NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 18 FEBR. 1928
TWEEDE BLAD.
Alle gedachte gevangen.
Dewijl wij de overleggingen ter
neder werpen en alle hoogte die
zich verheft tegen de kennisse
Gods en alle gedachte gevangen
leiden tot de gehoorzaamheid van
Christus.
2 Cor. 10 5.
Er is hier sprake van den heiligen
oorlog, dien de kinderen Gods als strij
dende Kerk te voeren hebben voor de
eer huns Konings en voor de komst van
zijn koninkrijk.
Dat is een heftige krijg.
Want als deze Vorst des hemels
Christus met zijn Woord strijdt door
den dienst zijner Kerk, dan is het er
hem om te doen om zondaren, die vij
anden zijn, te overwinnen en hen tot
Zijne onderdanen te maken.
Zoo is het goddelijk krijgsplan van
dezen oppersten Legeraanvoerder.
Maar die booze zondevijand in het
hart van den natuurlijken mensch is
volstrekt niet van plan zich zóó maar
over te geven.
Hij hoeft zich teruggetrokken in
een soort gepantserd fort, met schan
sen en wallen omgeven, en alzoo tot
een sterkte, een burcht of vesting ge
maakt.
Maar als de Heere opstaat tot den
strijd, dan zullen de sterkten neder-
geworpen worden.
Vreest dan niet, krijgsknechten Gods
om uft te trekken in dezen heiligen
oorlog.
Van welken aard zijn echter de
sterkten die de zondaar tegen God op
werpt, en de hoogten, waarachter hij
zich verschuilt?
't Zijn overleggingen, die zich ver
heffen tegen de kennisse Gods, 't zijn
vijandige gedachten.
Het is dus een strijd op het terrein
der denkwereld.
Uit het hart des menschen komt al
les op wat zich tegen de waarheid ver
heft, wat onder den Koning niet bui
gen en voor zijn Woord niet bukken
wil.
De gedachten van den natuurlijken
mensch, hoe godsdienstig soms in
schijn, zijn altijd vol vijandschap tegen
God en tegen Zijn kennis, de openba
ring van zijn heilsraad en heilswerk in
Christus.
Welk een ernstige strijd dus voor
Gods volk om op alle levensgebied de
overleggingen der menschen neer te
werpen door het Woord Gods.
Wat al hoogten waarachter de zon
daar zich versteekt om in den geeste
lijken strijd niet overwonnen te wor
den!
Wat al overleggingen in de harten
die in aanraking komen met het Woord
Gods!
Hoevele wallen van hoogmoed, onge
loof, boosheid en ingewortelde zonden!
Hoevele dingen die den mensch in den
weg staan op den weg waarheen God
hem roept!
De Jood wil teekenen zien, de Griek
wil wijsheid hooren.
De rijke dwaas schuilt weg achter
zijn goederen, de arme achter zijn el
lende; de jonge achter zijn jeugd, de
oude achter zijn onvermogen; de ster
ke achter zijn kracht, de zwakke ach
ter zijn geringheid, de onboetvaardige
achter zijn geliefkoosde zonde.
En in ons eigen hart, medestrijder
in het leger des Heeren, hoevele hoog
ten verheffen zich daar nog tegen de
kennisse Gods?
Maar al die gedachten moeten ge
vangen geleid worden tot de gehoor
zaamheid van Christus.
Versta die beeldspraak goed.
Zie, daar is een fort dat, door den
vijand belegerd en beschoten, het niet
langer kan houden. De bezetting zwaait
de witte vlag, capituleert, geeft zich
over.
Nu worden die mannen gevangen
genomen en heengevoerd naar het land
der overwinnaars om aldaar aan den
koning onderdanig te zijn.
Zoo nu ook worden door het woord
des Heeren in den heiligen oorlog de
zondaren achter hun schansen vandaan
gehaald.
In him gedachten overwonnen, wor
den ze gevangen geleid tot Christus.
Dit is echter de hoogste vrijheid,
dienstknecht des Heeren te zijn.
Christus overwint.
Hij eischt onvoorwaardelijke over
gave.
Aan Satan en wereld moet de trouw
worden opgezegd.
De Heiland moet als Koning beleden.
Maar dan juist is er voor schuldige
gevangenen een plaats in de erven der
heiligen in het licht.
Het is geen smadelijke nederlaag
zóó overwonnen te worden.
