NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Het dagboek van een Leerares
van
VRIJDAG 2 MAART 1928
TWEEDE BLAD.
STADSNIEUWS.
GEMEENTEZAKEN.
(Slot.)
Afstand van grond voor R.K.
scholenbonw.
Eenigen tijd geledén verzocht het be
stuur der Roomsch-Katholieke Parochiale
Jongensscholen onder Roomsch-Katho-
liek Parochiaal Kerkbestuur te Leiden
een gedeelte, groot 338 vierk. M. van 't
perceel kadastraal bekend gemeente Lei
den, Sectie O No. 1213, gelegen aan de
Oltmansstraat en de Potgieterlaan, van de
gemeente te mogen koopen ten behoeve
van toekomstigen scholenbouw.
Aangezien tegen verkoop van bedoel
den grond bij B. en W. geen bezwaren be
stonden, deelden zij genoemd bestuur,
overeenkomstig het advies van de Com
missie van Fabricage, mede, dat zij be
reid waren voor de stellen den grond te
verkoopen tegen den prijs van ƒ7.50 per
vierk. M.
Het schoolbestuur ging met diefi prijs
accoord, doch verzocht tevens het aan de
gemeente overblijvend en voor straat be
stemd gedeelte van perceel Sectie O 1213,
in gel .'uik te mogen ontvangen, teneinde
niet genoodzaakt te zijn afscheidingen te
maken; de bestaande slooten zouden dan
voorloopig als afscheiding kunnen blij
ven dienen.
Ook tegen inwilliging van dit verzoek
bestaat geen bezwaar, mits als erkenning
van het eigendomsrecht der gemeente een
jaarlijksche vergoeding van 1 wordt be
taald.
Van deze gelegenheid maken B. en VV.
gebruik voor te stellen de Potgieterlaan
te doen doortrekken, waardoor de bewo
ners van de Oltmansstraat, Nicolaas Beets-
straat en andere meer Zuidelijk gelegen
straten een rechtstreekschen uitgang naar
den Haagweg verkrijgen.
De beide aangelegde gedeelten van de
Potgieterlaan zullen daartoe met ellcan:
der moeten worden verbonden, doch de
uit te voeren verharding zal slechts een
voorloopige voorziening zijn en voors
hands zich bepalen tot 'n geringe breedte.
Terwijl later, wanneer de aangenzende
grond wordt bebouwd, tot definitieven
straataanleg zal worden overgegaan, wordt
thans slechts een weg gemaakt, waarvan
het noordelijk gedeelte, in aansluiting aan
het bestaande pad, een breedte heeft van
2.30 M., doch die zich verderop allengs
verwijdt, om ten slotte bij den te verkoo
pen grond de volle straatbreedte te be
reiken.
De kosten van deze voorloopige voor
ziening worden geraamd op 2.200, welke
kunnen worden gevonden door afschrij-
vihg Van den post voor onvoorziene uit
gaven, waarop thans nog 42.300 beschik
baar is.
De eigenaressen vafi den 'rond, verschil
lende R.K. instellingen, gaan met een en
ander accoord. B. en W. stellen voor tot
deze verbeteringen en afstand van grond
te besluiten.
Vergoeding waarneming hoofdschap
Lagere scholen.
De afdeeling Leiden van. Ut Bond van
Nedèrlandsche Onderwijzers verzocht om
gebruik te maken van de bevoegdheid,
toegekend bij artikel 33 der Lager Onder
wijswet 1920, om aan de onderwijzers een
belooning toe te kennen op grond van
hunne aanwijzing tot plaatsvervanger van
het hoofd der school. Blijkens de bij het
verzoek behoorende toelichting, is de af
deeling van oordeel, dat er voor een vaste
vergoeding per jaar geen enkele aanlei
ding bestaat; wel acht zij het redelijk en
billijk, dat een plaatsvervangend hoofd
over den tijd, gedurende welken hij het
hoofd inderdaad vervangt, een belooning
ontvangt.
Als h.i. navolgenswaardige voorbeelden
van elders getroffen regelingen, vestigt zij
de aandacht op:
le. de regeling der gemeente Almelo,
welke aldus luidt:
„De plaatsvervangende hoofden ontvan
gen een belooning, berekend naar twee
gulden per dag voor eiken dag vervan
ging van het hoofd der school, met dien
verstande, dat bij vervanging van één dag
geen belooning eil bij vervanging van
langeren duur over den eersten dag der
vervanging geen belooning wordt uitge
keerd."
