CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
8»'» JAARGANG
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1928
NUMMER 236 4
ODRANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten geveatigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per week I 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 227a cent
Ingezonden Mededeelingen dobbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden* worden da
gelijks geplaatst acL 40 cents
Wat doen wij hier?
Deze uitroep, zoo zeide de heer Co-
lijn in zijne te Tilburg en elders ge
houden rede, waarin hij beschouwin
gen gaf ovei de Internationale Eco
nomische conferentie te Genève, wel
de op in het gemoed van vele confe
rentiegangers.
Deze twijfelmoedige stemming
kwam voort uit de wetenschap, dat
bitter weinig te hereiken zou vallen,
omdat de onderlinge naijver en het
wantrouwen zoo groot is.
Zal er een einde komen aan de on
rust, waaronder de volkeren der we
reld gebukt gaan, erger zelfs dan on
der den jongsten wereldoorlog, dan
moet vertrouwen het schrikkelijke
wantrouwen der naties onderling,
vervangen. De achterdocht moet ver
dwijnen en plaats maken voor een el
kaar begrijpen in plannen en strevin
gen.
Helaas zien wij nog weinig daarvan.
Oogenschijnlijk heeft de economische
conferentie nog eenig medicijn gebo
den, toen zij unaniem aanbeval, dat
de staten onmiddellijk stappen be-
hooren te doen, om de tariefbelemme
ringen, die den handel, en daardoor
het economisch leven der volkeren
schaden, weg te nemen of te vermin
deren. Zij oefent daarmee tenminste
een moreelen druk op de volkeren
uit, maar een vraagteeken is de prac-
tische waarde van dien druk.
Uitspraken van den Volkenbond, zijn
instituten of internationale conferen
ties zelve leveren ons niets, zoolang
de diverse daarbij betrokken naties,
de protocollen niet ratificeeren en
geen uitvoering geven aan besluiten
of voornemens.
Daarvan zijn we nog verre verwij
derd. Maar daarmede is het tastbare
resultaat van deze ecnomische con
ferentie dan ook nog van weinig
waarde.
En denk nu eens aan de ontwapenings
conferentie. Het voorbereidingswerk
van de conferentie voor de ontwape
ning te land is geheel mislukt. Het is
gestrand op.... wantrouwen. Een
wantrouwen gekoesterd tegenover
een totaal ontwapende natie
Duitschland eenerzijds, anderzijds
op een geweldige ijverzucht der aan
het voorbereidingswerk deelnemende
landen, waarbij vooral Engeland en
Frankrijk elkaar met zeer achter
dochtige blikken gadesloegen en de
randstaten van Rusland, de laatste
natie niet vertrouwden op het stuk
der ontwapening.
Inderdaad bleek maar al te dik
wijls dat de zoogenaamd goede be-
doelingeri vari de Sovjets niet te ver
trouwen waren.
Met de maritieme conferentie is 't
al niet beter gegaan. Zij openbaarde
klaarhelder een Engelsch-Amerikaan-
sche naijver van de uiverste soort.
Men kan het probleem draaien en
wenden, de processen-verbaal na
snuffelen, geduldig naar den oor
sprong der op die conferentie geble
ken geschillen zoeken, geen enkele
aandachtige beschouwer dezer de
batten zal ontkomen aan de consta
teering van een zonneklare en in haar
gevolgen ernstige waarheid: deze
beide volken van dezelfde taal, bijna
geheel van hetzelfde ras, de machtig
ste op onze wereld, die beweerden el
kaar lief te hebben, en elkaar abso
luut te vertrouwen, zijn in hooge ma
te naijverig op elkaar, en men ont
waart hoezeer hun respectieve groot
heid voor elkaar onduldbaar is.
Voor Amerika is de idee verwerpe
lijk, dat Engeland een vloot zou bezit
ten, machtiger dan de zijne; want men
mag nooit vergeten, dit voordeel van
meer schepen komt bij andere, onver
gelijkelijk groote voordeelen, zooals
de kwaliteit der scheepsconstructies,
de gevechtswaarde van officieren en
manschappen en het bezit van tal van
vlootbases op alle zeeën der wereld.
