NIEUWE LEIDSCHE COURANT
MAANDAG 31 OCT. 1927
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
DE KONINKLIJKE FAMILIE.
De Koninklijke Familie met de hof
houding vertrekt 17 November a.s.
van Het Loo naar Den Haag voor haar
winterverblijf aldaar.
Z. K. H. Prins Hendrik vertrok
gisteravond per trein van 8.53 uur
voor ongeveer drie weken naar Meck
lenburg.
DE GEMEENTESECRETARIS VAN
HEEMSTEDE.
De gemeenteraad van Heemstede
verleende op zijn verzoek, eervol ont
slag als gemeentesecretaris aan den
heer A. A. Swolfs, tevens als ambte
naar van den Burgerlijken Stand en
rentmeester van het grondbedrijf.
Ket ontslag, ingaande '1 Jan. 1928,
werd verleend op de meest eervolle
wijze en onder dankbetuiging voor de
vele en gewichtige diensten, aan de
gemeente bev^ezeru Warme woorden
van hulde werden aan den aftreden
den functionaris gewijd door den
voorzitter van den Raad, burgemees
ter Jhr. J. W. A. van Doorn. Steeds
stond de heer Swolfs klaar voor ieder.
Zijn hulpvaardigdheid, voorbeeldige
plichtsbetrachting, zijn opofferingsge
zindheid, gepaard aan gedegen we
tenschap in de gemeenteadministratie
heeft hem voor de gemeente van on
schatbare waarde gemaakt. Hij kende
Heemstede in al zijn geledingen en
behoeften.
De heer Swolfs dankte voor de ge
brachte hulde.
DE DIRECTEUR VAN DE GAS
FABRIEK T~ UTRECHT.
B. en W. van Utrecht hebben aan
den heer J. F. Bruinwold Riedel, di
recteur der gemeentelijke gasfabriek
aldaar, medegedeeld, dat zij voorne
mens zijn, den gemeenteraad voor te
stellen, hem, ingaande 1 November
1927, oneervol ontslag te verleenen,
doch alvorens daartoe over te gaan.
hem krachtens het Ambtenarenregle
ment in de gelegenheid te stellen, een
beroep te dQen op de commissie van
advies voor ambtenaarszaken.
Vermoedelijk zal deze aangelegen
heid te zijner tijd in geheime raads
zitting worden behandeld.
HET ROEKELOOS RIJDEN OP DEN
OPENBAREN WEG.
De drie centrale landbouworgani
saties (het Kon. Nederl. Landbouw-
Comité, de R.-K. Boeren- en Tuinders
bond en de Chr. Boeren- en Tuinders-
bond in Nederland) hebben bij den
Minister erop aangedrongen te over
wegen, op welke wijze het roekeloos
rijden op den openbaren weg ware te
voorkomen, althans zooveel mogelijk
binnen de perken te houden. Vooral
de bevolking van het platteland en die
der kleine steden zou, volgens adres-
santen* lijSen onder het toenemend
gebruik van motorrijwielen en auto
mobielen met de daaruit voortvloeien
de onveiligheid op den openbaren weg
De Minister heeft op dit adres ge
antwoord, dat het hem aanleiding
heeft gegeven, ter zake het oordeel
en advies in te winnen van de procu-
reürs—generaal bij de gerechtshoven
fungeerende directeuren van politie.
Deze zijn het allen er over eens, aldus
de Minister, dat tegen het roekeloos
rijden van automobielisten met de
noodige gestrengheid door de justitie
wordt opgetreden; talrijke processen-
verbaal worden terzake opgemaakt en
de rechter legt als regel vrij strenge
straffen op. De Minister krijgt dan
ook allerminst den indruk, dat in de
ze gebrek aan medewerking van de
politie en justitie bestaat; dat ten
slotte niet bij iedere overtreding
iemand aanwezig is om proces-ver
baal op te maken of dat geen voldoen
de getuigen aanwezig zijn, die de fei
ten goed in zich opgenomen hebben
of dat geen aangifte gedaan wordt.
De succesvolle terugkomst van Luitenant Koppen op het vliegveld Schiphol te Amsterdam. Luit.