Toch geeft de afdeeling Leiden de voor
keur aan eene regeling als in s-Graven-
hage is getroffen. Daar werd besloten aan
de onderwijzers, op grond van hunne aan
wijzing tot plaatsvervanger van het hoofd
der school, waaraan zij werkzaam zijn,
een belooning toe te kennen voor waarne
mingen van een dag of langer, naar tijds
duur berekend, gelijk aan het bedrag, het
welk zij boven hunne 'v Ude als onderwij
zer zouden genieten, indien zij in 'vasten
dienst als hoofd aan de school, waaraan
zij werkzaam zijn, verbonden waren.
De Plaatselijke Schoolcommissie is van
oordeel, dat het toekennen van een gel
delijke belooning aan een plaatsvervanger
van het hoofd der school ingeval van
daadwerkelijke- waarneming alleszins bil
lijk mag worden genoemd. Zij prefereert
eene regeling als die te Almelo, met dien
verstande, dat bij vervanging van twee
dagen geen belooning wordt uitgekeerd,
terwijl bij vervanging van langeren duur
de belooning wordt genoten van den eer
sten dag van vervanging af. Verder acht
de Commissie belooning tijdens eene va-
cantie alleen dan gerechtvaardigd, indien
het hoofd der school ook nog na afloop
der vacantie moet worden vervangen.
B. en W. kunnen zich in zooverre met
het advies der Commissie vereenigen, dat
ook zij vaststelling van eene regeling in
zake het toekennen van eene belooning
aan plaatsvervangende hoofden gewenscht
achten en dat zij eveneens van meening
zijn, dat. het logischer is voor werkelijk
verrichte werkzaamheden te betalen, dan
eene belooning te verbinden enkel aan de
aanwijzing tot plaatsvervangend hoofd.
Evenwel schijnt hun het in de regeling
van Almelo genoemd bedrag vrij wille
keurig gekozen. Rekening houdende met
het verschil in salaris tusschen hoofd en
onderwijzer, dat voor de - Leidsche scho
len 501) bedraagt (in sommige gevallen
zelfs nog iets minder) is eene vergoeding
van 2 per dag h:i. te hoog.
Juister achten zij de Haagsche regeling,
krachtens welke gelijk boven is ver
meld een plaatsvervangend hoofd ge
durende de vervanging hetzelfde salaris
ontvangt, dat hij zou genieten, indien hij
-de tijdelijk waargenomen betrekking de
finitief vervulde.
Toch zouden zij cok deze regeling niet
ongewijzigd wenschen te zien ingevoerd.
Het is toch h.i. niet noodig, dat bij waar
neming gedurende enkele dagen extra-
betaling. plaats vindj.' Zij zouden alleen
bij waarneming van langeren' duur dan
zes dagen vergoeding willen verleenen en
in geen geval vergoeding willen uitkeeren
over de eerste zes schooldagen; dé ver
goeding zou dus inge n op den zevenden
dag der vervanging. Met de Plaatselijke
Schoolcommissie achten zij belooning voor
vervanging tijdens de vacantie alleen dan
gerechtvaardigd, indien het hoofd ook na
afloop der vacantie nog moet worden ver
vangen.
Evenals in Den Haag zouden zij de re
geling ook willen doen gelden voor de
school voor buitengewoon lager onder
wijs; voor het'hijzonder onderwijs zal zij
van toepassing zijn krachtens het bepaal
de bij het tweede lid van artikel 33 der
wet.
Dé kosten, verbonden aan de door het
college gewenschte - regeling, kunnen uit
den aard der zaak niét met eenige zeker
heid worden geraamd. Zoo zou de rege
ling voor Eet openbaar lager onderwijs
over 1926 ongeveer ƒ99 en over 1927 (toen
eenige hoofden geruimen tijd ziek zijn
geweest) ongeveer "ƒ950 hebben gevor
derd.
