NIEUWE LEIOSCHE COURANT wm DE BLADEN ZEGGEN. Gods wondere leidingen. van DONDERDAG 26 JAN. 1928 TWEEDE BLAD. Kentering? De Waarheidsvriend schrijft: Er schijnt eenige kentering te ko men in de gevoelens van de Staatkun dig Gereformeerde Partij betreffende het vraagstuk van de ziekte-, ongeval len-, invaliditeits- en ouderdomsver zorging van hen, die deze verzorging gehoeven en niet in staat zijn, zich uit eigen middelen van het noodige levensonderhoud te voorzien. Terwijl artikel 9 van het Program van de Staatkundig Gereformeerde Partij over deze aangelegenheid zegt: „Onwettige dwang der consciëntie liarer onderdanen door de Overheid wordt ook uitgeoefend door de sociale wetten, in 1913 door H. M. de Konin gin uitgevaardigd, wier uitvoering God verhoede, zoowel als hare uitbrei ding. De S. G. P. protesteert tegen ver plichte verzekering en wapent zich te gen uitbreiding" schrijft thans het officiëele partijor gaan „De Banier" van 12 Januari: „De strijd der Staatkundig Gerefor meerde Partij ten opzichte van 't ver- zekeringsvraagstuk is voornamelijk een gevolg van den dwang, die sedert de invoering der Talma-wetten op ons volk wordt uitgeoefend. Werd deze dwang afgeschaft, dan zou reeds zeer veel zijn gewonnen". Bij^ aandachtige lezing en nauwkeu rige Vergelijking van wat in het partij program staat en hetgeen „De Banier 1 over de kwestie in haar jongste num mer schrijft, zal een merkbare veran dering in het standpunt van de Staat kundig Gereformeerde Partij duide lijk zijn geworden, een verandering, welke niet van gradueele, maar van principieele beteekenis is. Haast zou men kunnen vragen, of de Staatkundig Gereformeerde Partij ten opzichte van het verzekerings- vraagstuk niet is over stag gegaan. In Artikel 9 van het Staatkundig Gereformeerd Program beluistert men twee bezwaren tegen de bestaande sociale verzorging van zieken, inva liden en ouden van dagen; in de eer ste plaats het consciëntiebezwaar, dat tegen de verzekering zelve gaat. in de tweede plaats komt daarna de ver plichting tot het verzekeren. Zoo staat het echter niet met hetgeen de „Banier" als het strijdpunt van de Staatkundig Gereformeerde Partij tegen het verzekeringsvraagstuk aan geeft. Dit strijdpunt is bijna uitslui tend gelegen in dep dwang, want als de dwang zou worden weggenomen, dan blijft er van bezwaar nog wel iets over, maar dit restant is van zeer ge ringe beteekenis. Immers er zou bij -afschaffing van den dwang zoo schrijft „De Banier" reeds veel ge wonnen zijn. Van een consciëntiebe zwaar wordt, in hetgeen het blad te berde brengt, met geen woord gerept. En als dit bezwaar niet bestaat, dan is de eenige bedenking tegen de soci ale verzorging het verplicht zijn tot het plakken van zegeltjes. Is dit zoo, dan lijkt het strijdpunt niet van groot gewicht te zijn. Intusschen, hoe dit zij, het komt ons van belang voor op het verschil lend inzicht van partij-program en „Banier" bij de Staatkundig Gerefor meerde Partij, ter zake van het ver zekeringsvraagstuk, even de aandacht te vestigen. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Vlissingen, G. van Ramshorst, te Brummen. Te Zunderdorp, J. G. Steenbeek, te Neerbosch. Bedankt: Voor Muiderberg, A. YV. Ip- pius Koekens, te Hemmen. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Schoonrewoerd, J. Snoek te Vrijhoeven 's Grevelduin-Kapelle. FEUILLETON. 