NIEUWE LEIDSCHE COURANT Het dagboek van een Leerares van VRIJDAG 2 MAART 1928 TWEEDE BLAD. STADSNIEUWS. GEMEENTEZAKEN. (Slot.) Afstand van grond voor R.K. scholenbonw. Eenigen tijd geledén verzocht het be stuur der Roomsch-Katholieke Parochiale Jongensscholen onder Roomsch-Katho- liek Parochiaal Kerkbestuur te Leiden een gedeelte, groot 338 vierk. M. van 't perceel kadastraal bekend gemeente Lei den, Sectie O No. 1213, gelegen aan de Oltmansstraat en de Potgieterlaan, van de gemeente te mogen koopen ten behoeve van toekomstigen scholenbouw. Aangezien tegen verkoop van bedoel den grond bij B. en W. geen bezwaren be stonden, deelden zij genoemd bestuur, overeenkomstig het advies van de Com missie van Fabricage, mede, dat zij be reid waren voor de stellen den grond te verkoopen tegen den prijs van ƒ7.50 per vierk. M. Het schoolbestuur ging met diefi prijs accoord, doch verzocht tevens het aan de gemeente overblijvend en voor straat be stemd gedeelte van perceel Sectie O 1213, in gel .'uik te mogen ontvangen, teneinde niet genoodzaakt te zijn afscheidingen te maken; de bestaande slooten zouden dan voorloopig als afscheiding kunnen blij ven dienen. Ook tegen inwilliging van dit verzoek bestaat geen bezwaar, mits als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente een jaarlijksche vergoeding van 1 wordt be taald. Van deze gelegenheid maken B. en VV. gebruik voor te stellen de Potgieterlaan te doen doortrekken, waardoor de bewo ners van de Oltmansstraat, Nicolaas Beets- straat en andere meer Zuidelijk gelegen straten een rechtstreekschen uitgang naar den Haagweg verkrijgen. De beide aangelegde gedeelten van de Potgieterlaan zullen daartoe met ellcan: der moeten worden verbonden, doch de uit te voeren verharding zal slechts een voorloopige voorziening zijn en voors hands zich bepalen tot 'n geringe breedte. Terwijl later, wanneer de aangenzende grond wordt bebouwd, tot definitieven straataanleg zal worden overgegaan, wordt thans slechts een weg gemaakt, waarvan het noordelijk gedeelte, in aansluiting aan het bestaande pad, een breedte heeft van 2.30 M., doch die zich verderop allengs verwijdt, om ten slotte bij den te verkoo pen grond de volle straatbreedte te be reiken. De kosten van deze voorloopige voor ziening worden geraamd op 2.200, welke kunnen worden gevonden door afschrij- vihg Van den post voor onvoorziene uit gaven, waarop thans nog 42.300 beschik baar is. De eigenaressen vafi den 'rond, verschil lende R.K. instellingen, gaan met een en ander accoord. B. en W. stellen voor tot deze verbeteringen en afstand van grond te besluiten. Vergoeding waarneming hoofdschap Lagere scholen. De afdeeling Leiden van. Ut Bond van Nedèrlandsche Onderwijzers verzocht om gebruik te maken van de bevoegdheid, toegekend bij artikel 33 der Lager Onder wijswet 1920, om aan de onderwijzers een belooning toe te kennen op grond van hunne aanwijzing tot plaatsvervanger van het hoofd der school. Blijkens de bij het verzoek behoorende toelichting, is de af deeling van oordeel, dat er voor een vaste vergoeding per jaar geen enkele aanlei ding bestaat; wel acht zij het redelijk en billijk, dat een plaatsvervangend hoofd over den tijd, gedurende welken hij het hoofd inderdaad vervangt, een belooning ontvangt. Als h.i. navolgenswaardige voorbeelden van elders getroffen regelingen, vestigt zij de aandacht op: le. de regeling der gemeente Almelo, welke aldus luidt: „De plaatsvervangende hoofden ontvan gen een