CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uil TWEE Bladen. Belangrijkste nieuws io dit Nummer. 8«(® JAARGANG VRIJDAG 30 DECEMBER 1927 NUMMER 2321 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. f 2.50 Per week i 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Posi'oox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/t cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tariel Bil contract belangrijke reductie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents EERSTE BLAD. V Verdwijnende bezwaren. Over het algemeen ondervinden de Comités, die zich hebben aangegord om den uitbouw der Vrije Universiteit mogelijk te maken, weinig tegenstand op hun weg. Een enkele maal hoort men nog eens twijfel opperen of een Vrije Uni versiteit wel zoo noodig is. Voor de Lagere school wordt dat grif beaamd, voor de Middelbare wil men hete ook toegeven, maar voor de Hoogere school is dat niet zoo noodig. In dien strijd willen wij de heeren en dames-comité-leden nog gaarne het volgende citaat meegeven. In „Bede en Rede" schreven de bei de overleden Professoren P. Biester- veld en H. Bavinck indertijd het vol gende: „Niet enkelen, maar bij tien- en honderdtallen hebben de ongeloovige scholen van lager en middelbaar en hooger onderwijs ons onze zonen ontroofd. Gansclie familiën en geslachten zijn door haar aan de zijde der tegenstan ders overgebracht. En alleen eene Christelijke v/etenschap '•ene Gerefor meerde hoogeschool is in staat, om voor ons te bewaren of ons terug te schenken de mannen, die met hunne overtuiging niet tegenover het volk staan, maar het leiden en voorgaan naar zijn historischen, nationalen en Calvinistischen aard. Eene universiteit toch is meer waard dan heel een Leger des Heils. Want zij behoudt niet enkele zielen, maar zij schept de wereld der ge dachte en het bewustzijn van gansch een volk om. Buitenlandsche zending is goed, en evangelisatie binnen onze eigen erve is noodzakelijk. Maar hoog boven deze staat de waarde, invloed en macht eener Christelijke universi teit Want Evangelisatie moge hare duizenden verslaan; eene Vrije, Christelijke Hoogeschool verslaat ha re tienduizenden". F.en ander bezwaar is, dat soms ge twijfeld wordt of vroeger de nood zaak van een wis- en natuurkun dige faculteit wel zoo gevoeld werd. Ook hiertegen kunnen de Comité leden zich wapenen met de volgende uitspraak van Prof. Woltjer, nu 25 jaar geleden: ..Wordt onze vereeniging aangewe zen bedoeld werd aangewezen voor den effectus civilis dan zullen wij vijf en twintig jaren na de aanwijzing althans ééne faculteit meer moeten hebben, of 1e verkregen rechten gaan verloren; hoogeronderwijswet art. 199. We zullen dan moeten zorgen, dat, wanneer we ons gouden feest mogen vieren, er eene faculteit der wis- en natuurkunde of der genees kunde aan onze LTniversIteit zij met ten minste drie hoogleeraren. Gemak kelijk zal dat niet gaan. want voor heide deze faculteiten zijn niet alleen de professoren maar ook kostbare laboratoria met dure instrumenten, klinieken met verzoreingspersoneel en dergelijke noodig. Toch zullen we met vereende krachten ook die bezwa ren vel te boven komen; geld kan er in vijf en twintig jaren, wanneer er een ernstige wil is, wel bijeengebracht worden en de mannen zullen ons, wanneer we de teekenen der tijden recht verstaan. nW ontbreken Ta di* werk iuf God "ooals wii vasto- 1 fik felnoven. dart <73] het. trots alle bezwaren beveled worden, dan zal Hij zorgen, gelUk Hij tot dusver ge daan hpp't. Tvent, Fij l^at niet varen