30) o— De bewuste dame is een typisch Hollandsche, nuchter en zakelijk; zij heeft ook alle uittreksels meege bracht, uit dc brieven van haar aan staande, welke betrekking hebben op zijn leven hier in Amerika, op zijn arbeid en op de bedoelde teekeningen en verklaringen. De broer is een jongeman, studeert voor advocaatbeiden denken ge- ruimen tijd hier te blijven.... zij hebben kamers gehuurd in de stille wijk Straat 116 en daar kunnen we alles zenden, wat zij weten moeten. Zij zagen er beiden heel netjes uit maar doodeenvoudig en zij hebben op de boot tweede klasse gereisd evenwel, de gebruikelijke waarbor gen hebben zij zonder eenig bezwaar te maken onmiddellijk betaald, en 't is tamelijk veel: honderd pond 1200). Nog iets: de broer wil graag hier op een kantoor te werk gesteld vvorclen en zijn zuster wenseht bezig heid te hebben met het geven van ïossen in de Hollandsche, Fransche of Duitsclie taal liefst Fransch laar schijnt zij een hoog diploma van o bezitten.... die Hollanders zijn zoo - ts van levende taalboeken. Hun CHR. GEREF. KERK. Beroepen; Te Baarn, C. S. van der Ven, te Arnhem. Te Amsterdam-Oost. D. Driessen te 's-Gravezande. Ds. U. UBBENS. Gisteren vierde Ds. LT. Ubbens. Geref. predikant te Roodeschool ("Gr.) zijn zilve ren ambtsjubileum. De jubilaris werd 6 Maart 1874 gehorp'n en studeerde aan de Vrije Universiteit. In 1'9?2 werd bil can- didaat. om 25 Januari 190.? bii de gecombi neerde kerken van Condringen. Silvolde en Doptincb^m het predikambt te aan vaarden. Tn 190? vertrok de jubilaris naar Enumatil. om zich 2? Maart 1920 aan zijn tegenwoordige gemeente te verbinden. Ds. J. RIJPER. Ds. J. Rijper te Nieuw YVeerlinge, is na Zondag nog tweemaal gepreekt te heb ben. plotseling zeer ernstig ongesteld ge worden. Ds. J. J. VAN MEURS. Ds. J. J. van Meus, pred. bij de Ned. Herv. Gemeente te Zuid-Scharwoude, legt wegens vertrek naar Indië met ApHl zijn ambt neer. Ds. F. FORTUIN f Te VVhittinsville (Mass., U.S.A.), zoo meldt de Rott., is op 7 Januari j.l. in den ouderdom van ruim 74 jaren overleden Ds. Foppe Fortuin, em. pred. der Chr. Geref. Gemeente aldaar. Ds. Fortuin diende eerst enkele Ned. Herv. Gemeenten hier te lande. Op 21 Juli 1878 werd hij predikant te Bruinisse. te Heeg op 17 Juli 1881, te Barendreclit 21 Aug. 1884. Hier verbrak Ds. Fortuin met den Kerkeraad in Jan. 1887 het verband met de Ned. Herv. Kerk en ging met zijn Kerk in doleantie. Van 1 Juni 1891 tot midden Januari 1898 bediende Ds. For tuin het YVoord in de Geref. Kerk B te Hilversum en vertrok van daar naar Ka- lamazoo (Mich.) In Amerika was Ds. For tuin nog in enkele Gemeenten werkzaam, totdat hij als predikant der Chr. Geref. Gemeente te Whitinsville eervol emeri taat verkreeg. Ds. T. S. VAN DER LEIJ WZN. f Dinsdagmorgen is te Raüwerd (Fr.) in 71-jarigen ouderdom overleden Ds. T. S. van der Leij, emeritus predikant bij de Herv. Gemeente aldaar, 'Ridder in de Orde van Oranje Nassau. De overledene was vroeger een bekende spreker voor verga deringen van Nutsdepartementen, vooral in de Noordelijke provinciën. DE GEREF. KERK VAN APELDOORN. Naar De Standaard verneemt, is door de classis Apeldoorn der Geref. Kerken goedgekeurd dat de Kerk van Apeldoorn voor de tweede maal een beroep uitbrengt op Ds. G. J. Goede, te Voorthuizen. JUBILEA AAN DE THEOL. SCHOOL TE KAMPEN. De hoogleeraren Prof. Dr. H. Bouwman en Prof. Dr. A. G. Honig zullen resp. 11 Febr. en 8 April a.s den dag herdenken, waarop zij voor 25 jaar aan de Theol. School te Kampen als zoodanig verbonden werden. Naar gemeld wordt, zullen deze jubilea op Woensdag 7 Maai" a.s. worden