NIEUWE LEIDSCHE COURANT
gezamenlijk opgaan tot den dienst des
Woords en der Sacramenten. Dan zul
len de Zondagen toogdagen zijn. Dan
zullen de Avondmaal-Zondagen feest
dagen zijn, v/aarin niet de halve ge
meente in een half-gevuld kerkge
bouw samenkomt, maar waarin heel
Gods volk jubelt bij de gedachtenis
aan Jezus' offer.
Dan zullen we Hem geven de eer
Zijns Naams. Want God is een ja-
loersch God. Dan zullen we God ge
ven, wat Godes is. Dan zal heel ons
leven op den Heere gericht zijn. We
zullen Zün wet liefhebben dag en
nacht. We zullen met ons gansche
hart Zijn eer vermelden, vermelden in
woorden en daden en Hem dank be
wijzen.
Geeft den HEERE de eer Zijns
Naams.
Is Hij het waard? Is Hij het u
waard? Kunt ge opsommen de vele
goedertierenheden Gods? Kunt ge tel
len de milde zegeningen, waarmee God
u overladen heeft?
Voorwaar, m'n lezer én lezeres, dat
God ons duldt, is genade. Dat we er
nog zijn, is Gods liefde. Dat we er nog
zóó mogen zijn, het is reeds een blijk
van Gods ongebroken trouw.
Zullen we dan Hem de eer Zijns
Naams niet geven? Zullen we dan niet
vragen: Wat wilt Gij, o God, dat ik
vandaag, dat ik morgén, dat ik Zon
dag doen zal?
Geeft, o volk des Heeren, geeft
uwen God, geeft uwen Vader, die in
de hemelen is, de eer Zijns Naams!
Komt in Zijn voorhoven-
Ge kunt toch op Zijn dag niet tehuis
blijven. Ge zoekt toch op den dag des
Heeren niet uw eigen weg, maar ge
zoekt Hem toch in Zijn huis!
Daar is de vermaning, die uw ziel
noodig heeft.
Daar is het lichte troostwoord, waar
heen uw verlangend oog uitziet,
Daar is de gemeenschap des gebeds,
de gemeenschap der heiligen, de ge
meenschap des Woords.
Daar is de Bijbel, de rijke schat, die
door den Geest geopend, ons wonde
re heerlijkheid ontsluit.
Daar is de prediking van uw Chris
tus, van uw Heiland!
Ja, komt in Zijn voorhoven!
Brengt offer.
Daar zeg ik niet veel meer van.
Er wordt veel gevraagd. Zeker, dat
is zoo. Te veel? Kan God u ooit te
veel vragen?
Deze drie behooren bijeen.
Niet, omdat wij dit zeggen, doch
naar de Schriften!
Gij gaat openlijk op tot het huis des
Heeren!
Ge zingt uit volle overtuiging uw rij-:
ke psalm, openlijk tot eel* des Heèren.
Gij dóet dit móóie werk van de stil'
te, van de ziele-stilte, de arbeid van
het verborgene om Jezus' wil, gij
brengt offer!
EEN KIND DÉS LICHTS.
't Is geen geringe zaak
Een kind des.lichts te heeten.
Leef dan in teederheid
Voor 's Heeren aangezicht.
Dat ieder, die u ziet.
Het aan u moge weten.
Dat gij het licht bezit -
En wandelt in het licht.
Daar is een heil'ge glans.
Die van den hemel daalt
En op het gansch bestaan
Van wie God liefheeft straalt.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Beesd. F. M. Muller
te Gorinchem. Te Noordwolde (Gr.).
J. J. Stratingh te Hoogebeintum (Fr.).
Te Nunspeet, A. Altena te Rijnsburg.
Te Enter, A. G. Oosterhuis te Eerhst.
Te Putten, J. Ronge te Hoog-Blokland.
Te Garderen, N. C. Bakker te Ben
schop.
Aangenomen: Naar Ter Aar, C.
Vlasblom te Driesum.
