NIEUWE LEIDSCHE COURANT CCNDERDAG 20 OCT.'27 TWEEDE BLAD. WflT DE BLADEN ZEGGEN. Opheffing vaccinatiedwang. Wij lezen in „De Nederlander": De wetenschap staat verlegen. Zij kan niet oplossen het vraagstuk van het ver band tusschen de koepokinenting en de vaak-doodelijke aantasting van het cen trale zenuwstelsel. En toch schijnt dat verband te bestaan. Kinderen worden door deze smartelijke ziekte aangetast; in enkele gevallen kost deze ziekte aan kinderen het leven. En de wetenschap staat verlegen. Zij kan voorloopig het verband tusschen in enting en hersenziekte niet aantoonen veel minder kan zij een weg wijzen, ten einde te trachten dit verband te breken. Het moet op de bevolking geruststel lend en vertrouwend werken, dat de me dische wetenschap hier volkomen eerlijk optreedt en niets doet om kustmatig te behouden een terrein, dat voor haar ver loren gaat. Vele jaren hebben de volken heeft ook ons volk de zegeningen van de koe pokinenting genoten. Die zich nog her innert de verschrikkelijke epidemie van 1870 met haar lange, lange lijst van doo- den hij gevoelt uiteraard de dank baarheid voor dezen zegen sterker dan de jongeren. Maar om de inenting alge meen en zonder aarzeling toe te passen, moet een gegrond vermoeden bestaan van hare onschadelijkheid. Van het oogenblik af, dat dit vermoe den wankelt, is het met de algemeenheid der toepassing van de inenting gedaan, al zullen velen, vooral ouderen, onder be paalde omstandigheden toch het voorbe hoedmiddel op zich wenschen te zien toe gepast. Naast de wetenschap, komt ook dank toe aan de Regeering, die het vraagstuk ernstig aanvatte en de onderzoekingen door hare bevoegde deskundigen onver moeid deed voortzetten; ten einde, ten opzichte der wetgeving, zich bij de resul taten van dit onderzoek te kunnen aan sluiten. Onzerzijds alleen maar deze opmer king: Waarom eerst nu tot deze daad over gegaan? Waarom kregen wij van Chr. Hist, zijde geen voldoende steun toen meermalen op opheffing van de verplichte vaccinatie werd aangestuurd? KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Alhlasserwaard en te Vreeswijk, G. P. van Itterzon te Gelselaar. Te Oene J. Kraay te Saphorst. Bedankt: Voor Scheveningen, J. H. Grolle, te Hillegom. Voor Gent (Belg. Staatskerk), J. S. Hartjes, te Rilland- Bath. Voor Ter Aar,. J. D. van Hof, te Wilnis. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Houwerzijl, K. Hol- werda, te Westerlee. Te Engwierum, A. Mout, cand. te Rotterdam. Te Hoornster- 2waag en Hemrik en voor de Evangeli satie 1. d. Z.O.-hoek van Friesland, H. Knoop, te Gouda. Te Surhuisterveen, J. Hettinga, te Wijckel. GEREF. KERKEN IN H. V. Drietal: Te 's-Gravenhage, H. C. v. d. Brink, te Zandvoort;. H. Hasper, rus tend predikant te Heemstede; en S. P. Vermeer, te Nijemirdum. Beroepen: Te 's-Gravenhage, H. Hasper, rustend predikant te Heemstede. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Cand. L. v. d. Zanden werd Zondag morgen door ds. H. W. H. v. Andel van St. Pancras bevestigd in de Geref. Kerk van Smilde met een predicatie over Ez. 3:17. 