NIEUWE LEIDSCHE COURANT Knagende pijnen Sanapirin-tabletten. DINSDAG 8 NOV. 1927 RECLAME in gewrichten en ledematen, alsmede hoofd- en kiespijn, worden zeer snel verdreven door In buisjes van 75 en 40 ct.; proefbuisje 25 ct. TWEEDE BLAD. WST DE BLADEN ZEGGEH. De heerlijke neutraliteit. De Christelijken heeten hekjes-zetters, zegt „De Maasbode",»omdat zij weigeren zich langer thuis te voelen in milieus, waar keer op keer hun beginselen in het gedrang komen. Christelijke couranten. Christelijke pe riodieken, Christelijke vereenigingen, Christelijke samenwerking, het is alles ontstaan, omdat op die wijze alleen het erfdeel der vaderen gehandhaafd en de strijd tegen aanvallers gestreden worden kan. Keer op keer blijkt, dat de neutraliteit een niets zeggend slagwoord i§, en dik wijls een masker, waaronder een fel an ti-Christendom schuil gaat. Zoo ligt momenteel nog voor ons nr. 3015 (8 October) van het Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en registratie. Op bladz. 703 v.v. krijgt zekere heer Hora Siccama de gelegenheid om bijna acht kolom blijk te geven, dat hij het Christendom minacht, en den Bijbel een bespottelijk beek vindt. De schrijver geeft een langademige be spreking van professor van Apeldoorn's „Geschiedenis van het Nederlandsche Hu welijksrecht van de invoering van de Fransche wetgeving" en hij doorspekt zijn recensie met hatelijkheden die een geloo- vige moeten kwetsen, met beweringen (omtrent Paulus' opvatting over het hu welijk en de paradijsgeschiedenis bij voor beeld) die alleen bewijzen, dat lieden, die zeggen, niets van den Bijbel te gelooven, er het liefst mee spotten. Wij zullen ons de moeite sparen aanha lingen te doen uit het bedoelde artikel. Maar indien liberalen en rationalisten zich verwonderen over den trek der Chris tenen, om in eigen huis te zijn, zullen zij goed doen, eens de hand in eigen boezem te steken en zich af te vragen of hun on vrijzinnig en hatelijk optreden misschien niet een der hoofdredenen is, die Katho lieken en Protestanten eigen wegen doen gaan. En wij hopen, dat een der onzen, die daarvoor in de gelegenheid is, bij gele genheid den heer Hora Siccama nog eens de hardhoorige ooren wascht. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Bedankt: Voor Heerde, C. M. Ln- teijn, te Apeldoorn. Voor Middelburg, J. G. L. Broüwer, te De Meerii (U.). Voor Hoorebeeke (België) M. v. d. Voet, te Kuinre. Voor Werkendam, W. J. Keiler, te Nieuwkoop. OEREF. KERKEN. Beroepen: Te Nieuwerkerk ad. IJssel en te Velsen (Noord), G. D. Kuiper, cand. te Kampen. Te Oosterzee, Th. Boersma, cand. te Leeuwarden. Te Hil versum, Dr. D. K. Wielenga, te Voor schoten. Bedankt: Voor Andel, Giessen-Rijs- wijk, D. Drenth, te Zuidlaren. Voor Alme lo (2e pred.plaats), J. C. Houtzagers, te Reeuwijk. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Baarn, J. de Bruin, te Vlaardingen; en H. A. Hilbers, te Ensche dé. Te Harderwijk, J. D. Barth, 1e Alphen aan den Rijn; en P. de Groot, te Rotter dam. EVANG. LUTH. KERK. Beroepen: Te Middelburg-Vlis- singen, P. Boendermaker, te Hilversum. Te Groede, Th. G. Stellweg, te Delft. GEREF. GEM. Bedankt: Voor Vlaardingen, J. Vreugdenhil, te Bruinisse. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Zondagavond werd in het kerkge bouw in de Zuiderstraat te Haarlem als FEUILLETON. EBBA EN HELENE. 