Bedankt: Voor Goudriaan en Otto-
land. C. Vlasblom te Driesum. Voor
's Grevelduin-Capelle, C. J. van der
Graef te Ameide.
OER Er. KERKEN
Tweetal: Te Middelburg. B. van Hal
sema te Ermelo en VV. H. clen Houting
te Huizum. Te Delfshaven (vac. No-
mes, Dr. E, D. Kraan te Vlaardingen
en J. H. Kuiper te Drachten.
Bedankt: Voor Nieuwdorp, J. W.
van Tol te Scharendijke.
GEREF. GEM.
Beroepen te Vlaardingen. J. Over-
duin te Werkendam,
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Cand. E Smilde hoopt 11 December
intrede te doen in de Geref. Kerk te
Edam na bevestiging door Ds. A. de
Geus, emeritus predikant te Zaandam
JUBILEUM DS. J. BARBAS.
Onder zeer groote belangstelling
vierde Ds. J. Barbas, Ned. Herv. pre
dikant te Hengelo (Gld.) zijn 25-jarig
ambtsjubileum. Woensdagmiddag
sprak de jubilaris èen gedachtenis
rede uit naar aanleiding- van Hand.
26 22a: „Dan hulpe van God verkre
gen hebbende^ sta ik tot óp dezen dag"'
Na afloop van déze/rede werd de
jubilaris nog'door verschillende per
sonen toegesproken, vertegenwoordi
gende verschillende colleges en corpo
raties.
Tijdens -de receptie in het feestge
bouw werd het woord gevoerd door
Ds. Pierson als voorganger en vriend,
door afgevaardigden uit jubilaris'
eerste gemeente Geesteren; door Dr.
Slot, directeur van de Rekkensche in
richtingen; door een oom van den
jubilaris en door het hoofd der school
uit de Veldhoek.
Telegrammen waren ingekomen
van den president der Synode, van de
Comm. Gewestelijke Landstorm en
brieven van de algemeene Synodale
Commissie, van het Provinciaal Kerk
bestuur en van den Schoolraad.
Door de gemeente werd den jubila
ris een radiotoestel aangeboden.
Ds. Barbas bood de kerk bij deze
gelegenheid een doopvont aan.
DE REDE VAN DS. CREUTZBERG.
De buitengewone algemeene ver
gadering der Vereeniging voor Inwen
dige Zending in Noord Holland, welke
op verzoek van enkele leden uitge
schreven is, naar aanleiding van de in
de jaarvcrgadei:inl£ uitgesproken rede
van Ds. H. w/Creutzberg, zal gehou
den worden op Maandag 12 December
in het American-hotel te Amsterdam.
DE WAARD ALS VOLKSOPVOEDER.
In ..De Schóól ril. d. Bijbel" schrijft
de redacteur D(rewés) onder het op
schrift": „Onzè concurrenten":
••„De- „Thüririger Lehrerzëüung"- ver
telt; dat bij gelegenheid Van het con
gres der' Duitsche herbergiers, dat van
5 tót 7 September iri Düsseldorf ge
houden werd. de Voorzitter van den
Bond van DuitscheV herbergiers, Kris
ter, in. tegenwoordigheid :dér vertegen
woordigers dèr stedelijke regeering.in
-edele bescheidenheid gezegd heeft:
„En zoo is de Duitsche herbergier,
meer oog dan -de schoolmeester en
de geestelijke, de opvoeder van het
volk. Wij, Duitsche herbergiers, heb
ben eerst vele van deze heeren opge
voed". -
„Ik schreef onze concurrenten en
laat het maar staan. Maar moet ik
niet liever schrijven: Onze opvoeders?
Of is het bij ons nog niet zoo ver? In
elk geval is het herbergleven in
Duitschland -wel een beetje anders
ontwikkeld dan bij ons; En is het
Duitsche Wirtshaus ook wel wat an
ders dan onze kroeg".
BINNENLAND.