d* giinor hnrdpn". V Van anderen leeren. Over de beteckenis en de waarde van een Universiteit kunnen wij ook ons licht opsteken bij anderen. Zoo is er indertijd door Dr. Molken- boer op gewezen, dat de menigte ge leid wordt door de gedachte, doch dat de gedachten gekweekt worden aan de Universiteiten. „Denk bijvoorbeeld, zoo zeide hij, aan de geschiedenis van het materia lisme. Lang, nadat het wetenschappelijk was veroordeeld, vond het nog zijn aanhangers onder de menschen van minder ontwikkeling". In denzelfden geest sprak ook Prof. Jac. van Ginneken bij den aanvang van het nieuwe Academiejaar aan de R.-K. Universiteit, toen hij opmerkte: „Wat geeft Prins Willem van Oran je aan zijn trouwe onderzaten van Leiden na Leidens ontzet, tot troost en dankbaarheid? De eerste Neder- landsche Universiteit. De geschied schrijvers der verschillende groepen van ons volk, mogen van meenin^ verschillen, op het stuk van 's Prin sen religieuze gevoelens en de naïeve eerlijkheid van zijn zwijgend hart; maar eenstemmig klinken aller lof lie deren samen, waar het geldt, het door ziend beleid te huldigen van den doel- bewusten staatsman, die Nederland en dus ook ons, van 't vreemde Span- jaardsjiik heeft vrijgemaakt. En een der paarlen aan die kroon van genia liteit, hem in de herinnering van het dankbaar nageslacht om de slapen gevlochten, is juist: die éénige Leid- sehe Universiteit. Want onder de din gen, waardoor een kleine natie groot kan zijn, en het blijven, is Leiden's Universiteit, door de eeuwen heen, steeds blijven op den voorgrond staan. En welk een macht er van Leiden niet slechts op ons klein landeke, maar op heel Europa uitging: dat hebben al de bovendrijvende richtin gen in den lande steeds bewezen, door na langer of korter strijd beslag te leggen: op de Leidsche Universiteit. Eerst de Arminianen, daarna de Go- maristen. In de 18e eeuw het onge loof. In de 19e eeuw eerst de vinnig kritische geest; en daarna de poeslie ve liberale Wachter, wat is er van den nacht? Er komt thans van Leiden reeds weer een nieuw geluid. En altijd werd het waar opnieuw: Wat nu de Universiteit leert, is over 25 jaar de leuze der élite; en bezielt over 50 jaar de diepste harte-roerse- len van het volk". Ons Christenvolk beseft die waarde Voor wie het nog niet gevat heeft mogen de verklaringen van beide bo vengenoemde R.-K. geleerden een te rechtwijzing zijn STADSNIEUWS. „SURSUM CORDA". Het Weinachtsoratorium is geen oratorium. Zooals reeds in het tekst boekje van „Sursum Corda" stond vermeld, is het een opeenvolgende rij van zes cantaten, voor koor. solo, or gel en orkest. Deze Cantaten moesten naar Bach's bedoeling worden uitge voerd op de drie Kerstdagen, Nieuw jaarsdag, Zondag na Nieuwjaar en Drie Koningen. Liturgisch vormen dus deze zes composities een eenheid, want ze omvatten de heele Kerstvie ring en muzikaal heeft Bach door de gewijd lyrische stemming er ook een eenheid van gemaakt. De drama tiek van het oratorium ontbreekt, maar des te liefelijker is de poëzie van het werk. Jammer genoeg moesten voor koor en solisten eenige coupures worden gemaakt, daar het werk in zijn ge heel veel te lang zou duren. „Sursum Corda" had onder leiding van Hubert Cuypers de moeilijke, dik wijls fugatische koren en de prachtige koralen goed ingestudeerd. Aan de in zetten ontbrak niets; bij de coloratuur achtige passages geen spoor van wei feling; overal een beschaafde koor klank, ook waar de zang zich fortis simo verhief; overal een evenwichtige verhouding van stemmen, al zou men het