CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN a"» JAARGANG VRIJDAG 2 DECEMBER 1927 NUMMER 2298 Bureau: Hooigracht 35 Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaalI 2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Dit nummer beslaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. STADSNIEUWS. CECILIA HANSEN. „Bach, de koninklijke zanger van het lichtende leven" hebben we hier. of daar gelezen. Deze gedachte maak te zich van ons meester bij het aan- hooren van de Partita in a-mol, waar mee de geniale violiste, Cecilia Han sen, gisterenavond haar programma begon. En dat geldt wel in bet bijzon der van deze Partita. Maar niet van het „lichte" leven. Lichtend is voor Bach het leven, wanneer zijn ziel haar vreugde uitzingt, welke altijd door- tinteld is van zijn onwrikbaar gelooi. En daarom is die vreugde altijd in houdrijk en nooit een roes. Maar daar om ook eischt hij van den vertolker zijner muziek veel meer dan techni sche meesterschap over het instru ment. Eerst als die technische be- heersching er is. kan de ziel tot haar recht komen. Dan eerst krijgt het klankenornamentiek, dat de architec tonische hoofdgedachten van dezen Laat-Gothieker vult en omslingerd met wingerdranken en korenaren, zin en wijding. Het is moeilijk de vlam mende haard van dezen heros der toonkunst op te doen gloeien, zoodat het auditorium zich werkelijk ver warmt aan het vuur, dat in Bach gloei de. Wij dachten in den aanvang, dat het Cecilia Hansen niet gelukken zou. Onmiddellijk trof haar sympathiek op treden, haar gratie van stokvoering, haar nobele toonvorming, haar be- heersching van het passagespel, alles wat men wil. Maar na een aantal ma ten kwam er meer innerlijk licht en weldra een passage van verinniging, die aangrijpend mooi werd vertolkt. En zoo waren er in dit Baeh-oeuvre meerdere lichtende momenten, die „a joy for ever" werden en genoten we over het geheel een gave vertolking. Geheel op dreef was de violiste in het volgende nummer: Concert in a- mol van den Hongaar Carl Goldmark. (18301915). Goldmark was als com ponist geen ster van de eerste grootte Zijn werk is ietwat oppervlakkig, maar wat de compositie te kort schoot werd hier vergoed door het heerlijke spel der violiste. Het breed uitgesponnen Allegro mo derato vangt aan met een passage in marschtempo, vertolkt door den pia nist, de heer Boris Zakharoff. Dan volgt boven de zich onmiddellijk te rugtrekkende begeleiding het lieflijk cantilene van de violiste, breed uitge zongen, echt Hongaarsch, dweepend elegisch en diep mijmerend. Maar uit de elegie verheft zich de passie; er komt spanning; ze versterkt zich, zet uit. Toonguirlandes slingeren zich als roode rozen in de volle weelde van den open bloei; ge ziet ook violen met diepe fluweelbruine harten en het brons van het zomergroen en alles om licht en verheerlijkt door het zinde rend goud van den hemel. En dan voert ze in de diepte van het woud, waar de stilte is en de mijmering en het heimwee zucht met stille snikken En 't subliemespel der violiste wordt door den pianist niet begeleid in den gewonen zin, het wordt er door om vlochten, verheerlijkt. Hij steunt het, hij omglanst het met zijn eigen ont roering; het wordt een poëtische een heid. waarbij de stem van het kla vier de innerlijke ontroering' van het auditorium opvangt en de violiste mee omluistert. Zelfvergeten speelt deze voort en transformeert het Alle gro tot een aangrijpend gedicht, dat de spanning steeds krachtiger op voert. Met prachtige concentratie wordt