KoppenJ overhandigt de Indische post aan de postautoriteiten bij het verlaten van zijn vliegtuig „De
Postduif". V. 1. n. r.: 1. De heer van Beers, Hoofd-directeur P. T. T. te Amsterdam; 2. dè heer Ir.
Damme, Directeur-Generaal P. T. T.; 3. Luitenant Koppen; 4 en 5 de heeren Frijns en Elleman,
tochtgenooten der Indische vlucht.
zijn omstandigheden, waaraan uiter
aard wel niet veel te doen zal zijn;
bij vervolging worden echter de opge
legde straffen algemeen voldoende
streng geacht. De Minister acht voor-
loopig dan ook op grond van de hem
ten dienste staande gegevens geen ter
men aanwezig, een aanschrijving te
doen uitgaan aan de parketten of an
derszins eenigen maatregel te treffen.
Anderzijds mag de minister niet
verhelen, dat de verschillende ambts
berichten er op wijzen, dat de platte
landsbevolking zelf dikwijls mede
schuldig is aan verkeersongevallen,
doordat deze bevolking zich zeer wei
nig stoort aan de verkeersvoorschrif-
ten, speciaal buiten de bebouwde
kommen, waar geen of weinig politie
toezicht is. Dat dit oordeel in het al
gemeen, ook door anderen- gedeeld
wordt, moge bijv. blijken, aldus
schrijft de Min., uit een stuk in de
Nieuwe Rotterdamsche Crt. Avondbl.
E. van Zaterdag 10 September 1.1.
onder het hoofd: De toestand op onze
wegen. Mogelijk zoude voor de land-
bouwvereenigingen een nuttige taak
weggelegd kunnen zijn, door harer
zijds mede te werken, om het in acht
nemen der verkeersregelen door de
plattelandsbevolking te bevorderen.
DE NIEUWE HOOFDREDACTEUR
VAN „HET VOLK".
Zooals bekenid, heeft het bestuur
der S.D.A.P. onlangs besloten den
heer v. d. Veen, directeur en hoofdre
dacteur van „De Voorwaarts" ook tot
directeur van „Het Vólk" te benoemen
en aan het congres voor te stellen hem
tevens de tèchnische hoofdredactie
van „Het Volk" op te dragen.
Naar aanleiding hiervan werd in de
Woenisagdavond gehouden jaarverga
dering der afdeeling Amsterdam IV
met algemeene stemmen een motie
aangenomen, waarin gezegd wordt,
dat „uit door v. d. Veen inmiddels
aangekondigde maatregelen blijkt,
dat hij voornemens is, met 1 Januari
a.s. ook de laatste functie (aan „Het
Volk") te aanvaarden, terwijl niet be
kend is, dat vóórdien een partijcon
gres in de gelegenheid zal zijn, het
partijbestuursvoorstel te overwegen.
De afdeeling constateert, dat de be
noeming van een eventueelen tweeden
hoofdredacteur van „Het Volk" ^e
taak is van het congres. Het congres
heeft in 1925 zich met nadruk deze
bevoegdheid voorbehouden.
De gelegenheid, thans aan het con
gres gegeven, om een door het partij
bestuur gedane benoeming achteraf
goed te keuren, maakt de bevoegdheid
van het congres tot een. bespotting.
Deze overweging brengt de afdee
ling er toe, het partijbestuur te ver
zoeken, zijn besluit omtrent de be,-
noeming van Van der Veen tot direc
teur-hoofdredacteur van „Het Volk",
niet uit te voeren, tot de partij gele
genheid zal hebben gehad, zich daar
over uit te spreken..
Naar aanleiding van een gedach-
tenwisseling tusschen „Volk" en
„Voorwaarts" over deze benoeming
schrijven v. d. Lende er. Stenhuis in
eerstgenoemd blad:
Van der Veen heeft voor zichzelf en
de „Voorwaarts" uitgemaakt, dat er
een aantal personen in onze beweging
zijn, die in feite vijanden der beweging
zijn, en hij snoert ze, zooveel hij kan,
den mond.
Wordt hij hoofdredacteur van „Het
Volk", hij zal het niet anders doen.
