:38_ DB BIJBEL IN HET AFRIKAANSCH. De verslaggever van De Standaard had een onderhoud met Prof. C. van Gelderen, die dezer dagen uit Zuid- Afrika hier te lande is teruggekeerd. Hij verhaalt daarvan het volgende: Zoo'n klein eenvoudig berichtje: ,,Prof. Dr. C. van Gelderen is van zijn reis naar Zuid-Afrika in de hoofdstad teruggekeerd en heeft zijn colleges hervat" was aanleiding tot het schrijven van een briefje, waarin wij dezen Amsterdamsche hoogleeraar om een onderhoud verzochten. ,,Over uw reis naar Zuid-Afrika en uw arbeid al daar bij de Bijbelvertaling". Het onderhoud werd toegestaan en zoo zaten we op het afgesproken uur tegenover Prof. van Gelderen in zijn mooie, ouderwetsch-groote, studeer kamer, met het massieve schrijfbureau en de imponeerende immers een ge- heelen muur in beslag nemende boe kenkast. In den hoek bij het raam een reusachtig bloemstuk, chrysanten. En de bewoner? Vriendelijk groetend komt hij bin nen, net thuis van zijn avondwandelin getje. Kalm worden jas en hoed weg geborgen en dan laat hij zich neer in den zwaren clubfauteuil. Zóó, toen hij binnenkwam, was onze eerste gedach te: een typisch Afrikaansche verschij ning! Maar nu we tegenover elkaar zitten, m het ietwat getemperde licht der lamp, vervaagt die indruk spoedig en zien we den professor voor ons, den man der wetenschap. „En waarmede kan ik u nu van dienst zijn?" De vraag gaat gepaard met een vriendelijk uitnoodigend gebaar. t ,,Het is ons te doen, professor, om bijzonderheden over uw reis en uw werk in Zuid-Afrika. Ziet u, we wil den Maar Prof. van Gelderen komt ons behulpzaam tegemoet. „Wil ik beginnen met vertellen? Dan moet ik eerst opmerken, dat ik Zuid-Afrika niet gezien heb. Ik heb wel ivat gezien doch m'n tijd werd voor het grootste deel in beslag geno men door een bepaald werk. U moet van mij dan ook geen oordeel verwach ten over «Afrika en het Afrikaansche volk. Natuurlijk heb ik wel eens met dezen en genen over politieke en eco nomische vraagstukken gesproken, maar, u begrijpt, ik heb er heelemaal geen diepgaande studie van gemaakt. Ik ben zes maanden in Zuid- Afrika éeweest. waarvan ik er vier in Westelijk Transvaal heb doorgebracht en wel voornamelijk in Potchefstroom en Johannesburg, met zoo nu en dar een preekreisje hier en daarheen. Wat den tijd, doorgebracht in Potchef stroom, betreft, was ik den meesten tijd op de boerderij van Prof. Du Toit, welke zoover van Potchefstroom afligt als Bussum van Amsterdam." ,,Dan was u dus feel buiten?" Inderdaad! En 't was er erg leuk. Geen grootsche natuur, maar een echt Afrikaansch landschap: aardige „koppies", met een pittoresque stoffa- ge, waarin de doringboom (doring doorn) een voorname plaats heeft. Een andere doornstruik heet „wag 'n biet- j ie", zoo genoemd naar haar doorns, die veel van weerhaakj es hebben en die, wanneer ze in je broek haken, je dwingen tot stil staan en geduldig los maken. In andere streken vindt men de „besembos", bijgenaamd „kan nie dood", dóór Totius in zijn gedichten geteekend als beeld van het Afrikaan sche volk. Wacht even, ik heb het ge dicht bij de hand." Na eenig 2oeken op de met boeken beladen tafel in 't midden der kamer, is het bundeltje gedichten gevonden- „Komt u maar even hier. Dan