In die richting ligt de oplossing niet. De bedrijfswinst sou men mogen aan nemen als een welkome uitkomst. Inte gendeel wil men daaraan knabbelen. De heer van Eek wil zelfs ƒ220.000 aan ta riefsverlaging prijs geven. Ook de heer Fikerbout wil den heer v. Eek volgen, zij het op een afstand. Ook de heeren Heemskerk en Bergers betoon den sympathie met dit voorstel. Het mo ge een belang zijn van een deel der in gezetenen, spr. wil liever het geheele com- lex van belanghebbenden voor aandacht ouden. Spr. noemt een winst van 6 ton geen bijzonderheid. Dordrecht haalt dat bedrag uit de electriciteit alleen. In Am sterdam en Den Haag trekt men een be langrijk deel van de benoodigde gelden uit de bedrijfswinsten, Den Haag zelfs 34 pdt. Dat kan heel goed, mits de tarieven niet hoog zijn; het is slechts een kwestie van tarieven. Leiden heeft lage tarieven. De doorsnee-prijs van de groote gemeen ten is boven ons tarief. Ook die van de middelgroote gemeenten. Alleen in Eind hoven en Tilburg is de prijs lager. Spr. ziet dan ook geen aanleiding om de ta rieven te verlagen. In Den Haag heeft de heer Vliegen betoogd, dat de bedrijfswin sten niet gemist kunnen worden, mits niet overdreven. Ook het gemeentepro gram der S.D.A.P. bevat geen aanwijzing voor den maatstaf van de bedrijfswinsten. Spr. kent heel veel S.D.A.P.-leiders, die heel niet afkeerig zijn van deze winsten. Het is dus blijkbaar een Leidsch bezwaar Daarmede is men in gezelschap van het uiterste conservatisme, dat ook nu weer tegen deze bedrijfswinsten is. Alen stelt 't voor, alsof de rechtsche wet houders de snoodaards zijn, die het maar halen van de arbeiders. Maar de heeren doen het zelf, getuige het betoog van den heer Vliegen. Het kan ook niet anders, want wij kunnen die winsten onmogelijk missen. Spr. noemt het voorstel-Elkerbout een vei kapte verhooging, omdat een zeker ge deelte der afnemers, waar wij de winst van moeten hebben, de middenstanders die boven 1U0 M3 afnemen, in plaats van 7Yi cent nu straks 8 cent zullen moeten betalen. Spr. meent, dat men thans niet meer verlagen mag. Het voorstel-Elker bout zal de gemeente ƒ73.000 kosten en dit bedrag kan niet gemist worden. Wel gevoelen B. en W. iets voor het denkbeeld, van den heer de Reede om het bedrag dat uit de bedrijven in de gewone begrooring vloeit te stabiliseeren. B.v. dat hetgeen boven een zeker bedrag, laat ons zeggen 600.000 gestort zal worden in een fonds voor stadsverbetering. Werken uit voeren op speculatie kan niet. Laat men het college de kans geven om geleidelijk tot uitvoering over te gaan. Verschillende van de hier gevraagde maatregelen zullen door niemand, ook niet door de voorstellers, uitgevoerd kun nen worden. De voorstellen van den heer van Eek om te komen tot inkomstenvermeerdering zijn gedeeltelijk onbereikbaar. De twee vogels in de lucht, de financieele verhou ding en de belasting op de grondwaarde- vermeerdering. daar hebben wij voor 1928 niets aan. De eerste geeft voor Leiden een aardige som. De genoemde belasting kan eens beproefd worden als we het uitbrei- dingsplan hebben. De opcenten op de vermogensbelasting zullen de kapitaalvlucht doer toenemen. Men wil een bedrijfsbelasting om werk- -. verruiling te verkrijgen. In de eerste plaats is de werkverruiming meer een rijkszaak. Voorzoover ze gemeentezaak is, wordt de draagkracht door een dergelijke belasting benadeeld- Het is geen arbeiders belang, integendeel op grond van het ar