tenorenkoor hier en daar iets ster ker willen hebben. Frisch en licht, zuiver en doorzichtig, glanzend en met voordracht kwamen de koren er uit. Cuypers is als leider van koor zang onovertroffen in Nederland. Zijn diepe muzikaliteit richt zich allereerst en voornamelijk op de technische ver zorging van rhythmen, melodie, woordklank, en uitspraak. Is niet de zuiver technische afwerking van woordklank en uitspraak de eerste voorwaarde, om de gevoelswaarde van het woord in den zang, om de me lodische expressie zoo zielvol moge lijk te doen spreken? Daardoor komt er zooveel kleur in de voordracht; niet door het zachte zingen alleen, maar door de wijze van zingen, door de klankverinniging. welke hij weet aan te brengen, krijgt men die prach tige pianissimo's, die bij a capella- zang natuurlijk veel beter tot hun recht komen dan bij een uitvoering als gisteravond Wondermooi van bouw zijn deze koren van Bach, maar niet minder mooi en fijn zijn de ko ralen. Wij dachten onwillekeurig aan een woord van Diepenbrock: „Baeh in stille, devote extase de Protestant- sche koraal verheerlijkend met de wonderlijk rijke ranken zijner con- trapuntische figuren, zooals een Mid- deleeuwsche monnik de initialen van zijn handschrift. de lyricus van het religieus gevoel". Hoe Bach de statig-vrome gang zij ner koralen verheerlijkt door „won derlijk rijke ranken van contrapunti- sclie figuren" heeft men gisteravond kunnen opmerken reeds direct bij No. 9: „Ach. mein herzliebes Jesulein", waarbij de gedragen koraalharmonie- en rijk omrankt worden door de con- trapuntiek van fluit, hobo en D-trom- pet. Niet minder verrassend is No. 23: „Wir singen dir in deinem Heer", waarbij de machtige koraal-satzen telkens worden afgewisseld door mys tiek aandoende, orgelende harmonie- en van hobo d' amore, fluit en klari net. En eindelijk moet worden ge wezen op het slotkoraal, waarin het koor op machtige wijze de overwin ning van Christus bezingt, terwijl vooraf de eerste noot van het voor tot de laatste noot van het naspel, doorloopend de „Baeh-trompetschet tert en met het klaterend goud van haar coloratuur luister schept om den statigen gang der overwinnings hymne. Een wonderlijke rijkdom van kleu rige visioenen wordt door deze mu ziek geboden, daar er geen koor of koraal in is, of het wordt door een an dere instrumentatie van de begelei ding steeds anders belicht. Maar dat juist ook vraagt van den uitvoerenden dirigent een fijne aanvoeling Van tekst en melodie, een fijn muzikaal inzicht in de samenstelling van het geheel, een fijn begrip, hoe melodie en gedachte zich hier verbinden door eindelooze rhythmische variaties, fijn- deinende contrapunten en hoe het ge heel van Bach uitbloeit in stil verruk te extase van Godsvertrouwen, dat de duisternis dezer wereld doordringt van hemelsch licht. En wat voor de compositie der ko ren geldt, is geldig voor solo's en reci tatieven. Reeds na het eerste inleiden de koor treedt de recitant op en zingt de eerste zes verzen van het overbe kende, altijd weer nieuwe en boeien de verhaal van Lucas II. En boven de begeleidingsharmonieën van het orkest klinkt de boeiende vertelling van den heer Louis van Tulder vol af wisseling, vol nuance. De poëzie van het verhaal krijgt hoo ger wijding, zoodra de alt-soliste in 'n Recitatief en Aria de gevoelens der verlangende menschheid vertolkt, eigenlijk de gevoelens der ziel, die haar Bruidegom wacht. Zoo zinvol heeft Bach hier juist aan de Alt deze partij toegewezen en de hobo d' amore vooral begeleidt den zang. die zoo