H. M. DE KONINGIN-MOEDER.
H. M. de Koningin-Moeder-heeft het
voornemen om op den lsten Decem
ber, des avonds- in den Grooten
Schouwburg te Rotterdam het eerste
"gedeelte bij te wonen van de uitvoe
ring. welke -aldaar' Wordt gegeven
dóór een Beethoven-Herdenkings-
van
ZATERDAG 26 NOV. 1927
TWEEDE BLAD.
DEZE DRIE.
Geeft den HEERE de eer Zijns
naams, brengt offer en komt in
Zijn voorhoven.
Ps. 96:8.
Het is, alsof de zanger hier reeds
grijpt naar de internationale gedach
te, die de Kerk van het Nieuwe Tes
tament doorweven heeft. Het is alsof
de componist van dit lied Israël op
roept om zijn schatten voor de volke
renwereld uit te stallen. Het is alsof
de schrijver van dezen psalm allen wil
opwekken tot den jubel voor het heil
des Heeren.
Allen worden opgeroepen om te ko
men. naar Jeruzalem, naar den tem
pel van Jehova en daar dezen HEERE
de eer Zijns naams te geven. God, de
eer Zijns Naams geven wel dat is
God loven voor de dingen, die Hij al
leen gedaan heeft. Hem eerbiedig hul
de bewijzen voor het licht, dat Hij
deed opgaan. Hem erkennen in de
groote zegeningen en goudene voor
rechten, waarin Hij Zijn volk deelen
doet.
Maar niet alleen zullen allen komen
in de erkentenis, dat God God is, dat
Jehova met zooveel zegen Zijn volk
overgoten heeft, ze zullen ook offerga
ven meenemen. Ze zullen hun jube
lende dankbaarheid zichtbaar en tast
baar met zich nemen. Ze zullen in gou
den munt omslaan de in hun ziel le
vende en lovende dank aan den Hee
re, Ze zullen komen met offergaven
om daarin den Heere hun dank te zeg
gen.
Zoo zullen ze komen tot Zijn voor
hoven. Ze zullen zich allen begeven
naar den tempel te Jeruzalem. Ze zul
len gezamenlijk bijeen zijn in de plaats
der samenkomst. Ze zullen met elkan
der een groot en eenparig getuigenis
afleggen van den dienst des Eeuwigen.
Ze zullen komen tot de vergadering
des Heeren.
Deze drie behooren bij elkander.
Het komen tot de voorhoven Gods
allereerst. Die aldaar komt kan niet
binnentreden zonder zijn penning
voor den Heere. Groot of klein, als het
jnaar een offergave is. En alzoo zal
- de gemeente des Heeren in haar groo-
te geheel Hem de eer Zijns naams ge
ven.
Of wilt ge 't andersom?
Die begint met God de eer te ge
ven, innerlijk in zijn ziel overtuigd is
van de weldaden des Heeren en in z'n
hart Hem looft, die kan op den dag
des Heeren niet in z'n huis blijven, die
moet met de gemeente van Christus
samen komen om in Gods voorhoven
uiting te geven aan den lof zijns har
ten en bij de stem der snaren te paren
de daad van het offer. Die geeft, om
dat hij ontvangen heeft. Die offert,
omdat hij lief heeft.
Deze drie ze behooren bijeen.
Zij zijn onlosmakelijk aan elkander
verbonden.
Zij vormen een geestelijk trio dat ge
in elkaar gestrengeld ziet.
Wanneer deze drie leven en levend
zijn in het volk Gods, dan zal de Kerk
des Heeren niet met tekorten worste-
len.
Dan zullen de broeders, die in stil
te rondgaan om den arme te vertroos
ten verblijd worden, èn de broeders,
die zich de moeite getroosten om de
Kerk te verzorgen, zullen dit eens
verheugd kunnen doen om de milde
gaven, die toestroomen. Dan zullen we
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
£4.
Acb, Ebba waagde het sinds lang
niet meer, deze vraag te beantwoorden
Ze wist, dat ze als iemand geweest
was, die aan den warmen haard zit
en wegloopt om buiten een Bengaalsch
vu.ur aan te steken, in den waan. dat
het beter zal warmen.
