CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Oit nummer bestaat uil TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
8»'o JAARGANG
VRIJDAG 13 JANUARI 1928
NUMMER 2234
Bureau: Hooigracht 35 Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Verheugend initiatief.
Het Verbond van Nederlandsche
Werkgevers heeft aan de vier groote
vakbonden van werknemers, een brief
geschreven, waarin ten eerste wordt
betreurd de weinige samenwerking
van werknemers en werkgevers en
ten tweede een gemeenschappelijke
bespreking van dit vraagstuk wordt
voorgesteld.
Reeds werd door een der aange
schreven organisaties, n.l. door het
Nederl. Verbond van Vakvereenigin-
gen (N.V.V.) geantwoord met een be
reidverklaring tot deze samenspre-
king.
Het is te hopen, dat ook de andere
organisaties tot deze samenspreking
rich bereid verklaren.
Hier toch ligt de kiem van hetgeen
in onze tegenwoordige sociale verhou
dingen als een noodzakelijk, maar tot
heden onbereikbaar ideaal wordt er
kend.
Hoewel het gildewezen in vorige
eeuwen veel had dat niet tot de be
geerlijke maatschappelijke verhou
dingen gerekend moet worden, was
er toen toch een gerepeld contact
waarin de beide partijen voortdurend
op elkanders wederzijdsche bereid
willigheid waren aangewezen.
In onze eeuw hebben wij steeds meer
gekregen een hoe langer hoe verder
van elkander verwijderd staan van
de partijen. In de massale kracht,
eenerzijds van het kapitaal, dat het
uit kan houden, en aan de andere
zijde in stevige organisatie, die in het
allen voor één een machtig verweer
middel vond, werd heil gezocht.
Wederzijds werd gestreefd naar een
machtspositie die op strijd was aan
gewezen. Daarnaast verwachtte men
in een wettelijke regeling van boven
af een duurzamen vrede, althans be
slechting van geschillen.
Thans wordt van werkgeverszijde
een poging gedaan om toenadering te
verkrijgen.
In de Nederl. Werkgever werd oen
artikel geschreven ter inleiding van
deze pogingen. Daarin werd de ver
zuchting geslaakt, dat van overleg en
samenwerking niets of weinig te
recht komt, wanneer alles van boven
af wordt geregeld, en dat op die wijze
zelfs alle sociale gezindheid wordt
gedood. Alle ethische elementen, die
in het bedrijfsleven werkzaam zijn,
komen in verdrukking, en het zoo
gewenschte onderlinge vertrouwen
tusschen werkgevers en werknemers
wordt in de kiem gesmoord. Erger
nog: elke nieuwe maatregel van dien
aard versterkt de overtuiging bij de
arbeiders, dat zonder wetsdwang van
de ondernemers niets ten goede te
verwachten is. De redactie van het
orgaan richtte in dit opzicht haar
oog op Engeland, waar moed- en hoop
gevende teekenen waren te bespeu
ren, in zoover men daar doör over
leg en samenwerking tusschen de or
ganisaties van werkgevers en arbei
ders den vrede in de industrie wil
trachten te verzekeren en van over
heidswege dit streven wordt toege
juicht, terwijl niet, zooals tot dusver
hier te lande, de toenadering afstuit
op het zaaien van wantrouwen in de
bedoelingen der ondernemers.
Hier wordt inderdaad een teere
snaar aangeroerd. Hoe zegenrijk of
de Overheidsbemiddeling ook moge
gewerkt hebben en nog werkt, ideaal
kan het niet zijn.
Zonder overdreven verwachtingen
te koesteren mogen wij toch het
denkbeeld zelf een verheugend ver
schijnsel noemen.
V Baarlijke onzin.
Werd Amsterdam indertijd geze
gend met een „Had je me maar"-ge-
meenteraadslid en Rotterdam met
zijn „Rapaljaan"-dito, thans heeft
Haarlem een dergelijk type, dat een
bespotting moet brengen voor de ge
meentelijke regeering.
In een dezer dagen gehouden raads
vergadering, verwekte bij de behan
deling der begrooting deze edelacht
bare, het lid der anti-stemdwangpar-
tij, de heer Oversteegen, groote op
schudding.