daarna de Aria ingezet en wij door leven het tintelend purper van deze tonen, diep gloeiend en dan weer ver- bleekend tot goudig rose. Het derde deel, het Allegretto geeft de violiste gelegenheid in breede cadenzen haar octavenspel, haar dubbel-grepen, chro matische gangen, trillers en flageolet ten te doen bewonderen, en herinnert er ons aan, dat ondanks het schitte rend spel, de compositie toch wel wat hol is, meer vuurwerk, dan een diep- muzikale inhoud. Na de pauze een Suite van den jon gen Oostenrijker Erich Korngold, pro- gramma-muziek zonder veel diepte. Vervolgens twee „Slavische Tanz- weisen", van Dvorak, bewerkt door Kreisler. Xreisler heeft tal van kleine werken van verschillende componisten be werkt en wat hij met zijn hand aan raakte, is altijd uit violistisch oog punt een klein meesterwerk geworden Zoo ook deze danswijzen. Nog werden twee kleinere werkjes ten beste gegeven: „Wellenspie!" van Grasse, wel fijn, en: „Rondo des La tins", van Bazzini. Al deze werken na de pauze gaven de violiste gelegen heid haar technische meesterschap U loonei» Zij werden brillant gespeeld en Boris Zakharoff begeleidde haar ook 'hierin voortreffelijk op den mooi- en Steir.way-vleugel uit Benclers ma gazijn. Al deze muziek verblindt meer dan zij onlroert. Wij voor ons hadden het programma gaarne wat anders zien samengesteld Maar de ovatie, welke de kunstenares werd gebracht, was zeer zeker welverdiend en werd we- dj-rkeeng beloond met een toegift. Wij mogen het Concertbureau l)r. De Koos dankbaar zijn voor dezen avoiiti. DE FLORES-FILM. Men schrijft ons: Zeg, neb je t belangrijk nieuws al gehoord? Wat nieuws? De Flores-film komt binnenkort ook hier. Dien naam heb ik al dikwijls ge hoord en gerezen. Maar is dat dan iels zoo bijzonders? Ja, ik noem dat iets zóó héél bijzonders. Die film geeft je toch ns rurci wat anders dan die flauwe, alle- daagsche bioscoopproductenge steld tenminste dat je de bioscoop be zocht. Daar heb je nu wel gelijk in En juist daarom maken films van 'n heel ander genre tegenwoordig zooveel opgang. Zelfs Zendingstilms hebben de sympathie van t bioscoop publiek op vele plaatsen al gewonnen. Maar dan zal toch die Flores- film iets heel aparts moeten wezen; mijn ondervindingen tenminste zijn (wat dit soort films betreft) eenigs- zins teleurstellend. Mogelijk. Maar luister dan naar mijn raad en ga a.s. week eens naar die film kijkenè Heb jij ze gezien? Ja, en wel verschillende keeren. En sindsdien verwondert 't me niet, dat ze overal zoo'n succes heeft. In de drie groote steden is ze 171 maal vertoond. In Eindhoven waren er 10700, in Den Bosch 110Ó0 bezoekers. Daar werd in de kranten meegedeeld, dat zelfs de beste films er niet langer draaiden dan drie dagen; de Flores- filin draaide er, in 7 dagen tijds, 17 keer. In Utrecht was 't den eersten dag gewoon een stormloop; 3550 be zoekers! Honderden moesten dien dag teleurgesteld naar huis terug Dat zegt nog al wat. Welzeker doet 't dat. En wat 't meest opvalt: die film maakt reclame voor ziel:- zelf. Ben je er eenmaal ge weest, je wil er den volgenden avond nog ns heen met een of andere ken nis. Dan geniet je van de verzekering die ze je geven: „Daar hebt u toch ge lijk gehad; die film is werkelijk eenig" Weet je precies, wanneer ze hier te zien is? Ja zeker, ze draait van 12 tot en met 18 Dec. in de Foyer van de Stads gehoorzaal. Nou, dan ben ik van de partij. Bonjour! MODERNE FABRIEKSORGANISATIE Op uitnoodiging van de Leidsche Studentenvereniging voor Sociale Lezingen heeft