NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Knagende pijnen
Sanapirin-tabletten.
DINSDAG 8 NOV. 1927
RECLAME
in gewrichten en ledematen, alsmede hoofd- en
kiespijn, worden zeer snel verdreven door
In buisjes van 75 en 40 ct.; proefbuisje 25 ct.
TWEEDE BLAD.
WST DE BLADEN ZEGGEH.
De heerlijke neutraliteit.
De Christelijken heeten hekjes-zetters,
zegt „De Maasbode",»omdat zij weigeren
zich langer thuis te voelen in milieus,
waar keer op keer hun beginselen in het
gedrang komen.
Christelijke couranten. Christelijke pe
riodieken, Christelijke vereenigingen,
Christelijke samenwerking, het is alles
ontstaan, omdat op die wijze alleen het
erfdeel der vaderen gehandhaafd en de
strijd tegen aanvallers gestreden worden
kan.
Keer op keer blijkt, dat de neutraliteit
een niets zeggend slagwoord i§, en dik
wijls een masker, waaronder een fel an
ti-Christendom schuil gaat.
Zoo ligt momenteel nog voor ons nr.
3015 (8 October) van het Weekblad voor
Privaatrecht, Notariaat en registratie.
Op bladz. 703 v.v. krijgt zekere heer
Hora Siccama de gelegenheid om bijna
acht kolom blijk te geven, dat hij het
Christendom minacht, en den Bijbel een
bespottelijk beek vindt.
De schrijver geeft een langademige be
spreking van professor van Apeldoorn's
„Geschiedenis van het Nederlandsche Hu
welijksrecht van de invoering van de
Fransche wetgeving" en hij doorspekt zijn
recensie met hatelijkheden die een geloo-
vige moeten kwetsen, met beweringen
(omtrent Paulus' opvatting over het hu
welijk en de paradijsgeschiedenis bij voor
beeld) die alleen bewijzen, dat lieden, die
zeggen, niets van den Bijbel te gelooven,
er het liefst mee spotten.
Wij zullen ons de moeite sparen aanha
lingen te doen uit het bedoelde artikel.
Maar indien liberalen en rationalisten
zich verwonderen over den trek der Chris
tenen, om in eigen huis te zijn, zullen zij
goed doen, eens de hand in eigen boezem
te steken en zich af te vragen of hun on
vrijzinnig en hatelijk optreden misschien
niet een der hoofdredenen is, die Katho
lieken en Protestanten eigen wegen doen
gaan.
En wij hopen, dat een der onzen, die
daarvoor in de gelegenheid is, bij gele
genheid den heer Hora Siccama nog eens
de hardhoorige ooren wascht.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Bedankt: Voor Heerde, C. M. Ln-
teijn, te Apeldoorn. Voor Middelburg, J.
G. L. Broüwer, te De Meerii (U.). Voor
Hoorebeeke (België) M. v. d. Voet, te
Kuinre. Voor Werkendam, W. J. Keiler,
te Nieuwkoop.
OEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Nieuwerkerk ad.
IJssel en te Velsen (Noord), G. D. Kuiper,
cand. te Kampen. Te Oosterzee, Th.
Boersma, cand. te Leeuwarden. Te Hil
versum, Dr. D. K. Wielenga, te Voor
schoten.
Bedankt: Voor Andel, Giessen-Rijs-
wijk, D. Drenth, te Zuidlaren. Voor Alme
lo (2e pred.plaats), J. C. Houtzagers, te
Reeuwijk.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Baarn, J. de Bruin, te
Vlaardingen; en H. A. Hilbers, te Ensche
dé. Te Harderwijk, J. D. Barth, 1e Alphen
aan den Rijn; en P. de Groot, te Rotter
dam.
EVANG. LUTH. KERK.
Beroepen: Te Middelburg-Vlis-
singen, P. Boendermaker, te Hilversum.
Te Groede, Th. G. Stellweg, te Delft.
GEREF. GEM.
Bedankt: Voor Vlaardingen, J.
Vreugdenhil, te Bruinisse.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Zondagavond werd in het kerkge
bouw in de Zuiderstraat te Haarlem als
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
38. —o—
„Aha, dus op den „nieuweil man",
dien we noodig hebben, loopt het uit",
schertste Beuthner.