Deze hield ongeveer het volgende
betoog:
„En ik zeg dat er genoeg bezuinigd
kan worden, want ik zie kans, op de
politie zóó 10.000 of 20.000 te be
zuinigen. De politie is gewoon een
onding!" (Gelach).
„Alle halfjes en centen die te veel
worden uitgegeven, komen uit de li
chamen der arbeiders". (Vroolijkheid)
Na uitvoerig betoogd te hebben dat
de wethouders te veel verdienen, ver
volgde hij:
„En nu meneer de voorzitter, nu
kom ik bij u. Ik vind het niet noodig
dat de burgemeester „opslag" krijgt
omdat de gemeente een beetje grooter
geworden is. Als het nu iemand was
die het noodig had, nou ja, dan zou
'k royaal wezen. Maar hij laat een
huis zetten van 48000; dus is er
over!" (Interrupties en gelach).
„Wij hebben in de gemeente nog
een instelling die niet deugt: het Bur
gerlijk Armbestuur.
Is het niet treurig dat de werkloo-
zen niet net zooveel verdienen als
menschen die werken?" (Groote vroo
lijkheid).
„Ik wil alleen nog maar zeggen,
dat de werkloozen het net zoo goed
mogen hebben als jullie en dat hun
„digestie"-apparaat precies zoo werkt
als jullie's! Er moet anders gehol
pen worden, anders zullen Overstee
gen en zijn kornuiten het doen, maar
op hun manier".
Eerst op klompen en met een Imo
gen hoed op naar het stadhuis. Dan
bij de behandeling der begrooting
zoo'n optreden, 't Is fraai!
Gelukkig is het politieke leven van
dit soort niet erg taai.
Maar het feit dat men menschen
afvaardigt die zoo spreken willen en
waarvan men verwacht dat zij zoo
spreken zullen, is teekenend.
Wanneer Oversteegen en kornuiten
het zouden moeten doen zouden we
spoedig een zonderlinge chaos bele
ven.
V Geen van beide.
De heer Kleerekoper, die in „Het
Volk" oproerige krabbels schrijft kan
soms aangrijpend schoon zijn onder
werp voorstellen.
Wat dunkt LT van het volgende:
„Toen de neger, die Dinsdagavond
in het Concertgebouw zong, door het
publiek eindeloos teruggeroepen, tot
een toegift was gedwongen, gaf hij
zich zelf op den vleugel den toon aan,
en zong zonder begeleiding een gees
telijk negerlied. Een der oudste, zoo
als hij vooraf mededeelde, die er be
staan. Hij droeg het voor met een in
vroom gepeins samengetrokken ge
laat. Het was alsof hij bad en door
zijn gebed in steeds stijgende ver
voering geraakte. En toen het lied uit
was, liep hij anders dan hij tot dus
verre had gedaan ijlings weg als
om de bekende klettering van het
storende handgeklap vóór te zijn.
Vergeefs! De hoogere standen, die de
dito toegangsprijzen bekostigd had
den, lieten zich hun recht niet nemen,
en rumoerden gelijk van beschaafde
blanken in kunstextase naar recht en
reden mag worden verwacht
Wat zong dan de neger?
Hij zong ons de kruisiging van
Christus. Fase na fase beleefden wij
de marteling van den Heiland. De
vastnageling aan het hout, de lans-
stoot in de zijde, het neerzinken van
het hoofd, het geven van den geest.
En telkens onderbrak de zanger zijn
verhaal der smarten met denzelfden
regel:
„En hij zeide geen gestameld
woord. Geen wooord, geen
w o o r d."
Deze zwijgende berusting was blijk
baar het groote en schoone in den
kruisdood voor de negers. Dit nu was
hierom zoo ontroerend, omdat Chris
tus volstrekt niet zwijgende is ge
storven, maar met een kreet van
menschelijke wanhoop, welke in
rampzaligheid al het voorafgaande in
de schaduw stelde. Maar het was de
neger, die den zwijgzamen kruisdood
-van zijn ras, door de Westerlingen
uitgemoord, als een noodlot-in-lijd-
zaamheid bezong. Want de mensch
schept zich het beeld van zijnen God
naar zijn eigen gelijkenis.
