CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
8,,e JAARGANG
NEDWE
Bureau: Hooigracht 35 Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 jRL&SyM Aangesloten op het Streeknet Lisse
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
EERSTE BLAD.
Moeilijkheden onderschat.
In de Christelijke Politieambtenaar,
het orgaan van den Bond van Chr. Po
litieambtenaren in Nederland, schijft
de heer J. Heeringa, thans politie-op-
ziener te Buitenzorg, in Ned. Indië,
voorheen agent van politie te Delft,
brieven over zijn bevindingen in Indië
De schrijver is nog slechts kort in
Indië, en weet dus nog weinig van de
enorme moeilijkheden, ten gevolge
van het geringe aantal en de groote
afstanden, zoodra het de organisatie
van Christenen betreft.
De heer Heeringa deelt mede, dat
hij aan de Gereformeerde Kerkbode
in Indië een ingezonden stuk ter plaat
sing heeft aangeboden, met het doel
zoodoende adressen te krijgen van col
lega's, die met hem iets gevoelen voor
de oprichting van een Christelijke
vakorganisatie in Indië. Ik weet ad
ders niet, aldus de schrijver, aan welk
blad ik het moest zenden, om onze
collega's te bereiken, want de Ned.
Herv. Kerk hier geeft geen algemeen
kerkblad uit.
Ik kreeg dit ingezonden stuk echter
na 14 dagen terug met de mededee-
ling, dat de strekking er van niet dui-
lijk was en men daarom nadere ge
gevens over de zaak vroeg. Ik zal dat
zoo spoedig mogelijk doen, maar ik
vrees heimelijk, dat mijn ingezonden
stukjes nooit begrepen zullen worden
om de eenvoudige reden, dat men ze
r.iet wil plaatsen.
Ik hoop, dat ik mij in deze bedrieg,
maar men voelt hier nog zeer weinig
voor positief-Christelijke vakorgani
satie. Men voelt zich hier heerlijk
neutraal; dat kost de minste inspan
ning en daarmee kan men alle kanten
uit.
Verder doet de heer Heeringa in
zijn schrijven mededeelingen over het
kerkelijk en godsdienstig leven in In
dië. Over het algemeen laat dit vol
gens hem zeer veel te wenschen over
Ook van Zondagsviering is in Indië
geen sprake. Alle werkzaamheden op
en aan den openbaren weg gaan op de
gewone wijze als op andere dagen
door. Zelfs komt men op Zondag Je
gas-, water- en electriciteitsmeters op
nemen. Dat vindt men heel gewoon.
Het staat natuurlijk ieder, doch
speciaal den christen vrij, deze drukte
op Zondag buiten zijn huis te weren.
Hierin zijn twee zaken recht te zet
ten. Vooreerst dat de redactie van het
Kerkblad voor de Geref. Kerken opzet
telijk een niet-begrijpen zou voorwen
den, omdat ze weinig voelt voor Chr.
Vakorganisatie, Dat is ten eenenmale
onjuist
Ieder Gereformeerd Christen in In
dië gevoelt wel degelijk de waarde
van positief Christelijke vakorganisa
tie. Het is niet, omdat men zoo „heer
lijk neutraal" voelt, omdat men daar
alle kanten mee uit kan, maar omdat
deze Christenen hebben leeren inzien
dat het schier onmogelijk is, om met
2 of 3 personen te Batavia, 1 te Buiten
zorg, 2 te Bandoeng, 2 of 3 te Sema-
rang en Soerabaia met nog enkele
hier en elders, een vruchtbare organi
satie te vormen.
De afstanden zijn zoo aanzienlijk en
de tijd en kosten aan de bijeenkom
sten verbonden zoo onoverkomenlijk
groot, dat men niet tot het maken van
een organisatie durft overgaan.
In de tweede plaats het Zondags
doorgaan van openbare bedieningen.
