CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
a"» JAARGANG VRIJDAG 2 DECEMBER 1927 NUMMER 2298
Bureau: Hooigracht 35 Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalI 2.50
Per weekf 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Dit nummer beslaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
CECILIA HANSEN.
„Bach, de koninklijke zanger van
het lichtende leven" hebben we hier.
of daar gelezen. Deze gedachte maak
te zich van ons meester bij het aan-
hooren van de Partita in a-mol, waar
mee de geniale violiste, Cecilia Han
sen, gisterenavond haar programma
begon. En dat geldt wel in bet bijzon
der van deze Partita. Maar niet van
het „lichte" leven. Lichtend is voor
Bach het leven, wanneer zijn ziel haar
vreugde uitzingt, welke altijd door-
tinteld is van zijn onwrikbaar gelooi.
En daarom is die vreugde altijd in
houdrijk en nooit een roes. Maar daar
om ook eischt hij van den vertolker
zijner muziek veel meer dan techni
sche meesterschap over het instru
ment. Eerst als die technische be-
heersching er is. kan de ziel tot haar
recht komen. Dan eerst krijgt het
klankenornamentiek, dat de architec
tonische hoofdgedachten van dezen
Laat-Gothieker vult en omslingerd
met wingerdranken en korenaren, zin
en wijding. Het is moeilijk de vlam
mende haard van dezen heros der
toonkunst op te doen gloeien, zoodat
het auditorium zich werkelijk ver
warmt aan het vuur, dat in Bach gloei
de. Wij dachten in den aanvang, dat
het Cecilia Hansen niet gelukken zou.
Onmiddellijk trof haar sympathiek op
treden, haar gratie van stokvoering,
haar nobele toonvorming, haar be-
heersching van het passagespel, alles
wat men wil. Maar na een aantal ma
ten kwam er meer innerlijk licht en
weldra een passage van verinniging,
die aangrijpend mooi werd vertolkt.
En zoo waren er in dit Baeh-oeuvre
meerdere lichtende momenten, die
„a joy for ever" werden en genoten we
over het geheel een gave vertolking.
Geheel op dreef was de violiste in
het volgende nummer: Concert in a-
mol van den Hongaar Carl Goldmark.
(18301915). Goldmark was als com
ponist geen ster van de eerste grootte
Zijn werk is ietwat oppervlakkig,
maar wat de compositie te kort schoot
werd hier vergoed door het heerlijke
spel der violiste.
Het breed uitgesponnen Allegro mo
derato vangt aan met een passage in
marschtempo, vertolkt door den pia
nist, de heer Boris Zakharoff. Dan
volgt boven de zich onmiddellijk te
rugtrekkende begeleiding het lieflijk
cantilene van de violiste, breed uitge
zongen, echt Hongaarsch, dweepend
elegisch en diep mijmerend. Maar uit
de elegie verheft zich de passie; er
komt spanning; ze versterkt zich, zet
uit. Toonguirlandes slingeren zich als
roode rozen in de volle weelde van
den open bloei; ge ziet ook violen met
diepe fluweelbruine harten en het
brons van het zomergroen en alles om
licht en verheerlijkt door het zinde
rend goud van den hemel. En dan
voert ze in de diepte van het woud,
waar de stilte is en de mijmering en
het heimwee zucht met stille snikken
En 't subliemespel der violiste wordt
door den pianist niet begeleid in den
gewonen zin, het wordt er door om
vlochten, verheerlijkt. Hij steunt het,
hij omglanst het met zijn eigen ont
roering; het wordt een poëtische een
heid. waarbij de stem van het kla
vier de innerlijke ontroering' van het
auditorium opvangt en de violiste
mee omluistert. Zelfvergeten speelt
deze voort en transformeert het Alle
gro tot een aangrijpend gedicht, dat
de spanning steeds krachtiger op
voert.
Met prachtige concentratie wordt
daarna de Aria ingezet en wij door
leven het tintelend purper van deze
tonen, diep gloeiend en dan weer ver-
bleekend tot goudig rose. Het derde
deel, het Allegretto geeft de violiste
gelegenheid in breede cadenzen haar
octavenspel, haar dubbel-grepen, chro
matische gangen, trillers en flageolet
ten te doen bewonderen, en herinnert
er ons aan, dat ondanks het schitte
rend spel, de compositie toch wel wat
hol is, meer vuurwerk, dan een diep-
muzikale inhoud.
