NIEUWE LEIUSCHE COURANT
van
ZATERDAG 21 JAN. 1928
TWEEDE BLAD.
KOU EN ZIE.
En Nathanael zeide tot hem:
Kan uit Nazareth iets goeds zijn?
Philippus zeide tot hem: Kom en
zie.
Johannes 1 47.
Vooroordeelen zijn moeilijk te overwin
nen. Juist omdat het vóór-oordeelen zijn
d.w.z. oordeel-vellingen, die voorafgaan
aan die andere waarvoor eerst een onder
zoek moet worden ingesteld.
Er zijn dingen, die vanzelf spreken, en
waarvan ge u door geen redeneering laat
afbrengen. Maar er zijn ook dingen, die
schijnen vanzelf te spreken, en waaraan
ge daarom vasthoudt en die ge u evenmin
wilt laten afpraten.
In dien schijn ligt het ergste gevaar
voor de dwaling. Ge meent het dan bij het
rechte eind te hebben, en ge zijt toch naast
de waarheid in plaats van er achter. En
vroeg of laat ontdekt ge tot uw schande,
dat het niet was, zooals gij meendet.
Zulk een onjuist vooroordeel was het,
wat Nathanael uitsprak in antwoord op
de verrassende mededeeling van Philip
pus: Wij hebben dien gevonden, van wel
ken Mozes in de Wet geschreven heeft,
en de. Profeten, namelijk Jezus, den zoon
van Jozef, van Nazarethl Een mededee
ling, die wat het laatste gedeelte betreft
minder juist was, en die daardoor Natha
nael ertoe bracht om te zeggen: kan uit
Nazareth iets goeds zijn?
Deze Nathanael dezelfde, die in de
eerste drie Evangeliën en in de Handelin
gen der Apostelen Bartholomeus genoemd
wordt was van Kana in Galilea (Joh.
21 2), een stad dichtbij Nazareth, en ken
de daardoor Nazareth beter aan anderen.
En wat hij van Nazareth wist, was meer
kwaad dan goed.
Vandaar, dat hij onmogelijk achtte, wat
Philippus hem zeide. Kan uit Nazareth
wel iets goeds zijn? M.a.w. hoe wilt ge mij
dan wijsmaken, dat uit Nazareth de Mes
sias is gekomen?
Het antwoord van Nathanael moest de
geestdrift van Philippus wel als een koud-
waterstraal treffen.
Van des te grooter bezonnenheid getuigt
zijn antwoord: Kom, en zie. Hij wordt er
niet boos om. Hij tracht niet door rede
neering Nathanael te bewegen orn zijn
vooroordeel prijs te geven. Maar hij dringt
erop aan, dat Nathanael zich persoonlijk
zal overtuigen. Dan zal h-'j zien. dat het
toch waarheid en werkelijkheid is, wat hij
onmogelijk acht.
Nathanael was niet zoo stijfzinnig, dat
hij nader onderzoek weigerde. Zoo zijn er
anders wel: die vooral in dingen, die de
Waarheid Gods betreffen en de vérschijn-
selen op geestelijk gebied, van zulk een
nader onderzoek niet willen weten.
Maar al te dikwijls is dit een bewijs van
zwakheid. Immers als ik weet, dat mijn
vooroordeel juist is, dan behoef ik zulk
een onderzoek niet te mijden.
Nathanae' is ook gekomen. En het eer
ste woord, dat hij van Jezus' lippen op
vangt, breekt reeds de vastheid van zijn
vooroordeel. In het volgende oogenblik
geeft hij het geheel en al prijs: de feiten
hebben hem overtuigd: Rabfc', gij zijt de
...Zone Gods, gij zijt de Koning Israëls.
Dat was het gevolg van het juiste ant
woord, dat Philippus aan Nathanael had
gegeven. Het was ook metterdaad het eeni-
ge goede antwoord dat hij geven kon.
En dit is tegelijk het eenige antwoord,
dat gegeven moet zoo dikwijls als ge bij
anderen op vooroordeel stuit. Ge moet
daar tegenover uw verontwaardiging be
dwingen; want ze zouden in die veront
waardiging een blijk zien van zwakheid.