38. —o— „Aha, dus op den „nieuweil man", dien we noodig hebben, loopt het uit", schertste Beuthner. Terwijl hij met Fausta een door veel lachen onderbroken woordentwist voer de, welks grappen, toespelingen en dubbelzinnigheden Ebba niet begreep, klonk in haar oor, hetgeen Fausta daareven gezegd had, wonderlijk te zamen met het woord van haar vader, dat zij zich herinnerde; „De hand der vrouw zaait goed en kwaad op den akker der menschheid; dat is een zeer groote macht". Doctor Edlessen met haar vaal en hoofdpijnachtig gelaal, lachte weemoe dig voor zich heen. Mtchanisch verza melde ze met haar kleine vingers de broodkruimells aan haar rechterhand. „Ach ja," zelde ze zachtjes, „het moet wel heerlijk zijn, zoo in de fami liekring te kunnen werken. Maar toch niet iedereen valt zoo iets te beurt, en wij zijn er nu eenmaal ook". „Jullie zijt juist de offers van de be schaving, mijn arm Trudelschen; wat zeg ik? neen, van do natuurI Want zelfs aan een boom wordt niet iedere bloesem een vrucht. Daar is niets aan te doen. Alléén beslaat de mogelijk heid andere toestanden in het leven te roepen En daartoe zullen we rog wel komen I Alleen moeten we nooit Dienaar des Woordf! der Geref. Kerk van Haarlem in hersteld verband bevestigd de candidaat P. A. E. Sillevis Smitt. Be vestiger was dr. J. G. Geelkerken van Am sterdam, die over 2 Tim. 4 1, 2 en 5 sprak. Spr. zeide o.m., dat het voor de gemeente een groot voorrecht is, dat kort nadat ze opnieuw tot reformatie is geko men, ze uit de hand van God haar eerste dienaar des Woords mag ontvangen. Na de voorlezing van het formulier en de beantwoording der daarin gestelde vragen volgde de. handoplegging waar aan met dr. Geelkerken deelnam ds. van den Brink van Zandvoort. De gemeente zong vervolgens den nieuwen leeraar toe Psalm 119 9 gewijzigd. De kerk was stampvol. De nieuwe leeraar zal morgen zijn intrede doen. Na des morgens bevestigd te zijn door den consulent ds. D. Scheele, van Oudewater, met een predikatie over Joh. 330, deed Zondag j.l. ds. J. Hoekstra, ge komen van Dalfsen, zijn intrede bij de Geref. Kerk van Schoonhoven en Willige- Langerak, sprekende naar aanleiding van 1 Petrus 2:2. De nieuwe leeraar werd toegesproken door ouderling W. Hooy- kaas, namens den Kerkeraad (toegezon gen Psalm 134 3) door ds. Scheele, na mens de classis Gouda en door ds. Roos van Lekkerkerk namens de genahuurde kerken. Na des morgens bevestigd te zijn door ds. A. Brouwer Jzn. van Zwartsluis, met een predikatie over Jes. 62 6 en 7, deed j.l. Zondag ds. P. de Feijter, geko men van Boornbergum, zijn intrede bij de Geref. kerk van Zwartsluis, sprekende naar aanleiding van 1 Petrus 2:2 en 3. De nieuwe leeraar werd toegesproken door ds. Brouwer, door Drupsteen na mens de kerk van Hasselt en burgemees ter G. Oprei, namens de burgerlijke over heid van Zwartsluis. Ds. H. Prins te Oostermeer hoopt Zondag 20 November afscheid te nemen van de Ned. Herv. gem. te Oostermeer (Fr.), en 27 November d.a.v. zijn intrede té doen te Lutjegast (Gi\), na bevestigd te zijn door Mr. Kramer, em. pred. te Gor- cum. BEZWAARDEN TE KATENDRECHT. Van de 20 onderteekenaars van een adres uit Katendrecht aan de Generale Synode van Assen, hebben dertien hun ner den kerkeraad der Geref. kerk ge machtigd aan de Synode te berichten, dat het niet hun bedoeling geweest is, de schuld van de scheuring te werpen op de Synode van Assen, en dat zij de uitdruk kingen die dezen indruk konden vestigen gaarne terugnemen. Een andere broeder zal ditzelfde bij persoonlijk schrijven aan de Synode mededeelen. Ook van de zes overigen verklaarden sommigen uitdrukkelijk, dat zij dogma tisch geheel op het standpunt van de Sy node van Assen