's Middags deed Ds. v. d. Zanden zijn intrede met een predicatie over Ps. 122 vers 9. Toespraken werden gehouden door oud. D. Hogerwind namens den Kerkeraad; ds. H. M. Ploeger van Appelscha, namens de classis Assen; oud. H.' Scheffer na mens de kerk van Assen en Ds. van An del als vriend. Toegezongen werd Ps. 134 3. Zondag werd de heer J. A. Tammens, cand. t.t d. H. D., van Groningen, beves tigd tot predikant der Ned. Herv. Ge meente te Acquoy (Gld.). Als bevestiger trad op de consulent ds. D. B. Kagenaar van Vuren en Dalem, die tot tekst had gekozen Efeze 4:3. De gemeente zong haar nieuwen predikant toe Gez. 91 3. Des namiddags deed Ds. Tammens in trede, sprekende over Nehernia 2:20. Hij werd achtereenvolgens toegesproken door ds. Kagenaar, Baron van Verschuur Burgemeester van Beesd. ds. van Leeu wen. van Ophernert, de heer Mulder, theol. stucL te Groningen en ds. Tuinstra van Beesd, op wiens verzoek de gemeente zohg Gez 96, tweede ged. (gewijzigd). Het Bestuur der burgerlijke gemeente was mede vertegenwoordigd door den secre taris, den heer Pos, terwijl ook waren gekomen de predikanten ds. Heemskerk, van Herwijnen èn ds.Hoek van Waden- oyen. Na des morgens bevestigd te zijn door ds. J. Boonstra, van Gieten, met een predikatie over Psalm 80 20, deed Zon dag j.l. ds. H. T. A. J. Westrik, gekomen van Holwerd, zijn intrede bij de Ned. Herv. Gemeente te Rolde, sprekende naar aanleiding van Joh. 9:4. De nieuwe lee- raar werd toegesproken door dr. Visser te Assen en ds. Germs te Veent^uizen. BEROEPBAAR. De heer G. D. Kuiper, theol. cand., ver zoekt mede te deelen, dat hij na 1 Nov. a.s. gaarne een eventueel beroep bij de Geref. Kerken in Nederland in overweging zal nemen. Zijn adres is: Burgwal 22, te Kampen. EMERITAAT. Ds. G. van der Munnilc, Geref. predi kant te Leens (Gron.) heeft tegen 1 April a.s. eervol emeritaat aangevraagd. DS. G. VAN* RIJN. Gisteren herdacht Ds. G. van Rijn, Ned. Herv. predikant te Deventer, den dag, waarop hij vóór 25 jaar in het predik ambt werd bevestigd. De jubilaris werd in 1877 geboren en in 1902 candidaat in Noord-Holland, om 19 Oct. van dat jaar te Ermst zijn ambt te aanvaarden. Vandaar vertrok de ju bilaris in 1908 naar Raalte, om 2 Juli 1916 in zijn tegenwoordige gemeente in trede te doen. DS. G. J. MOOI. Ook Ds. G. J. Mooi, Ned. Herv. predi kant te Hallum, vierde gisteren zijn zil veren ambtsjubileum. Hij werd in 1876 geboren en in 1902 candidaat in Utrecht, om daarna het predikambt te aanvaar den te Frederiksoord; Ds. Mooi diende verder de gemeenten van Helium, Vries. Gasselte en sinds 10 Juni 1923 die van Hallum. NIEUW KERKGEBOUW. De tot kerkzaal ingerichte villa „Leyen- burg" als tweede vergaderplaats der Ge ref. Kerk van Loosduinen, zal door ds. C. J. v., Binsbergen, pastor loei, a.s. Vrij dagavond in gebruik worden genomen. Prof. dr. H. H. Kuvper van Bloemen- daal, zal er Zondag den eersten dienst leiden. VRIJE UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM. Ter herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam hield de Rector Magnificus, Prof. Dr. A. A. van Schelven hedenmiddag een rede. Na de grondgedachte van Theod. Les- sings Die Geschichte als Sinngebung des Sinnlosen te hebben afgewezen, sprak hij over de Idee van den Vooruitgang.' Daar bij ontwikkelde hij de volgende denkbeel den: De meening, dat de geschiedenis der menschheid over het algemeen genomen een geleidelijken vooruitgang vertoont, is afgezien van de Christelijke opvatting ten deze niet de eenige, die het men- schelijk denken oplevert. Er is bijv. ook nog de leer van den kringloop, van het groote were] dj aar. Maar het is wel de meest verspreide. Op wetenschappelijk onderzoek der feiten berust deze meening niet. Integendeel: het onderzoek dier fei ten ondermijnt haar bestaan meer, dan dat het haar gunstig zijn zou. Waar zij voorkomt is ze een postulaat van ons ge moedsleven. En dat kan ook niet