belooning, berekend naar twee gulden per dag voor eiken dag vervan ging van het hoofd der school, met dien verstande, dat bij vervanging van één dag geen belooning eil bij vervanging van langeren duur over den eersten dag der vervanging geen belooning wordt uitge keerd." Toch geeft de afdeeling Leiden de voor keur aan eene regeling als in s-Graven- hage is getroffen. Daar werd besloten aan de onderwijzers, op grond van hunne aan wijzing tot plaatsvervanger van het hoofd der school, waaraan zij werkzaam zijn, een belooning toe te kennen voor waarne mingen van een dag of langer, naar tijds duur berekend, gelijk aan het bedrag, het welk zij boven hunne 'v Ude als onderwij zer zouden genieten, indien zij in 'vasten dienst als hoofd aan de school, waaraan zij werkzaam zijn, verbonden waren. De Plaatselijke Schoolcommissie is van oordeel, dat het toekennen van een gel delijke belooning aan een plaatsvervanger van het hoofd der school ingeval van daadwerkelijke- waarneming alleszins bil lijk mag worden genoemd. Zij prefereert eene regeling als die te Almelo, met dien verstande, dat bij vervanging van twee dagen geen belooning wordt uitgekeerd, terwijl bij vervanging van langeren duur de belooning wordt genoten van den eer sten dag van vervanging af. Verder acht de Commissie belooning tijdens eene va- cantie alleen dan gerechtvaardigd, indien het hoofd der school ook nog na afloop der vacantie moet worden vervangen. B. en W. kunnen zich in zooverre met het advies der Commissie vereenigen, dat ook zij vaststelling van eene regeling in zake het toekennen van eene belooning aan plaatsvervangende hoofden gewenscht achten en dat zij eveneens van meening zijn, dat. het logischer is voor werkelijk verrichte werkzaamheden te betalen, dan eene belooning te verbinden enkel aan de aanwijzing tot plaatsvervangend hoofd. Evenwel schijnt hun het in de regeling van Almelo genoemd bedrag vrij wille keurig gekozen. Rekening houdende met het verschil in salaris tusschen hoofd en onderwijzer, dat voor de - Leidsche scho len 501) bedraagt (in sommige gevallen zelfs nog iets minder) is eene vergoeding van 2 per dag h:i. te hoog. Juister achten zij de Haagsche regeling, krachtens welke gelijk boven is ver meld een plaatsvervangend hoofd ge durende de vervanging hetzelfde salaris ontvangt, dat hij zou genieten, indien hij -de tijdelijk waargenomen betrekking de finitief vervulde. Toch zouden zij cok deze regeling niet ongewijzigd wenschen te zien ingevoerd. Het is toch h.i. niet noodig, dat bij waar neming gedurende enkele dagen extra- betaling. plaats vindj.' Zij zouden alleen bij waarneming van langeren' duur dan zes dagen vergoeding willen verleenen en in geen geval vergoeding willen uitkeeren over de eerste zes schooldagen; dé ver goeding zou dus inge n op den zevenden dag der vervanging. Met de Plaatselijke Schoolcommissie achten zij belooning voor vervanging tijdens de vacantie alleen dan gerechtvaardigd, indien het hoofd ook na afloop der vacantie nog moet worden ver vangen. Evenals in Den Haag zouden zij de re geling ook willen doen gelden voor de school voor buitengewoon lager onder wijs; voor het'hijzonder onderwijs zal zij van toepassing zijn krachtens het bepaal de bij het tweede lid van artikel 33 der wet. Dé kosten, verbonden aan de door het college gewenschte - regeling, kunnen uit den aard der zaak niét met eenige zeker heid worden geraamd. Zoo zou de rege ling voor Eet openbaar lager onderwijs over 1926 ongeveer ƒ99 