Terwijl hij met Fausta een door veel
lachen onderbroken woordentwist voer
de, welks grappen, toespelingen en
dubbelzinnigheden Ebba niet begreep,
klonk in haar oor, hetgeen Fausta
daareven gezegd had, wonderlijk te
zamen met het woord van haar vader,
dat zij zich herinnerde; „De hand der
vrouw zaait goed en kwaad op den
akker der menschheid; dat is een zeer
groote macht".
Doctor Edlessen met haar vaal en
hoofdpijnachtig gelaal, lachte weemoe
dig voor zich heen. Mtchanisch verza
melde ze met haar kleine vingers de
broodkruimells aan haar rechterhand.
„Ach ja," zelde ze zachtjes, „het
moet wel heerlijk zijn, zoo in de fami
liekring te kunnen werken. Maar toch
niet iedereen valt zoo iets te beurt,
en wij zijn er nu eenmaal ook".
„Jullie zijt juist de offers van de be
schaving, mijn arm Trudelschen; wat
zeg ik? neen, van do natuurI Want
zelfs aan een boom wordt niet iedere
bloesem een vrucht. Daar is niets aan
te doen. Alléén beslaat de mogelijk
heid andere toestanden in het leven
te roepen En daartoe zullen we rog
wel komen I Alleen moeten we nooit
Dienaar des Woordf! der Geref. Kerk van
Haarlem in hersteld verband bevestigd
de candidaat P. A. E. Sillevis Smitt. Be
vestiger was dr. J. G. Geelkerken van Am
sterdam, die over 2 Tim. 4 1, 2 en 5
sprak. Spr. zeide o.m., dat het voor de
gemeente een groot voorrecht is, dat kort
nadat ze opnieuw tot reformatie is geko
men, ze uit de hand van God haar eerste
dienaar des Woords mag ontvangen.
Na de voorlezing van het formulier en
de beantwoording der daarin gestelde
vragen volgde de. handoplegging waar
aan met dr. Geelkerken deelnam ds. van
den Brink van Zandvoort. De gemeente
zong vervolgens den nieuwen leeraar toe
Psalm 119 9 gewijzigd. De kerk was
stampvol. De nieuwe leeraar zal morgen
zijn intrede doen.
Na des morgens bevestigd te zijn
door den consulent ds. D. Scheele, van
Oudewater, met een predikatie over Joh.
330, deed Zondag j.l. ds. J. Hoekstra, ge
komen van Dalfsen, zijn intrede bij de
Geref. Kerk van Schoonhoven en Willige-
Langerak, sprekende naar aanleiding
van 1 Petrus 2:2. De nieuwe leeraar werd
toegesproken door ouderling W. Hooy-
kaas, namens den Kerkeraad (toegezon
gen Psalm 134 3) door ds. Scheele, na
mens de classis Gouda en door ds. Roos
van Lekkerkerk namens de genahuurde
kerken.
Na des morgens bevestigd te zijn
door ds. A. Brouwer Jzn. van Zwartsluis,
met een predikatie over Jes. 62 6 en 7,
deed j.l. Zondag ds. P. de Feijter, geko
men van Boornbergum, zijn intrede bij
de Geref. kerk van Zwartsluis, sprekende
naar aanleiding van 1 Petrus 2:2 en 3.
De nieuwe leeraar werd toegesproken
door ds. Brouwer, door Drupsteen na
mens de kerk van Hasselt en burgemees
ter G. Oprei, namens de burgerlijke over
heid van Zwartsluis.
Ds. H. Prins te Oostermeer hoopt
Zondag 20 November afscheid te nemen
van de Ned. Herv. gem. te Oostermeer
(Fr.), en 27 November d.a.v. zijn intrede
té doen te Lutjegast (Gi\), na bevestigd te
zijn door Mr. Kramer, em. pred. te Gor-
cum.
BEZWAARDEN TE KATENDRECHT.
Van de 20 onderteekenaars van een
adres uit Katendrecht aan de Generale
Synode van Assen, hebben dertien hun
ner den kerkeraad der Geref. kerk ge
machtigd aan de Synode te berichten,
dat het niet hun bedoeling geweest is, de
schuld van de scheuring te werpen op de
Synode van Assen, en dat zij de uitdruk
kingen die dezen indruk konden vestigen
gaarne terugnemen. Een andere broeder
zal ditzelfde bij persoonlijk schrijven aan
de Synode mededeelen.
