CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
8«'« JAARGANG
VRIJDAG 11 NOVEMBER 1927
NUMMER 2280
IE3
ABONNEMENTSPRIJS
Lb Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per week1 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden fiÖjËÉjp Teleloonnunimer 2773
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Adverlentiën per regel 22*/a cent
Ingezonden Mededeeiingen dubbel tariel
Bij contract belangrijke reductie -
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Daarom komt ons een elkander
vinden bij het begvooüngsdebat in
1928 noodig voor.
Perspectief voor 1929.
Der gewoonte getrouw begon de be
handeling der Staatsbegrooting in de
'J weede Kamer rnet een soort politiek
steekspel.
Was het tot 1S25 een spel in groo-
ten stijl, sedert het parlementaire
kabinet voor een zakenkabinet lieeit
Plaats gemaakt, komt er van een
eigenlijke uitwisseling van beginse
len niet zoo heel veel terecht. Ditmaal
zagen we zelfs dat de eerste verte
genwoordigers der groepen Nolens,
Albania, Dr. de Visser. Heemskerk,
aan het hoofd van de groep het deb«t
openden.
De heer Nolens gaf min of meer
opening van het standpunt der Ka
tholieken. door te verklaren dat zij
op samenwerking aansturen. maar
dan ook van de Chr.-Hist. verwach
ten zich van het betreden van Anti
papistische paden verre te houden.
Dr. l)e Visser kaatstt dit terug met
de verklaring, dat zijn fractie wars is
van een anti-coalities.rooming. Voor
ditmaal kon de Chr. Hist, leider nog
eens den nadruk leggen op het regee-
ren naar de Chr.-Hist. beginselen in
P' otestantschen zin. De verzekering
kwam daarbij dat een gezindheid
wordt gekweekt en versterkt, zooals
die in het verleden bestaan heeft en
die voor het land zoo vruchtbaar is
geweest.
Intusschen hebben deze verklarin
gen slechts geringe waarde. Zoolang
van Roomsch-Katholieke zijde nog
steeds weer het gezantschap bij den
Paus wordt voorgehouden, komt oók
11 November 1925 weer dreigend naar
voren. Eveneens is de verklaring van
Chr.-Hist. zijde, dat het op dien Hen
November toch absoluut niet ging te
gen de coalitie, niet voldoende om
een stevige grondslag te vormen voor
samenwerking.
Beiderzijds moet men des zins en
willens zijn om het feit van 11 Nov.
1925 ongedaan te maken, op z'n minst
zich vast voornemen ten eeuwigen
dage daartoe het jzwi:een te doen.
Zoo alleen kan er stevigheid komen
in de slappe neiging om weer de han
den ineen te slaan en de taak uit
handen van Z.E. De Geer over te ne
men.
Moge het bedacht worden dat nu
over een jaar de laatste gelegenheid
aanbreekt om die definitieve afspraak
te maken.
Het accoord.
Wil men tot vruchtbare samenwer
king komen dan moet er eerst een
accoord komen op de basis waarvan
die samenwerking rusten kan.
Voor de invoering van de evenredi
ge vertegenwoordiging werden de ge-
coaliseerde partijen wel gedwongen
orn in een verkiezingsprogram dat ac
coord uit te drukken. Sedert dien is
die noodzaak vervallen. Nu ontstaat
de vraag op grond van welke begin
selen en in welke richting men ge
meenschappelijk aan de regeering zal
deelnemen eerst dan wanneer de
stembus heeft gesproken. Eerst dan
wanneer men de verhoudingen in het
Parlement kent, komt practisch de
noodzaak van overleg.
Edoch, gelukkig gaan ten onzent
de verkiezingen om hoogere vraag
stukken dan om meer of minder.
Iteeds in de verkiezingsdagen gaat
het alleen om het .verkrijgen of het
behoud van een regeering die voort
bouwen zal op de Christelijke grond
slagen van ons volksbestaan. Daar
door hebben die verkiezingen zoo
groote beteekenis.
Maar dan is ook noodig dat van
tevoren vaststa hoe de eventueele sa
menwerking gaan zal. De grondsla
gen van het accoord moeten gelegd
zijn teneinde daarop de verkiezing -
actie te bouwen. Zonder dat kan er
van élan, van een opgewekte verkie
zingsactie geen sprake zijn.
