CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN 8s,e JAARGANG VRIJDAG 20 JANUARI 1928 NUMMER 2339 NIEUWE LEIDSCHE COURANT Bureau: Hooigracht 35 Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gereatigd zijn Per kwartaal. i 2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Dit nummer bestaat uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. V Dieven met dieven vangen. Over de corruptie in de gaswereld is den laatsten tijd dagelijks veel te doen. Geen dag gaat voorbij of de couranten komen met mededeelingen over onderzoek hier, schorsing en ontslag daar. Er is een bedroevend verderf ingevreten in onze maat schappij. Dat het juist in deze overheidsbe drijven zoo'n droeven omvang kon aannemen, bewijst ons, dat wij het bij het rechte eind hebben als Wij manen tot groote voorzichtigheid in het Overheidsbedrijf. Controle in het Overheidsbedrijf mist den prikkel van het eigen belang doorgaans. Omgekeerd zien wij dat in het Overheidsbedrijf ook weer tot midde len de toevlucht wordt genomen, die wij in het particulier bedrijf niet zien toegepast. Vooral kleine gemeenten, die zelf niet beschikken over een goed controle-middel wenden zich thans soms tot personen, die men in elk ge val het recht van onderzoek moest weigeren. Te Doetinchem bezit de Directeur der Gasfabriek, den moed om zich te verzetten tegen een onderzoek waar bij een Commissie gebruik maakt van den heer Van der Stel, een man wien zelf om deze redenen ontslag moest worden gegeven. Onverschillig of de ze Doetinchemsche Directeur vrij uit gaat of niet, het eert den man, dat hij een onderzoek door zijn corruptieven oud-Collega wraakt. Blijkbaar naar aanleiding van dit geval geeft de redactie van het Week blad van den Nederlandschen Bond van Gemeenteambtenaren een be schouwing over den bewijslast. Na er op te hebben gewezen, dat in onze rechtspraak de regel geldt, dat iemand, die beschuldigt, de beschul diging moet bewijzen en dat nooit iemand volledig slagen kan om zijn absolute onschuld te bewijzen, ver volgt de redactie, „Een andere vraag, welke zich in dit verband mede voordoet, is deze, of het der overheid vrij staat toepas sing te geven aan den regel, dat men dieven met dieven vangen moet. Ook op deze vraag moet het ant woord onvoorwaardelijk ontkennend luiden. De overheid, die zich van den „dief" bedient om den anderen dief te van gen, daalt daarmede zelve tot dieven- standpunt af, verlaagt en bezoedelt haar eigen waardigheid en brengt, dit is het allerergste, zelve een nieuw element van allerschandelijkste cor- ruptieve mogelijkheden in het open bare leven. Wie waarborgt, dat de man, die gister omkoopbaar was, niet ook om koopbaar i s, nu de overheid zich wel van zijn diensten wil bedienen? Wie belet aan de een of andere groote onderneming, die er geweldig belang bij heeft niet in den maal stroom te worden meegesleurd, om aan den man, wiens omkoopbaarheid nu eenmaal bewezen is, groote be dragen te bieden, als hij haar er maar buiten laat? Welke mogelijkheden van chantage en laster openen zich hier? En welk een verantwoordelijkheid 'draagt een overheidsorgaan, dat dezen geest in ons publiek leven binnen haalt! Neen. de overheid, die bijzondere deskundigen behoeft voor een bijzon dere taak, wende zich slechts tot de hosten, wier onkreukbaarheid boven iedere bedenking is verheven, llun woord heeft gezag. Hun oordeel heeft waarde. Hun aanmoediging geeft steun. Hun vonnis is een niet uit te wisschen smaad. Ook de overheid moet kunnen ver geven. Maar een verbond tusschen de overheid en vertegenwoordigers van het kwade in den overheidsdienst is een gruwe 1". Hiermede zijn wij het volkomen eens. Wake men toch dat het Over heidsbedrijf niet nog meer zich on mogelijk make. V Tweeërlei visie. Dezelfde redactie van het Week blad oefent ook critiek op de houding van de redactie van de Nieuwe Rot- terdamsche Courant, die smalend schreef over het ontbreken van mede werking der Regeering in een bepaald geval. Zij zag daarin een diskwalifi catie van de rede van den heer Nijgh bij het Handelsblad-jubileum gehou den waarin hij roemde op het hoog houden van de pers-waardigheid door Handelsblad