gevierd en heeft zich daartoe een com missie gevormd bestaande uit de heeren: Prof. Dr. S. Greydanus, pro-rector, voor zitter; rPof. Dr. T. Hoekstra, die er na mens de oud-leerlingen zitting in heeft; Ds. H. H. Schoemakers van Kampen, die voor de Curatoren der Theol. School van dit Comité, deel uitmaakt; A. S. Timmer, te Kampen, assessor van het studentèn- corps „F. Q. I." en J. H. Kok te Kampen, uitgever van „De Bazuin", van welk blad beide jubilarissen redacteur zijn. Ook uit de oud-leerlingen heeft zich 'n comité gevormd, bestaande uit Prof. Dr. T. Hoekstra, te Kampen, voorzitter; Ds. K. Schilder te Oegstgeest; Ds. Joh. H. Riet berg te Maassluis; Ds. YV. v. Gelder te Tiel en Ds. G. D. Kuiper, te Oud-Loosdrecht. INTREEREDE PROF. Dr. L. BELLON. Prof. Dr. L. Bellon, benoemd tot gewoon hoogleeraar in de Godsdienstgeschiedenis, de Christelijke archaeologie en de gods- dienstphilosophie aan de R.K. Universiteit te Nijmegen heeft g'steren zijn ambt aan vaard met het uitspreken van een rede, getiteld: „Methode of leerstelsel in de ver gelijkende studie der godsdiensten". De zitting van den Senaat der Universi teit werd, behalve door vele hoogleeraren, eigen portretten hebben, zij mij ook ter hand gesteld.... hier heb je alles bij elkaar". Bobby stond op nam eer. bundel papieren in ontvangsttoen wacht te hij de verdere instructies. „Nu moet je dit alles eerst als naar gewoonte nauwkeurig bestudeeren je aanteekeningen maken en je plan nen mededeelenwil je thuis wer ken of hier?" „Thuis dan maar, als u liet goed vindt". „Uitstekend.... heb je nog iets te zeggen?" „Neen meneer,..,, uw dienaar, meneer". Bobby vertrok, stapt- op de tram en zat voor zich uit te staren, alsof hij niemand en niets zag. Ondertusschen keek hij voortdurend den wagen rond en vestigde weldra zijn blik op een mager jongetje, dat aan het andere einde op de bank had plaats genomen Eensklaps verhief Bobby zich, trad op liet kind toe en fluisterde in T oor: „Niet doen, Tupple.... dat brengt je in de gevangenis". De knaap als Tupple aangesproken, trok br Jiaanu. zijn kleine hand. 'ie vve.8 afgedwaald in den zak van de naast hem zittende dame, terug en sloeg de oogen neer. „Ga je me mee, hier aan dez halte?" vroeg BoLby. curatoren, studenten en verdere belang stellenden, bijgewoond door kardinaal v. Roey, Aartsbisschop van Mechelen, mgr. II. v. d. Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, en mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's-Hertogenbosch. Prof. Bellon stelde de vraag of de stu die van de geschiedenis der godsdiensten bij machte is de oplossing te brengen over den oorsprong dpr godsdiensten en onder welke voorwaarden zii waarlijk weten- schappëlijken arbeid zal verrichten. Fen .zuiver empirische methode is niet bil machte ons.de volledige oplossing van het vraagstuk over den oorsprong der gods diensten, te geven,.aldus spr. Noodzakelijk moet de .vergelijkende studie der godsdien sten steunen en volledig gemaakt worden door metaphysische waarde-oordeelen. De beste waarborgen voor zuiver wetenschap pelijk werk worden gegeven door hen. die ten volle bewust zijn van de wijsgeerige beginselen, waarop hunne wereldbeschou wing steunt. EVANGELISCHE DIACONESSEN. Hoe groot de arbeid is door Evangeli sche Diaconessen in Duitschland gedaan, wijzen de cijfers uit. Het getal van deze diaconessen was op 1 Jan. 1928 niet min der dan 31.185, van wie er 21.728 zusters tot ..Kaiserswerth" behoorden (behalve nog 3977 