NIEUWE LEIOSCHE COURANT
wm DE BLADEN ZEGGEN.
Gods wondere leidingen.
van
DONDERDAG 26 JAN. 1928
TWEEDE BLAD.
Kentering?
De Waarheidsvriend schrijft:
Er schijnt eenige kentering te ko
men in de gevoelens van de Staatkun
dig Gereformeerde Partij betreffende
het vraagstuk van de ziekte-, ongeval
len-, invaliditeits- en ouderdomsver
zorging van hen, die deze verzorging
gehoeven en niet in staat zijn, zich
uit eigen middelen van het noodige
levensonderhoud te voorzien.
Terwijl artikel 9 van het Program
van de Staatkundig Gereformeerde
Partij over deze aangelegenheid zegt:
„Onwettige dwang der consciëntie
liarer onderdanen door de Overheid
wordt ook uitgeoefend door de sociale
wetten, in 1913 door H. M. de Konin
gin uitgevaardigd, wier uitvoering
God verhoede, zoowel als hare uitbrei
ding. De S. G. P. protesteert tegen ver
plichte verzekering en wapent zich te
gen uitbreiding"
schrijft thans het officiëele partijor
gaan „De Banier" van 12 Januari:
„De strijd der Staatkundig Gerefor
meerde Partij ten opzichte van 't ver-
zekeringsvraagstuk is voornamelijk
een gevolg van den dwang, die sedert
de invoering der Talma-wetten op ons
volk wordt uitgeoefend. Werd deze
dwang afgeschaft, dan zou reeds zeer
veel zijn gewonnen".
Bij^ aandachtige lezing en nauwkeu
rige Vergelijking van wat in het partij
program staat en hetgeen „De Banier 1
over de kwestie in haar jongste num
mer schrijft, zal een merkbare veran
dering in het standpunt van de Staat
kundig Gereformeerde Partij duide
lijk zijn geworden, een verandering,
welke niet van gradueele, maar van
principieele beteekenis is.
Haast zou men kunnen vragen, of
de Staatkundig Gereformeerde Partij
ten opzichte van het verzekerings-
vraagstuk niet is over stag gegaan.
In Artikel 9 van het Staatkundig
Gereformeerd Program beluistert men
twee bezwaren tegen de bestaande
sociale verzorging van zieken, inva
liden en ouden van dagen; in de eer
ste plaats het consciëntiebezwaar, dat
tegen de verzekering zelve gaat. in de
tweede plaats komt daarna de ver
plichting tot het verzekeren. Zoo
staat het echter niet met hetgeen de
„Banier" als het strijdpunt van de
Staatkundig Gereformeerde Partij
tegen het verzekeringsvraagstuk aan
geeft. Dit strijdpunt is bijna uitslui
tend gelegen in dep dwang, want als
de dwang zou worden weggenomen,
dan blijft er van bezwaar nog wel iets
over, maar dit restant is van zeer ge
ringe beteekenis. Immers er zou bij
-afschaffing van den dwang zoo
schrijft „De Banier" reeds veel ge
wonnen zijn. Van een consciëntiebe
zwaar wordt, in hetgeen het blad te
berde brengt, met geen woord gerept.
En als dit bezwaar niet bestaat, dan
is de eenige bedenking tegen de soci
ale verzorging het verplicht zijn tot
het plakken van zegeltjes. Is dit zoo,
dan lijkt het strijdpunt niet van groot
gewicht te zijn.
Intusschen, hoe dit zij, het komt
ons van belang voor op het verschil
lend inzicht van partij-program en
„Banier" bij de Staatkundig Gerefor
meerde Partij, ter zake van het ver
zekeringsvraagstuk, even de aandacht
te vestigen.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Vlissingen, G. van
Ramshorst, te Brummen. Te Zunderdorp,
J. G. Steenbeek, te Neerbosch.
Bedankt: Voor Muiderberg, A. YV. Ip-
pius Koekens, te Hemmen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Schoonrewoerd, J.
Snoek te Vrijhoeven 's Grevelduin-Kapelle.
FEUILLETON.
30) o—
De bewuste dame is een typisch
Hollandsche, nuchter en zakelijk; zij
heeft ook alle uittreksels meege
bracht, uit dc brieven van haar aan
staande, welke betrekking hebben op
zijn leven hier in Amerika, op zijn
arbeid en op de bedoelde teekeningen
en verklaringen.
