NIEUWE LEIDSCHE COURANT gezamenlijk opgaan tot den dienst des Woords en der Sacramenten. Dan zul len de Zondagen toogdagen zijn. Dan zullen de Avondmaal-Zondagen feest dagen zijn, v/aarin niet de halve ge meente in een half-gevuld kerkge bouw samenkomt, maar waarin heel Gods volk jubelt bij de gedachtenis aan Jezus' offer. Dan zullen we Hem geven de eer Zijns Naams. Want God is een ja- loersch God. Dan zullen we God ge ven, wat Godes is. Dan zal heel ons leven op den Heere gericht zijn. We zullen Zün wet liefhebben dag en nacht. We zullen met ons gansche hart Zijn eer vermelden, vermelden in woorden en daden en Hem dank be wijzen. Geeft den HEERE de eer Zijns Naams. Is Hij het waard? Is Hij het u waard? Kunt ge opsommen de vele goedertierenheden Gods? Kunt ge tel len de milde zegeningen, waarmee God u overladen heeft? Voorwaar, m'n lezer én lezeres, dat God ons duldt, is genade. Dat we er nog zijn, is Gods liefde. Dat we er nog zóó mogen zijn, het is reeds een blijk van Gods ongebroken trouw. Zullen we dan Hem de eer Zijns Naams niet geven? Zullen we dan niet vragen: Wat wilt Gij, o God, dat ik vandaag, dat ik morgén, dat ik Zon dag doen zal? Geeft, o volk des Heeren, geeft uwen God, geeft uwen Vader, die in de hemelen is, de eer Zijns Naams! Komt in Zijn voorhoven- Ge kunt toch op Zijn dag niet tehuis blijven. Ge zoekt toch op den dag des Heeren niet uw eigen weg, maar ge zoekt Hem toch in Zijn huis! Daar is de vermaning, die uw ziel noodig heeft. Daar is het lichte troostwoord, waar heen uw verlangend oog uitziet, Daar is de gemeenschap des gebeds, de gemeenschap der heiligen, de ge meenschap des Woords. Daar is de Bijbel, de rijke schat, die door den Geest geopend, ons wonde re heerlijkheid ontsluit. Daar is de prediking van uw Chris tus, van uw Heiland! Ja, komt in Zijn voorhoven! Brengt offer. Daar zeg ik niet veel meer van. Er wordt veel gevraagd. Zeker, dat is zoo. Te veel? Kan God u ooit te veel vragen? Deze drie behooren bijeen. Niet, omdat wij dit zeggen, doch naar de Schriften! Gij gaat openlijk op tot het huis des Heeren! Ge zingt uit volle overtuiging uw rij-: ke psalm, openlijk tot eel* des Heèren. Gij dóet dit móóie werk van de stil' te, van de ziele-stilte, de arbeid van het verborgene om Jezus' wil, gij brengt offer! EEN KIND DÉS LICHTS. 't Is geen geringe zaak Een kind des.lichts te heeten. Leef dan in teederheid Voor 's Heeren aangezicht. Dat ieder, die u ziet. Het aan u moge weten. Dat gij het licht bezit - En wandelt in het licht. Daar is een heil'ge glans. Die van den hemel daalt En op het gansch bestaan Van wie God liefheeft straalt. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Beesd. F. M. Muller te Gorinchem. Te Noordwolde (Gr.). J. J. Stratingh te Hoogebeintum (Fr.). Te Nunspeet, A. Altena te Rijnsburg. Te Enter, A. G. Oosterhuis te Eerhst. Te Putten, J. Ronge te Hoog-Blokland. Te Garderen, N. C. Bakker te Ben schop. Aangenomen: Naar Ter Aar, C. Vlasblom te Driesum. Bedankt: Voor Goudriaan en Otto- land. C. Vlasblom te Driesum. Voor 's Grevelduin-Capelle, C. J. van der Graef te Ameide. OER Er. KERKEN Tweetal: Te Middelburg. B. van Hal sema te Ermelo en VV. H. clen Houting te Huizum. Te Delfshaven (vac. No- mes, Dr. E, D. Kraan te Vlaardingen en J. H. Kuiper te Drachten. Bedankt: Voor Nieuwdorp, J. W. van Tol te Scharendijke. GEREF. GEM. Beroepen te Vlaardingen. J. Over- duin te Werkendam, BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Cand. E Smilde hoopt 11 December intrede te doen in de Geref. Kerk te Edam na bevestiging door Ds. A. de Geus, emeritus predikant te Zaandam JUBILEUM DS. J. BARBAS. Onder zeer groote belangstelling vierde Ds. J. Barbas, Ned. Herv. pre dikant te Hengelo (Gld.) zijn 