NIEUWE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 18 FEBR. 1928 TWEEDE BLAD. Alle gedachte gevangen. Dewijl wij de overleggingen ter neder werpen en alle hoogte die zich verheft tegen de kennisse Gods en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus. 2 Cor. 10 5. Er is hier sprake van den heiligen oorlog, dien de kinderen Gods als strij dende Kerk te voeren hebben voor de eer huns Konings en voor de komst van zijn koninkrijk. Dat is een heftige krijg. Want als deze Vorst des hemels Christus met zijn Woord strijdt door den dienst zijner Kerk, dan is het er hem om te doen om zondaren, die vij anden zijn, te overwinnen en hen tot Zijne onderdanen te maken. Zoo is het goddelijk krijgsplan van dezen oppersten Legeraanvoerder. Maar die booze zondevijand in het hart van den natuurlijken mensch is volstrekt niet van plan zich zóó maar over te geven. Hij hoeft zich teruggetrokken in een soort gepantserd fort, met schan sen en wallen omgeven, en alzoo tot een sterkte, een burcht of vesting ge maakt. Maar als de Heere opstaat tot den strijd, dan zullen de sterkten neder- geworpen worden. Vreest dan niet, krijgsknechten Gods om uft te trekken in dezen heiligen oorlog. Van welken aard zijn echter de sterkten die de zondaar tegen God op werpt, en de hoogten, waarachter hij zich verschuilt? 't Zijn overleggingen, die zich ver heffen tegen de kennisse Gods, 't zijn vijandige gedachten. Het is dus een strijd op het terrein der denkwereld. Uit het hart des menschen komt al les op wat zich tegen de waarheid ver heft, wat onder den Koning niet bui gen en voor zijn Woord niet bukken wil. De gedachten van den natuurlijken mensch, hoe godsdienstig soms in schijn, zijn altijd vol vijandschap tegen God en tegen Zijn kennis, de openba ring van zijn heilsraad en heilswerk in Christus. Welk een ernstige strijd dus voor Gods volk om op alle levensgebied de overleggingen der menschen neer te werpen door het Woord Gods. Wat al hoogten waarachter de zon daar zich versteekt om in den geeste lijken strijd niet overwonnen te wor den! Wat al overleggingen in de harten die in aanraking komen met het Woord Gods! Hoevele wallen van hoogmoed, onge loof, boosheid en ingewortelde zonden! Hoevele dingen die den mensch in den weg staan op den weg waarheen God hem roept! De Jood wil teekenen zien, de Griek wil wijsheid hooren. De rijke dwaas schuilt weg achter zijn goederen, de arme achter zijn el lende; de jonge achter zijn jeugd, de oude achter zijn onvermogen; de ster ke achter zijn kracht, de zwakke ach ter zijn geringheid, de onboetvaardige achter zijn geliefkoosde zonde. En in ons eigen hart, medestrijder in het leger des Heeren, hoevele hoog ten verheffen zich daar nog tegen de kennisse Gods? Maar al die gedachten moeten ge vangen geleid worden tot de gehoor zaamheid van Christus. Versta die beeldspraak goed. Zie, daar is een fort dat, door den vijand belegerd en beschoten, het niet langer kan houden. De bezetting zwaait de witte vlag, capituleert, geeft zich over. Nu worden die mannen gevangen genomen en heengevoerd naar het land der overwinnaars om aldaar aan den koning onderdanig te zijn. Zoo nu ook worden door het woord des Heeren in den heiligen oorlog de zondaren achter hun schansen vandaan gehaald. In him gedachten overwonnen, wor den ze gevangen geleid tot Christus. Dit is echter de hoogste vrijheid, dienstknecht des Heeren te zijn. Christus overwint. Hij eischt onvoorwaardelijke over gave. Aan Satan en wereld moet de trouw worden opgezegd. De Heiland moet