CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
8s" JAARGANG DINSDAG 1 NOVEMBER 1927 NUMMER 2271
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 gStSjvK Aangesloten op het Streeknet Lisse
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per weekf 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Zondagsrust.
Het is bekend, dat in Roomsehe krin
gen vaak een slappe houding heerscht
tegen de ontheiliging van den dag
des Heeren. Wanneer onzerzijds op
krachtige maatregelen wordt aange
drongen, dan wordt niet steeds van
Roomsehe zijde dat gesteund. Rome
maakt onderscheid tusschen arbeid
met een godsdienstig doel, of altimns
niet strijdende tegen den godsdienst,
en arbeid, die ontheiligend is.
Daarom is het een verblijdend ver
schijnsel, dat in de „Osservatore Ro
mano", het officieel orgaan van den
Pauselijken Stoel te Rome, een arti
kel voorkomt, waarin de ltaliaansche
autoriteiten het gebod der Zondags-,
rust en der heiliging van de feestda
gen wordt voorgehouden, wat in Italië
bijzonder noodig is. Want ofschoon of
ficieel zoo wordt gezegd de Zon
dagsrust werd ingevoerd, ziet men
toch eiken Zondagmorgen een groot
aantal arbeiders aan bouwwerken, op
wegen en in de huizen aan het werk.
De Zondagsarbeid is in Italië te zeer
ingeburgerd, dan dat men hem zoo
snel weer kan afschaffen.
Een bouwmaatschappij heeft thans
het voorstel harer werklieden aange
nomen dat er, om spoedig een groot
aantal huizen voor een instelling van
algemeen nut te kunnen bouwen, ook
eiken Zon- en feestdag, tenminste des
morgens zal gewerkt worden.
De directie dezer bouwmaatschappij
noemt het voorstel der arbeiders bij
zonder sympathiek en nutig en zegt,
dat het duidelijk toont, hoe ook de ar
beidersklasse in het nieuwe Italië er
zich van bewust is dat men, om ver
der te komen, ook meer moet arbei
den.
Bovendien wordt door de directie
betoogt, dat alle Italianen steeds meer
aan Mussolini's onvermoeibare werk
kracht een voorbeeld moeten nemen.
Tegenover deze opvatting wordt in
het artikel in de „Osservatore Roftia-
no" stelling genomen en met zeer
krachtige woorden wordt de heilig
heid van den Zondag nog eens in her
innering gebracht. Gezegd wordt, dat
het hier gaat om één der eerste ge
boden Gods en bovendien om niets
minder dan om de moreele en ook
physieke gezondheid van het arbei
dende volk.
Moge ook van Roomsehe ^ijde hier
mede een krachtige actie worden aan
gevangen.
Onzerzijds staan wij dan schouder
aan schouder met Rome om te ver
dedigen een der eerste geboden Gods,
in welks onderhouding een moreele
en physieke zegen voor ons volk ligt.
STADSNIEUWS.
LUTHER-AVOND.
Gisteravond sprak in de groote zaai
van het Nutsgebouw voor de Gerei.
Jeugdraad Ds. J. C. Hullmann,
Geref. predikant te Utrecht, ovér: Het
gevonden Boek".
De voorzitter, de heer A. Boekkooi,
opende de vergadering.liet zingen Ps.
75 1, ging voor in gebed en gaf daar
na het woord aan Mej, Smink. tot hei
zingen van een lied „Frühlingsglaube'*
van Schubert. Zij werd op de piano
begeleid door Mej. Verkuyl.
Vervolgens hield Ds. Rullmann zijn
lezing.
Spr. begon met op te merken, dat
de titel zijner rede is ontleend aan
een gebeurtenis uit het 18de regee-
ringsjaar van den koning Josia. De
hoogepriester Hilkia vond in de schat
kist een heilige rol; waarschijnlijk
was dit het Boek der Verbonds uit
Deuteronomium 29. Deze vondst gaf
den stoot tot meer doortastende refor
matorische maatregelen van Josia.
Ook Luther vond den Bijbel terug
onder het stof der vergetelheid be
dolven. Daarom wilde spr. de Hervor
ming herdenken door stil te staan bij
de reformatie door het wedervinden
van het Woord Gods, le in Luthers
tijd, 2e in onzen tijd.