Ook van de zes overigen verklaarden
sommigen uitdrukkelijk, dat zij dogma
tisch geheel op het standpunt van de Sy
node van Assen staan.
Dr. H. S. PRUYS.
Ds. H. S. Pruys, die bijna tien jaren ge
leden wegens zijn wankele gezondheid
genoodzaakt was de directie van het Pe-
tronella-liospitaal te Djocja neer te leg
gen, hoopt weldra terug te keeren in den
actieven dienst der zending. We lezen in
het „Noord-Hollandsch Kerkblad o.m.:
„Baanbreker voor den medischen dienst
der Zending was, gelijk men weet, de be
kende en bij ons volk beminde Dr. J. G.
Scheurer. Nadat hij schier onoverkome
lijke moeilijkheden had doorworsteld,
kwam eindelijk te Djokja het Petronella-
hospitaal tot stand en mocht Dr. Scheu
rer den aanvankelijken bloei van deze
mooie zendingsinrichting aanschouwen.
Maar het is hem helaas niet gegeven
geworden heel lang aan het hoofd van
ons eerste zendingshospitaal te staan. In
1906 reeds moest hij wegens ernstige ziek
te repatrieeren en kwam hij als een ge
broken man 25 Juli in Holland aan. Eerst
leefde nog de hoop, dat hij misschien nog
weer naar Indië zou mogen terugkeeren.
Maar het heeft niet zoo mogen zijn.
In de plaats van Ds. Scheurer is als
waarnemend directeur benoemd Dr. H. S.
Pruys, die reeds onderscheidene jaren in
dienst der regeering in Indië had door
vergeten, dat er sprake is van vergoe
ding, niet van verplichting! Dus ook
van geen eigenlijke rechten! De na
tuur schiep je, om vrouw te zijn. Maar
de onveranderlijke wetten van diezelf
de natuur laten je niet aan de beurt
komen, om je roeping te vervullen.
Dan springt de beschaving in, dat
wil zeggen, het zal er toe komen, dat
ze inspringt en je een surrogaat aan
biedt, dat dan de roeping is".
Ze bespraken nog lang een en ander
en Ebba hoorde, dat Trude Edlessen
zonder ijverzucht Fausta prees,, die
als schrijfster toch de groote macht
der vrouw, veredelend op de ziel te
werken, uitoefende.
Toen begonnen ze over personen en
omstandigheden te spreken, welke
Ebba vreemd waren. Ze was zoo moe,
ze zou liefst maar in het geheel niet
meer luisteren, maar ze moest zich
toch goed houden, het was haar, als
moest ze op haar hoede zijn. gereed
tot verdediging. Want doctor Beuth
ner hield zich voortdurend met haar
bezig.
Nu eens rustte zijn blik op haar,
dan weer bood hij haar een sigaret
aan, verzocht haar Fausta de lucifers
te willen overreiken, vroeg toen half
luid naar de meest onverschillige za
ken, smeekte haar, hem de bierkruik
te willen toeschuiven, daartusschen
vragend, waarom ze rookte noch
dronk. Het was haar, als had deze
man een onzichtbaar het uitgeworpen
waarin hij haar vangen wilde. Zij was
bang voor hem, en toen hij zich aan
gebracht, en met verlof in Fin land ver
toefde. Zijn benoeming gini? in 15 Aug.
1906. Hij vertrok met de „Koningin Wil-
helmina", die 25 Aug. van Amsterdam
uitvoer naar Indië.
Later is de benoeming van dr. Pruys
definitief geworden.
Ruim elf jaar heeft dr. Pruys aan het
hoofd van het Petronella-Ihvspltaal ge
staan. Ih het laatst liet ecl.'er zijn ge
'oudheid veel te wenschen over Hij kot
den zwaren last der directie niet meer
dragen. In Febr. 1918 liet hij zich onder
zoeken door dr. Flach en dr. Trayaglino.
Beiden oordeelden, dat een lang ziekte
verlof volstrekt noodzakelijk was, en dat
hij ook later de zware last der directie
van een groot hospitaal niet meer op
zich nemen mocht. Het spreekt van zelf,
dat toen aan dr. Pruys op de meest eer
volle wijze ontslag is verleend. In zijn
plaats is toen als directeur opgetreden
Dr. J. Offringa, die hem den laatsten tijd
reeds krachtig had bijgèstaan.