warm, zoo vol, zoo diep gevoeld door Mevr. Suze Luger ver klankt werd. Nadat het koor daarna op heel in nige wijze de Adventshymne: „Wie soil ich dich empfangen?" vertolkt heeft, hooren we weldra heel mooie accoorden van hobo d' amore, cello, contrabas en vleugel, en de sopraan- soliste zingt „maar een paar noten", een koraal in den trant der oude Kerstleysen; „Er ist auf Erden kom men arm". Zelden hebben wij Mej. Peltenburg zóó immaterieel, zoo rein vergeestelijkt, in zoo verstilde adora tie „een paar noten" hooren zingen. Dit was diep ontroerend, misschien nog meer geaccentueerd, door de ant woorden, welke de bassolist telkens op de melodische phrases der sopraan gaf. In een prachtige Aria: „Groszer Herr und starker König", verheerlijkt dan de bas, de heer Jan Dekker, den Verlosser, die zoo arm op deze we reld gekomen is. Met perfecte tech niek, met glans en bravour, vertolkte de heer Dekker deze moeilijke colora tuur-aria. Het is niet onze bedoeling den gang van het geheele werk te volgen, en nog veel meer te zeggen van de solis ten, die ook, hetzij in duet, hetzij in terzet, niet alleen technisch gaaf werk leverden, en dat zegt al heel wat bij de moeilijke aria's van Bachl maar boeiden door de innerlijke diepte en muzikaliteit van hun voor dracht. We zouden nog afzonderlijk kunnen wijzen op de Aria voor Tenor; „Frohe Hirten, eilt, ach eilet", waar hij de moeilijke coloratuur van den zang, zoo glashelder met die nasale zilverresonans, die het bijzondere ge heim van Louis van Tulder is, wordt ombloeit door fluitmelodieën; of de heerlijke Aria voor Alt: „Schlafe, mein Liebster", waarin weer trof 't bijzon der warme. Maar genoeg. Nog één so list dient genoemd: de heer Olivier Koop, die op alleszins te loven wijze de klavierpartij vervulde. Het Utrechtsche Stedelijk Orkest, waaraan de begeleiding was toever trouwd, heeft zich loffelijk van zijn taak gekweten. Wel afzonderlijk mo gen genoemd worden de hoboïsten, de fluitist, de bespeler van de D-trom- pet en de concertmeester de heer Oellers, die een mooie vioolsolo ten beste had gegeven bij het Terzet. Niet vergeten mag worden de zeer fijne, rijk genuanceerde voordracht, welke het orkest gaf van de „Sinfo- nia", die het tweede deel inleidde. Een wonderlijk orgelgeruiich soms van alt-hobo met fluit, een wonder lijke lichte klaarheid in deze muziek, die den nacht der Geboorte in tonen verklankt; een staal van irnige mu zikale lyriek. In dit gedeelte heeft men Cuypers meer als orkest-dirigent kunnen waardeeren en men heeft kunnen opmerken, hoe fijn-gesoig neerd de vertolking der „Sinfonia" tot on*, kwam. Wij eindigen onze beschouwing. De uitvoering van het „Weinachtsora torium" is voor „Sursum Corda" een zeer mooi succes geweest en de flink bezette Gehoorzaal heeft de auditie van het werk, juist in deze dagen, op hoogen prijs weten te stellen. RIE BATENBURG. Naar wij vernemen zal onze stad- genoote, de pianiste Rie Batenburg, evenals den vorigen winter op uit- noodiging in verschillende steden van ons land Chopin- en thans ook Liszt- voordrachten houden met muzikale illustratie. Voor haar Leidsche vereerders zal zij binnenkort optreden met een ge heel nieuw programma, o.a. met wer ken van Mozait, Brahms, Chopin en Debussy. Mr. A. L. HERMANS Onze vroegere stadgenoot Mr. A. L. Hermans, advocaat en procureur te Rotterdam, komt voor op de aanbe veling van kantonrechter te Nijmegen ARBEIDSKAART. De Directeur van den Gem. Dienst voor Sociale Zaken vestigt er de aan dacht op, dat krachtens het 5e lid van artikel 