25-jarig ambtsjubileum. Woensdagmiddag sprak de jubilaris èen gedachtenis rede uit naar aanleiding- van Hand. 26 22a: „Dan hulpe van God verkre gen hebbende^ sta ik tot óp dezen dag"' Na afloop van déze/rede werd de jubilaris nog'door verschillende per sonen toegesproken, vertegenwoordi gende verschillende colleges en corpo raties. Tijdens -de receptie in het feestge bouw werd het woord gevoerd door Ds. Pierson als voorganger en vriend, door afgevaardigden uit jubilaris' eerste gemeente Geesteren; door Dr. Slot, directeur van de Rekkensche in richtingen; door een oom van den jubilaris en door het hoofd der school uit de Veldhoek. Telegrammen waren ingekomen van den president der Synode, van de Comm. Gewestelijke Landstorm en brieven van de algemeene Synodale Commissie, van het Provinciaal Kerk bestuur en van den Schoolraad. Door de gemeente werd den jubila ris een radiotoestel aangeboden. Ds. Barbas bood de kerk bij deze gelegenheid een doopvont aan. DE REDE VAN DS. CREUTZBERG. De buitengewone algemeene ver gadering der Vereeniging voor Inwen dige Zending in Noord Holland, welke op verzoek van enkele leden uitge schreven is, naar aanleiding van de in de jaarvcrgadei:inl£ uitgesproken rede van Ds. H. w/Creutzberg, zal gehou den worden op Maandag 12 December in het American-hotel te Amsterdam. DE WAARD ALS VOLKSOPVOEDER. In ..De Schóól ril. d. Bijbel" schrijft de redacteur D(rewés) onder het op schrift": „Onzè concurrenten": ••„De- „Thüririger Lehrerzëüung"- ver telt; dat bij gelegenheid Van het con gres der' Duitsche herbergiers, dat van 5 tót 7 September iri Düsseldorf ge houden werd. de Voorzitter van den Bond van DuitscheV herbergiers, Kris ter, in. tegenwoordigheid :dér vertegen woordigers dèr stedelijke regeering.in -edele bescheidenheid gezegd heeft: „En zoo is de Duitsche herbergier, meer oog dan -de schoolmeester en de geestelijke, de opvoeder van het volk. Wij, Duitsche herbergiers, heb ben eerst vele van deze heeren opge voed". - „Ik schreef onze concurrenten en laat het maar staan. Maar moet ik niet liever schrijven: Onze opvoeders? Of is het bij ons nog niet zoo ver? In elk geval is het herbergleven in Duitschland -wel een beetje anders ontwikkeld dan bij ons; En is het Duitsche Wirtshaus ook wel wat an ders dan onze kroeg". BINNENLAND. H. M. DE KONINGIN-MOEDER. H. M. de Koningin-Moeder-heeft het voornemen om op den lsten Decem ber, des avonds- in den Grooten Schouwburg te Rotterdam het eerste "gedeelte bij te wonen van de uitvoe ring. welke -aldaar' Wordt gegeven dóór een Beethoven-Herdenkings- van ZATERDAG 26 NOV. 1927 TWEEDE BLAD. DEZE DRIE. Geeft den HEERE de eer Zijns naams, brengt offer en komt in Zijn voorhoven. Ps. 96:8. Het is, alsof de zanger hier reeds grijpt naar de internationale gedach te, die de Kerk van het Nieuwe Tes tament doorweven heeft. Het is alsof de componist van dit lied Israël op roept om zijn schatten voor de volke renwereld uit te stallen. Het is alsof de schrijver van dezen psalm allen wil opwekken tot den jubel voor het heil des Heeren. Allen worden opgeroepen om te ko men. naar Jeruzalem, naar den tem pel van Jehova en daar dezen HEERE de eer Zijns naams te geven. God, de eer Zijns Naams geven wel dat is God loven voor de dingen, die Hij al leen gedaan heeft. Hem eerbiedig hul de bewijzen voor het licht, dat Hij deed opgaan. Hem erkennen in de groote zegeningen en goudene voor rechten, waarin Hij Zijn volk deelen doet. Maar niet alleen zullen allen komen in de erkentenis, dat God God is, dat Jehova met zooveel zegen Zijn volk overgoten heeft, ze zullen ook offerga ven meenemen. Ze zullen hun jube lende dankbaarheid zichtbaar en tast baar met zich nemen. Ze zullen in gou den munt omslaan de in hun ziel