beidersbelang is spr. er sterk tegen. Inzake de steunregeling staan B. en W. afwijzend tegenover de voorstellen-yan Stralen. Ten eerste om de prikkel tot werk zoeken niet te dooden. Ten tweede omdat de kosten niet overzien kunnen worden. Ten derde omdat reeds veel ge daan is waarvan men de werking nog niet geheel heeft gezien. Het college wil de zaak nog eens aanzien ofschoon de ge heele regeling begint te gelijken op een lappendeken. Spr. hoopt, dat de voor stellen zullen worden teruggenomen. Spr. berekent, dat een steun tot ruim ƒ20 wordt verkregen. Daartegenover staat dat heel wat werklieden voor min der, hard moeten werken. Daar komt bij, dat de steun voornamelijk ten goede komt aan degenen, waaronder men het meest werkschuwen aantreft. Het voorstel van Stralen inzake het B. Armbestuur willen B. en W. niet aan vaarden. Het is een instituut steunende op de wet; de wet kan men niet op zij zet ten, ook de S.D.A.P. zullen zich daarbij neer moeten leggen. Het "Burg. Armbestuur behandelt zeer serieus elk geval. Dat college is samen gesteld uit zeer deskundige leden. In elk geval kan nooit een Burg. Armbestuur in- terpellabel worden, het rust op de wet. Ook tegen opname van vakvereenigings- vertegenwoordigers heeft het Burg. Arm bestuur weinig bemoeienis. Tegen de naamsverandering behoeft het college niel afwijzend te staan, maar dat verandert niets aan het wezen. Voor de afgifte van bewijzen van on vermogen behoeven voortaan geen verkla ringen van het Burg. Armbestuur te wor den overgelegd, dat besluit is juist heden morgen genomen. Spr. vraagt: welken maatstaf willen de heeren S.D.A.P.-ers? Spr. wijst af de beschuldiging van de a rbeidersv ij andelij k- heid. Men eischt van de gemeente daden en tegelijkertijd vermindert men de in komsten. Dat is geen politiek! Wat de toonkamer aangaat, moet men toch waardeeren dat B. en W. nu de ge legenheid willen geven om inlichtingen te geven en te bespreken. Wat de promoties aangaat, is er ver schil tusschen de secretarie en de buiten diensten. In de eerste is er meer superieur werk, maar ook niet alle personeel staat op de begrooting. Het promotierecht-hek is volstrekt niet hermetisch gesloten. Voorts bespreekt spr. nog verschillende kleine opmerkingen, zoo o.a. de opmer king van den heer de Reede, dat de ka pitaalspositie gunstig moet blijven, maar dat geeft een rem tegen werken, wanneer men niet mag leenen. f Tewerkstelling van werkloozen elders en emigratie zijn moeilijke onderwerpen, die moeilijk zijn en weinig baat geven. B. en W. stellen zich voor, met een voorstel inzake de Kersttoelage te komen. Ten slotte het voorst el-van Eek inzake het verzoek aan de Tweede Kamer. Spr. merkt op, dat de Kamer zou zeggen: Lei den heeft zichzelf in de moeite gebracht. Het eene voorstel van Eek brengt de moei te en dan moet het andere er uit helpen. Wanneer men nu voorstellen doordrijft, moet men straks daarop kunnen voort bouwen. Men kan verschillend denken over de wlize van uitvoeren, maar men moet geen dolle voorstellen doen. Eerli'ke strijd is goed. maar men moet elkaar leeren waar deren. On pfn interruptie van (Vn he°r Sijtsma antwoordt spr., dat de V*ljz. Dam een verdwijnende partii is. Dp s.r> A.P. •'est d° toekomst te hebbpn. Ook dp rechter zij® m°<mt ePn toekomst te hebben. Sr>r. hoont., dat men 7®1 inzien, dat eer- liïi-e politiek noodzakeiiik is. De v o n v r i 1.1 e r drm^t een om zoo kr»'t mnjreliik 4p zim in de rpnljpk. De