En terwijl zij zoo steeds naar hei
portret keek. vergat zij tijd en plaats.
Zij beleefde den dag weer, juist een
.jaar geleden, den bruiloftsdag van He-
lene, die ook de laatste dag van haar
geluk was geweest.
Daar hoorde zij stemmen achter
zich, tot een halfluid gesprek ge
dempt:
„YVerkelijk, beste vriend, een won
dervol portret! Een gebeurtenis in de
kunstwereld van het jaar, kan men
bijna zeggenI Van ongehoorde, onuit
puttelijke aantrekkingskracht", zeide
een mannestem. En een jonge, heldere
stem zeide:
„Lijkt het? En is deze mevrouw von
Kunovvsky in leven ook zoo interes
sant, als zij er op deze schilderij uit
ziet?"
Toon antwoordde een stem, waarvan
de klank Ebba het hart deed stilstaan:
„Het lijkt uitstekend. En er zijn veel
menschen. die mevrouw von Kunows-
ky ongemeen interessant en moeilijk
te doorgronden vinden. Ik behoor niet
tot hen".
„Kent u haar goed, beste doctor?'
vroeg de heldere stem.
„Jaweleenigszins. Zij is de
'vrouw van mijn vriend", zeide Alte
neek een beetje aarzelend.
Er hielp nu geen bedenken of be-
heerschen. Ebba draaide zich om. De
vuisten naast zich öp het roode flu
weel gesteund, zwaar ademhalend,
wendde zij zich om. Hij stond dicht
achter haar. een Weinig naar rechts.
Zoo zag zij hem juist in het gezicht.
En hij. door deze heftige beweging op
merkzaam gemaakt, zag haar ook
Hij werd heelemaal vaal.
Haar blikken hingen aan hem, groot
bang en vleiend, verschrikt. Hij be
greep die uitdrukking niet. Zijn hart
klopte. Het onverwachte oogenblik ver
raste hem al te pijnlijk
Wat zou hij doen? Een teeken van
.herkenning geven? Men spreekt en
groet niet onbevangen beleefd een
vrouw, die men liefhad, verloor en
nog liefheeft en nooit kan terug win
nen.
„En u zeidet, dat dit haar bruids
kleed geweest is", ging de heldere
stem voort. „Hoe bijzonder! En toch
heelemaai niet theatraal! Ach. en wat
een lange, dunne vingers heeft zij!
Papa, zie toch die vingers! Lieve doc
tor, op zulke handen zou ik in uw
plaats verliefd geworden zijn. Of ken
de u mevrouw von Kunowsky nog niet
toen ze ongehuwd was?"
„Jawel, ik kende haar", sprak An
dreas Alteneck.
Het jonge meisje,-.dat tot-nog toe
naast hem had gestaan, kwam nu
langs de bank, waarop Ebba zat, heen
'en trad dichter-bij de schilderij. Zij
bezag het werk zoo nauwkeurig, als
wilde zij de techniek doorgronden.
Ebba volgde haar niet-de oogen. Wie
was dat? Hoe kwam zij er toe, om op
zoo'n zoeten, vertrouwelijken toon tot
Andree te spreken, als ware achter
de oppervlakkige woorden de teerste
verstandhouding verborgen? Waarom
boog zij het hoofd zoo sierlijk, zoo ge
maakt kinderlijk op den schouder? en
zag zij hem zoo van beneden smach
tend aan? En hoe kon men zulk steil
lichtblond haar hebben en zoo'n inge
regen taille, en zulk een klein hoofd
en smalle schouders? Wat was zij lee-
lijk. Afschuwelijk
En zij wenkte, hem naderbij, als. had
zij hem te bevelen. Hij kwam. Ebba
moest verdragen, dat hij kwam, en dat
hij een of andere kleinigheid bekeek,
die dit meisje hem wees.