Ook dat is slechts plaa.tselijk. Er zijn
heel wat plaatsen waar dit niet het
geval is. Wij meenen zeker te weten,
dat de Christelijk Ethische leden
van den gemeenteraad van Buiten
zorg (indertijd was o.a. Mr. de Riemer
lid) dit zeker niet weten, anders zou
dit spoedig uit zijn.
Toch is ook dit weer een bewijs te
meer voor hoe groote moeilijkheden
onze mannen in Indië staan. God
eischt daar dubbel groote activiteit en
getrouwheid.
V Spionage en nog wat.
Gedurende den wereldoorlog hebben
v ij nu en dan enkele staaltjes gezien
van de soms ingenieuse wijze, waar
op de oorlogvoerenden aan waarde
volle gegevens over den vijand trach
ten te komen. Menig eenvoudig bur
ger is daarbij ongemerkt en ook on
gewild vaak tusschenpersoon geweest
voor het overbrengen van die berich
ten.
Iet9 dat daarop lijkt zien wij thans
nog bij de Sovjets in Rusland.
In Moskou zoo beschrijft „Ik zal
handhaven" een frappant geval be
staat een Marx-Engels-Instituut, waar
allerlei gegevens en geschriften van
deze beide socialistische leiders wor
den verzameld. Nu wilde het geval,
dat Karl Kautsky, een der socialisti
sche voormannen, die door de bolsje-
vviki als rschts-reactionnair is gekwa
lificeerd, nog in het bezit was van een
brochure, door hem in zijn jonge ja
ren geschreven; Kautsky zond inder
tijd deze brochure aan Marx ter inza
ge. Marx had er verschillende kant-
teekeningen op aangebracht, 't Marx-
Engels-Ihstituut kwam dit ter oore
en het verzocht Kautsky, den socia-
listischen tegenstander, de brochure
te willen afstaan of te laten fotogra
feeren ten behoeve van h$t Instituut.
Kautsky weigerde.
De communisten pasten nu de vol
gende taktiek toe. Wij lezen in een
verslag van een der Hollandsche be
zoekers aan het Instituut:
„Met onverholen trots vertelde
men mij, er toen langs een heele rij
handlangers in geslaagd te zijn, de
brochure voor vier en twintig uur
uit de handen van Kautsky te krij
gen. Per vliegmachine werd ze naar
Frankfort gebracht, waar een on
deraf deeling van het Instituut is;
daar gefotografeerd en weer door
de lucht naar Berlijn terug. Precies
op tijd had Kautsky ze weer".
Wij leggen er den nadruk op, dat er
tusschen het Instituut en Kautsky
„een heele rij handlangers" werkzaam
is geweest, waarvan de uiterste vleu
gel in Kautsky's onmiddellijke na
bijheid moet hebben „gewerkt".
Dit is een staaltje van een spiona-
gebedrijvigheid der Sovjets, zooals er
in alle landen (ook in Nederland) nog
steeds voorvallen. Jammerlijk ge
noeg echter worden niet alle achter
haald.
Men kan er van overtuigd zijn, dat
overal, waar Moskou belangen heeft,
een keten van „handlangers" wordt
georganiseerd".
Inderdaad een verbluffende bedrij
vigheid en brutaliteit, maar dan toch
een middel om ondanks verzet en
waakzaamheid toch te slagen.
STADSNIEUWS.
HET RESIDENTIE-ORKEST.
In de bijna geheel gevulde Gehoor
zaal gaf gisterenavond het Residentie
orkest zijn tweede abonnements-con-
cert, waarbij een zeer afwisselend pro
gramma werd uitgevoerd.
Voor de pauze Beethoven en Bach;
na de pauze de meer modernen Wag
ner, Debassy en Richard Strauss. Beet-
hovens Symphonieën kan men nooit te
vaak hooren en de Eerste, waarin de
jonge Beethoven langzamerhand aan
zich zelf ontdekt wordt, staat muzi
kaal niet beneden de volgende acht, al
is de gedachteninhoud minder zwaar.