Het is steeds dat wantrouwen, de
ze naijver die het onmogelijk maakt
om de groote problemen tot oplossing
te brengen.
Wantrouwende wereld is er van
vervuld. En daarom bliift de onrust
bestaan.
Pas als dat verdwenen is, zal er
kans op toenadering der volken zijn.
Gelukkig is niet al het werk van
den Volkenbond tot deze onvrucht
baarheid gedoemd. In ander opzicht
kan van zegenrijke arbeid gesproken
worden.
Hiertoe behoort ook het onderzoek
naar den handel in blanke slavinnen.
In 1923 besloot de Volkenbond een
uitgebreide commissie te benoemen,
die zich met een onderzoek over de
geheele wereld zou belasten. Het
Bureau voor Sociale Hygiëne in de
Ver. Staten stelde een bedrag van
75.000 dollars beschiüLaar voor dit
onderzoek, dat in December 1926 vol
tooid was. Het eerste rapport der com
missie verscheen in Maart van het
vorig jaar, het tweede is onlangs ver
schenen.
Aangrijpender lectuur dan dit twee
de rapport van de door den Volken
bond in het leven geroepen internatio
nale commissie voor het instellen
van een onderzoek naar den handel
in vrouwen en meisjes is moeilijk
denkbaar. De daarin beschreven toe
standen zijn zóó gruwelijk, dat men
zich afvraagt hoe ze in onzen tijd
van vermeende beschaving ,van be
schermende wetten en strenge inter
nationale controle mogelijk zijn.
Het onderzoek strekte zich uit over
acht en twintig landen in Europa,
Noord-Afrika, de Middellandsche
Zeekust, Noord- en Midden-Amerika
en eenige Zuid-Amerikaansche repu
blieken. Er werden 112 steden bezocht,
en bij ongeveer 600 autoriteiten en
5000 meisjes, houders van huizen
van ontucht en bemiddelaars in den
schrikkelijken handel werden inlich
tingen ingewonnen.
Als „handel in vrouwen en meis
jes" werden dan beschouwd alle ge
vallen van aanwerving van volwas
sen of minderjarige vrouwelijke per
sonen voor prostitutie-doeleinden uit
winstbejagHet resultaat was ver
bijsterend. De schrikkelijkste toestan
den worden in het rapport onthuld,
e. men huivert bij de gedachte hoe
veel meisjes er jaarlijks spoorloos
verdwijnen om ergens ver weg, tegen
haar zin in den regel, voor een af
schuwelijk bedrijf te worden geëxploi
teerd.
In Frankrijk, dat nu eenmaal een
dramatische aantrekkingskracht be
zit voor hen, die in de duistere lagen
onzer samenleving wroeten, toonen
de internationale handelaars een bij
zondere activiteit.
In Buenos Ayres, Montevideo en
Havana is het grootste percentage
der prostituées uit Frankrijk afkom
stig, terwijl het aantal Fransche meis
jes, die in Italië, Portugal en Egypte
haar droevig bedrijf uitoefenen, ook
zeer hoog is.
Tien percent ontvoerde meisjes zijn
minderjarigOntzettende cijfers
worden er omtrent Argentinië gepu
bliceerd, waar zich eenige jaren gele
den nog 10.000 vrouwen bevonden, die
van ontucht leefden, van wie 75 per
cent buitenlandsche. In Brazilië zijn
80 percent dezer vrouwen uit het
buitenland afkomstig.
Op allerlei listige wijzen worden
argelooze meisjes, meerendeels uit de
provincie, die op huwelijksadverten
ties of arbeidsaaubiedingen zijn af
gekomen, uit hun land weggesmok-
keld met behulp van valsche passen
of door omgekochte leden van scheeps
bemanning. Een handelaar „huw
de" achtereenvolgens dertig meisjes
en bracht ze een voor een naar Zuid-
Amerika.
Er bestaan bepaalde centra, waar
de handelaars bijeenkomen voor de
uitwisseling van hun „roederen". Een
er van is Tsjernowitsj. sedert den
oorlog een Roemeensche stad.