Dr. H. S. Pruys is niet naar Holland
gegaan, maar vestigde zich in het koele,
hoog gelegen Wonosobo. De rust daar
deed hem goed. Allengs keerden zijne
krachten terug. De laatste jaren nam hij
de verzorging waar van een klein parti
culier ziekenhuis te Wonosobo.
Intusschen sterkten, zijne krachten in
die mate, dat hij zich thans weer in staat
gevoelde om terug te keeren tot den ac
tieven dienst der zending.
Dr. Offringa juichte dit van harte toe.
Ook de andere artsen van het Petronella-
hospitaal stemden daarmede in. En de
Raad van Toezicht hechtte er gaarna zijn
goedkeuring aan. Op voorstel van Dr. Of
fringa besloot nu de kerkeraad te Am
sterdam met blijdschap en dank het ze
gel zijner goedkeuring te hechten aan
den terugkeer van dr. Pruys tot den ac
tieven zendingsdienst.
Natuurlijk blijft dr. Offringa directeur,
De vervulling der directie zou trouwens
te veel van dr. Pruys eischen. Hij wordt
gewoon arts. Het treft echter bijzonder
gelukkig, dat juist - nu dr. Pruys terug
komen kan. D.V. komt dr. Offringa in
1928 met verlof naar Holland. Natuurlijk
zal er dan hulp moeten komen voor het
medisch werk te Djokja. Maar nu dr.
Pruys terugkeert, is daarin op uitnemen
de wijze voorzien."
WAAR DAN MET DE JONGENS HEEN?
„Een vader" stelt in „Ons Ouderblad"
(Utrecht) de volgende vraag, maariets
anders geformuleerd.
„Als dan de middelmatig begaafde leer
lingen niet naar H.B.S. of gymnasium be
lmoren te gaan, 1 aar moeten $e ouder9
dan met hun jongens heen? Hij zegt er
het volgende bij:
„Een onderwijzer van een opleidings
school redeneerde aldus: „De meeste
ouders aan mijn school kunnen hun kin
deren eenige jaren na de L. S. laten lee-
ren, maar verder reikt hun draagkracht
niet. Die ouders zeggen me nu het vol
gende: Als mijn kind later m de Maat
schappij komt, dan merkt het, dat de eer
ste vraag bijna overal is: „Wat hebt u
geleerd? Welke diploma's hebt u?" En
dan merkt het ook dadelijk, dat men voor
feitelijk onbeduidende betrekkingen wel
durft eischen: een einddiploma H.B.S.
met 5-jarigen cursus. Dat is misschien
mal, 't moest anders zijn, maar wat kan ik,
de vader, zonder invloed zonder macht,
daaraan doen? Niets immers. En dus
als ik mijn kind zoo goed mogelijk wil
toerusten, dan moet het naar de H.B.S.
Kan het die niet afloopen in 5, dan maar
in 6, desnoods in 7 jaar. Als hij tenslotte
dat papiertje maar krijgt. Probeert u dan
maar, meneer, om den jongen klaar te
krijgen. Later zullen we weer zien
„Wat moet ik, onderwijzer van dien
jongen nu doen? Ik geloof, dat deze ou
ders, van hun standpunt, goeddeels gelijk
'hebben. En omdat de school toch in de
eerste plaats een instituut is voor de ou
ders en niet een inrichting van waaruit
weer een andere school „gemakkelijke"
leerlingen moet betrekken, daarom doe
ik, wat die ouders zoo graag willen. Ik
maak ze klaar; ik geef hun de grootst
mogelijke kans. En daarmee uit."
bood, om in de eerste dagen haar
leidsman te zijn, sloeg ze dit met een
zichtbaren schrik af.
Hij glimlachte weer bij zichzelf.
En terwijl hij daar zoo zat en haar
met dien zekeren, doordringenden
blik beschouwde, terwijl zijn neusvleu
gels trilden, streek hij met de blanke
hand over zijn blonden baard. Deze
hand viel Ebba evënzoo op als zijn
wonderlijk orgaan, waarmede hij da
delijk zijn hoorders vooor zich won. Ze
was lang en slank, die hand en opval
lend goed verzorgd. Hij pronkte er
mede, evenals met zijn orgaan. En Eb
ba bekroop een hevig verlangen, hem"
te toonen, hoe onuitstaanbaar zij hem
vond.