Eveneens is het bekend dat er een
ztkere aanleiding moet zijn om
dit accoord ter sprake te brengen,
omdat daarbij steeds eenige gevoelig
heden onder de oogen moeten worden
gezien. Zonder die noodzaak laat
men liefst de zaak met die gevoelig
heden rusten. Nu is het natuurlijk
mogelijk om dat overleg te doen
plaats hebben in het voorjaar 1929
als de verkiezingstijd aanbreekt.
Tactisch is het beter om reeds in
het najaar 1928 elkaar te vinden. Dat
geeft het voordeel dat men reeds de
geheele wintercampagne met een be
paald wei-omschreven doel de ver
kiezingsactie voorbereidt. Maar ook
in het parlement zal beter met de ko
mende wijziging kunnen gerekend
w,,rden.
STADSNIEUWS.
FEDERATIE VAN DIACONIEëN IN
DE NED. HERV. KERE.
Gisteravond is in het „Nut" de al-
geineene ledenvergadering van de Fe
deratie van Diaconieën in de Ned.
Herv. Kerk (Classis Leiden) gehouden
De voorz., de heer G. F. E. Kicrs,
opende de vergadering, heette de aan
wezigen welkoin en bracht de muta
ties in het bestuur in herinnering.
In het vervolg z.ulleri in April en No
vember de ledenverga leringen ge
houden worden. De door den penning
meester opgestelde begrooting werd
z h. st. goedgekeurd.
Bij de rondvraag voerde Ds. J. Luu-
i'in;_. van Hazerswoude, het woord, die
wees op de moeilijkheden waarin het
Tehuis „Vredeheim in Hockanje ver
keert, dat 'e eerste instelling was
van de Fed», atie. l)it tehuis voorziet
in allerlei behoeften van Diaconieën
door de opname van zieken, zwakken
enz. Spr. geelt als middel om dit te
huis uil de moeilijkheden te helpen
aan het convejrteeren van de hypo
theek in een obligatieleeqMg ïi 4
Dok rentelooze aandeelen van 25
kunnen geplaatst worden; contribu
ties en giften zijn eveneens welkom.
Vervolgens was het woord aan den
heer A. v. Geelen, Directeur van den
Gem. Dienst der Arbeidsbemiddeling
en Werkloosheidsverzekering te
Utrecht, over: „De houding der Dia
conieën tegenover het vraagstuk dei-
werkloosheid zoowel op het platte
land als voor de stad".
Spr. begon met de vraag te bespre
ken of de werkloosheid een ver
schijnsel is alleen uit tien tegenwcor-
digen tijd, of ook uit vroegere tijden.
Werkloosheid is er altijd wel geweest,
doch zoo algemeen en zoo massaal
als zij thans optreedt is zij een ver
schijnsel, adliaerent aan de huidige
maatschappij.
In de Middeleeuwen was de werk
loosheid het gevolg van luiheid, on
bekwaamheid, beunhazerij, enz. Te
genwoordig kan de meest bekwame
vakman werkloos worden; alle stabi
liteit is verdwenen en de grootst ino-
pelijke onzekerheid ingetreden. De
vrees om werkloos te worden heeft
ook op de arbeidskracht van wie nog
werk heeft een funesten invloed.
Er moet tweeërlei werkloosheid on
derscheiden worden: die welke t ge
volg is van eigen schuld en onvrij
willige werkloosheid. Spr. zal 't voor
al over de laatste hebben, de z.g. nor
male werkloosheid.
Welke zijn de oorzaken van die
werkloosheid? Spr. onderscheidt socia
le oorzaken (de trek naar de groote
steden, de toeneming van het aantal
ongeschoolde arbeiders). politieke
(protectionistische maatregelen, oor
logen en geruchten van oorlogen, spe
culatieve berichten op de beurs over
politieke gebeurtenissen), natuurlijke
'seizoenwerkloosheid, campagnebedrij-
ven), economische (de ontwikkeling'
van onze productiewijze in de richting
der grootindustrie, overproductie) en
technische oorzaken (mechaniseering
en rationaliseering van de productie).
Spr. noemt inzonderheid van dit
laatste eenige voorbeelden, waaruit
blijkt hoe opvoering der productie ge
paard gaat met vermindering van per-
soneelsterkte.
