CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. Belangrijkste nieuws in dit Hummer. 8s,e JAARGANG WOENSDAG 30 NOVEMBER 1927 NUMMER 2296 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per weeki 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden ftxÊÊiJi' Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advert'entiën per regel 22'/t cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da* gelijks geplaatst ad. 40 cents EERSTE BLAD. V De klassieke opvoeding. Onlangs wezen we er op, hoe in sommige kringen de critiek valt te beluisteren, dat de Universiteit van wetenschapscentrurn is geworden tot vakschool, in wezen te vergelijken met de ambachtsscholen, die aan de gemeenschap den gespecialiseerden handenarbeid leveren. Dit verschijnsel hangt natuurlijk ten nauwste samen met den ontwik kelingsgang der huidige maatschappij die behoefte heeft aan gespecialiseer den hoofdarbeid. Daarnaast en mede in verband daarmee, werken evenwel nog andere factoren. Zoo is de vraag te stellen of deze vermindering van den wetenschappelijken zin ook een gevolg is van de vooropleiding die de a.s. Academieburgers ontvangen. De meeste studenten komen tegen woordig van de H. B. S.. een school die evenwel naar den aard der zaak meer een practisch, dan een weten schappelijk karakter draagt. Vroeger was dit anders, toen was het Gymnasium vrijwel uitsluitend de inrichting van voorbereidend onder wijs. Het keerpunt was in 1917, toen door de wet-Limburg aan de oud leerlingen der H. B. S., die in de me dicijnen gestudeerd hadden, het recht van promotie werd toegekend. Sedert is men op dien weg verder voortge schreden. Is dit een juist standpunt geweest? Of is het, zooals Prof. Nierstrasz ge zegd heeft: „De weg naar de Univer siteit is het gymnasium, alle andere wegen zijn kronkelwegen". Wij gelooven, dat men hier tusschen tweeërlei moet onderscheiden. De Universiteit is wetenschapscentrum en vakschool beide. Ligt nu het accent op het laatste, zooals vóór medici, indologen. e.d., dan is er alles voor te zeggen, dat ook de leerlingen der H. B. S.-scholen tot het Universitair onderwijs worden toe gelaten. Doch ligt de nadruk op de weten schappelijke vorming, dan is o i. zelfs voor de exacte wetenschappen de klassieke opleiding, zooals het gymnasium die verschaft, de aange wezen weg naar het doel: studie uit wetenschappelijk oogpunt. H. B. S. en Gymnasium. Dr. A. Sizoo, de conrector van het Hilversumsch Lyceum, schrijft in het jongste nummer van „Anti-Revolutio naire Staatkunde" een uitstekend ar tikel over ,.De klassieke opvoeding", waarin hij o.m. een zeer juiste karak teristiek geeft van de beide onderwijs inrichtingen, die tegenwoordig voor bereidend hooger onderwijs geven, zij het ook, dat de H. B. S. daarnaast nog ai-dere doeleinden heeft en voor vele leerlingen eindonderwijs geeft. De student, die aan de Academie komt moet natuurlijk een zekere ma te van algemeene ontwikkeling bezit ten; daanaast evenwel moet hij, zal zijn studie waarlijk dien naam ver dienen en iets anders zijn dan africh ten voor examens, blijk geven van we tenschappelijken zin. Een moeilijk te definieeren begrip, doch dat in elk geval uit de volgende factoren bestaat: voorzichtigheid, zelfstandigheid en critischen zin, alsmede die rustige geestesgesteldheid, die de gave is van een harmonische ontwikkeling, daar onder te verstaan een ontwikkeling, die door één centrale gedachte be- heerscht wordt. Welke is