Volledigheidshalve vermelden B; en VV.
nog, dat de regeling van Almelo', toege
past als door de~ Plaatselijke Schoolcom
missie géwenscht, óver' 1926 ongeveer 240
en over 1927 ongeveer, 1FOQ zou hebben
gevorderd en resp. 120 en 1360, indien
ook bij langere waarneming de eerste zes
dagen worden verwaarloosd.
Ten slotte vestigen zij er nog de aan
dacht op, dat in gevallen van tijdelijke
waarneming der betrekking van hoofd
der school als bedoeld in art. 41 der wet
(dat is b.v. ingeval door schorsing, ontslag
of ontstentenis een plaats is opengeval
len) geene 1 oouing mag worden ver
leend, aangezien dit. is bepaald bij de sa
larisregeling voor de onderwijzers. Deze
regeling toch bepaalt, dat de vaste onder
wijzer in die gevallen geen extra-salaris
ontvangt.
Onder or.nerking dat de Commissie
voor het Onderwijs zich met ">et voorstel
kan vereenigen "en dat zij de vast te stel
len'regeling te rekenen met ingang van
1 Januari j.l. zoud :n wenschen te doen
ingaan, geven B. en V in overwegin-- de
daarvoor noodige besluiten te remen.
Verbouwing Stadhuis.
Tengevolge van het betrekken door de
politie van het nieuwe politiebureau, is
het noodzakelijk, aan de voormalige po-
litielokalen in het Raadhuis zoomede atth
het perceel Vischmarkt 11, voorheen even
eens voorzooveel de benedenverdieping be
treft bij de politie in gebruik, en het voor
malige nachtverblijverslokaal in het Raad-
.huis ter zijde van de z.g. blauwe gang,
een nieuwe bestemming te geven.
Het voormalige nachtverblijverslokaal
kan, naar het oordeel van den Burge
meester, het best worden bestemd, om al
daar een politiepost te vestigen, waaraan
thans, nu de politie zelve niet meer in
het Raadhuis gevestigd is, behoefte be
staat; tevens zal daarbij in eenige meer
dere ruimte voor het stallen van rijwie
len, in het bijzonder ten dienste van de
raadsleden, wórden voorzien; van bedoel
de post uit kan op deze rijwielen, zoo ook
in het algemeen op wie' langs dezen kant
het Raadhuis betreedt, toezicht worden
uitgeoefend. Tusschen de rijwielbergplaats
en het wachtlokaal en ook tusschen die
bergplaats en de blauwe gang zal een
reehtstreeksche verbinding worden ge
maakt.
De voormalige politielokaliteiten, zoome
de het perceel Vischmarkt 11 zouden B.
en \V. willen bestemmen, om te voorzien
in de dringende behoefte aan, meerdere
ruimte voor verschillende reeds thans in
het Raadhuis gevéstigde onderdeelen van
den gemeentelijken dienst, waartoe de
ontruiming van de bedoelde lokaliteiten
een zeer -welkome gelegenheid biedt.
Voor verplaatsing komt. in de eerste
plaats in aanmerking do afdeeling Onder
wijs der gemeentesecretarie. Deze afdee
ling beschikt on het oogenblik over 2 klei
ne vertrekken, het eene in gebruik bij den
chef der afdeeling, het andere bij de ove
rige 4 a 5 ambtenaren; laatstgenoemd ver
trek dient tevens als archief en om het
talrijke publiek,, dat met de afdeeling te
maken heeft, te ontvangen. Het behoeft
ge.en betoog, dat deze huisvesting onvol
doende is. Het plan tot verbouwing van
de voormalige politielokaliteiten voorziet
..da$rom ten dienste van de afdeeling On
derwijs in 3 'bureauruimten, n.l. een ka
mer voor den afdeelingschef, een'ruim bu
reau voor de overige ambtenaren en een
kamer voor het archief der afdeeling. En
voorts wordt gezamenlijk met het Bouw
en Woningtoezicht, welken dienst zij, zoo
als hieronder zal blijken, eveneens naar
het voormalige politiebureau zouden wen
schen te zien overgebracht, over 'n wacht
kamer beschikt. Al deze lokaliteiten zijn
op den beganen grond gelegen en door
den ouden hoofdtoegang van het politie
bureau direct van de Breestraat uit ge
makkelijk bereikbaar. Zij zullen door mid
del van een trap binnendoor met het ove
rige gedeelte van het Raadhuis in reeht
streeksche gemeenschap worden gebracht.
