NIEUWE LEIOSCHE COURANT He! dagboek van een Leerares van DONDERDAG 8 MAART '28 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. AALSMEERSCHE BLOEMEN TENTOONSTELLING. Het heeft Z. K. H. den Prins der Nederlanden behaagd, het Bescherm heerschap der Groote Aalsmeersche Bloemententoonstelling te aanvaar den .Het Eere Voorzitterschap van het Eere-Comité is welwillend aangeno men door den minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw, den Mi nister van Buitenlandsche Zaken, den Minister van Waterstaat, den Com missaris der Koningin in de Provin cie Noord Holland, en de Gezanten van Frankrijk, Zweden, Zwitserland, Oostenrijk, Engeland, Hongarije, Bel gië en Duitschland. terwijl verder een 60-tal autoriteiten uit binnen- buiten land hebben verklaard, zitting in het eere-comité te nemen. In de Jury zullen 12 nationaliteiten vertegenwoordigd zijn. Het geheel belooft een grootsche manifestatie op tuinbouwgebied te worden. ONZE GEZANT TE BRUSSEL. Naar Belga uit Brussel meldt, heeft minister Hijmans gisteren Jhr. van Nispen tot Sevenaer ontvangen, die binnenkort zijn geloofsbrieven aan den Koning zal overhandigen. DE LLOYD RAPIDE. De Lloyd Rapide, de sneltrein van Marseille naar ons land, die na de aankomst van de Indrapoera morgen ochtend 10.05 uit Marseille vertrekt, wordt Zaterdagmorgen 9.19 in Den Haag verwacht. BEGRAFENIS VAN TOOROP. Met betrekking tot deze begrafenis, die gisteren plaats had. vernemen wij nog het volgende: In de kapel werd de absoute ver richt door Prof. Pater Raaymakers, die geassisteerd werd door Pastoor Jorna en Prof. Pater van Ginneken. Het stoffelijk overschot werd in den algemeenen grafkelder bijgezet. Pater Raaymakers verrichtte de beaarding. Het oudste familielid, gepens. kolo nel Brans, dankte namens de achter geblevenen in de eerste plaats den ver tegenwoordiger der Koningin, den Mi nister, den burgemeester, en verder alle vrienden en kennissen, die den overledene de laatste eer hadden ge bracht. DE AREMBERGER SLUIS. De beantwoording van schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Duymaer van Twist, betreffende de wenschelijkheid om de Aremberger Sluis niet op te ruimen, wordt door den minister van waterstaat aange houden tot na de a.s. zomerzitting van de Staten van Overijsel. DE K. N. A. C. NAAR DE ZUIDERZEE. De Koninklijke Nederlandsche Auto mobiel Club is voornemens in den loop van Juni voor haar leden een excursie te organiseeren ter bezichti ging van de Zuiderzeewerken. GEORGANISEERD OVERLEG LANDSDRUKKERIJ. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken en land bouw is, met igang van 7 dezer. Mr. H. Biileveld, lid van de Tweede Ka mer, der Staten Generaal, benoemd tot voorzitter van de bijzondere commis sie voor georganiseerd overleg in za ken, rakende het werklieden-personeel van de Algemeene Landsdrukkerij. NEDERLAND EN BELGIë. Bij het afdeelingsonderzoek door de Tweede Kamer van het wetsontwerp tot goedkeuring van het tusschen Ne derland en België gesloten verdrag, FEUILLETON. Naar het Duitsch. 9). o Wat moet ik daar nu van zeggen? Anders is Elsje toch zoo vroolijk en opgeruimd en nu op eenmaal zoo ern stig. Wat voor gevaren zijn dat, waar van zij sprak? Ik wil toch niets kwaads. Ik begrijp dat alles niet; maar 't is mij zoo bang te moede. Weg met al die dwaze gedachten! Nu weer flink school gedaan; daar ben ik toch voor hier. Die feest-episode is voorbij; ik begraaf ze, ik ben onderwijzeres; ik wil alleen weer aan mijn kinderen denken en Elsje liefhebben. Goeden nacht! 