De broer is een jongeman, studeert
voor advocaatbeiden denken ge-
ruimen tijd hier te blijven.... zij
hebben kamers gehuurd in de stille
wijk Straat 116 en daar kunnen we
alles zenden, wat zij weten moeten.
Zij zagen er beiden heel netjes uit
maar doodeenvoudig en zij hebben op
de boot tweede klasse gereisd
evenwel, de gebruikelijke waarbor
gen hebben zij zonder eenig bezwaar
te maken onmiddellijk betaald, en 't
is tamelijk veel: honderd pond
1200). Nog iets: de broer wil graag
hier op een kantoor te werk gesteld
vvorclen en zijn zuster wenseht bezig
heid te hebben met het geven van
ïossen in de Hollandsche, Fransche of
Duitsclie taal liefst Fransch
laar schijnt zij een hoog diploma van
o bezitten.... die Hollanders zijn zoo
- ts van levende taalboeken. Hun
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen; Te Baarn, C. S. van der
Ven, te Arnhem. Te Amsterdam-Oost. D.
Driessen te 's-Gravezande.
Ds. U. UBBENS.
Gisteren vierde Ds. LT. Ubbens. Geref.
predikant te Roodeschool ("Gr.) zijn zilve
ren ambtsjubileum. De jubilaris werd 6
Maart 1874 gehorp'n en studeerde aan de
Vrije Universiteit. In 1'9?2 werd bil can-
didaat. om 25 Januari 190.? bii de gecombi
neerde kerken van Condringen. Silvolde
en Doptincb^m het predikambt te aan
vaarden. Tn 190? vertrok de jubilaris naar
Enumatil. om zich 2? Maart 1920 aan zijn
tegenwoordige gemeente te verbinden.
Ds. J. RIJPER.
Ds. J. Rijper te Nieuw YVeerlinge, is na
Zondag nog tweemaal gepreekt te heb
ben. plotseling zeer ernstig ongesteld ge
worden.
Ds. J. J. VAN MEURS.
Ds. J. J. van Meus, pred. bij de Ned.
Herv. Gemeente te Zuid-Scharwoude, legt
wegens vertrek naar Indië met ApHl zijn
ambt neer.
Ds. F. FORTUIN f
Te VVhittinsville (Mass., U.S.A.), zoo
meldt de Rott., is op 7 Januari j.l. in den
ouderdom van ruim 74 jaren overleden Ds.
Foppe Fortuin, em. pred. der Chr. Geref.
Gemeente aldaar.
Ds. Fortuin diende eerst enkele Ned.
Herv. Gemeenten hier te lande. Op 21 Juli
1878 werd hij predikant te Bruinisse. te
Heeg op 17 Juli 1881, te Barendreclit 21
Aug. 1884. Hier verbrak Ds. Fortuin met
den Kerkeraad in Jan. 1887 het verband
met de Ned. Herv. Kerk en ging met zijn
Kerk in doleantie. Van 1 Juni 1891 tot
midden Januari 1898 bediende Ds. For
tuin het YVoord in de Geref. Kerk B te
Hilversum en vertrok van daar naar Ka-
lamazoo (Mich.) In Amerika was Ds. For
tuin nog in enkele Gemeenten werkzaam,
totdat hij als predikant der Chr. Geref.
Gemeente te Whitinsville eervol emeri
taat verkreeg.
Ds. T. S. VAN DER LEIJ WZN. f
Dinsdagmorgen is te Raüwerd (Fr.) in
71-jarigen ouderdom overleden Ds. T. S.
van der Leij, emeritus predikant bij de
Herv. Gemeente aldaar, 'Ridder in de Orde
van Oranje Nassau. De overledene was
vroeger een bekende spreker voor verga
deringen van Nutsdepartementen, vooral
in de Noordelijke provinciën.
DE GEREF. KERK VAN APELDOORN.
Naar De Standaard verneemt, is door
de classis Apeldoorn der Geref. Kerken
goedgekeurd dat de Kerk van Apeldoorn
voor de tweede maal een beroep uitbrengt
op Ds. G. J. Goede, te Voorthuizen.
JUBILEA AAN DE THEOL. SCHOOL TE
KAMPEN.