67 der Arbeidswet 1919, de ar beidskaart voor een gehuwde vrouw slechts geldig is gedurende het ka lenderjaar, waarin de kaart is afge geven. Gehuwde vrouwen, die een arbeids kaart behoeven, moeten derhalve ten spoedigste er een op de afd. Sociale Zaken, Levendaal hoek Garemnarkt aanvragen. (Het trouwboekje mede brengen. TRAMVERTRAGING. De tram van de N. Z. H. T, M„ die gisteravond 6,52 uit Den Haag vertrok kreeg bij Voorburg een defect aan den motorwagen, waardoor een opstop ping van een 6 of 7-tal tramwagens ontstond. De defecte motorwagen werd opge duwd naar de remise te Voorburg, waarna de tram met een anderen mo torwagen verder ging. Een en ander had een vertraging van 45 minuten in het verkeer tus- schen Den Haag en Leiden tengevolge Doordat de slooten met ijs be dekt zijn was het mogelijk, dat men hedennacht uit een hok bij „Zoiner- zorg" vijf konijnen weghaalde, van welk feit aangifte is gedaan bij de politie. BINNENLAND. HOFBERICHT. De Koningin heeft heden schaats gereden op het ijs langs het Paleis in 't Bosch. De Prinses was op de Haag- sche IJsclub. DE GAS-CORRUPTIE. Te Noord'Scharwoude. In de gisteren gehouden vergade ring van den gemeenteraad .te Noord- Scharwoude is met algemeene stem men de nota van den burgemeester verworpen, waarbij hij in een uitvoe rige toelichting ,in afwijking van het besluit van de commissie voor de lichtbedrijven aan Langendijk en St. Pancras, de noodzakelijkheid bepleit te van het terugstorten der door den directeur genoten provisie ad J 16,ü(H) en dezen ongeschikt verklaarde, in verband met zijn houding tegen de beweerde gascorruptie, een leidende functie in de lichtbedrijven te beklee- den. De raad oordeelde, dat de geuite beschuldigingen behooren te worden gedaan in de vergadering van de ge noemde commissie uit de lichtbe- bedrijven. Te Doetmchem. .'ooals men zich herinnert heeft de i vid van Doetinchem begin December besloten een commissie van onder zoek in te stellen naar mogelijke cor ruptie in alle gemeentebedrijven. De ze commissie heeft zich als deskundi gen den heer v. d. Stel en mr. Nothorn geassumeerd. In de gisteren gehouden vergade ring dezer commissie is gebleken, dat de gemeente op ernstige wijze in het gasbedrijf zou zijn benadeeld. Men noemde een bedrag van eenige dui zenden. De directeur der gasfabriek werd uitgenoodigd gistermiddag in de commissie te verschijnen. Na te zijn voorgesteld aan de heeren v. d. Stel en Mr. Nothorn heeft hij daarna onmiddellijk de zaal op demonstra- lieve wijze verlaten. De commissie heeft zich daarna tot den burgemeester gewend met het verzoek den directeur te schorsen en hem te gelasten nog denzelfden avond voor de commissie te verschijnen, en alle gevraagde inlichtingen- te ver strekken. B. en W. hiervoor in spoAleisclion- de vergadering bijeengeroepen hebben op grond van art. 123 van de Gemeen tewet besloten dat geen termen aanwe zig zijn den directeur onmiddellijk te schorsen. WERKVERSCHAFFING EN VORST. Naar wij vernemen is het. bericht, dat de minister van Binnenlandsche Buitenland Dreigende metaalstaking in Poolsch SilezttS. De verke?Tsbelemm?ringen in En geland ten gevolge van het winter weer. De Roemeensche patriarch zal nit èca Regentschapsraad gezet worden. Grove corrr..in Roemenië. Zakm en Landbouw aan het gemeen tebestuur van Emmen zou hebben ge weigerd, nu de vorst is ingetreden, n toeslagregeling voor tegen werkloos heid verzekerde arbeiders en 'n steun regeling voor de overige arbeiders in te voeren, onjuist. Een dergelijke aan vraag heeft den