Luther vond, als bij toeval, in de
Universiteitsbibliotheek te Erfurt een
Latijnschen Bijbel, die aan een ketting
gebonden was. Dit laatste was niets
bijzonders; bet was destijds gewoonte
in de bibliotheken boeken aan een
ijzeren ketting te binden om ze tegen
diefstal te beschermen. Het eerste wat
Luther in den Bijbel las was de ge
schiedenis van Samuël.
Later, toen Luther in het klooster
trad, was het eerste geschenk dat hij
ontving de hem door den prior ge
schonken in rood marokkijn gebonden
Bijbel, dien hij overeenkomstig de
kloosterregels aandachtig lezen en
ijverig bestudeeren moest. Aldus
kwam Luther tot de overtuiging, dat
de mensch gerechtvaardigd wordt
door het geloof alleen.
De aanleiding tot de reformatie was
den aflaathandel, doch de kracht der
reformatie was de waarheid der vrije
genade Gods. onvereenigbaar met de
Roomsehe leer. Met een beroep op het
gezag der Heilige Schrift heeft Lu
ther de leeringen, die geboden vau
menschen zijn, verworpen.
Luthers leer vond spoedig ingang
in de Nederlanden; de eerste bloedge
tuigen waren Hendrik van Essen en
Johannes Voes, die op 1 Juli 1523 op
de Groote Markt te Brussel werden
verbrand.
Wie een Bijbel las, niet goedgekeurd
door de Roomsehe kerk, stond bloot
aan allerlei vervolgingen; 't was ver
boden lectuur.
De drukker Liesveldt te Antwerpen
werd om het drukken van den Bijbel
onthoofd; en het was deze Liesveldt-
schen Bijbel, dien onze vaderen lazen.
Zoo was de reformatie in de 16de
eeuw teruggaan van den Paus en de
Kerkvaders tot de Heilige Schrift, van
liet menschenwoord tot 't Godswoord.
De Protestantsche volken in onzen
tijd loopen evenwel gevaar, die Schrift
weer te verliezen. Er wordt in onzen
tijd veel en velerlei gelezen, doch wei
nig wordt de Bijbel biddend onder
zocht. De openbare scholen hebben
ons volk niet alleen ontkerstend, maar
ook ontbijbeld; ons volk kent den Bij
bel niet meer. Helaas neemt, in weer
wil van onze Chr. scholen, ook in on
ze Chr. kringen, de kennis der Schrift
eer af dan toe. Die poovere Bijbelken
nis verlamt onze prediking, zegt spr.;
want de bediening des Woords veron
derstelt kennis van dat Woord. Ook
is het gewenscht, dat de kerkgangers
een heelen Bijbel, Oud- en Nieuw Tes
tament, bij zich hebben. Daarom roept
een goede herdenking der Kerkhervor
ming ons toe; terug tot het Woord
Gods.
Spr. eindigde met de aanwezigen op
te wekken dien Bijbel biddend te on
derzoeken, dan zullen we iets kennen
van den geloofsmoed van Luther.
Op verzoek van spr. werd hierna 't
eerste couplet van het Lutherlied ge
zongen.
De voorzitter dankte den spr. voor
zijn schoone rede en gaf daarna het
woord aan Mej. Smink tot het zingen
van „Bist du bei mir" van Bach.
Nadat de voorzitter nog een kort
slotwoord gesproken had, waarin hij
den wensch uitsprak, dat de weldra te
houden Calvijn-avond beter mocht be
zocht zijn dan deze samenkomst, werd
gezongen Ps. 89 7, waarna Ds. Rull
mann in dankgebed voorging.
WIJDINGS-ZANGDIENST.
Gisteravond werd in de Hoogland-
sche kerk in verband met de herden
king der Kerkhervorming" een wij-
dings-zangdienst gehouden, die onder
leiding stond van Dr. J. Riemens.
De samenkomst werd geopend met
het zingen van Gezang 3:1 en 2,
waarna Dr. Riemens voorging in ge
bed. Door het kerkkoor „Ex Animo"
werden Gezang 264 (Het Lutherlied)
alsmede verschillende andere liederen
op keurige wijze ten gehoore gebracht
De zang werd op het orgel begeleid
door den heer Henri Welboren, die dit
eveneens zeer verdienstelijk deed.
