NIEUWE LEIDSCHE COURANT Gods wondere leidingen. van WOENSDAG 18 JAN. 1928 TWEEDE BLAD. Gewijde en Ongewijde Historie. DE AMARNA-BRIE VEN. Het is buitengewoon moeilijk we hebben daar reeds meermalen op ge wezen den tijd te bepalen, waarin het verblijf der Israëlieten in Egypte en hun uittocht plaats had, alsmede de vraag te beantwoorden, onder de regeering van welke farao's de ge beurtenissen, die ons in het begin van het boek Exodus verhaald worden, zijn geschied. Dat komt, omdat de gegevens daar omtrent in de buiten-Bijbelsche litte ratuur schaarsch zijn. In de Egyptische inscripties is uiter aard geen sprake van den uittocht van Israël, omdat de Egyptenaren, evenals in het algemeen de volkeren der oudheid, gewoon waren alleen hun overwinningen te boekstaven en niet de gebeurtenissen, waaraan voor hen een minder eervolle herinnering verbonden was, Ook worden de Israëlieten in de documenten, die ons uit de oudheid bewaard zijn gebleven, slechts zelden vermeld, hetgeen niet verwonderen kan, als men bedenkt, dat dit volk geen rol van wereldhistorische betee- kenis heeft gespeeld in de politiek zij ner dagen, doch zijn beteekenis ont leent aan zijn uitverkiezing door Jah weh, die het bestemde om de draag ster te zijn der bijzondere openbaring. In ons vorig artikel zagen we, hoe door de ontdekking der Israël-inscrip- tie op den gedenkzuil van Merneptah de van ouds gehuldigde opvatting, dat Ramses II de farao der verdrukking en diens zoon Merneptah de farao van den uittocht zou zijn, onhoudbaar is geworden. Een ander bewijs voor de meening, dat we den uittocht in een vroegeren tijd dan dien van Merneptah hebben te stellen, is een inschrift in een E- gyptischen tempel, waarin onder de volken, die door Seti I (13131292) in de eerste acht jaren zijner regeering overwonnen zijn, ook het district I s r wordt genoemd, dat in één adem met Kades en Megiddo wordt vermeld. Hieruit, en uit het feit, dat het ter rein der krijgsbedrijven van Seti I ten Noorden van de vlakte van Jizreël ge zocht moet worden, heeft men afge leid, dat met dezen naam het gebied van den stam A 9 e r is bedoeld. Zoowel uit een aardrijks- als uit 'n taalkundig oogpunt is daar niets te gen aan te voeren, zoodat de gevolg trekking voor de hand ligt, dat Israël reeds in 1300 v. Chr. in Kanaan woon achtig was en dat de stammen des tijds reeds dezelfde plaatsen bewoon den, die hun door Jozua ter 'woon wa ren toegewezen. Zijn er nog verdere gegevens in de Egyptische documenten, die ons over Israël kunnen inlichten? Het antwoord op deze vraag luidt bevestigend, en dan denken wij voor al aan de Chabiroe, die op meer dere plaatsen in de Amarnabrieven ge noemd worden en waarin men de H e- b r e n heeft meenen te zien. Doch alvorens wij hierop nader in gaan, zullen wij eerst in het kort in herinnering brengen, wat de Amarna brieven zijn en uit welken tijd zij da teeren. El-Amarna is een ruïnenheuvel in Egypte, halverwege tusschen Thebe en Memfis aan den rechteroever van den Nijl gelegen. Reeds voor men hier tot systematische opgravingen geko men was, wist men, dat hier de resi dentie begraven lag van den z.g. ket- terkoning, Amenhotep IV (13751358), die zichzelven Ichnaton noemde. Hij was een van de eigenaardigste en belangwekkendste personen der Egyptische oudheid. Een fijngevoelig, maar dweepziek man. met groote lief de voor de kunst; in religieus opzicht een hervormer, die den zonnegod,. A- FEUILLETON. 