hulpkrachten). Deze zusters wer ken in de ziekenverpleging, kinder- en jeugdverzorging, tehuizen en hospitiën, reddingsarbeid, wereldzending enz. DE WERELDCONFERENTIE TE JERUZALEM. De Zêndingsstudieraad heeft een handig boekje uitgegeven: „De wereldproblemen en. de- taak der hedendaagsche Zending". Het is een vrije bewerking voor Neder land door mevr. E. van Boetzelaer van Dubbeldam van een boekje van YV. Paton, secr. van den Intern. Zendingsraad. Op aangename en heldere wijze geeft het een inzicht in de beteekenis der wereld-confe rentie van Maart a.s. te Jeruzalem en een overzicht van de onderwerpen, die daar zullen behandeld worden. Deze conferen tie is een schakel in een reeks van pogin gen tot Intern, samenwerking op zendings- gebied. De te behandelen onderwerpen zijn; 1. Het Christendom, en de andere godsdien sten (Islain, Hindoeïsme, Confucianisme, Noordelijk en Zuidelijk Boeddhisme en de „moderne cultuur"). 2. Godsdienstige op voeding (onderwijs). 3. De verhouding tus- sclien de oudere en de jongere kerken. 4. De Christelijke zendipg in het licht van het rassenprobleem (a. in de Zuidelijke staten van Amerika, en b. in de landen rondom de Stille Zuidzeè). 5. De Chr. zen ding in het licht der industrieele ontwik keling. 6. De Christelijke, zending in ver band met de agrarische .problemen. 7. De toekomst der intern, samenwerking op zendingsgebied. Deze onderwerpen bespreekt het boekje uitvoerig. En wat er in bijzonder treft, is de groote nuchterheid,, en waarheidszin, waarmede de problemen worden bloot ge legd Het geeft aan hoeveel er in de laat ste jaren veranderd is. „Sedert den groo- ten oorlog zijn vele nadenkende Europea nen geschokt in hun vertrouwen in eigen beschaving. Zij voelen dat zij verre van echte christenen zijn. Dit zelf-onderzoek heeft hen tot een nieuw inzicht gedreven en de gedachte aan „wereldzending" is voor hen niet meer zoo vanzelfsprekend". „Y'ooral ook op theologisch^ebied zijn de inzichten gewijzigd." ..Het onderzoek van de heilige boeken van China en Britsch- Indië heeft duidelijk aangetoond, dat God zich in die landen niet onbetuigd heeft gelaten." Er is een geest van critiek ont waakt, die dringt tot nieuw onderzoek niet alleen ten opzichte van methode en beleid, maar ook ten opzichte van het mo tief en het goed recht der Zending. De verleiding is groot om meer citaten uit dit boekje te doen, maar wij weer staan liaar, omdat wij het boekje zelf lie ver in handen zien van hen, die de he dendaagsche Zending nader willen lee- ren kennen en inzicht in de wereldproble men begeeren. De commissie van advies, de Ned. Zen dingsraad, waarin alle zendingscorpora ties en zendende kerken 'vertegenwoor digd zijn, heeft tot afgevaardigden naar de YY'ereld-Zendingsconferentie (24 Maart tot 8 April) te Jeruzalem benoemd: Dr. Ch. Th. baron van Boetzelaer va Dubbeldam en Ds. Joh. Rau s, zendingsdirector te Oegstgeest, leden van den Intern. Zen dingsraad. Tupple siond op en volgde zwijgend „Heb je honger?" begon Bobby on middellijk, nadat zij den wagen had den verlatenTupple glimlachte benauwd droevig.,., ook een vraag., alsof er vaak oogenblikken waren, waarop ie geen honger had. „Nog niks gehad van morgen?" Nee schudde het kale kopjede 'mond trilde. „Dan maar met mij naar m'n ka mer. daar vinden we wel iets", besliste Bobby, „hier zijn we er al". Beiden gingen binnenweldra zat F'iipple met .een bord warm eten voor zichzwijgend werkte hij het naar binnen, zonder opkijkep.. gauw