En het applaus der opgetogen Wes
terlingen kletterde, als het neerzetten
van geweren, die hun vuursalvo heb
ben afgegeven.
De heer Kleerekoper eindigt met
de vraag: Wat de neger daarbij ge
dacht heeft?
Wij zouden willen antwoorden, dat
hij vermoedelijk zoowel innerlijke af
keer van het niet begrijpen als mede
lijden zal hebben gevoeld. Dat weet
de heer K. ook wel; een man van zijn
zielestemming voelt dit aan.
Gelukkig dat in Schriftgeloovige
kringen een "dergelijke voordracht
ook met stille ontroering wordt aan
gehoord en niet ontwijd door applaus
Maar noch de neger-zanger, noch
de heer K. hebben juist weer gegeven
hoe het kruislijden van onzen Hei
land moet geweest zijn. Of liever zij
namen er beiden een stuk van waar.
Stille namelooze smart en schreeu
wende wanhoopsklacht paarden zich
aan een ongeschokt Godsvertrouwen.
Ook in het lijden betoonde zich on
ze Heiland de God-mensch die het
lijden in al zijn diepte doorvoelde,
maar ook met goddelijke majesteit
beheerschte.
Daarom vindt de heer Kleerekoper
ook ons aan zijn zijde in de veroor
deel !ng van het daverend handge
klap na zoo'n zang, maar om diepere
oorzaak. Aanbidding gaat niet met
handgeklap gepaard.
STADSNIEUWS.
PRINSES JULIANA.
Prinses Juliana zal in verband met
de hervatting der colleges Maandag
23 dezer weer haar villa's te Katwijk
aan Zee betrekken.
GEMEENTERAAD.
Naar wij vernemen zal de eerst vol
gende vergadering van den Gemeen
teraad plaats hebben op Maandag 23
Januari a.s., des middags 2 uur.
HOLLANDSCH VOCAAL-KWARTET.
Bernard Zweers heeft soms bij zijn
leven heel mooie dingen gezegd. Alle
instrumenten, zoo redeneerde hij, zijn
door den mensch gemaakt en door de
vindingrijkheid der menschen ons ge
geven. Maar de stem in de borst des
menschen is het eenige instrument
door God Zelf gegeven, daarom is dit
instrument in zichzelf reeds volmaak
ter dan welk menschenwerk ook. En
in de tweede plaats ligt' de stem vlak
bij het hart; zij is het gevoeligst voor
al de emoties, welke in het hart leven.
Neem een viool of een piano en de
aandoeningen moeten hun weg nemen
door polsen en vingers en door de
technische kanalen worden overge
bracht. Neem blaasinstrumenten, en
de luchtwegen, die den toon voort
brengen zijn langer en het mechaniek
is dood. Maar de stem ligt bij 't hart
en leeft en reageert onmiddellijk.
Deze opmerkingen zijn, dunkt ons,
onaanvechtbaar. Daarom zullen zelfs
menschen, die onmuzikaal zijn, of ten
minste weinig muzikaal ontwikkeld,
gewoonlijk nog de meeste belangstel
ling toonen voor den zang. Bovendien:
de zang geeft het woord en met het
woord de gedachte. De ontroering
wordt er, vooral bij ongeschoolden,
eerder door gewekt, dan door instru
mentale muziek. Logisch ligt dit voor
de hand en de feiten bevestigen het.
Er is geen mensch, die niet gaarne een
lied hoort van een mooie, welluiden
de stem. Het individueele komt er
zoo sterk door tot uitdrukking en
juist uit het individueele spreekt zoo
verrassend soms het algemeen men
schelijke.
En hoeveel te meer kleur hebben
de voorgaande opmerkingen, wanneer
we nu in het bijzonder denken aan
het Hollandsch Vocaal-kwartet.
Vier stemkunstenaars, wier adem
en zangtechniek in de uiterste perfec
tie is verzorgd; vier innig-muzikale
menschen, behoorend tot de kleine
uitgelezen schare van Holland's beste
kunstenaars; vier sympathieke figu
ren, die het tot een achtenswaardige
eenheid van kunstzinnig begrip heb
ben gebracht en daarom tot een innig
doorleefde harmonie van uitbeelding.