De voormalige kamer van den Commis
saris van Politie zal worden bestemd tot
kamer voor den Wethouder van Onder
wijs, hetgeen het dubbele voordeel heeft,
dat deze wethouder alsdan in de onmid
dellijke nabijheid vanzijn afdeeling ge
huisvest zal zijn en dat de tegenwoor
dige kamer van den wethouder beschik
baar komt voor den wethouder van fi
nanciën. waarna aan de kamer, op het
oogenblik door laatstgenoemden wethou
der ingenomen, hare vroegere bestemming
als wachtkamer vóór den Burgemeester
kan worden teruggegèven. De tegenwoor
dige lokaliteiten van de afdeeling Onder
wijs zuilen voor uitbreiding van de bu
reauruimte der Secretarie beschikbaar
worden gehouden.
In de tweede plaats moet in eenige
meerdere ruimte ten behoeve van den
dienst van het Bouw- en Woningtoezicht
worden voorzien, welke dienst op het
oogenblik voor de huisvesting van den di
recteur, de administratie, 4 opzichters en
het archief, zoomede voor het ontvangen
van publiek slechts over 3 lokalen be
schikt; deze aan het bureau Gemeentewer
ken grenzende lokalen ziin bovendien
dringend noodig ten behoeve van eene
ruimere en betere huisvesting van den
dienst der Gemeentewerken. Immers, de
afdeeling bestratingen is thans proviso
risch ergens in een ander deel van het
Raadhuis ondergebracht, het bureau voor
de centrale rioleering is geheel buiten het
Raadhuis gevestigd, terwijl het vertrek,
waarin de Adjunct-directeur is gehuis
vest, zelfs niet aan bescheiden eischen
voldoet. Aanvankelijk is overwogen, den
dienst van het Bouw- en Woningtoezicht
in perceel Vischmarkt 11 onder te bren
gen. Van dit plan is echter afgezien we
gens de weinig overzichtelijke ligging van
de ruimten in dit perceel en de minder
gemakkelijke bereikbaarheid van de hoo-
ger gelegen lokalen voor het publiek.
'Mitsdien is thans het plan, ook ''en diénst
van het Bouw- en Woningtoezicht in de
voormalige politielokaliteiten onder te
brengen. Hiertoe zijn bestemd 5 lokalitei
ten, n.l, een kamér voor den directeur,
een bureau voor de administratie, twee
bureauruimten voor de 4 opzichters en 'n
kamer voor het archief van den dienst.
Voorts wordt gezamenlijk met de afdee
ling Onderwijs over een wachtkamer be
schikt. Ook deze lokaliteiten liggen alle
op den beganen grond en zijn door den
ouden hoofdtoegang van het politiebu
reau direct van de Breestraat uit bereik
baar. De tegenwoordige lokaliteiten van
den dienst van het Bouw- en Woningtoe
zicht zullen, voor den dienst der Gemeen
tewerken worden bestemd.
In de derde plaats kan van deze verbou
wing gebruik worden gemaakt, om de
zolders van het Raadhuis, te bevrijden
van den zwaren last van het nieuw ar
chief en andere boeken en bescheiden.
welke tot dusverre aldaar werden gebor
gen, doch welken last deze zolders, naar
de directeur der Gemeentewerken hij her
haling met nadruk verzekerde, zonder ge
vaar niet langer dragen kunnen. Voor zoo
ver het nieuw archief niet in aanmerking
komt, om naar het oud-archief te worden
overgebracht, zal het ten deele worden
geborgen ih enkele, nog overblijvende, en
voor bureaux niet geëigende ruimten van
het voormalige politiebureau; het overige
zal worden ondergebracht in het perceel
Vischmarkt 11, hetwelk binnendoor met
het Raadhuis in reehtstreeksche verbin
ding zal worden gebracht en nog voor
meerdere berging ruimte blijft bieden.
De kosten van een en ander zullen, met
inbegrip van eenige voorzieningen in de
Burgemeesterskamer en in de Leeskamer
voor de raadsleden, 41.80.0 bedragen.