gisteravond de heer J. A. E. Verkade uit Zaandam in de studentensociëteit Minerva een voor dracht gehouden over: Moderne fa- brieksorganisatie. Spr. zeide, dat hij meer in het bij zonder zou treden in een beschouwing over de wijze, waarop met het fa- briekspersoneel dient te moeten wor den omgegaan en daarbij tevens een en ander zou mededeelen omtrent de leiding ervan. De leiding van het fahrieksperso- neel is, aldus spr., een zuiver indivi- dueele zaak. Geen recept of voorschrift kan in deze worden gegeven. De. in zichten van twee leiders kunnen ge heel uiteenloopen en toch kunnen zij ieder voor zich uitstekende resultaten met hun personeel bereiken. Vooral dient ook rekening te worden gehou den met de streek, waar de onderne ming gevestigd is, daar er volgens spr. een groot onderscheid bestaat tus- schen arbeiders uit verschillende dee- len des lands.- De mentaliteit van de arbeiders, die in Twente wonen of in Noord-Brabant, is bijna niet te ver gelijken met die van de bewoners der lage Zaansche landen. De eersten leven veel dichter bij de natuur, ter wijl de laatsten een oude traditie hebben van persoonlijke vrijheid en onafhankelijkheid, overgebleven uit de oude windmolen-dagen. Welke de resultaten ook zijn mo gen, die de individueele werkgevers bereiken, navolgen van elkanders doen en laten behoort vrijwel tot de onmogelijkheden. Iedere leider van fabriekspersoneel zal zijn eigen weg moeten zoeken, al kan hij nu en dan met de ervaringen van andere zijde zijn voordeel doen. Dit is een der re 'enen waarom het dwingend regelen van fabrieksvertegenwoordiging' of andere zoogenaamde sociale instel lingen zooveel tegenkanting onder vindt. Industrieelen, zooals Van Marken en Stork hebben in de 80-er jaren veel bereikt door de manier, waarop zij met hun volk omgingen, en toch, al hoewel er overeenkomst was in hun methoden, was de uitvoering in vele opzichten verschillend. Eén punt heb ben echter alle vooraanstaande leiders met elkaar gemeen en wel: De waar achtige wensch om hunne medemen- schen te dienen. Spr. behandelde hierna de vraag uit welk milieu de goede leidei'9 veel al voorkomen. Volgens den Ameri- kaanschen statisticus Belson uit Bos ton worden zij het meest gevonden in eenvoudige huisgezinnen met niet te veel kapitaal, cloch waar een zuivere geestelijke atmosfeer heerscht. Door den onderwijzer worden dergelijke jongelieden gedurende de schooljaren vaak bestempeld als „lastige jongens" die wel kunnen maar niet willen. Spr. ging hierna in het kort de ont wikkeling van het vakvereenigings- wezen na en wees er op, dat deze be weging daarom zulk een goeden voedingsbodem vond, omdat niet vol doende was voortgebouwd op de voor uitstrevende gedachten van een Van Marken of een Stork. Het zwaartepunt van de moderne fabrieksleiding ligt volgens spr. in een vraag, hem eens door een Ameri- kaanschen vriend gesteld, toen hij zich beklaagde over de weinige waar deering van de arbeidersklasse. Over deze vraag: „Houdt gij van men- s^hen?", die hem zeer had getroffen, had spr. veel nagedacht en haar me nigmaal besproken met vooraanstaan de leiders van Amerikaansche en Europeesche industrieën. De overtui ging was tenslotte bij hem komen vast te staan, dat men eigenlijk nooit als leider in een onderneming volko men succes kan hebben, zonder een uitgesproken gevoel van liefde jegens de medemenschen. Spr. behandelde daarna als voor beeld de werkmethoden 'van twee succesvolle leiders van industrieën in Amerika, John Leitch en Arthur Nash, welke laatste een personeel