staan. Dr. H. S. PRUYS. Ds. H. S. Pruys, die bijna tien jaren ge leden wegens zijn wankele gezondheid genoodzaakt was de directie van het Pe- tronella-liospitaal te Djocja neer te leg gen, hoopt weldra terug te keeren in den actieven dienst der zending. We lezen in het „Noord-Hollandsch Kerkblad o.m.: „Baanbreker voor den medischen dienst der Zending was, gelijk men weet, de be kende en bij ons volk beminde Dr. J. G. Scheurer. Nadat hij schier onoverkome lijke moeilijkheden had doorworsteld, kwam eindelijk te Djokja het Petronella- hospitaal tot stand en mocht Dr. Scheu rer den aanvankelijken bloei van deze mooie zendingsinrichting aanschouwen. Maar het is hem helaas niet gegeven geworden heel lang aan het hoofd van ons eerste zendingshospitaal te staan. In 1906 reeds moest hij wegens ernstige ziek te repatrieeren en kwam hij als een ge broken man 25 Juli in Holland aan. Eerst leefde nog de hoop, dat hij misschien nog weer naar Indië zou mogen terugkeeren. Maar het heeft niet zoo mogen zijn. In de plaats van Ds. Scheurer is als waarnemend directeur benoemd Dr. H. S. Pruys, die reeds onderscheidene jaren in dienst der regeering in Indië had door vergeten, dat er sprake is van vergoe ding, niet van verplichting! Dus ook van geen eigenlijke rechten! De na tuur schiep je, om vrouw te zijn. Maar de onveranderlijke wetten van diezelf de natuur laten je niet aan de beurt komen, om je roeping te vervullen. Dan springt de beschaving in, dat wil zeggen, het zal er toe komen, dat ze inspringt en je een surrogaat aan biedt, dat dan de roeping is". Ze bespraken nog lang een en ander en Ebba hoorde, dat Trude Edlessen zonder ijverzucht Fausta prees,, die als schrijfster toch de groote macht der vrouw, veredelend op de ziel te werken, uitoefende. Toen begonnen ze over personen en omstandigheden te spreken, welke Ebba vreemd waren. Ze was zoo moe, ze zou liefst maar in het geheel niet meer luisteren, maar ze moest zich toch goed houden, het was haar, als moest ze op haar hoede zijn. gereed tot verdediging. Want doctor Beuth ner hield zich voortdurend met haar bezig. Nu eens rustte zijn blik op haar, dan weer bood hij haar een sigaret aan, verzocht haar Fausta de lucifers te willen overreiken, vroeg toen half luid naar de meest onverschillige za ken, smeekte haar, hem de bierkruik te willen toeschuiven, daartusschen vragend, waarom ze rookte noch dronk. Het was haar, als had deze man een onzichtbaar het uitgeworpen waarin hij haar vangen wilde. Zij was bang voor hem, en toen hij zich aan gebracht, en met verlof in Fin land ver toefde. Zijn benoeming gini? in 15 Aug. 1906. Hij vertrok met de „Koningin Wil- helmina", die 25 Aug. van Amsterdam uitvoer naar Indië. Later is de benoeming van dr. Pruys definitief geworden. Ruim elf jaar heeft dr. Pruys aan het hoofd van het Petronella-Ihvspltaal ge staan. Ih het laatst liet ecl.'er zijn ge 'oudheid veel te wenschen over Hij kot den zwaren last der directie niet meer dragen. In Febr. 1918 liet hij zich onder zoeken door dr. Flach en dr. Trayaglino. Beiden oordeelden, dat een lang ziekte verlof volstrekt noodzakelijk was, en dat hij ook later de zware last der directie van een groot hospitaal niet meer op zich nemen mocht. Het spreekt van zelf, dat toen aan dr. Pruys op de meest eer volle wijze ontslag is verleend. In zijn plaats is toen als directeur opgetreden Dr. J. Offringa, die hem den laatsten tijd reeds krachtig had bijgèstaan. Dr. H. S. Pruys is niet naar Holland gegaan, maar vestigde zich in het koele, hoog gelegen