en over 1927 (toen eenige hoofden geruimen tijd ziek zijn geweest) ongeveer "ƒ950 hebben gevor derd. Volledigheidshalve vermelden B; en VV. nog, dat de regeling van Almelo', toege past als door de~ Plaatselijke Schoolcom missie géwenscht, óver' 1926 ongeveer 240 en over 1927 ongeveer, 1FOQ zou hebben gevorderd en resp. 120 en 1360, indien ook bij langere waarneming de eerste zes dagen worden verwaarloosd. Ten slotte vestigen zij er nog de aan dacht op, dat in gevallen van tijdelijke waarneming der betrekking van hoofd der school als bedoeld in art. 41 der wet (dat is b.v. ingeval door schorsing, ontslag of ontstentenis een plaats is opengeval len) geene 1 oouing mag worden ver leend, aangezien dit. is bepaald bij de sa larisregeling voor de onderwijzers. Deze regeling toch bepaalt, dat de vaste onder wijzer in die gevallen geen extra-salaris ontvangt. Onder or.nerking dat de Commissie voor het Onderwijs zich met ">et voorstel kan vereenigen "en dat zij de vast te stel len'regeling te rekenen met ingang van 1 Januari j.l. zoud :n wenschen te doen ingaan, geven B. en V in overwegin-- de daarvoor noodige besluiten te remen. Verbouwing Stadhuis. Tengevolge van het betrekken door de politie van het nieuwe politiebureau, is het noodzakelijk, aan de voormalige po- litielokalen in het Raadhuis zoomede atth het perceel Vischmarkt 11, voorheen even eens voorzooveel de benedenverdieping be treft bij de politie in gebruik, en het voor malige nachtverblijverslokaal in het Raad- .huis ter zijde van de z.g. blauwe gang, een nieuwe bestemming te geven. Het voormalige nachtverblijverslokaal kan, naar het oordeel van den Burge meester, het best worden bestemd, om al daar een politiepost te vestigen, waaraan thans, nu de politie zelve niet meer in het Raadhuis gevestigd is, behoefte be staat; tevens zal daarbij in eenige meer dere ruimte voor het stallen van rijwie len, in het bijzonder ten dienste van de raadsleden, wórden voorzien; van bedoel de post uit kan op deze rijwielen, zoo ook in het algemeen op wie' langs dezen kant het Raadhuis betreedt, toezicht worden uitgeoefend. Tusschen de rijwielbergplaats en het wachtlokaal en ook tusschen die bergplaats en de blauwe gang zal een reehtstreeksche verbinding worden ge maakt. De voormalige politielokaliteiten, zoome de het perceel Vischmarkt 11 zouden B. en \V. willen bestemmen, om te voorzien in de dringende behoefte aan, meerdere ruimte voor verschillende reeds thans in het Raadhuis gevéstigde onderdeelen van den gemeentelijken dienst, waartoe de ontruiming van de bedoelde lokaliteiten een zeer -welkome gelegenheid biedt. Voor verplaatsing komt. in de eerste plaats in aanmerking do afdeeling Onder wijs der gemeentesecretarie. Deze afdee ling beschikt on het oogenblik over 2 klei ne vertrekken, het eene in gebruik bij den chef der afdeeling, het andere bij de ove rige 4 a 5 ambtenaren; laatstgenoemd ver trek dient tevens als archief en om het talrijke publiek,, dat met de afdeeling te maken heeft, te ontvangen. Het behoeft ge.en betoog, dat deze huisvesting onvol doende is. Het plan tot verbouwing van de voormalige politielokaliteiten voorziet ..da$rom ten dienste van de afdeeling On derwijs in 3 'bureauruimten, n.l. een ka mer voor den afdeelingschef, een'ruim bu reau voor de overige ambtenaren en een kamer voor het archief der afdeeling. En voorts wordt gezamenlijk met het Bouw en Woningtoezicht, welken dienst zij, zoo als hieronder zal blijken, eveneens naar