Maar bij het afscheidnemen kon zij
niet verhinderen, dat hij haar de hand
kuste. Hij deed het niet op de gewone
manier, maar met een veelzeggende
langzaamheid en een stevigen druk.
Beuthner en Fausta hadden slechts
een paar sigaretten gerookt, uit vrien
delijkheid tegenover Trude Edlessen,
die er volstrekt niet tegen kon.
Maar toch was het solon met een
blauwachtigen damp gevuld, welke
ook in het kamertje drong, waar Eb
ba slapen moest. Daar maakte Resi,
een flinke oudere vrouw, die een paar
zwarte vlechten op haar hoofd droeg,
nu het kleine bed gereed, terwijl
Fausta in het salon den rook met een
servet het open raam uit trachtte te
slaan.
Over de juist vertrokken gasten
maakte ze geen opmerkingen, ze vroeg
BINNENLAND.
VERKWISTING OP SCHOOLGEBIED.
De Raad van Bestuur der Nationale
Unie heeft een nota gericht aan den Mi
nister van Financiën, ten einde te wijzen
op de steeds voortgaande verkwisting van
openbare geldmiddelen, ook in gevallen,
waarin de wet de hoogere instanties het
recht geeft of de plicht oplegt, bezuini
gend in te grijpen. Als specimen behan
delt de nota de hangende schoolkwestie,
te Ootmarsum. In deze kleine gemeente
is de schuldenlast zoo zeer gestegen, dat
voor 19261927 de gemeentelijke inkom
stenbelasting 6 >6 bedroeg, plus het
maximum aantal opcenten door de wet
toegelaten. Anderzijds is de welvaart er
zoo gering, dat in deze zelfde termijn de
opbrengst van. 100 opcenten op de Rijks
inkomsten beneden de 450 bleef.
Instede van streng te bezuinigen, dreigt
een nieuwe verkwisting deze gemeente
thans financieel te gronde te richten. Het
plaatselijk kerkbestuur heeft op de ge
bruikelijke wijze aan den Raad om" me
dewerking verzocht tot oprichting van
een bijzondere school. Dientengevolge zal
op de bestaande openbare school te Oot
marsum in de toekomst nog slechts, een
24-tal leerlingen overblijven, terwijl in
Oud-Ootmarsum, Gemeente Denekamp,
op 5 Yi minuut gaans van de openbare
school te Ootmarsum eveneens een open
bare school op een zestal leerlingen na
ontvolkt wordt. De voor de hand liggen
de oplossing is natuurlijk, de combinatie
volgens een der regelingen bedeeld in
art. 19 sub 4 der L. O. W. van de beide
naburige scholen en de beschikbaarstel
ling van die te Ootmarsum voor de R.K.
bijzondere school: eene regeling, waar
mede het requesteerend kerkbestuur zich
bij voorbaat heeft vereenigd. Desniette
min besloot de gemeenteraad op%31 Mei
1927 een nieuwen school te bouwen, en
op 19 .Aug. d.a.v. om daartoe een leening
te sluiten. Wordt dit besluit uitgevoerd,
dan komen in de openbare scholen te
Ootmarsum, te Oud-Ootmarsum en te
Nutter in totaal 6 schoollokalen leeg te
staan, en wordt aan de gemeente Ootmar
sum een nieuwe volstrekt overbodige uit
gave van 48.000 opgelegd, waardoor de
schuld der gèmeente opnieuw met 30
wordt verhoogd en de financieele toe
stand hopeloos wordt.
De burgemeester van Ootmarsum heeft
bovenbedoeld besluit ter vernietiging aan
de Kroon voorgedragen; tot dusver is op
deze voordracht geen vernietiging ge
volgd en zelfs is de gebruikelijke schor
sing hangende het onderzoek achterwege
gebleven.
De nota vestigt er nu de aandacht op,
dat (geheel los van de beslissing der
Kroon op de voordracht tot vernietiging)
de Gedeputeerde Staten, krachtens arti
kel 12? sub. 3 L. W. wettelijk verplicht
zijn tot bezuinigend ingrijpen door de
overbodig geworden openbare school te
Ootmarsum op te heffen, na ingevolge
artikel 19 sub 5 L. O. W. de combinatie
van deze school met die te Oud-Ootmar
sum te hebben bevolen; welk betoog on
dersteund werd met een beroep op de
principieele K. B. van J Januari 1925 no.