nu de .concentratiegedach te, die bij H. B. S. en Gymnasium het onderwijs beheerscht? Bij de H. B. S. is het de bestudee ring van den kosmos, en wel spe ciaal de natuurwetenschappelijke zijde van het wereldgebeuren. Het Gymnasium daarentegen vindt krachtens zijn historische ontwikke ling zijn centrale gedachte in de be studeering van den m e n s c h in zijn geestelijke uitingen, vooral den antie ken mensch. Onze geheele tegenwoor dige cultuur wortelt met vele vezelen in de Grieksch-Romeinsche oudheid. Latijn en Grieksch zijn dan ook de hoofdvakken op het Gymnasium. Dit wil geenszins zeggen, dat op het gym nasium voor de natuur- en wiskun dige vakken geen plaats zou zijn. In tegendeel, deze hebben zóó groote waarde voor de vorming van den geest, óók in gymnasialen zin, dat ze niet gemist kunnen worden, doch ze behooren zóó in hei raam van het leerplan gezet te zijn, dat ze niet de harmonie verstoren, door een over wegende plaats in te nemen en zoo de centrale gedachte van het gymnasiaal onderwijs aan te tasten. Dr. Sizoo wijst met name op de vor mende waarde van de studie der Oude talen, die in hooge mate ont wikkelend is voor den toekomsligen man van wetenschap. Het begrijpen en vertalen van een klassieken auteur eischt een denkarbeid, waardoor men de eigenaardige geestelijke houding krijgt, die noodig is voor den weten schappelijken onderzoeker. In den jongsten tijd is er nog een derde schooltype ontstaan: het Ly ceum. Dit is een combinatie van de H. B. S. en het Gymnasium en het moet dat volgens Dr. Sizoo blijven. Het eindexamen van de gymnasiale afdeeling van het Lyceum behoort hetzelfde te blijven als dat van het gymnasium. In geen geval mag het lyceum een afzonderlijk schooltype worden. STADSNIEUWS. HAARLEMSCHE ORKEST-VEREEN. Zeer zeker door de St. Nicolaas- drukte was de Gehoorzaal gisteravond niet zoo vol als gewoonlijk bij de uitvoeringen van de H. O. V'. Dit was eigenlijk wel wat jammer voor hel keurige programma, dat allerverdien- stelijkst werd uitgevoerd. Begonnen werd met de Ouverture „Le roi d' Ys'' van Edouard Lalo. Deze componist (18231892) kan men nog niet tot de modernen reke nen. Hij is tijdgenoot van Gounod. Massenet en Saint-Saëns, wat aan zijn compositietrant wel te bemerken is. Toch heeft zijn stijl bij al het over eenkomstige iets persoonlijks. Deze ouverture is echt Fransche muziek, beschaafd, smaakvol met een fijn ge voel voor proporties. Na de zachte inzet van het strijkorkest en 'n mooie hobosolo, zitten we weldra in de wis selende stemmingen, die door mooie klankkleuren vertolkt worden. Alles is even tintelend en frisch. Zeer mooi is wel het gedeelte, waar het strijk orkest geheel de leiding heeft en ons brengt in een sfeer van meditatie. Dirigent Van Beinum frappeerde weer door de uiterst gesoigneerde wij ze, waarop hij bij dit werk zijn en semble aanvoerde. Toch was dit nog maar de inleiding tot het eigenlijke schoon, dat geboden zou worden. Want na het poëtische werk van Lalo werden we vergast op het Viool concert in A-mol van Alexander Gla- zounow. Hij is een der belangrijkste moderne Russen, die het voordeel had dat hij, vooral door de vriendschap van Liszt. al spoedig in aanraking kwam met heel de Europeesehe mu ziekwereld. Terwijl hij cosmopolitisch voelde, bleef toch het diepe sentiment, van zijn werken echt Russisch, wat zich meer kenbaar maakt door zijn bijzondere instrumentatie en de wijze waarop hij voor de instrumenten