Purol bij Ruwe en Schrale Huid
NIEUWE LEIUSCHE COURANT
RECLAME.
wetsontwerp ingediend tot wijziging
der Ziektewet. In de Memorie van
Toelichting wordt gezegd, dat dit
wetsontwerp strekt tot verwezenlij
king van het in de Troonrede van het
vorige jaar vermelde voornemen der
Regeering om de Ziektewet in te voe
ren, nadat deze zal zijn gewijzigd, in
het bijzonder in dezen zin, dat meer
plaats wordt ingeruimd aan voorzie
ningen, welke uit het maatschappelijk
ieven opkomen. Behalve op het punt
van deze voorzieningen bevat het ont
werp een verzekering die zich uit
strekt tot alle loonarbeiders. De ver
zekering is onafhankelijk van de
hoogte van het loon.
Wij komen op dit ontwerp met toe
lichting nog terug.
RIJWIEL- EN WEGENBELASTING.
De Bond van Bedrijfsautohouders
in Nederland, gevestigd te 's-Graven-
liage, heeft een requst verzonden aan
den Minister van Financiën, waarin
verzocht wordt, indien de rijwielbe
lasting verlaagd moet worden, deze
gelden niet aan het Wegenfonds en
zeker niet aan de opbrengst der we
genbelasting te onttrekken, doch hier
voor gelden te gebruiken uit de alge-
meene middelen.
De bond stelt zich op het standpunt
dat een goed wegennet een zuiver ge
meenschappelijk belang is. Toch heeft
«Ie wegenbelasting den belastingdruk
op de bedrijven, die van motortractie
gebruik maken, tot ten moordende
hoogte opgevoerd. Elke hoogere op
brengst dient dan ook, naar' de mee
ning van adressant, gebruikt te wor
den om de lasten, die op de bedrijfs
autohouders veel te zwaar drukken,
te verlagen.
van den gemeenteraad van Aardenburg,
als lid van het stembureau, na afloop der
stemmingen bedriegelijk bij ongeveer 69
stembiljetten, waarin doop de kiezers, in
een stemvakje het witte stipje was rood
gemaakt, in nog een stemvakje het witte
stipje rood gehaakt heeft, zoodat daar
door de stembiljetten van onwaarde' wer
den.
President der strafzitting was mr. M.
W. G. Jolles, vice-president der rechtbank
het openbaar ministerie werd waargeno
men door mr. W. P. E. baron van der
Feltz, substituut-officier van justitie, ter
wijl als verdediger van verdachte optrad,
mr. J. J. X. M. ITouben te Breda.
Verdachte ontkende het feit gepleegd
te hebben. Tal van getuigen kwamen ver
klaren op lijst 3, Catsman. te hebben ge
stemd. Op de vraag van den verdediger,
omtrpnt een afspraak tusschen de drie
partijen, om door stern-uitwisselen Cats
man gekozen te krijgen, konden velen
geen inlichting geven. Wel verklaarde
een,die zelf candidaat der v.d. was, op
Catsman te hebben gestemd, maar den
verdediger werd niet toegestaan eep na
dere verklaring daarvan te vragen. F.en
zest8l anderen hadden op de arbeiders-
lijst op candidaat Corthals gestemd. En
kele getuigen verklaarden nog, hoe het
opnemen der biljetten geschiedde. De la
ter ongeldig verklaarde biljetten wérden
naar verdachte toegeschoven.
HET GROENE KRUIS.
Geciep. Staten van Zuid-Holland
stellen aan Prov. Staten voor. in af
wijking van de bestaande regeling tot
toekenning van provinciaal subsidie
aan de Z-H. Vereeniging „Het Groe
ne Kruis" ten behoeve van d«e invoe
ring der wijkverpleging door de af-
deelingen dier vereeniging over de
jaren 1927 t./m. 1930 het maximum
van het prov. subsidie aan de vereen,
toe te kennen, te bepalen op 5000
Ss jaars, met behoud van de overige
bepalingen dier regeling.
DE KONINGIN-MOEDER OP DE
CHRYSANTEN-TENTOONSTELLING.
H.M. de Koningin-Mcrdr heeft giste
renmorgen, vergezeld van klein gevolg,
een bezoek gebracht aan de,Chrysanthe
mum- en najaarbloemententoonstelling in
den Haagschen Dierentuin.