12 Juni. Dwaze mannen. Nu houdt toch werkelijk alles op; voor zoo dwaas had ik dan toch de mannen niet gehouden. Vandaag v/eer twee kaarten en een brief. Op de eene kaart informeert een zekere Frits Bord naar mijn waarde gezondheid en zendt zijn eerbiedigste groeten en wenschen voor mijn welzijn. Zeer tref fend, doch ik verdenk er dien mijn heer Bord ernstig van, een bord voor 't hoofd te heblen. Op de andere kaart vraagt een jonge boekhouder, hoe ik i .e op het feest geamuseerd heb en verzoekt om een ansicht, om een ten doel hebbende, de toepassing van de maatregelen van het sanitair toe zicht op de scheepvaart meer afdoen de en minder hinderlijk te maken, ver klaarde men algemeen zich daarmede te kunnen vereenigen. Verscheidene leden verklaarden gaarne te zulen zien, dat ook met an dere landen een gelijksoortig verdrag zal worden gesloten. Vele leden gaven als hun oordeel te kennen, dat de Nederlandsche tekst van het verdrag op een groot aantal punten weinig juist schijnt. Ware het niet aldus deze leden dat uit de stukken duidelijk blijkt, dat het ver drag in het Nederlandsch en in het Fransch is gesloten en dat daarbij aan het Nederlandsch een eerste plaats is gegeven, men zou geneigd zijn, den Nederlandschen tekst voor een minder geslaagde vertaling van den Franschen aan te zien Eenige leden vestigden er nog de aandacht op. dat bij de voorbereiding van dit verdrag verzuimd is, het ad vies der reeders in te winnen. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Bedankt: Voor Garderen, J. van Am- stel, te Putten (Vel.). GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Rotterdam-Delfshaven (vac. Ds. Nomes) H. A. Munnik Sr., te Zwolle en voor de nieuwe standplaats H. Knoop te Gouda. BEROEPBAAR. De heer U. Elgersma, theol. candidaat te Lichtaard, die door de classis Hallum praeparatoir werd geëxamineerd, zal na 1 April gaarne een eventueel beroep in overweging nemen. Ds. JAC. BARBAS J. Azn. Morgen viert Ds. Jac. Barbas J. Azn., Ned. Herv. predikant te Schaarsbergen zijn 55-jarig ambtsjubileum. De krasse grijsaard werd in 1849 gebo ren en in 1872 candidaat in Noord-Bra bant, om 9 Maart 1873 te Gerkesklooster het predikamLt te aanvaarden. In 1875 vertrok hij naar Buren, welke standplaats hij in 1877 met Bemmel verwisselde. Sinds 22 Sept. 1889 dient Ds. Barbas zijn tegenwoordige gemeente. GEREF. GEM ONDER HET KRUIS TE ENKHUIZEN. Het bericht over het beroepen van den heer Wijting, oefenaar te Rijssen, bij de Geref. Gem. onder het Kruis te Enkhui zen, was, naar De Standaard mededeelt, eenigszins voorbarig. Er is nog geen be roep uitgebracht. EV. LUTH. GEM. TE MIDDELBURG EN VLISSINGEN. Men meldt aan De Standaard, dat de Evang. Luth. Gem. te Middelburg in com binatie met Vlissingen het beroepings- werk ter hand neemt. Hieruit blijkt, dat het bericht omtrent het uitbrengen van een beroep op Dr. J. E. B. Blase niet juist kan zijn. Zaterdagavond zullen de gecom bineerde gemeenten een beroep uitbren gen. BEGRAFENIS Ds. B. v. SCHELVEN. Op de begraafplaats te Bloemeridaal werd gistermiddag om 2 uur ter aarde be steld het stoffelijk overschot van wijlen Ds. B. van Schelven, emeritus-predikant der Gereformeerde Kerk te Amsterdam, die Zondag plotseling te Santpoort is overleden. Van de vele aanwezigen noe men wij de heeren T. H. van