CHRISTELI JK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. Romaniseerende invloeden. Belanarijksle nieuws in dit Hummer. 8s,e JAARGANG ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. i 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 gQyAangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22l/ï cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents EERSTE BLAD. Het is een veel voorkomend ver schijnsel, onder de menschen, om de tegenstellingen toe te spitsen. Vooral wij Nederlanders bezondigen ons daaraan. Dat is niet iets van den laatsten tijd, reeds in vorige eeuwen was dat de trek van ons volk. Het disputeeren zit ons in het bloed. Maar niet alleen dispu teeren met werkelijk goede overtui gingsmiddelen, ook nemen wij dat „wij" natuurlijk opgevat in algemee- nen zin we] eens de toevlucht tot het zoeken naar middelen, tenein de een debat gaande te houden. Een ander gevolg van dezelfde ka raktertrek is de neiging om ons stand punt goed te praten als wij zelf ten volle overtuigd zijn van ons ongelijk. Nu is het opmerkelijk, dat dikwijls elke vorm van dit euvel optreedt in het debat van de Staatkundig Gere formeerden. Tegen alle bewijsvoering in wij wezen er gisteren nog op gaat Ds. Kersten voort met zijn actie tegen de Anti revolutionaire partij. Zoodra ge schiedkundig wordt aangetoond, dat een man, die als theoloog hoog stond, als politicus gansch verkeerd handel de, komt Ds. Kersten hem ineens eeren als den grondlegger van de Neder - landsche Gereformeerde Kerken. Dr. Kuyper's woord, betreffende het stoelen op den eenen wortel des ge- loofs, wordt voortdurend misbruikt, om aan te geven, hoe zondig wel de A. R. partij is. Dat hier slechts sprake was en slechts sprake kon zijn, van de belijdenis van den Christus als dèn Zone Gods en van een Drieëenig God als Schepper en Onderhouder van al liet geschapene, dat weet Ds. Kersten zeer wel. Deze uitdrukking had alleen beteekenis om aan te geven den strijd tegen den z.g. godsdienst en de staat kunde van de menschelijke rede, dat kan ook Ds. Kersten weten en dat weet hij ook. Maar niettemin wordt het steeds voorgesteld, alsof in onzen ca techismus de vragen en antwoorden tegen de Roomsche leer zijn geschrapt. Zie, dat is een uiting van de zondi ge trek in ons volk, om, najagende een bepaald doel, het debat gaande te houden. Maar nu moeten wij ook niet blind zijn voor de keerzijde van de medaille Ook bij ons is er, in reactie op het drijven van die zijde, vaak een neiging om te ver te gaan. Wij mogeh niet ontkennen, dat er wel eens eén te groote behoefte blijkt te bestaan aan geestelijke verzadiging aan figuren uit den- Roomschen kring. Daardoor ontstaat in meerdere of min dere mate, als wij ons daar niet voor hoeden, een romaniseerenden in vloed. \Yij zien dat thans in tweeërlei opzicht. In de eerste plaats in de politiek. Met eenige bewondering wordt ge zien naar Rome's eenheid, ondanks de heftige bewogenheid van de wateren waarop deze eenheid drijft. Dat stemt tot jaloerschheid, en wij zouden ook de middelen wel willen aangrijpen om hetzelfde te bereiken. Maar in de tweede plaats is er een neiging tot mystiek, die ons die rich ting uitdrijft. Vooral de schoonheids schouwers in onzen kring zien het mooie van die mystiek. Een Francis- cus van Assisi wordt dan ook bij ons Vereerd. Thomas Kempis en zijn „De navolging van Christus" wordt dan, ondanks zijn kloosteratmosfeer, hoog