le vende en lovende dank aan den Hee re, Ze zullen komen met offergaven om daarin den Heere hun dank te zeg gen. Zoo zullen ze komen tot Zijn voor hoven. Ze zullen zich allen begeven naar den tempel te Jeruzalem. Ze zul len gezamenlijk bijeen zijn in de plaats der samenkomst. Ze zullen met elkan der een groot en eenparig getuigenis afleggen van den dienst des Eeuwigen. Ze zullen komen tot de vergadering des Heeren. Deze drie behooren bij elkander. Het komen tot de voorhoven Gods allereerst. Die aldaar komt kan niet binnentreden zonder zijn penning voor den Heere. Groot of klein, als het jnaar een offergave is. En alzoo zal - de gemeente des Heeren in haar groo- te geheel Hem de eer Zijns naams ge ven. Of wilt ge 't andersom? Die begint met God de eer te ge ven, innerlijk in zijn ziel overtuigd is van de weldaden des Heeren en in z'n hart Hem looft, die kan op den dag des Heeren niet in z'n huis blijven, die moet met de gemeente van Christus samen komen om in Gods voorhoven uiting te geven aan den lof zijns har ten en bij de stem der snaren te paren de daad van het offer. Die geeft, om dat hij ontvangen heeft. Die offert, omdat hij lief heeft. Deze drie ze behooren bijeen. Zij zijn onlosmakelijk aan elkander verbonden. Zij vormen een geestelijk trio dat ge in elkaar gestrengeld ziet. Wanneer deze drie leven en levend zijn in het volk Gods, dan zal de Kerk des Heeren niet met tekorten worste- len. Dan zullen de broeders, die in stil te rondgaan om den arme te vertroos ten verblijd worden, èn de broeders, die zich de moeite getroosten om de Kerk te verzorgen, zullen dit eens verheugd kunnen doen om de milde gaven, die toestroomen. Dan zullen we FEUILLETON. EBBA EN HELENE. £4. Acb, Ebba waagde het sinds lang niet meer, deze vraag te beantwoorden Ze wist, dat ze als iemand geweest was, die aan den warmen haard zit en wegloopt om buiten een Bengaalsch vu.ur aan te steken, in den waan. dat het beter zal warmen. En terwijl zij zoo steeds naar hei portret keek. vergat zij tijd en plaats. Zij beleefde den dag weer, juist een .jaar geleden, den bruiloftsdag van He- lene, die ook de laatste dag van haar geluk was geweest. Daar hoorde zij stemmen achter zich, tot een halfluid gesprek ge dempt: „YVerkelijk, beste vriend, een won dervol portret! Een gebeurtenis in de kunstwereld van het jaar, kan men bijna zeggenI Van ongehoorde, onuit puttelijke aantrekkingskracht", zeide een mannestem. En een jonge, heldere stem zeide: „Lijkt het? En is deze mevrouw von Kunovvsky in leven ook zoo interes sant, als zij er op deze schilderij uit ziet?" Toon antwoordde een stem, waarvan de klank Ebba het hart deed stilstaan: „Het lijkt uitstekend. En er zijn veel menschen. die mevrouw von Kunows- ky ongemeen interessant en moeilijk te doorgronden vinden. Ik behoor niet tot hen". „Kent u haar goed, beste doctor?' vroeg de heldere stem. „Jaweleenigszins. Zij is de 'vrouw van mijn vriend", zeide Alte neek een beetje aarzelend. Er hielp nu geen bedenken of be- heerschen. Ebba draaide zich om. De vuisten naast zich öp het roode flu weel gesteund, zwaar ademhalend, wendde zij zich om. Hij stond dicht achter haar. een Weinig naar rechts. Zoo zag zij hem juist in het gezicht. En hij. door deze heftige beweging op merkzaam gemaakt, zag haar ook Hij werd heelemaal vaal. Haar blikken hingen aan hem, groot bang en vleiend, verschrikt. Hij be greep die uitdrukking niet. Zijn hart klopte. Het onverwachte oogenblik ver raste hem al te pijnlijk Wat zou hij doen? Een teeken van .herkenning geven? Men spreekt en groet niet onbevangen beleefd een vrouw, die men liefhad, verloor en nog liefheeft en nooit kan terug win nen. „En u zeidet, dat dit haar bruids kleed geweest is", ging de heldere