Integendeel, het is een slaken der
banden, waardoor waarachtige vriiheid
en volkomen verlossing geschonken
wordt.
DE RUSTE BOVEN.
Hoe zeer met zorg doorweven,
En met verdriet doormengd,
Is heel dit tijd'lijk leven,
Dat rust noch vrede brengt.
Een leven, vol gevaren,
Vol zorgen in 't verschiet;
Ja, 't beste onzer jaren
Soms moeite en verdriet!
Doch wie zich met zijn zorgen,
Door nacht en ontij heen,
In Christus weet geborgen,
Zwijgt stil in tegenheên.
Hij zal niet morrend klagen
In 't geen Gods hand hem bracht,
Maar 't leed geduldig dragen;
Gesterkt door 's Heeren kracht!
Hem wacht bij Jezus Boven,
De rust, die overblijft
Voor allen die gelooven;
Een rust, die eeuwig blijft!
Daar in het. Land der vromen,
Na al het aardsch verdriet,
Bij Jezus aangekomen,
Zingt hij 't verlossingslied!
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Daarle (toez.): J. L.
de Mol Moncourt, te Heilouw. Te
Garderen: J. van Amstel, te Putten.
te 's-Grevelduin-Capelle: P. J. Steen
beek, te Kampen.
Aangenomen, naar Anloo (Dr.)
F. H. Koster, emer. predikant te Gin-
neken. Naar Doeveren: P. S. Pots,
gep. O.-I. predikant te Bilthoven.
Bedankt, voor Dinteloord: W. J.
v. Lokhorst, te Delfshaven.
GEREF. KERKEN.
Tweetal, te Andijk: J. J. Bouw
man, te Urk; en H. J. Kouwenhoven,
te Leidschendam.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt, voor Baarn: C. S. v. d.
Ven, te Arnhem.
GEREF. GEMEENTE,
Beroepen, te Vlaardingen: R.
Kok, 'te Gouda.
DOOPSGEZINDE GEMEENTEN.
Beroepen, te Almelo: A. Vis, te
Burg op Texel.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Ds. A. M. den Oudsten hoopt 18
Maart a.s. afscheid te nemen van de
Ned. Herv. Kerk te Middelharnis, orn
25 Maart d.a.v. te El burg intrede te
doen.
t— Ds. E. Beukemais voornemens
Zondag 18 Maart afscheid te nemen
van de Geref. Kerk te Metslawier, om
Zondag 1 April intrede te doen te
Njeuwdorp. Bevestiger is Ds. A. P.
Lanting, te Wolf aartsdijk.
A.s. Zondagavond zal cand. J. v.
d. L e e k zijn intrede te doen in de Ger.
Kerk te Zalt-Bommel, na des morgens
bevestigd te zijn door Ds. F. Slomp
Jzn. te Nieuwlande (Dr.).
De intrede van Dr. J. D. van
Katw ij k, van Oegstgeest, in de
Geref. Kerk te Velsen is bepaald op
Zondag 25 Maart a.s. Des voormid
dags zal de bevestiging plaats hebben.
Als bevestiger treedt op Ds. S. van
Leeuwen te IJmuiden, consulent der
vacante gemeente.
Ds. CHR. HUNNINGHER.
Naar de Stand, uit goede bron ver
neemt zal Ds. Chr. Hunningher, eme
ritus-predikant der Ned. Herv. Gem.
te Amsterdam, die tot dusver te Zeist
werd verpleegd, ter verdere verple
ging in 't Herv. Diaconessenhuis te
Amsterdam vertoeven.
PARTICULIERE SYNODE.
De Particuliere Synode der Geref.
Kerken in Overijssel wordt 13 Juni
a.s. te Zwolle gehouden.
PRED. GEHEELONTHOUDERS-
VEREENIGING.
De Predikanten-geheelonthouders-
vereeniging zal Maandag 23 April a.s.
te Utrecht haar zilveren jubileum
vieren.
ZENDING.
De Kerkeraad der Geref. Kerk van
Heeg en de Deputaten van de Zen
ding in Friesland hebben goedgevon
den, dat te Pamrian (Java) op het
Friesche Zendingstérrein een zelf
standige Gemeente zal worden geïn
stitueerd.
