedrijven zijn gekomen,
dat er een cementfabriek is gekomen
en dat er 33000 mijnwerkers zijn. De
heer Hermans heeft geklaagd over de
50 pCt. der kinderen in Maastricht,
die ondervoed zouden zijn. De officiee-
le enquête heeft echter uitgewezen, dat
deze kinderen wel voldoende, maar
verkeerde voeding krijgen. Het is
jammer, dat op deze wijze de kloof
tusschen het Zuiden en het Noorden,
die reeds aan het verdwijnen was,
wordt verbreed. Wij meenen het even
goed met het Zuiden, roept spr. uit;
ik zelf ben een Brabander, mijn hoofd
is in Holland, maar mijn hart klopt
in Brabant (vroolijkheid).
De heer VERAART (R.-K.) repliceert.
jong meisje zich als een oude dame
kleeden kon!
Summa summarum, het aanbod der
firma verdient overweging. Komisch
blijft 't echter altijd, van me zelf te
vorderen, als een wandelend uitstal
raam onder de menschen rond te loo-
pen. Ik moet zelf om het geval lachen
De boeken van Herbold schijnen in
teressant. Ik sloeg een der romans op
goed geluk af open, en vond daarin
de prachtigste schildering van een
onweder, waardoor twee verliefde
menschenkinderen in een bosch over
vallen werden. Het gaat er daarbij
wel is waar wat hartstochtelijk naar
toe maar zoo zijn die romans im
mers alle. Het boek jver het Monisme
eischt studie.
Vaderlijke Vermaningen.
De Directeur maakte mij verwijten
over alles en nog was: dat hij mijn
uiterlijk optreden te vrij vond, enz. Ik
moet bekennen, ik vond dit eenigs
zins zonderling; ik heb toch niets ge
daan; dat zeide ik hem dan ook. En
toen hij ook op mijn omgang met
mijn beide mede-onderwijzeressen
wees, verdedigde ik die duchtig, voor
al Elsje. Hij bleef er echter bij, ik was
op geen goeden weg; ik moest anders
worden, zoo niet, dan zou 't wellicht
ongelukkig met me afloopen. Hij
meende het goed met mij; eene chris
telijke onderwijzeres kon niet optre
den als een trouwlustig meisje, het
welk men 't tenslotte niet kwalijk
nam, als het naar een feest ging, om
een man te vinden.
autogram van mij te bezitten dat
kun je begrijpen!
De brief is nog 't gekste. Er zat een
kaart in, welke als met twee deurtjes
kan gesloten worden. Op het door die
deurtjes bedekte gedeelte stond het
volgende vers:
Roza Wantolf, ster des levens,
Gij, het eeniigst doel mijns strevens,
Slaag ik eens in 't naar u dingen,
'k Zal dan blij en dankbaar zingen.
Keulen, 11'6. Adolf Ster, Tailleur.
Die man moest leeren een fatsoen
lijke jas te maken; dat ware verstan
diger van hem dan verzen te smeden.
Al3 ik maar een middel wist, om dien
brievenstroom te stuiten! Wat moet
de post hi?r wel van me denken? En
fin. eens moet 't toch ophouden. Eén
geluk, dat tante er niets van weet.
Morgen zal ik deze drie stuks, over
eenkomstig mijne belofte, aan Elsje
ter hand stellen. Dan heeft zij weer
iets om te lachen.
Wat is met Elsje?
En mijn klas? Ja, ik had en heb
wel is waar den vasten wil halt,
daar heb ik 'n woord neergeschreven,
dat ik voor mijn geweten niet kan ver
antwoorden mijn wil is niet vast;
ware hij dat wel. dan zou ik me an
ders gedragen. Ik stel niet meer dat
belang in de school, wat ik me op de
kweekschool had voorgesteld, en
herhaaldelijk heb ik me reeds op ge
dachten aan trouwen betrapt. Is
dat dan iet. kwaads? Elsje trouwt
toch ook en niemand, absoluut nie-
I mand neemt 't haar kwalijk. Ieder
een betreurt slechts haar heengaan,
daar zij een zoo degelijke onderwijze
res is. De kinderen hebben veel met
haar op en de ouders ook heel
veel zelfs! Waarom?
Zij is schoon, zeer schoon, en als zij
iemand zoo vol met haar groote, don
kere oogen aanziet, dan gevoelt men
zijn hart tot haar getrokken. Zij is al
tijd vroolijk en tegenover allen goed.
En toch heeft zij in haar wezen, iets
hoe zal ik het noemen? iets zoo
eerbied-afdwingends. Dat kon ik ook
op het feest bemerken. Maar waar
om was zij gisteren nu op eenmaal
zoo weemoedig, alsof zij reeds zwaar
verdriet had ondervonden? Onze gods
dienstleeraar heeft ons eens gezegd,
dat het harde noodlot het karakter
bevestigt dikwijls echter ook den
mensch, die het geloof ~erloren heeft,
tot vertwijfeling en zelfmoord drijft
zelfmoord? Verschrikkelijk!
Hoe kan men zoo iets doen? Elsje is
zoo niet; zij bézit nog geloof; onge
twijfeld, al te veel doet zij er niet
aan; daar moet juffrouw Roszkind
wel de schuld van zijn. Die is me
eigenlijk zeer onsvmpathiek. Ik heb
een inwendigeri hekel aan dat eeuwig
Gefilosofeer. Ik kan echter goed geloo-
ven, dat zij 't slechts doet, omdat ze
zoo leelijk is en geen enkel man haar
mag. Eigenlijk zou ik wel zoo vvil-
!on zijn als Elsje.
Nu wordt 't grappig; ik gelijk een
vesting, welke van drie zijden be
stormd wordt. De directeur verzocht