heer v. Eek (SDI zal trachten den wenk t"r harte tp pem°n. ofschoon in tweeden aanleg de meeningen zuiverder staan. Spr. meent dat het noodza'-eliik is om bil de behandeling der begrootinq de al- ^emeene politiek te bespreken. De ideeën door de S.DA..P. hier verdedigd, duiten aan hii de algemeene lijn door de S.D.A.P. gevolgd. Inzake de deplname aan het Dag. Be stuur herhaalt spr.. dat aan de eene zijde was aandrang in de partij, aan de andere zijde de noodzaak om voorwaarden te stellen voor het kunnen dragen der ver- antwoordeliikheid. De verwezenlijking van het socialisme is menschheid-belang, daarom dient het socialisme het algemeen belang. Deelname aan het Dag. Bestuur wil de S.D.A.P. uit billijkheidsoverweging. Spr. vraagt nader, of de raadsleden nu werkelijk de zekerheid van toegang tot de gemeenteterreinen krijgen. Zondagsoptochten niet toestaan betee- kent de soc.-dem. belemmeren in haar propaganda, daarom is de houding zoo hatelijk. Men heeft gezegd, dat de eene drang naar medezeggenschap geheel anders is dan ds andere. Accoord, maar er kan sa menwerking zijn. Spr. had gaarne het weinig beteekenende voorstel aanvaard gezien. Wat spr.'s financieele voorstellen aan gaat, heeft hij alleen een winstderving van de bedrijven voorgesteld, verhooging van de aftrek voor het noodzakelijk le vensonderhoud wordt gecompenseerd door wijziging van de progressieschaal. De be drijfsbelasting is een onschuldige ontlas ting van de zware inkomstenbelasting. Oneerlijk-zijn in deze voorstellen mag niet worden toegegeven. De kapitaalstoe stand van Leiden is gunstig, daarom kun nen werken uit leeningsgeld gerust wor den verricht. De financieele toestand van de gemeente wordt bedekt door een struis vogelpolitiek. De gegoeden moeten zwaar der worden belast, dat zal toch op den duur moeten geschieden. Over de verkiezingen zijn alle partijen hier tevreden. Dat de S.D.A.P. niet ge groeid zou zijn meent spr. met feiten te kunnen tegenspreken. De groote vraag van den tegenwoordi- gen socialen strijd is de overproductie. Al leen de gemeenschap kan ingrijpend dwingen tot werkverruiming, waardoor het verteringsvermogen stijgt. Daaraan kan de gemeente helpen, 't Is maar de vraag, welke werken. Als deze maar pro ductief zijn, Spr. betreurt dat de Chr. partijen niet willen samenwerken met de Soc.-dem. tot barmhartigheid van Overheidswege. In zake het ter hand nemen van Over heidsbedrijven staat ook de S.D.A.P. niet dogmatisch. Maar van de rechterzijde wordt onmiddellijk bij elk voorstel ge vreesd, dat een of ander particulier scha de zal lijden. In het algemeenhebben de Soc.-Dem. geen bezwaar tegen advies van B. en W. maar niet ten opzichte van de uitbreiding der commissie van Fabricage en Grond bedrijf. Hier is een conflict met de rech terzijde. De S.D.A.P. wil regel en orde, dus ook hier, en eischt daarom plaats. Tech nische gronden doen hier niet ter zake. Bij uitbreiding der comm. kan een Soc.- dem. gekozen worden. Bij uitbrengen van advies wordt de zaak vertroebeld. Obstruc tie wil de S.D.A.P. niet"; daarom legt zij zich neer bij een uitspraak dat de fractie in belangrijke commissies moet worden vertegenwoordigd en zullen dan verder prae-advies afwachten. De heer Wilmer (R.K.) meent, dat wat aangaat de medezeggenschap deze ook zal worden verkregen door de z.g.n. dienst commissies. Eventueel moeten daartoe deze commissies worden gereorganiseerd. Initiatiefdaden van de rechterzijde zijn niet noodig, omdat het college doorloo pend komt met voorstellen. Het niet benoemen van een S.D.