en N. R. Crt. De N. R. Crt. schreef: „Het is beschamend voor Neder land, dat men in gevallen, waarin men tegenover de administratie recht zoekt en recht heeft! een kort departementaal briefje thuis gestuurd kan krijgen, waarin zonder een zweem van argumentatie wordt me degedeeld, dat de kroon niet tusschen- beide wenscht te treden. Als het ambtenaren betreft, over wier belangen en rechten voortdurend het wakende oog gaat van alles wat vertegenwoordigend lichaam heet, vindt men aan het departement van justitie wel den tijd een regeling voor te be reiden, waardoor beroep op een onaf- hankelijken rechter mogelijk zal wor den. Maar particulieren, voor wie bij besluiten van de administratie dik wijls veel grootere geldelijke belan gen betrokken zijn, kunnen tot St. Juttemis op een administratieve recht spraak wachten, niettegenstaande daaromtrent reeds in 1905 wetsont werpen werden ingediend. Zij zijn inmiddels van het bon plaisir van een minister afhankelijk". Hierop laat de redactie van het Weekblad volgen: „Wij namen de vrijheid in dit stuk je betoog enkele regels te onderstre pen. Met belangstelling wachten wij af, wat de heer Nijgh zal doen, die zich erop verhoovaardigt zijn blad te houden boven het peil der boulevard- couranten, waar het smalend woord en de verholen insinuatie de plaats inneemt van het zakelijv en wèl over wogen argument. Waaraan, zoo vragen wij, ontleent deze redacteur, zelf ambtenaar, al is het dan niet in openbaren dienst, het recht, om op zoo smalenden toon de ambtenaren af te schilderen als een bevoorrechte kaste? Waaraan het recht om zoo, erger dan door het royale woord en een ronde beschul diging, ergernis en willekeur bij den „gewonen" burger, zijn argeloo- zen lezer, op te wekken, die, omdat het in een hoofdartikel staat van de N.-R. Crt., wel gaarne wil aannemen, dat die ambtenaren dan toch maar schandelijk bevoorrecht worden. Indien men rechtuit, zei. wat voor den buiten deze zaken staanden bur ger uit den door ons gecursiveerden zin te lezen valt, dan zouden wij dat even rechtuit qualificeeren met woor den, welke men in de kolommen van een blad, dat een zekeren stand heeft op te houden, bij voorkeur vermijdt. Het tot stand komen van een be hoorlijk ambtenaren-recht is in den rechtsstaat even noodzakelijk als het tot stand komen van een bevredigen de regeling omtrent de rechtspraak in administratieve geschillen! In 1907 kwam de wet op het arbeids contract tot stand, welke voor de aan- gestelden in het particulier bedrijf, onder andere voor redacteuren van kranten e. d., de rechtspositie over het algemeen zeer bevredigend regel de Sedert 1907 leven al deze personen onder een wettelijke regeling, welke tal van bepalingen inhoudt van dwingend recht, bepalingen in het belang van de werknemers, waarvan bij onderlinge overeenkomst in geen geval afe-eweken mag worden. Meer dan twintig jaar later is men ten aanzien van de rechtspositie van de ambtenaren nog altijd niet verder gekomen, dan dat er een ver slag van een staatscommissie is, en dat in het georganiseerd overleg thans een ontwerp in bespreking is, dat speciaal ook bepalingen betreffen de de administratieve rechtspraak in ambtenarenzaken inhoudt. Waarlijk, indien er van bevoorrechting sprake is, dan zijn niet de ambtenaren de bevoorrechte personen. Is het noodïg, dat wij herinneren aan allerlei gevallen, waaruit blijkt, hoe rechteloos in Nederland, als het er op aankomt, de ambtenaren zijn?" Hieruit blijkt wel, dat men goed doet om een zaak toch ook eens van een anderen kant te bekijken alvorens een afkeurend streng oordeel te vellen. V Verweer van Uddo. Wij ontvingen naar aanleiding on zer driestar van Dinsdag het volgen de schrijven van Uddo: Hooggeachte Redactie, In aansluiting bij het door U aan mijn brochure „Hoe wordt men Anti revolutionair?" gewijde zeer waardee- rende artikel waarvoor ik U bij de zen dank zeg doch waarin U nog uitgaat van de veronderstelling, als of de heer Den Ouden recht had te schrijven, zooals hij deed in „Neder land en Oranje", deel ik U gaarne me de, dat er tusschen de heer Den Ouden en mij, evenals tusschen den heer Frankenhuizen in de „Westlan der" en mij eenzelfde misverstand be staat. Genoemde heeren bestrijden mijn uitlating met een verwijzing naar hetgeen er gebeurd is in 1917 en 1919. doch de woorden doelen op hetgeen er plaats had bij de tweede Grond wetsherziening in 1922, bij welke het Vrouwenkiesrecht in de Gronde wet is vastgelegd. Ik handhaaf de aangevochten zin snede ten volle en zond aan den heer Den Ouden een uitvoerig artikel voor „Nederland en Oranje", ten einde de zaak, gelijk hij mij verzocht „uit de doekjes te doen". Dit stuk is getiteld: „De fabelen van Uddo" en ik moge U bij dezen verzoeken, nu de zaak door het op treden der heeren d. O. en Fr. tot pu blieke bespreking aanleiding geeft, op mijn verdediging in het eerst volgende nummer van „Nederland en Oranje", waar mij de plaats ter ver dediging werd aangeboden, de aan dacht Uwer lezers(essen) te willen vestigen, felijk U dat ook deed op de critiek van den heer Den Ouden. Daar evenwel de verschijning van „Nederland en Oranje" eenige dagen nog op zich zal laten wachten, verzoek ik U beleefd, ook dit schrijven in de „Nieuwe Leidsche Courant" te willen publiceeren. Wij voldoen hiermede aan het billijk verlangen van Uddo. Wij zien met be grijpelijke belangstelling zijn verde diging in „Nederland en Oranje" te gemoet en zullen onze lezers tegele- gener tijd daarvan op de hoogte stel len. STADSNIEUWS. DE STRATEGISCHE POSITIE VAN NEDERLANDSCH'INDIë. Op uitnoodiging van de Indonesi sche Studieclub heeft gisterenavond de kapitein-luitenant ter zee J. van Reede, directeur der Hoogere Marine Krijgsschool, in Huize Feenstra een voordracht gehouden, over: „De stra tegische positie van Nederl.-Indië. Na eerst eenige beschouwingen te hebben gewijd aan de beteekenis van strategie, besprak hij, in het bijzonder de maritieme strategie. Hij wees daarbij op de verschillen tusschen land- en zee-oorlog en deed daarbij uitkomen, dat het doel van den zee oorlog het beheerschen van de ver bindingen is. In het licht van deze beschouwin gen toonde spr. hierna de belangrijk heid van Ned.-Indië aan, ten eerste door het feit, dat Indië in groote hoe veelheden belangrijke stoffen voort brengt en ten tweede, door de geogra- phische positie en ligging van den Archipel. In het bijzonder stond spr. bij dit laatste punt stil, waarbij hij wees op 3 belangrijke factoren: le. Indië vormt het scheidingsgebied tusschen twee belangrijke wereldzeeën; 2e. de aard rijkskundige toestand in den Archi pel, is zoodanig, dat deze juist voor het vraagstuk van den aanval op en verdediging van de verbindingslijnen een bij uitstek geschikt terrein vormt; 3e. Indië als schakel tusschen En- gelsch-Indië en Australië. Spr. wees vervolgens op den invloed van de Washington-conferentie en zette hierna uiteen, dat daardoor het oorlogsgevaar verminderd is, doch dat, indien de oorlog uitbreekt, de strategische beteekenis van Neder- landsch-Indië verhoogd is. Spr. besloot met de behandeling van de vraag, welke gevolgen de be langrijke ligging van Indië voor ons met zich brengt. Een weerloos Indië moet ongetwijfeld het oorlogsgevaar vergrooten, daar dan in dit zeer be langrijke gebied voor de oorlogvoe renden alle zekerheid ontbreekt. Neu traal blijven zal voor ons in dat ge val onmogelijk zijn. Een goed inge richte weermacht, in staat zich krach tig te doen gelden, zal echter, ook al is zij van beperkten omvang, een groo te mate van veiligheid geven. Zij moet beschouwd worden in verband met de groote strategische waarde van Indië en met de moeilijkheden, die in een zeeoorlog in dit gebied door de enorme afstanden overwonnen moe ten worden. Zij werkt, aldus eindigde spr., in hooge mate preventief. ONTSPANNINGSAVOND VOOR DE WERKLOOZEN. De Leidsche Chr. Besturenbond heeft tegen Dinsdagavond 24 dezer in het gebouw Prediker een ontspan ningsavond georganiseerd voor de werkloozen der bij dezen bond aange sloten organisaties met hun gezinnen. De avond zal gevuld worden met muziek, voordrachten en een filmver- tconing. BELASTING-OPHAALDIENST. Wij lezen in „Ons Schild" het or gaan van de Chr. Besturenbonden te 's-Gravenhage en Leiden, het volgen de jaarverslag van den belasting-op