het voormalige politiebureau zouden wen schen te zien overgebracht, over 'n wacht kamer beschikt. Al deze lokaliteiten zijn op den beganen grond gelegen en door den ouden hoofdtoegang van het politie bureau direct van de Breestraat uit ge makkelijk bereikbaar. Zij zullen door mid del van een trap binnendoor met het ove rige gedeelte van het Raadhuis in reeht streeksche gemeenschap worden gebracht. De voormalige kamer van den Commis saris van Politie zal worden bestemd tot kamer voor den Wethouder van Onder wijs, hetgeen het dubbele voordeel heeft, dat deze wethouder alsdan in de onmid dellijke nabijheid vanzijn afdeeling ge huisvest zal zijn en dat de tegenwoor dige kamer van den wethouder beschik baar komt voor den wethouder van fi nanciën. waarna aan de kamer, op het oogenblik door laatstgenoemden wethou der ingenomen, hare vroegere bestemming als wachtkamer vóór den Burgemeester kan worden teruggegèven. De tegenwoor dige lokaliteiten van de afdeeling Onder wijs zuilen voor uitbreiding van de bu reauruimte der Secretarie beschikbaar worden gehouden. In de tweede plaats moet in eenige meerdere ruimte ten behoeve van den dienst van het Bouw- en Woningtoezicht worden voorzien, welke dienst op het oogenblik voor de huisvesting van den di recteur, de administratie, 4 opzichters en het archief, zoomede voor het ontvangen van publiek slechts over 3 lokalen be schikt; deze aan het bureau Gemeentewer ken grenzende lokalen ziin bovendien dringend noodig ten behoeve van eene ruimere en betere huisvesting van den dienst der Gemeentewerken. Immers, de afdeeling bestratingen is thans proviso risch ergens in een ander deel van het Raadhuis ondergebracht, het bureau voor de centrale rioleering is geheel buiten het Raadhuis gevestigd, terwijl het vertrek, waarin de Adjunct-directeur is gehuis vest, zelfs niet aan bescheiden eischen voldoet. Aanvankelijk is overwogen, den dienst van het Bouw- en Woningtoezicht in perceel Vischmarkt 11 onder te bren gen. Van dit plan is echter afgezien we gens de weinig overzichtelijke ligging van de ruimten in dit perceel en de minder gemakkelijke bereikbaarheid van de hoo- ger gelegen lokalen voor het publiek. 'Mitsdien is thans het plan, ook ''en diénst van het Bouw- en Woningtoezicht in de voormalige politielokaliteiten onder te brengen. Hiertoe zijn bestemd 5 lokalitei ten, n.l, een kamér voor den directeur, een bureau voor de administratie, twee bureauruimten voor de 4 opzichters en 'n kamer voor het archief van den dienst. Voorts wordt gezamenlijk met de afdee ling Onderwijs over een wachtkamer be schikt. Ook deze lokaliteiten liggen alle op den beganen grond en zijn door den ouden hoofdtoegang van het politiebu reau direct van de Breestraat uit bereik baar. De tegenwoordige lokaliteiten van den dienst van het Bouw- en Woningtoe zicht zullen, voor den dienst der Gemeen tewerken worden bestemd. In de derde plaats kan van deze verbou wing gebruik worden gemaakt, om de zolders van het Raadhuis, te bevrijden van den zwaren last van het nieuw ar chief en andere boeken en bescheiden. welke tot dusverre aldaar werden gebor gen, doch welken last deze zolders, naar de directeur der Gemeentewerken hij her haling met nadruk verzekerde, zonder ge vaar niet langer dragen kunnen. Voor zoo ver het nieuw archief niet in aanmerking komt, om naar het oud-archief te worden overgebracht, zal het ten deele worden geborgen ih enkele, nog overblijvende, en voor bureaux niet geëigende ruimten