anders, naar Simmel heeft aangetoond. Daarvoor komt hier alles te zeer aan op de begrip pen norm en doel. Ook al werden deze bij het spreken over den Vooruitgang veelal maar heel weinig bewust gehan teerd. Evenals het Liberalisme, waarin zij al toos een groote rol heeft gespeeld, is deze Idee een kind der Aufklarung geweest. Want deze laatste was volstrekt niet zoo onhistorisch als zij gewoonlijk wordt voorgesteld. Hoe zij er uit voortgekomen is? Êrich Seeberg's bespiegelingen over de „Verfalls-idee" en de „Traditions-idee" in de kerkgeschiedenis, die daarbij een rol zouden hebben gespeeld, kunnen hier niet voldoen. Veel meer is er voor te zeg gen den verbindingsschakel te zoeken in de Theodicee-gedachte, zooals wij die bij Leibniz vinden. Nadat de spreker vervolgens kort de gescheidenis der Vooruitgangs-idee had geschetst en er op gewezen had, hoe het Duitsche Idealisme en de biologische evo lutie-leer de ontwikkeling en den invloed ervan zeer ten goede waren gekomen, be streed hij Boehmer, die in 1923 de mee ning verkondigde, dat zij thans ter ziele is. Uit de werken van Ferd. Tönnies en F. Müller-Lyer en uit verschillende Ameri- kaansche uitingen werd het tegendeel be wezen. Ten slotte ging het over de overeen komst tusschen het geloof aan den Voor uitgang en de voorstelling, die de Chris telijke geSchied-philosophie zich op grond van het werelddrama pleegt te vormen. En over de verhouding van die beide. Dat laatstgenoemde in de 18e eeuw het schema der profetie van Daniël losliet, om zich meer bij de gedachten van Pau- lus aan te sluiten, werd daarbij als een gevolg van het opkomen der Vooruit gangs-idee voorgesteld. Terwij 1^ die idee van den Vooruitgang harerzijds een ratio naliseering en seculariseering van Chris telijke gedachten werd genoemd. Losge sneden van haar natuurlijken wortel, die in de Goddelijke Openbaring was gele gen, leefden deze laatsten als verlangen naar een Millennium voort. Daarom heeft het ook geen nut zich te mengen in het geschil over de vraag, of er Vooruitgang is of niet. Wij hebben hier met een psy chische grootheid te doen, die zooals zij haar gedenatureerd-zijn toont in haar innerlijke tegenstrijdigheden krachtens haar afkomst onuitroeibaar moet worden geacht. VEREENIGING „DR. SCHEURERS HOSPITAAL". De 2de algemeene vergadering van de Vereen. „Dr. Scheurers Hospitaal" wordt Woensdag 26 October gehouden, des mid dags om half twee in d Keerekraa. yllh dags om half twee in de Kerkeraadska- mer van de Keizersgrachtkerk (ingang Kerkstraat) te Amsterdam. Ds. Pos, die met verlof hier te lande vertoeft, hoopt te spreken over: „De medische zending, als middel voor den overgang van den in lander tot het Christendom". Dr. J. G. Scheurer hoopt het slotwoord te spreken. BINNENLAND. HOFBERICHTEN. De Koningin wordt a.s. Dinsdag avond van Het Loo te 's-Gravenhage verwacht, en zal Donderdagochtend 27 dezer van Den Haag uit naar Nij megen vetrekken tot bijwoning der opening van het Maas-Waalkanaal. Naar vernomen wordt, zullen Prins en Prinses Ri Gin van Korea, die naar gemeld van 26 tot 00 dezer naar Den Haag komen, een bezoek aan de Koningin brengen. HET SPOORWEGONGEVAL BIJ RIJSWIJK. De commissie van onderzoek inza ke het spoorwegongeval te Rijswijk (de commissie-Van der Vegt) heeft haar werkzaamheden aangevangen. Gisteren heeft deze commissie 't reg lementaire onderzoek, dat na ieder spoorwegongeval plaats heeft, gehou den, terwijl zij voorts bezig is met de samenstelling van de lijst van namen