We hebben hier alzoo met een zeer
ingewikkeld probleem te doen. Er is
geen sprake van individueele schuld;
doch de schuld ligt bij de gemeen
schap. Daarom is de maatschappij
verplicht de slachtoffers te helpen.
Spr. wijst er vervolgens op. dat hier
in Nederland de bevolking elk jaar
met meer dan 100.000 toeneemt, welke
toeneming vooral gevolg is van de da
ling van het sterftecijfer; men spreekt
er zelfs van, dat we een „gezondheids
epidemie" doormaken. Gelukkig staat
hiertegenover de intensievere bewer
king van den grond en het aanboren
van nieuwe welvaartbronnen.
De gevolgen der werkloosheid voor
de maatschappij zijn deze, dat de
werkloosheid is een psychisch kwaad
(verlamming der geestkracht), een
moreel (ledigheid is des duivels oor-
k issen), een physiek (daling van het
levenspeil, degeneratie), een econo
misch kwaad (consumptieve behoeften
van niet productieve krachten). Bij
een langdurige werkloosheid valt in
alle landen toename der criminali
teit, ook toename van het aantal zelf
moorden, te constateeren.
Spr. stipt nog even aan de midde
len tot vermindering en voorkoming
van werkloosheid: goed vakonderwijs,
oorlichting bij de beroepskeuze met
psychotechnisch onderzoek, goede ar
beidsbemiddeling.
Mi^dp'en om den direrten nood te
lenigen zijn de werkloosheidsverze
kering, steunverleening, werkverschaf
fing, werkverruiming, emigratie, enz.
Welke houding heeft nu de diaconie
te d»'7or. opzichte aan te nemen? Al
leen al uit een gelde'ijk oogpunt is
het voor de diaconieën onmogelijk
de werkloozen, met name de uitge-
trokkenen. die tot de kerkelijke ge
meente behooren, te onderhouden. Een
andere vraag is: zou het wel juist
zijn?
Spr. gelooft van niet, omdat de te
genwoordige werkloosheid is een ver
schijnsel adliaerent aan onze huidige
voortbrengingswijze.Wij zijn collectief
verantwoordelijk voor de werkloos
heid. Daar komt bij dat indirect door
de tegenwoordige werkloosheid de
diaconieën toch al zwaarder belast
worden, b.v. doordat kinderen hun
ouders niet meer kunnen onderhouden
zoodat deze laatsten ten laste der dia
conie komen. Hoeveel kleine baasjes,
geen loontrekkenden zijn er voorts
l iet, die thans door de veranderde
tijdsomstandigheden bij de dia -onie
om steun komen.
Ook kunnen zich gevallen voordoen,
dat ile massale steunverleening niet
kan voldoen aan de individueele be
hoeften. De diaconie heeft haar werk
altijd individueel te.zien; zij kan bij
de volvoering van haar taak het hart
iaten meespreken. Dan is het heerlijk
als de arbeider, lijden'e onder eer.
nood waaraan hij onschuldig is, veelt
dat hij lid is van een kerk. die hart
heeft voor hem Dan zijn we met in
nerlijke ontferming bewogen over on
ze broeders en zusters en zien we niet
slechts de indivueele gevallen doch
ook den nood der individueele zielen
Aan de discussie over 't scboone en
leerzame referaat namen deel de hee-
ren Kiers, Batelaan (Bodegraven),
Valkenburg, Eikerbout. Boot (Lisse),
Ds Luuring en Karstens.
Nadat de referent verschillen le
punten rog nader had toésrelL'ht. sloot
de voorzitter met een woord van har
telijk, n dank aan den spreker --n met
dankgebed de zeer geanimeerde ver
gadering.
BUITENGEWONE ZENDINGS
SAMENKOMST.
Gisteravond werd in de Pieterskerk een
buitengewone Zendingssamenkomst ge
houden, waar als sprekers optraden Prof.
Kramer van Utrecht en de zendelinge
Mevr. Hofman—Stolk.
Aan het begin der samenkomst werd
gezongen Ps. 89 1 en gelezen Ps. 22 24
tot het einde, waarna Prof. Kramer voor
ging in gebed.