haaldienst van den Chr. Besturenbond le Leiden. Op 11 Januari heeft de controle commissie van den Chr. Besturenbond de boeken, bescheiden en gelden van '.en Belasting Ophaaldienst gecontro leerd. Het door de commissie getee- kende verslag is als volgt: Saldo Belasting 1 Jan. 94.56 >-» Saldo Administratiekosten 30.53 Ontvangst Belasting 9346.55 Totaal 9471.65 Betaalde Belasting 831SL27 Betaalde Kosten 51.59 Administratiekosten 25.50 M Saldo Belasting 1077.26 Saldo Administratiekosten 5.02^ Totaal 9471.65 (w.g.) J. B. H. GROTENHUIS, Secretaris-Penningm. Nagezien en acoord bevonden. Leiden, 11 Januari 1928. (w.g.) D. KALKHOVEN. (w.g.) J. W. SNEL. De commissie heeft de navolgende verklaring afgegeven: „Ondergeteekenden, leden van de Controle-Commissie van den Christe- 1 ijken Besturenbond te Leiden, ver klaren dat zij op heden boeken en be scheiden hebben gecontroleerd v. den Belasting Ophaaldienst van den Chr. Besturenbond; dat zij de aanwezige gelden met de boeken hebben gecontroleerd; dat zij alles in de beste orde hebben bevonden; Leiden, 11 Januari 1928. De Controle-Commissie: (w.g.) D. KALKHOVEN. (w.g.) J. W. SNEL. Uit het zeer belangrijke bedrag aan geïnde belasting van 9346.55 X blijkt, dat deze dienst, die in alle stil heid zijn werk doet een nuttige rol vervult. Wij vestigen dus ook gaarne daarop de aandacht. CHRISTELIJKE FRÖBELSCHOOL HEERENSINGEL 26. Men is veelal gëneigd te denken en vele menschen zijn dan ook helaas die meening toegedaan, dat het frö belonderwijs, zooals dat tegenwoor dig gegeven wordt, nergens anders in bestaat dan in het kindertjes zoet houden en oppassen. Het behoeft ech ter bijna niet gezegd te worden, dat deze meening al zeer oppervlakkig is en voor wie dieper nadenkt en al eens van nabij bovengenoemd onderwijs heeft gadegeslagen, is het duidelijk, dat de fröbelscholen wereldjes apart zijn en dat voor het onderwijs van de kleine kleuters heel wat meer komt kijken dan men zoo oppervlakkig denkt. De onderwijzeressen aan der gelijke scholen moeten niet alleen zeer veel tact bezitten, maar, wil het goed zijn, dan moeten ze ook de kin- der-psyche begrijpen en wanneer zoo de taak opgevat wordt dan .bereikt men iets meer dan kinderen zoet hou den. Dan kan men inwerken op het kinderzieltje, dan heeft men een mooie opvoedkundige taak, dan legt men den grondslag voor de ontwikke ling van het kind. Zoo bedoelen onze Christelijke Frö belscholen te werken en dat ze daar bij nog in slechts geringe mate de medewerking van vele ouders genie ten is een bewijs, dat dit niet goed begrepen wordt. Het is daarom dat Dinsdagmid lag in de Chr. Fröbelschool aan de Hee rensingel een openbare les gegeven is, waartoe alle belangstellende ouders toegang hadden en alzoo in de gele genheid gesteld werden zich een in druk te vormen van het werk dat aan hun kinderen wordt verricht. Op deze openbare les werd gewoon gewerkt, zooals dat op andere mid dagen geschiedt en duidelijk kwam aan het licht hoe goed de methode is om de kinderen spelenderwijs te ont wikkelen. Om een enkel voorbeeld te nemen, n.l. 't boetseeren. Met pijpaarde ma ken de kinderen verschillende figu ren, levensvormen, waardoor ze zich een voorstelling moeten maken van verschillende dingen en die voorstel ling, hoewel zeer primitief weergeven. Later verven ze deze voorwerpen zelf. Op deze manier wordt hun voorstel- linsgvermogen ontwikkeld, alsook hun onderscheidingsvermogen, waardoor een zeer goede grondslag gevormd wordt om bij het Lager onderwijs op .voort te bouwen. Zoo zouden we nog verschillende andere voorbeelden kunnen aanhalen, maar dit eene zij genoeg. Trouwens uit de stemming die er heerschte onder de vele belangstel lenden op dezen middag was wel op te maken, dat de uitnoodiging om deze openbare les bij te wonen, zeer geapprecieerd werd en dat de werk methode de volle instemming van de aanwezigen had. De ouders zagen dat hun kinderen in goede handen zijn. maar bovendien dat intusschen aan de opvoeding van hun kinderen in de aoede richting gewerkt wordt en dat is toch al bijzonder veel waard. Mej. N. de Rave, de hoofdonderwij zeres, met haar beide trouwe helpsters le onderwijzeressen