De hoogleeraren Prof. Dr. H. Bouwman
en Prof. Dr. A. G. Honig zullen resp. 11
Febr. en 8 April a.s den dag herdenken,
waarop zij voor 25 jaar aan de Theol.
School te Kampen als zoodanig verbonden
werden. Naar gemeld wordt, zullen deze
jubilea op Woensdag 7 Maai" a.s. worden
gevierd en heeft zich daartoe een com
missie gevormd bestaande uit de heeren:
Prof. Dr. S. Greydanus, pro-rector, voor
zitter; rPof. Dr. T. Hoekstra, die er na
mens de oud-leerlingen zitting in heeft;
Ds. H. H. Schoemakers van Kampen, die
voor de Curatoren der Theol. School van
dit Comité, deel uitmaakt; A. S. Timmer,
te Kampen, assessor van het studentèn-
corps „F. Q. I." en J. H. Kok te Kampen,
uitgever van „De Bazuin", van welk blad
beide jubilarissen redacteur zijn.
Ook uit de oud-leerlingen heeft zich 'n
comité gevormd, bestaande uit Prof. Dr.
T. Hoekstra, te Kampen, voorzitter; Ds. K.
Schilder te Oegstgeest; Ds. Joh. H. Riet
berg te Maassluis; Ds. YV. v. Gelder te Tiel
en Ds. G. D. Kuiper, te Oud-Loosdrecht.
INTREEREDE PROF. Dr. L. BELLON.
Prof. Dr. L. Bellon, benoemd tot gewoon
hoogleeraar in de Godsdienstgeschiedenis,
de Christelijke archaeologie en de gods-
dienstphilosophie aan de R.K. Universiteit
te Nijmegen heeft g'steren zijn ambt aan
vaard met het uitspreken van een rede,
getiteld: „Methode of leerstelsel in de ver
gelijkende studie der godsdiensten".
De zitting van den Senaat der Universi
teit werd, behalve door vele hoogleeraren,
eigen portretten hebben, zij mij ook
ter hand gesteld.... hier heb je alles
bij elkaar".
Bobby stond op nam eer. bundel
papieren in ontvangsttoen wacht
te hij de verdere instructies.
„Nu moet je dit alles eerst als naar
gewoonte nauwkeurig bestudeeren
je aanteekeningen maken en je plan
nen mededeelenwil je thuis wer
ken of hier?"
„Thuis dan maar, als u liet goed
vindt".
„Uitstekend.... heb je nog iets te
zeggen?"
„Neen meneer,..,, uw dienaar,
meneer".
Bobby vertrok, stapt- op de tram
en zat voor zich uit te staren, alsof hij
niemand en niets zag. Ondertusschen
keek hij voortdurend den wagen rond
en vestigde weldra zijn blik op een
mager jongetje, dat aan het andere
einde op de bank had plaats genomen
Eensklaps verhief Bobby zich, trad
op liet kind toe en fluisterde in T
oor:
„Niet doen, Tupple.... dat brengt
je in de gevangenis".
De knaap als Tupple aangesproken,
trok br Jiaanu. zijn kleine hand. 'ie
vve.8 afgedwaald in den zak van de
naast hem zittende dame, terug en
sloeg de oogen neer.
„Ga je me mee, hier aan dez
halte?" vroeg BoLby.
curatoren, studenten en verdere belang
stellenden, bijgewoond door kardinaal v.
Roey, Aartsbisschop van Mechelen, mgr.
II. v. d. Wetering, Aartsbisschop van
Utrecht, en mgr. A. F. Diepen, Bisschop
van 's-Hertogenbosch.
Prof. Bellon stelde de vraag of de stu
die van de geschiedenis der godsdiensten
bij machte is de oplossing te brengen over
den oorsprong dpr godsdiensten en onder
welke voorwaarden zii waarlijk weten-
schappëlijken arbeid zal verrichten. Fen
.zuiver empirische methode is niet bil
machte ons.de volledige oplossing van het
vraagstuk over den oorsprong der gods
diensten, te geven,.aldus spr. Noodzakelijk
moet de .vergelijkende studie der godsdien
sten steunen en volledig gemaakt worden
door metaphysische waarde-oordeelen. De
beste waarborgen voor zuiver wetenschap
pelijk werk worden gegeven door hen. die
ten volle bewust zijn van de wijsgeerige
beginselen, waarop hunne wereldbeschou
wing steunt.