Bij dit onderzoek kwam ook aan
het licht, dat het grootste percentage
van deze ongelukkige vrouwen en
meisjes gerecruteerd wordt onder de
genen die zich z.g.n. aan de „kunst"
wijden. Zij die optreden als dans
meisjes, als operette- of cabaret-zan
geres, of als koriste, ontvangen mooie
aanbiedingen van uit het buitenland
en vallen zoo aan de schande ten of
fer. De lichtzinnigheid waarmede be
trekkingen in het buitenland worden
aanvaard en vooral de onverant
woordelijke gemakkelijkheid waarme
de de ouders hun toestemming geven
is schrikbarend, zegt de Commissie.
Daarom dringt zij aan op betere ver
zorging van het gezinsleven en ver
sterking van den onderlingen familie
band.
Zie, als wij op dit rapport letten,
dan moeten wij erkennen dat de Vol
kenbond toch zeer zegenrijk werk
kan doen. Een werk waartoe een en
kele natie niet in staat zou zijn. Maar
ook een werk, dat verstrekkende ge
volgen kan hebben.
Eindelijk mogen we ons verheugen
dat er toch op deze wijze eenige toe
nadering komt. Wie weet of langs de
zen weg van onderdeelen der groote
taak. ook de grootere problemen niet
als vanzelf in moeilijkheid verliezen.
Het is meermalen gezien, dat men
aan groote zaken beginnende niet tot
overeenstemming kon geraken, maar
dat zoodra kleine onderdeelen ter
hand genomen werden het vlot ging.
Natuurlijk is ook het omgekeerde wel
eens het geval.
Zij onze bede ook in dezen steeds
voor onze vertegenwoordigers leven
dig, opdat zij wijsheid bekomen om
daartoe den weg te wijzen.
Bovenal leide God zelf de harten.
STADSNIEUWS.
CHR. ORATORIUM-VEREENIGING
„CON AMORE".
Een werk, dat weldra 200 jaar oud
zal zijn. Een werk, dat voor „moder
ne" menschen met moderne kunstas
piraties niet meer van dezen tijd is:
„Samson", .van Handel.
Al luisterende hebben we ons soms
even aan bespiegelingen overgegeven
en daarvan is dit de slotsom: Als zoo
vele lichten onzer dagen aan den
kunsthemel reeds lang verbleekt en
gedoofd zijn,- dan schittert nog Han
dels naam in ongekende glorie. Voor
dezen „verouderde" geven we een bi
bliotheek van modernen gaarne car
deau. Machtig en grootsch is de op
bouw van zijn werk, klaar en logisch
is de samenstelling. Krachtig en
vroom is de ziel die er uit spreekt.
Bescheiden was in zijn dagen nog
tenminste vergelken bij onzen tijd
het instrumenten-ensemble. Maar
hij bereikt er een wonder van kleuren
mee, zoo innig harmonisch en tegelijk
zoo zeldzaam afwisselend, als men het
maar wenschen kan.
Episch-lyrisch is deze muziek, met
dramatische diepte. Men begint be
langstellend te luisteren en voelt wel
dra de zware spanning van het con
flict. De held gaat onder; dat staat
van den beginne af vast. Maar zijn on
dergang is zege. Uit de duisternis
zelf breekt het licht, licht van hooger
orde, dat alles baadt in gouden heer
lijkheid.
Er deint door zoo'n oratorium van
Handel een rhythme van breede sta
tigheid, en tevens van majestueuzen
zwier. Er is soms een wonderlijke teer
heid in, maar die teerheid is tevens
ingehouden kracht. Van scherp beel
dend vermogen is zijn visie op de hel
den van het Oude Testament. In klare
klankentaai. in glanzend coloriet schil
dert hij ze ten voeten uit en de lyri
cus en de dramaticus wedijveren met
elkaar om over de donkere geheime
nissen van het aardsche leven Jeho
va's Naam te doen glansen en Hem
eere en heerlijkheid te geven.