minister niet bereikt. •Eenigen tijd geleden, bij de eerste vorstperiode, heeft de minister aan den landarbeidersbond, welke om een regeling vroeg, medegedeeld, dat, waar de vorstperiode kort had ge duurd, het invoeren van een regeling niet noodig was. Zou echter 'n meer langdurige vorstperiode intreden, dan zou de minister de invoering in over weging nemen. Men deelt dan ook mede, dat zeer binnenkort op het de partement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw over de vraag, of een regeling moet worden ingevoerd, met de landarbeidersbonden een bespre king zal worden gehouden. DE CULEMBORGSC5E MOORDZAAK In verband met de invrijheidstelling van de beide verdachten in de Culem- borgsche moordzaak heeft de procu reur-generaal bij het gerechtshof te Arnhem, Mr. A. A. Cnopius, het vol gende medegedeeld: In deze moordzaak berustte het be wijs in hoofdzaak op twee getuigen verklaringen, waarmee men in dit ge val met meer voorzichtigheid moest te werk gaan, dan gewoonlijk met die van andere getuigen geschiedt. Het overige bewijsmateriaal was toch in vergelijking met de krachtige verklaringen van Mej. Haveman en De Smale zeer zwak. Daarom is dan ook een deskundig onderzoek gelast naar de geloofwaardigheid van die beide getuigen. Dit onderzoek heeft nu plaats gehad. Het is evenwel nog niet geëindigd. Tijdens dit onderzoek heeft De Sma le erkend, zijn geheele verklaring ten r.adeele van verdachte Sweris te heb ben gelogen. Het spreekt vanzelf, dat de gevolgen van deze mededeeling voor de handdiggen. Het geheele ver loop van het proces staat afgeschei den van het standpunt der verdedi gers. die betoogd hebben, dat de beide Collé's de schuldigen zijn. Wat hier van waar is, is nog niet bekend. Dit zal nog onderzocht moeten worden. Op een vraag, of de mogelijkheid be staat. dat de verdachten, die sedert Maart 1926 in hechtenis hebben door gebracht, schadeloos kunnen worden gesteld, antwoordde de procureur-ge neraal, dat deze zaak aanvankelijk is behandeld volgens de bepalingen van het nieuwe Wetboek van Strafvorde ring, doch na het bestaande arrest van den Hoogen Raad heeft de verde re behandeling plaats gehad volgens het oude Wetboek van Strafvordering. De mogelijkheid bestaat dus, dat de verdediger schadeloosstelling zou kun nen vragen voor den tijd, door de ver dachten in voorloopige hechtenis door gebracht, onder de bepalingen van het nieuwe Wetboek. Dit zou dan zijn de tijd, voorafgaande aan de behandeling der zaak voor de Tielsche rechtbank. Verder werd medegedeeld, dat de nieuwe behandeling der zaak door 't gerechtshof, plaats zal vinden in een der eerste zittingen gedurende Fe bruari. NEDERLANDSCHE ARBEIDERS NAAR DUITSCHLAND. Verwacht wordt, dat het volgend voorjaar in het Duitsche Rijnland weer Nederlandsche werkkrachten ar beid kunnen vinden, voornamelijk landarbeiders, melkknechten en grond werkers. Door tusschenkomst van de Nederlandsche Arbeidsbeurs te Ober- hausen werden in November 1.1. ook reeds ongeveer 400 Nederlandsche ar beiders bietenrooiers en grondwer kers in het Rijnland geplaatst. Die toenemende vraag naar arbeiders uit ons land moet ook verband houden met het nieuwe Duitsch-Poolsche ver drag betreffende de te werk stelling van Poolsche landarbeiders in Duitseh land. De arbeiders, die vóór 1 Jan 1919 naar Duitschland gingen, mogen blijven, maar zij, die zich na dien da turn vestigden, moeten over een tijd vak van G jaren naar Polen terugkee- reu en. wel ongeveer 4500 per jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1