H.M. werd rondgeleid door den voorzit
ter en den secretaris van de Ned. Chry
santhemumclub, resp. de heeren H. de
Lange en D. Admiraal.
CASSATIEBEROEP VAN DEN STAAT
VERWORPEN.
De Ilooge Raad heeft gisteren verworpen
het cassatieberoep, door den staat inge
steld, tegen het arrest van het Haagsche
Gerechtshof, waarbij met bevestiging van
het vonnis der Haagsche rechtbank den
res.-officier Monkhorst ls toegewezen,
diens vordering tot uitbetaling van kor
ting, toegepast op verschillende toelagen
van res.-officieren, die reeds uit anderen
hoofde pensioen genieten.
van
ZATERDAG 12 NOV. 1927
TWEEDE BLAD.
UIT DE SCHRIFTEN j
DE LAATSTE BLIK.
Ik heb het u met uwe oogen
doen zien....
Deut. 34 4m.
Van den Nebo
Gods landouwen
Nog t' aanschouwen,
Bracht aan Mozes 't voorgenot'
Van de ruste bij zijn God.
Alzoo ziet Mozes op wondere wijze het
heilige land. Hij ziet het gansche land
van Juda, van Naftali, Efraim en Manas-
se. Neen hij ziet het niet, zooal9 het is.
Zooals het op dit oogenblik is in de hand
der heidenen. Maar Mozes ziet het profe
tisch, hij ziet het in physisch en geestelijk
perspectief. Als een film ontrolt zich voor
zijn blik, als hij dezen gang des geloofs
volbracht heeft, vanaf den bergtop de
heilige erve. Wondere blik, die blik van
Mozes, die laatste vóór zijn sterven, op het
heilige land. Hij ziet vanaf de bergen
Gods het land der belofte. Hij ziet Kanaan
en sterft!
Zoo kan God alleen Mozes het beloofde
vaderland doen zien. Daarom zegt Jeho
va ook- Ik heb het u met uwe oogen doen
zien. Mozes ziet geheel het land. Zijn le
vensideaal zal niet verwerkelijkt worden.
Om der zonden wil zal hij niet binnentre
den. Maar God zal hem, enkele momen
ten vóór z'n sterven gunnen het verge
zicht op Palestina. En dan ziet Mozes,
zooals God alleen kan doen zien. Deze
laatste blik is een wondere blik. Daar
ontplooit zich voor zijn oog het heerlijke
Tand, ja Gods landouwen. En dit gezicht
op de plaats der aardsche rust is voor de
zen oude, wiens kracht nog niet vergaan
is, een voorsmaak, een voorportaal van de
eeuwige rust, die God hem aanstonds be
reiden zal.
Deze wondere blik is voor Mozes een
profetie van wat hij zoo aanstonds zien
zal. Zien zal, wat geen oog gezien heeft,
wat in 's menschen hart niet is opge
klommen, doch wat God bereid heeft dien
die Hem liefhebben!
Deze laatste blik is onvergetelijk, om
dat hemelglans als over de aarde ligt,
omdat het land der aarde als doortrok
ken wordt van hemel-heerlijkheid.
Deze laatste blik is onovertroffen, om
dat Mozes het land der belofte ziet in al
zijn schoone pracht, in ongebroken heer
lijkheid, als een land der belofte, hem
gewezen door de hand des Heeren Hee
ren, hem getoond door den God van Abra
ham, Izak en Jacob.
Mozes is door God bevolen den Nebo
te beklimmen om vandaar het beloofde
land te zien.
Wat Mozes hier gebeurde in de wer
kelijkheid, wel dat kent Gods volk even
eens. Dat leven, op den bergtop, dat zicht
in ziele-verten, dat ervaren op lichte
hoogten, nadat ge strijdend eerst zijt ge
gaan den moeilijken weg des geloofs.