Maar ge moet er ook niet tegen rede
neeren. Want tegen uw redeneering stel
len ze de hunnen, en ze trekken zich nog
te meer terug in den kring van hun eigen
beschouwing van de dingen. Het eenige,
wat overtuigen kan, zijn de feiten.
Dit vindt zijn toepassing vooral in de
geestelijke dingen. Als een Nathanael, dien
FEUILLETON.
Gods wondere leidingen.
2G) o—
„Mijn hulp is in den Naam des
Heeren die Hemel en aarde ge
maakt heeft 1" was onveranderlijk het
einde van ieder gesprek.
En het ging gelijk Hannah haar
broer had medegedeeld bij haar be
zoek te zijnent: toen eenmaal de reis
was vastgesteld en in de noodige voor
bereidselen een begin /an uitvoering
kreeg toen verbeterde haar gezondheid
aanmerkelijk.... slaap en eetlust
keerden vanzelf terug en de lichame
lijke welstand liet weldra niets meer
te wenschen.
Bij de Klosters verwekte Hannah's
plan slechts één enkel algemeen ge
voel van bewonderingde men-
schen, oud en jong, hadden geen
woorden, om hun eerbied voor zulk
oen onderneming uit te drukken
het kwam hun eerst ongeloofelijk voor
en het bleef hun langen tijd ten
oonenmale onbegrijpelijk! En dan de
kosten.... de ontzettende onkosten
dat punt speelde ook een groote
rol in de besprekingen der familie
onderling.
Hannah had hun verteld, welk geld
zij er aan wilde besteden..,, even.
Jezus noemt, een Israëliét, in welken geen
bedrog is, als die zelfs tegen de bood
schap der verschijning van den Zaligma
ker zeiven zoo vooringenomen en bevoor
oordeeld was; dan moet het u niet ver
wonderen en ergeren, als gij bij menschen
van uw tijd stuit op vooroordeel tegen
uw belijdenis en uw Kerk.
Nu zijn er onder die tegenstanders spot
ters, die ge moe-t straffen. Er zijn huiche
laars onder, die hun zondig leven zoeken
te bedekken onder voorgewenden twijfel.
Maar er zijn toch ook anderen, die niet
beter weten. En deze moeten door de
macht der feiten zelve worden overtuigd.
Tegenover hun; het kan niet, moet ge hun
toonen, dat het toch metterdaad zoo is.
Vetgeet hierbij niet, dat dit: Kom en
zie, ook uzelf iets heeft-te zeggen. Ook gij
moogt anderen niet lichtelijk of onver
hoord oordeelen of helpen veroordeelen.
Dat moogt ge evenmin ten opzichte van
menschen als ten opzichte van dingen, die
nieuw zijn en u daarom ongehoord schij
nen. De geestelijke verschijnselen, die zich
aan u voordoen, moogt ge niet zonder
meer maar veroordeelen. Kom en ziel
Hoe snel zijn wij dikwijls in het veroor
deelen van menschen, die leven in een an
deren kring, dan waarin wij zeiven ons
bewegen! Hetzëlfde, wat u in anderen
stuit, daaraan maakt ge op uw beurt u-
zelf schuldig. Het is altijd weer als bij
Nathanael: Kan uit Nazareth iets goeds
zijn?
Maar het; Kom en zie, wordt niet altijd
in toepassing gebracht. Is het, omdat de
Nathanaels-oprechtheid ontbreekt?
Toch zijn er gevallen, waarbij het: kom
en zie, niet van kracht is. Want er zijn
vooroordeelen, die ge u niet moogt laten
ontnemen.
Wat Godzelf in Zijn Woord u geopen
baard heeft, dat hebt ge onvoorwaardelijk
te gelooven. Dat is zoo, omdat Godzelf het
getuigt. En als uw geloof in dat Woord
door den Heiligen Geest in uw hart is ge
werkt, dan kunt ge ook niet anders oor
deelen. Dan ligt uw oordeel gebonden in
wat Godzelf oordeelt. Oordeelt omtrent
waarheid en leugen, omtrent goed en
kwaad.