Wonosobo. De rust daar deed hem goed. Allengs keerden zijne krachten terug. De laatste jaren nam hij de verzorging waar van een klein parti culier ziekenhuis te Wonosobo. Intusschen sterkten, zijne krachten in die mate, dat hij zich thans weer in staat gevoelde om terug te keeren tot den ac tieven dienst der zending. Dr. Offringa juichte dit van harte toe. Ook de andere artsen van het Petronella- hospitaal stemden daarmede in. En de Raad van Toezicht hechtte er gaarna zijn goedkeuring aan. Op voorstel van Dr. Of fringa besloot nu de kerkeraad te Am sterdam met blijdschap en dank het ze gel zijner goedkeuring te hechten aan den terugkeer van dr. Pruys tot den ac tieven zendingsdienst. Natuurlijk blijft dr. Offringa directeur, De vervulling der directie zou trouwens te veel van dr. Pruys eischen. Hij wordt gewoon arts. Het treft echter bijzonder gelukkig, dat juist - nu dr. Pruys terug komen kan. D.V. komt dr. Offringa in 1928 met verlof naar Holland. Natuurlijk zal er dan hulp moeten komen voor het medisch werk te Djokja. Maar nu dr. Pruys terugkeert, is daarin op uitnemen de wijze voorzien." WAAR DAN MET DE JONGENS HEEN? „Een vader" stelt in „Ons Ouderblad" (Utrecht) de volgende vraag, maariets anders geformuleerd. „Als dan de middelmatig begaafde leer lingen niet naar H.B.S. of gymnasium be lmoren te gaan, 1 aar moeten $e ouder9 dan met hun jongens heen? Hij zegt er het volgende bij: „Een onderwijzer van een opleidings school redeneerde aldus: „De meeste ouders aan mijn school kunnen hun kin deren eenige jaren na de L. S. laten lee- ren, maar verder reikt hun draagkracht niet. Die ouders zeggen me nu het vol gende: Als mijn kind later m de Maat schappij komt, dan merkt het, dat de eer ste vraag bijna overal is: „Wat hebt u geleerd? Welke diploma's hebt u?" En dan merkt het ook dadelijk, dat men voor feitelijk onbeduidende betrekkingen wel durft eischen: een einddiploma H.B.S. met 5-jarigen cursus. Dat is misschien mal, 't moest anders zijn, maar wat kan ik, de vader, zonder invloed zonder macht, daaraan doen? Niets immers. En dus als ik mijn kind zoo goed mogelijk wil toerusten, dan moet het naar de H.B.S. Kan het die niet afloopen in 5, dan maar in 6, desnoods in 7 jaar. Als hij tenslotte dat papiertje maar krijgt. Probeert u dan maar, meneer, om den jongen klaar te krijgen. Later zullen we weer zien „Wat moet ik, onderwijzer van dien jongen nu doen? Ik geloof, dat deze ou ders, van hun standpunt, goeddeels gelijk 'hebben. En omdat de school toch in de eerste plaats een instituut is voor de ou ders en niet een inrichting van waaruit weer een andere school „gemakkelijke" leerlingen moet betrekken, daarom doe ik, wat die ouders zoo graag willen. Ik maak ze klaar; ik geef hun de grootst mogelijke kans. En daarmee uit." bood, om in de eerste dagen haar leidsman te zijn, sloeg ze dit met een zichtbaren schrik af. Hij glimlachte weer bij zichzelf. En terwijl hij daar zoo zat en haar met dien zekeren, doordringenden blik beschouwde, terwijl zijn neusvleu gels trilden, streek hij met de blanke hand over zijn blonden baard. Deze hand viel Ebba evënzoo op als zijn wonderlijk orgaan, waarmede hij da delijk zijn hoorders vooor zich won. Ze was lang en slank, die hand en opval lend goed verzorgd. Hij pronkte er mede, evenals met zijn orgaan. En Eb ba bekroop een hevig verlangen, hem" te toonen, hoe onuitstaanbaar zij hem vond. Maar bij het afscheidnemen kon zij niet verhinderen, dat hij haar de hand kuste. Hij deed het niet op de gewone