Na de pauze een Suite van den jon
gen Oostenrijker Erich Korngold, pro-
gramma-muziek zonder veel diepte.
Vervolgens twee „Slavische Tanz-
weisen", van Dvorak, bewerkt door
Kreisler.
Xreisler heeft tal van kleine werken
van verschillende componisten be
werkt en wat hij met zijn hand aan
raakte, is altijd uit violistisch oog
punt een klein meesterwerk geworden
Zoo ook deze danswijzen.
Nog werden twee kleinere werkjes
ten beste gegeven: „Wellenspie!" van
Grasse, wel fijn, en: „Rondo des La
tins", van Bazzini. Al deze werken na
de pauze gaven de violiste gelegen
heid haar technische meesterschap U
loonei» Zij werden brillant gespeeld
en Boris Zakharoff begeleidde haar
ook 'hierin voortreffelijk op den mooi-
en Steir.way-vleugel uit Benclers ma
gazijn.
Al deze muziek verblindt meer dan
zij onlroert. Wij voor ons hadden het
programma gaarne wat anders zien
samengesteld Maar de ovatie, welke
de kunstenares werd gebracht, was
zeer zeker welverdiend en werd we-
dj-rkeeng beloond met een toegift.
Wij mogen het Concertbureau l)r.
De Koos dankbaar zijn voor dezen
avoiiti.
DE FLORES-FILM.
Men schrijft ons:
Zeg, neb je t belangrijk nieuws
al gehoord?
Wat nieuws?
De Flores-film komt binnenkort
ook hier.
Dien naam heb ik al dikwijls ge
hoord en gerezen. Maar is dat dan
iels zoo bijzonders?
Ja, ik noem dat iets zóó héél
bijzonders. Die film geeft je toch ns
rurci wat anders dan die flauwe, alle-
daagsche bioscoopproductenge
steld tenminste dat je de bioscoop be
zocht.
Daar heb je nu wel gelijk in
En juist daarom maken films
van 'n heel ander genre tegenwoordig
zooveel opgang. Zelfs Zendingstilms
hebben de sympathie van t bioscoop
publiek op vele plaatsen al gewonnen.
Maar dan zal toch die Flores-
film iets heel aparts moeten wezen;
mijn ondervindingen tenminste zijn
(wat dit soort films betreft) eenigs-
zins teleurstellend.
Mogelijk. Maar luister dan naar
mijn raad en ga a.s. week eens naar
die film kijkenè
Heb jij ze gezien?
Ja, en wel verschillende keeren.
En sindsdien verwondert 't me niet,
dat ze overal zoo'n succes heeft. In
de drie groote steden is ze 171 maal
vertoond. In Eindhoven waren er
10700, in Den Bosch 110Ó0 bezoekers.
Daar werd in de kranten meegedeeld,
dat zelfs de beste films er niet langer
draaiden dan drie dagen; de Flores-
filin draaide er, in 7 dagen tijds, 17
keer. In Utrecht was 't den eersten
dag gewoon een stormloop; 3550 be
zoekers! Honderden moesten dien dag
teleurgesteld naar huis terug
Dat zegt nog al wat.
Welzeker doet 't dat. En wat 't
meest opvalt: die film maakt reclame
voor ziel:- zelf. Ben je er eenmaal ge
weest, je wil er den volgenden avond
nog ns heen met een of andere ken
nis. Dan geniet je van de verzekering
die ze je geven: „Daar hebt u toch ge
lijk gehad; die film is werkelijk eenig"
Weet je precies, wanneer ze hier
te zien is?
Ja zeker, ze draait van 12 tot en
met 18 Dec. in de Foyer van de Stads
gehoorzaal.
Nou, dan ben ik van de partij.
Bonjour!
MODERNE FABRIEKSORGANISATIE
Op uitnoodiging van de Leidsche
Studentenvereniging voor Sociale
Lezingen heeft gisteravond de heer
J. A. E. Verkade uit Zaandam in de
studentensociëteit Minerva een voor
dracht gehouden over: Moderne fa-
brieksorganisatie.