schrijft, dan door de eigenlijke melo dische bewerking. Met dit schitterende vioolconcert schreef Glazounow wel zeer bijzon dere muziek en wanneer deze wordt uitgevoerd zooals gisteravond, dan blijft er wel heel weinig te wenschen over. Onmiddellijk treft reeds de eigen aardige sfeer, welke het orkest schept waarboven zich aanvankelijk breed bewogen de vioolmelodie beweegt. Reeds bij het opzetten der eerste to nen, vol en zwaar, diep van resonans, voelt men, met een solist te doen te hebben, wiens speeltechniek hem geen zorgen baart. Zoltan Székely weet onmiddellijk aan te grijpen door zijn brillant en diep-doorleefd spel. Brillant wat de technische zijde aangaat, zijn heer lijke toonvorming, zijn ongedwongen stokvoering. zijn verblindend passage- spel. zijn trillers en dubbelgrepen, de puurste klankverfijning van zijn fla geolet, alle moeilijkheden opeengesta peld, zijn voor hem kinderspel. Boven trillers en fiorituren zingt zijn instru ment tegelijkertijd een melodie, zoo klankvolzongen, zoo diep van senti ment. dat men verwonderd staat over de mogelijkheden, welke met een viool zijn te bereiken, zonder dat de echte muziek verloren gaat in technisch raffinement. Stralend uiterlijk schoon en diepe bezonnenheid van aandacht een vrij zich uitleven, en zeldzame concentratie zijn in het spel van Szé kely vereenigd. En welk een heerlijk instrument heeft hij tot zijn beschik king. Dat moet wel een kunstwerk van een der oude meesters Stradi varius of Guarnerius zijn. De muziek is echt Slavisch en het Allegro, waarvan het thema een heel eenvoudig volkswijsje is, zet wel de kroon op het geheel. Na uitvoering, waarbij het orkest een heel mooie begeleiding gaf, waren de mensehen opgetogen. En na her haalde terugroepingèn gaf men een reprise van het Allegro. Na de pauze werd de eenige Sym- phonie van César Franck ten gehoore gebracht. Het eigenaardige van dit grandioze meesterwerk is. dat het geheel wordt beheerscht door één thema, één motief dat door Guy Ropartz genoemd wordt ,,Le motif de la croyance" het mo tief van het geloof, inderdaad is bijna alles van wat de schepper van ,.Les Béatitudes" schreef doorademd van zijn blij en vroom gemoed. Er is ook in deze Symphonie een reine vreugde, en een stil stralend licht, die weldadig aandoen. Behalve het leidend motief vindt men in het werk een rijkdom van thema's en neventhema's op de heerlijkste wijze tot een machtig ge heel bewerkt. En alle afzonderlijke thema's zijn, zooals Vincent d' Indy opmerkt: „manifestations de beauté' openbaringen van schoonheid. Deze muziek werd met blijkbare liefde door Van Beinum gedirigeerd, zoodat een zeer mooie uitvoering ge geven werd. De vele aanwezigen waren dankbaar gestemd. OPENING BAZAR DIEREN BESCHERMING. In tegenwoordigheid van een groo- ten kring van genoodigden had gis termiddag in de bovenzaal van „Ami- citia" de opening plaats van den Ba zar ten hate van het Leidsche Dieren- asvl. De voorzitter der afdeeling Leiden van de Ned. Ver. tot Bescherming van Dieren. Prof. Mr. G. André de la Porte sprak een kort openingswoord, waar in hij de aanwezigen hartelijk wel kom heette, in 't bijzonder den burge meester en Mevr. v. d. Sande Bak- huyzen, beschermheer en eere-voor- zitster der afdeeling. Spr. wees ver volgens op het vele werk door de Ver- eeniging verricht: het Dierenasyl, het verzorgen der woonwagenpaardjes, het werk onder de jeugd om deze lief de voor de dieren in te prenten, de vele lectuur, die