Reeds het inleidend Adagio, licht wee
moedig getint boeide onmiddellijk door
klankschoonheid, waarmee het werd
ingezet. Dé mooie overgang naar het
Allegro en het Allegro zelf zijn vol van
Haydnsche levenslust en Mozartiaan-
sche gratie. Er is soms als 't ware een
speelsche flirtation tusschen de par
tijen van violen en houtblazers. Wou
men 't Beethoven als een soort tekort
aanrekenen, dat hij hier juist de vor
men van zijn voorgangers zoo meester
lijk gebruikt? De allergrrotsten verloo
chenen nooit hun voorgangers dat
is alleen de eigenschap van de would-
be-oorspronkelijken.
In het Andante openbaart zich reeds
zuiver Beethovens eigen persoonlijk
heid, al is het nog geen getuigenis van
een geweldigen zielestrijd, zooals in de
latere symphonieën. Het is lieflijk en
teer; er zijn passages in, die den die
pen gloed van oud goud vertoonen. En
wat is het thema in wezen eenvoudig,
zooals al zijn thema's. Maar óndanks
die eenvoud welk een voornaamheid en
warmte van melodie. En hoe warm en
doorleefd werd dit Andante voorgedra
gen: een uitstalling van warme kleur-
harmonieën. Het Menuet herinnert
weer in veel aan Mozart en Haydn, al
heeft Beethoven hier zijn eigen rhyth-
mische vondsten in toegepast. Het is
alles even voornaam; men denke b.v.
aan de accoorden der blazers met die
fijne rhythmische figuurtjes van de
concertmeesters. De noten zijn niet
moeilijk t- spelen. Maar het is juist
de rhythmische verzorging, die zooveel
eischt. Een onderdeel van een maat
deel te vroeg of te laat of de fijngecon-
strueerde eenheid der compositie is
verbroken. En dat juist kwam gisteren
avond zoo keurig tct zijn recht. De fi
nale is in haar opzet weer zoo heel
eigenaardig. Men hoort het zoeken, het
groeien van 't motief, tot het .eindelijk
na vijf maal te zijn opgezet,door de or
kestmeesters eindelijk ais een blijde
verrassing te voorschijn komt en wordt
uitgewerkt in een weelde van fijne
rhythmen, die ten slotte bruisend naar
het einde voeren.
De beide concertmeesters Sam Swaap
en Adolphe Poth konden hunne bijzon
dere violistische eigenschappen ver
toonen in het „Dubbel concert in d. kl.
t. voor twee violen" van J. S. Bach.
Van het begin tot het eind is dit
machtige werk fugatisch en canonisch
gedacht. Het vivace toont reeds onmid
dellijk dien magistralen bouw, die zoo
herinnert aan Bach's Toccata's. Het
geheele strijkorkest zet in, maar wel
dra treden de beide solisten op den
voorgrond. Technisch beheerscht kwam
het van het podium, ofschoon er voor
ons gevoel iets vermoeiends in lag.
Dat vermoeiende werd opgeheven in
het prachtig voorgedragen Largo. On
eindig rijk en warm is deze muziek; be
vende toonguirlandes, die zich plech
tig door elkaar slingeren; de eerste vio
list Swaap, die zich uit in lyrische ver
rukking, de tweede Poth, die een diepe
warme bezonnenheid in zijn spel weet
te leggen. En dit mooie spel van beiden
omgonsd door de zachte accoorden van
't strijkorkest.
Bach is zwaar, omdat zijn geest zoo
diep is, zoo wijs, en omdat deze wijs
heid zich soms uit in bijna scholastisch
geconstrueerde vormen. Men heeft het
kunnen opmerken in het Allegro. Er
moet geweldig op de vormen worden
gestudeerd om tot het wezen door te
dringen, zooals men op de zinnen van
Eckhardt zich meet bezinnen om den
geest te vatten. Maar dan wordt ook
alles een openbaring van schoone in
nerlijkheid. De poëzie ontdekt men
eerst, de emotie komt pas, wanneer de
techniek geen moeilijkheden meer
baart. Dan eerst komt de Kathedralen-
kunst van Bach tot haar recht.