manier, maar met een veelzeggende langzaamheid en een stevigen druk. Beuthner en Fausta hadden slechts een paar sigaretten gerookt, uit vrien delijkheid tegenover Trude Edlessen, die er volstrekt niet tegen kon. Maar toch was het solon met een blauwachtigen damp gevuld, welke ook in het kamertje drong, waar Eb ba slapen moest. Daar maakte Resi, een flinke oudere vrouw, die een paar zwarte vlechten op haar hoofd droeg, nu het kleine bed gereed, terwijl Fausta in het salon den rook met een servet het open raam uit trachtte te slaan. Over de juist vertrokken gasten maakte ze geen opmerkingen, ze vroeg BINNENLAND. VERKWISTING OP SCHOOLGEBIED. De Raad van Bestuur der Nationale Unie heeft een nota gericht aan den Mi nister van Financiën, ten einde te wijzen op de steeds voortgaande verkwisting van openbare geldmiddelen, ook in gevallen, waarin de wet de hoogere instanties het recht geeft of de plicht oplegt, bezuini gend in te grijpen. Als specimen behan delt de nota de hangende schoolkwestie, te Ootmarsum. In deze kleine gemeente is de schuldenlast zoo zeer gestegen, dat voor 19261927 de gemeentelijke inkom stenbelasting 6 >6 bedroeg, plus het maximum aantal opcenten door de wet toegelaten. Anderzijds is de welvaart er zoo gering, dat in deze zelfde termijn de opbrengst van. 100 opcenten op de Rijks inkomsten beneden de 450 bleef. Instede van streng te bezuinigen, dreigt een nieuwe verkwisting deze gemeente thans financieel te gronde te richten. Het plaatselijk kerkbestuur heeft op de ge bruikelijke wijze aan den Raad om" me dewerking verzocht tot oprichting van een bijzondere school. Dientengevolge zal op de bestaande openbare school te Oot marsum in de toekomst nog slechts, een 24-tal leerlingen overblijven, terwijl in Oud-Ootmarsum, Gemeente Denekamp, op 5 Yi minuut gaans van de openbare school te Ootmarsum eveneens een open bare school op een zestal leerlingen na ontvolkt wordt. De voor de hand liggen de oplossing is natuurlijk, de combinatie volgens een der regelingen bedeeld in art. 19 sub 4 der L. O. W. van de beide naburige scholen en de beschikbaarstel ling van die te Ootmarsum voor de R.K. bijzondere school: eene regeling, waar mede het requesteerend kerkbestuur zich bij voorbaat heeft vereenigd. Desniette min besloot de gemeenteraad op%31 Mei 1927 een nieuwen school te bouwen, en op 19 .Aug. d.a.v. om daartoe een leening te sluiten. Wordt dit besluit uitgevoerd, dan komen in de openbare scholen te Ootmarsum, te Oud-Ootmarsum en te Nutter in totaal 6 schoollokalen leeg te staan, en wordt aan de gemeente Ootmar sum een nieuwe volstrekt overbodige uit gave van 48.000 opgelegd, waardoor de schuld der gèmeente opnieuw met 30 wordt verhoogd en de financieele toe stand hopeloos wordt. De burgemeester van Ootmarsum heeft bovenbedoeld besluit ter vernietiging aan de Kroon voorgedragen; tot dusver is op deze voordracht geen vernietiging ge volgd en zelfs is de gebruikelijke schor sing hangende het onderzoek achterwege gebleven. De nota vestigt er nu de aandacht op, dat (geheel los van de beslissing der Kroon op de voordracht tot vernietiging) de Gedeputeerde Staten, krachtens arti kel 12? sub. 3 L. W. wettelijk verplicht zijn tot bezuinigend ingrijpen door de overbodig geworden openbare school te Ootmarsum op te heffen, na ingevolge artikel 19 sub 5 L. O. W. de combinatie van deze school met die te Oud-Ootmar sum te hebben bevolen; welk betoog on dersteund werd met een beroep op de principieele K. B. van J Januari 1925 no. 2 en 2 November 19^5 