EVANGELISCHE DIACONESSEN.
Hoe groot de arbeid is door Evangeli
sche Diaconessen in Duitschland gedaan,
wijzen de cijfers uit. Het getal van deze
diaconessen was op 1 Jan. 1928 niet min
der dan 31.185, van wie er 21.728 zusters
tot ..Kaiserswerth" behoorden (behalve
nog 3977 hulpkrachten). Deze zusters wer
ken in de ziekenverpleging, kinder- en
jeugdverzorging, tehuizen en hospitiën,
reddingsarbeid, wereldzending enz.
DE WERELDCONFERENTIE TE
JERUZALEM.
De Zêndingsstudieraad heeft een handig
boekje uitgegeven: „De wereldproblemen
en. de- taak der hedendaagsche Zending".
Het is een vrije bewerking voor Neder
land door mevr. E. van Boetzelaer van
Dubbeldam van een boekje van YV. Paton,
secr. van den Intern. Zendingsraad. Op
aangename en heldere wijze geeft het een
inzicht in de beteekenis der wereld-confe
rentie van Maart a.s. te Jeruzalem en een
overzicht van de onderwerpen, die daar
zullen behandeld worden. Deze conferen
tie is een schakel in een reeks van pogin
gen tot Intern, samenwerking op zendings-
gebied.
De te behandelen onderwerpen zijn; 1.
Het Christendom, en de andere godsdien
sten (Islain, Hindoeïsme, Confucianisme,
Noordelijk en Zuidelijk Boeddhisme en de
„moderne cultuur"). 2. Godsdienstige op
voeding (onderwijs). 3. De verhouding tus-
sclien de oudere en de jongere kerken. 4.
De Christelijke zendipg in het licht van
het rassenprobleem (a. in de Zuidelijke
staten van Amerika, en b. in de landen
rondom de Stille Zuidzeè). 5. De Chr. zen
ding in het licht der industrieele ontwik
keling. 6. De Christelijke, zending in ver
band met de agrarische .problemen. 7. De
toekomst der intern, samenwerking op
zendingsgebied.
Deze onderwerpen bespreekt het boekje
uitvoerig. En wat er in bijzonder treft, is
de groote nuchterheid,, en waarheidszin,
waarmede de problemen worden bloot ge
legd Het geeft aan hoeveel er in de laat
ste jaren veranderd is. „Sedert den groo-
ten oorlog zijn vele nadenkende Europea
nen geschokt in hun vertrouwen in eigen
beschaving. Zij voelen dat zij verre van
echte christenen zijn. Dit zelf-onderzoek
heeft hen tot een nieuw inzicht gedreven
en de gedachte aan „wereldzending" is
voor hen niet meer zoo vanzelfsprekend".
„Y'ooral ook op theologisch^ebied zijn de
inzichten gewijzigd." ..Het onderzoek van
de heilige boeken van China en Britsch-
Indië heeft duidelijk aangetoond, dat God
zich in die landen niet onbetuigd heeft
gelaten." Er is een geest van critiek ont
waakt, die dringt tot nieuw onderzoek
niet alleen ten opzichte van methode en
beleid, maar ook ten opzichte van het mo
tief en het goed recht der Zending.
De verleiding is groot om meer citaten
uit dit boekje te doen, maar wij weer
staan liaar, omdat wij het boekje zelf lie
ver in handen zien van hen, die de he
dendaagsche Zending nader willen lee-
ren kennen en inzicht in de wereldproble
men begeeren.
De commissie van advies, de Ned. Zen
dingsraad, waarin alle zendingscorpora
ties en zendende kerken 'vertegenwoor
digd zijn, heeft tot afgevaardigden naar
de YY'ereld-Zendingsconferentie (24 Maart
tot 8 April) te Jeruzalem benoemd: Dr. Ch.
Th. baron van Boetzelaer va Dubbeldam
en Ds. Joh. Rau s, zendingsdirector te
Oegstgeest, leden van den Intern. Zen
dingsraad.
Tupple siond op en volgde zwijgend
„Heb je honger?" begon Bobby on
middellijk, nadat zij den wagen had
den verlatenTupple glimlachte
benauwd droevig.,., ook een vraag.,
alsof er vaak oogenblikken waren,
waarop ie geen honger had.
„Nog niks gehad van morgen?"
Nee schudde het kale kopjede
'mond trilde.