van het voormalige politiebureau; het overige zal worden ondergebracht in het perceel Vischmarkt 11, hetwelk binnendoor met het Raadhuis in reehtstreeksche verbin ding zal worden gebracht en nog voor meerdere berging ruimte blijft bieden. De kosten van een en ander zullen, met inbegrip van eenige voorzieningen in de Burgemeesterskamer en in de Leeskamer voor de raadsleden, 41.80.0 bedragen. Ten slotte me.ehen B. en W., dat van deze gelegenheid gebruik moet worden ge maakt, om verbetering te brengen in de tegenwoordige wijze van verwarmen van het Raadhuis, welke onvoldoende moet worden geacht, door het geheele raadhuis- complex te voorzien van centrale verwar ming. Immers, niet'alleen zal hierdoor 'n grooter aantal ruimten kunnen worden verwarmd, doch deze verwarming zal ook vermoedelijk goedkooper zijn in het ge bruik, dah.de tegenwoordige wijze van verwarmen. Bij een aanlegsom van onge veer ƒ25.000, welk bedrag op een gede tailleerde prijsopgave berust, zullen de exploitatiekosten met inbegrip van de noo dige afschrijving n.l. slechts 4725 bedra gen per jaar, Waartegenover, de jaarlijk sche kosten van de tegenwoordige wijze van verwarmen met inbegrio van de noo dige afschrijvingen op kachels, enz. moe ten worden gesteld op ƒ5010. Centrale verwarming is derhalve niet alleen doel matiger, doch vermoedelijk zelfs goedkoo per. Bij den aanleg zal met een eventu- eele uitbreiding later van het aantal te verwarmen ruimten rekening worden ge houden. B. en W. geven in overweging voor al deze verbouwingen een bedrag van ƒ66.800 beschikbaar te stellen. Wijziging heffing rioolaanslui tingen enz. Bij de discussies in de raadsvergade ring van 19 December 1927, gevoerd naar aanleiding van de interpellatië van den heer de Reede, betreffende de toepassing van de in art. 1 C sub 2e van de recog- nitië-verordening opgenomen bepaling, volgens welke voor het hebben ten be hoeve van een fabriek of ander bedrijf van een loozing, hetzij een reehtstreeksche of middellijke, van vuil of water in een gemeenteriool of gemeentewater, belas ting verschuldigd is, wérd door B. en W. de toezegging gedaan, dat door hun col lege zou worden overwogen, in hoever de te dier zake tot uiting gekomen klachten kon worden tegemoet gekomen. Zooals gebleken is* zijn de bezwaren in hoofdzaak gericht tegen het belasten van die bedrijven, voor welker uitoefening het gebruik van water, anders dan ten gerie ve van het personeel of voor het schoon houden, geen noodzakelijk vereischte is en ten behoeve waarvan het dus evenmin noodzakelijk, is vervuild water of andere vloeibare stoffen af te voeren. Hunnerzijds bestaat er geen bezwaar, tegen, de heffing van de belasting in vo- renbedoelden zin te beperken, doch zulks kan slechts geschieden door wijziging van de desbetreffende bepaling der veror dening. Het woord „bedrijf" behoort daarbij, als hebbende een te ruime heteekenis, vervan gen te worden door het woord „werk plaats", hetwelk niet alleen aansluit aan het vooraf gebezigde woord „fabriek", doch ook aanduidt, dat uitsluitend be doeld worden inrichtingen tot. vervaardi ging, herstelling enz. of alwaar voorwer pen, stoffen of waren een bewerking ple gen te ondergaan, teneinde ze tot verkoop of gebruik geschikt te maken. Winkels, kantoren en dergelijke, hbezeer ook die nende voor het uitoefenen van een be drijf, vallen dan buiten de heffing, doch inrichtingen als bijvoorbeeld wassche- rijen blijven, evenals tot nog toe, be last. Bovendien komt, door