Zie eens God beveelt u te klimmen;
en ge gaat strijdend, met moeite den weg
des Heeren. Ge gaat in gehoorzaamheid 't
pad, dat God u wijst. Ge gaat, geloovig
achter Hem, die uw Levensgids is. Zoo
gaat ge biddend en strijdend, den weg
naar Boven, den weg der lange eenzaam
heid, het pad van alleen-zijn. En weet
ge dan niet, hoe God daarna op de le
venshoogte, toen ge met Hem alleen
waart, toen ge aan Hem genoeg hadt, aan
Hem alleen, toen het u zoo goed gewor
den was nabij God, weet ge dan niet, hoe
God daarna u zien deed, wat ge tot he
den nóg nimmer had aan schouwd?
Toen heeft uw ziel, waar de vreeze
Gods in woont, Gods verborgen omgang
gevi^ 'en: Toen hebt ge gezien, met uwe
oogSJj) wat God u alleen kon doen zien.
Gezïei^ met bet oog des geestes hemel
glans, enoten onvergetelijke oogenblik-
ken, uien met God, waarin ge gedronken
hebt uit den beker des heils!
Op die uren hebt ge door de genade
Gods toch geschreven: Ik heb het u met
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
42. o—
Hevig snikkend verborg Ebba haar
gelaat tegen den schouder van Fausta
„Nu", sprak deze troostend, „dat is
voorbij. Tracht slechts in datgene,
dat je vergoeding moet zijn. iets vol
komens te worden. Dan kunt ge nooit
ongelukkig zijn. Dat zou treurig zijn,
als er geen geluk denkbaar was zon
der den man."
Ebba wilde wel eerlijk probeeren om
Iets volkomens te worden, maar ze
stond dikwijls wanhopig voor haar
taak. Het was haar, als breidde zich 'n
groot korenveld uit en moest zij dit
met haar twee zwakke armen omvat
ten en als een wondergroote schoof
opeens in de schuur dragen.
Zonder de hulp en den bijstand van
Trude Edlessen zou ze het opgegeven
hebben. Deze zat de eerste dagen uren
lang beraadslagend bij haar. Voor al
les moest er aan gedacht worden, dat
Ebba twee en twintig jaar was en on
mogelijk den geheelen cursus van ne
gen klassen of vier jaar studie meer
doormaken kon.
Trude Edlessen nam Ebba een soort
examen af en meende, dat, als het
jonge meisje heel vlijtig wilde zijn, ze
met de reeds voorhanden zijnde ken
nis na een half jaar tot den hoofdcur
sus toegelaten zoii kunnen worden.
Alleen was het de vraag, hoe Ebba
uwe oogen doen zien? Ge hebt daar den
Heere de eer toch van gegeven? Niet door
het aan iedereen te vertellen. Maar door
God te danken voor de verborgen heer
lijkheid, die Ilij u gaf.
En dan waar zijn die bergtoppen?
Ja dat kan ik u niet zeggen. Maar
die liggen, waar God u brengt.
Die liggen midden in de worsteling van
Gods wil en uw wil. Ons Nebo is daar.
waar we alleen door het geloof gekomen
zijn en waar God ons heerlijke dingen
toont.
Waar God ons doet zien in het volle
persoonlijke levenslicht het kruis van Gol
gotha voor ons, voor ons ookl Waar God
ons Zijn rijke, Zijn vele, Zijn volle ge
loften doet zien! Waar God ons toont
Hem, onze Heiland, in Wien al, al Gods
beloften ja en amen zijn. Waar God ons
toont de belofte der schuldvergeving, de
belofte van Zijn Goddelijke steun in den
levensnacht, waar God ons toont de be
lofte van kracht en troost!
God doet het ons met onze oogen zien!
Het beloofde licht, de beloofde zalig
heid, de beloofde overwinning, de beloof
de vrede, kortom alles te zaarn ver en
ruim, het beloofde land!
De laatste blikl
Zoo gaan we eens het dal in of den
bergtop op (zoo ge 't noemen wilt), waar
God ons henenwijst om ,te sterven. We
zullen straks afscheid hebben te nemen.
Onze taak is afgeloopen, breekt misschien
af, we moeten achterlaten, wat ons zoo
lief was. God zegt: Klim op dezen berg
en sterf!
Zullen we gehoorzaam zijn? Willen
sterven? Ons bereiden voor den grooten
weg naar de overzijde? Die gelooft, zal
ook dan den weg des geloofs gaan achter
Jezus!