Ds. J. W. Groot Enzerink zette in
een kernachtige rede de beteekenis
der reformatie uiteen.
De flink bezochte samenkomst werd
besloten met het gezamenlijk zingen
van Psalm 72 11.
OPEN VENSTERS IN SPOORWEG
RIJTUIGEN.
Wie veel reist, weet, dat er onder de
reizigers herhaaldelijk kwestie ont
staat over het al of niet gesloten zijn
van de vensters in de spoorwegrijtui-
gen. De opvattingen, die hieromtrent
onder het reizend publiek bestaan, loo
pen nogal eens uiteen. Er zijn er, die
van oordeel zijn, dat op verlangen van
een der reizigers de vensters gesloten
moeten zijn. Anderen meenen, dat de
meerderheid der reizigers in de cou
pé heeft te beslissen. Weer anderen
meenen, dat er steeds een raampje
open moet zijn, als een der reizigers
dit verlangt, enzoovoorts,
Is het méeningsverschil. over het al
of niet geopend mogen zijn der ven
sters niet te overbruggen, dan wordt
meestal de hulp van den treinconduc
teur ingeroepen, die dan in den regel,
teneinde van de moeilijkheden af te
zijn, als zijn meening te kennen
geeft, dat 't door het geopende ven
ster tocht en dan ordonneert, dat a'le
raampjes gesloten moeten zijn .waar
bij hij dan tevens de daad bij hei
woord voegt.
Nu, door de invoering van het elec-
trisch treinverkeer de spoorwegrijtui-
gen uit twee of drie compartimenten
bestaan, is het netelige vraagstuk van
het al of niet gesloten zijn der vet.-
sters in een nieuw stadium getreden.
Het schijnt in deze rijtuigen nogal
eens te „tochten". Ook de directie der
Ned. Spoorwegen schijnt tot die con
clusie te zijn gekomen en nu heeft zij
met betrekking tot de electrische trei
nen de volgende dienstorder uitgevaar
digd:
„De groote vensterruiten mogen
slechts geopend zijn, indien geen der
reizigers in de betrokken af deeling
zich daartegen verzet.
De boven de vensters aanwezige
draaibare luikjes mogen, indien één
der reizigers in de betrokken afdee-
ling dit verlangt, geopend zijn in de
richting naar achteren van de bewe
ging van den trein.
Indien één of meer reizigers dit ver-
lapgen, mag het achterste zijraam van
het achterbalcon aan de niet wind-
zijde geopend worden".
Practisch zal deze dienstorder nu
hierop neerkomen, dat voortaan geen
enkele vensterruit in de electrische
treinen meer geopend zal kunnen zijn.
Immers, de veronderstelling is niet
gewaagd, dat, nu de compartimenten
zooveel grooter zijn dan in de rijtui
gen van de stoomtreinen ,en zij dus
veel meer reizigers zullen bev.atten, er
altijd wel één reiziger zal zijn. die zich
tegen het geopend zijn van een der
vensterruiten verfeet. Wat dit zeggen
wil in het midden van den zomer of
in een afdeeling, waar gerookt wordt,
laat zich gemakkelijk denken.
De vraag rijst echter, of de directie
der spoorwegen wel het recht heeft,
deze dienstorder te doen uitvoeren en,
doet de directie dit toch, of een reizi
ger kan eischen, dat de vensters aan
één zijde geopend zijn,
Ter beantwoording hiervan behoeft
mep er slechts op te wijzen, dat er nog
zoo iets als een „Algemeen Reglement
voor het vervoer op de Spoorwegen"
bestaat, om te doen zien, dat met de
ze dienstorder de directie der spoor
wegen lijnrecht in strijd handelt met
dit Algemeen Reglement en dat. in
dien ook maar een der reizigers dit
verlangt, de vensters, mits niet aan
de windzijde, geopend moeten zijn.
Was de desbetreffende bepaling in
het Algemeen Vervoerreglement meer
algemeen onder het publiek en het
treinpersoneel bekend, twistvragen
met al den aankleve van dien over het
al of niet geopend zijn der vensters,
zouden zich wellicht nooit hebben
voorgedaan.
In dit Algemeen Reglement op het
Vervoer, dat dateert van 1901, en be
hoort bij het Kon. Besluit van 4 Jan.