En bij het licht van dat Woord komt ge
dan tot de verschijnselen, die zich aan u
voordoen. Dan ziet ge, dat het is zooals
Gods Woord getuigt. En ge. wordt er door
versterkt in uw geloof. Versterkt ook om
te verkiezen wat goed is en te verwerpen
wat kwaad is in de oogen des Heeren.
EEN KLAGENDE ZIEL.
Mijn zondig, dwaas en ijdel hart,
Hoe woelt en werkt dat tot mijn smart;
Wat plagen mij mijn snoode zonden,
Wat steken mij de ziele-wonden.
Dit maakt mij zelfs het leven moe.
Mijn ziele vlucht naar Jezus toe,
Ik zal mijn nood aan Jezus klagen,
Och! kon ik dat maar t' allen dagen.
Och, lieve Jezus, machtig" held,
Mijn vijand strijdt en houdt het veld;
Leer mij toch eens manmoedig strijden.
En sterk mij in mijn kruis en lijden.
O, liefste Jezus, mijne Borg,.
O kon ik werpen al mijn zorg.
Op U, mijn Priester en mijn Koning.
Neem toch mijn harte tot Uw woning.
O! Jezus is zoo vol van heil,
Zijn rijkdom heeft geen maat of peil,
In Hem alleen is 't al te vinden
Voor allen, die Hem recht beminden.
GROENEWEGEN.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Viertal, te Vlissingen: Dr. H. W.
Obbink, te Geldermalsen; E. G. van
Ramshorst, te Brummelen; G. C.
Schellenberg, te Markelo en H. W.
Winkel te Sneek.
Beroepen, te Putten o. d. Velu-
we (2e pred.-pl.): B. N. B. Bouthoorn,
te Zeist. Te Maasland: J. H. Mul
der, te Zoeterwoude. Te 's-Grevel-
duin-Kapelle: R. Steenbeek, te Wapen
veld.
Bedankt, voor Noordwolde (Gr.):
G. J. A. Offerbaus, te Eernevvoude.
GEREF. KERKEN.
Beroepen, te Pijnacker-Noot-
dorp: D. Zwart, cand. te Ooster-N ij-
als terloops had zij het aangestipt en
inet de aangeboren wellevendheid,
hun allen eigen, vroegen de ouders
noch de kinderen verderen uitleg,
maakten ook nergens toespelingen
op.
„We kunnen niets anders doen, dan
voor jullie bidden, -kindlief", zei Va
der Klosters op eenvoudigen, harte-
iijken toon.
„Dat is ten slotte toch het voor
naamste", antwoordde Hannah met
vertrouwen, „van Onzen Vader in de
Hemelen moeten we de eerste en
voornaamste hulp hebbenen dan
denk ik maar: help u zelf, zoo helpt u
God!"
VIERDE HOOFDSTUK.
In een méér dan eenvoudig gemeu
belde kamer, deel uitmakend van een
tweede verdieping en van een huis in
de 64ste straat te New-York, zat Ro
bert Johnson, een man van even
tv. intig jaren, aan een tamelijk groo
te tafel, die bedekt was met stapel
tjes, bundeltjes en ook vele losse
papieren.
Johnson was onbemiddeld en moest
hard werken, om het hoofd boven wa
ter te houden, zonder van anderen
steun te genieten. Hij werkte voor
een beroemd speurder allerlei ver
slagen uit, liep boodschappen, knapte
nu en dan een niet al te ingewikkeld
werkje op en leed altoos een tikje ar
kerk. Te Zetten: J. H. Broek Roe-
lofs, te Vroomshoop.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Ds K. II o 1 w er d a is voornemens
om 29 Januari a.s. afscheid te nemen
van de Geref. Kerk te Westerlee en 5
Februari zijn intrede te doen te Hou
werzijl. na vooraf bevestigd te zijn
door Ds; Diemer van Scheemda.
Ds. J. F. L ij s e n, te Nigtevecht
hoopt Zondag, den 4den Maart af
scheid te nemen van de Ned. Herv.
Gem. te Nigtevecht en Zondag den
llden Maart zijn intrede te doen te
V.'cubrugge, na bevestigd te zijn door
Ds. R. P. A. Rutgers, van Katwijk aan
Zee.
PREDIKANTSWONINGEN.