kunt u zien en hooren. Dat is wèl. zoo goed." We haasten ons aan de uitnoodiging gevolg te geven en lezen mee, terwijl we luisteren naar de klankvolle stem, die met teere liefkozing de zinnen zegt. Weer gezeten, vragen we: „En uw eigenlijk werk in Zuid- Afrika, professor?" „M'n eigenlijk werk was bij de Bijbelvertalers." „Wilt u om te beginnen ons iets vertellen van de geschiedenis der ver taling?" „Al wel 40 jaar lang is men in Zuid-Afrika bezig geweest met stuk ken van. de Statenvertaling over te brengen in de Afrikaansche taal. In de laatste vijf jaar heeft men gewerkt aan de vertaling uit den grondtekst. Het Oude Testament Was onder, drie vertalers verdeeld. Het Nieuwe Tes tament is door één vertaler vertaald leder is nu klaar met z'n deel; nu moe ten ze eikaars werk controleeren en een keus doen uit de vele alternatieve vertalingen. Kijk, dat zit zoo: op me nige plaats is de Hebreeuwsche tekst op twee manieren in 't Afrikaansch overgebracht. Uit die twee vertalingen moet nu een keuze gedaan worden. Hebt u 't begrepen?" We lezen onze aanteekeningen voor, want ons haastig krabbelende potlood heeft als op een college het gedoceer de vastgelegd. „Goed, goed, maar hebt u 't zelf begrepen?" In onze eigen woorden geven wij dan het gesprokene weer en de profes sor knikt goedkeurend. „Als we 't dus goed begrepen hebben, professor, dan is men in Zuid- Afrika. op 't. oogenblik verder dan in Nederland?" „Afrika heeft een groot voordeel boven Holland. In Nederland wordt te veel aan nieuwe Bijbelvertaling ge daan. Verschillende theologische rich tingen doen het elk op haar manier. In Zuid-Afrika is het gelukt de verschil lende Hollandsche Kerken tot samen werking te brengen, zonder dat hierbij theologische verschillen storend wer ken. Men was klaar met het overwin nen van de kerkelijke tegenstellingen, toen men met het werk begon." „En wat was uw speciaal werk?" „Het controleeren der vertaling aan het Hebreeuwsch. Ik heb daarbij die gedeelten gecontroleerd, waarvan dit door de vertalers het meest noodig werd geacht." „Hoe zijn de vertalers te werk gegaan?" vroegen we verder, „Hebben ze zich aan de Statenvertaling gehou den, of hebben ze de onjuiste vertalin gen door betere vervangen?" „Zij hebben zich bediend van de nieuwste hulpmiddelen en hadden te gelijk de Statenvertaling in hun ziel, zoodat zij zich daarbij zooveel moge lijk aansloten." We gingen hierna over naar het taal kundig gebied en stelden de vraag of, aangezien het Afrikaansch een nog zeer jonge taal is, voor iedere subtiele onderscheiding wel een juist woord aanwezig is. Het antwoord luidde: „De vertalers zoeken ernaar, zoo als Luther gezocht heeft. Luther heeft eens gezegd: „ik moet die oude He- breën Duitsch leeren praten." Zoo moeten zij die oude Hebreen Afri kaansch leeren praten. En zooiets moet men altoos doen, wanneer men de Hei lige Schrift overbrengt in een jonge, opkomende taaL Zoo helpt ook de Bij belvertaling weer mee om de taal te vormen, gelijk Luthers Bijbel en de Statenvertaling inderdaad hebben ge daan." „En wanneer men in de taal, waarin men overbrengt, nu onmoge lijk een juist woord kan vinden?" „Dan moet men 't maken." „Maar in dit geval, waar ontleent men het dan aan, aan 't