no. 463, \.elk laat ste door een zeer recent K. B. nogmaals bevestigd is._ In verband met dit niet ingrijpen der daartoe wettelijk verplichte en bevoegde instanties wordt den Minister verzocht, zijn invloed aan te wenden tot het alsnog onmiddellijk schorsen van bedoeld Raads besluit, ten einde den schijn van conni- ventie der controleerende instanties met deze verkwisting te vermijden, en te voor komen, dat op de zaak verder worde ge- praejudicieerd. De nota zet verder uiteen, dat op deze locale kwestie de aandacht wordt geves tigd, omdat deze, naar het voorkomt, symptomatische beteekenis heeft. Velen in den lande, zoo wordt gezegd, hebben het optreden van deze regeering toege juicht, omdat, zij hoopten, dat een be wind, dat los van de partijen zou staan, met krachtige hand de teugels zou aan leggen aan de verkwisting der openbare geldmiddelen waaraan de vertegenwoor digende organen zich herhaaldelijk schul- Ebba ook niet, hoe ze haar bevielen, en of de gesprekken haar belang in boezemden. Ze scheen slechts vervuld van de zorg, om voor Ebba een drage lijk nachtkwartier gereed te maken, en toen Ebba reeds op den divan, on der het dekbed, in haar dunne witte nachtjaponnetje huiverend neerlag, kwam ze nog even binnen om te zien of alles goed was. Ze droeg een wit, wijd kleed,, dat met veel kant en lint bezet was en dat ze slechts luchtig met de linkerhand over de borst dicht hield, terwijl de opgeheven rechter hand een lamp droeg. Haar gelaat en de witte hals waren hel Verlicht. Zij zag er jeugdig, bijna meisjesachtig uit. Ebba verzekerde, dat zij goed lag, ofschoon het haar toescheen, dat ze links nog rechts beschut was voor de koude. En toen was ze eindelijk alleen en kon zich in het geheel niet begrijpen, dat ze daar lag, wat ze hier doen wil de, en waarom ze hier naar toe geko men was. Ze staarde de kamer in. Ze was slechts half donker, want van de straat kwam het schijnsel van de daar brandende electrische lantaarns. Als een verlichte hoek stond 't venster in den muur. Zij zag echter Fausta voor zich, zoo schoon, als zij haar zoo even versche nen was. Wat haar te voren, in het licht der werkelijkheid, in de tegen woordigheid van anderen slechts als een onwaarschijnlijk verhaal voorge AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 8 November 1927. Het Handelsblad heeft een rubriek „Den Bonten Winkel". In de bonte rij van bonte berichten komt het bonte van het leven soïns aardig aan het licht. Zoo las ik gisteren een berichtje van den volgenden inhoud; „Veel wordt geklaagd, en dikwijls terecht. in het courantenbedrijf weet men daarvan mee te praten over menschen, die door hun wijdloo- pig gepraat en gebrek aan zakelijk heid anderen van hun werk afhouden. In sommige bureaux ziet men dan ook wel gedrukte wandteksten han gen met iets &ls; Zeg wat gij zeggen wilt, Maar doe het kort en bondig, Wie nood'loos and'rer tijd verspilt die steelt, en dat is zondig. In het Alg. Weekblad voor Chr, en Cultuur", waarin deze kwestie ook ter sprake gebracht is, vermeldt een inzender het afweermiddel van een Engelschen dominee: deze had een wandtekst laten maken met de eer ste woorden van Ps. 121 8; „De Heere zal uwen uitgangbewaren". Steeds droeg hij zorg, dat de stoel van zijn bezoekers zoo 9tond, dat deze voortdurend het oog op den wand- tekst hadden. Of dit middel geholpen heeft? Nu heb ik altijd gedacht, dat een dominee wel allerminst geroepen was om de menschen zoo gauw mogelijk weer weg te werken. Maar bovenal van een dominee mag men verwach