23) o Twee jaren was Hendrik nu in de nieuwe wereld en hij zond de beste en meest opwekkende berichten naar het vaderland. Geregeld gingen de blieven over en weer en Hendrik was uitstekend op de hoogte van de lot gevallen zijner dierbaren. Vader en Mceder maakten het bestMieke had een goede plaats als onderwijze res en studeerde geregeld verder; de school was haar eiken dag een nieu we vreugde en daar zij volkomen haar roeping hau kunnen volgen, gevoelde zij zich in haar werkkring zeer tevre den en gelukkig. Truus, die nu in haar twintigste jaar was. hielp nog steeds getrouw Moeder in de groote en drukke huishouding, zorgde voor het naai- en verstelwerk en had ken nis aan een flinken jongen man. die zich over niet al te langen tijd als timmermansbaas vestigen wilde en dan zijn aanstaande een fatsoenlijk burgerlijk bestaan kon aanbieden, waarmede Truusje Klosters, degelijk en niet veeleischend opgevoed, best tevreden zou zijn. Als kruideniersbediende deed broer Adriaan zijn uiterste best, om het ge- heele bedrijf te leerenhij werd ton, beschouwde als den hoogste der goden, den schepper der wereld. Op fanatieke wijze bond hij den strijd aan tegen den dienst van den toenmaligen hoofdgod Amon. Hij liet een tempel bouwen voor Aton, voor wien hij de vlakte van Amarna als tempelgebied bestemde. In het zesde jaar zijner regeering proclameerde hij den dienst van Aton tot staatsgodsdienst; ook veranderde hij zijn naam Amen hotep in Ichn- a t o ii, opdat toch maar niets aan dien gehaten god Amon herinneren zou. De koning verlegde voorts zijn resi dentie van Thebe, dat het middelpunt van den Amondienst was, naar de vlakte van El-Amarna, dat den naam Echet-aton (horizon van Aton) kreeg. Bij zijn verhuizing nam Ichnatpn een deel van het archief van zijn va der Amenhotep III (14111375) mee. en legde zijn eigen archief aan in een afzonderlijke kist, voorzien van zijn eigen koninklijk zegel. Na den dood van Ichnaton verdween de Aton-cultus al zeer spoedig; reeds zijn schoonzoon en tweede opvolger, de in onzen tijd zoo befaamde Toet ank a m o n keerde zich daarvan af en bracht den dienst van Amon weer in eere, gelijk ook uit zijn naam blijkt, waarin de naam van dezen god voor komt. De residentie en het archief van Ichnaton werden onder het stof der eeuwen begraven, totdat zij in onzen tijd weer daaronder te voorschijn wer den gehaald. Dat deze belangrijke corresponden tie weer aan de moderne wetenschap is teruggegeven, danken wij aan een ongeletterde Egyptische fellah-vrouw, die, naar puin gravend om er haar armzalig stukje land mee te bestrooi en, het geluk had, deze complete brief wisseling op te delven. Dit was in den winter van 1887—'88; na veel wederwaardigheden kwamen deze kleitafelties tenslotte in het be zit der geleerden. Aanvankelijk betwijfelde men de echtheid dezer documenten, omdat ze niet in het Eeyptische hiëroglyphen-, doch in het Babylonisch spijkerschrft geschreven waren; men meende met een vervalsclïing te doen te hebben. Het is evenwel gebleken, dat het Ba bylonisch destijds de taal der diploma tie en van het verkeer was, zooals b.v. in later tijd het Latijn en het Fransch. Dank zijn deze Amarnabrieven, die de correspondentie tusschen de farao's Amenhotep III en IV eenerzijds en de koningen van Babylonië, Ninevé. Mittanni, Cyprus en de Egyptische va zallen van Kanaan en Syrië ander zijds bevatten, kunnen wij ons van de politieke verhoudingen in dien tijd 'n zeer juist denkbeeld vormen. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: C. J. Leenmans, em. pred. te Zeist. Te Heer Hugowaard, J. Romeijn te Heenvliet. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Drachtster-Compagnie, D. Zwart, cand. te Ooster Nijkerk. Te Vel- sen, Dr. D. J. van Katwijk, te Oegstgeest. Bedankt: Voor Wilnis, J. C. Houtza gers, te Reeuwijk. Voor Almelo, G. B. Wurth, te Oost- en West Souburg. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Baarn, Joh. Jansen, te Leiden; en C. S. v. d. Ven, te Arnhem. Bedankt: Voor Hillegom, D. Driessen te 's-Gravenzande. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Ds. J. W. v. d. Does is voornemens om 18 Maart a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Kerk te Brielle en 25 Maart in trede të doen te Vianen, na vooraf te zijn bevestigd door Ds. Chr. J. Schweitzer, van Workum. Ds. D. J. v. d. Graaf hoopt 4 Maart a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Kerk te Ridderkerk, om 11 Maart d.a.v. intrede te doen te Ede. Bevestiger is Ds. I. Kievit van Baarn. Ds. JOH. LAURENSE. Heden viert Ds. Joh. Laurense, Ned. Herv. predikant te Amsterdam, zijn zil- zoo zachtjes aan de rechterhand van zijn patroon en verdiende een flink jaargeld. De drie jongere kinderen waren nog in de schooljaren en gaven het voor uitzicht, even braaf en verdienstelijk te worden als de grooten. Met de familie yermeeren hadden zij de kennis aangehouden, hoewel minder druk en geregeld dan toen Hendrik nog thuis was: de Klosters- kinderen waren volstrekt niet indrin gerig en hadden zelf zulk een prettig tehuis, dat zij daar het allerliefst wa ren en alleen bij herhaald en langdu rig aandringen, naar de Vermeerens op bezoek togen. Hannah Vermeeren echter, die zich als de verloofde van Hendrik Klosters beschouwde, kwam zoo wat eiken dag bij haar aanstaande schoonouders over huis en daar ook zij geregeld brieven van Hendrik ontving, was er altijd genoeg te bepraten, te overleg gen en te bedisselen. Op aanraden van den predikant had Hannah toch haar besluit, op Hendrik te wachten, aan haar ouders medegedeeld. Vader en Moeder Ver meeren keken wel een beetje zuinig, toen hun oudste dochter hen aldus voor een voldongen feit plaatste, doch zij waren te verstandig en hadden hun kind te lief. om onoverkomelijke bezwaren te opperen! Er was in rede lijkheid niet het minste op den jon geman aan te merkenhij was veren ambtsjubileum. De jubilaris werd in 1875 geboren en in 1902 candidaat in Friesland, om 18 Jan. 1903 te Linschoten het predikambt te aanvaarden. Vandaar vertrok hij in 1909 naar Oostkapelle, wel ke standplaats in 1914 met Diemen werd verwisseld. Sinds 25 Sept. 1921 arbeidt Ds. Laurense in de hoofdstal des lands. De Jordaan is het speciale arbeidsveld van den jubilaris. Er heeft zich een comité ge vormd om Ds. Laurense te huldigen. De jubilaris zal a.s. Zondagmorgen in de Westerkerk een gedachtenisrede uitspre ken. Ds. J. SYBESMA. Naar gemeld wordt moet Ds. J. Sybes- ma, Geref. predikant te Dedemsvaart, een gedeelte van zijn ambtelijken arbeid op medisch advies laten rusten. HOOGLEERAARSBENOEMING VANWEGE DE NED. EVANG. VER. Naar wij vernemen is dr. C. G. Wage naar, Ned. Herv. pred. te Leeuwarden, die gisteren aan de Groningsche universiteit tot doctor in de godgeleerdheid promo veerde, benoemd tot bijzonder hoogleeaar vanwege de Ned. Evangelische Vereeni- ging bij de Faculteit der Godgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit te Groningen. EV. LUTH. GEM. TE AMSTERDAM. De groote Ouderlingenvergadering der Ev. Luth. Gem. te Amsterdam heeft, naar we in „De Wartburg" lezen, besloten tot de