heeft van meer dan 5000 man. Beide regelen hun zaken in algeheel overleg met hun personeel. Spr. deed uitkomen, hoe volgens deze fabrikanten uitstekende resultaten konden worden bereikt, zoowel wat betreft de houding tegen over de leiding als de productiviteit der arbeiders, zonder dat er eenige dwang op hen behoefde te worden uit geoefend. Voor het verkrijgen van een dergelijken toestand stellen zij echter als eerste voorwaarde, dat de leider bereid moet zijn voortdurend acht te geven op wat strekken kan tot groo- tere ontwikkeling van zijn medewer kers, omdat men slechts kan ontvan gen, wanneer men zelf bereid is be langloos te geven. Spr., die deze tactiek op zijn fabrie ken toepast, heeft daardoor con ver houding tusschen de leiding en de ar beiders weten te doen ontstaan, die niet alleen bevredigend is, maar haar uiting vindt in wederzijdsche waar deering. ZENDINGSBIDSTOND. Gisteravond is in cle Oosterkerk een Zendingsbidstond gehouden, uitgaan de van de Hulpvereeniging van den Geref. Zendingsbond en waarbij als voorganger optrad Ds. S. van Dorp, Ned. Herv. predikant te 's-Gravenhage De bijeenkomst werd geopend met het zingen van Psalm 33 6, waarna Spr. Psalm 72 las, het votum uitsprak en vervolgens voorging in gebed. Nadat nog gezongen was Ps. 22 12 en 14, wees Spr. in zijn inleiding erop, dat het ten allen tijde onder de men- schen voorgekomen is dat zij op ver schillende manieren poogden zich een naam te maken. Dit is reeds be gonnen ten tijde van dei torenbouw, zooals ons beschreven is in Gen. 11. Anderen willen zich een naam maken in Kerk of Staat, ja zelfs ook in de Zending. Er zijn ook wel mensehen geweest, die door minder goede din gen hun naam trachten te vereeuwi gen, waarvan Spr. als voorbeeld noemde Ilerostratus, die in den nacht dat Alexander de Groote geboren werd den tempel van Diana te Efeze in brand stak. Spr. gaf zijn hoorders den raad zich een naam te maken op cle wijze als is aangegeven in zijn tekst van heden avond, Psalm 72 17, waar staat: „Zijn Naam zal zijn tot in eeuwig heid: zoolang als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend worden, alle heidenen zullen hem wel gelukzalig roemen'. Spr. merkte op, dat de 72ste Psalm tot de schoonste en meest geliefde der Psalmen behoort, die zoowel in de sa menkomsten lier gemeente, als in de ezinnen bij voorkeur wordt aangehe ven. Het is ook een Zendingspsalm bij uitnemendheid, zooals Spr. nader aantoonde. Volgens sommigen zou deze Koningspsalm van David, vol gens anderen van Salomo zijn. Spr. bepaalde zijn hoorders dezen avond bij den Naam des Heeren en behandelde achtereenvolgens: le. het voortplanten van dien Naam; 2e. het gezegend worden in dien Naam; 3e. het zich verblijden in dien Naam. In verband met deze 3 punten hield Spr. eene schoone en ernstige predi katie, welke met aandacht werd ge volgd. Als tusschenzang werd Psalm 72 6 en 9 gezongen terwijl inmiddels werd gecollecteerd voor de onkosten van deze samenkomst, die meer bedroegen dan gewoonlijk, aangezien het kerk gebouw thans was verwarmd. De bijeenkomst werd gesloten met dankgebed en het zingen van Psalm 72 10, terwijl bij het verlaten van het kerkgebouw een collecte voor de Zending zelve werd gehouden. De opkomst was bevredigend. GEVONDEN VOORWERPEN. Huissleutels, handschoenen, porte- monnaie met inhoud, portemonnaie (ledig), gouden broche, stallantaarn, zakmes, jongensregenjas, kindertascli je, horlogedeksel met glas, rijwielbe- lastingplaatje in etui, rijwielbelas- tingpaatje, Leidsch jaarboekje, dames ceintuurs, vulpenhouder, zilveren ro zenkrans in etui, 3 koperen roeden (elk 4 Meter lang), rozenkrans, klu wen zijde met haakpen, doublé da meshorloge in nikkelen armband, bruin bontje, pakje inb. haarspelden en knoopen, gouden broche met roo- den steen, darnestaschje met inhoud, auto-nummerplaat H 23374, nieuwe grijze pet, portefeuille inh. foto's, R.