Hollandsch of aan 't Engelsch?" „Zooveel mogelijk aan 't Hol landsch. Ik heb Prof. Du Toit een keer hooren zeggen: „Onze taalvormen ver schillen van de Hollandsche, maar on ze woordenschat is de Hollandsche woordenschat." „Nu een andere vraag, professor. Levert deze vertaling niet het 'gevaar op, dat de band met Holland ver zwakt, doordat het Hollandsch al meer en meer verdwijnt?" „Naar mijn meening niet. Ik ge loof, dat het juist noodzakelijk is., dat het Afrikaansche volk een eigen taal heeft, die even gemakkelijk te leeren is als het Engelsch. Want u moet niet vergeten, dat het Nedérlandsch, dat voor den Afrikaner een aangeleerde taal is, grammaticaal veel moeilijker is dan het Engelsch. En wat nu 't Hol landsch betreft, op de middelbare scholen wil men het als leestaal en op de Hoogescholen wil men de weten schappelijke studie van 't Afrikaansch in den nauwsten samenhang met het Nederlandsch." „En nu ten slotte: is er nog iets wat u vermeld wenscht te zien?" „Ja, namelijk dat ik, behalve in Transvaal, hoofdzakelijk in Stellen- bosch heb gewerkt. Verder heb ik op verschillende plaatsen, ook in den Oranje-Vrijstaat, kerkdiensten en le zingen gehouden. Als u er dat volle digheidshalve bij wilt zetten?" Aan welk verzoek wij natuurlijk gaarne hebben voldaan. Even later stonden we weer in de stille Van Breestraat, onder den arm een kolossaal groot portret van de ver talers met Prof. van Gelderen, dat deze ons ter reproductie afstond. Waarvoor wij hier gaarne onze erken telijkheid uitspreken. RADIO. De kortegolftelefoonzender van de Rijkstelegraaf te Kootwijk. Blijkens de uitslagen van de proei- iiemingen op het gebied van radiote lefonie behoort het telefonisch verkeer met Ned. O.-Indië niet langer tot de onmogelijkheden. Echter zal deze ver binding eerst dan goed voldoen, aL men kan spreken op de gemeenschap pelijke daguren. Wanneer het bjj ons 5 uur n.m. is, is het in Indiè 12 uur 's nachts, zoodat men in het al gemeen na 5 uur van de tetefoon geen gebruik zal maken, omdat inen dan den correspondent in Indië uit bed moet bellen. Uiteraard heeft vooi den Rijksdienst, wiens taak het is een productief verkeer te scheppen, tele fonie. die pas om. 5 uur 's avonds mogelijk is, weinig beteekenis. JJe croote ervaring, die de Rijkste- bigraaf gedurende eenige jaren met d9 kortegolftelegrafie heeft opgedaan heeft aangetoond, dat telefoonverkeer vóór 5 uur alleen mogelijk is met golf lengten beneden 20 M.; met grootere golflengten valt voor het dagverkeel practisch niets te bereiken. De Rijkstelegraaf heeft, de groote moeilijkheden, die het werken met der gelijke ultra-korte golven biedt, ernstig onder het oog gezien en grootendeeG 'overwonnen. Het slagen der proefnemingen op deze kortegolf wekt veel belangstelling in technische kringen; uit de van alle zijden ontvangen rapporten blijkt groo te waardeering voor de op een zoo korte golf bereikte resultaten. VISSCHERIJBERICHTEN. IJMUIDEN. 