verspreid wordt en veel mishandeling van dieren, die door de tusschenkomst der Dierenbe scherming voorkomen wordt. Daarna gaf Spr. het wóórd aan Mevr. L. M. PiersonFranssen (Ellen Forest) tot het houden eener causerie. Spreekster begon met op te merken hoe van de vroegste tijden af het dier in verbinding met den mensch ge dacht werd. Spr. noemde daarvan eenige voorbeelden uit de Indische mythologie en het Taoïsme. Vooral in Japan speelt het dier een groote rol en in de Japansche volksverhalen treedt de hond gewoonlijk als een goed, de kat als een slecht dier op. In de 10de eeuw werd aan het keizerlijk hof van Japan de kleine Chineesche huiskat ingevoerd; te voren kende men slechts wilde katten. Deze kat ontving den titel van hofdame van den vijfden rang en had twee minis ters die haar verzorgden. Na nog met een enkel woord gewezen te hebben op de dierenvereering in Egypte, kwam Spr. tot de Italianen die al zijn zij de uitvinders van het wreed ste spel, dat er is: het hanengevecht toch individueel wel goed voor die ren zijn, evenals de Franschen. Het slechtst wordt, volgens Spr., liet dier in België behandeld, niet slechts hon den en katten, doch ook paarden en koeien worden soms schandelijk mis handeld. Overdreven vindt Spr. de verheer lijking van het dier, zooals zij die in Londen met z'n hondeiikerkhof wel gezien heeft. Zoo heeft het dier zijn plaats in de maatschappij en in het gedachtenle- ven der menschen, een plaats die het verdiend heeft. En al hebben ook wij onze superstitiën, zoo besloot Spr., wij zijn toch beschaafder dan de oer volken, en dit moet ook tot uitdruk king komen in ons gevoel voor het dier. Nadat Mevr. A. S. W. van de Sande BakhuyzenGericke vervolgens den bazar met een enkel woord geopend had, was de „handel" weldra in vol len gang en heerschte er in de bazar- zalen een gezellige drukte. WAT BRAAT ZIET EN NIET ZIET. Boer Braat, het beroemde Kamer lid, heeft weer iets gevonden tegen de ambtenaren. Het verslag van de N. R. C. van de Kamerzitting van gisteren vermeldt het volgende; De heer Braat (Platt.) merkt op, dat verschillende voorzitters van Raden van Arbeid naast deze functie andere belangrijke betrekkingen waarnemen, en daardoor weinig op den R. v. A. zijn. O.a. is de voorzitter van den 11. v. A. te Leiden wethouder dier ge meente, welke beide functies spr. niet vereenigbaar acht. Hij vraagt den mi nister dan ook, hierin wijziging te brengen. 't Is wel opmerkelijk, dat den heer Braat ineens het geval te Leiden voor de aandacht staat. In Tilburg, wear een li. K. voorzitter van den H ad Arbeid reeds van 1919 ld .vcDjo. is, gal' dit den heer Lraat geen a. leiding lot-opmerkingen. Eveiim.n in Middelburg, waar een Vrijzinnig De mocraat voorzitter is, die wethouder van Vlissingen werd. Maar hier in Leiden betreft het een An.jrevolutionais en die liggen den heer Braat steeds wat zwaar op de maag. Dat zal wel de reden zijn voor de opmerking. Waar het in Tilburg reeds acht jaar goed ging met deze combinatie, zal de minister wel geen aanleiding vinden om het in Leiden niet eens een poosje aan te zien. OP BEZOEK BIJ DEN HEER PONTIER. Gisterenavond gaf de Chr. Letterk. Kring alhier gevolg aan de uitnoodi- ging een kijkje op de tentoonstelling te nemen. In een woord van welkom gaf de heer P. uiting aan zijn blijdschap ge noemden kring te mogen rondleiden in zijn „kusttempel", overtuigd als hij is, dat het werk van den kring niet weinig heeft