stem voort. „Hoe bijzonder! En toch heelemaai niet theatraal! Ach. en wat een lange, dunne vingers heeft zij! Papa, zie toch die vingers! Lieve doc tor, op zulke handen zou ik in uw plaats verliefd geworden zijn. Of ken de u mevrouw von Kunowsky nog niet toen ze ongehuwd was?" „Jawel, ik kende haar", sprak An dreas Alteneck. Het jonge meisje,-.dat tot-nog toe naast hem had gestaan, kwam nu langs de bank, waarop Ebba zat, heen 'en trad dichter-bij de schilderij. Zij bezag het werk zoo nauwkeurig, als wilde zij de techniek doorgronden. Ebba volgde haar niet-de oogen. Wie was dat? Hoe kwam zij er toe, om op zoo'n zoeten, vertrouwelijken toon tot Andree te spreken, als ware achter de oppervlakkige woorden de teerste verstandhouding verborgen? Waarom boog zij het hoofd zoo sierlijk, zoo ge maakt kinderlijk op den schouder? en zag zij hem zoo van beneden smach tend aan? En hoe kon men zulk steil lichtblond haar hebben en zoo'n inge regen taille, en zulk een klein hoofd en smalle schouders? Wat was zij lee- lijk. Afschuwelijk En zij wenkte, hem naderbij, als. had zij hem te bevelen. Hij kwam. Ebba moest verdragen, dat hij kwam, en dat hij een of andere kleinigheid bekeek, die dit meisje hem wees. En zij zat achter hem, zij, die hij bemind en gekust had. Vreemd al leen door hem verloochend! Bitter heid, hartstochtelijke toorn deden haar geheel trillen; Er steeg: iets als haat in haar op. Weer zag zij hem aan. met vlam mende blikken, heel vast, dringend. Combinatie, (bestaande uit meerdere volkskoren. AUDIëN-IES VAN H. M. DE KONINGIN. In verband met de enkele dagen ge leden vermelde voornemens der Ko ningin tot het verleenen van audiën ties, als aan Collegiën, civiele autori teiten. militare autoriteiten, Vepeeni- gingen, Corporaties en particulieren uit alle deelen des lands, uitgezonderd de provincie Noord-Holland, verzoekt men er nog eens op te wijzen, dat de dienstdoende Grootmeester, voor zoo veel de civielen betreft en de chef van het Militaire Huis voor de militai ren, aan hen, die verzoekschriften wenschen aan te bieden, te zijner tijd nadere aanwijzingen zullen geven. Voorts wordt verzocht er nogmaals op te wijzen, dat bij de ontvangst op een of meer soirées te 's-Gravenhage van hen, die zich voor de in het be richt bedoelde audiënties zullen heb ben aangemeld, het dragen van ambtsgewaad of rok verplicht is. GASTEN TEN HOVE. Aan den maaltijd van H. M. de Koningin, Z. K. H. den Prins en H. K. H. Prinses Juliana, namen gisteren avond deel, met de leden van het ge volg der Vorstelijke personen, de Groot-Hertog van' Mecklenburg, ver gezeld van zijn adjudant generaal- majoor Freiherr von Heintze. EEN „INTERVIEW' MET ONZE KONINGIN. Het is voldoende bekend, dat onze Koningin aan niemand interviews verleent, nochtans beweert barones Groner er een gehad te hebben voor de Continental Press Agency. Als derde „leven van regeerende monarchen" is het vermeende verslag ervan o.a. in de veelgelezen Londen- sche Daily Express verschenen. Van de zonderlinge dingen die erin staan, willen wij, zoo schrijft de N. R. Crt., er slechts enkele aanhalen: „Om half twaalf 's ochtends is zij (de' Koningin) gereed met de zaken van staat en dan ontbiedt zij een van haar hofdames, rijdt met een auto door de stad of wandelt naar de win kels, waar zij zich democratisch on der de menigte mengt. Ik ben haar verscheidene malen op straat tegen gekomen te voet gaande, glimlachen de rechts en links tegen menschen die bogen en hun hoed voor haar afna men 's Middags kan het voorkomen dat zij een paar uur in haar tuin door brengt met het verzorgen van haar bloemen ,,'s Avonds bezoekt zij dikwijls plaatselijke feestelijkheden buiten Amsterdam Wat wordt er al niet gedrukt! WIJZIGING L. O.