Ten slotte me.ehen B. en W., dat van
deze gelegenheid gebruik moet worden ge
maakt, om verbetering te brengen in de
tegenwoordige wijze van verwarmen van
het Raadhuis, welke onvoldoende moet
worden geacht, door het geheele raadhuis-
complex te voorzien van centrale verwar
ming. Immers, niet'alleen zal hierdoor 'n
grooter aantal ruimten kunnen worden
verwarmd, doch deze verwarming zal ook
vermoedelijk goedkooper zijn in het ge
bruik, dah.de tegenwoordige wijze van
verwarmen. Bij een aanlegsom van onge
veer ƒ25.000, welk bedrag op een gede
tailleerde prijsopgave berust, zullen de
exploitatiekosten met inbegrip van de noo
dige afschrijving n.l. slechts 4725 bedra
gen per jaar, Waartegenover, de jaarlijk
sche kosten van de tegenwoordige wijze
van verwarmen met inbegrio van de noo
dige afschrijvingen op kachels, enz. moe
ten worden gesteld op ƒ5010. Centrale
verwarming is derhalve niet alleen doel
matiger, doch vermoedelijk zelfs goedkoo
per. Bij den aanleg zal met een eventu-
eele uitbreiding later van het aantal te
verwarmen ruimten rekening worden ge
houden.
B. en W. geven in overweging voor al
deze verbouwingen een bedrag van ƒ66.800
beschikbaar te stellen.
Wijziging heffing rioolaanslui
tingen enz.
Bij de discussies in de raadsvergade
ring van 19 December 1927, gevoerd naar
aanleiding van de interpellatië van den
heer de Reede, betreffende de toepassing
van de in art. 1 C sub 2e van de recog-
nitië-verordening opgenomen bepaling,
volgens welke voor het hebben ten be
hoeve van een fabriek of ander bedrijf
van een loozing, hetzij een reehtstreeksche
of middellijke, van vuil of water in een
gemeenteriool of gemeentewater, belas
ting verschuldigd is, wérd door B. en W.
de toezegging gedaan, dat door hun col
lege zou worden overwogen, in hoever de
te dier zake tot uiting gekomen klachten
kon worden tegemoet gekomen.
Zooals gebleken is* zijn de bezwaren in
hoofdzaak gericht tegen het belasten van
die bedrijven, voor welker uitoefening het
gebruik van water, anders dan ten gerie
ve van het personeel of voor het schoon
houden, geen noodzakelijk vereischte is
en ten behoeve waarvan het dus evenmin
noodzakelijk, is vervuild water of andere
vloeibare stoffen af te voeren.
Hunnerzijds bestaat er geen bezwaar,
tegen, de heffing van de belasting in vo-
renbedoelden zin te beperken, doch zulks
kan slechts geschieden door wijziging
van de desbetreffende bepaling der veror
dening.
Het woord „bedrijf" behoort daarbij, als
hebbende een te ruime heteekenis, vervan
gen te worden door het woord „werk
plaats", hetwelk niet alleen aansluit aan
het vooraf gebezigde woord „fabriek",
doch ook aanduidt, dat uitsluitend be
doeld worden inrichtingen tot. vervaardi
ging, herstelling enz. of alwaar voorwer
pen, stoffen of waren een bewerking ple
gen te ondergaan, teneinde ze tot verkoop
of gebruik geschikt te maken. Winkels,
kantoren en dergelijke, hbezeer ook die
nende voor het uitoefenen van een be
drijf, vallen dan buiten de heffing, doch
inrichtingen als bijvoorbeeld wassche-
rijen blijven, evenals tot nog toe, be
last. Bovendien komt, door vóór de
woorden „ten behoeve van" het woord
„kennelijk" te plaatsen, tot uitdrukking,
dat de loozing slechts dan belast is, als
het in de fabriek of werkplaats uitgeoefen
de bedrijf noodzakelijkerwijze een afvoer
van vuil of water behoeft.
Teneinde mogelijk misverstand omtrent
de heteekenis van de woorden „fabriek"
en „werkplaats" te voorkomen, zal vol
ledigheidshalve een definitie van deze
woorden aan de bepaling dienen te wor
den toegevoegd. Hieromtrent zijn B. en
W. van oordeel, dat te dien aanzien in
hoofdzaak kan worden gevolgd hetgeen in
art. 1 sub le. van de Veiligheidswet daar
omtrent is bepaald.