En dan zal de Heere ons doen zien
voor de laatste maal, ons gunnen de laat
ste blik van uit deze strijd-wereld op het
beloofde landl
We hebben al zooveel maal uit de
smarten des levens gezien naar den he
mel! Als de onzen ons voorgingen! Als
het leven veel van ons vergde en we los
van de aarde werden! We hebben reeds
meermalen gezien naar dat land der be
lofte!
Eens zullen we erheen blikken voor de
laatste maal!
De laatste blik van de aarde op het
land van den hemel!. En dan zal Gods
engel neerdalen -r- en wij zullen daar
heen overgaan en wij zullen het zien,
door de genade Gods, eeuwig zien!
BEMOEDIGING.
Zij winnen 't niet en nimmer meer,
Die strijden tegen God den Heer;
Zijn woord, hoe vurig ook gehaat-,
Moet overwinnen, vroeg of laat.
God gaf ter wereld Zijnen Zoon.
Zij schonk haar Heiland spot en hoon.
Maar 't einde van haar bitt'ren strijd
Is toch Gods zegë in eeuwigheid!
De vijand lastert, maar de Geest
.Werkt aan de harten onbevreesd.
Hij komt, ook waar men hern belacht
En schept de harten om met kracht.
Dan lokt Hij met Zijn teed're stem
Naar Golgotha en Bethlehem;
Zijn liefde is sterk,. Zijn macht is groot,
Hij overwint den diepsten nood.
Dies zien wij opwaarts naar den Troon.
Waar Jezus heerscht, des menschen Zoon;
Hij houdt in Zijn doorboorde hand
Den schepter over 't verste strand.
Laat komen 's vijands legerschaar,
Laat alle duivTën met elkaar
Zich zaam'len tot den laatsten strijd!
Mijn Jezus heerscht in eeuwigheid!
GUNNING.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Pürmerend (toez.), E.
D. Spelberg, te Egmond-binnen. Te Wal-
terswoude (toez.), J. Keiler, te IJsselrnui-
den.
Bedankt: Voor Putten, W. J. van
Lokhorst, te Delfshaven.
Aangenomen: Naar Voorburg, mr.
N. G. Veldhoen, te Alphen a. d. Rijn.
OEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Delft (vac; K. Schilder),
C. W. Keur, te Heinkenszand; en 11. A.
Munnik, te Zwolle.
het noodige Grieksch en Latijn in
haar hoofd wilde brengen.
Trude bleef er ook bij. dat ze eerst
examen moest doen als onderwijzeres;
de som der daarbij aangenomen ken
nis kwam haar ook te pas bij het vol
gen van den hoofdcursus en bood, te
genover het kleine tijdverlies, toch in
ieder geval ren garantie aan. wan
neer onvoorziene omstandigheden het
haar verhinderden' het eindexamen te
doen.
Wat ze eigenlijk dacht, zeide Trude
Edlessen niet. Zij was er namelijk van
overtuigd, dat zoo'n mooi, friseh, ta
lentvol meisje niet ongetrouwd zou
blijven en verdacht er speciaal doctor
Olof Beuthner van, nu eens werkelijk
ernstig verliefd te zijn.
Zoo werd dus een heel werkplan be
raamd.
Trude zelf gaf iederen dag een uur
les, vier Latijnsche en twee Duitsche
lessen in de week. Fransch, Grieksch
en natuurkunde nam Ebba buitens
huis bij verschillende leeraren. die
Trude aanbeval. In aardrijkskunde,
haar stokpaardje, hoopte zij zichzelf
zoo ver te brengen, met behulp van
den leiddraad, die er op dezen cursus
gebruikt werd. En in wiskunde zou
doctor Beuthner haar onderwijnen.
Het lag zoo voor de hand, dat men
aan hem dacht, nog voor hij zich aan
bood, wat hij echter vlug deed. En hoe
had Ebba durven bekennen, dat ze
bang was voor dezen man? Men zou
haar uitgelachen hebben. Eu ze kun
haar vrees ook met geen bewijzen van
Beroepen: Te Oudewater, C. W. Keur
te Heinkenszand.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Dordrecht, H. Biesma,
te Groningen.
DE REDE VAN Ds. CREUTZBERG.