Daarna nam Mevr. Hofman het woord
om te \ertellen van het werk der zen
ding. Spr. begint met te zeggen, dat zij
zeven jaar gewerkt heeft in het werk der
zending in Posso op Midden-Celebes, en
uit haar rijke ervaring vertelt ze dan van
de Possanen. Deze Possanen zijn alles
zins godsdienstige inenschen, maar welk
een godsdienst is het, die zij belijden, de
afgodendienst en den dienst der geesten.
Ze leven in een voortdurende angst voor
den toorn van de geesten. Spr. vertelt
verschillende staaltjes uit het leven van
de Possanen, van hun godsdienstige fees
ten en van hun dagelijks komen met hun
werk en met alles en allen voor het aan
gezicht der goden, aan den ijver waar
mede zij dat doen, waaraan wij nog wel
een voorbeeld kunnen nemen. Een groot
feest voor de Possanen is dat wanneer
de oogst achter den rug is.'-Dan houden
zij groote maaltijden en genieten volop,
maar daarbenevens is de offertafel en
worden groote offers gebracht- aan goden
en geesten uit dankbaarheid. Maar al die
toewijding is uit angst en daartegeover
hebben wij een God van liefde. De Possa
nen bidden ook, maar ze bidden alleen
voor zichzelf en op z'n hoogst voor goede
vrienden. Wij hebben geleerd te bidden
voor allen, zelfs voor onze vijanden.
Laten wij dan ook leeren danken onzen
God voor Zijn liefde en voor Zijn goede
gaven en laten wij leeren bidden om ons
zelf en onze kinderen te mogen wijden
in Gods dienst en offers van dankbaar-
beid Gode te offeren.
Daarna werd gezongen Gez. 155 1 en 5,
waarna Prof. Kramer den kansel betrad
en een woord sprak naar aanleiding van
Jesaja 56:7b: Mijn huis zal een bede
huis genaamd worden voor alle volken.
Spr. begint met te zeggen, dat we in
den Bijbei niet behoeven te zoeken naar
teksten voor de zending, want als we dat
doen, hebben we Gods Woord nog nooit
goed gelezen. We moeten het niet be
schouwen alsof de zending pas begint als
we over den Oceaan komen, maar dat
deze begint in onze onmiddellijke omge
ving en dan wordt de geheele Bijbel een
zendingsboek. Onder bet oude Testament
werd dat reeds gezien zooals uit de tekst
blijkt en deze visie is voor ons nog hel
derder.
Zoor durven wij ook met den profeet
de gemeente van Christus te noemen het
bedehuis van alle volken. Ken bedehuis
moet groote lijnen, hebben, die de ziel op
heffen naar God. De geiueenle moei zijn
het bedehuis waar God wordt aang he
den. Is ze da:' lijk; .'e izem ;:nfe mei
dikwijls een koophuis, waar velen hun
waren uitstallen? Dat mag niet. E»- moet
één groote gedachte zijn, die de ziel op
heft. En zulk een gedachte is de zen
dingsgedachte, zulk een gedebte is haast
alleen de zendingsgedachte. De zendings
gedachte laat ons zien Jezus Christus,
den Heer der Heerlijkheid. Wanneer de
Chr. gemeente meer leefde met het oog
op den toekomst, dan zou ze meer lijken
op het bedehuis, waarvan de profeet hier
spreekt. Het gemeentelijk leven if vaak
zoo klein. Wat leeft nog weinig in de
menschen de zendingsgedachte! Wanneer
zullen wij het woord zendingsvriend eens
kwijt raken? Zijn er dan Christenen, die
geen zendingsvrienden zijn?
In het bedehuis moet aangebeden wor
den. In het aanbidden zijn allen één. Het
bedehuis staat open aan alle kanten voor
alle volken omdat de veelheid een een
heid wordt. Door de verscheidenheid komt
de eenheid meer naar voren. Dat leert
ons het zendingswerk. Onze kleine bede
huisjes, waar we zoo knus in ons eigen
kringetje verkeerden, vallen dan weg en
één groot bedehuis verrijst voor ons,
waarin alle volken aanbidden.
in deze zendingsweek wordt gevraagd
gebed en toewijding, maar laten we daar
bij de grootsehe Zendingsgedachte vast
houden, het bedehuis, waarin alle volken
aanbidden. Wij allen hebben onze zen-
dingstaak. Ons leven moet zijn zendings
leven. De aanbidding brengt tot zendings-
actie en tie zendingsactie brengt tot aan
bidden en er is geen grooter eer dan dat
God ons tot dat werk oproept.