-lid in een commissie van 3 leden had voor spr. persoonlijk een bijbedoeling omdat deze comm. is een verlengstuk, van het Dag. Bestuur. Dat was niet na overleg met de geheele rechterzijde. Spr. heeft thans bezwaar tegen de mo tie-van Eek omdat daarmede het advies overbodig wordt. Een brug om vriend schappelijk samen te werken wil ook spr. gaarne. Spr. waarschuwt tegen het streven van de S.D.A.P. om als oppositie-partij maar te eischen zonder de verantwoordelijkheid te aanvaarden en leest daartoe een citaat van Albarda voor. De heer van Stralen verheugt zich, dat het college niet geheel de woning bouw wil stop zetten. Spr. acht noodig dat B. en W. een onderzoek instellen naar den omvang van de gevolgen der intrek king van de huurwetten. Een woningbu reau is waarschijnlijk noodig. Spr. komt terug op het voorgestelde in zake de tewerkstelling van werkloozen. Spr. meent, dat stelselmatig ook in den winter schilderwerk kan uitgevoerd wor den. Verder toont hij aan, dat op verschil lend terrein winterwerk mogelijk, is. Door voortdurende aandrang komt er eenige kentering ten goed 2. Spr. noemt de ver hooging van het Schuttersveld en de ver betering van het Delftsch Jaagpad als ob jecten voor werkverschaffing. In het alge meen pleit spr. voor werkvervroeging. Ook al zou de Levendaal-demping stankverplaatsing brengen, dan nog zou spr. voor demping zijn, als object van werkverschaffing. Spr. meent, dat aandrang op eerdere uitvoering van sommige provinciale we gen noodig is. Spr, betreurt dat de wethouder op een oppervlakkigen indruk van de mogelijk heid van toeneming van werkschuwheid spr.'s voorstellen afwijst. Spr. gaat in den breede verschillende punten na en beantwoordt daarbij de op merkingen van verschillende leden. Spr, zou wenschen, die ieder die zich Christen noemt en als gisteren Dr. van Es op Christus' woorden beroept, ook deed als Christus, die een vriend der armen was. Spr. kan zijn voorstellen niet intrekken Hij wil wel deze om prae-advies in han den van B. en W. stellen. Spr. zegt, dal het Burg. Armbestuur te kleine bedragen uitkeert, dus niet de armoede bestrijdt. Spr. noemt verschillende voorheelden. Voorts komt spr. op tegen het verwijt van den heer Eikerbout dat de S.D.A.P. steeds propagandistische adressen richt. Dat de heer Grotenhuis onlangs zoo op de koffie kwam was eigen schuld. Men wist. dat B. en W. bezig waren. B. en W. hebben ernstige middenstands- belangen geschaad door weigering van Zondagmiddag-vergunningen -oor verma kelijkheden en cafë's. Spr. meent, dat de rechterzijde die steeds op de bres staat voor de middenstandsbelangen, hier ern stig de aandacht aan moet wijden. Daarna wordt te -ruim half zes de ver gadering verdaagd tot kwart over 8. Avondvergadering. Te 8.15 heropent de voorzitter de vergadering. De Voorzitter doet mededeeling van een door den heer Van Eek inge diende motie van den volgenden in houd: „De raad erkent de billijkheid, dat de sociaal-democratische raads leden als de grootste fractie in alle belangrijke commissies van den raad worden vertegenwoordigd". Spr. geeft den heer Van Eek in over weging een kleine wijziging in deze motie aan te brengen aangezien zij thans er op neerkomt, dat de rechter zijde onder het Caudijnsche juk zou doorgaan, hetgeen toch niet de bedoe ling van den beer Van Eek kan zijn. Spr. zou de motie als