2 en 2 November 19^5 no. 463, \.elk laat
ste door een zeer recent K. B. nogmaals
bevestigd is._
In verband met dit niet ingrijpen der
daartoe wettelijk verplichte en bevoegde
instanties wordt den Minister verzocht,
zijn invloed aan te wenden tot het alsnog
onmiddellijk schorsen van bedoeld Raads
besluit, ten einde den schijn van conni-
ventie der controleerende instanties met
deze verkwisting te vermijden, en te voor
komen, dat op de zaak verder worde ge-
praejudicieerd.
De nota zet verder uiteen, dat op deze
locale kwestie de aandacht wordt geves
tigd, omdat deze, naar het voorkomt,
symptomatische beteekenis heeft. Velen
in den lande, zoo wordt gezegd, hebben
het optreden van deze regeering toege
juicht, omdat, zij hoopten, dat een be
wind, dat los van de partijen zou staan,
met krachtige hand de teugels zou aan
leggen aan de verkwisting der openbare
geldmiddelen waaraan de vertegenwoor
digende organen zich herhaaldelijk schul-
Ebba ook niet, hoe ze haar bevielen,
en of de gesprekken haar belang in
boezemden. Ze scheen slechts vervuld
van de zorg, om voor Ebba een drage
lijk nachtkwartier gereed te maken,
en toen Ebba reeds op den divan, on
der het dekbed, in haar dunne witte
nachtjaponnetje huiverend neerlag,
kwam ze nog even binnen om te zien
of alles goed was. Ze droeg een wit,
wijd kleed,, dat met veel kant en lint
bezet was en dat ze slechts luchtig
met de linkerhand over de borst dicht
hield, terwijl de opgeheven rechter
hand een lamp droeg. Haar gelaat en
de witte hals waren hel Verlicht. Zij
zag er jeugdig, bijna meisjesachtig
uit.
Ebba verzekerde, dat zij goed lag,
ofschoon het haar toescheen, dat ze
links nog rechts beschut was voor de
koude.
En toen was ze eindelijk alleen en
kon zich in het geheel niet begrijpen,
dat ze daar lag, wat ze hier doen wil
de, en waarom ze hier naar toe geko
men was.
Ze staarde de kamer in. Ze was
slechts half donker, want van de
straat kwam het schijnsel van de daar
brandende electrische lantaarns. Als
een verlichte hoek stond 't venster in
den muur.
Zij zag echter Fausta voor zich, zoo
schoon, als zij haar zoo even versche
nen was. Wat haar te voren, in het
licht der werkelijkheid, in de tegen
woordigheid van anderen slechts als
een onwaarschijnlijk verhaal voorge
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 8 November 1927.
Het Handelsblad heeft een rubriek
„Den Bonten Winkel". In de bonte rij
van bonte berichten komt het bonte
van het leven soïns aardig aan het
licht.
Zoo las ik gisteren een berichtje
van den volgenden inhoud;
„Veel wordt geklaagd, en dikwijls
terecht. in het courantenbedrijf
weet men daarvan mee te praten
over menschen, die door hun wijdloo-
pig gepraat en gebrek aan zakelijk
heid anderen van hun werk afhouden.
In sommige bureaux ziet men dan
ook wel gedrukte wandteksten han
gen met iets &ls;
Zeg wat gij zeggen wilt,
Maar doe het kort en bondig,
Wie nood'loos and'rer tijd verspilt
die steelt, en dat is zondig.
In het Alg. Weekblad voor Chr, en
Cultuur", waarin deze kwestie ook
ter sprake gebracht is, vermeldt een
inzender het afweermiddel van een
Engelschen dominee: deze had een
wandtekst laten maken met de eer
ste woorden van Ps. 121 8; „De Heere
zal uwen uitgangbewaren".
Steeds droeg hij zorg, dat de stoel
van zijn bezoekers zoo 9tond, dat deze
voortdurend het oog op den wand-
tekst hadden.
Of dit middel geholpen heeft?