Zij geven derhalve overeenkomstig het
advies van de Commissie van Financiën
in overweging over te gaan tot vaststel
ling van een verordening tot wijziging
van de recógnitie-verordening.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Portemonnaie met inhoud van
Mevr. Ziegelaar, etui met schrijfbe
hoeften; portefeuille met inhoud,
vulpotlood, huissleutels, Lipssleutel,
„Damm"-sleutel, handschoenen, por
temonnaie met inhoud, portemonnaie
(ledig), blauw broodzakje, bril, da-
mestaschje met inhoud, schooltascb,
van Jan Peereboom, 2 lappen groene
stof, nikkelen lorgnet, rijwielbelasting-
plaatje, rijwielbelastingplaatje in etui,
kosteloos rijwielbelastingplaatje, wit
te vrouwenzak inh. 0,08, bruin lede
ren riem met medaille, kralen hals
ketting, gulden, kwastje, lantaarn-
glas, koperen l-H.G.-gewicbt, gouden
dameshorloge met armband, dames-
vulpenhouder, zakmes, kruk van, een
auto, 3 dubbeltjes," alpacca beursje
(ledig), rijwielpomp, R.-K. kerkboekje,
grijze heerenhoed, rozenkrans, bouten
hekje, mattenklopper, paar dames
kousen, vulpenhouder, doublé broche,
haarkarii in etui, portemonnaie inh. een
gouden ring, ijzeren ketting, klein
gouden dameshorloge aan bruin arm
bandje, dekzeil van een kinderwagen,
boek „De Neef van Prikkebeen", arm
band, wollen deken, zilveren beursje
met inhoud, damestaschje van W. i>.
Kleyn, blauwe damesschoen, honden.
Gevonden in de Electriscbe tram
(Stadslijn): Parapluie, paar dames-
handschoenen.
Gevonden in het Postkantoor: Zwart
wasdoeken boodschappentasch.
Terug te bekomen en inlichtingen
te verkrijgen ten politiebureele al
hier, eiken werkdag, behalve Donder
dag en Vrijdag, tusschen 1 en 3 uur
namiddag.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Dinteloord en Priij-
seland: J. H. Tb. Rappard, te Barne-
veld.
Aangenomen, naar Schiedam:
K. de Bel, te Steenwijk.
EVANG. LUTH. KERK.
Drietal, te Amsterdam (vac.-P.
Groote): O. D. .Bleeker, te Edam; J. P.
van Heest, te Deventer; en H. Snijder,
te Arnhem-.
Bedankt, voor Bergen op Zoom-
Zierikzee: Mr. D. G. Hoevers, cand. te
's-Gravenbage.
NED. PROT. BOND.
Mr. D. G. Hoevers, te 's-Gravenbage,
heeft de benoeming tot voorganger
van de afdeeling Beilen van den Ned.
Prot. Bond aangenomen.
TOEGELATEN TOT DEN DIENST
DES WOORDS.
De heer K. P. de Groot, beroepen
predikt der Ned. Geref. Gemeente te
Delft, is door de Classis Rotterdam
dier kerkengroep toegelaten tot de be
diening des Woords en der Sacramen
ten. Hij zal bevestigd worden door
den consulent Ds. D. C. van Stemp—
voort te Rotterdam D.V. Zondag 25
Maart.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Ds. J. D i k b o o m, Ned. Herv. pred.
te Schiermonnikoog, is voornemens
om Zondag 29 April a.s. afscheid te
nemen om op Zondag 6 Mei zijn in
trede te doen te Witmarsum, na voor
af te zijn bevestigd door Ds. B. J.
Graatsma van Franeker.
Ds. P. v. d. S t a a y is voorne
mens ohi Zondag as. afscheid te ne
men van de Ned. Herv. Gem. te Wes-
terbork, om Zondag 11 Maart zijn in
trede te doen te Renesse, na vooraf te
zijn bevestigd door Ds, J. Boogaard
van Burgt (Schouwen).
Ds. J. F. HUISMAN NAAR
AUSTRALIë.