Eeghen, G. Wolzak Hzn., Mr. G. H. A. Grosheide, di recteuren van de Vrije Universiteit; cura toren Mr. S. de Vries en Mr. J. Verdam; namens den senaat prof. Dr. A. Goslinga en prof. Dr. J. Waterink, secretaris; de hoogleeraren F. W. Grosheide, G. C. Aal- ders, H. J. Prs en P. A. Diepenhorst; den oud-directeur II. W. van Marle en vele studenten; namens het Chr. Nat. School onderwijs de heeren Mr. Schut, R. Vene- ma, Dane; leeraren van het Geref. Gym nasium te Amsterdam; Ds. H. Metering namens de commissie van deputaten voor hulpbehoevende kerken; dr. B. Wielenga, J. L. Schouten en Dr. W. Harrenstein, de putaten van de Gen. Synode voor de zen ding; namens de Geref. Kerk te Amster dam Ds. H. Mulder, Ds. T. Ferwerda, pre dikanten, A. Hein, K. H. van Vleuten, ouderlingen, N. J. Vos en Mr. J. Verdam, diakenen; namens de Geref. Kerk te Haarlem de heeren J. D. Boerkool en H. B. Weyland; namens de kerkeraad te Halfweg Ds. Groenewegen; namens den kerkeraad Amsterdam-Zuid Ds. H. S. Bouma en de heeren van Kooten, van Lo- chem en van Beek; namens den kerke raad te Santpoort Ds. G. Bakker, voorts Ds. H. Meyer, Geref. predikant te Alk maar, de oud-minister A. W. F. Idenburg, P. A. de Gaay Fortman, burgemeester van Dordrecht en verder vele predikanten. In de aula las Ds. J. C. Brussaard 2 Cor. 5 4—5 en 1 Thes. 41318, waarna de aanwezigen een psalm zongen. Daarna werd de baar grafwaarts gedragen, waar bij studenten als slippendragers rungeer den. DE KWESTIE TE TIENHOVEN. De Utrechtsche Rechtbank heeft giste ren vier weken uitstel verleend in de procedure der Geref. Kerk te Tienhoven als eischeres en Ds. Smelik als gedaagde waarin van laatstgenoemde ontruiming der pastorie wordt gevorderd. EINDEXAMENS H.B.S. 5-J. C. De Ned. St. Ct. van 6 dezer vermeldt de volgende uitslagen der candidaatsexamens H.B.S. 5-j. c. van 1927: Van de 2147 man), en 670 vr. candidaten slaagden 1835 manl. en 581 vr. Van deze 2147 manl. cand. waren er 711 van Rijks H.B.S., 777 van gemeent. H.B.S. en 654 van bijzondere H.B.S. Voor het eindexamen lit. econ. afd. slaagden 492 manl. cand. en 234 vr. van 568 manl. en 263 vr. GIFTEN EN LEGATEN. De Geref. Kerk te Groningen heeft on der recht van vruchtgebruik een bedrag van 1500 gelegateerd gekregen. S T ATEN - GENERAAL. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Voortgezet wordt de behandeling van het Aardewerkwetje. Minister DE GEER verklaart, dat het ontwerp geen prijsgeven van den vrijhandel beteekent, d:.ar slechts in één geval en daarna niet meer, een noodmaatregel getroffen wordt. Dit geval is een streekbelmg, dat met het bestaan 'van deze industrie ge moeid is. De reden voor het ontwerp is de moeilijkheid, voortkomende uit dum ping, welke overwonnen kan worden na steun, waarvan de tijdelijkheid naar Spr.'s oordeel fataal behoort te zijn. Er zijn opmerkingen gemaakt be treffende de overwerkvergunningen. Deze zijn niet alleen voor sanitair, maar een enkele maal ook voor huis houdelijk aardewerk verleend, n.l. voor de uitvoering van spoedorders. Overwerkvergunningen zijn evenwel geen symptoom van den bloei van een bedrijf. Bloeit een bedrijf, den moeten meer arbeiders worden aangesteld; everwerkve. gunningen wijzen slechts op tijdelijke drukte. Het aantal ingeschreven werkloo- zen is geen maatstaf voor de werk loosheid in de betrokken industrie, daar een aantal geschoolde arbeiders dezer industrie als grondwerkers zijn te werk geseld