„Dan maar met mij naar m'n ka
mer. daar vinden we wel iets",
besliste Bobby, „hier zijn we er al".
Beiden gingen binnenweldra
zat F'iipple met .een bord warm eten
voor zichzwijgend werkte hij het
naar binnen, zonder opkijkep.. gauw
en gulzig happend. Een tweede bezen
ding ging denzelfden weg. Bobby
maakte geen enkele opmerking., liet
liet blijkbaar uitgehongerde kind stil
n genoegen eten aan de aardappels,
de kool en het flink stuk braadworst,
Tupple kende geen tafelmanieren....
hij kende enkel etenpropte den
kleinen mond onmogelijk vol, kauw
de slechts terloops, slikte en had on
derwijl al een nieuwen hap gereed.,
de worst nam hij als vanzelfsprekend
tussehen de vingers, beet er af, smak
te van welbehagen en sloot af en toe
de oopen, stellig om het genot van
zooveel lekkers te verhoogen.
„Nog een beetje, Tupple?" vroeg
Bobby.
,,.\lot uwes zelf dan niks?" was de
GRIEKSCHE KERK.
Sedert eenige jaren voert de Grieksche
Kerk een strijd met de regeering over de
kloostergoederen, welke door de Septem
ber revolutie van 1922 op grond eener
wettelijke bepaling door den Griekschen
staat onteigend werden.
Deze goederen werden ter beschikking
gesteld van het. ministerie van oorlog,
met name van de luchtvaartafdeeling, om
daarmee het budget voor leger en vloot
(het aanschaffen van vliegtuigen en het
oprichten van scholen voor aviateurs) op
peil te bremzen. Daar door deze maatrege
len de Grieksche Kerk van een onmisbare
bron van inkomsten beroofd werd, liet
de Synode het aan krachtige protes
ten tegen bedoelde wet bij de bevoegde
autoriteiten niet ontbreken.
Haar bemoeiingen hadden nu in zoover
re resultaat, dat onlangs de parlementai
re commissie den tekst der wet aldus wij
zigde, dat een deel der onteigende goede
ren weer aan de Kerk werd teruggegeven.
GIFTEN EN LEGATEN.
Door wijlen Mej. M. Dukel, die het vo
rig jaar te Peursum is overleden, is aan
de Geref. Kerk van Giessen-Oudekerk—
Giessen-Nieuvvkerk vermaakt 300 en aan
de diaconie dezer kerk eveneens ƒ300.
Prof. Dr. A. G. Honig, ontving voor
het studiefonds van de Theol. School te
Kampen, waarvan hij penningmeester is.
van iemand buiten Kampen die onbekend
wenschte te blijven, een gift van 1000.
ONS SCHRIFT DEUGT NIET.
In het „Orgaan van de Vereen v. leera
ren i. h. Schoonschrijven" zegt de heer P.
H. van Gestel in een beoordeeling van de
methode „Blokschrift":
„Toch is de poging der samenstellers
toe te juichen. Er kleven groote gebreken
aan ons tegenwoordig schrift en wel de
grootste dezer is de onduidelijkheid. Nu
is het wel een drastische maatregel om
het schrijfschrift tal van eeuwen weer te
rug te zetten tot den tijd van het oude
minuscuulschrift, en de menschen een
voudig drukletters naast elkaar te laten
teekenen, maar als zoodanig moet deze
poging d.m. wel mislukken.
„Y7eel eenvoudiger zou 't zijn, den hel-
lingshoek van onze te schuine schrijflet
ters te wijzigen, waartoe indertijd Y'an
Katwijk reeds een loffelijke poging deed
en niet al te dogmatisch vast te houden
aan de overheersching van de verbin
dingslijn op den vorm der schrijfletter."
ONZE PROPONENTEN.
Ds. C. Lindeboom schrijft in De
Heraut:
Uit eene reeds geruimen tijd vacan
te gemeente ontving ik een schrijven,
waarin met bijzondere waardeering
geschreven wordt over de candidaten,
die van tijd tot tijd voor deze gemeen
te optreden. De briefschrijver heeft
echter eenig bezwaar, en dat geldt
het uiterlijk, met name de „overklee-
ding" der jeugdige predikers. Daar
over zegt hij:
„Eén ding echter is mij herhaalde
malen opgevallen, en wel dat de aan
staande predikanten wel eens al te
weinig zorg besteden aan hun klee
ding, in het bijzonder wat betreft de
overkleeding in de wintermaanden.