17 Nov. Heden aangeko men aan den rijksafslag 21 stoomtraw Iers, 1 kotter, 1 drijfnetvaartuig, en 32 kustvisschers. De prijzen voor trawlviseh waren: Tarbot 1762,50, griet 23—46, groote schol 34—43, middel 36—42, zet 31—42, kleine 7.5024, schar 1,9014,50, pie terman poontjes 1012, groote schel- visch 3753, middel 3250. kleinmid- del 2)5—40, kleine 9,5027, groote gul len 3.50—20, kleine gullen 717,50, wij ting 2,4012, makreel 2027, alles per 50 K.G., rog 14—25 per 20 9tuks, groote tong 1,30—1,50, middel tong 1:10—1,50, kleine tong 1—1,25, vleet 0,632.11, leng 1—3.44, heilbot 1,10—11,20, kool- visch 0,30—1,40, steur 29,50s-51 alles per stuk. kabeljauw per kist van 125 K.G. 3958, 159 manden versche ha ring per man van 42 K.G. 1012,50. van de versch haringvisscherij kwamen hier binnen de Engelsche stoomloggers LT 125 met 180 manden en LK. 682 met 160 kisten versche ha ring. Heden kwamen hier binnen de Duitsche stoomtreüers SD 56 m. 3338 en SD 87 met 3501 besomming en de Deensche motortreiler E 142 m. 1549 besomming. De besommingen der haringsche pen waren heden: LT 125 niet 1514 aan versche haring. In de week van 1017 November zijn te IJmuiden aan den rijksvischaf- slag aangevoerd 741.038 K.G. treilvisch en 3902 manden versche haring. De totaalopbrengst bedroeg 381.032. Van de IJmuider stoomtreilers kwamen er heden 19 aan de markt. De besommingen waren: IJM. 94 met 2577. IJM. 8 met 2157, IJM. 176 met 2573. IJM. 152 met 2545. IJM. 110 met 3376, IJM. 175 met 3112, IJM. 133 met 2575, IJM. 324 met 2854, IJM. 9 met 2885, IJM. 70 met 2601, IJM. 101 met 2364, IJM. 51 met 2361 IJM. 481 met 3511. IJM. 150 met 2982, IJM. 74 met 2123, IJM. 184 met 2571, IJM. 36 met 3570, IJM. 4 met 2680, en IJM. 65 met 2722. Scheepstij dingen. HOLLAND—AMEIUKA-LIJN. SPAARNDAM, N. Orleans rt. Rott.. p. 16 Stilly. BOSCHDIJK, 16 v. Rott. te B. Ayres. GROOTENDIJK, Vancr. n. Rott., 16 v. Glasgow. DRECHTDIJK, Vancr. n. Rott., 17 te Liverpool. BEEMSTERDIJK, Rott. n. N. York, 15 W.ZAV. van Valentia. NARENTA. Vancr. "n. Londen. 16 van Cristobal. RADNORSHIRE, Londen n. Vancr., 14 te Curacau. HOLLANDAFRIK A-LIJN. BILLITON, thuisr., p. 16 Perim. HEEMSKERK, thuisr., 16 v. Zanzibar. RIJPERKERK. uitr., 16 te Beira. NIJKERK, uitr.. 16 v. Dar es Salaam. KON. HOLLANDSCHE LLOYD. GAASTERLAND, 17 v. Amst. n. B. Ayres. GELRIA uitr.. 17 v. Southampton. AMSTELLAND, uitr., 16 te B. Ayres. OR AN IA, thuisr., 16 v. Corunna. ROTTERDAMSCHE LLOYD. TAMBORA, thuisr., p. 17 Kaap del Armi. PATRIA, uitr., p. 16 Suez. JACATRA. .thuisr.. p. 15 Sagres. MERAUKE, uitr., p. 17 Suez. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND. PRINS DER NED., uitr., 17 te Genua, J. P COEN, thuisr., 19 te Amst. verw. MANOERAN, thuisr., 17 te Genua. RONDO, 16 v. Hamburg te Amst. C- A. is toch voordeeligerl Deze warme Ratiné Ulster in de nieuwe, mo» n'yc derne kleuren kost slechts. m In diverse kleuren en dessins van mooie Winterstoffen kunt U dezen „m 7 Ulster kiezen voor slechts A': v -t V&V-' Chique coupe en pasvorm zijn U in dezen Melton. Ulstergegaran. cq deerdl En de f prijs? Slechts JL Voor ieder figuur een correct passende Jas in moderne Ulster, stoffen 1*7 7 c met ruit»des. W sins v. slechts In mod. tinten (ook blauw) en dessins v. zware Ratiné's en Velours kost cr\ deze chique 1 Cl3U UlsteraW Reis.Ulster (met ceintuur rondom of alleen in den rug) Prachf.Velours 1 Aft'i V. *1. i t v'*'' "■'bV V; - -i- -. -v IRNHÉM GRONINGEN LEEUWARDEN 5NEEK ZWOLLE ENSCHEDE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 7