van personen, die binnenkort, wan neer het openbare onderzoek aan vangt, zullen moeten worden gehoord. In den loop dezer week zal worden beslist, wanneer dat openbare onder zoek zal worden gehouden. DE RIJKSMIDDELEN. Dat ziet er, op den eersten aanblik niet mooi uit. Herfstmaand van 1927 blijft bij September 1926 ruim ander half millioen ten achter. Wel wordt de maand-raming nog met 600.000 overtroffen; maar de mogelijkheid van een daling van het totaal-op- brengstcijfer was den laatsten tijd schier buiten onzen gezichtskring ge raakt. Het eindcijfer over September brengt ons deze mogelijkheid weder in herinnering. Tegen 41.550.000 in September 1926, werd in September 1927 slechts 39.989.000 ontvangen. Bij nadere beschouwing der cijfers wijkt de ongerustheid echter een wei nig naar den achtergrond. Want de meeste middelen brachten in September 1927 meer op, dan iu September 1926. Inkomstenbelasting steeg met 940.000, vermogensbelasting met 65.000, invoerrechten met 454.000, geslachts-accijns met 67.000, gedis tilleerd met 158.000, bier m. 29.000, suiker m. /'473.000, tabak m. 153.000. Tegenover dezen vooruitgang ston den zeker enkele dalingen: grondbe lasting met 48.000, personeele belas ting met 207.000, zegel- en registra tierechten tezamen met 319.000, en successie-rechten met bijna drie ton. Echter zouden deze dalingen geens zins opwegen tegen de genoemde stij gingen, ware het biet dat de opbrengst der dividend- en tantième-belasting eene vermindering aanwees van ruim drie millioen gulden. Dit feit bewijst, dat de verbazing wekkende opbrengst dezer belasting in Juli 1927 van 6.296.000, tegen slechts 2.725.000 in Juli 1926, inder daad, gelijk wij onderstelden, v.ur een deel aan vervroegde betaling moet worden toegeschreven. Behoeft de daling dezer heffing in de laatst ver- loopen maand dus geen ongerustheid te wekken, omdat het ontbrekende feitelijk reeds binnen is, zoo is het toch goed op te merken, dat, bij sa mentelling van de opbrengsten der beide maanden (Juli en September), de voorsprong van 1927 slechts een half millioen bedraagt. Over de drie thans bekende kwartalen van 1927 wijst deze belasting, in vergelijking rnet 1926, een totalen vooruitgang aan van anderhalf millioen gulden. De geheele uitkomst van deze drie kwartalen, dus de opbrengst van alle gewone middelen, kan niet anders dan tot voldoening stemmen: Opbrengst 9 mnd. 1927 379.533.000 Opbrengst 9 mnd. 1926 364.863.000 Stijging in 1927 14.670.000 Opbrengst 9 mnd. 1927 379.533.000 Raming voor 9 mnd. 354.381.000 Opbrengst boven raming 25.152.000 Mocht het vierde kwartaal van '27 de raming overtreffen met het gemid delde van de meeropbrengst over de eerste drie kwartalen, alzoo met 8.384.000; dan zou de totale meeval ler over 1927 kunnen bedragen 25.152.000 4- 8.384.000 33.536.000 S T ATEN-GENER A AL. EERSTE KAMER. Vergadering van Woensdag 19 October. De VOORZITTER deelt mee, dat de cen trale afdeeling besloten heeft, op Don derdag 3 Nov. in de afdeelingen te on derzoeken een wetsontwerp, dat aan een termijn gebonden is en vandaag in de Tweede Kamer aan de orde is, en het wetsontwerp betreffende de samenvoeging van de departementen van oorlog en van marine, waaromtrent de stukken uit In- die zijn aangekomen bij het departement van koloniën en heden of morgen aan de leden zullen worden uitgedeeld. Woensdagavond 2 November zal de Kamer dan vooraf bijeenkomen. Benoeming van een commies-griffier. Aan de orde is de benoeming van een commies-griffier