De legende van de „Zwaanridder"
kent men al uit de schoolleesboekjes.
Wagner heeft ze bewerkt tot een mu
ziekdrama. Daarvan hoorden we na de
pauze het „Voorspel", Fijne muziek
schijnt aan te zweven van heel ver.
Goud zindert door de ochtendnevelen
van den stroom, die rustig vloeit; en
waarover het zwanenbootje dobbert.
Ze komt naderbij; de houtblazers voe
gen hun zachte accoorden bij die der
strijkers, 't Wordt een statig orgelende
zang, steeds voller tot koper en con
trabassen mee gaan zingen. De weelde
van jong en steeds toenemend geluk
tot o, vrouwelijke nieuwsgierigheid!
gravin Elza de noodlottige vraag
doet. Dissonanten, botsing, ineenstor
ting van het schoone begin van'een
tot rust komen een namijmeren en de
serene gouden klaarte van het einde.
Geheel andere muziek is Debussy's
„Prélude a l'après-midi d'un faune",
het orkestwerk dat dezen kunstenaar
en vernieuwer der Fransche muziek
ongemeene vermaardheid gaf. Tot
recht begrip zij opgemerkt, dat Debus
sy dit orkestwerk schreef ter inleiding
van een pastoraal gedicht van Mallar-
mé. Een eigenaardige fluitmelodie,
eenigszins weemoedig, leidt het in en
geeft onmiddellijk het pastoraal karak
ter. En rond deze fluitmelodie van den
herder, of liever den faun, hoort men
weldra allerlei stemmen en tonen, die
aandoen als de oermuziek der natuur,
wanneer men ze ver van het gewoel
der menschen beluistert in het bosch.
Maar deze geluiden gestyleerd, door
den menschengeest tot rhythmische or
de gebracht.
Deze muziek is modern, maar het
modernisme geadeld door Franschen
smaak en gratie.
Debussy heeft hier ernst gemaakt
met de woordspeling van Rameau:
„Verberg de kunst achter de kunst
zelve". Daardoor doet dit werk van
Debussy niet artificieel, maar zoo
hoogst natuurlijk aan.
Kan men dit ook in alle opzichten
zeggen van het werk, dat het laatst ten
gehoore werd gebracht: „Till Eulen-
spiegels lustige Streiche nach alter
Schelmenweise" van Richard Strauss?
Het Eulenspiegel-motief is geestig van
vinding en wordt verrassend geestig
verwerkt. Er komen fragmenten in 't
werk voor, waarin op zeer realistische
wijze de potsen en grappen van den
snaak worden verklankt. En toch heb
ben we ons afgevraagd: bezit Strauss
wel de fijne, innig smaakvolle fantasie
van Debussy? Hij toont zich een ge
weldig kenner van 't modern orkest,
kan er mee doen wat hij wil. Misschien
zou hij er soms minder mee moeten
doen om meer effect te bereiken.
Deze opmerkingen gelden niet de in
terpretatie van den heer Van Anrooy
en de uitvoering welke hij gaf. Er werd
den heelen avond onder zijn leiding
met smaak en toewijding gemusiceerd
en de aanwezigen waren gul met hul
debetuigingen, zoowel voor de solisten
bij het Bachconcert als voor de overige
werken. De heer Van Anrooy liet zijn
prachtig ensemble in de hulde deelen.
WELDADIGHEIDSZEGELS.
Nog slechts enkele dagen zullen de
Weldadigheidszegels en -briefkaarten
worden verkocht. Wij herinneren er
nog eens aan, dat de zegels en brief
kaarten na 15 Januari niet meer ver
krijgbaar zullen zijn, doch onbeperkt
geldig blijven, ook voor het buitenland.
BESTRIJDING VAN DEN WOEKER.
Van de Commissie tot bestrijding
van den woeker hier ter stede verne
men wij, dat van het Bureau tot aan
gifte en voorlichting inzake credietver-
schaffing, door velen gebruik wordt
gemaakt.