geroemd. Ds. A. G. Wolf schreef indertijd in een boekje over Franciscus zelfs, dat deze greep naar Calvinistische idee- en. Het scheelde maar weinig, of hij zou in hem een voorlooper van Cal- vijn hebben gezien. En dat was Fran ciscus zeker niet. Wijlen Dr. De Moor gaf in „De He raut" indertijd van de brochure van Ds. Wolf een recensie, waarin hij o.m. het volgende opmerkt: „Het spijt me te moeten zeggen, dat deze brochure me in het wezen der zaak niet heeft bevredigd. Wie zijn schrijftrant kent, weet, dat Antwer- l&n's dienaar des Woords Ds Wolf ^tond toen nog te Antwerpen be schikt over een fijnen stijl, en (wat er veel verband mede houdt maar toch iets méér is) ook fijne gedachten heeft Ongetwijfeld heeft Wolf zieleverwant- scliap met Franciscus van Assisi en zijn eigen dichterlijke natuur vond hier aansluiting. Echter, dit mag mij niet beletten te wijzen op één ding, dat ik te veel vond Ik vond te veel de verwijzingen naar liet Calvinisme. Het verbaasde me wel dat door dezen auteur zoo speriaal r.aai voren te zion brengen. Het herin nerde mij aan mijn jeugd, toen wc weliswaar van het Calvinisme niet zoo hijzonder op de hoogte waren, maar het wat gekleed vonden, om de zooveel woorden „Calvinist" te zeggen. Het verband tusschen Franciscus van Assisi en Calvijn is me duister ge bleven en leek me meer gezocht dan gevonden. Natuurlijk bedoel ik niet te zeggen, dat men niet van het Calvi nisme moet spreken en zijn leidende gedachte niet als zoodanig mag aan duiden. Maar ik wensch het niet als etiket, doch van binnen uit. Ik twijfel niet. of Ds. Wolf is dit geheel met mij eens en bedoelt niets anders. Maar het maakt toch op mij den indruk, dat zijn zoeken naar de overeenkomst tusschen den heilige van Assisi en den strengen reformator van Genève hem tot te groote geestelijke acrobatiek heeft gebracht. Te weing daarentegen trof ik Hem aan, Dien ik nooit wil missen, n.l. on zen Heere Jezus Christus. In hoeverre Franciscus van Assisi naar Diens al leen beslissende regels heeft gewan deld en in hoevérre door hem daarvan is afgeweken, zou ik gaarne vernomen hebben". En dan komt Dr. de Moor tot deze aangrijpende woorden: „Dan zou de waarschuwende critiek, zoo noodig in een tijd van veel Romanisme heter tot haar recht zijn gekomen. En dan zou het laatste deel der brochure ook veel sterker zijn geweest en zooveel meer hebben gegeven". De beroering van onzen tijd heeft behoefte aan mystiek. Niet het minst de beroering op het engere kerkelijk terrein. Men gevoelt, dat er nu eens rust moet komen. Wanneer die rust niet gevonden wordt en allerminst -ge vonden wordt in eigen binnenste, dan wordt gegrepen naar een uiterlijke mystiek. „Is het wonder zoo schreef on langs een Gereformeerd Godgeleerde dat een kunstzinnig mensch als Dr. Frederik van Eeden, in de gebroken heid van zijn leven bij Rome's Kerk en kerkleer troost zocht?" Kunstzinnige menschen loopen in hun overmaat van aesthetisch gevoel steeds gevaar voor een dwepen met Rome's mystiek. Joost ran den Vondel is niet de eenige kunst-mensch, die in den schoot van Rome's kerk terug keerde. Er is van zekere zijde in den laat sten tijd voortdurend gefluisterd, ja zelfs hardop gesproken van „romani seerende invloeden in den Calvinisti- schen kring!" Deze „romaniseerende invloeden" konden wel eens komen uit een hoek, waaruit men ze allerminst zou ver wachten. „Geen scholastiek, maar mystiek!" wordt meer en meer de