als Koning beleden. Maar dan juist is er voor schuldige gevangenen een plaats in de erven der heiligen in het licht. Het is geen smadelijke nederlaag zóó overwonnen te worden. Integendeel, het is een slaken der banden, waardoor waarachtige vriiheid en volkomen verlossing geschonken wordt. DE RUSTE BOVEN. Hoe zeer met zorg doorweven, En met verdriet doormengd, Is heel dit tijd'lijk leven, Dat rust noch vrede brengt. Een leven, vol gevaren, Vol zorgen in 't verschiet; Ja, 't beste onzer jaren Soms moeite en verdriet! Doch wie zich met zijn zorgen, Door nacht en ontij heen, In Christus weet geborgen, Zwijgt stil in tegenheên. Hij zal niet morrend klagen In 't geen Gods hand hem bracht, Maar 't leed geduldig dragen; Gesterkt door 's Heeren kracht! Hem wacht bij Jezus Boven, De rust, die overblijft Voor allen die gelooven; Een rust, die eeuwig blijft! Daar in het. Land der vromen, Na al het aardsch verdriet, Bij Jezus aangekomen, Zingt hij 't verlossingslied! KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Daarle (toez.): J. L. de Mol Moncourt, te Heilouw. Te Garderen: J. van Amstel, te Putten. te 's-Grevelduin-Capelle: P. J. Steen beek, te Kampen. Aangenomen, naar Anloo (Dr.) F. H. Koster, emer. predikant te Gin- neken. Naar Doeveren: P. S. Pots, gep. O.-I. predikant te Bilthoven. Bedankt, voor Dinteloord: W. J. v. Lokhorst, te Delfshaven. GEREF. KERKEN. Tweetal, te Andijk: J. J. Bouw man, te Urk; en H. J. Kouwenhoven, te Leidschendam. CHR. GEREF. KERK. Bedankt, voor Baarn: C. S. v. d. Ven, te Arnhem. GEREF. GEMEENTE, Beroepen, te Vlaardingen: R. Kok, 'te Gouda. DOOPSGEZINDE GEMEENTEN. Beroepen, te Almelo: A. Vis, te Burg op Texel. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Ds. A. M. den Oudsten hoopt 18 Maart a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Kerk te Middelharnis, orn 25 Maart d.a.v. te El burg intrede te doen. t— Ds. E. Beukemais voornemens Zondag 18 Maart afscheid te nemen van de Geref. Kerk te Metslawier, om Zondag 1 April intrede te doen te Njeuwdorp. Bevestiger is Ds. A. P. Lanting, te Wolf aartsdijk. A.s. Zondagavond zal cand. J. v. d. L e e k zijn intrede te doen in de Ger. Kerk te Zalt-Bommel, na des morgens bevestigd te zijn door Ds. F. Slomp Jzn. te Nieuwlande (Dr.). De intrede van Dr. J. D. van Katw ij k, van Oegstgeest, in de Geref. Kerk te Velsen is bepaald op Zondag 25 Maart a.s. Des voormid dags zal de bevestiging plaats hebben. Als bevestiger treedt op Ds. S. van Leeuwen te IJmuiden, consulent der vacante gemeente. Ds. CHR. HUNNINGHER. Naar de Stand, uit goede bron ver neemt zal Ds. Chr. Hunningher, eme ritus-predikant der Ned. Herv. Gem. te Amsterdam, die tot dusver te Zeist werd verpleegd, ter verdere verple ging in 't Herv. Diaconessenhuis te Amsterdam vertoeven. PARTICULIERE SYNODE. De Particuliere Synode der Geref. Kerken in Overijssel wordt 13 Juni a.s. te Zwolle gehouden. PRED. GEHEELONTHOUDERS- VEREENIGING. De Predikanten-geheelonthouders- vereeniging zal Maandag 23 April a.s. te Utrecht haar zilveren jubileum vieren. ZENDING. De Kerkeraad der Geref. Kerk van Heeg en de Deputaten van de Zen ding in Friesland hebben goedgevon den, dat te Pamrian (Java) op het Friesche Zendingstérrein een zelf standige Gemeente zal worden geïn stitueerd. Mej. W. Boorsma, hoofdverpleeg ster van het Petronella-Hospitaal te Djokjakarta, zal D.V. met de „Tam- bora" terugkeeren en hoopt 18 Maart te Marseille aan boord te gaan. Te Djogja (Java) zal een nieuw kerkgebouw voor de Javaansche Ge meente op Gondakoesoeman