volgt gefor muleerd willen zien: „De raad van meening, dat billijkheid en goed be leid gebieden, dat zoo mogelijk alle be langrijke partijen in alle belangrijke commissies vertegenwoordigd zijn,ver zoekt B. en W. de verordeningen be treffende de commissies van fabrica ge en grondbedrijf in dezen geest te wijzigen". De heer Van .Eek vraagt 5 minu ten schorsing der vergadering om zich met zijn partijgenooten te beraden. Na heropening der vergadering deelt de heer V a n E c k mede, dat zijn fractie met de door den voorzitter voorgestelde formuleering der motie accoord gaat. De heer Wilmer (R.-K.)- deelt namens de rechterzijde mede, dat deze geen bezwaren beeft tegen deze motie. De motie wordt zonder hoofdelijke stemmen aangenomen. De heer Schüller (S.D.) deelt mede, dat hij niet over gebrek aan medewerking van den tegenwoordigen wethouder van fabricage, doch van dit departement onder den vorigen wethouder heeft te klagen gehad. Spr. kwam voorts op tegen de kwa lificatie der soc.-dem. voorstellen door den beer Goslinga als kiezersbedrog. De heer R o m ij n (V.B.) wees de meening van den beer Van Eek, dat de Vrijheidsbond tot de rechterzijde behoort af. De heer W i 1 b r i n k (C.-H.) kwam terug op de opmerking van den heer Verwey, dat we leven onder de dic tatuur van het kapitaal. Men kan de zen dictator gemakkelijk verdrijven door de belastingschroef wat sterker aan te draaien, doch dan komen we juist onder de dictatuur van het ka pitaal. want we kunnen het kapitaal niet missen. De heer Van Eek: 't Is wel aar dig maar 't is niet juist. De beer Wilbrink merkt tegen den heer Van Eek voorts op, dat de Christelijke barmhartigheid niet moet worden uitgeoefend door de publieke lichamen doch door de particulere personen. We moeten 't van ons zei ven aan anderen geven, niet 't van anderen nemen en dan doorgeven. Spr. acht werkverruiming alleen mogelijk door industrialisatie. De Overheid moet de ondernemers naar onze stad zien te trekken. Spr. betwist de S.D.A.P. de publie ke straat voor haar propaganda te gebruiken. Men mag immers ook niet Ev'angeliseeren op straat! Den hr. S ij t s m a (V.-D.) is door den heer Wilbrink verweten, dat hij ge ïnsinueerd zou hebben. Spr. heeft geen bedekte aantijging uitgesproken, doch zijn waardeering geuit voor den heer Meijnen en het feit geconsta teerd, dat deze door de C.-H. kiesver eeniging is weggewerkt omdat hij als wethouder der onderwijsaangelegen- heden behandelde op een wijze waar ook wij (de linkerzijde) geen bezwaar tegen hadden. Spr. heeft vanmiddag de rede van weth. Goslinga gehoord, die op een hoog peil stond, maar toch moet Spr. bezwaar maken tegen de peroratie voor de Chr. beginselen, die in den vorm van een wethouder niet op zijn plaats is. Spr. brengt, wat zijn partij betreft in herinnering, dat zij vroeger vrijwel de eenigste was die voor de arbeiders opkwam; thans zijn dit ook de soc.- democraten. Vandaar dat zijn partij geslonken is. al zou zij zonder de jongste wetswijziging nog wel 2 zetels hebben. De heer Huurman (A.