leuze. Maar men verslappe ons Calvinis tisch volksdeel niet door romanisee rende klooster-moraal. Wat wij noodig hebben is diepgaan de studie van onze heerlijke historie, waar wij als het ware bladzijde na bladzijde kunnen zien, hoe God ons ge leid heeft. Maar waar wij ook kunnen zien, waar wij ons voor wachten moe ten. Niet naar Rome's mystiek, maar ons gehoed voor het gevaar, waarin onze vaderen zich verloren, om, ver werpende de Kerkelijke tyrannie, een andere tyrannie in te voeren, lie van even groote fout in de denkwijze ge tuigt. Bij dit onderzoek van onze heerlijke beginselen aan de hand van Gods Woord, en onze geschiedenis, moeten wij afzien van de neiging om steeds tegenstellingen te maken. Wie niet met ons kan samenwonen, mag apart gaan huizen, maar daarom kunnen wij buiten ons huis nog wel samen werken. Werd dat meer verstaan, dan zou den die romaniseerende invloeden niet zoo gevoeld worden. V Gaan de oogen open? „Het Volk" heeft een Hygiënische Kroniek en daaraan verbonden een vrag'enbus. In die vragenbus vonden wij een vraag omtrent het gevaar, verbonden aan het gebruik van middelen ter voorkoming van zwangerschap. Kennelijk werd gedoeld op zedelijke en lichamelijke gevaren, want de re dactie gaf het volgende antwoord: „Aan het gebruik van Neo-Malthu- 'siaansche middelen zijn geen directe geneeskundige gevaren voor man of vrouw verbonden, mits de grootste zin delijkheid betracht wordt. Over het vraagstuk zelve, het vóór en tegen, is voorloopig genoeg geschreven wij komen er althans in den eersten tijd niet op terug". Intusschen schijnt, dat ernstige le den der S. D. A. P. minder enthousi ast zijn over de resultaten der voor lichting. De geneeskundige medewer ker van „Het Volk" althans schrijft in dat blad (27 Febr.): „De ervaring leert dat de angst voor geslachtsziekten de menschen in het algemeen niet weerhoudt buitenechte lijke geslachtsomgang te plegen: daar voor is het sexueele leven bij velen te sterk. Wij geven er de voorkeur aan, dat de menschen voorgelicht worden door bevoegde sprekers, met behulp van lichtbeelden of films, gespeend aan romantiek, enz. Ook goed geschreven boekjes kunnen van nut zijn, doch wij gelooven, dat het tooneél of de speel film de gevaarlijkste medicijn zijn, waarvan de doseering moeilijk te be palen is, daar zij door zoovelen tege lijk met verschillend aanpassingsver mogen, uitcenloopende mentaliteit en zenuwstelsel geslikt moet worden". De eerste zinnen van den practischen medicus zijn van waarde voor ideali- seerende moraal-filosofen als Ds. v. d. Heide die eenigen tijd geleden be weerde, dat de moraliteit onder de zijnen zoo buitengewoon hoog was., Deze geneeskundige medewerker schijnt zijn menschen beter te kennen can Ds van der Heide en waar schuwt daarom tegen onjuiste voor lichting. Geven zoowel de vraag als de nade re waarschuwing van Dr. Heyermans misschien reden om aan te nemen, dat in den S. D. A. P.