Mej. C, Schot- ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiin per regel 22l/i cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiin bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. Fokker te Haarlem gehuldigd. De algemeene vergadering van de Rudolphstlchtfng. Buitenland. Het verslag der Mechelsche bespre* kingen is gepubliceerd. Overstroomingen in Roemenië. Geruchten omtrent een revolutie in Litanen tegengesproken. De nieuwe Duitsche rijks weer mi nister. vanger en Mej. H. J. van Wieringen hebben alle eer van hun werk. Dit kwam nog meer uit in de ten toonstelling van het werk van de leerlingen van het afgeloopen jaar, die gistermiddag van 25 uur en gister avond van 79 uur was te bezichti gen en waarvoor veel belangstelling bestond. Het is dan ook bijzonder aar dig de voorwerpen, die de kleine kin derhandjes hebben gemaakt te be zien. De school is verdeeld in drie klassen, elk van 50 leerlingen en zoo is ook de tentoonstelling in drie loka len ondergebracht. In klasse I, die be staat uit kinderen van 34 jaar, vindt men het allereenvoudigste werk. Daar leert men de kinderen de kleu ren. eenvoudige vormen, eenvoudi ge kralenwerkjes, teekeningetjes op de lei, enz. enz. In klasse II (kinderen van 45 jaar) wordt het werk weer eenigszins moeilijker. Daar wordt ook reeds geboetseerd, evenwel zon der verven. Verder vindt men er vlechtwerk en legfiguren, waaruit le vensvormen gevormd worden, kralen werkjes, enz. enz. Klasse III (kinde ren van 56 jaar) spant zoo als van zelf spreekt de kroon. De kinderen van deze klasse maken inderdaad aardig boetseerwerk, dat ze smaak vol kleuren. Verder vindt men er het voorbereidende kartonwerk, vlecht werk, levensvormen gemaakt van ver schillende blokjes (zooals kuben en prisma's die de kinderen op deze ma nier ook leeren onderscheiden) tee- keningen naar eigen phantasie, enz. Uit alles blijkt hoe nuttig de kin deren worden bezig gehouden en de ouders zijn dan ook vol lof over het onderwijs, dat hier gegeven wordt. Moge de openbare les en de ten toonstelling aan deze Chr. Fröbel school veel bijgedragen hebben om bij verschillende menschen belang stelling en waardeering voor het Chr. Fröbelonderwijs te kweeken. POLYHYMNIA. In het verslag in ons blad van gis teren van de uitvoering van het Chr. Muziekgezelschap „Polyhymnia" is een kleine onvolledigheid ingeslopen. Daarom willen we er thans nog aan toevoegen, dat aan den beer J. J. van Waas, de 1ste pistonblazer, een ca deautje is gegeven in den vorm van een mooie sigarenkoker, voor bet werk, dat hij belangeloos verricht voor de vereeniging in bet opleiden van de pas beginnende blazers, en te vens dat aan Mevr. Snel en aan Mevr, van Waas bloemen zijn aangeboden voor wat ze, hetzij negatief, voor de vereeniging doen. We voegen hier te vens nog aar. toe, dat door den heer de Wit belangeloos in de pauzen tus schen de verschillende nummers ra ti iomuziek is gegeven. JUBILEUM ELECTR. GROF- EN KUNSTSMEDERIJ M. DEN OS. Op 30 Januari a.s. zal herdacht worden hoe bovengenoemde zaak 25 jaar geleden opgericht werd. Het was op 't Pieterskerkhof, dat heer M. den Os zijn zaak heel in 't klein begon. Al heel spoedig moest uitgezien wor den naar een grooter perceel, en de zaak werd verplaatst naar de Volmo lengracht. Er werd hard gewerkt en de zich al uitbreidende werkzaam heden maakten eenige malen een ver grooting noodzakelijk. In 1917 kon de heer Den Os de hand leggen op een complex fabrieksgebouwen aan de Heerengracht, welke gebouwen in Aug. 1919 betrokken werden. Sindsdien mag de zaak zich verheu gen in toenemende vooruitgang. De hoofdafdeelingen blijven de machine- reparatieafdeeling en de construc- tieafdeeling. Sinds het allereerste be gin zijn nog een aantal knechts in dienst der zaak. Bijna 20 jaar heeft de heer Den Os de zaken geheel alleen geleid, daarna stond hem z'n oudste zoon krachtig ter zijde, terwijl nu ook de tweede zoon in de zaak opgeno men is. Vrienden, personeel en anderen be rt iden zich voor 30 Jan. voor den heer Den Os een feestdag te doen zijn. Naar we vernamen zal er 's middag? receptie zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1