Mej. W. Boorsma, hoofdverpleeg
ster van het Petronella-Hospitaal te
Djokjakarta, zal D.V. met de „Tam-
bora" terugkeeren en hoopt 18 Maart
te Marseille aan boord te gaan.
Te Djogja (Java) zal een nieuw
kerkgebouw voor de Javaansche Ge
meente op Gondakoesoeman gesticht
moeten worden. De kerk is 20 jaar
oud. Was voorheen het aantal leden
der Gemeente 450, nu is het meer dan
950. De huidige kerk is daardoor veel
te klein geworden. Voor een nieuwe,
eenvoudige kerk met 800 k 1000 zit
plaatsen is 20 a 25.000 gulden noodig.
Ds. A. Pos. miss. predikant, thans met
verlof in Holland, meent dat de Ker
ken in Noord-Holland daarvan wel
J 10.000 mogen betalen.
Zoo zijn ook kerkgebouwen noodig
in Toengkan, Patalan en Wates. Elk
van die kerken zal behalve grond,
meubileering enz. zeker 4000 moe
ten kosten. Voor Toengkak, gelegen
in het zuiden van de stad Djogja, werd
bij het jubileum der Hollandsche Ge
meente in Djogja reeds 2000 bijeen
gebracht. De heer Offringa wekt op
giften te zenden voor kerkbouw te
Wates. Hij kreeg 800 bijeen.
Binnen korten tijd zullen ook kerk
gebouwen noodig zijn in Medari, Wo-
nosari, Rewoeloe en Ngoelakan en
Kalipenten. Dit alles' is gevolg van de
uitbreiding, die Gods zegen aan de
Gemeenten geeft.
Voor alles en alles in het geheel
acht Ds. Pos 25.000 noodig.
De Classis Apeldoorn der Geref.
Kerken besloot dit jaar weer een proef
te nemen met het houden van een
Class. Zendingsdag te Apeldoorn.
Dr. J. Offringa, miss. arts aan het
Petronella-hospitaal te Djogjakarta,
met gezin hopen zich 7 Maart a.s. in
te schepen op de „Madoera" om met
verlof naar Nederland te komen.
HET CONFLICT IN DE GEREF.
KERKEN.
In de Woensdagavond in het Con
certhuis te Groningen gehouden ver
gadering der Vereeniging tot bevor
dering van het herstel der eenheid
van de Geref. Kerken werd na breede
bespreking het conceptreglement goed
gekeurd.
Daaraan zijn de volgende artikelen
ontleend:
Art. 1. De Vereeniging tot bevorde
ring van het herstel der eenheid van
de Gereformeerde Kerken stelt zich
op den grondslag van Gods Woord,
naar de opvatting van de drie formu
lieren van eenigheid.
Art. 2. Haar doel is het bevorderen
van de eenheid der- beide kerken
groepen, die gescheiden leven tenge
volge van de besluiten der Buitenge
wone Generale Synode van Assen in
1926, welke besluiten, h.i. geen vol
doende grond in Gods Woord vinden.
DE GEREF. BOND IN DE NED. HERV.
KERK.
De jaarvergadering van den Geref.
Bond tot verbreiding en verdediging
van de Waarheid in de Ned. Herv.
(Geref.) Kerk zal op Donderdag 29
Maart as. gehouden worden.
CLASSIS EN BEGRAFENIS.
Ter vergadering van de Classis
Zwolle der Geref. Kerken was van een
der Kerken in het ressort de predikant
niet aanwezig wegens een be
grafenis in zijn Gemeente. De Classis
hernieuwde haar vroegere uitspraak,
dat ze een begrafenis niet een geldige
reden acht voor een predikant om van
de Classical© Vergadering weg te
blijven.
PLAATSELIJKE KERK.
Te Tjerkwerd (Fr.) bestaat een
kleine Geref. Kerk van 82 zielen (be
lijdende en doopleden). Ter vergade
ring van de Classis Bolsward werd de
vraag gedaan, of het niet op den weg
ligt den Kerkeraad van Tjerkwerd in
overweging te geven eens met ernst
te spreken over de voortzetting van
het zelfstandig bestaan zijner Kerk.
De Classis keurde dit goed.
BINNENLAND.
Dr. H. FRANSSEN. f
Betreffende den levensloop van Dr.