-kring de oogen open gaan? STADSNIEUWS. WERKLOOZENVERGADERING. Gistermiddag is in het gebouw Pa trimonium een vergadering met de werkloozen van de bij den Chr. Bestu renbond aangesloten organisties ge houden. waar als spreker optrad de heer H. Wetselaar, gemeenteraadslid te Dordrecht, die als onderwerp had: „De gemeentelijke z,org voor de werk loozen' De voorzitter van den Chr. Bestu renbond, de heer J. B. H. Grotenhuis, opende de samenkomst, las Psalm 113, gin? voor in gebed en' heette daarna de aanwezigen welkom, in het bijzon der den heer Wetselaar, In zijn openingswoord wees spr. er op, dat deze vergadering aansluit bij de vorige, toen spr. zelf het onderwerp „De zorg voor de werkloozen" in het algemeen behandelde, terwijl de heer Wetselaar nu over de werkloozenzorg van gemeentewege zal spreken. Daarna gaf spreker het woord aan den heer Wetselaar. De heer Wetselaar begon met op te merken, dat er, vergeleken met vroeger, wel iets veranderd is ten pp- zichte van de gemeentelijke zorg voor de werkloozen. Vroeger werden de werkloozen slechts zeer onvoldoende geholpen; dat dit thans veel verbeterd is, is vooral te danken aan het optre den der arbeidersorganisaties. In een crisistijd als wij thans beleven is de duur der uitkeering uit de werklozen kassen der vakvereenigingen echter te kort, vandaar dat de gemeenten aanvullend optreden. De steunregeling zooals die te Leiden bestaat, maakt vergeleken met de andere gemeenten, geen slecht figuur. Met de financiëele draagkracht der gemeente moet ook rekening gehouden worden. Een groote moeilijkheid is, dat, ook hier te Leiden, een aantal arbeiders zoo goed als zeker geen werk meer zullen kunnen vinden, vooreerst, om dat de bedrijfstoe.stand niet zoodanig meer zal opleven, dan zij noodig zijn, en voorts omdat meerderen al op oude ren leeftijd gekomen zijn. Er moet verschil gemaakt worden tusschen de bona-fide-werkloozen, die kunnen werken, en hen, die niet meer kunnen werken. Deze hulpbehoeven den en ouden van dagen moeten wor den geholpen door Maatschappelijk Hulpbetoon, omdat het hun schuld niet is, dat zij zonder pensioen ont slagen zijn door hun werkgevers. De Gereformeerden b.v. zullen dan naar de Diaconie hunner Kerk worden ver wezen, en dit is juist, want armenzorg behoort in de eerste plaats de taak te zijn van het particulier initiatief. De menschen, die wel willen, maar niet kunnen werken, door oorzaken buiten en boven hun macht, zijn geen armlastigen. Zij moeten geholpen wor den door steun, of wat veel beter is door werkverschaffing. Het is te betreuren, dat er in Leiden geen behoorlijke werkverschaffing is. In Dordrecht b.v. heeft men de ont ginning van den Biesbosch als- werk verschaffing, waar thans 476 men schen werken tegen loonen, die variee- ren tusschen 17 en 85 cent per uur. Ook heeft daardoor een scheiding plaats tusschen de al of niet bong-fiJe werkloozen, hetgeen spreker met cij fers nader aantoont. Spr's conclusie is derhalve, dat voor de bona-fide-werkloozen een steunre geling van gemeentewege noodzake lijk is, doch dat het gewenscht is, de steunregeling door een Werkverschaf fing te vervangen. Na de inleiding van den heer Wet selaar ontspon zich een discussie, waarhij nog verschillende punten na der toegelicht werden. Daarna sloot de voorzitter de ver gadering met dankgebed. EEN SCHENKING. Jhr. Dr. Ed. Everts, wonende te 's Gravenhage, heeft aan den Staat der Nederlanden ten behoeve van het Mu seum van Natuurlijke Historie alhier, een hem toebehoorende collectie Cole- optera in ongeveer ÏOO.COO exemplaren geschonken. j Als blijk van waardeering voor zijn belangstelling, in openbare verzame lingen door schenking betoond, is bij Kon. Besluit van 20 Febr. aan Jhr. Everts de zilveren eerepenning toege kend, bedoeld bij de Kon. Besluiten van 4 Dec. 1918, no. 39 en 29 Oct. 1919, no. 31. DS. G. H. BEEKENKAMP. Ds. Beekenkamp, die 23 Febr. j.l. zijn 53-sten verjaardag vierde, schrijft