en gulzig happend. Een tweede bezen ding ging denzelfden weg. Bobby maakte geen enkele opmerking., liet liet blijkbaar uitgehongerde kind stil n genoegen eten aan de aardappels, de kool en het flink stuk braadworst, Tupple kende geen tafelmanieren.... hij kende enkel etenpropte den kleinen mond onmogelijk vol, kauw de slechts terloops, slikte en had on derwijl al een nieuwen hap gereed., de worst nam hij als vanzelfsprekend tussehen de vingers, beet er af, smak te van welbehagen en sloot af en toe de oopen, stellig om het genot van zooveel lekkers te verhoogen. „Nog een beetje, Tupple?" vroeg Bobby. ,,.\lot uwes zelf dan niks?" was de GRIEKSCHE KERK. Sedert eenige jaren voert de Grieksche Kerk een strijd met de regeering over de kloostergoederen, welke door de Septem ber revolutie van 1922 op grond eener wettelijke bepaling door den Griekschen staat onteigend werden. Deze goederen werden ter beschikking gesteld van het. ministerie van oorlog, met name van de luchtvaartafdeeling, om daarmee het budget voor leger en vloot (het aanschaffen van vliegtuigen en het oprichten van scholen voor aviateurs) op peil te bremzen. Daar door deze maatrege len de Grieksche Kerk van een onmisbare bron van inkomsten beroofd werd, liet de Synode het aan krachtige protes ten tegen bedoelde wet bij de bevoegde autoriteiten niet ontbreken. Haar bemoeiingen hadden nu in zoover re resultaat, dat onlangs de parlementai re commissie den tekst der wet aldus wij zigde, dat een deel der onteigende goede ren weer aan de Kerk werd teruggegeven. GIFTEN EN LEGATEN. Door wijlen Mej. M. Dukel, die het vo rig jaar te Peursum is overleden, is aan de Geref. Kerk van Giessen-Oudekerk— Giessen-Nieuvvkerk vermaakt 300 en aan de diaconie dezer kerk eveneens ƒ300. Prof. Dr. A. G. Honig, ontving voor het studiefonds van de Theol. School te Kampen, waarvan hij penningmeester is. van iemand buiten Kampen die onbekend wenschte te blijven, een gift van 1000. ONS SCHRIFT DEUGT NIET. In het „Orgaan van de Vereen v. leera ren i. h. Schoonschrijven" zegt de heer P. H. van Gestel in een beoordeeling van de methode „Blokschrift": „Toch is de poging der samenstellers toe te juichen. Er kleven groote gebreken aan ons tegenwoordig schrift en wel de grootste dezer is de onduidelijkheid. Nu is het wel een drastische maatregel om het schrijfschrift tal van eeuwen weer te rug te zetten tot den tijd van het oude minuscuulschrift, en de menschen een voudig drukletters naast elkaar te laten teekenen, maar als zoodanig moet deze poging d.m. wel mislukken. „Y7eel eenvoudiger zou 't zijn, den hel- lingshoek van onze te schuine schrijflet ters te wijzigen, waartoe indertijd Y'an Katwijk reeds een loffelijke poging deed en niet al te dogmatisch vast te houden aan de overheersching van de verbin dingslijn op den vorm der schrijfletter." ONZE PROPONENTEN. Ds. C. Lindeboom schrijft in De Heraut: Uit eene reeds geruimen tijd vacan te gemeente ontving ik een schrijven, waarin met bijzondere waardeering geschreven wordt over de candidaten, die van tijd tot tijd voor deze gemeen te optreden. De briefschrijver heeft echter eenig bezwaar, en dat geldt het uiterlijk, met name de „overklee- ding" der jeugdige predikers. Daar over zegt hij: „Eén ding echter is mij herhaalde malen opgevallen, en wel dat de aan staande predikanten wel eens al te weinig zorg besteden aan hun klee ding, in het bijzonder wat betreft de overkleeding in de wintermaanden. Het is bekend, dat studenten