vóór de woorden „ten behoeve van" het woord „kennelijk" te plaatsen, tot uitdrukking, dat de loozing slechts dan belast is, als het in de fabriek of werkplaats uitgeoefen de bedrijf noodzakelijkerwijze een afvoer van vuil of water behoeft. Teneinde mogelijk misverstand omtrent de heteekenis van de woorden „fabriek" en „werkplaats" te voorkomen, zal vol ledigheidshalve een definitie van deze woorden aan de bepaling dienen te wor den toegevoegd. Hieromtrent zijn B. en W. van oordeel, dat te dien aanzien in hoofdzaak kan worden gevolgd hetgeen in art. 1 sub le. van de Veiligheidswet daar omtrent is bepaald. Zij geven derhalve overeenkomstig het advies van de Commissie van Financiën in overweging over te gaan tot vaststel ling van een verordening tot wijziging van de recógnitie-verordening. GEVONDEN VOORWERPEN. Portemonnaie met inhoud van Mevr. Ziegelaar, etui met schrijfbe hoeften; portefeuille met inhoud, vulpotlood, huissleutels, Lipssleutel, „Damm"-sleutel, handschoenen, por temonnaie met inhoud, portemonnaie (ledig), blauw broodzakje, bril, da- mestaschje met inhoud, schooltascb, van Jan Peereboom, 2 lappen groene stof, nikkelen lorgnet, rijwielbelasting- plaatje, rijwielbelastingplaatje in etui, kosteloos rijwielbelastingplaatje, wit te vrouwenzak inh. 0,08, bruin lede ren riem met medaille, kralen hals ketting, gulden, kwastje, lantaarn- glas, koperen l-H.G.-gewicbt, gouden dameshorloge met armband, dames- vulpenhouder, zakmes, kruk van, een auto, 3 dubbeltjes," alpacca beursje (ledig), rijwielpomp, R.-K. kerkboekje, grijze heerenhoed, rozenkrans, bouten hekje, mattenklopper, paar dames kousen, vulpenhouder, doublé broche, haarkarii in etui, portemonnaie inh. een gouden ring, ijzeren ketting, klein gouden dameshorloge aan bruin arm bandje, dekzeil van een kinderwagen, boek „De Neef van Prikkebeen", arm band, wollen deken, zilveren beursje met inhoud, damestaschje van W. i>. Kleyn, blauwe damesschoen, honden. Gevonden in de Electriscbe tram (Stadslijn): Parapluie, paar dames- handschoenen. Gevonden in het Postkantoor: Zwart wasdoeken boodschappentasch. Terug te bekomen en inlichtingen te verkrijgen ten politiebureele al hier, eiken werkdag, behalve Donder dag en Vrijdag, tusschen 1 en 3 uur namiddag. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Dinteloord en Priij- seland: J. H. Tb. Rappard, te Barne- veld. Aangenomen, naar Schiedam: K. de Bel, te Steenwijk. EVANG. LUTH. KERK. Drietal, te Amsterdam (vac.-P. Groote): O. D. .Bleeker, te Edam; J. P. van Heest, te Deventer; en H. Snijder, te Arnhem-. Bedankt, voor Bergen op Zoom- Zierikzee: Mr. D. G. Hoevers, cand. te 's-Gravenbage. NED. PROT. BOND. Mr. D. G. Hoevers, te 's-Gravenbage, heeft de benoeming tot voorganger van de afdeeling Beilen van den Ned. Prot. Bond aangenomen. TOEGELATEN TOT DEN DIENST DES WOORDS. De heer K. P. de Groot, beroepen predikt der Ned. Geref. Gemeente te Delft, is door de Classis Rotterdam dier kerkengroep toegelaten tot de be diening des Woords en der Sacramen ten. Hij zal bevestigd worden door den consulent Ds. D. C. van Stemp— voort te Rotterdam D.V. Zondag 25 Maart. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Ds. J. D i k b o o m, Ned. Herv. pred. te Schiermonnikoog, is voornemens om Zondag 29 April a.s. afscheid te nemen om op Zondag 6 Mei zijn in trede te doen te Witmarsum, na voor af te zijn bevestigd door Ds. B. J. Graatsma van Franeker. Ds. P. v. d. S t a a y is voorne mens ohi Zondag as. afscheid te ne men van de Ned. Herv. Gem. te Wes- terbork, om Zondag 11 Maart zijn in trede te doen te Renesse, na vooraf te zijn bevestigd door Ds, J. Boogaard van Burgt (Schouwen). Ds. J. F. HUISMAN NAAR AUSTRALIë. De Ned. Herv. predikant te Wolden- dorp.