stichting van een nieuw fonds: „Res tauratiefonds voor kerken en gebouwen". De groote Kerkeraad heeft inmiddels de goedkeuring op dit besluit verleend. Zoo veel mogelijk op den eersten Zondag van iedere maand zal in alle kerken voor dit fonds worden gecollecteerd. Tot het in stellen dezer collecte is genoemd college overgegaan omdat het onderhoud der aan de Evang. Luthersche Gem. toebehoorende kerken en andere gebouwen veel zorg baart. Afgezien nog van eventueele groote restauraties was de stichting van dit fonds reeds een gebiedende eisch, omdat dit jaarlijksch onderhoud van kerken en gebouwen steeds grooter eischen stelt. Bo vendien hoopt men, dat het nieuwe fonds door buitengewone giften en jaarlijksche contributies aan belangrijkheid zal win nen. NED. HERV. GEM- TE MAARSSEN. Het college van Kerkvoogden der Ned* Herv. Gem. te Maarssen heeft bij het Al gemeen College van toezicht hooger be roep aangeteekend tegen het besluit van het Provinciaal college van toezicht te Utrecht, waarbij de op 8 November j.l. ge houden verkiezing voor notabelen en de op 29 November j.l. gehouden herstem ming zijn vernietigd. GIFTEN EN LEGATEN. Een broeder, die onbekend wenscht te blijven, heeft aan den Raad der Geref. Kerk te Halfweg laten weten, dat hij on der enkele voorwaarden (die door den Kerkeraad gaarne werden aanvaard) het torenfonds dezer kerk tot het bedrag der Werkelijke kosten, vol wil storten. Zoo spoedig mogelijk zal nu deze toren ver rijzen. LYCEA. De Chr. H.B.S. te Zwolle zal worden om gezet in een Lyceum. HET MODERNISME IN N.-HOLLAND Ds. G. Barger, zcon van cien Utrecht- schen us. ±t. H. Bargor, is predikani bij die Ned. Herv. HvangeLsatie te Hoorn (N.-HJ. m het jaarverslag var. deze Evangel.satie schrijit hij o.m.: „Toen ik nog directeur van „M^er en Bosch'' was, heb ik mee deelge nomen aan de ontvangst van de Bel gische _viuchielingen Uit Antwerpen. Er was bij die gelegenheid een maaltijc in orde gemaakt voor een paar hon derd menschen. Slcen allen gezeten waren, verzocht ik, na een kort woord van welkom, om stilte, om allen ge legenheid té geven tot gebed, het was stil. Maar terwijl ik rondkeek, naar uie zwijgende en in m ijn oog biddende schare, merkte ik tot mqn verbazing, dat niemand een kruis maakte. Even later vroeg ik aan •een vrouw, die dicht bij me zat: „Hoe komt het, dat niemand een kruis maakte bij het bidden? Zijn jullie dan in Antwerpen niet meest alle maal Rcomsch-Katholiek?" Ik kreeg toen dit merkwaardige antwoord: „Och godsdienstig, goed voor zijn vak en van een gelukkig humeur en dus kon, wat dat betrof, Hannah het er gerust op wagen! „Dat je nu juist in een deftigen kring zult trouwen, kan ik niet zeg gen", opperde Moeder toch nog eens, „Mieke is onderwijzeresheel net jes, maar meer ook niet! Truusje stelt haar aanstaande ook geen hoo- ge eischende jongeman is geen aannemer of architect, doodgewoon timmerman en Adriaan is krui deniersbediende, allemaal zoo burger lijk mogelijk, zeg nu zelf, kind!" „Zeker Moeder...de Klosters blijven in hun stand als eerzame bur gers...daarin gevoelen zij zich op hun plaats en zijn gelukkig.... wat wil men meer!!" Hannah's Moeder wilde een heelen boel méérdoch zij trad over dit onderwerp liever niet in een twistge sprek met haar oudste .die met min achting dacht over voornaamheid, deftigheid, stand en zoo al wat! Me vrouw Vermeeren vond de tegen woordige opvattingen der studeeren- de meisjes wel wat heel eigenaardig zij wist ook niet. waar haar kin- d'uer. d>e opvattingen