Want vier voortreffelijk geschoolde
menschen vormen nog maar niet zoo
een kwartet. Dit vereischt weer een
studie, een scholing van hooger orde,
waarover men niet te licht mag den
ken. De persoonlijkheden moeten zich
uit kunnen leven in den zang en zich
tevens gebonden weten aan de ande
ren.
Dat nu hebben Mej. Mia Peltenburg,
sopraan; Mevr. Suze Luger, alt, en de
heeren Louis van Tulder. tenor en Jan
Dekker, bas, onder leiding van Louis
van Tulder, in enkele jaren tijds be^
reikt.
Een ensemble is gevormd, dat een
weelde van klankschoon weet te ont
wikkelen en ons weer opnieuw heeft
laten hooren, hoe mooi vocalen en
consonanten zijn; dat de beteekenis
van het woord, het woordbegrip, in
zijn zuiverheid tot ons doet komen
door het klankgehalte; dat een door
leefde voordracht geeft van alles, wa^
het programma te genieten gaf..
Dit zeer moeilijke programma was
met zorg en smaak samengesteld, op
zichzelf reeds een onderwerp van
kunstzinnige waardeering. Aan de
samentselling van 'n programma her
kent men gewoonlijk reeds den artis-
tieken zin van concertgevers.
Een drietal Oud-Hollandsche liede
ren, bewerkt door Florimont van Duy-
se. vormden de inleiding. En hierbij
viel op, hoe licht en rhythmisch deze
liederen zijn. Daarna een madrigaal
van Palestrina, waarin men onmid
dellijk diens klaar-diatonische contra-
puntiek herkent. Alles beweegt zich
in horizontaal-canonische lijnen en
boeit meteen door vlekkelooze harmo
nieën.
Niet licht zal men de reine voor
dracht van dit werk met het orgelend
wegstervend slotaccoord vergeten.
Michael Haydn's „Tenebrae facta
sunt" klonk immaterieel en was een
wonder van teere klankschoonheid.
Na Mozart's „Ave Vervim" kwamen
eerst een drietal Engelsche vocalisten
uit de 16de eeuw aan de beurt, met 'n
drietal fijrie polvphone werkjes van
Thomas Thomkins, Thomas Morley en
William Byrd. den „Engelschen Pales
trina'. En wel zeer bijzonder is inder
daad diens „Ave Verum", een voor
treffelijk meesterwerk, vol diepte van
gevoel en schoone rijkdom van melo
dische uitbeelding.
En na deze religieuze werken weer
een viertal wereldlijke van Franschen
en Vlamingen: Claude le Jeune, Cle
ment Jannequin, Orlondo di Lasso en
Hubert Waelrant.
Wereldlijk zijn deze werkjes, maar
hoe voornaam van allure en, in het
geestige genre, hoe fijn van uitbeel
ding. Wat kenden de oude vocalisten
de grenzen en mogelijkheden der stem
op hun duimpje.
Na de pauze twee werken van Da
rius Milhaud. Zijn „Eloge" is weer
zoo'n frappant bewijs, dat de oude to-
naliteits-opvatting sinds de 16de eeuw
in Frankrijk ongerept is gebleven, ter
wijl ze zich met de meest moderne op
vattingen laat vereenigen.
Milhaud heeft hier een koorwerk
van buitengemeen klankschoon gege
ven, met tal van fijne nuances en sug
gestieve wendingen. Zijn „Le Brick",
dat vooral rhythmisch zulke hooge
eisclien stelt, schijnt ons meer instru
mentaal gedacht.
Zeer hooge eischen, omdat het zoo
teer is, en zich bijna geheel beweegt
in fragiele nuances, stelt Debussy's
„Dieu, qu'il la fait 'bon regarder'.
Met het Hollandsche lied begonnen,
met het Hollandsche lied geëindi/.l
het laatste een magistraal meester
werk. „Den Uil" is een Oud-Hol-
landsch liedje, van tragi-comischen
inhoud, dat door Alphons Diepen-
brock vierstemmig is gecomponeerd.