-R.) kan niet zoover vooruit zien als de heer Kooistra, die wel 20 jaar in de toe komst ziet, vandaar Spr.'s opmerking zich te bepalen tot de begrooting voor 1928. De heer Kooistra heeft een pleidooi gevoerd voor erfpacht; dit zou slechts 0.90 per M. kosten. Spr. merkt daar tegen op, dat erfpacht jaarlijks terug komt en rekent voor, dat dit niet voor- deelig is bij den bouw van arbeiders woningen. Spr. huldigt B. en W. voor hetgeen bereikt is inzake de uitbreiding der stad bij Zuiderzicht. Tegen den heer Schüller merkt Spr. op, dat een motie van wènschelijk- heid beter is dan een voorstel; als de heer Schüller inet moties kwam, was dit verstandiger dan nu hij met voor stellen komt. Dan konden B. en W de kosten berekenen en de gevolgen overzien. Spr. wijst den heer Van Stralen er op, dat zijn voorstellen wel 9 nummers zijn, doch dat het aankomt op daden. Men wil het Levendaal dempen en zegt: het heeft daar nu zoo lang ge stonken, laat nu het Rapenburg maar eens stinken. Het is toch wel een on bekookt voorstel als men geen reke ning houdt met de gevolgen. De heer Van Stralen zgt: het is niet uitgemaakt dat de stank ver plaatst wordt. De heer Huurman is van mee ning. dat men zoo'n voorstel niet mag doen, als men niet weet wat dé gevol gen zijn. De heer Eikerbout (A.-R.) hand haaft tegen Weth. Goslinga zijn voor stel inzake verlaging van den gas- prijs. Men moet geen spaarpot vormen van de winsten om die dan over enkele jaren voor sociale doeleinden aan te wenden. Spr. zou den heer Goslinga willen vragen: wat is een matige winst? 500.000 is toch zeker wel zen matige winst? Dat de gezinstoelage bij den steun den prikkel tot arbeiden wegneemt ontkent Spr. Wanneer men niet met feiten kan aantoonen, dat iemand on willig is om te werken, mag men dit niet veronderstellen; doch is hij on willig, laat men hem dan den steun weigeren. Wat de opneming van vertegen woordigers der vakorganisaties in het Burg. Armbestuur betreft, raadt Spr. B. en W. aan eens een proeve daar mee te nemen. Tegen den heer Van Eek merkt Spr. op, dat er geen principieel verschil is tusschen 1 of 2 wethouders in het col lege. Ook een soc.-dem. wethouder dient in het college het „kapitaal". Het argument, dat de S.D.A.P. een groote partij geworden is, zegt in dit verhand niets. Spr. is niet tegen medezeggenschap, doch wijst er op, dat men in het par ticulier bedrijf dikwijls nog niet toe is aan overleg inzake loonen en arbeids voorwaarden. Daarom zal Spr. voor alsnog zijn stem niet aan dit voorstel geven. Wat de aantijging van den heer Van Stralen tegen den heer Groten huis betreft, wijst Spr. de beschuldi ging af dat de Chr. arbeiders zich aan naargeestige concurrentie zouden heb ben schuldig hebben gemaakt. Uit de notulen is te bewijzen, dat deze zaak is voorbereid met de bedoeling haar in den Raad te brengen zoodra de nieuwe raad zich zou geconstitueerd hebben. Aan naargeestige concurren tie maken zich wel de heer Van Stra len en zijn partijgenooten schuldig, zooals Spr. aantoont met den Kerst toeslag, een zaak die door Weth. San ders werd voorbereid, hetgeen men wist, terwijl men toch deze zaak bij B. en W. aanhangig maakte. Het is ook niet juist, dat de Chr. ar beiders in onze partij voortdurend knievallen moeten doen, en dat zij geen ruggegraat hebben. Zeker, het kan bij ons wel eens rooken, en er wordt wel eens een hartig woordje gesproken, maar de Chr. arbeiders hebben in de Kiesvereeniging de vrij heid fier en frank voor hun overtui ging uit te komen. De heer K o o i s t ra (S.D.) heeft zich geërgerd aan de godsdienstige woor den die hier gesproken zijn door de heeren Wilbrink en Van Es. De laatste wil de werkloozen, die 13 uitkeering krijgen, afschepen met: „Zoek eerst het Koninkrijk Gods en alle. andere dingen zullen u toegeworpen worden". Wat kunnen de menschen die honger hebben daarvoor in een bakkerswin kel koopen? Zoo haalt men den-gods dienst omlaag. De heer Groene veld (S.D.) komt nog op enkele verkeerskwesties nader terug. Tegen den heer Wilbrink merkt Spr. op dat de straat is het eigendom van de geheele bevolking, zoodat binnen zekere grenzen ieder daar van gebruik mag maken overeenkom stig zijn opvattingen. Spr. heeft b.v. ook geen bezwaar tegen Evangelisa tie op sraat, doch laat men ons dan ook vrij laten. De heer Bergers (R.