1901, Staatsblad No. 20. staat in art.
11 sub 11„De vensters moeten (wij
spatiëeren) wanneer één of meer rei
zigers dit verlangen, aan de windzijde
gesloten zijn".
Men ziet dus. de wet, in het alge
meen Vervoerreglement, bepaalt juist
het tegendeel van hetgeen de directie
thans per dienstorder heeft gemeend
te moeten voorstellen. En dit regle
ment is er nu eenmaal, voor de direc
tie om te worden toegepast, en voor de
reizigers om er. voor zoover noodig,
rechten aan te kunnen ontleenen.
In ieder geval mist de directie de be
voegdheid, om een bepaling in dit
reglement zoo maar op zij te zetten.
Minister Lely. onder wien dit Regle
ment tot stand is gekomen, schijnt de
meenning te zijn toegedaan, dat toe
voer van voldoende frissche lucht in
spoorwegrijtuigen, waar menschen van
allerlei slag samenzijn, beter is voor
de gezondheid dan een bedorven at
mosfeer. welke kan ontstaan, wan
neer afvoer van bedorven en voldoen
de toevoer van frissche lucht onmoge
lijk wordt gemaakt. Dit mag tenmin
ste op grond van art. 11 sub 11 worden
aangenomen.
De directie der spoorwegen schijnt
er een andere meening op na te hou
den.
Wie het in dezen het meest bij het
rechte eind heeft, minister Lely óf de
directie der Spoorwegen, kan voorloo-
pig buiten beschouwing blijven.
Vast staat, echter, dat de thans uit
gevaardigde dienstorder in strijd is
met de wettelijke voorschriften en
daarom van tweeën één: óf art. 11 sub
11 van het A. R. V. moet worden ge
wijzigd in overeenstemming met deze
dienstorder, óf de rijtuigen der elec
trische treinen moeten zoo worden in
gericht, dat de tot den nieuwen dienst
order aanleiding gegeven hebbende be
zwaren zich niet meer voordoen.
VEREENIGING VOOR
KINDERGENEESKUNDE.
In de afdeeling kinderkliniek van
het Nieuw Academisch Ziekenhuis al
hier zal 20 November a.s. onder lei
ding van Prof. Dr. E. Gorter de na
jaarsvergadering gehouden worden
van de Vereeniging voor kindergenees
kunde
LEIDSCHE SPAARBANK.
Bij de Leidsche Spaarbank is in de
maand October ingelegd f 363.745.43,
en terugbetaald 303.067,50, terwijl 95
nieuwe inleggers zijn ingeschreven en
60 boekjes geheel werden uitbetaald
Het tegoed der 16.202 inleggers be
droeg einde October 6.518.170,37.
LEIDSCH C. J. M. V. KAMPEN.
Zaterdagavond om half acht stroom
de een groote schare op Oud-Hortus-
zicht toe. Onder luid gejuich ontmoet
ten meer dan 90 jongens en leiders el
kaar om de jaarlijksche reünie te vie
ren.
Om kwart voor acht opende de
voorzitter met een kort woord den
avond. Het werd gevolgd door enkele
nummers voor viool en piano.
Hierna sprak Dr. D. K. Wielenga de
hoofdofficier van het eerste Noordwij-
kerhoutkamp.
Op geestige, maar ernstsgo
wees hij op de plichten, die het, oud
kampers chap" met zich meebrengt.
Na de boeiende toespraak werd een
pauze gehouden, waarin onder het zin
gen van kampliederen de magen wer
den gevuld.
In den na-avond werden door eeni-
ge kampers een paar geestige stukjes
ten tooneele gebracht, die een enorm
applaus oogstten.
Een en ander werd afgewisseld door
muziek en zang.
De hoofdofficier van het tweede
Noordwijkerkamp, de heer Janssen,
eindigde dezen welgeslaagden avond
met een kort. maar krachtig woord,
waarna men huiswaarts toog, in de
hoop elkaar spoedig weer op de kamp
kringen terug te zien.
BEGROOTING 1928 RIJNLAND.
Vanaf heden tot en met 13 Novem
ber ligt de begi'ooting voor het dienst
jaar 1928 van 't Hoogheemraadschap
Kijnland op de secretarie van hei
Hoogheemraadschap ter visie.