bijgedragen tot de verbreiding van bet ware, bet goede en het schoone naar Chr. op vatting. De voorzitter, de beer A. B. Mulder, zeide niet minder den heer P. dank baar te zijn voor de wijze, waarop hij medehelpt het ideaal van de afdee ling te verwezenlijken door den dia mant der schoonheid in zijn veelkleu- rigen rijkdom te doen fonkelen; wenschte hem van harte geluk met 't feit van het 60-jarig bestaan der zaak en hoopte nog eens haar eeuwfeest te mogen meevieren. Alvorens den rondgang aan te van gen verzocht de Secretaris verlof tot een kortinterview. „Vrr.agt U maar", aldus de heer P. Wat is de opvatting van Uw taak als Chr. boekhandelaar, uitsluitend koopen en verkoopen? Dan zou 'k al zeer in m'n taak te kort schieten .Vaak vraagt men onze meening omtrent een boek en word ik zoodoende genoodzaakt bij te blij ven. En is U beiden daartoe in staat hij de huidige boekenmarkt? Inderdaad. De meeste Chr. boe ken zijn ons „dubbel" eigendom. Wat ik zelf niet ken, heeft in elk geval mijn vrouw doorgelezen. En he>t voort durend contact met de leden van Uw kring vult 't manco aan. Merkt U ook vooruitgang in de vraag naar letterkundig schoon in Chr. lectuur? Ongetwijfeld. Werken als ..De andere weg, Moeder Stieneke, De lich te last, In liefde bloeiende", enz., alle op Uw kring behandeld, zijn schering en inslag. En Corelli's en Breevoort's ge schrijf? Bij uitzondering. Hoe gaat Gouden Teugels? Enorm! 'k Heb er al honderden geplaatst, en toch weet U, dat er on langs een goedkoope uitgave van .,De Opstandigen" is verschenen. Mag ik eens enkele steekproeven doen ter beoordeeling van Uw collec tie Gedichten? Spaar U de moeite. U zult moei lijk een bundel kunnen noemen, dien we niet voorhanden hebben. Wil U de compl. Gezelle eens zien in 14 deelen? En Alice Nahon en Nellie v. Kol? Die „vliegen weg", alsook Jacq. v. d. Waals. Dat mag 'k hooren. Dan komt de tijd voor Gossaert ook nog wel. U ad verteert nogal. Hebt U succes ermee? Moet U hooren. In den laatsten tijd nog ontving ik zelfs bestellingen uit Limburg en Friesland, uit Zee land en Den Helder. Naar 't buitenland zendt U niet? Nog pas postpakketten naar Indië, Australië en Canada. Uw sorteering in Kerkboeken is enorm, zegt men. Dat zeggen alle reizigers. Van Amsterdam, Den Haag en Utrecht komt men zelfs wel uitzoeken. Vooral omstreeks Paschen de tijd van belijdenis-doen is de vraag naar Kerkboeken bijna hoofdzaak. Naar welke (Bijb.) werken is nu «le meeste vraag? Naar de bekende deeltjes van de Bijbelverklaring en laat 'k dat niet vergeten naar de groote en kleine v. d. Hulstbijbel. Nee dat kunt u niet gelooven. En levert U eiken Zaterdag de Encyclopaedic? Dat durf 'k niet te zeggen. De Kerkbode op Vrijdag marcheert in ieder geval beter, liet de heer P. er guitig op volgen. Uw etalage trekt altijd veel kijkers! Ik mag graag etaleeren. In de winkelweek werd ik verrast met 't Diploma voor fijne en verkoopkrach- tige etalage. Prijst U de teksten en spreuken in die fijne, artistieke uitvoering van llie^ ten Have toch goed aan? Eigenaardig, maar in 't algemeen elt het publiek ze nog niet aan. De lijnproevers willen niet anders. Maar •lie in gebrand hout mogen er óok zijn! Binnenland. De Koningin naar Amersfoort. Bniteniand. Heden begon te Genève de voorbe reidende commissie voor de ontwape ningsconferentie haar vierde zitting- Genève en het Poolsch'Litausch ge schil. De Belgische- regeeringsverklaring. MIMI |||1— U omlijst veel platen en etsen? Zeker, we hebben zelfs een apart atelier voor encadreeren. School- en studieboeken hebt U niet voorhanden? Zeer zeker. De minder courante zijn er binnen een paar dagen. Nog even een vraag. „Loopt" de tentoonstelling nogal? 