Daarom alleen reeds brengen wij
een woord van hulde aan den dirigent
van „Con Amore", dat hij ons weer in
contact wilde brengen met Handel's
machtige orgelziel. Met blijkbare voor
liefde neemt de heer Smink een van
Handel's oratoria op zijn programma.
Hij maakt het zich daardoor niet ge
makkelijk, maar ook in dezen over
wint de liefde alle moeilijkheden.
Er moet met energieke toewijding
zijn gestudeerd. Dat bleek reeds on
middellijk bij het eerste opzetten van
het eerste koor: „Er9challt Trompeten
hehr und laut", waarbij het schette
rend koper van de D-trompet den zang
nog opluistert. Onmiddellijk werden
we overtuigd van de zekerheid van
het koor; zekerheid zoowel van inzet
ten als van toonzuiverheid. De klank
verhouding was tusschen de verschil
lende stemmen evenwichtig en of
schoon het klankvolume soms mach
tig aandaverde, versterkt door het or
kest en 't orgel, was van eenige ruw
heid geen sprake.
Wij hebben niets dan lof voor de
wijze, waarop de heer Smink zijn en
semble hoe langer hoe meer weet te
scholen in de door hem gewenschte
richting. En vooral hebben we even
onze ooren gespitst bij de kleine a ca-
pella-gedeelten, zooals aan 't slot van
het moeilijke fugatische koor: „Dann
sollt ihr sehn". Aan dat a capella slot
kon men nog beter dan aan de gedeel
ten met instrumentale begeleiding be
merken, dat het koor zingen heeft
geleerd.
Een verrassing was ook het optre
den van het jongenskoor, dat door zijn
frischheid aan verschillende koren een
bijzonder coloriet gaf. De knapen zon
gen met toewijding en deden wel heel
mooi in het zware dubbelkoor: „Eh-
ret auf seinen Eewgen Tron".
Handel's muziek is vol afwisseling,
zoo merkten we reeds op. En dat blijkt
niet het minst uit den bouw zijner
koren. Vooral de fugatische zijn trans
parante wonderen van schoonheid en
het is wel een der hoofdverdiensten
van den heer Smink, dat hij die door
zichtigheid laat zien en gevoelen,
Niet het minst bleek dit bij het
machtige slotkoor, zoo strak en statig
van bouw en tevens uitbruisend in een
extatische Godsverheerlijking.
De solisten sloten zich waardig aan
bij het korenepsemble.
De sopraan-soliste. Mevr. Sophie
Both-Haas. van Rotterdam verrastte
door haar stralend geluid en door het
groote gemak, de lichte gratie, waar
mee zij haar partij zong. Wonderlijke
innigheden weet ze in haar stem te
leggen om ineens weer uit te breken
in een jubel: een Handelzangeres bij
uitnemendheid. Wij herinneren ons
haar aria. die aandoet als een duet
tusschen haar en den lsten violist,
den heer Cellers, weer een van die
zeldzame lichtplekken van H&ndel's
muziek, en verder, hoe in: „Vertrau
o Samson" haar nobele voordracht
telkens beantwoord werd door het so
praankoor.
De alt, Mej. Annie Woud. van Haar
lem, beschikt over rond en diep ge
luid, waarin zij groote warmte weet
te leggen. Zonder aan haar vooraf
gaande prestaties iets te kort te wil
len doen, merken we op, dat ze ons
vooral in het derde deel van het werk
wel bijzonder heeft geboeid als zij
klaagt over den dood van Simson.
De tenorpartij werd met toewijding
vervuld door den heer Frans Paesi,
wiens Kehlfertigkeit" wij in het bij
zonder konden waardeeren in een
paar coloratuur-aria's. Zijn stem is
boeiend en lyrisch van timbre.
De bas, de heer Hendrik Koning,
van Amsterdam, heeft in dit werk
vooral dramatische rollen te vervul
len en zong deze met kracht en over
tuiging, met vol en diep geluid.
„Con Amore" is met de keuze der
solisten heel gelukkig geweest.
Het Utrechtsch Stedelijk orkest
heeft met toewijding de begeleidende
functie vervuld. In enkele zuiver in
strumentale gedeelten mochten we het
meer in 't hijzonder waardeeren, voor
al in de Treurmarsch, die zeer mooi
werd gespeeld.