- K. kerkboekje in etui, 4 cokes-bonnen, zwart gehaakt darnestaschje inh. huissleutel, poppenmuts, bagageriein, motorhandschoen, damesparapluie, patrijsraampje, gladden gouden arm band, wandelstok, cigarettenkoker, pakje inh. kindergoed, baal meel. rij wielreflector, rijwieltaschje van Hol- lemans, 1/10 lot Witte Stad, grijze shawl, pakje zeeppoeder, duimstok, tabakspijp, gymn. schoen, doublé da meshorloge aan elastiek bandje, zwart lederen kinderschoentje, 3 pakjes zak doeken, windkap van een rijwiel, bankbiljet 10, honden. Gevonden in het Postkantoor: Vulpenhouder. Gevonden in de Electrische Tram (Stad8lijn): Damesparapluie, porte monnaie met inhoud. Terug te bekomen en inlichtingen te verkrijgen ten politiebureele alhier eiken werkdag, behalve Donderdag en Vrijdag, tusschen 1 en 3 uur nam. Bij de Blauwpoortsbrug had gis teren een aanrijding plaats tusschen een auto, bestuurd door G. B. en de wielrijdster Mej. C. C. Het voorwiel van het rijwiel werd totaal vernield Mej. J. v. K., uit Noordwijk, kwam gisteren door onvoorzichtigheid bij het instappen van een trein op liet station alhier te vallen. Ze klaagde over pijn op verschillende plaatsen. Een ontboden geneesheer kon even wel geen letsel constateeren. De 60-jarige mej. L. M. kwam gisteren bij het instappen van een tram te vallen, waardoor ze eenige schaaf wonden opliep maar toch na eenisen tijd haar weg weer kon vervolgen. DE BEGROOTING VOOR 1928. I. Het algemeen clebat. Maandag' a.s. zal de Leidsche Ge meenteraad weer de begrootingsbe- handeling aanvangen. Gaat het als andere jaren dan zien wij op dien dag en de volgende da gen een strijd die zich nagenoeg uit sluitend beweegt op het terrein ook reeds in de secties bewandeld. Wie het algemeen verslag en de Me morie van Antwoord gelezen had kon zoo ongeveer van tevoren bepalen wat de algemeene beschou ingen, ja zelfs wat de artikelsgewijze behandeling brengen zou. Voor een goed deel is dit juist Im mers in de afdeelingen, de secties, heeft men geen voeling met elkander. Men onderzoekt de begrooting onaf hankelijk van het parLijverband. Na tuurlijk is over enkele hoofdlijnen gesproken, maar het dieper inzicht, dat vaak komt als men de opmerkin gen van anderen hoort, dat heeft men vóór de sectievergadering niet. Wan neer dus het openbaar begrootings- debat alleen geeft een breedere uit eenzetting van die punten die mis verstaan zijn, of ook die punten in het debat betrekt, die onvoldoende aan dacht ontvingen, hoiwel zij even aan geroerd werden, dan is een tweede behandeling geheel op zijn plaats. Niet juist achten wij een bèhande- ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/» cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. De Tweede Kamer nam een motie aan die aandringt op een wettelijke regeling van de werkloosheidsverze kering. Van Cauwelaert over de Neder* landsch-Belgische betrekkingen. Bollenland Motie van vertrouwen in de regee- rlng-Jaspar aangenomen. Spoorwegstaking in Saksen. Geruchten over een conferentie Briand-Mussolini-Chamberlain. Het einde der voorbereidende ont* wapeningsconferentie wordt heden ol morgen verwacht. IIPillII-—Ill ling, waarbij* telken