En zij zat achter hem, zij, die hij
bemind en gekust had. Vreemd al
leen door hem verloochend! Bitter
heid, hartstochtelijke toorn deden haar
geheel trillen; Er steeg: iets als haat
in haar op.
Weer zag zij hem aan. met vlam
mende blikken, heel vast, dringend.
Combinatie, (bestaande uit meerdere
volkskoren.
AUDIëN-IES VAN H. M. DE
KONINGIN.
In verband met de enkele dagen ge
leden vermelde voornemens der Ko
ningin tot het verleenen van audiën
ties, als aan Collegiën, civiele autori
teiten. militare autoriteiten, Vepeeni-
gingen, Corporaties en particulieren
uit alle deelen des lands, uitgezonderd
de provincie Noord-Holland, verzoekt
men er nog eens op te wijzen, dat de
dienstdoende Grootmeester, voor zoo
veel de civielen betreft en de chef van
het Militaire Huis voor de militai
ren, aan hen, die verzoekschriften
wenschen aan te bieden, te zijner tijd
nadere aanwijzingen zullen geven.
Voorts wordt verzocht er nogmaals
op te wijzen, dat bij de ontvangst op
een of meer soirées te 's-Gravenhage
van hen, die zich voor de in het be
richt bedoelde audiënties zullen heb
ben aangemeld, het dragen van
ambtsgewaad of rok verplicht is.
GASTEN TEN HOVE.
Aan den maaltijd van H. M. de
Koningin, Z. K. H. den Prins en H. K.
H. Prinses Juliana, namen gisteren
avond deel, met de leden van het ge
volg der Vorstelijke personen, de
Groot-Hertog van' Mecklenburg, ver
gezeld van zijn adjudant generaal-
majoor Freiherr von Heintze.
EEN „INTERVIEW' MET ONZE
KONINGIN.
Het is voldoende bekend, dat onze
Koningin aan niemand interviews
verleent, nochtans beweert barones
Groner er een gehad te hebben voor
de Continental Press Agency.
Als derde „leven van regeerende
monarchen" is het vermeende verslag
ervan o.a. in de veelgelezen Londen-
sche Daily Express verschenen. Van
de zonderlinge dingen die erin staan,
willen wij, zoo schrijft de N. R. Crt.,
er slechts enkele aanhalen:
„Om half twaalf 's ochtends is zij
(de' Koningin) gereed met de zaken
van staat en dan ontbiedt zij een van
haar hofdames, rijdt met een auto
door de stad of wandelt naar de win
kels, waar zij zich democratisch on
der de menigte mengt. Ik ben haar
verscheidene malen op straat tegen
gekomen te voet gaande, glimlachen
de rechts en links tegen menschen die
bogen en hun hoed voor haar afna
men
's Middags kan het voorkomen dat
zij een paar uur in haar tuin door
brengt met het verzorgen van haar
bloemen
,,'s Avonds bezoekt zij dikwijls
plaatselijke feestelijkheden buiten
Amsterdam
Wat wordt er al niet gedrukt!
WIJZIGING L. O.-WET.
Een initiatief-voorstel-Zijlstra.
Ingediend is. een voorstel van wet
van .den .heer .Zijlstra, tot wijziging
van art. .5 en 8 der wet van den 30sten
Juni 1924. en van art. 28 der Lager
Onderwijswet 1920.
Voorgesteld wordt, dat op elke school
voor gewoon L. O. het hoofd bijge
staan wordt door ten minste één on
derwijzer, zoodra het aantal leerlin
gen 33. door ten .minste twee onder
wijzers. zoodrahet 73, door ten min
ste drie onderwijzers, zoodra het 136
bedraagt. Voor elk vijftigtal leerlin
gen boven de 136 wordt één onderwij
zer meer vereischt.
Aan elke school voor U. L. O. wordt
het hoofd bijgestaan door ten minste
één onderwijzer, zoodra het aantal
leerlingen 25. door ten minste twee
onderwijzers, zoodra het 49, door ten
minste drie. onderwijzers, zoodra het
91 bedraagt. Voor elk dertigtal leerlin
gen boven de 91 aan een sch<*pl, als
in het derde lid bedoeld, wordt één
onderwijzer meer vereischt.