Spr. zeide, dat hij meer in het bij
zonder zou treden in een beschouwing
over de wijze, waarop met het fa-
briekspersoneel dient te moeten wor
den omgegaan en daarbij tevens een
en ander zou mededeelen omtrent de
leiding ervan.
De leiding van het fahrieksperso-
neel is, aldus spr., een zuiver indivi-
dueele zaak. Geen recept of voorschrift
kan in deze worden gegeven. De. in
zichten van twee leiders kunnen ge
heel uiteenloopen en toch kunnen zij
ieder voor zich uitstekende resultaten
met hun personeel bereiken. Vooral
dient ook rekening te worden gehou
den met de streek, waar de onderne
ming gevestigd is, daar er volgens spr.
een groot onderscheid bestaat tus-
schen arbeiders uit verschillende dee-
len des lands.- De mentaliteit van de
arbeiders, die in Twente wonen of in
Noord-Brabant, is bijna niet te ver
gelijken met die van de bewoners der
lage Zaansche landen. De eersten
leven veel dichter bij de natuur, ter
wijl de laatsten een oude traditie
hebben van persoonlijke vrijheid en
onafhankelijkheid, overgebleven uit
de oude windmolen-dagen.
Welke de resultaten ook zijn mo
gen, die de individueele werkgevers
bereiken, navolgen van elkanders
doen en laten behoort vrijwel tot de
onmogelijkheden. Iedere leider van
fabriekspersoneel zal zijn eigen weg
moeten zoeken, al kan hij nu en dan
met de ervaringen van andere zijde
zijn voordeel doen. Dit is een der re
'enen waarom het dwingend regelen
van fabrieksvertegenwoordiging' of
andere zoogenaamde sociale instel
lingen zooveel tegenkanting onder
vindt.
Industrieelen, zooals Van Marken
en Stork hebben in de 80-er jaren veel
bereikt door de manier, waarop zij
met hun volk omgingen, en toch, al
hoewel er overeenkomst was in hun
methoden, was de uitvoering in vele
opzichten verschillend. Eén punt heb
ben echter alle vooraanstaande leiders
met elkaar gemeen en wel: De waar
achtige wensch om hunne medemen-
schen te dienen.
Spr. behandelde hierna de vraag
uit welk milieu de goede leidei'9 veel
al voorkomen. Volgens den Ameri-
kaanschen statisticus Belson uit Bos
ton worden zij het meest gevonden in
eenvoudige huisgezinnen met niet te
veel kapitaal, cloch waar een zuivere
geestelijke atmosfeer heerscht. Door
den onderwijzer worden dergelijke
jongelieden gedurende de schooljaren
vaak bestempeld als „lastige jongens"
die wel kunnen maar niet willen.
Spr. ging hierna in het kort de ont
wikkeling van het vakvereenigings-
wezen na en wees er op, dat deze be
weging daarom zulk een goeden
voedingsbodem vond, omdat niet vol
doende was voortgebouwd op de voor
uitstrevende gedachten van een Van
Marken of een Stork.
Het zwaartepunt van de moderne
fabrieksleiding ligt volgens spr. in
een vraag, hem eens door een Ameri-
kaanschen vriend gesteld, toen hij
zich beklaagde over de weinige waar
deering van de arbeidersklasse. Over
deze vraag: „Houdt gij van men-
s^hen?", die hem zeer had getroffen,
had spr. veel nagedacht en haar me
nigmaal besproken met vooraanstaan
de leiders van Amerikaansche en
Europeesche industrieën. De overtui
ging was tenslotte bij hem komen vast
te staan, dat men eigenlijk nooit als
leider in een onderneming volko
men succes kan hebben, zonder een
uitgesproken gevoel van liefde jegens
de medemenschen.