Oer-geestig is deze compositie en te
vens grootsch, zooals alleen een genie
het geestige kan uiten in grootsche
verhoudingen. De stampvolle Gehoor
zaal werd er door tot enthousiasme
opgezweept en het kwartét gaf een
gedeeltelijke herhaling.
Dit heele, moeilijke, programma is
niet alleen met uiterlijken glans, maar
tevens met innerlijke muzikaliteit ten
uitvoer gebracht. Alles viel te loven!
De Leidsche Kunstkring „Voor Al
len" moge zich gelukkig rekenen, wan
neer zij het Hollandsch Vocaal-kwar
tet een volgend seizoen opnieuw kan
engageeren.
Ze heeft eer van haar keuze gehad.
CHRISTELIJKE FRÖBELSCHOOL.
Heerensingel 28.
Men schrijft ons:
„Wat doen jullie daar toch met die
kleuterszoo vraagt menigeen de
onderwijzeressen dezer school. „Hoe
houden jullie ze toch een geheelen
dag bezig?" Ja dat is moeilijk om in
een paar woorden te zeggen. En al
werden die paar woorden een paar
honderd, niet iedereen zou het direct
begrijpen.
Daarom: Gaat het eens zien. Met
eigen oogen. Een geheele lieve na
middag lang. En wel Dinsdag van 2
tot 4 uur. Dan is er Openbare Les
voor ouders en alle belangstellenden,
gehouden van het werk der kinderen
op Donderdagmiddag van 3^—5 en des
avonds voor degenen, die 's middags
niet kunnen, van 7—9 uur. Wat klinkt
dat vreemd, hè: het v.crk der kinde
ren. Toch is het zoo. Alles wat daar
in een 3-jarigen cursus gemaakt
wordt, zult gij er vinden en gij zult
verbaasd staan over wat die dames
aan zulke kleine k'euter? kunnen lee-
ren.
Ons Christelijk fröbelonderwijs
moet vooruit. En het gaat ook voor
uit. Maar alleen dan hard genoeg als
de ouders er belang in gaan stellen.
Welke ouders? Alle Chr. ouders
zonder onderscheid. Komt U daarvan
Dinsdag of Donderdag overtuigen.
NAAR HET LAND VAN DE
MIDDERNACHTZON.
Gisteravond werd vanwege den Ne
derl. Christenvrouwenbond, in de
groote zaal van 't Nut van "t Alge
meen, de derde lezing gehouden in dit
seizoen, ditmaal door Dr. J. G. van Es,
die bij lichtbeelden sprak over:,, Het
land van de Middernachtzon".
De bijeenkomst stond onder leiding
van Dr. J. Riemens.
De eigenlijke presidente, Mevr. Rie-
mens-Coolsma, merkte op, dat Dr. Rie
mens haar president weer was, waar
om ze hem vroeg de leiding voor de
zen avond op zich te nemen.
Nadat gezongen was Ps. 95 vs. 2 en
gelezen enkele verzen uit Psalm 104,
ging Ds. Riemens voor in gebed, waar
na hij Dr. van Es hartelijk welkom
heette en hem dankte, dat hij, on
danks zijn drukke practijk, nog een
paar uur had kunnen losmaken om
dezen avond op te treden.
Dr. van Es begon met op te mer
ken, dat het woord lezing wel een
beetje al te mooi is voor de causerie,
die hij zal houden. Beter is het te zeg
gen: praatjes bij plaatjes.
Spr. gaf daarna allereerst eenige al-
gemeene gegevens over Noorwegen.
Het land van de Middernachtzon be
hoort tot het Skandinavische schier
eiland en is ongeveer acht maal zoo
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 227» cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Buitenland.
De eerste conferentie voor tie Indus-
tiieelen vrede in Engeland.
Sovjet-tentoonstelling te Brnssel
door nationalistische jongelieden ver
nield.
De Fransche communistische Ka
merleden Cachin en VaillantCoutu
rier gearresteerd.