Een reden te meer voor allen, die
meenen, dat de tijd van ketterjagerij
en inquisitie tot den volmaakt verle
den tijd behoort en dient te blijven be-
hooren, er aan vast te houden, dat
geen maatregelen terzake wisseling
in de redactie vhn ';,Het Volk" worden
genomèii, alvorens een partijcongres
zich over voorstellen dienaangaande
kan uitspreken.
Waarbij de Volk-redactie het vol
gende opmerkt:
De inzenders trekken een te ver
gaande conclusie. De bedoeling is,
dat v. d. Veen technisch hoofdredac
teur zal Wórden. De vraag der vrijheid
van meeningsuiting in onze pers is
ook een poljtiëke vraag, waarover de
politiekè hoofdredacteur zeker mede
zeggenschap zou hebben.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Dokjium, W. G. Red-
dingius te Westzaau. Te Wilnis bij Kam
pen, C. Vlasblom, te Driesum. Te Parrega,
W. Okken te Urk.
GEREF. GEM.
Tweetal: Te Tholen, G. H. Kersten,
te Rotterdam, en H. Kieviet, te Veenen-
daal.
DS. J. BüS.
Ds. J. Bus, Ned. Herv. predikant te Op-
heusden, zal wegens gezondheidsredenen
met ingang, van 1 December a.s. emeri
taat aanvragen.
DS. B. B. v. d. HOORN.
Gisteren vierde Ds. -B. B. v. d. Hoorn,
em. predikant van de Geref. Kerk van
Domburg, thans wonende te Bussum, zijn
gouden ambtsjubileum.
De 'jubilaris werd in 1853 geboren. Hij
ontving zijn opleiding aan de Theologi
sche school te Kampen en werd in 1877
candidaat, om 31 Oct. van dat jaar bij de
Christ. Geref. kerk van Oostzaan en te
Nieuwendam het predikambt te aanvaar
den. In 1881 vertrok de jubilaris naar
Dussen, om 6 Dec. 1885 te Domburg den
herdersstaf op te nemen. 82 jaar mocht hij
deze kerk dienen. 1 Nov. 1917 ontving de
jubilaris na 40-jarige ambtsbediening eer
vol emeritaat en vestigde zich metter
woon te Bussum.
DS. A. H. v. MINNEN.
Heden herdenkt Ds. A. H. v. Minnen,
Geref. predikant te 's-Gravenzande, den
dag waarop hij zich voor 30 aar aan deze
gemeente verbond. Tevoren diende hij 5
jaar de kerk van Zaamslag.
KERKELIJKE VERKIEZINGEN.
Aan de verkiezing van gemachtigden
in het Kiescollege der Ned. Herv. Gemeen
te te Almelo, zal in Nov. a.s. door de vrij
zinnigen niet worden deelgenomen.
INGEBRUIKNEMING NIEUW
KERKGEBOUW.
Donderdagavond werd het tweede kerk
gebouw van de Geref. kerk te De Bilt, aan
de Julianalaan te Bilthoven, in gebruik
genomen. Ds. G. v. d. Zanden, pastor loei,
leidde dezen eersten dienst en bepaalde
zijn gehoor bij Openb. 21 22 en 23; Behal
ve door afgevaardigden van genabuürde
kerken werd deze plechtigheid door B.
en W. van de Bilt bijgewoond.
KERKBOUW.
Naar we vernemen zal de nieuwe Ge
ref kerk te Voorthuizen ongeveer 1 Dec.
a.s. in gebruik worden genomen.
EEN NATIONALE CHINEESCHE KERK.
Amerikaansche kerkelijke bladen bevat
ten het bericht dat 120.000 Chineesche
Christenen zich tot een nationale Chinee
sche kerk vereenigd hebben.
Op een vergadering te Sjanghai gehou
den, hebben de afgevaardigden van de
Presbyteriaansche en Congregationalisti-
sche kerken besloten, de kerken te ver
eenigen in een nationale kerk, welke den
naam zal dragen van „Kerk van Christus
in China". De buitelandsche zedelingen
zullen nog als adviseurs toegelaten wor
den, voorzoover men dit wenscht, maar
het bestuur van de kerk en de eigendom
men der kerk zullen buiten hun zeggen
schap staan. De twee genoemde kerken
groepen tellen ongeveer 120.000 leden, dat
is een derde deel van al de Protestanten
in China". De buitenlandsche zendelingen
meest Baptisten en Methodisten, zich al
spoedig bij de nationale kerk zullen aan
sluiten.