Te Bussum is door den Kerkeraad
der Geref. Kerk het pand Burg. 's Ja-
eoblaan 2 aangekocht als pastorie
voor den beroepen tweeden predikant.
ï)s. J. L. van der Wolf, thans te Kra
lingen. De koopsom bedroeg 23.000.
IN MEMORIAM Ds. J. H. DONNER.
Men schrijft aan de Stand.:
Gaarne gehoor gevende aan de
stemmen die opgingen uit de gemeen
te. om te komen tot oprichting van
een gedenkteeken op het graf van
onzen onvergetelijken Ds. J. H. Don-
ner, is de kerkeraad der Geref. te Bre
da er toe overgegaan een. commissie
te benoemen om in overleg met de
stichting „Vrederust" te Bergen op
Zoom en de Geref. Kerk van Nieuw-
dorp gelden voor dit doel te verza
melen.
Deze commissie bestaat uit de brs.
M. de Nooijer ,G. Dorlijn, W. van de
Waal en L. Berk.
Mochten er broeders en zusters zijn
buiten den kring Breda, b.v. oud-lid
maten, die met dit doel sympathisee-
ren, dan kunnen zij hun bijdrage zen
den aan een der commissieleden of
storten op de girorekening No. 60682
van L. Berk, Nassaustraat 35a, Breda.
DE THEOL. SCHOOL DER VRIJE
EVANG. GEM.
De lessen der op den Tweeden
Kerstdag geopende Theologische
school der Vrije Evang. Gemeenten in
Nederland, te Apeldoorn, zijn Donder
dag 19 dezer aangevangen.
DE GEREF. BOND.
Het Hoofdbestuur van den Geref.
Bond tot verbreiding en verdediging
van de waarheid in de Ned. Herv.
(Geref.) Kerk wenscht op 8 Febr. e.k.,
des voormiddags om 11 uur in het
Hotel „Terminus", Stationsplein te
Utrecht, D.V. een vergadering te hou
den met afgevaardigden van afdee-
li.ngen en belangstellende leden van
dch Bond, die niet tot een afdeeling
behooren, teneinde over verschillen
de aangelegenheden van den Bond en
hot werk van den Bond eens met el
kander te spreken.
NED. HERV. EVANGELISATIE.
Te Maarssen (U.) wordt een Ned.
Herv. Evangelisatie opgericht, uit
gaande van de Minderheidsgroep
Confessioneelen en Ethischen.
DE GFREF. KERK VAN ZANDVOORT
Op 16 Januari heeft bij onderhand-
sche inschrijving plaats gehad de
aanbesteding van den kerkbouw van
de Geref. Kerk van Zandvoort. De
houw is toegewezen aan de laagste
inschrijfster, de N.V. Bouw- en Ex
ploitatie Maatschappij „De Grens" te
Bentveld-Zandvoort.
Bereids werd aangekocht een stuk
grond van pl.m. 1100 M2. aan den Ju-
lianaweg, een rustig hoekje nabij het
P""k Kostverloren.
Verwacht wordt, dat het kerkge
bouw half Juni in gebruik zal kunnen
worden genomen, derhalve juist vóór
dat de toevloed van zomergasten
komt.
EERSTE CONFERENTIE VAN LEGER
EN VLOOTPREDIKANTEN IN INDJë
Door overlag vé.p den vorigen Vloot
voogd met den Legercommandant werd
besloten ten hoogste tweemaal per jaar.
en wel beurtelings te Soerabaja en te Ban
doeng, een conferentie van leger- en vloot-
predikanten te doen houden, en wel voor
den eersten keer te Soerabaja. Begin De-
cernb. kwamen te Soerabaja de heeren ds.
Bartlema, vlootpredikant van Soerabaja,
benevens ds. Duyker en ds. van Duinen,
resp. legerpredikanten te Bandoeng en te
Magelang, voor de eerste maal ter confe
rentie bijeen, meldt het Soer. Hbld.
Men besprak ter conferentie de geeste
lijke belangen van leger en vloot en hoe
die het beste te behartigen. Waar de pre-
dikantenbond eenmaal per jaar vergadert
tot het overwegen van kerkelijke belan
gen, aclitte men een overleg van de leger
en vlootpredikanten evenzeer gewenscht.