De ministercrisis in Letland £s op
gelost.
groot als Nederland. Het is echter veel
dunner bevolkt, want 't telt over die
groote uitgestrektheid slechts 2 A mil-
lioen inwoners. Dit maakt het reizen
natuurlijk zeer mooi. De bergen in
Noorwegen zijn van een hoogte van
1500 a 1600 M. Daar 't land veel Noor
delijker ligt is het er kouder dan bij
ons. Bovendien is het klimaat minder
goed. In Bergen regent het gewoonlijk
355 dagen van het jaar. De bodem be
staat uit geweldig hard graniet. Het
merkwaardigen van het land zijn zijn
fjorden, die diep in het land insnijden
en rondom begrensd worden door hon
derden meters hooge granietrotsen.
Tevens treft men er aan verbazend
groote gletschers.
Dat het land zoo dun bevolkt is,
komt hoofdzakelijk door het weinige
levensonderhoud, dat men er vindt.
Men vindt er kleine boerderijtjes en
leeft overigens vooral van de vissche-
rij. Verder treft men er aan weverijen,
terwijl de Noren ook zeer goede zee
lieden zijn.
De planten en dierenwereld houdt
verband met de lage temperaturen.
Vruchten worden in Noorwegen heel
weinig geteeld en men vindt er slechts
dieren, die' de koude goed kunnen ver
dragen.
'Wat de verkeerswegen betreft, deze
kunnen in Noorwegen slechts met
groote moeite worden aangelegd, zoo
als ook de spoorwegen, vanwege den
harden bodem. Met het houweel kan
men niets tegen het harde graniet be
ginnen. Alles moet men laten sprin
gen met dynamiet. Naast den trein
maakt men in Noorwegen gebruik
van kleine karretjes, die veel gelijken
op onze sjeesen en verder van de
auto's, Men treft er zeer goede chauf
feurs aan, die volkomen berekend zijn
voor hun taak, om de auto veilig langs
de diepe afgronden over smalle wegen
te voeren.
Na deze algemeene gegevens vertel
de spr. op een prettige wijze bij een
groot aantal lantaarnplaatsjes over
de reis, die hij met een klein gezel
schap eenigen tijd geleden naar Noor
wegen heeft gemaakt Schitterend wa
ren de natuurtafereelen, die spreker
ons op het witte doek liet zien. Al de
eigenaardigheden van het land kwa
men prachtig uit. De typische houten
huizen en hotels, de eigenaardige klee
derdrachten, vele landelijke gebruiken
enz., enz., werden duidelijk door Dr.
van Es gedemonstreerd en bij het aan
schouwen van de plaatjes en het hoo
ren vertellen over het mooie, aan na
tuurmonumenten rijke Noorwegen,
zal menigeen de lust bekropen hebben
om ook eens een bezoek te brengen
aan dit schoone land.
Het was alles hij elkaar genomen 'n
zeer mooie avond en de afd. Leiden
van de Ned. Christenvrouwen Bond
heeft weer bewezen, dat het haar wel
toevertrouwd is dergelijke avonden
te organiseeren.
DE ZORG VOOR DE WERKLOOZEN.
Gistermiddag is in het gebouw Patri
monium een vergadering van den Leld-
schen Chr. Besturenbond met de werkloo
zen der aangesloten organisaties gehou
den, waar als spreker optrad de voorzitter
de heer J. B. H. Grotenhuis met het on
derwerp: De zorg voor de werkloozen. De
bovenzaal was geheel gevuld.
De heer Grotenhuis opende de vergade
ring, las Jesaja 40:2631, en sprak daar
na een openingswoord, waarin hij protes
teerde tegen het ingezonden stuk in het
neutrale dagblad hier ter stede over den
onlangs gehouden Filmavond van den Be
sturenbond. Wanneer de zaak zoo stond,
als daarin gezegd wordt, wanneer het ge
bed en de lezing van Gods Woord dien
avond niet op haar plaats waren, wanneer
het grootste gedeelte onzer menschen daar
hadden gezeten met zinnelijken lust, zoo
als klaarblijkelijk de schrijver van bedoeld
stuk gedaan heeft, dan zou spr. een der
gelijke vergadering niet hebben willen
presideeren.
Spr. zal overigens op dit ingezonden
stuk niet terugkomen, doch wilde in deze
eerste vergadering van den Besturenbond
na den filmavond dit woord van protest
niet achterwege houden.
Spr. gaf vervolgens de leiding der verga
dering over aan den secretaris, den beer
J. Slegtanhorst.