en als zoodanig zijn in geschreven. Er is gewezen op de mogelijkheid van kapitaal-verstrekking, maar de Maastrichtsche industrie heeft geen crediet noodig, dat kan ze nog wel bij haar bankier krijgen. Crediet kan haar niet helpen tegen de dumping van het buitenland. En zou do heer Vlie gen tegen kapitaal-verstrekking niet hetzelfde bezwaar moeten hebben als tegen dit onwerp, n.l. dat men den an der niet kan weigeren wat men den een geeft? De vrees is uitgesproken voor re presaille en voor prijsverhooging. Wat het eerste betreft, betoogt spr„ dat landen, die op onze kerami sche producten 40 k 50 pCt. heffen, de moreele kracht missen om represail les toe te passen tegenover een tarief van 15 pCt. Men late zich niet in de war brenjgen door wat, veelal onder den invloed van importeurs, geschre ven wordt. En wat aangaat de meer dere duurte, die zal ten hoogste neer komen op 1 cent per week en per ge zin. De keuze tusschen dit ontwerp en den vrijhandel behoeft niet te worden gedaan. De grootste vrijhandelaars hebben steeds de rechtmatigheid er kend van tijdelijke maatregelen ter opvoeding van een jonge industrie. En hetzelfde geldt voor een industrie die door een bonte mengeling van invloeden en omstandigheden is neer geslagen. Dit ontwerp zal mogelijk verwor pen worden. Dan zal in ieder geval aan de sloopende onzekerheid voor deze industrie een einde gemaakt worden. Maar als de schepen achter haar rug verbrand worden, dan hoopt 9pr., dat de industrie de kracht zal hebben zichzelf op te richten, de tan den op elkaar en doende wat haar plicht is. Want het geheele volk wenscht, dat een brandpunt der kera mische industrie behouden blijft. Spr. hoopt, dat het de keramische indus trie goed moge gaan en dat later op een der nieuwe fabrieksgebouwen ge beiteld zal kunnen worden: uit verlies winst. De heer VLIEGEN (S.D.) repliceert en betoogt, dat de R.-K. hierbij be oogen de scheiding tusschen Noord en Zuid te vergrooten en het moment van de uiterste noodzaak te verschui ven. Dat er gedumpt zou worden is met geen enkele cijfer aangetoond. Het moet nog bewezen worden, dat bui- tenlandsch aardewerk hier beneden den kostprijs is ingevoerd. De heer L. DE VISSER (C.P.) be toogt, dat het vraagstuk beheerscht wordt door de klasseverhoudingen. En als communisten hun standpunt bepalen, doen zij dit volkomen los van de overwegingen, waardoor de bour geoisie wordt geleid. De bezittende klasse kiest al naar het haar uitkomt, vrijhandel of protectie, de srtrijd daar tegen is de onverzoenlijke klassen strijd, waardoor het vraagstuk van zelf wordt opgelost omdat het in een socialistische wereldmaatschappij niet kan bestaan. Wil men het afzet gebied vergrooten, dan erkenne men de sovjet-republiek, waardoor een ge bied 1/6 der aarde groot, als afzetge bied wordt verkregen. Van den Vol kenbond is niets te verwachten, de daarbij aangesloten machten houden zich geen van alle aan de Geneefsche resoluties. Wie de socialistische maat schappij niet wil, komt noodzakelijk tot sociale kwakzalverij. De heer DROOGLEEVER FORTUYN (V.B.) repliceert. Hij erkent de deug delijkheid in sommige omstandighe den van streekmotieven, doch dan moet van te voren vaststaan dat de hulp aan een bepaalde streek noodig en onontbeerlijk is. Dat is evenwel niet aangetoond en er is ook geen po ging toe gedaan. Integendeel is geble ken, dat men niet te ruim in het per soneel zit, zooals beweerd