Men stippelde een lijn uit voor de geeste
lijke verzorging van het betrokken per
soneel in de toekomst en overlegde, wel
ke middelen daartoe het meest dienstig
kunnen zijn. Tevens wordt nagegaan, op
welke wijze men geJcn de onderlinge
verhoudingen, het bqste elkander kan
steunen bij deri gemeenschappelijken ar
beid en hoé men met elkander te rade zal
kunnen gaan, opdat men met meer vrucht
zal kunnen arbeiden.
Tevens zal een richtsnoer worden ge
zocht voor de volgende vergaderingen,
waarvan de eerste te Bancloeng zal plaats
hebben in het midden van 1928.
LANDELIJKE FEDERATIE VAN
DIACONIEëN IN DE NED. HERV.
KERK.
Gistermiddag heeft de Landelijke
federatie van diaconieën in de Ned.
Herv. Kerk haar vergadering gehou
den in het gebouw voor Christelijke
belangen te Arnhem. De aftredende
bestuursleden, de heeren van Holthe
tot Echten, van der Kamp, van der
Leest en Wisman werden herkozen,
terwijl alsnog tot bestuurslid geko
zen werden de heeren Mullaard en
Barneveld. De begrooting voor het
komende vereenigingsjaar werd vast
gesteld.
Hierna hield de heer D. G. Mul
laard, voorzitter van de Nederlandsch
Hervormde Diaconie te Arnhem een
lezing, waarin hij een uitvoerig over
zicht gaf van datgene, wat in deze ge
meente op het gebied van armenzorg
en liefdadigheid door particulieren en
van overheidswege geschiedt, waarbij
hij het gesprokene met veel statisti
sche gegevens toelichtte. Naar aan
leiding van deze voordracht werd een
geanimeerde discussie gehouden,
waarna de vergadering werd geslo
ten.
Na een gemeenschappelijken maal
tijd werd een bezoek gebracht aan het
gebouw van het Protestantsche beste-
delingenhuis.
ALBERT SCHWEITZER.
De heer M. van Empel, Ned. Herv.
predikant uit Middelburg, heeft Don
derdagavond te Rotterdam een lezing
gehouden over Albert Schweitzer, die
door zijn werken „Aan den zoom
van het oerwoud" en „Terug naar
Lambarene" zoo groote bekendheid
heeft verworven, ook in ons land.
Het beeld van Franciscus van Assisi
staat spreker telkens voor oogen wan
neer hij denkt aan dr. Schweitzer.
Beiden zijn een aanklacht togen ons.
Spr. teekende het werk van dr. Al-
bert Schweitzer, het werk van zelf
verloochening in aequatoriaal Afrika.
En toch, zoo ging spr. verder, al heb
ben wij groo.ten eerbied voor Schweit
zer, die Jezus beter volgt dan wij al
len samen, wij missen in dezen bij
hem toch iets.
Pessimistisch is zijn opvatting over
de cultuur, gelijk spreker uit ziin ten
deele verschenen Kulturphilisophie
aantoont.
Optimistisch en ethisch zij volgens
hem onze levenshouding. In den wil
tot daden aanvaart hij het leven zoo
als het nu is. Zinrijk in het zinlooze,
zinloos in het zinrijke, zóó
typeert hij het heelal. Doch in zichzelf
heeft hij den vurigen levensdrang, en
daarin voelt hij zich gegrepen door
het oneindige; daarom aanvaart hij,
en werkt met alle krachten. Overgave
an het leven, waardoor het eigen le
ven niet meer ten koste van anderer
leven kan worden geleefd, dat is de
grondtoon van dit machtig credo.
Zóó groote bewondering heeft spre
ker voor dezen mensch, dat hij liever
geen critiek wil geven, maar het ar
me van Schweitzer's ideaal: de ko
mende cultuurmensch, doet hem pijn
om Schweitzer zelf. Spreker voelt in
deze levensbeschouwing de worsteling
van een benauwde ziel, die óók ter be
vrijding van zichzelf dit eerbiedwek
kende levenswerk is begonnen. Al
wenschte hij vurig, dat Schweitzer
een ander ideaal, dat van 't Konink-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 21 Jan. 1928.