(Gron.), Ds. J. T. Huisman, hoopt, naar de Ned. meldt, 15 Mei e.k. scheep te gaan naar Australië, met bet oog op zijn vestiging aldaar op de nieuwe ontginningen van zijn zoon. Ds. Huisman werd 6 Februari 1906 predikant te Niehove en stond achter eenvolgens te Termnnten en Den An- del, en sedert 6 Dec. 1925 te Wolden- dorp. FEUILLETON. Naar het Duifpch. Morgen begint de Pinkster-vacantie. \Vat ik me daarin verheug! Ik geloof, nog meer dan mijn kinderen in school. Tante schreef me in haar laatsten brief schertsend een zeldzaamheid, dat mijn tante eens 'n keer schertst zij stelde zich voor, dat ik deftig, met ae ernstige waardigheid eener school- monarchie, mijn oude kamer zou bin nenstappen.- Margaretha liad reeds al les in orde gebracht en was, naar ze zeide, verschrikkelijk blij, hare juf frouw weer eens terug te zien. Ik ben erg nieuwsgierig hoe de vacantie ver- loopen zal. Wat doe ik gedurende dien tijd mot het dagboek? Meènemén? Dat is ge vaarlijk. Tante duldt niet, dat ik iets voor haar wegsluit. Als het onder de oosen kwam, zou ze het ook willen le zen, en dat mag nu niet en nooit ge beuren. Ik laat 't dus hier; in mijn kast, die een sterk slot heeft, is 't goed bewaard. Onder de vacantie maak ik slechts korte aanteekeningen en werk 't dan later verder uit. Zulk een dagboek heeft zijn onaangenaam heden en de moeite, welke het ver oorzaakt, is niet gering. Dat heeft on ze leeraar ons ook vooruit gezegd; maar hij lieeft er ook bijgevoegd, dat het, wanneer men volhield, onzen wil staalde. Dat is zoo. Ik bewonder me zelf eigenlijk, dat ik 't tot nog toe heb' volgehouden. Dat is dus een teeken, dat ik een vasten wil heb. Zeer vleiend, juffrouw Rosa Wantolf! Mis schien is 't echter ook slechts ijdelheid en eigenzinnigheid, van welke loffelij ke eigenschappen ik' immers, naar liét oordeel .van orlzen strengen heer Directeur, een flinke portie bezitten 'zou. Mijnheer de Directeur! Lieve man. liem. .heb ik sinds al dien tijd ge heel vergeten. De gelede man! Hij heelt niet vermoeci, hoe dikwijls we om hem gelachen hebben, als hij daar zoo waardig binnengestapt kwam. Rika Rübsam kon hem zoo prachtig na doen met zijn diepe basstem; en naast hem juffrouw Vierhoek, zonderlin ge naam, welke in 't' geheel niet bij haar paste, eerder - had men haar scherpe-hoek kunnen noemen. Wat die zich over hare waardigheid als kweekschool-hoofdonderwijzeres in beeldde! Ik geloof, ze had ook haar linnengoed van dien titel voorzien. Wil je wel eens ophouden. Roosje? Laat ge uw kwade tong weer den teu gel vieren? Ik geloof, dat 't van de vacantie-stemming komt; ik „ruik de morgenlucht" om met Goethe te spreken. Mijn beide mede-onderwijzeressen willen naar Zwitserland, naar het Yierwoudstedenmeer en den Pilatus beklimmen; daar spreken ze reeds ci11 dagen over; ze ïiennen zicli bergschoenen laten maken. Ik zou toch werkelijk wel. eens graag weten, hoe Fanny Roszkind als die Vier hoek of Vierkant heette, dat zou men nog begrijpelijk vinden den berg op wil. Zonder sleeptouw gaat dat stellig en zeker niet. Toen ik haar vroeg, of ze dan de reis alleen wagen wilden, zeide juffrouw Dreisam, dat een verre bloedverwant, assessor in Bonn, haar zou vergezellen. Dien wil de ik wel