vandaan had den! Vin Moeder zeker niet.... die had er reeds in hun schooljaren op aangedrongen, dat zij vriendschap zouden sluiten met de meisjes en de 'oneens van de dokters, van de leden der rechtbank, van den burgemeester mijnheer, bij ons is de godsdienst meest onverschilligheid". Onwillekeurig komt dit veerval mij telkens voor den geest, nu ik sinds enkele weken hier m Hoorn als Evan gelisatie-predikant werkzaam ben. Ik heb er me wel allereerst toe bepaald me meer in het bijzonder te bemoei en met de menschen van onsen eig^ü kring. Maar toch, ook daarbij kom je van tijd tot tijd met de vrijzinnige ■elementen van de Gemeente Hoorn in aanraidng. Er zijn cok met b.trekking tot het nicdornisme en de orthodoxie gemengde huwelijken. Bovendien ont moet je hier en daar vrijzinnige ken nissen in orthodoxe gezinnen. En ein delijk merk je wel eens e^n enkelen keer, als je binnen bent, dat de ge- heele ontvangst op een vergissing be rust. Ik heb dus ie!s van het modernisme hier in Hoorn bemerkt. Een eersten indruk heb ik ontvangen. Maar als ik nu, wat ik hier en daar opving ineen enk; 1 zinnetje zou moeten weergever dan zou ik 't niet b ter kunnen doen dan met de woorden van die vrouw uit Antwerpen: „Bij ons is de gods dienst onverschilligheid". „Och,_ ziet u, mijnheer, wij doen daar niet aan. Wij hooren aan de Groote JCerk". „U bedoelt de Ned. Herv. Kerk, daar behoor ik óók aan". „Ja, maar ik wou maar zeggen, wij gaan niet naar de Kerk, wij zijn modern". Of: „Ik zal niet zeggen, dat bid den verkeerd is, maar wij doen dat ■niet, wij zijn m: cl rn Ik zou natuurlijk veel meer van dergelijke gesprekken kunnen vertel len. Maar telkens komt toch hetgeen ik hcor hierop n -er„Bij oni is de godsdienst onverschlllgheil". Ik wil daarmre volstrekt niet zeg gen, dat ik onder de vrijzinnige le den van do Ne l. Herv. Kerk alleen maar „onverschilligen" verwacht. Als ik Hcorn zoo goed Ion, als ik vroeger An'.wer. en heb leuren kennen, zal ik vermordelijk in Hoorn even goed m-t ernsfge modernen in aan raking komen, ah ik in A n twerp en met ernstige R'om^ch-K^thol'ekenin aanraking gekomen ben. Dit is me daar in Antwerpen echter maar h^ogs' z~pVn gehemd Ik beg:r. te begrijpen, d t ik 't hier in Hoorn voo^ari nrt meer moot verwachten In dat mrd^rno of wilt ge onver- sch'llige Hoorn werkt de Evangelisa tie". DUITSCHE PROTESTANTEN IN DEN ELZAS. In de Duit-ch sprekende dee len var Elzas-Lothaiïngen is een „Comité tot Verd dicing der Fr:te:t. belangen" go sticht. Het h'-eft do protes 'antscne ouders opgeroepen om in het ver volg ook thu's hun kind er-n gods dienst onderwijs te deen geven. Vo1- gens een ïegeevingrbosl i t ch word' het uur godsdrnstonderwrs, dat in d? Duitsch-sprekende streken on de schol ;n gegeven wordt, geleld onder de uren. welke voor het onderwijs in het Duitsch uitgetrokken zijn op het lesrooster: het' Comité wil de schade die hi rd ov aan hQt go'sdieast-onder- richt wordt berokkend, zien in t? ha len. LEESTAFEL. Dr. B. Wielenga, Mozes en Israël. I. Van Go9en tot Horeb. Amsterdam, E. J. Bosch. Jb.zn. Er is reeds veel over de geschiedenis van Mozes geschreven, op -populaire en op wetenschappelijke wijze, stichtelijke lec tuur en geschriften, waarin op den samen hang der gewijde en der ongewijde histo rie de nadruk gelegd wordt. Dit boek van den bekenden Amsterdam- schen predikant neemt evenwel een ge heel eigen plaats in, ook omdat het tege lijkertijd min of meer tot al de genres be hoort, die we daarstraks noemden. Er ligt degelijke