Nadat no^ gezongen was Gez. 245 2,
draagt spr. daarna het werk der zending
ïri gebed op aan God.
Bij den uitgang werd een schaalcol-
lecte gehouden voor de zending.
WAPENSTILSTANDSDAG.
Ter gelegenheid van de heiJenking
van de wapenstilstandsdag op 11 Nov
peelde de stadsklokkenist, de heer
van Leeuwen, heden na half elf als
ctrste van zijn liederen het „N-joii-
meer-Oorlog-Lied" van Ds. Beversluis
PROF. DR. J. K. L. MARTIN.
1877 8 Dec. 1927
(De eerste hoogleeraar in de geologie
en mineralogie in ons land).
Donderdag 8 Dec. herdenkt prof.
dr. J. K. L. Martin, oud-hoogieeraar in
de geologie en mineralogie aan de
Universiteit, alhier, den dag, waarop
hij 5U jaar geleden aan de Universi
teit alhier het hoogleeraarsamht aan
vaardde.
Prof. Martin, die de grondlegger is
van het geologisch en mineralogisch
onderwijs hier te lande, werd 24 Nov.
1851 te Oldenburg geboren. Na de
gymnasia ie Oldenburg en Jever be
zocht te hebben, studeerde hij achter
eenvolgens aan de universiteiten te
München, neipzig en Göttingen, aan
welke laatste universiteit hij in 1873
promoveerde op een proefschrift: .,Ein
Betrag zus Kenntnis fossiler Euge-
noïden". Vervolgens was hij eenigen
tijd werkzaam aan het geologisch
museum te Göttingen en v/erd daar
na privaat-docent aan de universiteit
aldaar.
In 1877 werd hij benoemd tot hoog
leeraar in de geologie en de mineralo
gie aan de Universiteit alhier, welk
ambt hij den Ssten December van dat
jaar aanvaardde met een rede over:
Geologische theoriën der Jetzlzeit
In 1878 werd hij belast met het be
heer over de geologiscli-inineralogi-
ache verzameling alhier, welke hij,
vooral met het oog op onze kennis
omtrent de Nederlandsche koloniën,
belangrijk heeft uitgebreid. Deze ver
zameling werd toen afgescheiden van
het museum van Natuurlijke Histo
rie, met de bedoeling, heide later weji'
tot één gebouw te vereenigen. In 1893
is voor deze verzameling een nieuw
gebouw op bet Van der Werfpark ver
rezen, dat echter met liet oog op ver-
eeniging met b.et museum van Nat.
Historie niet geheel is afgewerkt.
In 1884 nam prol. Martin deel aan
den onderzoekingstocht naar West-
Indië en in 1891 ondernam hij een
tocht naar de Molukkon, waar hij
vooral Ceram en Boeroe onderzocht.
Een groot aantal verhandelingen en
andere werken zagen van zijn hand
het licht.
Gedurende den academischen cur
sus 18951890 was hij rector-magni-
ficus der Universiteit.
In 1917, bij de viering van zijn 40-
jarig ambtsjubileum, bleek, welk een
voorname plaats hij in de weten
schappelijke wereld, zoowel in ons
land als daarbuiten, innam.
In September 1921 moest hij wegens
het bereiken van den 70-jarigen leef
tijd, aftreden, doch desondanks houdt
hij zich nog steeds met wetenschop-
pelijken arbeid onledig.
DE BAZAAR IN DE STADS
GEHOORZAAL.
ITet is er thans drie dagen op den ba
zaar ten bate van de Veremiging- „Hel
Hoogeland" in de foyer der Stadsgehoor
zaal vooral des avonds vroolijk toege-
Belangrijkste nieuws in dil Nummer.
Binnenland.
Ontwerp-wet op de Ziektevcrzske-
ring in ge trokken.
Bollenland
Heden onderteekeninq van h8t ver
drag tusschen Frankrijk en Joego
slavië.
Het congres der Rocmsensche boe
renpartij verboden.
Het proces tegen Manoilescoa be
gonnen.
Overstroomingea in Duitschland en
Zwitserland.
gaan. Het bezoek en de verkoop waren
uitmuntend. Er heersehte een geest van
offervaardigheid en de organisators van
den bazaar hebben niet te klagen gehad.