gesticht moeten worden. De kerk is 20 jaar oud. Was voorheen het aantal leden der Gemeente 450, nu is het meer dan 950. De huidige kerk is daardoor veel te klein geworden. Voor een nieuwe, eenvoudige kerk met 800 k 1000 zit plaatsen is 20 a 25.000 gulden noodig. Ds. A. Pos. miss. predikant, thans met verlof in Holland, meent dat de Ker ken in Noord-Holland daarvan wel J 10.000 mogen betalen. Zoo zijn ook kerkgebouwen noodig in Toengkan, Patalan en Wates. Elk van die kerken zal behalve grond, meubileering enz. zeker 4000 moe ten kosten. Voor Toengkak, gelegen in het zuiden van de stad Djogja, werd bij het jubileum der Hollandsche Ge meente in Djogja reeds 2000 bijeen gebracht. De heer Offringa wekt op giften te zenden voor kerkbouw te Wates. Hij kreeg 800 bijeen. Binnen korten tijd zullen ook kerk gebouwen noodig zijn in Medari, Wo- nosari, Rewoeloe en Ngoelakan en Kalipenten. Dit alles' is gevolg van de uitbreiding, die Gods zegen aan de Gemeenten geeft. Voor alles en alles in het geheel acht Ds. Pos 25.000 noodig. De Classis Apeldoorn der Geref. Kerken besloot dit jaar weer een proef te nemen met het houden van een Class. Zendingsdag te Apeldoorn. Dr. J. Offringa, miss. arts aan het Petronella-hospitaal te Djogjakarta, met gezin hopen zich 7 Maart a.s. in te schepen op de „Madoera" om met verlof naar Nederland te komen. HET CONFLICT IN DE GEREF. KERKEN. In de Woensdagavond in het Con certhuis te Groningen gehouden ver gadering der Vereeniging tot bevor dering van het herstel der eenheid van de Geref. Kerken werd na breede bespreking het conceptreglement goed gekeurd. Daaraan zijn de volgende artikelen ontleend: Art. 1. De Vereeniging tot bevorde ring van het herstel der eenheid van de Gereformeerde Kerken stelt zich op den grondslag van Gods Woord, naar de opvatting van de drie formu lieren van eenigheid. Art. 2. Haar doel is het bevorderen van de eenheid der- beide kerken groepen, die gescheiden leven tenge volge van de besluiten der Buitenge wone Generale Synode van Assen in 1926, welke besluiten, h.i. geen vol doende grond in Gods Woord vinden. DE GEREF. BOND IN DE NED. HERV. KERK. De jaarvergadering van den Geref. Bond tot verbreiding en verdediging van de Waarheid in de Ned. Herv. (Geref.) Kerk zal op Donderdag 29 Maart as. gehouden worden. CLASSIS EN BEGRAFENIS. Ter vergadering van de Classis Zwolle der Geref. Kerken was van een der Kerken in het ressort de predikant niet aanwezig wegens een be grafenis in zijn Gemeente. De Classis hernieuwde haar vroegere uitspraak, dat ze een begrafenis niet een geldige reden acht voor een predikant om van de Classical© Vergadering weg te blijven. PLAATSELIJKE KERK. Te Tjerkwerd (Fr.) bestaat een kleine Geref. Kerk van 82 zielen (be lijdende en doopleden). Ter vergade ring van de Classis Bolsward werd de vraag gedaan, of het niet op den weg ligt den Kerkeraad van Tjerkwerd in overweging te geven eens met ernst te spreken over de voortzetting van het zelfstandig bestaan zijner Kerk. De Classis keurde dit goed. BINNENLAND. Dr. H. FRANSSEN. f Betreffende den levensloop van Dr. II. Franssen, wiens overlijden wij gis teren meldden, kunnen wij nog het volgende mededeelen: Geboren 28 November 1860 te Am sterdam. werd de heer Franssen in 1883 candidaat der Ned. Herv. Kerk te Utrecht en promoveerde als doctor in de theologie. Den 7en Juni 1885 deed hij zijn introte Ankeveen. Hier was hij werkzaam tot de Dolean tie, toen hij met anderen werd afge zet. Op 17 November 1889 deed hij zijn intrede bij de Gereformeerde Kerk