In de Zondagsbode, orgaan der ver
eeniging voor Inwendige Zending in N.-
llolland, is de volgende verklaring gepu
bliceerd:
Het Hoofdbestuur van I. Z. I. N., kennis
genomen hebbenden Van de verschillende
meeningen naar aanleiding van het re
feraat van Ds. Creulzberg in de laatst ge
houden algemeene vergadering van I. Z.
I. N., stelt er prijs op te verklaren, dat
het zich in hoofdzaak kan vereenigen
rnet den geest van het gesprokene, maar
zich geenszins aansprakelijk stelt "voor
daarin gebezigde uitdrukkingen.
JUBILEUM J. P. ZUIDEMA.
Heden herdenkt de heer J. P. Zuidema,
oud-Theol. docent aan de Keuchenius-
school te Djocjacarta (Java), den dag,
waarop hij voor 40 jaar in dienst van de
zending der Geref. kerken naar Java uit
gezonden werd.
In 1924. moest de jubilaris om gezond
heidsredenen zijn arbeid neerleggen en
vestigde zich metterwoon te Malang.
Op de November-vergadering van de
Missionaire arbeiders op Midden-Java zal
de jubilaris worden gehuldigd.
Behalve als leeraar aan de Keuchenius-
school had in de eerste jaren vah den
zendingsarbeid op Midden-Java de heer
Zuidema naam als bouwer van de ge
bouwen. Mei Inlandsche en Chineesche
hulpkrachten heeft de heer Zuiderna ver
schillende van de nu nog gebruikte ge
bouwen gesticht.
Dr. N. D. VAN LEEUWEN AFGEZET.
De classis Drachten der Geref. Kerken,
in een voortgezette vergadering bijeen te
Drachten op Donderdag 10 November '27,
kennis genomen hebbende:
a. van het rapport van de, commissie
benoemd op de vergadering van 1 Novem
ber 1927 om aan Dr. N. D. van Leeuwen
het schorsingsbesluit mede te deelen en
om hem te vermanen zich te verootmoe
digen, en aan de schorsing zich te onder
werpen. waaruit blijkt," dat hun niet de
gelegenheid is gegeven met hem te spre
ken;
b. van de mededeeling van den Kerke-
raad van Harkërna-Opéiride, dat bij hern
een schrijven is ingekomen van Dr. N. D.
van Leeuwen, waarin hij verklaart, dat
hij de op 1 November j.l. op hem toege
paste schorsing niet aanvaardt:
c. van de mededeeling, dat de onder
scheidene leden van den Kerkeraad van
Ilarkema-Opeinde hebben ontvangen een
schrijveh van Dr. N. D. van Leeuwen.,
d.d. 9 November 1927. waarin deze als
praeses hen hoofdelijk uitnoodigt tot het
bijwonen va.n eèri kerkeraadsvergadering
op 11 November 1927, waartoe hem als ge
schorst Dienaar des Woord» het recht
ontbreekt:
d. van het feit, dat Dr. N. D. van Leeu
wen zich na de schorsing ook aan andere
handelingen heeft schuldig gemaakt, die
wezen op scheurrhakibg;
van oordeel "zijnde, dat uit het boven
staande duidelijk blijkt, dat Dr. N. D
van Leeuwen volhardt in zijn dwaling,
weigert zich te onderwerpen aan de uil-
spraken van de kerkelijke vergaderingen
en zich schuldjg maakt aan schismatieke
handelingen;
terugkomende op haar besluit van 1
November 1927, waarbij over Dr. N. D. v.
Leeuwen de schorsing werd uitgesproken
voor den tijd van één maana;
gehoord het advies van de Deputaten
ad art. 49 K.O., van Friesland. Zuidelijk
gedeelte;
besluit thans op bovenstaande gronden,
volgens art. 80 K.Ö., Dr. N. D. van Leeu
wen, zij het ook met diep leedwezen, met
ingang van heden uit zijn ambt als Die
naar des Woords bij de Geref. Kerken af
te zetten.
BINNENLAND.
WIJZIGING ZIEKTEWET.
Het eenigszins zonderlinge bericht
van de intrekking der Ziektewet, dat
wij gisteren vermelden, heeft een ver
klarende oorzaak.