Zij geeft in hoofdcijfers de volgende
bedragen aan:
Uitgaven. Hoofdstuk 1 (Huish. be
stuur) 95420; Hoofdstuk II: (Openba
re Werken) 392,654; Hoofdstuk III:
(Bijz. Eigendommen) 6530; Hoofd
stuk IV: (Waarnemingen en toezicht)
ƒ5420; Hoofdstuk V (Uiig. in de vorige
hoofdst. niet begrepen) 58975,50;
Hoofdstuk VI (Buitengewone uitga-
35972,53; Hoofdstuk VI (Gewone
ziene uitgaven) 25.026,04 lA. Totaal
833.535,54 V*.
Ontvangsten. Hoofdstuk I (Ontvang
sten v. vroegere diensten) 155.432,60;
Hoofdstuk II (Bezittingen) 56.022,06;
Hoofdstuk III (Opbrengst sluizen en
bruggen) 16.100; Hoofdstuk IV (Op
brengst omslagen over landen in Rijn
land) 345.001.39; Hoofdstuk V (Ink.
wegens bemaling van landen buiten
Rijnland of andere door Rijnland be
wezen diensten) 21.906,46
35972Ü3; Hoofdstuk VII (Buitengew.
ontv.) 3597.53; Hoofdst. VII (Buiten-
gew. ontvangsten) J 203.100. Totaal
833.535.54 Yi.
DE LEIDSCHE WINKELSTAND.
Zooals uit een advertentie in ons
nummer van gisteren blijkt, is de be
kende zaak van de Fa N. F. G. Poptie,
Haarlemmerstraat 115, overgenomen
door den heer W. F. Poptie N. F. Gz.
Deze laatste dreef in perceel Oude
Rijn 28 een gramophoonhandel.
Deze zaak is thans overgeplaatst en
gecombineerd met den meubelhandel.
De heropening van deze gecombi
neerde zaak, die gedreven wordt on
der den naam; Poptie's Meubel- en
Gramophoonhandel heeft heden plaats
gehad.
De zaak is echter alleen in dit
opzicht veranderd. Het is nog dezelf
de ruime, mooie winkel van voorheen
waar men thans buiten de overweldi
gende sorteering meubelen ook aan
treft een dito sorteering gramophoons
pathéfoons, enz. waaronder vele van
eigen fabrikaat, zooals trouwens ook
de meubelen.
Een apart salon is ingericht voor
toon- en gehoorkamer voor gramo
phoons, waar men. ver van het straat
rumoer, rustig de kwaliteiten van de
verschillende instrumenten kan be-
oordeelen.
We wenschen den heer Poptie veel
succes met deze combinatie.
FIETSRIJDERS OPGEPAST!
We herinneren er onze lezers aan,
dat ingevolge de heden in werking
getreden nie«:we Motor- en Rijwiel-
wet, alle rijwielen aan de achterzijde
moeten voorzien zijn van een reflec
tor, die de lichtstralen rood weer
kaatst.
Door de politie is aangehouden de
gesignaleerde A. 0„ nachtverblijver,
die nog 15.of 15 dagen te goed had.
v. Z. heeft aangifte gedaan na
mens de fa. T. en D., dat ten nadeele
van deze firma 4 M. looden pijp is
ontvreemd.
Bij de politie zijn inlichtingen te
verkrijgen omtrent een jongen, zwar
ten hond. die sinds Zondagavond in
bewaring genomen is.
De politie waarschuwt tegen een
persoon, die er werk van schijnt te
maken onder valsche voorwendsels
geld los ie krijgen, vooral van kekelij-
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/> cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Belangrijkste nieuws in dit NummEr.
Binnenland.
De 10.000ste arbeider bij Philips.
Buitenland.
Sovjet-Rusland wenscht deel te ne
men aan de ontwapeningsconferentie
te Gsnève.
Nieuw meeningsverschil op de in-
en uitvoerconferentie.
Politieke rede van Dr. Marx.
■aBBnBBSDBBMHBnnBBHESZSa
ke personen. De man is te lui om ie
werken en vertoont bij degenen, die
hij bezoekt, een brief van zijn moeder
waarin het medelijden met haar zoon
wordt opgewekt.
BINNENLAND.