Dit bericht beteekent, dat China dus
haar autonome Christelijke kerk zou heb
ben gesticht en van de Westersche voog-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 31 October 1927.
Vandaag op Hervormingsdag trof
mij bijzonder een* opmerking in „Kerk
en Volk", het orgaan van de Vrijzin
nig-Hervormden. Dit blad reageert op
de vreemde rede van Ds. Creutzberg
als volgt:
„Het is waar wat Ds. Van Hoo-
genfctuyze zegt: „De modernen Zijn
anders dan vijftig jaar geleden".
Wij zeggen.: „Een deel der ortho
doxie is waarlijk niet buiten den
invloed der modernen om ook
anders dan vijftig jaar geleden".
Zij en wij hebben onze woning
anders gemeubeld.
Wij hebben onze appartementen
eerst in jonge werkdrift leeggehaald,
vastgetimmerde onbruikbaarheden
afgerukt en zijn toen aan 't nieuw-
meubelen gegaan.
Zij hebben geleidelijk de veran
dering ingevoerd. Daardoor lijkt
het niet zoo „anders".
Maar de stijl der meubels komt
merkwaardig veel overeen en in
menigen stoel en aan menige tafel,
in menige boekenkast van elkander
vinden we ons over en weer...,
„thuis".
Maar, dacht ik zoo, ik geloof toch
niet dat Dr Maarten Luther zich in
dat interieur thuis gevoeld zou heb
ben.
Ook is het voor mij nog zeer de
vraag of men elkaar zoo vriendelijk
zou tegemoet treden indien er niet
pas een} „Orthodoxe" Synode achter
den rug was.
Valt er geen nattigheid?
OBSERVATOR.
dij, ook in het geestelijke, zich hebben
bevrijd.
PROF. DR. C. VAN GELDEREN.
Naar we vernemen is prof. dr. C. van
Gelderen, hoogleeraar aan de Vrije Uni
versiteit, die geruimen tijd in Zuid-Afri-
ka heeft vertoefd, teneinde daar aan de
Bijbelvertaling behulpzaam te zijn, weer
in ons land teruggekeerd.
UIT HET HOOFD LATEN LEEREN.
In het „Tijdschrift voor Ervaringsop-
voedkunde" schrijf* de redacteur dr. H.
(dr. Hamakers) over „Het geheugen en
geeft trouwens in overeenstemming met
de thans geldende opvatting, den raad,
het geheugen door methodische oefening
te trainen.
De schr. zegt, en we zijn het volkomen
eens met hem:
„Daarbij mag echter voor letterlijke me-
morisatie geen gebruik gemaakt worden
van stof, die daarvoor niet is aangewe
zen. Nooit mogen deze oefeningen er b.v.
toe leiden, dat kinderen kennis die zij
moéten kunnen begrijpen en dan in hun
eigen woorden weergeven, van buiten lee-
ren in de woorden van een ander. Daar
door loopt men gevaar slaafsche napra-
ters te kweeken. Volkomen verkeerd lijkt
mij b.v. wat in sommige scholen en daar
onder ken ik er ten minste één, die een
uitstekenden naam heeft, nog geschiedt,
dat een gescbiedenislesje absoluut woor
delijk van buiten wordt geleerd, en daar
voor als motief wordt opgegeven, „dat in
dezen tijd zóó weinig geheugenoefening
plaats heeft, dat het werkelijk wel goed
is als kinderen dergelijke lessen letterlijk
van buiten leeren".