't Wordt eiken dag drukker. Te gen 't eind van de week zie ik 't zaal tje te klein worden. En nu naar boven, vond de heer P. Wil U nu mij ook een plezier doen? En dat is? Niets te zeggen over wat u te zien krijgt. En waarom? Omdat de menschen zelf moeten zien. Ieder is welkom, zonder ver plichting tot koopen. Ik beloof 't u! Vast! Bij middernacht vertrokken we. Al dien tijd hadden we genoten van.... Maar ik had beloofd te zwijgen. 's RIJKS PRENTENKABINET. Kort geleden hebben wij medege deeld, dat het thans over drie stads gedeelten verspreide Rijks Ethnogra- phisch Museum binnenkort in één ge bouw zal worden ondergebracht, na melijk in het weldra vrij komende Academisch ziekenhuis in de Boer- haavestraat, en dat de dan vrij komen de gebouwen, waarin thans de verza melingen van dit museum zijn onder gebracht, zullen worden bestemd om in het gebrek aan ruimte, waarmede men sinds jaren bij het onderwijs in de Leidsche Universiteit te kampen heeft, te voorzien. Naar wij thans van zeer bevoegde zijde vernemen, zal, volgens de be staande plannen, niet alleen het mu seumgebouw aan het Rapenburg, waarin de af deelingen China en Ja pan en de administratie van het Eth- nographisch Museum zijn gehuisvest, worden bestemd om in het tekort aan ruimte bij het Academisch onderwijs te voorzien, doch zal ook het tusschen de Leidsche Universiteit en dit mu seum staande gebouw, waarin thans 's Rijks Prentenkabinet i9 gevestigd, bij de Leidsche Universiteit worden getrokken. De Verzameling van-het Prentenka binet zal dan worden ondergebracht in het dan aan het academisch onder wijs onttrokken wordende collegege bouw Kloksteeg 23, dat daartoe eenige verbouwing zal ondergaan. LEIDSCHE VRIJWILLIGE BRAND WEER. Het kader der L. V. Brandweer hield gisteravond op een der hovenr zalen van het café-restaurant „In den Vergulden Turk" zijn gewone na jaarsvergadering. Deze bijeenkomst werd bijgewoond door den Burgemeester, den Comman dant en Onder-Commandan der Brandweer; Wethouder Splinter was door ziekte verhinderd. De Voorzitter, de heer J. J. de Cler, begroette den Burgemeester en ver klaarde dat het kader zijn tegenwoor digheid op zeer hoogen prijs stelde, daar een vergadering der brandweer nooit te voren door een Burgemeester werd bijgewoond. U is, zeide de voorzitter, uit een hooge internationale positie naar het nederige Leiden gekomen. U had dit zeker niet gedaan, wanneer Leiden, Uw geboortestad, niet een internatio nale positie innam van buitengewone beteekenis op het gebied van wijsheid en wetenschap. Leiden is de Alma Mater van groote geesten van inter nationale beteekenis. En daarom lo ven wij Leiden en loven wij den man. die uit een hooge positie is afgedaald tot de nederige sleutelstad. Zoo zien wij onze Burgemeester met onze gemeente een. Hij leve lang. Voor zoover ons bekend was het de eerste maal, dat het kader zoo gelukkig was den Burgemeester in zijn midden te hebben, wel een bewijs dat Zijn Edel Achbare ook in dezen tak van Ge meentedienst belang stelt. De aange name stemming die er den geheelen avond heerschte toonde ons, dat er tusschen Commandant en Kader een zeer goede verstandhouding was, wat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1