studie aan ten grondslag, doch het is in bevattelijken toon geschreven; men vindt er stichting in, omdat gewezen wordt op de groote Godsgedachten die ons in dit deel der Heilige Schrift geopenbaard worden; ook is een dankbaar gebruik ge maakt van het licht uit het Oosten, waar door veel in deze geschiedenis verduide lijkt wordt. en meer plaatselijke grootheden, maar zoowel Hannah al9 IJsje, Harry en Flip hadden trouw de Klosters- kinderen als hun allerbeste kameraden beschouwd en dat was ook op lateren leeftijd zoo gebleven. ,,'t Mankeert er nog maar aan, dat IJsje het met Adriaan Klosters eens wordt en dat Harry met Mieke aan legt", pruttelde Moeder geërgerd. „Guns Moeder, daar zegt u zoo wat", stemde Hannah kwasi-ernstig bij, „en als onze Flip dan later zin had in die schattige, mooie Liedje! dat zou ik wat je noemt: „knusjes" vinden!" Moeder koos de wijste partij en lachte er ommet Mannah was op dit punt niets hoegenaamd aan te vangen! met IJsje trouwens al even min! Beide jonge meisjes hadden gedu rende deze twee jaren sedert Hendriks vertrek zich met grooten ijver op haar studie toegelegd. Hannah wilde de at.e A in de Fransche taal bezitten en IJsje het diploma voor piano en viool der Muziekschool, de dagen moesten daarom goed besteed worden en zulks gebeurde dan ook, beiden werkten alsof het om haar levens onderhoud te doen was. Natuurlijk namen zij op tijd ook gepaste ont spanning, maar deze bestond hoofd zakelijk in het lezen van tijdschriften en boeken en dan voor Hannah nog bijzonder in veelvuldige bezoeken bij In een tiental Schriftbeschouwingen be handelt Ds. Wielenga het leven van Mozes tot aan de wetgeving op den Sinaï, en wel achtereenvolgens: Een kistje van biezen; Toen Mozes groot geworden was; Heilig land; De wolkkolom: Het heil des Heeren; Toen zong Mozes; Mara-Elim; Het brood der heerlijkheid; BoekAltaarBanier; Mozes klom op tot God. Het is een prachtwerk in alle opzichten; in een royaal formaat uitgegeven en ty pografisch goed verzorgd; in een schoo- nen stijl geschreven en verlucht met een vijftal schitterende gekleurde platen, wel ke voor deze uitgave speciaal in Engeland werden gedrukt. De illustrator. William Hole, bracht deze onderwerpen in beeld: Gebukt bij tichelsteenen; Het brandend Braambosch; Mozes en A&ron voor den Farao; Gereed voor den uittocht; Tocht door de Boode Zee. De prijs van dit mooie boek is 4 in genaaid, en ƒ5 gebonden, doch de abon- né's der Schouwvensterbibliotheek be hoeven er slechts het uiterst geringe be drag van ƒ1.25 (ingenaaid) en ƒ1.85 (ge- bonden in fraaien band) voor te betalen. Men vrage inlichtingen bij de Schouw venster-bibliotheek V.C.V., N. Z. Voorburg wal 62, te Amsterdam. Dr. S. Greijdanus, Schriftgeloof en Canoniek. Kampen, J. H. Kok, 1927 (Prijs 1.50). In den strijd der geesten van onze dagen gaat het, meer dan vroeger, om de ele mentaire leerstukken der Chr. Kerk. Niets staat meer a priori vast voor den moder nen mensch, zelfs niet de autoriteit der Heilige Schrift. Daarom is het van zoo groote beteekenis dat wij ons omtrent deze hoofdzaken bezinnen. Dit is ook het doel van bovenstaand geschrift, dat de rede bevat, die verkort op 7 Dec. j.l. door Prof. Greijdanus werd uitgesproken bij de overdracht van het rectoraat van de Theol. School te Kampen. De schrijver verstaat onder Canoniek wat men gewoonlijk Inleiding noemt: de wetenschap, die in hoofdzaak onderzoek doet naar en kennis geeft van den aard van den Canon der Heilige Schrift, waar tij hij als Nieuwtestamenticus