in den regel zeer weinig om hun uiterlijk voorkomen geven, maar het wil mij voorkomen dat het gewenscht is, dat de jonge theoloog als hij zich met de gemeente naar Gods huis begeeft, ook uiterlijk zooveel mogelijk de kenmer ken van den „student" aflegt. Zoo is het b.v. naar mijn meening niet be paald bevorderlijk aan het respect voor den prediker, als hij verschijnt met een overigens zeer modieuzen 'ge- kleurden overjas en slappen breedge- randen hoed, die kennelijk betere da gen hebben gekend. Vooral als hij dan nog een zeer jong uiterlijk heeft, is het niet te verwonderen, dat men een minder ernstigen kerkganger het woord „jochie" hoort fluisteren. Het eenig voordeel is misschien nog, dat de Kerkeraden erdoor worden be wogen om hun predikanten toch voor al behoorlijk te bezoldigen. En nu moet U niet denken, dat ik het pleit zou willen voeren voor een hoogen hoed en gekleede jas, maar ook in dezen is er een middenweg, die m.i. de juiste is". Ziedaar het bezwaar van den onzen candidaten zoo welgezinden corres pondent. Hij vraagt mij, in deze ru briek er eens over te schrijven. Ik doe wedervraag. „Ik kan nog wel laten komen dus, wanneer je nog wat lust". „O, dat 's wat anders!" en Pupple schoof zijn bord bij. „Nou kan 'k niet meer", verklaar de hij, na beëindiging dezer derde taak en hij schoof van den stoel af en wilde heengaan. „Waar moet je heen, Tupple?" „Nergensalleen maar centen zien te krijgen". „Waar had je die centen voor de tram vandaan?" „Gegapt, uit het offerblok in de kerk". „Waarmee?" „Met dit", en Pupple toonde een kunstig instrumentje, een stokje met onderaan een soort knijper, en wees zijn gastheer het gebruik er van. „Ik kan 't wat goed zei het kind met trots. „Wie heeft dat voor je gemaakt?" „Torry de schipper.m'n vriend". „Maar je weet toch wel dat je steelt, als je die centen uit het blok haalt". „Torry zegt: d'r staat op het blok: vQor de armen, en wij zijn toch arm we zijn heel arm' „Wat doen jullie met die centen". „Broodjes voor koopen en snoep". „Zoo, en wat zegt je Moeder daar wel van?" Verwonderd keek het kind den on dervrager aan, hiaar er kwam nu AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 26 Januari 1928. Er bestaat een zich noemend Atheistisch YVoekblad .Dp Nieuwe Cultuur". Dat blad blijkt een eieren wijze van cultuur-opvat ting te hebben Het beging de verregaande wansmakeliikheid om God uit te beelden op een wijze d'.e ieder inr-t afschuw moest vervullen. Niet alQ een gewoon mensch, nog minder al'? een Wezen boven de schepping. Neen. het moet zijn een misda diger, een compter t Lc>mbrose-type. Laag voorhoofd, uitstekende jukbeenderen, zwa re onderlip, machtige kaak. En de oorenl Er was geen twijfel mogelijk: beroepsmis dadiger". IIverwijt van blasphemie gaat voor deze h-.-eren natuurlijk niet op, want ze ?ijn atr.eist.ni Wellicht echter dat ze voor het verwijt verregaande onbe schaamdheid nog wet gevoelig zijn. Het is ntt wa"k van een vuilpoets, die op «iraat met vuil gcoil. Maar hun werk? Dat roept om wraak, neen, dat spoort aan tot verdubbelde kracht om de eere Gods hoog te houden. Onze taak is die van de zorgende moe der, die de weerlooze kinderen in veilig heid brengt buiten bet bereik van den vuilgooier. OBSERVATOR. dat liever niet, wijl ik in dezen tot oordeel onbevoegd ben. Maar gaarne breng ik de vriendelijke opmerkingen onder de aandacht van de belangheb benden, in de hoop dat zij er winst mee zullen doen. KINDEREN EN RATTEN. In „De Groene