te Winterswijk, waar hij gebleven is tot September 1899. Daarna heeft hij zich als ambteloos burger te Zwolle gevestigd. Hij was een trouw pleitbezorger van onze Antirevolutionaire begin selen. In 1904 vaardigden de Prov. St. van de provincie Overijsel hem af naar de Eerste Kamer der Staten-Ge- neraal; ruim 20 jaar vertegenwoor digde hij onze Partij m dit College. Ook in Zwolle trad Dr. Franssen in de gemeentelijke politiek op den voor grond. De Antirevolutionaire Kiesver- eeniging zag hem als haar candidaat in den Gemeenteraad gekozen, waar hij in het College van B. en W. de por tefeuille van Onderwijs ontving. Niettegenstaande er een kleine li berale meerderheid in de Provinciale Staten van Overijssel was, vielen in 1904 twee der liberale afgevaardigden naar de Eerste Kamer af en werd al leen het mandaat van den onlangs overleden liberaal D. W. Stork her nieuwd. In plaats van mr. A. J. Dijck- meeSter te Deventer is toen met één stem meerderheid dr. H. Franssen ge kozen. die sedert onafgebroken van 1904 tot 1926 zijn steeds weer her nieuwd mandaat heeft uitgeoefend. De overledene bekleedde nog tal van andere functies. Zoo was hij van 1900 tot 1926 voorzitter van Gereformeerd Schoolonderwijs en jarenlang pen ningmeester der Theologische School te Kampen; voorts curator der Vrije Universiteit te Amsterdam en voor- ziter van de commissie van toezicht op de Binnenvaartschool te Zwolle, lid van het bestuur van de Vereeni ging voor Christelijke verzorging van krankzinnigen, secretaris van het be stuur van het gesticht Veldwijk, en bestuurslid van het tractaatgenoot- schap Filippus. RECLAME. Zijn functie van curator der Vrije Universiteit had hij neergelegd in ver band met een bepaling in het legaat van ds. van Coeverden Adriani. Verder was hij bestuurslid van de Gerarda Sebila Verhoeven-stichting te Soestdijk en van de LTnie-School met den Bijbel. De Provinciale Antirevolutionaire Pers vond in hem een warm voor stander. Van de oprichting af was hij Commissaris van het dagblad „Onze Courant", het A.-R. Orgaan in de pro vincie Overijssel, dat eenige jaren ge leden echter ophield te bestaan. Zoo verliest niet alleen onze Partij, doch ook onze geheele Christelijke actie in dr. Franssen een man. die door zijn hoogstaand karakter en echt Christelijken geest bij vriend en vijand bemind en gezien was. Hij was een werker, die, bescheiden van aard, toch met kracht en vrijmoedigheid onze beginselen gediend heeft en wiens "•erscheiden met ontroering zal ver nomen worden door allen, die hem gekend hebben. Ziin nagedachtenis zal in eere ge houden worden, ook door hen, die zijn mildheid en liefdadigheid hebben er varen. H. M. de Koningin erkende zijn ver diensten door hem te benoemen tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw. De begrafenis zal plaats vinden op Dinsdagmiddag één uur op de be graafplaats te Zwolle. EEN ONVERSCHILLIG ANTWOORD In verband met onze driestar van Donderdag: „Vijftig procent hier en ginds", wijzen wij nog op bet volgen de, dat de Chr. Rotterdammer schijft: Edison, de groote uitvinder, is de zer dagen 81 jaar geworden en de krantenmenschen hebben hem bij die gelegenheid weer met vragen be stormd. Onder meer vroeg men den intelli- genten grijsaard, of hij geloofde in een leven na den dood. En wat was was zijn antwoord? Dat hij voor 50 pet. van zijn geloof aan den eenen kant stond en voor 50 pet aan den anderen kant. Met andere woorden: we weten er niets van. Dat antwoord is een droef bewijs van onverschilligheid. De vraag omtrent