De Ned. Herv. predikant te Wolden-
dorp.(Gron.), Ds. J. T. Huisman, hoopt,
naar de Ned. meldt, 15 Mei e.k. scheep
te gaan naar Australië, met bet oog
op zijn vestiging aldaar op de nieuwe
ontginningen van zijn zoon.
Ds. Huisman werd 6 Februari 1906
predikant te Niehove en stond achter
eenvolgens te Termnnten en Den An-
del, en sedert 6 Dec. 1925 te Wolden-
dorp.
FEUILLETON.
Naar het Duifpch.
Morgen begint de Pinkster-vacantie.
\Vat ik me daarin verheug! Ik geloof,
nog meer dan mijn kinderen in school.
Tante schreef me in haar laatsten
brief schertsend een zeldzaamheid,
dat mijn tante eens 'n keer schertst
zij stelde zich voor, dat ik deftig, met
ae ernstige waardigheid eener school-
monarchie, mijn oude kamer zou bin
nenstappen.- Margaretha liad reeds al
les in orde gebracht en was, naar ze
zeide, verschrikkelijk blij, hare juf
frouw weer eens terug te zien. Ik ben
erg nieuwsgierig hoe de vacantie ver-
loopen zal.
Wat doe ik gedurende dien tijd mot
het dagboek? Meènemén? Dat is ge
vaarlijk. Tante duldt niet, dat ik iets
voor haar wegsluit. Als het onder de
oosen kwam, zou ze het ook willen le
zen, en dat mag nu niet en nooit ge
beuren. Ik laat 't dus hier; in mijn
kast, die een sterk slot heeft, is 't goed
bewaard. Onder de vacantie maak ik
slechts korte aanteekeningen en
werk 't dan later verder uit. Zulk
een dagboek heeft zijn onaangenaam
heden en de moeite, welke het ver
oorzaakt, is niet gering. Dat heeft on
ze leeraar ons ook vooruit gezegd;
maar hij lieeft er ook bijgevoegd, dat
het, wanneer men volhield, onzen wil
staalde. Dat is zoo. Ik bewonder me
zelf eigenlijk, dat ik 't tot nog toe heb'
volgehouden. Dat is dus een teeken,
dat ik een vasten wil heb. Zeer
vleiend, juffrouw Rosa Wantolf! Mis
schien is 't echter ook slechts ijdelheid
en eigenzinnigheid, van welke loffelij
ke eigenschappen ik' immers, naar
liét oordeel .van orlzen strengen heer
Directeur, een flinke portie bezitten
'zou.
Mijnheer de Directeur! Lieve man.
liem. .heb ik sinds al dien tijd ge
heel vergeten. De gelede man! Hij heelt
niet vermoeci, hoe dikwijls we om hem
gelachen hebben, als hij daar zoo
waardig binnengestapt kwam. Rika
Rübsam kon hem zoo prachtig na
doen met zijn diepe basstem; en naast
hem juffrouw Vierhoek, zonderlin
ge naam, welke in 't' geheel niet bij
haar paste, eerder - had men haar
scherpe-hoek kunnen noemen. Wat
die zich over hare waardigheid als
kweekschool-hoofdonderwijzeres in
beeldde! Ik geloof, ze had ook haar
linnengoed van dien titel voorzien.
Wil je wel eens ophouden. Roosje?
Laat ge uw kwade tong weer den teu
gel vieren? Ik geloof, dat 't van de
vacantie-stemming komt; ik „ruik
de morgenlucht" om met Goethe te
spreken.
Mijn beide mede-onderwijzeressen
willen naar Zwitserland, naar het
Yierwoudstedenmeer en den Pilatus
beklimmen; daar spreken ze reeds
ci11 dagen over; ze ïiennen zicli
bergschoenen laten maken. Ik zou
toch werkelijk wel. eens graag weten,
hoe Fanny Roszkind als die Vier
hoek of Vierkant heette, dat zou men
nog begrijpelijk vinden den berg
op wil. Zonder sleeptouw gaat dat
stellig en zeker niet. Toen ik haar
vroeg, of ze dan de reis alleen wagen
wilden, zeide juffrouw Dreisam, dat
een verre bloedverwant, assessor in
Bonn, haar zou vergezellen. Dien wil
de ik wel eens zien. Of ook die bloed
verwantschap per slot van rekening
niet van Adam's, en Eva's wege zou
zijn?.... Genoeg! Welnu, mijn teer
bemind dagboek; thans wordt ge op
gesloten, tot ik weder terugkom. Ik
krijg insgelijks gezelschap; mijn
vriendin Marie namelijk reist mot
mij; zij wil een paar dagen doorbren
gen te Limburg. Tot Koblenz reizen
we samen. Van daar reist Marie alleen
verder.