Het roode dagblad „Het Volk" ziet
meermalen spoken, soms op klaar
lichten dag. Het vormt zich van som
mige personen, die het niet uitstaan
kan, een wanstaltig beeld, dat hee-
lemaal niet met de werkelijkheid
overeenkomt.
Zelden bleek dit duidelijker, dan
gisteravond. Toen schreef Het Volk.
over Dr. A. R. Zimmerman o.m. het
volgende:
„In Engeland zijn sir Alfred Mond
en zijn kollega's met de arbeiders
rondom een tafel gaan zitten. In
ons land beeft het Verbond van
Werkgevers de arbeiders-centralen
uitgenoodigd om de verscherping
uit de verhoudingen weg te nemen.
Dat is niet naar den zin van Dr.
Zimmerman, den scherpslijper, vol
gens wien de klassenstrijd op de
spits gedreven moet worden".
Doch wat is nu het merkwaardige?
In het no. van „De Telegraaf" van
gisteravond, dat gelijktijdig met be
doeld nummer van „Het Volk" ver
scheen, staat een artikel van Dr. Zim
merman, waarin hij deze „sociale- toe
nadering" toejuicht.
Of dien „bewusten" proletariërs ook
maar wat op d'r mouw gespeld wordt
door hun hoofdorgaan!
OBSERVATOR.
rijk Gods zou stellen, toch ziet spreker
achter dezen man Eén, grooter dan
Franciscus: Jezus-zelf.
DE EERWAARDE MARSKRAMER.
Een Engelsch predikant heeft er zijn
vacantie aan besteed om eens proef
ondervindelijk na te gaan af men als
als marskramer zijn brood kon ver
dienen.
Hij verkocht kunstzijden dameskou
sen en sokken, later ook pakjes laven
del. Hij deed twee verschillende ver
halen om zijn waar aan den man te
brengen of liever, aan de vrouw,
want vrouwen waren zijn beste klan
ten.
Hij eene was, dat bij den kooper in
rechtstreekscbe verbinding wilde
brengen met den fabrikant; bij dit
smoesje foei dominee! kleedde
hij zich netjes aan, daarentegen ar
moedig voor het tweede smoesje: dat
hij geld noodig had om van de eene
plaats naar de andere te komen.
Zijn slotsom was, dat hij wel vijf tot
zes pond kon maken als hij beroeps-
kramer werd.
DROOMEN.
In een meditatie in bet Handels
blad,maakt Prof. G. van der Leeuw
van Groningen, over droomen o.a. de
volgende opmerkingen;
Er zijn menschen, die zeggen, dat
ze nimmer droomen. Maar wij, die wel
droomen, kennen in het grove
twee soorten: die van den angst en
die van het verlangen.
Van den angst; We worden voort
gejaagd, tot over de daken toe, we
verliezen die ons dierbaar zijn en we
staan aan hun graf, we lijden een ge
voelig echec en slaan een figuur.
Bedrog, onwerkelijkheid.
Goed, maar de angst, dien we in
den droom beleven, is allesbehalve on
werkelijk. En de aanleiding tbt dien
angst evenmin. Ik hen nog nooit in 'n
publieke rede blijven steken behal
ve in den droom. En dan altijd voor
een zeer groot gehoor. De uit het le
ven gedrongen angst vindt een onder
komen in de schaduwen van den
nacht. Ik kan niet den heelen dag
bang zijn voor het leven van hen, die
ik lief heb. Maar ik droom, dat ze ziek
of dood zijn. Het spook, dat we de hel
verlichte voordeur hebben uitgejaagd,
komt de duistere achterdeur binnen.
De niet gehonoreerde angstrekening
van allen dag wordt in den droom
vereffend.
En evenzoo die van het onvervulde
verlangen. Het paradijs, dat ik onbe
reikbaar weet, en waarnaar ik toch
niet ophouden kan te verlangen, ik
ben er een burger van in den droom.
En even groot als de verlichting bij
het ontwaken, wanneer de angst een
droom blijkt, is de teleurstelling, wan
neer de zalige morgenglimlach der ver
vulling wegsterft onder het vale licht
van den al te gewonen morgen.
wrakke meubeltjes en de spaarduitjes
van den overledene, waarvan echter
de begrafeniskosten betaald moesten
worden.