Indien het bedrag der Rijksvergoe
ding, bedoeld in art. 56 en 97 der L.
O.-wet 1920, daardoor hooger wordt,
wordt over de dienstjaren 1928 en ,29
die vergoeding berekend volgens de
op 30 Juni 1928 geldende regelen, met
dien verstande evenwel, dat daarbij
buiten aanmerking blijven de onder
wijzers, die. te rekenen van 1 Juli '28
in dienst treden boven het aantal, ge
steld in art. 28 diejr wet.
bevelend, dat hij dezen blik voelen en
haar, weer aanzien zou.
„Laat ons gaan. kinderen", zeide de
oude heer, „het wordt anders te laat
voor. het ontbijt, en onze lieve me
vrouw Alteneck .wacht!"
Ze gingen. Andree voelde den blik,
den bevelenden, dwingenden, vurigen
blik.. To hij zich omwendde om heen
te gaan, zag hij in deze oogen. En zijn
hart schrikte van dezen toornigen
hartstocht, die hem tegenstroomde
als haat.
Zij bleef alleen. Alleen, verlaten, ver
loochend. En door den grauwen, kou-
den dag, door de sneeuwjacht, voort
gesleept door den wind, sloop ze naar
huis.
De hooge vlam van toorn bedaarde.
Hij had haar niet verloochend. Hij
had haar toch eenvoudig niet meer te
kennen. Zij gingen elkaar niets meer
aan.
En zijn moeder was hier. „Kinderen"
zeide die oude heer. Was dat maar bij
manier van spreken, zooals dat bij
oude menschen' zoo vaak tegenover
jongeren de gewoonte is? Of vierde
men hier een verloving? Was dit blon
de, gracieuse, voorname meisje zijn
verloofde? Waarom niet?.Hij was im
mers vrij vrij sedert een jaar.
Of hij wel haar afgedragen japon
bemerkt en gezien had, dat het nog
altijd dezelfde was? En de mantel? Zij
had toen de keuze naar zijn smaak
moeten doen. Ja, die was nog niet ver
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 26 Nov. 1927.
Wat al dwaasheden worden tegen
woordig niet met de sport verbonden,
't Nieuwste is nu een duel irj den
vorm van een openbaar vuistgevecht
in den bóksring.
't Is gebeurd in Londen. Twee jon
ge Engelschen waren verliefd op de
zelfde schoone. Zeer poëtisch werd
de eene partij door de andere gedaagd,
en die uitdaging aanvaard. De inzet
de jongedame zou zelf tusschen
de getuigen plaats nemen.
Deze liefdeskamp 't ging er min
der zacht toe eindigde iri den
knock out van een der vrijers én toen
het iongemensch naar „droomenland"
werd gezonden zooals dit heet in
boksterminologie (overieens thans
buitengewoon toepasselijk) slaak
te de jongedame een gil. Van vreugde
of verdriet? 't Zal misschien een on
oplosbaar raadsel blijven.
't Geval blijft er even treurig, maar
ook even teekenend mee.
OBSERVATOR
Volgens de Memorie van Toelichting
steunt het voorstel op de overtuiging
dat inzonderheid de kleine scholen
getroffen worden door de gevolgen
der noodzakelijke bezuiniging, die me
de leidde tot beperking van het aan
tal onderwijzers en dus tot wijziging
van de leerlingenschalen. Ingevoerd
werd de 48-schaal voor de scholen
voor gewoon, de 30-schaal voor die
voor U. L. O.