-WET. Een initiatief-voorstel-Zijlstra. Ingediend is. een voorstel van wet van .den .heer .Zijlstra, tot wijziging van art. .5 en 8 der wet van den 30sten Juni 1924. en van art. 28 der Lager Onderwijswet 1920. Voorgesteld wordt, dat op elke school voor gewoon L. O. het hoofd bijge staan wordt door ten minste één on derwijzer, zoodra het aantal leerlin gen 33. door ten .minste twee onder wijzers. zoodrahet 73, door ten min ste drie onderwijzers, zoodra het 136 bedraagt. Voor elk vijftigtal leerlin gen boven de 136 wordt één onderwij zer meer vereischt. Aan elke school voor U. L. O. wordt het hoofd bijgestaan door ten minste één onderwijzer, zoodra het aantal leerlingen 25. door ten minste twee onderwijzers, zoodra het 49, door ten minste drie. onderwijzers, zoodra het 91 bedraagt. Voor elk dertigtal leerlin gen boven de 91 aan een sch<*pl, als in het derde lid bedoeld, wordt één onderwijzer meer vereischt. Indien het bedrag der Rijksvergoe ding, bedoeld in art. 56 en 97 der L. O.-wet 1920, daardoor hooger wordt, wordt over de dienstjaren 1928 en ,29 die vergoeding berekend volgens de op 30 Juni 1928 geldende regelen, met dien verstande evenwel, dat daarbij buiten aanmerking blijven de onder wijzers, die. te rekenen van 1 Juli '28 in dienst treden boven het aantal, ge steld in art. 28 diejr wet. bevelend, dat hij dezen blik voelen en haar, weer aanzien zou. „Laat ons gaan. kinderen", zeide de oude heer, „het wordt anders te laat voor. het ontbijt, en onze lieve me vrouw Alteneck .wacht!" Ze gingen. Andree voelde den blik, den bevelenden, dwingenden, vurigen blik.. To hij zich omwendde om heen te gaan, zag hij in deze oogen. En zijn hart schrikte van dezen toornigen hartstocht, die hem tegenstroomde als haat. Zij bleef alleen. Alleen, verlaten, ver loochend. En door den grauwen, kou- den dag, door de sneeuwjacht, voort gesleept door den wind, sloop ze naar huis. De hooge vlam van toorn bedaarde. Hij had haar niet verloochend. Hij had haar toch eenvoudig niet meer te kennen. Zij gingen elkaar niets meer aan. En zijn moeder was hier. „Kinderen" zeide die oude heer. Was dat maar bij manier van spreken, zooals dat bij oude menschen' zoo vaak tegenover jongeren de gewoonte is? Of vierde men hier een verloving? Was dit blon de, gracieuse, voorname meisje zijn verloofde? Waarom niet?.Hij was im mers vrij vrij sedert een jaar. Of hij wel haar afgedragen japon bemerkt en gezien had, dat het nog altijd dezelfde was? En de mantel? Zij had toen de keuze naar zijn smaak moeten doen. Ja, die was nog niet ver AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 26 Nov. 1927. Wat al dwaasheden worden tegen woordig niet met de sport verbonden, 't Nieuwste is nu een duel irj den vorm van een openbaar vuistgevecht in den bóksring. 't Is gebeurd in Londen. Twee jon ge Engelschen waren verliefd op de zelfde schoone. Zeer poëtisch werd de eene partij door de andere gedaagd, en die uitdaging aanvaard. De inzet de jongedame zou zelf tusschen de getuigen plaats nemen. Deze liefdeskamp 't ging er min der zacht toe eindigde iri den knock out van een der vrijers én toen het iongemensch naar „droomenland" werd gezonden zooals dit heet in boksterminologie (overieens thans buitengewoon toepasselijk) slaak te de jongedame een gil. Van vreugde of verdriet? 't Zal misschien een on oplosbaar raadsel blijven. 