Bij de Tweede Kamer is n.l. een
zijn gevaarlijkheid staven. Alleen zijn
blik, zijn glimlach, de manier, waar
op hij soms trachtte haar hand met
zijn vingers te streel en. En dan k on
ze dien verschrikkelijken droom niet
vergeten, waarin hij haar gekust had.
Het was haar, als moest hij dat ver
moeden, als maakte hij daardoor aan
spraak op haar.
Op Ebba's verzoek hadden deze les
sen in de hliiskamer van mevrouw
Ebermann plaats, die het zich best
kon begrijpen, dat het jonge meisje
den man niet in haar eigen kamer
wilde ontvangen. Het stoorde haar ook
niet. Stil zat ze bij het raam te bor
duren en hoorde geen Woord van al
de regels en wetten, die Beuthner aan
gaf. Ze dacht steeds aan haar zoons
en of doctor Beuthner de man was,
die hun later nog van dienst kon zijn.
dan wilde ze wat vriendelijk tegen
hem zijn. ofschoon ze hem eigenlijk
vcrschikkelijk vond.
Waren deze uren een marteling, die
bij Trude waren een genot.
Altijd weer in harden, beschamen
den strijd moest Ebba zich dwingen,
de waarachtig geestelijke noodzake
lijkheid te bewijzen, waardoor ze op
dezen weg geraakt was. Ach, en deze
innerlijke noodzakelijkheid, die haar
eerst zoo dringend toescheen zt
Was in het geheel niet meer waar te
nemen.
Maar in de uren, die ze met doctor
Trude Edlessen doorbracht, kwam een
soort hoopvolle geestdrift over haar.
Het vroeg oude, bescheiden meisje ge-
JHR. VAN KARNE3EEK G.-G.7
Het Bat. Nieuwsblad vraagt naar aan
leiding van het door Anèta geceinde te
legram over de rede, die jhr. van Karne-
beek voor het Royal Colonial Institute te
Londen gehouden he^ft, of jhr. van Kar-
ncbeek, die zich tot dusver afzijdig hield
van koloniale 2aken, plaa's gaat nemen
in de rij van canr.lidat.en voor de vervul
ling van het gouverneur-generaalschap.
DE FINANCIëN VAN EMMEN.
De burgemeester van Kramen heeft in
de gisteren gehouden vergadering aan
den gemeenteraad medegedeeld, dat de re
geering, in afwachting van de door den
raad in te voeren bezuinigingen, in het
saneeringsplali omschreven, een tweede
voorschot van /ÏUO.OÓO heeft doen toeko
men
Hij bracht de regeering en Ged. Staten
van Drente dank voor cle hulp aan F.m-
inen. Wanneer Ernmen op steun van de
hoogere colleges kan rekenen, vertrouwde
hij, dat het mogelijk zal blijken deze ge
meente er binnen afzienbaren tijd weer
bovenop te heipen. Zonder steun achtte
hij dat niet mogelijk, omdat verbetering
van den toestand met eigen krachten zeer
moeilijk zal blijken te zijn. liet door de
tegeering goedgekeurde saneeringsplan
noemde burgemeester Bourna een uiterst
belangrijke zaak voor Emmen, omdat het
de basis kan zijn, waarop de verdere op-
bouwplannen kunnen gegrond worden.
DE AARDENBURGSCHE VERKIEZING.
Gisteren stond voor de rechtbank te
Middelburg terecht, G. P. H. W., 45 jaar,
gemeente-ontvanger te Aardenburg. aan
wien werd ten laste gelegd, dat hij om
streeks 21 Mei j.l. te Aardenburg bij ge
legenheid der verkiezing van de leden
HET REGLEMENT VAN ORDE DER
TWEEDE KAMER.
Het Kamerlid Braat heeft een voor
stel ingediend tot wijziging vaii het
reglement van orde der Tweede Ka
mer. Het voorstel is mede ondertee
kend door den heer Lingbeek.
Zooals bekend is, moet een motie,
die door een Kamerlid wordt voorge
steld, door minstens 5 leden worden
ondersteund om in behandeling te
kunnen komen. De bedoeling van dén
heer Braat is, dat een motie, ook al
wordt ze niet ondersteund, toch .1
behandeling moet worden genomen.