Spr. behandelde daarna als voor
beeld de werkmethoden 'van twee
succesvolle leiders van industrieën in
Amerika, John Leitch en Arthur Nash,
welke laatste een personeel heeft van
meer dan 5000 man. Beide regelen
hun zaken in algeheel overleg met hun
personeel. Spr. deed uitkomen, hoe
volgens deze fabrikanten uitstekende
resultaten konden worden bereikt,
zoowel wat betreft de houding tegen
over de leiding als de productiviteit
der arbeiders, zonder dat er eenige
dwang op hen behoefde te worden uit
geoefend. Voor het verkrijgen van een
dergelijken toestand stellen zij echter
als eerste voorwaarde, dat de leider
bereid moet zijn voortdurend acht te
geven op wat strekken kan tot groo-
tere ontwikkeling van zijn medewer
kers, omdat men slechts kan ontvan
gen, wanneer men zelf bereid is be
langloos te geven.
Spr., die deze tactiek op zijn fabrie
ken toepast, heeft daardoor con ver
houding tusschen de leiding en de ar
beiders weten te doen ontstaan, die
niet alleen bevredigend is, maar haar
uiting vindt in wederzijdsche waar
deering.
ZENDINGSBIDSTOND.
Gisteravond is in cle Oosterkerk een
Zendingsbidstond gehouden, uitgaan
de van de Hulpvereeniging van den
Geref. Zendingsbond en waarbij als
voorganger optrad Ds. S. van Dorp,
Ned. Herv. predikant te 's-Gravenhage
De bijeenkomst werd geopend met
het zingen van Psalm 33 6, waarna
Spr. Psalm 72 las, het votum uitsprak
en vervolgens voorging in gebed.
Nadat nog gezongen was Ps. 22 12
en 14, wees Spr. in zijn inleiding erop,
dat het ten allen tijde onder de men-
schen voorgekomen is dat zij op ver
schillende manieren poogden zich
een naam te maken. Dit is reeds be
gonnen ten tijde van dei torenbouw,
zooals ons beschreven is in Gen. 11.
Anderen willen zich een naam maken
in Kerk of Staat, ja zelfs ook in de
Zending. Er zijn ook wel mensehen
geweest, die door minder goede din
gen hun naam trachten te vereeuwi
gen, waarvan Spr. als voorbeeld
noemde Ilerostratus, die in den nacht
dat Alexander de Groote geboren werd
den tempel van Diana te Efeze in
brand stak.
Spr. gaf zijn hoorders den raad zich
een naam te maken op cle wijze als is
aangegeven in zijn tekst van heden
avond, Psalm 72 17, waar staat:
„Zijn Naam zal zijn tot in eeuwig
heid: zoolang als er de zon is, zal zijn
naam van kind tot kind voortgeplant
worden; en zij zullen in hem gezegend
worden, alle heidenen zullen hem wel
gelukzalig roemen'.
Spr. merkte op, dat de 72ste Psalm
tot de schoonste en meest geliefde der
Psalmen behoort, die zoowel in de sa
menkomsten lier gemeente, als in de
ezinnen bij voorkeur wordt aangehe
ven. Het is ook een Zendingspsalm
bij uitnemendheid, zooals Spr. nader
aantoonde. Volgens sommigen zou
deze Koningspsalm van David, vol
gens anderen van Salomo zijn.
Spr. bepaalde zijn hoorders dezen
avond bij den Naam des Heeren en
behandelde achtereenvolgens:
le. het voortplanten van dien Naam;
2e. het gezegend worden in dien
Naam;
3e. het zich verblijden in dien Naam.
In verband met deze 3 punten hield
Spr. eene schoone en ernstige predi
katie, welke met aandacht werd ge
volgd.
Als tusschenzang werd Psalm 72 6
en 9 gezongen terwijl inmiddels werd
gecollecteerd voor de onkosten van
deze samenkomst, die meer bedroegen
dan gewoonlijk, aangezien het kerk
gebouw thans was verwarmd.
De bijeenkomst werd gesloten met
dankgebed en het zingen van Psalm
72 10, terwijl bij het verlaten van
het kerkgebouw een collecte voor de
Zending zelve werd gehouden.