in het „Leidsch Prédikbeurtenblad": ,,'t Was de tweede maal in mijn pre dikantsleven, dat ik mijn verjaardag op mijn slaapkamer moest vieren. In mijn Delftsche en in mijn Leidsche periode is dat voorgekomen. Daarbij heb ik opgemerkt overeen komst en verschil. Van de eerste maal heb ik een herinnering bewaard in een preek en in een wandtekst. Toen ging het geestelijk om de groote gedachte: „mij is barmhartigheid geschied", van wege het feit, van lichamelijke en geestelijke recreatie (herstel) na vrij ernstige krankheid. (Een der vrienden alhier heeft met ons dit ook nog her dacht). Die dagen en uren blijven on vergetelijk. Nu was het anders. Als ik er een preek over zou maken, of in een tekst woord het geheel zou bewaren, dan zou het staan in het „stuk van de trouw". De hoofdgedachte in de on veranderlijke getrouwheid Gods van het: „Ik zal zijn, die Ik zijn zal", waar in alles opgesloten ligt, ook de schuld vergeving in Christus en de bewelda- diging met al de zegeningen voor tijd en eeuwigheid. Er zullen er onder de lezers wel zijn die het verschil hierin vatten, van daar, dat de danktoon ditmaal tot de hoogste hoogte mocht stijgen, gelijk de klaagtoon over onze ellende daar bij uiting geeft aan diep besef van on waardigheid. Hoewel zwak naar het lichaam, mocht dus ook de jubilaris dit jaar een heerlijken dag beleven, waarvan, hopen wij, nog de sprake zal mogen uitgaan tot de gemeente. Behalve door de talrijke blijken van belangstelling, zoowel door het een voudige lieve sneeuwklokje, „het eer ste uit haar tuintje", als door 't 'klin kende muntstuk van vriendenhand' ons bereid, waarmede de dominé-pa- tiënt en zijn huisgenooten dezer dagen verblijd zijn geworden, mag de wijk ook weer deelen in de vreugde cn den rijkdom der liefdegaven, die met dien van den pastor ook haar deel werd." A. R. GEMEENTEPROGRAM. Door de A. R. Kiesvereeniging „Ne derland en Oranje" alhier, is voor eenigen tijd besloten tot het opstellen van een gemeenteprogram. Door het bestuur der kiesvereeni ging is thans voor dat doel een com missie samengesteld, bestaande uit de navolgende personen: de heeren G. Kuyper, voorzitter; F. Boorsma, Dr. J. G. van Es, J. B. H. Grotenhuis, b. Hui- nink, Mr. P. G. Knibbe en K. Wielen- ga Ezn. Het ligt in de bedoeling, dat dit pro gram vóór het einde des jaars gereed zal zijn en in de vergadering der kies vereeniging zal worden besproken. VEILINGLOODS BOOMMARKT. De veilingloods aan de Boommarkt is door de gemeente toegewezen aan de Veilingvereeniging „Ons Belang". PATRIMONIUM'S JEUGDAVOND. Gisteravond werd in de Graanbeurs vanwege „Patrimonium's Jeugdcen- trale" een jeugd- of propaganda-avond gehouden, die uitnemend geslaagd mag heeten. Te ruim half acht was de ruime Graanbeurszaal reeds geheel gevuld en nog steeds liepen de bezoekers aan zoodat de zaal bijna te klein werd De samenkomst werd geleid door den voorzitter der Jeugdeentrale, den heer II. C. de J o n g, die, nadat tre- zongen was Psalm 150 vs. 1, voorging in gebed. In een kort openingswoord heette de vooi'zittei de aanwezigen hartelijk welkom en bracht een woord van Jank aan hen. die dezen avond had den georganiseerd. Do arbeid van Patrimonium is een veelzijdige, maar in dezen veelzijdigen Binnenland. De Tweede Kamer is aan de behande ling der aardewerknoodwet begonnen. Minister de Geer handhaaft zijn wets ontwerp gedeeltelijk. Mnzikale soiree ten Hove. Jhr. van Karnebeek richt een