De Commissie vestigt er nogmaals
de aandacht op, dat de behandeling
van alle zaken geschiedt onder strikte
geheimhouding en dat alle inlichtingen
kosteloos worden verstrekt, zoodat zij,
die voorlichting of bemiddeling noodig
hebben, zich zonder schromen tot dit
Bureau kunnen wenden.
Voor de zittingsdagen verwijzen wij
naar de in dit blad voorkomende
advertentie.
RAAD VOOR DE SCHEEPVAART.
Bij Kon. Besluit zijn voor het tijdvak
van 1 Jan. 1928 tot 1 Jan. 1932 be
noemd in den Raad voor de Scheep
vaart tot plaatsvervangende leden voor
de buitengewone leden, als scheeps
bouwkundige voor de zeevisscherijde
heeren P. Boot Jr., directeur van de
N.V. Scheepsbouw- en Reperatiewerf
„De Hoop" te Leiden, en D. Taat, lid
der firma Gebroeders Taat, scheeps-
makerij, te Katwijk aan Zee
DE HAAGSCHE TRAM.
De cijfers van vervoer en opbrengst
van de Haagsche Tram op de lijn Den
Haag—Leiden, via Wassenaar waren
in 1927 2,384,440 passagiers tegen
2,365,344 in 1926 met een opbrengst
resp. van f 404,855.017* in 1927 en
f 414.011,417, in 1926.
ONZE PREDIKANTEN.
Naar wij vernemen zal Ds. G. H.
Beekenkamp, op medisch advies, voor-
loopig nog eenigen tijd rust moeten
nemen.
Ds. A. D. Meeter, is na een onge
steldheid van ettelijke weken, Zondag
voor het eerst weer voor de gemeente
opgetreden.
RING „LEIDEN EN OMSTREKEN"
VAN DEN BOND VAN J. V. OP G. G.
Gisteravond werd in de consistorie
van de Geref. Kerk te Voorschoten van
wege de Ring „Leiden en Omstreken"
van den Bond van J. V. op G. G. een
gewone openbare vergadering gehou
den.
De opkomst was bevredigend.
De Voorzitter, vriend de Wolff van
Oegstgeest, opende de vergadering op
de bij ons gebruikelijke wijze, waarna
de notulen werden gelezen en goedge
keurd.
Bij afwezigheid van den inleider voor
het eerste uur, werd de inleiding: ,,J.
V. en Patrimonium" gehouden door vr.
Verhoog van Leiden.
Spr. werkte de volgende stellingen
uit:
1. Niemand onzer kan ontkennen,
dat de arbeid van „Patrimonium" in de
halve eeuw, die achter ons ligt van
groote beteekenis is geweest voor ons
land en volk.
2. Uit dat oogpunt verdient die ar
beid, en in het bijzonder de geschie
denis van het Verbond, door alle le
den der Geref. J. V. te worden ge
kend.
3. Opdat onze jongelingen straks met
eere hun plaats kunnen innemen in
den socialen strijd, zijn ze geroepen op
de J. V. zich met ijver toe te leggen
op de bestudering der maatschappelijke
onderwerpen.
4. In het bijzonder behooren ze op
de hoogte te zijn met de beginselen,
waarop alle Chr. sociale arbeid moet
zijn gebaseerd. De geschiedenis van
„Patrimonium" kan hun daarbij leeren,
welk een bewarende, hervormende en
opbouwende kracht er in deze begin
selen ligt.
5. „Patrimonium" behoort te waar-
deeren het werk door de Geref. J. V.
verricht en verder door steun en voor
lichting de vorming enzer jongelingen
voor het maatschappelijk leven te be
vorderen.
ADVERTENTIE .-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/i cent
Ingezonden Mededeelingen dobbel tariei
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
Spoorwegongeluk bij Leiden; groo
te maierieele schade.
Buitenland.
De Paus door de bolsjewisten „ter
dood veroordeeld".
Badinrichting in Algiers ingestort.
De leiders der Russische oppositie
zonden naar Siberië gedeporteerd
worden.