De opkomst was bevredigend.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Huissleutels, handschoenen, porte-
monnaie met inhoud, portemonnaie
(ledig), gouden broche, stallantaarn,
zakmes, jongensregenjas, kindertascli
je, horlogedeksel met glas, rijwielbe-
lastingplaatje in etui, rijwielbelas-
tingpaatje, Leidsch jaarboekje, dames
ceintuurs, vulpenhouder, zilveren ro
zenkrans in etui, 3 koperen roeden
(elk 4 Meter lang), rozenkrans, klu
wen zijde met haakpen, doublé da
meshorloge in nikkelen armband,
bruin bontje, pakje inb. haarspelden
en knoopen, gouden broche met roo-
den steen, darnestaschje met inhoud,
auto-nummerplaat H 23374, nieuwe
grijze pet, portefeuille inh. foto's, R.-
K. kerkboekje in etui, 4 cokes-bonnen,
zwart gehaakt darnestaschje inh.
huissleutel, poppenmuts, bagageriein,
motorhandschoen, damesparapluie,
patrijsraampje, gladden gouden arm
band, wandelstok, cigarettenkoker,
pakje inh. kindergoed, baal meel. rij
wielreflector, rijwieltaschje van Hol-
lemans, 1/10 lot Witte Stad, grijze
shawl, pakje zeeppoeder, duimstok,
tabakspijp, gymn. schoen, doublé da
meshorloge aan elastiek bandje, zwart
lederen kinderschoentje, 3 pakjes zak
doeken, windkap van een rijwiel,
bankbiljet 10, honden.
Gevonden in het Postkantoor:
Vulpenhouder.
Gevonden in de Electrische Tram
(Stad8lijn): Damesparapluie, porte
monnaie met inhoud.
Terug te bekomen en inlichtingen
te verkrijgen ten politiebureele alhier
eiken werkdag, behalve Donderdag
en Vrijdag, tusschen 1 en 3 uur nam.
Bij de Blauwpoortsbrug had gis
teren een aanrijding plaats tusschen
een auto, bestuurd door G. B. en de
wielrijdster Mej. C. C. Het voorwiel
van het rijwiel werd totaal vernield
Mej. J. v. K., uit Noordwijk, kwam
gisteren door onvoorzichtigheid bij
het instappen van een trein op liet
station alhier te vallen. Ze klaagde
over pijn op verschillende plaatsen.
Een ontboden geneesheer kon even
wel geen letsel constateeren.
De 60-jarige mej. L. M. kwam
gisteren bij het instappen van een tram
te vallen, waardoor ze eenige schaaf
wonden opliep maar toch na eenisen
tijd haar weg weer kon vervolgen.
DE BEGROOTING VOOR 1928.
I.
Het algemeen clebat.
Maandag' a.s. zal de Leidsche Ge
meenteraad weer de begrootingsbe-
handeling aanvangen.
Gaat het als andere jaren dan zien
wij op dien dag en de volgende da
gen een strijd die zich nagenoeg uit
sluitend beweegt op het terrein ook
reeds in de secties bewandeld.
Wie het algemeen verslag en de Me
morie van Antwoord gelezen had kon
zoo ongeveer van tevoren bepalen wat
de algemeene beschou ingen, ja zelfs
wat de artikelsgewijze behandeling
brengen zou.
Voor een goed deel is dit juist Im
mers in de afdeelingen, de secties,
heeft men geen voeling met elkander.
Men onderzoekt de begrooting onaf
hankelijk van het parLijverband. Na
tuurlijk is over enkele hoofdlijnen
gesproken, maar het dieper inzicht,
dat vaak komt als men de opmerkin
gen van anderen hoort, dat heeft men
vóór de sectievergadering niet. Wan
neer dus het openbaar begrootings-
debat alleen geeft een breedere uit
eenzetting van die punten die mis
verstaan zijn, of ook die punten in het
debat betrekt, die onvoldoende aan
dacht ontvingen, hoiwel zij even aan
geroerd werden, dan is een tweede
behandeling geheel op zijn plaats.
Niet juist achten wij een bèhande-
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/» cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
De Tweede Kamer nam een motie
aan die aandringt op een wettelijke
regeling van de werkloosheidsverze
kering.
Van Cauwelaert over de Neder*
landsch-Belgische betrekkingen.
Bollenland
Motie van vertrouwen in de regee-
rlng-Jaspar aangenomen.
Spoorwegstaking in Saksen.
Geruchten over een conferentie
Briand-Mussolini-Chamberlain.