Het is bekend, dat studenten in den
regel zeer weinig om hun uiterlijk
voorkomen geven, maar het wil mij
voorkomen dat het gewenscht is, dat
de jonge theoloog als hij zich met de
gemeente naar Gods huis begeeft, ook
uiterlijk zooveel mogelijk de kenmer
ken van den „student" aflegt. Zoo is
het b.v. naar mijn meening niet be
paald bevorderlijk aan het respect voor
den prediker, als hij verschijnt met
een overigens zeer modieuzen 'ge-
kleurden overjas en slappen breedge-
randen hoed, die kennelijk betere da
gen hebben gekend. Vooral als hij dan
nog een zeer jong uiterlijk heeft, is
het niet te verwonderen, dat men een
minder ernstigen kerkganger het
woord „jochie" hoort fluisteren.
Het eenig voordeel is misschien nog,
dat de Kerkeraden erdoor worden be
wogen om hun predikanten toch voor
al behoorlijk te bezoldigen. En nu
moet U niet denken, dat ik het pleit
zou willen voeren voor een hoogen
hoed en gekleede jas, maar ook in
dezen is er een middenweg, die m.i.
de juiste is".
Ziedaar het bezwaar van den onzen
candidaten zoo welgezinden corres
pondent. Hij vraagt mij, in deze ru
briek er eens over te schrijven. Ik doe
wedervraag.
„Ik kan nog wel laten komen
dus, wanneer je nog wat lust".
„O, dat 's wat anders!" en Pupple
schoof zijn bord bij.
„Nou kan 'k niet meer", verklaar
de hij, na beëindiging dezer derde
taak en hij schoof van den stoel af en
wilde heengaan.
„Waar moet je heen, Tupple?"
„Nergensalleen maar centen
zien te krijgen".
„Waar had je die centen voor de
tram vandaan?"
„Gegapt, uit het offerblok in de
kerk".
„Waarmee?"
„Met dit", en Pupple toonde een
kunstig instrumentje, een stokje met
onderaan een soort knijper, en wees
zijn gastheer het gebruik er van.
„Ik kan 't wat goed zei het kind
met trots.
„Wie heeft dat voor je gemaakt?"
„Torry de schipper.m'n vriend".
„Maar je weet toch wel dat je steelt,
als je die centen uit het blok haalt".
„Torry zegt: d'r staat op het blok:
vQor de armen, en wij zijn toch arm
we zijn heel arm'
„Wat doen jullie met die centen".
„Broodjes voor koopen en snoep".
„Zoo, en wat zegt je Moeder daar
wel van?"
Verwonderd keek het kind den on
dervrager aan, hiaar er kwam nu
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 26 Januari 1928.
Er bestaat een zich noemend Atheistisch
YVoekblad .Dp Nieuwe Cultuur". Dat blad
blijkt een eieren wijze van cultuur-opvat
ting te hebben Het beging de verregaande
wansmakeliikheid om God uit te beelden
op een wijze d'.e ieder inr-t afschuw moest
vervullen. Niet alQ een gewoon mensch,
nog minder al'? een Wezen boven de
schepping. Neen. het moet zijn een misda
diger, een compter t Lc>mbrose-type. Laag
voorhoofd, uitstekende jukbeenderen, zwa
re onderlip, machtige kaak. En de oorenl
Er was geen twijfel mogelijk: beroepsmis
dadiger". IIverwijt van blasphemie gaat
voor deze h-.-eren natuurlijk niet op, want
ze ?ijn atr.eist.ni Wellicht echter dat ze
voor het verwijt verregaande onbe
schaamdheid nog wet gevoelig zijn. Het
is ntt wa"k van een vuilpoets, die op
«iraat met vuil gcoil.
Maar hun werk?
Dat roept om wraak, neen, dat spoort
aan tot verdubbelde kracht om de eere
Gods hoog te houden.
Onze taak is die van de zorgende moe
der, die de weerlooze kinderen in veilig
heid brengt buiten bet bereik van den
vuilgooier.
OBSERVATOR.
dat liever niet, wijl ik in dezen tot
oordeel onbevoegd ben. Maar gaarne
breng ik de vriendelijke opmerkingen
onder de aandacht van de belangheb
benden, in de hoop dat zij er winst
mee zullen doen.