Ik meen dit op de psychologisch-paeda-
gogiscbe gronden, in deze artikelen uit
voerig ontwikkeld, ten sterkste te moeten
bestrijden. Voor geheugenoefening gebrui-
ke men uitsluitend stof, waarvan het vol
komen begrijpelijk en natuurlijk is, dat
zij werkelijk letterlijk uit het hoofd ge
leerd moet worden. Hierbij hebben wij
natuurlijk in de eerste plaats te denken
aan het van buiten leeren van gedichten
dat ook als onderdeel van het taalon
derwijs volgens vele deskundigen, bij wie
ik mij gaarne aansluit, nog altijd groote
waarde heeft.
Wél geldt natuurlijk ook van een ge
dicht, dat het niet van buiten moet wor
den geleerd zonder dat ten minste de
strekking en de hoofdlijnen van den ge-
dachtengang begrepen zijn".
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
31. —O—
„Naloopen? Kom, nu geen pathos,
Het geval is zoo, dat men alles doen
moet. om de breuk weer te heelen".
„Ik dacht ook...." begon de profes
sor schuchter, „daar jullie elkaar toch
liefhebt.
„Er is niets te heelen. En u ziet toch
papa, dat hij mij niet liefheeft, hij be
grijpt me niet".
„Of jij hem niet", zeide tante Lou
ise, „maar dat blijft hetzelfde. Men
kan zich verklaren. Tot een breuk
mag het niet komen. Denk eens aan
het schandaal! Hoe onaangenaam
voor mij!"
„Uit achting voor u kunnen we
toch geen eerloosheid begaan!" zeide
Ebba scherp: „en als hij papa of zijn
moeder u terugwijst? Wat dan? Neen!
En ik wil het ook in 't geheel niet. Ik
wil hem niet hebben. En geen mensch
anders. En in het geheel geen geluk.
Ik wil weg weg weg
Tante Louise was in de laatste da
gen Tiaar familie meer gaan waardee-
ren, om dat de beide meisjes de beste
partijen in de stad gedaan hadden.
Nu opeens daalde ze weer in haar
achting en liet ze niet na, Ebba in
zeer scherpe bewoordingen op haar
plicht, voor zichzelf te zorgen te wij
zen.
Alle smart die er in Ebba's hart
was, verborg zich nu onder toorn,
hoogmoed en trots,
Ze zeide, dat ze wel voor zichzelf
zou weten te zorgen, en wel door ar
beid.
„Nu", zeide tante Louise eindelijk,
„doe dan je eigen zin. Reizende men
schen moet -men niet weerhouden,
zeide mijnr goede man zaliger altijd.
Ga naar Berlijn. Maar dat zeg ik je.
kom niet bij-'mij om geld vragen; voor
overspannen ideeën heb ik geen geld
over".
„Ik heb geld",sprak Eba, „van ma
ma,vijf duizend mark"
„Ga dan met God, als je vader zoo
zwak is! Maar daarop kunt ge u ver
laten, waarde zwager, in Lunstedt
voor de menschen. neem ik Ebba's par
tij op. Daarvoor heb ik te veel familie
trots!"
„Ik dank u, Louisemompelde
de professor, die aan de bevende stem
van zijn schoonzuster wel merkte, dat
ze ontroerd was en grootmoedige voor
nemens had.
Ebba verwonderde zichzelf om haar
innerlijke rust. Alles scheen als met
een vuistslag dood geslagen. Heel
kalm en koelbloedig kon ze nu naden
ken, wat haar té doen stond.
Men moest aan Fausta Melados te-
legrafeeren en vragen, of een bezoek
van Ebba haar welkom was. Eenmaal
daar, kon Ebba met de ervaren vrouw
bespreken, hoe ze haar leven in Ber
lijn inrichten zou en of het mogelijk
was in Fausta's huis een blijvende
plaats in te nemen, Daar het antwoord
niet twijfelachtig kon zijn, moest Ebba
dadelijk haar koffers pakken. Het
bleek, dat er. behalve een groote hand
koffer, dien tante Louise eens cadeau
had gedaan, geen koffers voorhanden
waren, De hoofdonderwijzer Muller
zijn vrouw, moest haar groote sluit-
mand nog leenen. Het geheele huisje
was in opstand. En midden in het ge
woel schoot Ebba opeens jammerlijk
te binnen, dat haar oude vader, met
zijn kinderlijke onbeholpenheid nu ge
heel alleen achterbleef.