circulaire aan de gemeentebesturen. Een nienw stadium in de Culemborg- sche moordzaak. Buitenland. De veiligheidsconierentie biedt weinig kansen voor de verwezenlijking van het wereld-arbitrageverdrag. Mislukte aanslag op het Daitsche Rijks bureau voor de schadeloosstelling. Hevige brand in een Oostenrijksch dorp. De Chineesche stad Hoenan geplunderd. Groote brand te Antwerpen. arbeid streeft zij naar eenheid. Deze avond is belegd om de eenheid van Patrimonium's jeugdwerk te demon- streeren, en voor dat werk belangstel ling en sympathie te wekken. Patrimonium streeft er naar, de jeugd te behouden, want immers wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dit jeugdwerk moet steeds meer worden uitgebreid. In verband hier mede herinnert spr. aan de op 13, 14 en 15 Maart a.s. te houden bazar, en wekt tot bezoek aan dezen bazar met kracht op. Met den wensch, dat deze jeugd- avond,de belangstelling voor Patrimo- um's arbeid moge verlevendigen, ver klaarde de voorzitter de samenkomst voor geopend en werd een aanvang gemaakt met de afwerking van het programma. Dit programma was rijk aan afwis seling. De heide jeugdafdeelingen, „Pad vinders", onder leiding van den heer H. F v. d. Horst en „Hestia", gymna- stiekafdeeling voor meisjes, onder lei ding van den heer C. A. de Bruyn, heb ben den geheelen avond uitnemend werk geleverd. Het is niet mogelijk van de gehee- le uitvoering verslag te geven; we wil len slechts enkele oefeningen noemen. Door de padvinders werd met trom melslag en trompetgeschal de z.g.n. „bentgroet" gebracht, welke kranig werd uitgevoerd. Deze „groet" werd gevolgd door het blazen van een signaal door twee hoornblazers, dat eveneens onberispe lijk plaats had en waarbij de deelne mers het krachtig bewijs leverden een paar uitstekende longen te bezit ten. Voorts werden door de padvinders seinoefeningen gehouden, welke ook zeer goed slaagden. Voor de pauze werd geseind: „Be zoekt onze bazar"; na de pauze: „Leve Patrimonium's Jeugdeentrale". Aan het slot gaven de padvinders onder daverend applaus een mooie stand te zien. De afdeeling „Hestia", onder leiding van den gymnastiekleeraar C. A. de Bruyn, heeft eveneens mooi werk ge leverd. Direct na de opening marcheerden een 50-tal meisjes in stemmig turn- costuum het platform op en zongen „in den stand" onder begeleiding der piano (waaraan de heer Cebol) het Hestia-Bondslied. Daarna volgde een Zangrei en eefl Boogrei, welke bij het publiek -groot enthousiasme wekten. Uit alles bleek, dat de deelneemsters uitnemend ge traind waren. Het „Kabouternummer" werd door de kleintjes allerleukst gespeeld en oogstte grooten bijval. De brugoefeningen voor de grootere meisjes werden kranig uitgevoerd en werden met een correct en vlug opge- stelden stand besloten. De aanwezigen toonden zich door hartelijk applaus over het genotene ten zeerste tevreden. Door de bekende Timdelerclub was voor dezen avond medewerking toege zegd met het opvoeren van een blijspel getiteld: „Het huis met Commensaals" Het geheel werd vlot gespeeld en er is hartelijk gelachen. Tegen 11 uur werd de samenkomst door den voorzitter na een kort dank woord aan allen, die tot het welslagen van dezen Jeugdavond hadden mede gewerkt, gesloten met dankzegging, nadat gemeenschappelijk gezongen was Gezang 180 vs. 1. Patrimonium mag op dezen welge slaagden avond met groote voldoening terugzien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1