II. Franssen, wiens overlijden wij gis
teren meldden, kunnen wij nog het
volgende mededeelen:
Geboren 28 November 1860 te Am
sterdam. werd de heer Franssen in
1883 candidaat der Ned. Herv. Kerk
te Utrecht en promoveerde als doctor
in de theologie. Den 7en Juni 1885
deed hij zijn introte Ankeveen.
Hier was hij werkzaam tot de Dolean
tie, toen hij met anderen werd afge
zet.
Op 17 November 1889 deed hij zijn
intrede bij de Gereformeerde Kerk te
Winterswijk, waar hij gebleven is tot
September 1899. Daarna heeft hij
zich als ambteloos burger te Zwolle
gevestigd.
Hij was een trouw pleitbezorger
van onze Antirevolutionaire begin
selen. In 1904 vaardigden de Prov. St.
van de provincie Overijsel hem af
naar de Eerste Kamer der Staten-Ge-
neraal; ruim 20 jaar vertegenwoor
digde hij onze Partij m dit College.
Ook in Zwolle trad Dr. Franssen in
de gemeentelijke politiek op den voor
grond. De Antirevolutionaire Kiesver-
eeniging zag hem als haar candidaat
in den Gemeenteraad gekozen, waar
hij in het College van B. en W. de por
tefeuille van Onderwijs ontving.
Niettegenstaande er een kleine li
berale meerderheid in de Provinciale
Staten van Overijssel was, vielen in
1904 twee der liberale afgevaardigden
naar de Eerste Kamer af en werd al
leen het mandaat van den onlangs
overleden liberaal D. W. Stork her
nieuwd. In plaats van mr. A. J. Dijck-
meeSter te Deventer is toen met één
stem meerderheid dr. H. Franssen ge
kozen. die sedert onafgebroken van
1904 tot 1926 zijn steeds weer her
nieuwd mandaat heeft uitgeoefend.
De overledene bekleedde nog tal van
andere functies. Zoo was hij van 1900
tot 1926 voorzitter van Gereformeerd
Schoolonderwijs en jarenlang pen
ningmeester der Theologische School
te Kampen; voorts curator der Vrije
Universiteit te Amsterdam en voor-
ziter van de commissie van toezicht
op de Binnenvaartschool te Zwolle,
lid van het bestuur van de Vereeni
ging voor Christelijke verzorging van
krankzinnigen, secretaris van het be
stuur van het gesticht Veldwijk, en
bestuurslid van het tractaatgenoot-
schap Filippus.
RECLAME.
Zijn functie van curator der Vrije
Universiteit had hij neergelegd in ver
band met een bepaling in het legaat
van ds. van Coeverden Adriani.
Verder was hij bestuurslid van de
Gerarda Sebila Verhoeven-stichting
te Soestdijk en van de LTnie-School
met den Bijbel.
De Provinciale Antirevolutionaire
Pers vond in hem een warm voor
stander. Van de oprichting af was hij
Commissaris van het dagblad „Onze
Courant", het A.-R. Orgaan in de pro
vincie Overijssel, dat eenige jaren ge
leden echter ophield te bestaan.
Zoo verliest niet alleen onze Partij,
doch ook onze geheele Christelijke
actie in dr. Franssen een man. die
door zijn hoogstaand karakter en echt
Christelijken geest bij vriend en vijand
bemind en gezien was. Hij was een
werker, die, bescheiden van aard, toch
met kracht en vrijmoedigheid onze
beginselen gediend heeft en wiens
"•erscheiden met ontroering zal ver
nomen worden door allen, die hem
gekend hebben.
Ziin nagedachtenis zal in eere ge
houden worden, ook door hen, die zijn
mildheid en liefdadigheid hebben er
varen.
H. M. de Koningin erkende zijn ver
diensten door hem te benoemen tot
ridder in de orde van den Ned. Leeuw.
De begrafenis zal plaats vinden op
Dinsdagmiddag één uur op de be
graafplaats te Zwolle.
EEN ONVERSCHILLIG ANTWOORD
In verband met onze driestar van
Donderdag: „Vijftig procent hier en
ginds", wijzen wij nog op bet volgen
de, dat de Chr. Rotterdammer schijft:
Edison, de groote uitvinder, is de
zer dagen 81 jaar geworden en de
krantenmenschen hebben hem bij die
gelegenheid weer met vragen be
stormd.
Onder meer vroeg men den intelli-
genten grijsaard, of hij geloofde in een
leven na den dood.