het leven na den dood is een levensvraag voor milli- oenen. En die vraag met zulk een wei nig afdoende opmerking terug te drin gen is wel treurig. Wie de mogelijkheid van een leven na dit leven aanneemt, wie er zelfs voor 50 pet. in gelooft, moet niet rus ten voor hij over deze zaak tot het volle licht is gekomen. Maar het is een vraag, die Edison blijkbaar minder interesseert. En daar om verdiept hij zich alleen in de won deren der techniek. Voor het wonder van het leven is zijn oog gesloten. En met dit halfslachtig antwoord worden weer duizenden in slaap ge wiegd. Inderdaad, Edison is een echt kind van zijn tijd. Het leven wordt enkel beheerscht door de vragen van de tech niek en voor de vragen van het hart is geen aandacht. Men glijdt met een lach over de gees En wat was zijn antwoord? telijke vragen heen of men maakt er zich af met een onverschillig ant woord, Edison heeft veel uitgevonden, maar met zijn kennis van de beteekenis van het menschelijk leven is hij nog niet ver gevorderd. Al 81 jaar en dan met zulk een hel der hoofd ten opzichte van de eeuwige dingen nog in het duister te tasten wat is de mensch, als hij het licht der Openbaring verwerpt! FEUILLETON. Gods wondere leidingen. 50) o Maar hij wist voorshands genoeg en maakte het plan eerst een brief kaart te schrijven, om te vragen ,of liet bezoek van hem en Pupple wel kom zou wezen, en dan kon hij ver der zien. Tegen negen uur keerden de kna pen hoogst voldaan huiswaarts en hadden de verzekering ontvangen, uat zij altijd welkom waren bij hun nieuwen vriend. Pupple was opgeto gen in het vooruitzicht, na zijn school jaren aanstonds een goede plaats als leerling te zullen krijgen en het kost te hem geen moeite, de toestemming zijner ouders te verwerven. Nu vader den drank er aan gegeven had en zijn tamelijk hooge weekloon geregeld thuis bracht, ging het bij de Slinks wel eenvoudig, maar toch zeer netjes toe en konden allen behoorlijk het hunne ontvangenzij hadden ook een ruimere woning betrokken, waar Torry en Pupple samen een aardige kamer deelden en waar allen tevre den en gelukkig waren. Den volgenden dag ontving mr. "vohby met de morgenpost een brief kaart, meldende, dat juffrouw Jenny arris, geboren Beams, hem in den van den ochtend wilde bezoeken om hem over zaken te spreken. Torry zou haar dus nu zelve zien., hij hoopte maar, dat kleine Toetie meekwam, doch die wensch bleef on vervuld. Nancy verscheen tegen tien uur, zeer netjes gekleed en zij maakte een heel goeden indruk. Oprecht was haar blijdschap, toen zij Torry, die haar binnenliet, terugzag ér. zij. verteld© aanstonds ongevraagd hoe het haar in de laatste weken gegaan was k.eine Toetie was al in de kliniek van dén beroemden professor Merson, er was hoop op genezing, doch het zou heel lang durenals Torry haar eens wilde opzoeken, zou hij stellig met vreugde begroet worden, hij kon zijn vriendje Pupple gerust meene men. Mr. Bobby kwam nu binnen en Torry vertrok.... Nancy had haar papieren in orde en zou dus zonder veel moeite haar erfenis kunnen aan vaarden..,. alleen zou zij haar broe der Joffrey moeten opzoeken en hem om de uitkeering verzieken. „Uw broeder verlangt naar u, juf frouw Tarris". zei mr. Bobby ernstig, hij wil niet? liever dan het verledene vergeten en voortaan voor u en uw kindje een hulp en een beschermer wezen". Nancy beloofde onverwijld naar haar broeder toe te gaan en dat alles in orde was gekomen, hoorde mr Bobby nog diezelfde week, want inr. Beams kwam zijn papieren terug halen en stelde den speurder