't Geval blijft er even treurig, maar ook even teekenend mee. OBSERVATOR Volgens de Memorie van Toelichting steunt het voorstel op de overtuiging dat inzonderheid de kleine scholen getroffen worden door de gevolgen der noodzakelijke bezuiniging, die me de leidde tot beperking van het aan tal onderwijzers en dus tot wijziging van de leerlingenschalen. Ingevoerd werd de 48-schaal voor de scholen voor gewoon, de 30-schaal voor die voor U. L. O. In breeden kring is men daarom van oordeel, dat het herstel van den zevenjarigen leerplicht behoort te worden voorafgegaan door de vermin dering van het aantal leerlingen per onderwijzer en dan meer in het bij zonder ten aanzien van de kleine scho len. Bij de opstelling der leerlingen schalen in zijn voorstel is de heer Zijlstra van tweeërlei gedachten uit- ge^an. Vooreerst is het gewenscht de kosten van het onderwijs niet te hoog op te schroeven, gezien de noodzaak der voorzichtigheid, waartoe de finan- cieele toestand van het rijk en ge meenten thans nog noopt. Vandaar, dat het aantal leerlingen per onder wijzer, behalve voor de kleine en zeer groote scholen, grooter is genomen dan die ia de wet van 16 Februari '23 het geval is. In de tweede plaats is de heer Zijl stra van meening. dat men bij een leerlingenschaal niet streng behoeft vast te houden aan een gelijkmatiee opklimming, zooals die in de 48- schaal gegeven werd. De eischen, aan de onderscheiden scholen te stellen, zijn niet dezelfde. De kosten der in het voorstel ge noemde leerlingenschalen kunnen niet worden berekend. De heer Zijl stra wijst echter in de eerste plaats op het feit, dat het herstel van - den leerplicht van zeven jaar van. het rijk 3 K millioen zal vragen, terwijl de gemeenten daarenboven nog op zwaar deren last zullen worden gezet, In de tweede plaats zullen de leerlingén- schalen der wet, van 16 Febr. J923 in 1930 automatisch worden hersteld.'als art. 5 der wet van 30 Juni 1924 onge wijzigd blijft gelden. Zijn voorstel zal na 1 Januari 1930 een bezuiniging geven. En in de derde plaat9 legt dit voorstel niet alleen een nieuwen last op de gemeenten, maar geeft het de gemeenten voordeel. WINTER IN DUITSCHLAND. De winter is in aantocht. Aange zien ook dit jaar wederom vele men schen van de wintersport zullen wil len genieten, heeft cle Reichszentrale für Deutsche Verkehrswerburig te Berlijn, Generalvertretung Parklaan 28, Rotterdam, gemeend, ook de derde oplage van het Duitsche verkeers- boekje „Winter in Deutschland" on der de aandacht te mogen brengen. Het boekje is geheel nieuw bewerkt en bevat alle gegevens omtrent Duit sche wintersportgebieden met de bij- behoorende kaarten der spoorwegver bindingen. Tevens wordt het boekje door talrijke sprekende foto's verlucht De boekjes zijn bij alle reisbureaux enz., evenals bij bovenstaand adres kosteloos verkrijgbaar. sleten en de liefde reeds uit uit. Wie wist echter, hoe het geloopen zou zijn, indien zij niet naar Berlijn was gegaan? Overal had hij haar terug kunnen halen. Alleen juist van Fausta's zijde niet. En zonder te bedenken ging zij naar Fausta om haar te zeggen, dat zij haar voor altijd vaarwel moest zeggefc. Het was misschien slechts een be hoefte naar een of andere opwinding, naar de een of andere gebeurtenis in de saaie, eenvormige stilte van het leven, dat zij leidde. De lust, iemand te krenken, nu zij zichzelf doodelijk beleedigd gevoelde. Het blinde verlan gen, de ijverzucht, die in haar brand de, te verzadigen en daar zij het blonde meisje niet kon bereiken, wierp zij zich op haar, die in het verleden denzelfden hartstocht had gevoeld. Fausta, die niet graag in haar werk gestoord werd, vergat zich te ergeren uit louter verbazing. „Ik wil je altijd dankbaar blijven voor alles, wat je voor mijgedaan hebt, maar ik had nooit bij je moeten komen. Hij was er altijd tegen. Gij, en ik, wij mochten niets deelen!" zeide Ebba. „Je bent mal", zëide zij rustig, ach terover leunend in haar schrijfstoel en tot Ebba opziende. „Wat gaan je zijn vooroordeelen tegen mijn persoon aan. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5