En wat was was zijn antwoord?
Dat hij voor 50 pet. van zijn geloof
aan den eenen kant stond en voor 50
pet aan den anderen kant. Met andere
woorden: we weten er niets van.
Dat antwoord is een droef bewijs
van onverschilligheid.
De vraag omtrent het leven na den
dood is een levensvraag voor milli-
oenen. En die vraag met zulk een wei
nig afdoende opmerking terug te drin
gen is wel treurig.
Wie de mogelijkheid van een leven
na dit leven aanneemt, wie er zelfs
voor 50 pet. in gelooft, moet niet rus
ten voor hij over deze zaak tot het
volle licht is gekomen.
Maar het is een vraag, die Edison
blijkbaar minder interesseert. En daar
om verdiept hij zich alleen in de won
deren der techniek. Voor het wonder
van het leven is zijn oog gesloten.
En met dit halfslachtig antwoord
worden weer duizenden in slaap ge
wiegd.
Inderdaad, Edison is een echt kind
van zijn tijd. Het leven wordt enkel
beheerscht door de vragen van de tech
niek en voor de vragen van het hart
is geen aandacht.
Men glijdt met een lach over de gees
En wat was zijn antwoord?
telijke vragen heen of men maakt er
zich af met een onverschillig ant
woord,
Edison heeft veel uitgevonden, maar
met zijn kennis van de beteekenis van
het menschelijk leven is hij nog niet
ver gevorderd.
Al 81 jaar en dan met zulk een hel
der hoofd ten opzichte van de eeuwige
dingen nog in het duister te tasten
wat is de mensch, als hij het licht der
Openbaring verwerpt!
FEUILLETON.
Gods wondere leidingen.
50) o
Maar hij wist voorshands genoeg
en maakte het plan eerst een brief
kaart te schrijven, om te vragen ,of
liet bezoek van hem en Pupple wel
kom zou wezen, en dan kon hij ver
der zien.
Tegen negen uur keerden de kna
pen hoogst voldaan huiswaarts en
hadden de verzekering ontvangen,
uat zij altijd welkom waren bij hun
nieuwen vriend. Pupple was opgeto
gen in het vooruitzicht, na zijn school
jaren aanstonds een goede plaats als
leerling te zullen krijgen en het kost
te hem geen moeite, de toestemming
zijner ouders te verwerven. Nu vader
den drank er aan gegeven had en
zijn tamelijk hooge weekloon geregeld
thuis bracht, ging het bij de Slinks
wel eenvoudig, maar toch zeer netjes
toe en konden allen behoorlijk het
hunne ontvangenzij hadden ook
een ruimere woning betrokken, waar
Torry en Pupple samen een aardige
kamer deelden en waar allen tevre
den en gelukkig waren.
Den volgenden dag ontving mr.
"vohby met de morgenpost een brief
kaart, meldende, dat juffrouw Jenny
arris, geboren Beams, hem in den
van den ochtend wilde bezoeken
om hem over zaken te spreken.
Torry zou haar dus nu zelve zien.,
hij hoopte maar, dat kleine Toetie
meekwam, doch die wensch bleef on
vervuld.
Nancy verscheen tegen tien uur,
zeer netjes gekleed en zij maakte een
heel goeden indruk. Oprecht was haar
blijdschap, toen zij Torry, die haar
binnenliet, terugzag ér. zij. verteld©
aanstonds ongevraagd hoe het haar
in de laatste weken gegaan was
k.eine Toetie was al in de kliniek van
dén beroemden professor Merson, er
was hoop op genezing, doch het zou
heel lang durenals Torry haar
eens wilde opzoeken, zou hij stellig
met vreugde begroet worden, hij kon
zijn vriendje Pupple gerust meene
men.
Mr. Bobby kwam nu binnen en
Torry vertrok.... Nancy had haar
papieren in orde en zou dus zonder
veel moeite haar erfenis kunnen aan
vaarden..,. alleen zou zij haar broe
der Joffrey moeten opzoeken en hem
om de uitkeering verzieken.
„Uw broeder verlangt naar u, juf
frouw Tarris". zei mr. Bobby ernstig,
hij wil niet? liever dan het verledene
vergeten en voortaan voor u en uw
kindje een hulp en een beschermer
wezen".