der Kamer. Eerste vrije stemming: Uitgebracht wor den op Mr. A. L. de Block 11, mr. A. E. T. Kooien IQ, mr. J. R. Verhey 10, mr. N. van Hasselt 8, dr. E. J. Brugmans 2 en mr. H. Van Raalte 1 st. Tweede vrije stemming: mr. de Block 12, mr. van Hasselt 10, mr. Kooien 10 en mr. Verhey 10 Zoodat herstemming moet plaats-heb ben tusschen mr. de Block en een der 3 andere candidaten, die door een tusschen- stemming moet worden aangewezen. Tusschenstemming: mr. van Hasselt 20, mr. Kooien 18, mr. Verhey 1 st. Verder 2 blanco's en 1 ongeldige st. Herstemming: mr. de Block 22 en mr. van Hasselt 20 st. Zoodat benoemd is mr. A. L. de Block. Voorts deelt de VOORZITTER mee, dat door mr. de Block zal kunnen worden ge rekend op een aanvangs-jaarwedde van ƒ3400, zijnde de aanvangsjaarwedde, bij Koninklijk besluit van 21 Januari 1925 no. 45 bepaald voor den commies-griffier der Eerste Kamer. Spr. dankt voorts de heeren Janssen, van den Bergh, de Veer. van der Hoeven en Mendels, die den arbeid der Kamer bij het onderzoeken van het wetsontwerp in zake de naamlooze vennootschappen ver gemakkelijkt hebben door het ontwerpen van een leidraad. De vergadering wordt te 11.55 gesloten. Gistermiddag half 2 ging de Kamer in de afdeelingen. TV/EEDE KAMER. Vergadering van Woensdag 19 Oct. De uitbreiding van de interpellatie- de Visser over de huiszoeking bij de Indoneeische studenten wordt toege staan. De interpellatie-aanvraag van mevr. De VriesBruins over de vac cinatie wordt ingetrokken in verband met het antwoord van den Minister op de vragen van den heer Krijger. Aan de orde is de overeenkomst met de Rotterd'amsche Bankvereen. De heer VLIEGEN (S.D.) betoogt, dat staatshulp beter aan slachtoffers dan aan schuldigen gegeven kan wor den. Er waren verliezen en toch kwam winst op de balans voor. De justitie had reeds in 1924 moeten ingrijpen. Spr. meent, dat de Staten-Generaal niet drie jaar na dato, doch onver wijld geraadpleegd had moeten wor den e?> wenscht staatstoezicht op de banken. Hij is geneigd tegen te stem men. De heer VAN GIJN (V.B.) neigt ook tot tegenstemmen. Hij critiseert den steun door het opkoopen van 17 mil lioen aandeelen tegen het advies der Nederlandsche Bank zonder overleg met de Staten-Generaal. Spr. meent, dat de Staten-Generaal de garantie niet behoeven goed te keuren, doch een afwachtende hou ding kunnen aannemen De heer OUD (V.D.) betoogt, dat ga rantie noodig was om de Robaver over het moeilijke punt heen te hel pen en dat bij weigering van de ga rantie de gevolgen voor het oecono- ïnische leven zeer ernstig zouden zijn geweest. Spr. meent, dat de Kamer het ontwerp niet kan verwerpen, om dat de staat reeds gebonden is door de regeenng en ondanks de uitspraak Ier Kamer gebonden blijft. Ook de heer LOVINK (C-H.) meent dat ie rege.-ring terecht ingreep. Spr. weu<cht slechts weten waarom de Regcering 'nging tegen bet advie9 van tl* Nederlandsche Bonk De Minister van Financiën, de heer DE GEER, toont met- cijfers aan dat de val van de Robaver groote gevol gen zou gehad hebben. Voorts gaat hij de geschiedenis na en toont aan dat de gebondenheid van den Staat ont staat zoodra de volksvertegenwoordi ging de Ww-t heeft aangenomen Na re- en dei hek wordt het ontwerp aangenomen met 57 t*gen 28 st. Zonder hoofde-ijke stemming wordt aangenomen het wetsontwerp op de Dividend- en Tantièmebelasting en dat op de crisisdiensten. Daarna is aan de orde het ontwerp van -vet op het reserve-personeel der landmacht. Pe heer TER LAAN (8 D.