In breeden kring is men daarom
van oordeel, dat het herstel van den
zevenjarigen leerplicht behoort te
worden voorafgegaan door de vermin
dering van het aantal leerlingen per
onderwijzer en dan meer in het bij
zonder ten aanzien van de kleine scho
len. Bij de opstelling der leerlingen
schalen in zijn voorstel is de heer
Zijlstra van tweeërlei gedachten uit-
ge^an. Vooreerst is het gewenscht de
kosten van het onderwijs niet te hoog
op te schroeven, gezien de noodzaak
der voorzichtigheid, waartoe de finan-
cieele toestand van het rijk en ge
meenten thans nog noopt. Vandaar,
dat het aantal leerlingen per onder
wijzer, behalve voor de kleine en zeer
groote scholen, grooter is genomen
dan die ia de wet van 16 Februari '23
het geval is.
In de tweede plaats is de heer Zijl
stra van meening. dat men bij een
leerlingenschaal niet streng behoeft
vast te houden aan een gelijkmatiee
opklimming, zooals die in de 48-
schaal gegeven werd. De eischen, aan
de onderscheiden scholen te stellen,
zijn niet dezelfde.
De kosten der in het voorstel ge
noemde leerlingenschalen kunnen
niet worden berekend. De heer Zijl
stra wijst echter in de eerste plaats
op het feit, dat het herstel van - den
leerplicht van zeven jaar van. het rijk
3 K millioen zal vragen, terwijl de
gemeenten daarenboven nog op zwaar
deren last zullen worden gezet, In de
tweede plaats zullen de leerlingén-
schalen der wet, van 16 Febr. J923 in
1930 automatisch worden hersteld.'als
art. 5 der wet van 30 Juni 1924 onge
wijzigd blijft gelden. Zijn voorstel zal
na 1 Januari 1930 een bezuiniging
geven. En in de derde plaat9 legt dit
voorstel niet alleen een nieuwen last
op de gemeenten, maar geeft het de
gemeenten voordeel.
WINTER IN DUITSCHLAND.
De winter is in aantocht. Aange
zien ook dit jaar wederom vele men
schen van de wintersport zullen wil
len genieten, heeft cle Reichszentrale
für Deutsche Verkehrswerburig te
Berlijn, Generalvertretung Parklaan
28, Rotterdam, gemeend, ook de derde
oplage van het Duitsche verkeers-
boekje „Winter in Deutschland" on
der de aandacht te mogen brengen.
Het boekje is geheel nieuw bewerkt
en bevat alle gegevens omtrent Duit
sche wintersportgebieden met de bij-
behoorende kaarten der spoorwegver
bindingen. Tevens wordt het boekje
door talrijke sprekende foto's verlucht
De boekjes zijn bij alle reisbureaux
enz., evenals bij bovenstaand adres
kosteloos verkrijgbaar.
sleten en de liefde reeds uit uit.
Wie wist echter, hoe het geloopen
zou zijn, indien zij niet naar Berlijn
was gegaan?
Overal had hij haar terug kunnen
halen. Alleen juist van Fausta's zijde
niet.
En zonder te bedenken ging zij naar
Fausta om haar te zeggen, dat zij haar
voor altijd vaarwel moest zeggefc.
Het was misschien slechts een be
hoefte naar een of andere opwinding,
naar de een of andere gebeurtenis in
de saaie, eenvormige stilte van het
leven, dat zij leidde. De lust, iemand
te krenken, nu zij zichzelf doodelijk
beleedigd gevoelde. Het blinde verlan
gen, de ijverzucht, die in haar brand
de, te verzadigen en daar zij het
blonde meisje niet kon bereiken, wierp
zij zich op haar, die in het verleden
denzelfden hartstocht had gevoeld.
Fausta, die niet graag in haar werk
gestoord werd, vergat zich te ergeren
uit louter verbazing.
„Ik wil je altijd dankbaar blijven
voor alles, wat je voor mijgedaan
hebt, maar ik had nooit bij je moeten
komen. Hij was er altijd tegen. Gij, en
ik, wij mochten niets deelen!" zeide
Ebba.
„Je bent mal", zëide zij rustig, ach
terover leunend in haar schrijfstoel en
tot Ebba opziende. „Wat gaan je zijn
vooroordeelen tegen mijn persoon aan.
(Wordt vervolgd).