Het spreekt echter vanzelf, dat lang
niet alles verkocht is en daarom wordt
venavond een verknoping bij opbod ge
houden, oiu alle artikelen van de hand tq
doen. Daaronder zijn nog prachtige din
gen en het zon toch wel jammer zijn,
wanneer die dingen voor een appel en
ei van de hand moesten worden gedaan,
omdat er zoo weinig koopers waren. Er
zullen toch nog genoeg koopjes te halen
zijn e,n laat daarom vanavond de foyer
propvol zijn, opdat alles vlug en goed
verkocht kan worden. Bedenkt nog eens
voor welk een schoon doel uw geld wordt
gebruikt.
CHR. ONDERWIJZERS(ESSEN).
De afdeeling Leiden en Omstreken
van de Ver. van Chr, Ond. en Onder-
w.essen in Nederland zal op Zater
dag 12 Nov. a.s., des middags om u.
vergaderen in de benedenzaal van het
Nut aan de Steenschuur. De agenda
vermeldt:
1. Opening, notulen, voorstellen in
gekomen stukken: 2. Een Praatje over
het Boek, met lichtbeelden, door de
heer Arie Willemse, van de firma
Wolters. Den Haag; 3. pauze; 4. Ver
kiezing van een secretaris, van een
lid van het Hoofdbestuur en aanwij
zing van kasnazieners; 5. Vaststelling
van de jaarrooster voor 1928; 6. Rond
vraag en sluiting.
BOND VAN POLITIEPERSONEEL.
Vrijdag 25 dezer zal het 25 jaar ge
leden zijn, dat hier ter stede werd
opgericht „De Algemeene Bond van
Politiepersoneel in Nederland" en niet
zooals gisteravond abusievelijk werd
vermeld de Afdeeling Leiden van dien
Bond.
BEROOVING VAN EEN POSTWAGEN.
De stoomtram van Heemstede naar
Leiden vervoert ook zendingen der pos
terijen, waartoe achter de personenwa
gens een klein ouderwetsch tramwagen
tje is aangehaakt. De conducteur van de
tram is tevens met het toezicht op het
postwagentje belast. Bij Hillegom, Lisse
en Sassenheim komt postpersoneel in- en
uitladen, terwijl bij aankomst te Leiden
ambtenaren van het postkantoor den wa
gen ledigen. Zoo is ook geschied met de
tram, die Woensdagavond om 7 uur 20
uit Hillegom was vertrokken, maar de
dienstdoende beambten constateerden te
Leiden, dat vier postzakken uit Hillegom
verzonden, verdwenen waren. Een onder
zoek in alle plaatsen tusschen Haarlem
en Leiden heeft tot resultaat gehad, dat
de postzakken geopend in den omtrek
van Bloemendaal werden gevonden, en
door elkaar gegooid de geopende paket-
ten langs den weg lagen. In hoeverre alle
paketten terecht waren, kon men nog
niet mededeelen.
Van de daders is nog geen spoor gevon
den. Vermoed wordt, dat tijdens den rit
dieven op het primitieve wagentje ge
sprongen zijn en' er de vier postzakken
hebben uitgehaald, meenende, dat één er
van wel geldswaardige stukken zou in
houden. Met de zakken zijn ze naar Bloe
mendaal gevlucht, waar de buit werd on
derzocht, maar bleek, dat de paketten
slechts handelswaren, voornamelijk bloem
bollen inhielden. Daar deze geen waarde
voor hen hadden, hebben zij de paketien
weggegooid. De verzending van gelds
waarden geschiedt in tegenstelling met
die van handelspaketten, steeds onder bij
zonder toezicht.
Omtrent de daders tast men nog vol
komen in het duister.
WETENSCHAPPELIJKE VOORDRACH
TEN OVER HET KAT T0LICISM5.
Gisteravond hield Prof. Vei.u-ar War
mond) zijn tweede academo-vonr irariit,
in het klein-auditorium alhier, nv-r lier
Bijbelsch Scheppingsverha n I
In het eerste gedeelte gnf spr f.'iii/e in
leidende beschouwingen over de boeken
van Mozes in bet algemeen en liet schep
pingsverhaal iu hét bijzonder. Vooreerst
werd «ie geschiedkundige waarde van
den Pentateuch aangegeven. Vervolgens