het aan zienlijke honorarium dankbaar ter hand, waarvan ook Torry een aardig sommetje meekreeg. „Als nu Charleston ook eens be richt zond", dacht mr. Bobby, „als God mij die gunst eens wilde toe staan!" rnaar de ©ene dag verliep na de andere en er kwam geen tijding. Eindelijk en ten laatste, na zeven lange weken ontving Bobby een brief je van den portier; het luidde: „Waarde heer Johnson, de patiënt, in wien u zooveel belang stelt, is he den voor het eerst weer buiten ge weest, en dus ontslagen uit het zie- kenverblijf, maar er heeft een eigen aardige verandering bij hem plaats gehadhij praat voortdurend half luid voor zich heen en dat wel in een taal, die ik niet ken, maar dat stellig geen Spaansch is. Als men hem in het Krigelsch iets zegt of vraagt, begrijpt hij het blijkbaar heel goed, maar hij antwoordt in zijn eigen taal en die kent hier niemand. De doktoren zijn len einde raad en kunnen niets aan hem doen. Het spijt me, geen betere tij ding te kunnen melden. De patiënt mag bezoek hebben tussehen twee en vijf Uur, eiken werkdag. Met beleefden groet, Uw dienaar, A. TROBBLE, hoofd portier. r Lang bleef Bobby met dezen brief in de hand zitten peinzen. In verband met hetgeen Torry hem had verteld over het gehoorde uit den mond der boeven, meende hij wel te mogen op maken, dat de zieke in Charleston de gezochte Hollander was, maar hij durfde zijn lastgevers, den heer Ver- meeren en diens zuster nogniets mededeelen, uit angst, hen met ijdele hoop te vleien, waarna de ontgooche ling al te wreed zou wezen. Geen der veroordeelden had iets willen loslaten over den persoon, in wiens opdracht zij iemand op het hoofd geslagen en naar een boot ge sleept hadden.... allen hielden zich. alsof zij daarvan niets hoegenaamd wisten en de rechter was ervan over tuigd, dat het volkomen nutteloos was. pogingen aan te wenden, om hun eenige bekentenis te ontlokken. Den afgevallen kameraad Vos hadden zij wol in het verderf willen medeslee- pen. maar elkander trachtten zij zoo- voel mogelijk te sparen en niemand liet een enkel woord los. Bobby tastte hier dus in het duister, totdat weer een toeval hem op een nieuw spoor bracht, en wel ander maal door zijn trouwen leerling Tor ry. Deze had reeds meermalen zijn klein vriendinnetje Toetie bezocht en was aan de kliniek e-oed bekend ge raakt. Er was daar in de kinderaf- deeling ook een kleine jongen, die eveneens met elektriciteit behandeld werd en Johnny schreeuwde zich tel kens een ongeluk, wanneer hij den professor maar zag naderen. Het kind raakte geheel overstuur en had geen het minste nut van de genees wijze. Toetie was veel gewilliger en schreide bijna nooit meer, waardoor haar genezing dan ook werkelijk vorderde. Meermalen had Torry den kleinen jongen hooren gillén en te keer gaan en op een namiddag, toen het weer heel erg was, zei de professor tot den vader, dat de kuur zóó niets uithaal de en het kind verder niet kon be handeld worden...,, de arme man was wanhopig en schreide bitter. Torry had erg met hem te doen en vroeg eensklaps: „Zal ik eens probeeren, je kleinen bengel tot kalmte te brengen misschien gelukt het mij". Hoofdschuddend zag de man hem aan:" „Onmogelijk, mijnheer, het is drie kwart ondeugdwant pijn kan hij niet hebben". „Juist daarom, laat mij maar eens begaan". Torry haalde nu zijn politie-fluitje voor den dag en -begon er zachtjes op te blazen., kleine Johnny keek er bewonderend en verlangend naar.. „Mag ik ook eens blazen?" 'vroeg hij bedeesd. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5