is, doch te krap, zoodat bij de minste drukte overwerkvergunning moet worden gevraagd. Evenmin is aangetoond, dat men hier met dumping te doen heeft en een beroep op het Schoenen wetje gaat niet op, omdat daar het valuta-argument gold, hetgeen hier niet het geval is. De heer OUD (V.D.) repliceert en herhaalt zijn argumenten, die door de Regeering z.i. niet weerlegd zijn. De heer VAN GIJN (V.B.) vraagt bij herhaling of dé vorige week weer 60 arbeiders zijn aangenomen en of dat maar altijd zoo door gaat. Spr. heeft daarop geen antwoord gekregen. Hij meent, dat is komen vast te staan, dat de verkoopsorganisatie niet deugt. Men kan een belasting van 50 cents per jaar per gezin niet veel vinden, maar wat bereikt men ermee? Dat een paar honderd arbeiders meer in eenige fabrieken te werk kunnen wor den gesteld. De heer HERMANS (R.-K.) repli ceert. Hij merkt tegenover den heer Vliegen op, dat de daling van het aan tal arbeiders in 1920 en 1921 niet in topjaren voorkwam, doch dat de jaren 1920 en 1921 juist een sterke stijging van den invoer en een scherpe daling van den uitvoer te zien gaven. Spr. betoogt uitvoerig, dat dumping me vanmorgen, om na schooltijd te gen den avond eens bij hem te ko men. En toen ik vanmiddag thuis kwam, ontdekte ik, dat mijnheer Her- bold mij niet vergeten had; de post bracht me een pakje hoeken van hem, twee romans en een boek over het Monisme. Ook ontving ik een brief van het groote dames-kleeding-maga zijn Rauenfels en Co., te Keulen. De ze laatste was de meest interessante. Die firma vraagt me namelijk, of ik haar niet de eer wil doen, mij door haar een geheel costuum te laten ma ken. Men wenschte voor de stof niet de minste vergoeding te ontvangen en verlangde slechts, om mijn eergevoel te eerbiedigen, 't bedrag van 30 mark. Of ik zoo goed wilde zijn, mij spoedig aan te dienen voor het nemen der maat. 't Was in het belang der firma, aan eene zoo verblindende schoon heid, als ik was, (hm!) hare kunst te foonen. Elsje, aan wie ik een en an der meedeelde, meende lachend, dat ik dit aanbod kalm moest aanne men. Groote firma's plachten dat meermalen te doen, om naam te ma ken en klandizie te trekken, en zelfs dames uit de groote wereld zagen niets daarin. Ik wil er eens over na denken. Een nieuw kostuum kan ik goed gebruiken, want mijn garderobe is niet al te schitterend; daarvoor heeft tante gezorgd, die me altijd voorhield, dat onderwijzeressen zich steeds zeer eenvoudig, moesten klee- den. Ik moest aan haar een voorbeeld nemen. Niet kwaad! Alsof een AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 8 Maart 1928. Er bestaat een blad zonder naam, alleen met een teekening, die zoowel een „bezem" als een „kwast" kan zijn. Ze noemen het: De bezem. Maar om dat de teekening ook een kwast kan zijn, geloof ik, dat het beter is het „De kwast" te noemen. Ik zal zeggen waarom. Het blad zegt fascistisch te zijn. Welnu, de wonderolie-manier van onzen kwast komt in de taal wel aar dig uit. Ik tref in het eerste artikel van het no. van 2 Maart uitdrukkingen aan als: „Vuilzinnig" Democraat inplaats van Vrijzinnig Democraat. De „vuile" republiek der Vereenigde Nederlanden die ons volk in een weeën „zweet- slaap" wiegde en „jengelde", waaruit de Kwast het wakker zal „porren" met zijn bezem. Dat „van recht ijlt, zonder zijn recht te kunnen verdedigen". Een schrijver (blijkbaar is bedoeld de Kunstredacteur van Het Volk) wordt genoemd „een stuk ongedierte" dat schrijft „als een half idioot wezen in vuilnisbakstijl". Watblief? Dat heet „kwijlende, poenige gootsteen-littera tuur" van een „slijmkwal". Ik lees verder, dat 99 pet. van de vrijgestelden „vulgo-parasieten" zijn, „houding-, hersen-, ruggegraatlooze knullen, molestatie-materiaal, sta- kings- en andere misleiders". Tot slot nog dit: Jhr. van Karne- beek wordt genoemd „onzen ex(neger)- minister". Van „Merijntje Gijzen" wordt gezegd, dat het „aan buikloop is gestorven" en wordt de zucht ge slaakt, „gelukkig, dat we van dat mis selijk jong af zijn". Wat dunkt je: Een leuke kwast he? OBSERVATOR. wel degelijk bestaat en ook bewezen, ja door de Duitschers zelf erkend is. Er is ook sociale dumping, want de loonen in Duitschland zijn lager, de vrouwenarbeid is er grooter dan in Maastricht. Tegen deze sociale dum ping moeten maatregelen genomen worden, zooals ook de heer S-tenhuis in „De Strijd" schreef. Zal hij zich daaraan houden en voor het ontwerp stemmen? De heer v. d. HEUVEL (A.-R.) be strijdt de voorstelling, dat de belan gen van land- en tuinbouw zich tegen dit ontwerp verzetten. Slechts een zeer klein gedeelte van de boeren, dat in dorpsherbergen een bepaalde rol speelt, is tegen protectie. Wij zijn het meest vrijgevige land van ue wereld en toch worden onze landbouwpro ducten in het buitenland schandelijk hehandeld. Sprekers standpunt, hangt af van de beantwoording der vragen, die dr. De Visser in eerste instantie stelde en daar de Minister die vragen zeer bevredigend heeft beantwoord, acht spr. het ontwerp acceptabel. Verwerpt de Kamer het, dan staat zij schuldig aan het blijven kwijnen van deze industrie. De heer v. d. WAERDEN (S.D.) ont kent, dat de tendenz van de conferen tie van Genève zou zijn alleen buiten gewone tarieven te willen tegengaan. De strekking van die conferentie was wel degelijk uit te spreken, dat in- voerbelemmering een land niet ver rijkt. Men achtte den tijd voor ver laging der tarieven gekomen. Spr. betreurt het, dat de heer Her mans jammerklachten heeft aangehe ven over den slechten toestand van Limburg. Hij vergeet, dat er tal van andere grooite bedrijven zijn gekomen, dat er een cementfabriek is gekomen en dat er 33000 mijnwerkers zijn. De heer Hermans heeft geklaagd over de 50 pCt. der kinderen in Maastricht, die ondervoed zouden zijn. De officiee- le enquête heeft echter uitgewezen, dat deze kinderen wel voldoende, maar verkeerde voeding krijgen. Het is jammer, dat op deze wijze de kloof tusschen het Zuiden en het Noorden, die reeds aan het verdwijnen was, wordt verbreed. Wij meenen het even goed met het Zuiden, roept spr. uit; ik zelf ben een Brabander, mijn hoofd is in Holland, maar mijn hart klopt in Brabant (vroolijkheid). De heer VERAART (R.-K.) repliceert. jong meisje zich als een oude dame kleeden kon! Summa summarum, het aanbod der firma verdient overweging. Komisch blijft 't echter altijd, van me zelf te vorderen, als een wandelend uitstal raam onder de menschen rond te loo- pen. Ik moet zelf om het geval lachen De boeken van Herbold schijnen in teressant. Ik sloeg een der romans op goed geluk af open, en vond daarin de prachtigste schildering van een onweder, waardoor twee verliefde menschenkinderen in een bosch over vallen werden. Het gaat er daarbij wel is waar wat hartstochtelijk naar toe maar zoo zijn die romans im mers alle. Het boek jver het Monisme eischt