KINDEREN EN RATTEN.
In „De Groene Amsterdammer" schrijft
Dr. Jac. P. Thijsse over de muskusrat en
waarschuwt ernstig tegen dit dier, waar
van ernstig gevaar voor onze dijken en
kaden te vreezen is. Hij zegt:
„Als het kwaad niet in den aanvang ge
stuit wordt, dan is de ellende niet te over
zien. Caveant consules. De consules in
Den Haag moesten maar beginnen met
door een uiterst bekwaam en betrouw
baar artist een mooie gekleurde plaat van
de muskusrat te laten maken en die te
doen distribueeren aan de scholen, niet
alleen langs de bedreigde grenzen, maar
door het geheele land, om de opvoedkun
dige waarde van het geval. Bij die plaat
behoort een goed relaas over de muskus
rat, liefst te leveren door een groot ge
leerde, die binnen onze palen woont en de
beste zoogdierenkenner ter wereld is. En
dan zal je eens zien, met wat een enthou
siasme onze'schoolkinderen op de ratten-
jacht zullen gaan. Hebben die ze eenmaal
ontdekt, dan moeten bevoegde krachten
den vernietigingsoorlog voeren. Het stuit
mij wel tegen de borst, om dat leelijke
woord hier neer te schrijven, maar het
kan niet anders en het geldt hier het
keeren van de noodlottige gevolgen van
menschelijke domheid".
Inderdaad heeft de „muskusrat haar op
voedkundigen kant" om het zoo maar
eens te zeggen. De vraag zal zich n.l. voor
doen, of het aangaat het dooden van die
ren door kinderen toe te laten.
Reeds eerder betuigden we instemming
met een adres van het bestuur van den.
Ned. Ivinderbond aan den minister, waar
in verzocht werd, er toe mede te werken,
dat niet langer kinderen onder leiding van
onderwijzers meikevers gingen dooden.
liet adres wilde het vernietigen van deze
dieren door volwassenen doen plaats heb
ben.
Blijkens het bovenstaande wil Dr. Thijs
se dat ook. Er is natuurlijk niets tegen
dat men kinderen gebruikt voor opspo
ring van ratten en dergelijk ongedierte, er
moge dan al iets onaangenaams in zijn,
de jeugd indirect te laten medewerken
tot den dood van de ratten. Bij ernstige
ziekten in, dit geval het groote gevaar,
dat de ratten de dijken ondermijnen,
Vvaadoor rampen en levensgevaar voor
menschen kunnen ontstaan moeten in
grijpende geneesmiddelen worden toege
past.
WAT DE WERELDOORLOG HEEFT
GEKOST.
Indien men vanaf Christus' geboorte
ieder uur vijftig duizend gulden op zjjde
had gelegd, dus 1927x365x24x50.000 gul
den uitte.t. dan heeft men nog niet ten
volle het bedrag, dat do wereldoorlog
heeft gekost.
geen antwoord?"
„Nou, wat zeg je Moeder dan?"
„NiksMoeder is heel goed voor
me en ze geeft Torry 's avonds ook
warm eten en hij slaapt bij ons in den
grooten bak onder de warme dekens"
„Heeft Torry zelf geen Moeder?"
„Weet ik niet..;. zê.k 'm wel '3
vragen".
„Waar is je Vader? komt die niet
thuis 's avonds?"
„Vader zie in de doos.... daar hêt
ie 't warm en gemakkelijk, zeit Moe
deren volop te eten".
Zonder de minste schaamte, alsof
het allemaal zoo hoorde, vertelde
kleine Tupple dezen in-treurigen toe
stand van zijn droevig tehuishij
was vanzelf weer op den stoel ge
klauterd en zat daar nu met z'n ma
gere beentjes te bengelen en onver
schillig rond te kijken...Bobby zag
hem medelijdend aan.
„Kende je me dadelijk in de tram,
Tupple?"
„Ja uwes bent de meneer van het
wittebrood laas, ik lion u dadelik te
rug".
„Je wou daar net wat heel leelijks
doen: gelukkig dat ik je nog zagl"
„Ja. nou hêk hier lekker gegeten.
maar ik had anders best wat kunnen
gappende conducteur keek 'n
anderen kant uit en de dame slièp
half".
(Wordt vervolgd)