jare propaganda wordt gemaakt voor bepaalde wen- schen, een propaganda, vaak gevoerd door meer dan één lid van de partij die dit wenscht, voor zaken die men v. tevoren weet dat zij door de meerder heid van den Baad niet begeerd wor den. Natuurlijk wil dit niet zeggen dat men daar geheel van zwijgen moet. Integendeel telken jare kunnen deze wenschen in de afdeelingen herhaald worden. Maar in de openbare raads vergaderingen krijgt een dergelijk herhalen het karakter van spreken voor de tribune. De raadsleden die dit doen, verla gen misschien zijn ze zich daarvan niet bewust het College tot een on dergeschikte positie. De raad toch is een r e g e e r college. Juist in de vast stelling van de begrooting, die geheel staat tot de competentie van den raad, dus geheel anders dan de landsbe- grooting in de Staten-Generaal be handeld wordt, komt deze regeer macht aan het licht. DaaTin moet de Raad de geheele burgerij vertegen woordigen, maar is daarvan geen rekenschap verschuldigd. Of de raad in die regeermacht gehandeld heeft naar den wensch der burgerij zal bij de eerstvolgende verkiezing wel blij ken. Tot zoolang kan, noch mag de burgerij over de begrooting gaan, en is ook een behandeling alsof aan die burgerij rekenschap verschuldigd was verkeerd. In den regel heeft het begrootings- debat dan ook van zekere zijde alleen propagandistische waarde. Daarentegen is de begrooting niet alleen een lijst van toegestane credie- xen aan het uitvoerend College, maar ook een program van gemeentelijke bemoeienis. Als zoodanig staat de be- grooting van één jaar niet op zichzelf. Reeds de inrichting houdt rekening inet het loopende en met het voor gaande jaar door de cijfers van de ra ming van het loopende jaar en de uit komst van het voorgaande jaar te vermelden. Technisch noodig lijkt ons dat de toelichting in de meeste geval len den blik nog verder terugwerpt en minstens een drietal jaren over ziet, terwijl deze tevens ook den blik op de toekomst moet richten. Zoo ver krijgt de begrooting het karakter van een program van actie. Do groote lijn* Wij betreuren het nog steeds dat do begrooting van Leiden zoo weinig die groote lijn te zien geeft. Zij geeft te veel den indruk een copie van de voor gaande te zijn, bijgewerkt naar de be hoefte van het oogenblik. Daartegen zou geen bezwaar zijn als er een pro gram van urgentie bestond waarin de raad zichzelf een weg aangaf, ofschoon wij van meening zijn, dat dit te ver werken in de begrooting de beste weg is. Deze groote lijn is noodig, niet voor de burgerij, want dan zou het element van verantwoording er weer in ko men, maar de raad heeft het zelf noodig. Een college van gemengde samenstelling moet komen tot een bepaald accoord van samenwerking. Dat accoord van samenwerking ligt naar onze meening in de begrooting. Eveneens betreuren wij dat noch uit het algemeen verslag, noch uit de Memorie van Antwoord, voldoende duidelijk wordt dat de raad deze be hoefte gevoelt. In de secties waren het opmerkingen die herhaaldelijk gemaakt zijn en in het antwoord van B. en W. een verwijzen naar vorige jaren, maar een bepaalde lijn wordt niet aangewezen. Achtereenvolgens worden in liet lij vige stuk behandeld: 1. Gemeentebe stuur; 2. Financiën in het ajgeimon; 3. Belastingen; 4. Bedrijvei: 5. Leiden als woonstad, verkeer; 6. Volkshuis vesting; 7. Werkloosheid, werkver schaffing, werkverruiming; 8. Onder wijs; 9. Politie; om daarna de korte opmerkingen artikelsgewijze af te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1