ten, dat hij de Bijbelteksten goed ge bruikt. Met den besten- wil van de we reld kan ik hier van geen goed ge bruik spreken. Dominee maakt het mij hier al te „bont'. OBSERVATOR. dig maken. Deze hoop blijkt echter ijdel. De toestand is door het wegvallen van de wederzijdsche verantwoordelijkheid van Regeering en Regeeringsmeerderheid al lerminst verbeterd. Bij schijnbare onaf hankelijkheid van de Regeering ontstaat geleidelijk een feitelijke slavernij aan de verschillende belangengroepen achter de van hun normale functies uitgesloten partijen. Dat blijkt onder meer uit de, bevreem dende slapheid en traagheid waarmede de centrale administratie hare wettelijke verplichting tot bezuinigend ingrijpen o.a. inzake de kosten van Nationaal Onder wijs vervult. Deze gang van zaken recht vaardigt, naar de meening der Nationale Unie, het groeiend verlangen naar de for matie eener nieuwe parlementaire meer derheid, als voorwaarde voor een sterke verantwoordelijke Nationale regeering. HET SPOORWEGONGELUK BIJ VOORSCHOTEN. Naar aanleiding van het spoorweg ongeluk bij Voorschoten, waarhij weg werkers werden gedood, terwijl zij aan den arbeid waren, schrijft v. H. in „Het Weekblad", van de Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegpersoneel; Er werd te Voorschoten met slechts een motor gewerkt en de bedoeling schijnt te zijn, er zijn er al meer dere aangeschaft dezen arbeid ook verder te mechaniseeren. Er zal dan, als met meerdere motoren op be trekkelijk korten afstand van elkaar wordt gewerkt wil men de veilig heid der betrokken arbeiders voldoen de waarborgen, ook een andere, bete re regeling voor het waken over hua veiligheid in toepassing moeten wor den gebracht. Men zal den veiligheidsman moeten voorzien van seinmiddelen, welke, wat geluidssterkte betreft de motoren in voldoende mate overtreffen of hem van andere, voldoende zekerheid bie dende seinmiddelen moeten voorzien. Opdat voorkomen wordt, dat er meer-r dere slachtoffers vallen bij de nieuwe wijze van werken. Intusschen zullen onze kameraden van den weg wij9 doen, zoolang er geen betere veiligheidsmaatregelen worden getroffen, meer dan gewoon lijk zelf voor eigen veiligheid te zor gen. komen was, als iets, wat men niet ge looven kan, trad nu weer beangsti gend voor haar. Hij had Fausta eens lief gehad 1 Hoe begrijpelijk was dat! En zou hij haar nu niet meer bemin nen als hij zag, wat zij van zichzelf gemaakt had. wie ze was? Smartelij ke ijverzucht kwam weer opnieuw bij haar boven. Het scheen haar onmoge lijk, met en naast die vrouw te leven,' die hem eens gekust had. Ze trachtte zich die twee samen voor te stellen. En ze gevoelde, dat het slechte, onreine voorstellingen waren, die haar ongelukkig maakten. Een verterend verlangen naar zijn stem, zijn liefdevolle, ernstige woor den, zijn diepen, warmen blik, over meesterde haar. Ze kon niet begrijpen, dat ze eergisteren, nog, op' ditzelfde nachtelijke uur, samen met hem op een feest geweest was. Aan de toekomst, aan een beroeps keuze, aan de zorgvolle komende tij den. dacht ze niet eens, In de scheme ring zag ze op de planken van Faus- ta's boekerij al de ruggen staan. Van sommige, die het meest verlicht wa ren, schitterden haar de gouden let ters tegen. Dat herinnerde aan haar3 vaders studeerkamer. Zij weende. En eindelijk sliep zij in. Maar slechts om zwaar te droomen. Alles wat ze heden beleefd had, kwam terug, maar in dwaze, grillige, onmogelijke vormen van een droom. CWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5