Nancy beloofde onverwijld naar
haar broeder toe te gaan en dat alles
in orde was gekomen, hoorde mr
Bobby nog diezelfde week, want
inr. Beams kwam zijn papieren terug
halen en stelde den speurder het aan
zienlijke honorarium dankbaar ter
hand, waarvan ook Torry een aardig
sommetje meekreeg.
„Als nu Charleston ook eens be
richt zond", dacht mr. Bobby, „als
God mij die gunst eens wilde toe
staan!" rnaar de ©ene dag verliep na
de andere en er kwam geen tijding.
Eindelijk en ten laatste, na zeven
lange weken ontving Bobby een brief
je van den portier; het luidde:
„Waarde heer Johnson, de patiënt,
in wien u zooveel belang stelt, is he
den voor het eerst weer buiten ge
weest, en dus ontslagen uit het zie-
kenverblijf, maar er heeft een eigen
aardige verandering bij hem plaats
gehadhij praat voortdurend half
luid voor zich heen en dat wel in een
taal, die ik niet ken, maar dat stellig
geen Spaansch is. Als men hem in het
Krigelsch iets zegt of vraagt, begrijpt
hij het blijkbaar heel goed, maar hij
antwoordt in zijn eigen taal en die
kent hier niemand. De doktoren zijn
len einde raad en kunnen niets aan
hem doen. Het spijt me, geen betere tij
ding te kunnen melden. De patiënt
mag bezoek hebben tussehen twee en
vijf Uur, eiken werkdag.
Met beleefden groet,
Uw dienaar,
A. TROBBLE, hoofd
portier.
r
Lang bleef Bobby met dezen brief
in de hand zitten peinzen. In verband
met hetgeen Torry hem had verteld
over het gehoorde uit den mond der
boeven, meende hij wel te mogen op
maken, dat de zieke in Charleston de
gezochte Hollander was, maar hij
durfde zijn lastgevers, den heer Ver-
meeren en diens zuster nogniets
mededeelen, uit angst, hen met ijdele
hoop te vleien, waarna de ontgooche
ling al te wreed zou wezen.
Geen der veroordeelden had iets
willen loslaten over den persoon, in
wiens opdracht zij iemand op het
hoofd geslagen en naar een boot ge
sleept hadden.... allen hielden zich.
alsof zij daarvan niets hoegenaamd
wisten en de rechter was ervan over
tuigd, dat het volkomen nutteloos
was. pogingen aan te wenden, om hun
eenige bekentenis te ontlokken. Den
afgevallen kameraad Vos hadden zij
wol in het verderf willen medeslee-
pen. maar elkander trachtten zij zoo-
voel mogelijk te sparen en niemand
liet een enkel woord los.
Bobby tastte hier dus in het duister,
totdat weer een toeval hem op een
nieuw spoor bracht, en wel ander
maal door zijn trouwen leerling Tor
ry.
Deze had reeds meermalen zijn
klein vriendinnetje Toetie bezocht en
was aan de kliniek e-oed bekend ge
raakt. Er was daar in de kinderaf-
deeling ook een kleine jongen, die
eveneens met elektriciteit behandeld
werd en Johnny schreeuwde zich tel
kens een ongeluk, wanneer hij den
professor maar zag naderen. Het
kind raakte geheel overstuur en had
geen het minste nut van de genees
wijze. Toetie was veel gewilliger en
schreide bijna nooit meer, waardoor
haar genezing dan ook werkelijk
vorderde.
Meermalen had Torry den kleinen
jongen hooren gillén en te keer gaan
en op een namiddag, toen het weer
heel erg was, zei de professor tot den
vader, dat de kuur zóó niets uithaal
de en het kind verder niet kon be
handeld worden...,, de arme man
was wanhopig en schreide bitter.
Torry had erg met hem te doen en
vroeg eensklaps:
„Zal ik eens probeeren, je kleinen
bengel tot kalmte te brengen
misschien gelukt het mij".
Hoofdschuddend zag de man hem
aan:"
„Onmogelijk, mijnheer, het is drie
kwart ondeugdwant pijn kan
hij niet hebben".
„Juist daarom, laat mij maar eens
begaan".
Torry haalde nu zijn politie-fluitje
voor den dag en -begon er zachtjes op
te blazen., kleine Johnny keek er
bewonderend en verlangend naar..
„Mag ik ook eens blazen?" 'vroeg
hij bedeesd.
(Wordt vervolgd).