De klavierpartij werd op zeer ver
dienstelijke wijze vertolkt door den
heer Leo Mens en aan het orgel zat de
heer Aart Smink.
De laatste had het niet zoo gemak
kelijk, want het orgel is in Handel s
oratoria de grond, die alles draagt.
Zonder orgel komt Handel's muziek
niet tot haar volle recht en daarom
verdient de organist voor zijn zeker
spel wel een bijzonder woord van
waardeering.
Het geheele groote ensemble is door
den directeur den geheelen avond met
rustige zekerheid, maar tevens met
innnerlijke geestdrift, geleid. Hij mag
met groote voldoening op zijn werk
terug, zien.
„Con Amore" heeft een succesvolle
uitvoering te boeken, die wel wat
meer gewaardeerd had mogen worden
De zaal was goed bezet, maar had
geheel gevuld moeten zijn. Dat ver
dienden werk en uitvoering heide.
Er werd geopend met gebed en aan
het slot klonk breed en krachtig:
„Halleluja, eeuwig dank en eere!"
VOOR DE WERKLOOZEN.
Bij het Bestuur van den Chr. Bestu
renbond kwamen nog een tweetal gif
ten in voor den ontspanningsavond
voor de werkloozen, en wel een van
10 en een van 1.
DE SLUITING VAN DE NATIONALE
BLOEMENTENTOONSTELLING
IN ZOMERZORG.
Gisteravond te plm. half 11, had in
tegenwoordigheid van de regelings
commissieleden het bestuur der afdee-
ling en de inzenders, de sluiting plaats
van de tentoonstelling van bloeiende
bolgewassen, enz. ia Zomerzorg, die
georganiseerd was door de Afdeeling
Oegstgeest van de Alg. Vereen, voor
Bloembollencultuur.
Hierbij werd het eerst het woord ge
voerd door den heer T. v. Egmond,
voorzitter van de regelingscommissie.
Spr. begon met te zeggen, dat, wan
neer men het verloop van de tentoon
stelling overziet, er alleszins reden is
tot tevredenheid. Uit de toeneming
van de belangstelling is wel gebleken,
dat de tentoonstelling in een behoefte
voorziet. Bijna alle vakgenooten heb
ben de tentoonstelling bezocht en ook
het Leidsche publiek is in grooten ge
tale opgekomen, evenals het vorig
jaar. Dit is een spoorslag om op den
ingeslagen weg voort te gaan. totdat
tenslotte geen oude vrouw meer hij 't
spinnewiel blijft.
Wanneer spr. aldus spreekt van de
mooie tentenstelling van de afd. Oegst
geest en Omstreken, dan is dat geen
zelfverheffing. Immers, de meeste in
zenders kwamen uit andere plaatsen
en zijn geen lid van de afd. Oegstgeest
Spr. dankt dan ook deze inzenders
nartelijk en wederom kan hij zonder
verheffing zeggen, dat de tentoonstel
ling, die thans gehouden is, de beste
is geweest, die ooit door de afdeeling
is georganiseerd. Nog nooit is zoo'n
verzameling nieuwigheden hijeen ge
bracht en de vakgenooten hebben dan
ook veel genoten en veel geleerd. Spr.
hoopt, dat ze ook goede zaken hebben
gedaan en dankt hen nogmaals, de af
deeling bij hen aanbevelend voor een
volgend jaar.
Spr. dankt verder allen, die medail
les of kunstvoorwerpen hebben gege
ven. Spr. wil geen namen noemen van
de gevers. Met één persoon wil hij
echter een uitzondering maken, n.l.
met den heer v. d. Ameele, die een
prijs gegeven heeft, die een unicum
kan genoemd worden, n.l. een krui
wagen.
Spr. dankt ook zijn mede-commissie
leden, voor het vele werk dat zij heb
ben gedaan en spreekt tenslotte een
Binnenland,
Het gebouw van den Plantenziekte-
knndigen Dienst te Lisse door brand
verwoest
Locomotief ontspoord tusschen Rot
terdam en Schiedam.