De mede-eigenaar der ontplofte villa
te Berlijn, Weingartner, gearresteerd.
De Giieksche minister van buiten-
landsche zaken over de Balkan-poli
tiek.
6. „Patrimonium" dringe er bij alle
jongelingen van Geref. levensopvatting
op aan, dat zij zich aansluiten bij de
bestaande Geref. J. V.
Verder behandelde spr. nog enkele
punten, die geheel betrekking hebben
op de practijk, b.v. afvaardiging van de
J.V. naar Patrimonium en omgekeerd.
Op deze inleiding volgde een geani
meerde bespreking.
Na de pauze hield vr. Boer van
Oegstgeest een inleiding over „Hoe
krijgen we de jongelingen tot den ar
beid Spr. verdedigde de volgende
stellingen:
1. Er zijn tegenwoordig veel jonge
lingen, die het groote belang, dat ze
hebben bij het werk der J.V., niet be
seffen. Dit belang moet hen daarom
steeds voor oogen worden gehouden.
Daarom moeten het bestuur en de wer
kende leden met alle kracht den tegen-
woordigen slappen geest bestrijden. Zij
moeten trachten van hun vereeniging
een eensgezinde vriendenkring te maken
Het vormen van „clubjes" moet men
echter voorkomen.
2. We kunnen de leden aan den ar
beid krijgena. Negatief, doordat de
werkende leden zich zooveel mogelijk
op de achtergrond houden; b. Positief,
door ze werk op te leggen; b.v. het
maken van inleidingen, het beantwoor
den van vragen enz.
3. Bij het samenstellen der werk-
roosters dient rekening gehouden te
worden met de draagkracht der leden.
Te zware arbeid ontmoedigt en doet
de werklust verflauwen.
4. Het bestuur draagt zorg voor een
degelijke bibliotheek en de bibliothe
caris zorgt er voor dat de boeken,
vooral ook de studieboeken, veel en
doelmatig worden gebruikt.
Nadat ook deze inleiding geanimeerd
was besproken, werden nog, enkele
huishoudelijke zaken afgehandeld, waar
na vr. de Graaf van Leiden voorging
in dankzegging.
CHR. BESTURENBOND.
In een bijeenkomst met de werkloo-
ze leden der bij den Chr. Besturen
bond aangesloten organisaties zal
Donderdagmiddag 3 uur in „Patrimo
nium" spreken de voorzitter van den
Besturenbond, de heer J. B. H. Groten
huis over „De zorg voor de werkloo-
zen".
CHR. KANTOOR- Eli HANDELS-
BEDIENDEN.
Gisteravond heeft in gebouw „Pre
diker" een door het Hoofdbestuur
uitgeschreven ledenvergadering van
de af deeling Leiden dei Ned. Ver. van
Chr. Kantoor- en -Handelsbedienden
plaats gehad, die vrij goed bezocht
was.
Als spreker trad op de vereenigings-
secretaris, de heer F. P. Fuykschot,
die de noodzakelijkheid bepleitte van
een meer opgewekt vakverenigings
leven. Er zijn gelukkig moedgevende
teekenen, zoo bedroeg de vooruitgang,
volgens den laatsten, kwartaalstaat
der landelijke vereen. 51 leden. He
laas dat de afdeeling Leiden met 2 le
den achteruitging. Daarom zal het
noodig zijn alle krachten voor de pro
paganda in te spannen, opdat we ook
plaatselijk vooruitgaan.
Bij de bespreking, die op de rede
van den heer Fuykschot volgde, bleek
welk 'n treurige arbeidsverhoudingen
er hier ter stede nog onder do kantoor-
en handelsbedienden bestaan, hetgeen
mede een gevolg is van het feit, dat
dezen, wat organisatie betreft, tot de
achterlijkste groepen van den arbei
denden stand behooren.
Besloten werd ten slotte, dat over
14 dagen weer een ledenvergadering
zal gehouden worden, waar de pro
paganda zal besproken worden en te
vens nog een tweetal bestuursleden
gekozen, omdat het bestuur, op advies