eens zien. Of ook die bloed verwantschap per slot van rekening niet van Adam's, en Eva's wege zou zijn?.... Genoeg! Welnu, mijn teer bemind dagboek; thans wordt ge op gesloten, tot ik weder terugkom. Ik krijg insgelijks gezelschap; mijn vriendin Marie namelijk reist mot mij; zij wil een paar dagen doorbren gen te Limburg. Tot Koblenz reizen we samen. Van daar reist Marie alleen verder. TWEEDE HOOFDSTUK. Pinkster-vacantie. Wiesenau, 27 Mei. Zie zoo, we zijn weer terug. De va cantie is voorbij. Vrijdagmorgen den 1 Ben reden we naar het station en tla&rna over Bonn verder. Distel's rij tuig is zeer gemakkelijk. De knecht, oen stevige jongen van 19 jaar, reed er met de twee jonge vossen op los, dat 't een lust was. Marie brandde .van verlangen om de school, terug te zien, waar zij een paar jaren heeft doorgeur acht; zij hangt vooral erg aan een harer vroegere onderwijze ressen, met welke zij geregeld corres pondeert. Het was een heerlijke rit op dien frisschen Mei-morgen. De weg liep door een machtig beukenwoud. De blijde vogelwereld jubileerde alom. De zonnestralen pijlden neer door het jonge groen; op eene boschweide zagen we een heelen troep reeën; prachtige dieren. Aan het station hadden, we nog een kwartier tijd. Weldra kwam de spoortrein aanra zen en nu ging 't zonder oponthoud verder naar Bonn en Koblenz, waar wij tegen den middag aakwaraen en Marie moest uitstappen. De trein naar Limburg stond reeds klaar en vertrok terstond. Tante wachtte mij aan het station, vriendelijk-ernstig of ernstig-vriende- lijk, zooals altijd. Margaretha stond aan de deur en drukte mij zoo krach tig de hand, dat ik 't bijna uit schreeuwde. In mijne kamer was al les nog als vroeger. Aan tafel begon het vragen en vertellen. Ik moest tot in de kleinste bijzonderheden alles opbiechten-wat ik wilde. Alles kon ik toch niet zeggen. Tante stamt uit een heel anderen tijd; van uen tegen- svoordigen heeft zij geen goed begrip. Zij meent het goed met mij, is echter een weinig norsch. Iets bijzonders is eigenlijk in de va cantie niet gebeurd. - Tante liet me bij wijze van uitzondering 's morgens zoo lang slapen als ik wilde en ik heb er flink van geprofiteerd. Gedurende twee dagen hadden we bezoek van een onderwijzeres uit Westfalen. Dat was een zonderlinge dame. Toen ik anderhalven dag van haar gezelschap genoten had, werd ik zeer melancholiek; Toen zij vertrokken was ik ver gezelde haar naar'het station en ik weer in mijn kamer was, werd 't mij eensklaps zoo grappig te moede, dat ik in een onbedaarlijk gelach uit barstte, zoo erg, dat tante mijn ka mer kwam binnenstormen en vroeg, wat er tóch te doen was. Ik kon haar geen verstandig antwoord geven en zij ging hoofdschuddend heen. Waar om ik eigenlijk gelachen heb, weet ik zelf niet goed; ik geloof echter, dat ik me zelf uitgelachen heb. Men heeft irrimers van die oogcnblikken, waar in men zich zelf onuitsprekelijk be lachelijk voorkomt en men tegen zich zelf een leelijk gezicht zou willen trekken, zooals kinderen dat tegen elkander dikwijls doen. Ook heb ik 'n klein avontuurtje ge had. Op een namiddag ging ik in het plantsoen aan den Rijn wandélen; daar hoorde ik op eens haastige stap pen achter me; een jonge, elegante man kwam op me toe, maakte een zeer hoffelijke buiging voor me en hield me een visitekaarten-taschje voor met de vraag: „Excuseer me, juf frouw, behoort dit taschje wellicht aan u; ik vond het op den weg". (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5