Levensbericht Dr. Franssen.
Buitenland.
Het Dnitsche noodprogram vastge
steld.
De dreigende uitsluiting in de Dnit
sche metaalindustrie.
Amerikaansch tankschip in de lacht
gevlogen.
Overstroomingen in Frankrijk.
>voord van dank tot den heer Baten
burg, vooral, omdat hij er voor ge
zorgd heeft, dat de zaal op tijd klaar
was. Spr. hoopt, dat het volgend jaar
een nieuwe zaal is bijgebouwd, want
deze is te klein.
Nadat vervolgens een enkel woord
gesproken is door den heer v. Hemerik
die zich geheel hij den vorigen spreker
aansloot, verklaarde de heer van Eg-
mond de tentoonstelling voor gesloten.
Daarna sprak nog een enkel woord
de heer G. Lubbe Th.z. van Oegstgeest
die er op wees, dat hij reeds meer dan
100 bekroningen heeft. Voor deze ten
toonstelling had hij er 110, thans zijn
er 9 hij gekomen en de kruiwagen van
den heer v. d. Ameele.
Daarna werden nog enkele foto's ge
nomen en toen behoorde ook deze ten
toonstelling weer tot het verleden. Het
is niet te veel gezegd, van den heer v.
Egmond, dat het de beste expositie
was, die ooit door de afdeeling is ge
organiseerd. Het gaat steeds excelsior.
TEGEN EENZIJDIGE
ONTWAPENING.
Het Comité tot waarschuwing tegen
eenzijdige ontwapening zal a.s. Woens
dag 7 Maart een vergadering houden,
waarin kolonel van Munnekrede, di
recteur der Hoogere Krijgsschool te
Den Haag, het woord hoopt te voeren.
SOCIALE LEZINGEN.
Op uitnoodiging van de Studenten
vereniging voor Sociale Lezingen al
hier zal a,s. Woensdagavond mr. H.
G. Levenbach uit Amsterdam in het
Klein-Auditorium der universiteit al
hier als spreker optreden met het on
derwerp: Arbeid in Amerika (Sociale
toestanden hier en ginder).
NED. INDON. VERBOND.
Op Woensdag 22 Februari zal prof.
dr. J. A. J. Barge op uitnoodiging van
het Ned. Indopesisch Verbond van
Jongeren Organisaties, afdeeling Lei
den, in de groote collegezaal van de
universiteit een voordracht houden
over „Cultuur en uitwisseling van
Cultuur".
BENOEMD TOT ONTVANGER.
Bij Koninklijk besluit van 15
Februari is de adjunct-commies der
directe belastingen, invoerrechten en
accijnzen P. Wedemeijer, ter inspectie
Leiden, 1ste afdeeling, benoemd tot
ontvanger dier middelen te Nieuwe-
schans (station).
DE ZAAK DER INDONESISCHE
STUDENTEN.
Thans is als dag van behandeling
van de zaak tegen de Indonesische
studenten bepaald Donderdag 8
Maart a.s.
HET ACADEMISCH ZIEKENHUIS.
Naar wij vernemen is de functie van
directrice van hét Academisch zieken
huis alhier, welke betrekking tot dus
ver door Mej. S. G. Heidema werd be
kleed, daarom opgeheven, omdat het
op den duur ongewenscht is gebleken,
dat het ziekenhuis werd bestuurd
door twee, gelijke macht uitoefenende
personen, namelijk de directeur en
de directrice.
In de plaats van de directrice zal
nu een adjunct-directrice komen, waar
toe zal worden benoemd Mej, J. M.
II. Roldanus. welke reeds geruimen
tijd aan het ziekenhuis was verbonden
als hoofdverpleegster.
JUBILEUM SLACHTHUIS.
Hedenmorgen had de huldiging
plaats van den Keurmeester Hoofd
opzichter aan het Abattoir alhier, de
heer J. G. Lamme, die heden 25 jaar
aan deze gemeentelijke inrichting is
verbonden.
Van gemeentewege waren aanwezig
wethouder Reimeringer en Mr. van
der Stok.
De jubilaris werd toegesproken door