TWEEDE HOOFDSTUK.
Pinkster-vacantie.
Wiesenau, 27 Mei.
Zie zoo, we zijn weer terug. De va
cantie is voorbij. Vrijdagmorgen den
1 Ben reden we naar het station en
tla&rna over Bonn verder. Distel's rij
tuig is zeer gemakkelijk. De knecht,
oen stevige jongen van 19 jaar, reed
er met de twee jonge vossen op los,
dat 't een lust was. Marie brandde
.van verlangen om de school, terug te
zien, waar zij een paar jaren heeft
doorgeur acht; zij hangt vooral erg
aan een harer vroegere onderwijze
ressen, met welke zij geregeld corres
pondeert.
Het was een heerlijke rit op dien
frisschen Mei-morgen. De weg liep
door een machtig beukenwoud. De
blijde vogelwereld jubileerde alom.
De zonnestralen pijlden neer door
het jonge groen; op eene boschweide
zagen we een heelen troep reeën;
prachtige dieren. Aan het station
hadden, we nog een kwartier tijd.
Weldra kwam de spoortrein aanra
zen en nu ging 't zonder oponthoud
verder naar Bonn en Koblenz, waar
wij tegen den middag aakwaraen en
Marie moest uitstappen.
De trein naar Limburg stond reeds
klaar en vertrok terstond.
Tante wachtte mij aan het station,
vriendelijk-ernstig of ernstig-vriende-
lijk, zooals altijd. Margaretha stond
aan de deur en drukte mij zoo krach
tig de hand, dat ik 't bijna uit
schreeuwde. In mijne kamer was al
les nog als vroeger. Aan tafel begon
het vragen en vertellen. Ik moest tot
in de kleinste bijzonderheden alles
opbiechten-wat ik wilde. Alles kon
ik toch niet zeggen. Tante stamt uit
een heel anderen tijd; van uen tegen-
svoordigen heeft zij geen goed begrip.
Zij meent het goed met mij, is echter
een weinig norsch.
Iets bijzonders is eigenlijk in de va
cantie niet gebeurd. - Tante liet me
bij wijze van uitzondering 's morgens
zoo lang slapen als ik wilde en ik heb
er flink van geprofiteerd.
Gedurende twee dagen hadden we
bezoek van een onderwijzeres uit
Westfalen. Dat was een zonderlinge
dame. Toen ik anderhalven dag van
haar gezelschap genoten had, werd
ik zeer melancholiek;
Toen zij vertrokken was ik ver
gezelde haar naar'het station en ik
weer in mijn kamer was, werd 't mij
eensklaps zoo grappig te moede, dat
ik in een onbedaarlijk gelach uit
barstte, zoo erg, dat tante mijn ka
mer kwam binnenstormen en vroeg,
wat er tóch te doen was. Ik kon haar
geen verstandig antwoord geven en zij
ging hoofdschuddend heen. Waar
om ik eigenlijk gelachen heb, weet ik
zelf niet goed; ik geloof echter, dat ik
me zelf uitgelachen heb. Men heeft
irrimers van die oogcnblikken, waar
in men zich zelf onuitsprekelijk be
lachelijk voorkomt en men tegen zich
zelf een leelijk gezicht zou willen
trekken, zooals kinderen dat tegen
elkander dikwijls doen.
Ook heb ik 'n klein avontuurtje ge
had. Op een namiddag ging ik in het
plantsoen aan den Rijn wandélen;
daar hoorde ik op eens haastige stap
pen achter me; een jonge, elegante
man kwam op me toe, maakte een
zeer hoffelijke buiging voor me en
hield me een visitekaarten-taschje
voor met de vraag: „Excuseer me, juf
frouw, behoort dit taschje wellicht
aan u; ik vond het op den weg".
(Wordt vervolgd