speciaal 't oog heeft op het Nieuwe Testament. Als bronnen der Canoniek komen in de eerste plaats in aanmerking de werken der Apostolische Vaders en andere ge schriften uit den tijd van de oudste kerk. De hoofdbron voor de Canoniek des Nieu wen Testaments is evenwel het N. T. zelf. Zoo komen we vanzelf tot de allesbehetr- schende vraag: of de boeken der Heilige Schrift al dan niet door Gods Geest ge ïnspireerd zijn. De tegenstelling geloof of ongeloof beheerscht hier alles. Uitvoerig toont de geleerde schrijver aan de hand van citaten uit de nieuwste geschriften der Nieuwtestamentici aan, hoe het antwoord op de vraar- „Wat ge looft gij van de Heilige Schri bepaalt, hoe wij de gegevens voor de Canoniek in de Heilige Schrift en haar onderscheiden boeken, en daar buiten, bezien, waardee- ren, construeeren, exegetiseeren, en weike teekening wij ontwerpen van de geschie denis van het ontstaan der N. T. geschrif ten en van den N. T. Canon. We bevelen dit belangrijk boek van harte aan, in de eerste plaats aan de men schen van 't vak, d- theologen, doch voorts ook aan anderen die belang in deze dingen stellen en in staat zijn een weten schappelijk vertoog met citaten in de mo derne talen te lezen. C. H. Boer, Leerboek in Machine- schrijven voor school- en zelfon derricht volgens het „verbeterd 10 vinger fysteem, 2e druk. 's-Gravenhage, Centraal Bureau Instituut Pont. (Prijs 1.15). Dit boek is in den 2en druk uitgebreid met een aantal oefeningen, opgaven, enz„ doch het r ook bijgewerkt en behandelt zelfs de nieuwste hulpmiddelen. welke aan de moderne typewriter nog in den loop van het vorig jaar zijn aangebracht. Bovendien is de stof wat „smakelijker" op gediend en ook het uiterlijk van het boek aantrekkelijker gemaakt, in de hoop hen, die reeds bekend zijn met het typen (of althans meenen het te zijn!) ertoe te bren gen door aanschaffing van dit boek op de hoogte te blijven van hun vak. Waar het machineschrijven, behalve op alle kantoren ook in het privé-leven zoo n groote plaats inneemt (dank zij het toe nemend gebruik der Portables), zal ook dit leerboek, dat ons practisch toeschijnt, zijn weg wel vinden. W. R. Hendriks ouders. Miek, de tweelingzuster van Han nah's verloofde, had haar Fransch© acte L.O. met glans gehaald, dank eigen vlijt en de zeer degelijk© lessen van haar aanstaande schoonzuster, die heel trotsch was op haar eerst© leerling en het meisje overal aanbe val voor lessen hulp aan de tobbert'jes der scholen, die wel mee wilden, maar niet altoos geheel konden. In het najaar haalde Hannah zelf de begeerde acte A voor de Fransche taal en nu dacht zij er ernstig over de reeds meermalen aangeboden doch telkens afgewezen betrekkin,, aan te nemen en zich te verbinden bij een inrichting, waar men met een Lagere acte reeds tevreden zou geweest zijn, te meer, daar zij zoo verstandig ge weest was, de gewone acte als onder wijzeres eerst te bemachtigen. Nu kon men haar overal plaatsen en een der deftige Amsterdamsche meisjesscholen had het beschaafde dametje wat gaarne onder het per soneel der bloeiende inrichting opge nomen. Maar Hannah wenschte niet, den geheelen dag werkzaam te zijn. Zij wilde hoogstens in de morgenuren zich verbinden en gaf zulks dan ook onomwonden ter kennen. Haar maat schappelijke stand veroorloofde haar de weelde, zelf haar werkking te kie zen en daarvan maakte de jongedam© nu gebruik, door haar bedinging, in den namiddag geheel vrij te blijven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5