Nu heb ik altijd gedacht, dat een
dominee wel allerminst geroepen was
om de menschen zoo gauw mogelijk
weer weg te werken. Maar bovenal
van een dominee mag men verwach
ten, dat hij de Bijbelteksten goed ge
bruikt. Met den besten- wil van de we
reld kan ik hier van geen goed ge
bruik spreken.
Dominee maakt het mij hier al te
„bont'.
OBSERVATOR.
dig maken. Deze hoop blijkt echter ijdel.
De toestand is door het wegvallen van de
wederzijdsche verantwoordelijkheid van
Regeering en Regeeringsmeerderheid al
lerminst verbeterd. Bij schijnbare onaf
hankelijkheid van de Regeering ontstaat
geleidelijk een feitelijke slavernij aan de
verschillende belangengroepen achter de
van hun normale functies uitgesloten
partijen.
Dat blijkt onder meer uit de, bevreem
dende slapheid en traagheid waarmede
de centrale administratie hare wettelijke
verplichting tot bezuinigend ingrijpen o.a.
inzake de kosten van Nationaal Onder
wijs vervult. Deze gang van zaken recht
vaardigt, naar de meening der Nationale
Unie, het groeiend verlangen naar de for
matie eener nieuwe parlementaire meer
derheid, als voorwaarde voor een sterke
verantwoordelijke Nationale regeering.
HET SPOORWEGONGELUK BIJ
VOORSCHOTEN.
Naar aanleiding van het spoorweg
ongeluk bij Voorschoten, waarhij weg
werkers werden gedood, terwijl zij
aan den arbeid waren, schrijft v. H.
in „Het Weekblad", van de Ned. Ver.
van Spoor- en Tramwegpersoneel;
Er werd te Voorschoten met slechts
een motor gewerkt en de bedoeling
schijnt te zijn, er zijn er al meer
dere aangeschaft dezen arbeid ook
verder te mechaniseeren. Er zal dan,
als met meerdere motoren op be
trekkelijk korten afstand van elkaar
wordt gewerkt wil men de veilig
heid der betrokken arbeiders voldoen
de waarborgen, ook een andere, bete
re regeling voor het waken over hua
veiligheid in toepassing moeten wor
den gebracht.
Men zal den veiligheidsman moeten
voorzien van seinmiddelen, welke, wat
geluidssterkte betreft de motoren in
voldoende mate overtreffen of hem
van andere, voldoende zekerheid bie
dende seinmiddelen moeten voorzien.
Opdat voorkomen wordt, dat er meer-r
dere slachtoffers vallen bij de nieuwe
wijze van werken.
Intusschen zullen onze kameraden
van den weg wij9 doen, zoolang er
geen betere veiligheidsmaatregelen
worden getroffen, meer dan gewoon
lijk zelf voor eigen veiligheid te zor
gen.
komen was, als iets, wat men niet ge
looven kan, trad nu weer beangsti
gend voor haar. Hij had Fausta eens
lief gehad 1 Hoe begrijpelijk was dat!
En zou hij haar nu niet meer bemin
nen als hij zag, wat zij van zichzelf
gemaakt had. wie ze was? Smartelij
ke ijverzucht kwam weer opnieuw bij
haar boven. Het scheen haar onmoge
lijk, met en naast die vrouw te leven,'
die hem eens gekust had.
Ze trachtte zich die twee samen
voor te stellen. En ze gevoelde, dat het
slechte, onreine voorstellingen waren,
die haar ongelukkig maakten.
Een verterend verlangen naar zijn
stem, zijn liefdevolle, ernstige woor
den, zijn diepen, warmen blik, over
meesterde haar. Ze kon niet begrijpen,
dat ze eergisteren, nog, op' ditzelfde
nachtelijke uur, samen met hem op
een feest geweest was.
Aan de toekomst, aan een beroeps
keuze, aan de zorgvolle komende tij
den. dacht ze niet eens, In de scheme
ring zag ze op de planken van Faus-
ta's boekerij al de ruggen staan. Van
sommige, die het meest verlicht wa
ren, schitterden haar de gouden let
ters tegen. Dat herinnerde aan haar3
vaders studeerkamer.
Zij weende. En eindelijk sliep zij in.
Maar slechts om zwaar te droomen.
Alles wat ze heden beleefd had,
kwam terug, maar in dwaze, grillige,
onmogelijke vormen van een droom.
CWordt vervolgd).