studie. Vaderlijke Vermaningen. De Directeur maakte mij verwijten over alles en nog was: dat hij mijn uiterlijk optreden te vrij vond, enz. Ik moet bekennen, ik vond dit eenigs zins zonderling; ik heb toch niets ge daan; dat zeide ik hem dan ook. En toen hij ook op mijn omgang met mijn beide mede-onderwijzeressen wees, verdedigde ik die duchtig, voor al Elsje. Hij bleef er echter bij, ik was op geen goeden weg; ik moest anders worden, zoo niet, dan zou 't wellicht ongelukkig met me afloopen. Hij meende het goed met mij; eene chris telijke onderwijzeres kon niet optre den als een trouwlustig meisje, het welk men 't tenslotte niet kwalijk nam, als het naar een feest ging, om een man te vinden. autogram van mij te bezitten dat kun je begrijpen! De brief is nog 't gekste. Er zat een kaart in, welke als met twee deurtjes kan gesloten worden. Op het door die deurtjes bedekte gedeelte stond het volgende vers: Roza Wantolf, ster des levens, Gij, het eeniigst doel mijns strevens, Slaag ik eens in 't naar u dingen, 'k Zal dan blij en dankbaar zingen. Keulen, 11'6. Adolf Ster, Tailleur. Die man moest leeren een fatsoen lijke jas te maken; dat ware verstan diger van hem dan verzen te smeden. Al3 ik maar een middel wist, om dien brievenstroom te stuiten! Wat moet de post hi?r wel van me denken? En fin. eens moet 't toch ophouden. Eén geluk, dat tante er niets van weet. Morgen zal ik deze drie stuks, over eenkomstig mijne belofte, aan Elsje ter hand stellen. Dan heeft zij weer iets om te lachen. Wat is met Elsje? En mijn klas? Ja, ik had en heb wel is waar den vasten wil halt, daar heb ik 'n woord neergeschreven, dat ik voor mijn geweten niet kan ver antwoorden mijn wil is niet vast; ware hij dat wel. dan zou ik me an ders gedragen. Ik stel niet meer dat belang in de school, wat ik me op de kweekschool had voorgesteld, en herhaaldelijk heb ik me reeds op ge dachten aan trouwen betrapt. Is dat dan iet. kwaads? Elsje trouwt toch ook en niemand, absoluut nie- I mand neemt 't haar kwalijk. Ieder een betreurt slechts haar heengaan, daar zij een zoo degelijke onderwijze res is. De kinderen hebben veel met haar op en de ouders ook heel veel zelfs! Waarom? Zij is schoon, zeer schoon, en als zij iemand zoo vol met haar groote, don kere oogen aanziet, dan gevoelt men zijn hart tot haar getrokken. Zij is al tijd vroolijk en tegenover allen goed. En toch heeft zij in haar wezen, iets hoe zal ik het noemen? iets zoo eerbied-afdwingends. Dat kon ik ook op het feest bemerken. Maar waar om was zij gisteren nu op eenmaal zoo weemoedig, alsof zij reeds zwaar verdriet had ondervonden? Onze gods dienstleeraar heeft ons eens gezegd, dat het harde noodlot het karakter bevestigt dikwijls echter ook den mensch, die het geloof ~erloren heeft, tot vertwijfeling en zelfmoord drijft zelfmoord? Verschrikkelijk! Hoe kan men zoo iets doen? Elsje is zoo niet; zij bézit nog geloof; onge twijfeld, al te veel doet zij er niet aan; daar moet juffrouw Roszkind wel de schuld van zijn. Die is me eigenlijk zeer onsvmpathiek. Ik heb een inwendigeri hekel aan dat eeuwig Gefilosofeer. Ik kan echter goed geloo- ven, dat zij 't slechts doet, omdat ze zoo leelijk is en geen enkel man haar mag. Eigenlijk zou ik wel zoo vvil- !on zijn als Elsje. Nu wordt 't grappig; ik gelijk een vesting, welke van drie zijden be stormd wordt. De directeur verzocht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5