Het einde der voorbereidende ont*
wapeningsconferentie wordt heden ol
morgen verwacht.
IIPillII-—Ill
ling, waarbij* telken jare propaganda
wordt gemaakt voor bepaalde wen-
schen, een propaganda, vaak gevoerd
door meer dan één lid van de partij
die dit wenscht, voor zaken die men v.
tevoren weet dat zij door de meerder
heid van den Baad niet begeerd wor
den. Natuurlijk wil dit niet zeggen dat
men daar geheel van zwijgen moet.
Integendeel telken jare kunnen deze
wenschen in de afdeelingen herhaald
worden. Maar in de openbare raads
vergaderingen krijgt een dergelijk
herhalen het karakter van spreken
voor de tribune.
De raadsleden die dit doen, verla
gen misschien zijn ze zich daarvan
niet bewust het College tot een on
dergeschikte positie. De raad toch is
een r e g e e r college. Juist in de vast
stelling van de begrooting, die geheel
staat tot de competentie van den raad,
dus geheel anders dan de landsbe-
grooting in de Staten-Generaal be
handeld wordt, komt deze regeer
macht aan het licht. DaaTin moet de
Raad de geheele burgerij vertegen
woordigen, maar is daarvan geen
rekenschap verschuldigd. Of de raad
in die regeermacht gehandeld heeft
naar den wensch der burgerij zal bij
de eerstvolgende verkiezing wel blij
ken. Tot zoolang kan, noch mag de
burgerij over de begrooting gaan, en
is ook een behandeling alsof aan die
burgerij rekenschap verschuldigd was
verkeerd.
In den regel heeft het begrootings-
debat dan ook van zekere zijde alleen
propagandistische waarde.
Daarentegen is de begrooting niet
alleen een lijst van toegestane credie-
xen aan het uitvoerend College, maar
ook een program van gemeentelijke
bemoeienis. Als zoodanig staat de be-
grooting van één jaar niet op zichzelf.
Reeds de inrichting houdt rekening
inet het loopende en met het voor
gaande jaar door de cijfers van de ra
ming van het loopende jaar en de uit
komst van het voorgaande jaar te
vermelden. Technisch noodig lijkt ons
dat de toelichting in de meeste geval
len den blik nog verder terugwerpt
en minstens een drietal jaren over
ziet, terwijl deze tevens ook den blik
op de toekomst moet richten. Zoo ver
krijgt de begrooting het karakter van
een program van actie.
Do groote lijn*
Wij betreuren het nog steeds dat do
begrooting van Leiden zoo weinig die
groote lijn te zien geeft. Zij geeft te
veel den indruk een copie van de voor
gaande te zijn, bijgewerkt naar de be
hoefte van het oogenblik. Daartegen
zou geen bezwaar zijn als er een pro
gram van urgentie bestond waarin de
raad zichzelf een weg aangaf, ofschoon
wij van meening zijn, dat dit te ver
werken in de begrooting de beste weg
is.
Deze groote lijn is noodig, niet voor
de burgerij, want dan zou het element
van verantwoording er weer in ko
men, maar de raad heeft het zelf
noodig. Een college van gemengde
samenstelling moet komen tot een
bepaald accoord van samenwerking.
Dat accoord van samenwerking ligt
naar onze meening in de begrooting.
Eveneens betreuren wij dat noch
uit het algemeen verslag, noch uit de
Memorie van Antwoord, voldoende
duidelijk wordt dat de raad deze be
hoefte gevoelt. In de secties waren
het opmerkingen die herhaaldelijk
gemaakt zijn en in het antwoord van
B. en W. een verwijzen naar vorige
jaren, maar een bepaalde lijn wordt
niet aangewezen.
Achtereenvolgens worden in liet lij
vige stuk behandeld: 1. Gemeentebe
stuur; 2. Financiën in het ajgeimon;
3. Belastingen; 4. Bedrijvei: 5. Leiden
als woonstad, verkeer; 6. Volkshuis
vesting; 7. Werkloosheid, werkver
schaffing, werkverruiming; 8. Onder
wijs; 9. Politie; om daarna de korte
opmerkingen artikelsgewijze af te