Ze maakte met de onder wijzers vrouw
de afspraak, dat deze op hem letten
zou en hem verzorgen; onder tranen
beloofde de oude vrouw alles. Ebba
weende niet. Ze kon niet. Hard en dui-
lelijk stond alles bij haar vast. Of al
leen maar door den schrik. Ze wisi
het zelf niet. Ze handelde flink en
dacht aan niets dan wat er op dat
oogenblik te doen viel.
Tegen den avond, met verrassende
vlugheid, kwam het telegram uit Ber
lijn aan.
„Natuurlijk welkom; verwacht je
morgenmiddag sneltrein Lehrter sta
tion. Fausta",
De teerling was geworpen; tenmin
ste zoo scheen het Ebba toe. Eerst
door dit telegram werden alle voorbe
reidingen tot werkelijkheid. Het was
haar dikwijls te moede, als trad ze in
een tooneelspel op., als speelde ze
slechts een rol, als kon dit alles niet
waar zijn, als was dit alles slechts een
droom.
Dien nacht dacht ze veel aan de
vrouw, met wie ze zou gaan samenwo
nen .Voor de fantasie van de meisjes
was deze zuster van hun moeder altijd
geheimzinnig interessant geweest. Ze
was schrijfster. Ze leefde in de wereld
Ze had slechts heel in de verte om
gang met de familie gehad. Dat waren
reden genoeg om haar voor de meis
jes tot een interessante persoonlijk
heid te maken. En drie jaar geleden,
toen tante Louise met de meisjes in
Berlijn geweest was, had men haar
ook vluchtig gezien. Fausta was toen
pas in Berlijn. Helena en Ebba von
den haar boeiend. Maar ze waren toen
juist op dien leeftijd geweest, waarop
men alles interessant en boeiend vindt
wat van het gewone leven afwijkt.
Ebba vertrouwde noch op haar her
innering, noch op haar oordeel. Mis
schien stond haar weer een dergelijke
teleurstelling te wachten, zooals An-
dree's moeder haar bereid had.
Toen ze vroeger mevrouw Alteneck
op straat gezien had, zoo rechtop, n
deftige, oude dame. meest in het don
ker gekleed, met een kostbaren bon
ten mantel, het verstandige, lieve ge
laat stralend van vriendelijkheid als
ze bekenden groette dan had Eb
ba's hart altijd geklopt. Ze zag in de
moeder van den toenmaals nog uit
de verte beminden man een vrouw
van vorstelijke waardigheid, van hoo-
ge beteekenis, en zij dacht haar in
haar verbeelding allerlei eigenschap
pen toe, die een vrouw slechts heb
ben kan.
En later kwam uit, dat mevrouw
Alteneck prachtige regouts koken kon
maar in het geheel niet wist, wie of
Buckle, Momte en Mill waren; dat ze
zich erover kon opwinden, wanneer er
roestvlekken waren in de overhemden
van haar zoon, maar heel onverschil
lig er onder bleef, wanneer van de uit
vinding van een Duitschen geleerde
door Amerika of Frankrijk eenvoudig
gebruik werd gemaakt, met verzwij
ging van de verdiensten der Duit-
schers.
Misschien moest men bij geen man
en geen vrouw achter de coulissen
zien. Heel wat alledaagschheid was
daarachter verborgen. Ook groote, be-~
roemde, interessante menschen moe
ten eten en drinken en knoopen aan
him kleeren hebben! Eba nam zich
voor daarop voorbereid te zijn. Ze had
nu ervaringZe kwam zichzelf
zeer rijp, zeer beproefd en zonder illu
sie voor.
En te midden van al die gedachten
kwam plotseling menigmaal een an
dere op:
Wat zou Andree doen? Wat denkt,
gevoelt en gelooft hij? Lijdt hij er on
der? Zal het hem leed doen, als hij
hoort, dat ik zoo direct mijn plan ten
uitvoer breng?
En altijd weer onderdrukte ze deze
gedachten. Alleen den volgenden mor
gen toen werden ze haar te mach
tig. Toen grepen ze Ebba aan en deden
haar rillen, als iemand, die het koud
heeft.
(Wordt vervolgd,)