Daarmede wordt bereikt, dat de le
den der kleine partijen onafhankelij
ker zijn van de welwillendheid van
medeleven en dat deze laatste geen
moties behoeven te steunen, waarme
de zij het feitelijk oneens zijn.
VERLICHTING FRIESCHE GAT-
Het Tweede Kamerlid Hiem9tra
heeft aan den Minister van Water
staat gevraagd of het hem bekend is,
dat het bij slecht weer voor schepen
moeilijk, ja dikwijls onmogelijk is, te
Zoutkamp binnen te loopen, omdat
het z.g. Friesche Gat onvoldoende
verlicht is? Zoo ja, of de Minister dan
bereid is, door het doen plaatsen van
een tweetal gasboeien, deze verlich
ting te verbeteren?
WEER EEN AMBTENAAR
ONTSLAGEN.
Ook een ambtenaar bij bet Gemeen
telijk Electrisch Bedrijf in Den Haag
is door B. en W. in hun vergadering
van gisteren ontslag verleend wegens
het aannemen van gelden van een
leverancier.
raakte dan onverwacht in vuur. Trude
korj met ware overtuiging van de
vreugde der kennis spreken. Ze deed
Ebba direct aan haar vader denken.
Slechts in studie was reinheid en red
ding voor de verleiding. Menschen be
drogen. de wetenschap niet. Die
vroeg niet naar schoonheid en jeugd
Alleen trouwe genegenheid moest
men voor haar koesteren en men werd
dan altijd beloond, altijd tevreden ge
steld. De tevredenheid was het bezit
van hen, die niet gelukkig konden
worden. En bij de wetenschap was te
vredenheid.
Zoo zat Ebba van 's morgens acht
tot 's avonds 8 uur, en als zij van de
nu en dan voorkomende gezellige
avondjes bij Fausta laat thuiskwam,
van twaalf tot twee uur in den nacht,
anders nog van negen tot elf uur.
Ze was frisch, met onverbruikte
krachten en een ijzeren gezondheir!
aangekomen. Veertien werkuren dage
lijks maakten weldra, dat haar wan
gen wat b'eeker werden. Maar Trude
zeide, dat dat niet gaf, zij was ook
eens frisch en gezond geweest; wat
kracht boette mefi er altijd bij in het
was voor een \Touvvengestel iets an
ders dan voor een man.
Een enkele luxe gunde Ebba zich.
De vrouw van den geheimraad kon
juist deze niet begrijpen. Haar man
had toch de „Berliner Nachrichten
die mocht Ebba wel medelezen, voor
al daar ze de courant snel doorkeek.
Waarom het „Fremdenblatt" nemen?
Maar Ebba wist waarom. Iederen dag
keek ze'de lijst der vreemden ha. „Hij"*
moest alle vier of vijf weken in Ber
lijn zijn. Ook gedurende hun verlo
ving was hij daar eens geweest. De
naam van het hotel, waarin hij dan ver
nachtte was Ebba ontgaan.
En er kwam een dag. waarop zij
zijn naam vond. Hij stond onder de
vreemdelingen van „Kaiserhof". Doc
tor Andreas Alteneck, Lunstedt.
Ze staarde op den naam, als was
deze levend en kon hij tegen haar spre
ken, haar openbaren, wat zijn eige
naar gedacht, gevoeld had, toen hij
voor vier en twintig uren in dezelfde
stad, met de eens teerbeminde, ver
blijf had gehouden.
Den volgenden dag moest ze. van
de Voorstraat komende, de Wilhelm-
platz oversteken, daar ze naar haar
leeraar in natuurkunde ging, dië in
de Luisestrasze woonde, en dezen lan
gen weg legde ze, op dringend verzoek
van mevrouw Ebermann tweemaal in
de week te voet af, opdat ze toch wat
beweging en frissche lucht zou hebben
Hij was er natuurlijk niet meer. Hij
bleef altijd maar een dag. Ebba wist
dat. En toch knikten haar knieën. Als
hij eens, tegen zijn gewoonte in, toch
gebleven was? In het portaal stond?
In het café zat? Haar zag?
Na verloop van drie weken was hij
er weer geweest. Nu scheen het Ebba
bijna onbegrijpelijk toe. dat het toeval
hem niet op haar weg gevoerd had.
(Wordt vervolgd.)