De belangstellende buren beredder
den een en ander voor den nu vereen
zaamden tien-jarigen knaap, verkoch
ten het roerende goedje, betaalden de
onkosten en stelden het kind daarna
nog honderd dollars ter hand. Maar
Bobby wist er geen weg mee, en hij
vroeg aan de buren, bij wie hij eenige
dagen geherbergd was, wat hij nu
met het geld moest doen.
„Weet je wat", raadde huurman
hem aan, „geef het aan Father Grego
ry in bewaring en vraag hem meteen
eens, hoe het nu verder met je gaan
zal".
Dus stapte kleine Bobby naar het
armoedige huisje van den Ierschen
Predikant, die in deze ellendige buurt
der wereldstad met de zielzorg was be
last van bonderden arme, verlaten
mannen, vrouwen en vooral kinderen,
en die ieders vriend en raadsman kon
genoemd worden.
Father Gregory belegde het geld op
de volksspaarbank, -zorgde er voor,
dat Bobby bij brave menschen in huis
kwam, plaatste hem op de armen
school tot zijn veertiende jaar en wist
hem toen op het kantoor te krijgen
van den beroemden speurder Daniël
Mac Dowry, zijn landgenoot en bes
ten vriend.
moede, ten minste gewoonlijk en al
tijd des zomers.in het gure jaar
getijde verlangde Johnson wel eens
naar wat meer brandstof, een stevi-
gen maaltijd en warmere kleeren,
maar hij sloeg zich door de barre da
gen heen, zoo goed en kwaad als het
ging en een klacht over wat of tegen
wien ook was nog nooit over zijn lip
pen gekomen.
Zijn onverwoestbare gezondheid be
schouwde hij als zijn grootsten schat
en dat was ze dan ook werkelijk.
Robert Johnson was lang er. schraal
van gestalte, had een zeer bewegelijk
gelaat, doffe oogen, een vaak glim
lachenden mond, wijd van het hoofd
staande ooreneen wipneus en
vooruitspringende jukbeenderen.
Op het eerste gezicht leek Bobby,
zooals zijn kennissen hem noemden,
nog al onnoozel, hij het domme af,
vooral wanneer hij het noodig vond,
zijn oogen zonder de minste uitdruk
king te laten. Daarbij had hij een
eigenaardige manier om aan zijn
dunne lichaam een schuifelende be
weging te geven, waardoor het leek,
alsof hij voortdurend voor iemand of
iets wegkroop, èn zijn stem was be
deesd en zeer zacht, bijna fluisterend.
Ook liep hij met opgetrokken schou
ders en binnenwaarts gebogen knieën,
handen in de zakken, stroohalmpje of
stok:e tusschen de vooruitgestoken
lippenen wie hem zoo in een
sukkeldrafje de lange straten zag af-
loopen, zou hem stellig geen zaak van
eenig gewicht, nog geen belangrijke
boodschap hebben toevertrouwd.
Het eenige, wat Bobby aan gaven
had ontvangen, was de buitengewone
bijna ongelooflijke scherpte, zijner
zintuigen.... de oogen zagen verder
dan die van den best geoefenden zee
man.... het gehoor ving de fijnste
klanken en geluiden op en zelfs van
ondenkbaar grooten afstandaan
den reuk herkende Bobby onmiddel
lijk, wat hij nog zoo lang geleden on
der den neus had gehad, en zijn toch
geenszins verwende smaak onder
scheidde zonder falen, waaruit het
geen hij te proeven kreeg, was samen
gesteld.
Ook liet zijn geheugen hem nimmer
in den steek. Wat hij eenmaal ge
hoord, gezien of gevoeld had, onthield
hij en ook wat hem gezegd of toever
trouwd was.
Bobby was niets anders dan een
New-Yorksch straatkind, zonder hem
bekende ouders of verwanten groot
geworden in een slopje, waar een
blinde man hem te eten gaf en hem
gebruikte, om langs de straten ge
leid te worden.
Toen de blinde plotseling stierf,
kreeg Bobby diens geheele nalaten
schap, bestaande uit dc matrassen,
waarop zij samen 's nachts gelegen
hadden, het schamele etensgerei, wat