-K.) zegt dat de middenstanders niet staan tegen over de arbeidersbeweging, want de middenstand heeft belang bij een koopkrachtige arbeidersklasse. De heer Heemskerk (R.K.) is door het antwoord van den wethou der betreffende de steunverleening niet bevredigd. Ook de afwijzing door den wethouder van het voorstel-El kerbout tot verlaging der "gasprijzen acht Spr. niet juist. Tegen den heer Spendel wijst Spr. op het onderscheid tusschen armlas tigen eenerzijds en anderzijds werk- looze hoofd- en handarbeiders, die er niet spoedig toe komen zich hij instel lingen van weldadigheid aan te mel den, ook niet voor schóolkindervoe- ding en -kleeding. De heer Baart (S.D.) oefent o.a. critiek op het niet toelaten door den Voorzitter van een vertegenwoordiger van den politie-vakbond tot een con ferentie. Spr. heeft de aandacht gevestigd op den ongebonden tostand, dat van de drie controleurs bij den dienst van Soc. Zaken de een 2200, de ander 1800 en de derde 4 per dag ver dient, terwijl zij 't zelfde werk doen. Wil wethouder Goslinga aan deze zaak zijn aandacht schenken? De heer Par men tier (A.-R.) wil uts zeggen naar aanleiding van wat de burgemeester gisteravond aller eerst gezegd heeft. Spr. is ook vol lof voor de mooie rede van den heer Van Eek, doch heeft er bezwaar tegen, dat de raad aldus Tweede-kamertje gaat spelen. Als we een geloofsbelijdenis moeten doen, zooals de heer Van Eek zijn geloof in het dogma van de Over heidsbemoeiing beleden heeft, zouden ook de andere partijen volgend Jaat* hun beginsel moeten ontvouwen. De heer Kooistra heeft zich op minderwaardige wijze geuit over de woorden van den heer Van Es. De hr. Kooistra vraagt het woord voor een persoonlijk feit. De heer Parmentier maakt er bezwaar tegen, dat de heer Kooistra zegt: Ga met dat praatje naar een bakker, wanneer 't een geloofsover tuiging der rechterzijde betreft. Spr. zou van den voorzitter willen hoorep. of deze het afleggen van geloofsbelij denissen in den raad juist acht. De heer Kooistra (S.D.) licht.zijn woorden nader toe. Hij respecteert iedere geloofsovertuiging en heeft geen minderwaardige dingen gezegd De heer De Reede (C.-H.) zegt, dat we niet mogen spreken van een dictatuur van het kapitaal nu we zulk een respectabele reeks sociale wetten hebben. De heer Eikerbout heeft de bedrijfs winsten indirecte belastingen ge noemd, doch in dit opzicht is de heer Eikerbout twintig jaar bij zijn tijd ten acher. Spr. wijst op de vermeerdering der gemeenteschulden in de laatste jaren. De heer Verwey (S.D.) ziet om des tijds wil van het woord af. De heer T e p e (R.-K.) weth., geeft den heer Sijtsma de belofte de zaak der salarissen nog eens onder de oogen te zien. waarna de heer Sijtsma zijn voorstel intrekt. De heer Goslinga (A.