DE FEESTELIJKHEDEN BIJ PHILIPS.
De 10.000ste arbeider.
Gisterenmiddag te ongeveer 12 uur
weerklonk plotseling het onheilspellend
geluid van de geweldige brandsiren.es der
Philips fabrieken over Eindhoven en om
geving. De Eindhovenaren wisten eclirer,
dat zij ditmaal geen onheil verkondigden
doch integendeel een heuglijk feit in ont
wikkeling van deze Kindhoven zoo nauw
verwante fabrieken. Men zag dan ook
kort daarop de vlaggen in top gaan; het
was het historische oogenblik, dat ie
tienduizendste der Philips' beambten en
werklieden, de fabrieksarbeider B. Cle
ment bij de Philips fabrieken in dienst
trad. Toen deze de fabriekspoort binnen
kwam, werd hij door den heer A. Philips
in het bijzijn van den Philips staf onder
het klinken van fanfares der Philips har
monie gelukgewenscht, waarna de. heer
Philips hem een enveloppe met inhoud
overhandigde.
In de commissariskamer nam de heer
Philips de gelukwenschen in ontvangst
van den beer C. J. Ph. Zaalberg, direc
teur-generaal van den Arbeid, die bege
leid door den heer C. Donker, hoofdin
specteur van den Arbeid te Maastricht,
namens den Minister van Arbeid, den
heer Philips feliciteerde met dit histo
rische feit. De heer Zaalberg wees er o.a.
op. dat wat hier tot stand is gebracht en
wordt voortgezet te danken is aan zeld
zame bekwaamheid aan werk- en wils
kracht, waardoor een geheel is ontstaan,
waarin harmonische samenwerking be
staat tusschen wetenschap en techniek,
commercieel e en bedrijfs-technische lei
ding en hij bracht buide aan den Philips
staf, wiens leden hij de kapiteins noem
de van de vele schepen der vloot, die de
admiraalsvlag van Bestevaer Philips
voert. -Verder prees hij hetgeen door de
Philips fabrieken op sociaal gebied en in
het bijzonder ook door mevrouw Philips
was verricht en wees er tenslotte op, hoe
de Philips fabrieken ons land een eere
plaats hebben helpen verschaffen in de
rij der industrie-staten, tot heil van ge
heel ons volk.
De heer Philips verzocht den heer Zaal
berg den Minister van Arbeid zijn dank
te willen overbrengen en voegde hieraan
toe, dat vooral het feit, dat de Fransehe
invoerrechten voor de Philips producten
niet, zooals aanvankelijk gevreesd was,
verhoogd werden, er zeer toe hebben bij
gedragen, dat het aantal arbeiders te
Eindhoven zooveel kon worden uitge
breid.
Tevens werd de heer Philips geluk ge
wenscht door B. en tW. van Eindhoven,
die hem bij deze gelegenheid mededeel
den, dat het gemeentebestuur hem in ver
band met het succes van den kortegolf-
zender een gedenkpenning alsook het eer
ste exemplaar van de Eindhovensclie ge-
meentevlag toebedacht heeft. De burge
meester sprak verder zijn bewondering
uit voor de vasthoudendheid en de geest
kracht, die de grondslagen vormen van
den grooten bloei der Philips fabrieken.
De heer Philips dankte den burgemees
ter voor zijn hartelijke gelukwenschen en
hoopte ook verder op de zelfde aangena
me W'jze met hem te kunnen samenwer
ken.
Nadat ook het bestuur van de Kamer
van Koophandel den heer Philips geluk
gewenscht had, sprak mr. II. F. van Wal-
sem, secretaris van de N.V. Philips Gloei
lampenfabrieken namens den staf en ken
schetste in geestige bewoordingen de lei
ding van den heer A. F. Philips, waarna
deze door de aanwezigen werd toege
juicht.
De ontwikkeling der Phllips-fabrieken.
Ter gelegenheid van dit heugelijk feit
heeft de heer A. F. Philips gisteravond
voor de microfoon van den Philips-zender
een rede gehouden, die ook door Hilver
sum werd uitgezonden. Wij ontleenen
hieraan de volgende interessante bijzon
derheden, over de ontwikkeling der Phi
lips fabrieken.
In 1897, aldus spreker, werd de firma
Philips Co. opgericht door mijn vader,