Amsterdammer" schrijft Dr. Jac. P. Thijsse over de muskusrat en waarschuwt ernstig tegen dit dier, waar van ernstig gevaar voor onze dijken en kaden te vreezen is. Hij zegt: „Als het kwaad niet in den aanvang ge stuit wordt, dan is de ellende niet te over zien. Caveant consules. De consules in Den Haag moesten maar beginnen met door een uiterst bekwaam en betrouw baar artist een mooie gekleurde plaat van de muskusrat te laten maken en die te doen distribueeren aan de scholen, niet alleen langs de bedreigde grenzen, maar door het geheele land, om de opvoedkun dige waarde van het geval. Bij die plaat behoort een goed relaas over de muskus rat, liefst te leveren door een groot ge leerde, die binnen onze palen woont en de beste zoogdierenkenner ter wereld is. En dan zal je eens zien, met wat een enthou siasme onze'schoolkinderen op de ratten- jacht zullen gaan. Hebben die ze eenmaal ontdekt, dan moeten bevoegde krachten den vernietigingsoorlog voeren. Het stuit mij wel tegen de borst, om dat leelijke woord hier neer te schrijven, maar het kan niet anders en het geldt hier het keeren van de noodlottige gevolgen van menschelijke domheid". Inderdaad heeft de „muskusrat haar op voedkundigen kant" om het zoo maar eens te zeggen. De vraag zal zich n.l. voor doen, of het aangaat het dooden van die ren door kinderen toe te laten. Reeds eerder betuigden we instemming met een adres van het bestuur van den. Ned. Ivinderbond aan den minister, waar in verzocht werd, er toe mede te werken, dat niet langer kinderen onder leiding van onderwijzers meikevers gingen dooden. liet adres wilde het vernietigen van deze dieren door volwassenen doen plaats heb ben. Blijkens het bovenstaande wil Dr. Thijs se dat ook. Er is natuurlijk niets tegen dat men kinderen gebruikt voor opspo ring van ratten en dergelijk ongedierte, er moge dan al iets onaangenaams in zijn, de jeugd indirect te laten medewerken tot den dood van de ratten. Bij ernstige ziekten in, dit geval het groote gevaar, dat de ratten de dijken ondermijnen, Vvaadoor rampen en levensgevaar voor menschen kunnen ontstaan moeten in grijpende geneesmiddelen worden toege past. WAT DE WERELDOORLOG HEEFT GEKOST. Indien men vanaf Christus' geboorte ieder uur vijftig duizend gulden op zjjde had gelegd, dus 1927x365x24x50.000 gul den uitte.t. dan heeft men nog niet ten volle het bedrag, dat do wereldoorlog heeft gekost. geen antwoord?" „Nou, wat zeg je Moeder dan?" „NiksMoeder is heel goed voor me en ze geeft Torry 's avonds ook warm eten en hij slaapt bij ons in den grooten bak onder de warme dekens" „Heeft Torry zelf geen Moeder?" „Weet ik niet..;. zê.k 'm wel '3 vragen". „Waar is je Vader? komt die niet thuis 's avonds?" „Vader zie in de doos.... daar hêt ie 't warm en gemakkelijk, zeit Moe deren volop te eten". Zonder de minste schaamte, alsof het allemaal zoo hoorde, vertelde kleine Tupple dezen in-treurigen toe stand van zijn droevig tehuishij was vanzelf weer op den stoel ge klauterd en zat daar nu met z'n ma gere beentjes te bengelen en onver schillig rond te kijken...Bobby zag hem medelijdend aan. „Kende je me dadelijk in de tram, Tupple?" „Ja uwes bent de meneer van het wittebrood laas, ik lion u dadelik te rug". „Je wou daar net wat heel leelijks doen: gelukkig dat ik je nog zagl" „Ja. nou hêk hier lekker gegeten. maar ik had anders best wat kunnen gappende conducteur keek 'n anderen kant uit en de dame slièp half". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5