-R.), wet houder, heeft met het woord „kiezers bedrog" niets beleedigends bedoeld. Spr. wil trachten een christelijk-de- mocratische politiek te geven en wijst de beschuldiging van conservatisme af. Met de inkomstenbelasting zittén wé thans aan den top; verlaging dér tarieven heeft tot gevolg, dat we in de toekomst tot verhooging der belasting moeten komen. Daarom is het uiterst onvoorzichtig, aan de matige tarieven te tornen en die te verlagen. Spr. waar schuwt ernstig daartegen. Onze tarie ven kunnen immers den toets der cri tiek doorstaan; zij zijn niet hodger. dan in andere steden. Spr. wijst er voorts op, dat aan de kleine verbrui kers niets verdiend wordt; de Winst komt van de groote verbruikers. De heer Van Stralen heeft een vraag gedaan inzake het onderzoek naar huurverhoogingen. Het college van B. en W. is bereid klachten daaromtrent in ontvangst te nemen en zal diligent zijn. B. en W. hebben geen bezwaren te gen prae-advies op de voorstellen van den heer Van Stralen inzake steun verleening, mits dit niet aan een ter mijn gebonden worde, al behoeft het daarom ook nret te lang te duren.' Met de beschouwingen van, den heer Van Stralen over armenzorg kan Spr. als A.-R. niet meegaan, al is daarom eenige samenwerking tusschen de S.D.A.P. en het Burgerlijk Armbe stuur wel mogelijk. Over het algemeen komen niet de arbeiders, doch Wel andere menschen bij het Burg. Armb. Spr. heeft een drietal ondeugden in de stad opgemerkt bij zijn arbeid voor het B. A.: alcoholisme, luiheid en on tucht. Afwijzen is dikwijls barmharti ger dan het verschaffen van geldelij- ken steun. Armenzorg en vakbeweging zijn twee geheel verschillende terrei nen. De menschen van de vakbeweging hebben niet overal verstand van; er moet arbeidsverdeeling zijn naar ieders aanleg. Spr. ontraadt ernstig aanneming van het voorstel-Elkerbout. De Voorzitter beantwoordt nog enkele vragen, die hem gesteld zijn. Over het terrein Zuiderzicht zijn on derhandelingen gevoerd, doch Spr. verzoekt het voorstel van B. en W. daaromtrent af te wachten. Aan den heer Parmenier antwoord Spr.. dat hij geen bezwaarheeft tegen het afleggen van politieke geloofsbe lijdenissen van tijd tot tijd. Daarna bracht de voorzitter de voor stellen en moties in stemming. VoVorstel van den heer Van Eek. tot verlaging van de tarieven van gas en electriciteit. Verworpen me 21 tegen 10 stemmen (de S.D.A.P.) Voorstel van den heer Eikerbout om op den gasprijs boven de 15 M3. een reductie van een cent te verleenen. Verwkorpen met 17 tegen 14 stem men (de S.D.A.P.. de R,-K, van Tol, Manders en Heemskerk en den A,-R, Eikerbout), Voorstel van denheer Van Eek om bij de Tweede Kamer aan te dringen op spoedige afdoening van de zaak der financieele verhouding Rijk en gemeenten. Verworpen met 20 tegen 11 stem men (de S.D.A.P. en den V.-D.) Voorstel van den heer Eek om de raadscommissies ook toegankelijk te maken voor vertegenwoordigers van het personeel der bedrijven Met dezelfde stemmenverhouding verworpen. Voorstel van den heer Van Eek tot verhooging van de som voor noodza kelijk levensonderhoud inzake de in komstenbelasting. Verworpen met 21 tegen 10 stem men (de S.D.A.P.). Voorstel van den heer 'Van Eek tot invoering van een belasting op de bouwterreinen. Verworpen meet 21 tegen 10 stem men (de S.D.A.P.). Voorstel van den heer Van Eek tot wederinvoering der zakelijke bedrijfs belasting. Verworpen met 20 tegen 11 stem men (de S.D.A.P. en den V.-D,), Voorstel van den heer Van Eek tot het instellen van een levensmiddelen - bedrijf. Verworpen met 21 tegen 10 stem men (dè S.D.A.P.). Motie van den beer v. Eek tot ver

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 6