^ maakt bezwaar tegen aanwijzing van ver plichte opleiding van de Socia;.'-de- ïnocraten, die bezwaar hebben iegen instandhouding van het leger. De heer TILANUS (C.-H.) acht de eischen voor de officiersopleiding ge steld veel te zwaar. Voorts dringt hij aan op een scherpe selectie voor de officieren wat hun geestelijke stem ming aangaat; aanvoerder te maken van propagandistenvoor de ontwa pening is uit dc-n hooze. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) bestrijdt het betoog van den heer Ter Laan. Dc Minister van Oorlog,- de heer FEUILLETON. EBBA EN HELENE. 22. —o— „Zeker geloof ik dat", gaf ze heftig ten antwoord. „En houdt toch op, met die onverdraaglijke benamirig "mijn kind' te geven. Ik ben een volwas sen mensen, met al de rechten daar van. Maar ze worden mij niet toege staan. Dat is het. „Maar Ebba Andree", sprak de professor daartusschen, „zijt ge het niet eens met elkaar? Is dat moge lijk? Mijn vrouw en ik hadden nooit verschil van meening". Maar de twee hoorden hem niet. ,.Ik zou waarlijk niet gaarne heb ben, dat mijn liefde vergeleken werd met die, welke Kunowsky voor Hele- ne gevoelt", sprak Andree op vasten toon. „want dat is in hetgeheel geen liefde, die hem tot een werktuig van de vrouw maakt. Men spreek^, er reeds van, dat hij begint te speculeeren. Zij zal hem misschien ongelukkig maken op de een of andere manier. Ik echter ben niet blind, ik laat me niet leiden, ik laat niets van me maken, maar ik waak over je, ik leid je. en door mijn liefde wil ik een tevreden vrouw van je maken". „Een tevreden vrouw?" riep Ebba bijna hoohend. „Als dat de vervulling is van de stoute droomen en verlan gens, dan is het de moeite niet waard, gedroomd, verlangd te hebben. Maar dat is het juist: jullie wilt me opslui ten in een vreeselijk klein kringetje! Mijn leven moet zijn als dat van je moeder: altijd rondloopen in een krin getje van plichten, als een paard in een tredmolen. Zoo'n arm dier blin- doekt men tenslotte nog. Ik echter zie! En ik wil uit dat kringetje weg. Ik ben voor iets hoogers bestemd. Ik heb gaven en krachten als een man. ep ik wil ze ontwikkelen en gebruiken". Andree werd zeer bleek. „Ontwikkel en gebruik uwe krach ten en gaven tot welzijn van het huis, dat we samen in liefde willen stich ten", sprak hij. „Als men mij dat liet doen! Maar dat is het juist: vraag ik wat, dan heet het: dat gaat ons vrouwen niet aan. dat is mannenwerk! Alle^ wat de tijd met zich brengt, moet ik aan mij voorbij laten stroomen en dom en on verschillig aan den oever blijven staan Ik houd van je, zeker, ik heb je lief; maar om mijn leven lang met je moe der samen je kousen te breien en je eten te koken, daarom heb ik niet toe gestemd je vrouw te worden. Ik ver wacht een betere, hoogere gemeen schap met je". Andree hield innig veel van zijn moeder. Het was een vreeselijk oogen blik voor hem, toen de geliefde haar zoo n lagen rang aanwees. Als zooveel zonen van edele moeders, had hij zich een voorstelling gemaakt van de vrouw, die eens zijn vrouw zou zijn, naar het beeld en karakter van zijn moeder, heel onbewust, heel natuur lijk. Hij had er zich ook nooit over ver wonderd. dat zijn moeder nauwelijks belang stelde in de dingen, die buiten het huishouden, het welzijn van haar zoon en de gebeurtenissen in de arbei dersfamilies van de fabriek lagen. Het leven van zijn moeder was op die manier gevuld en rijk aan zegen. Hij dacht dat het leven van iedere goede echtgenoote en moeder zoo gevuld en zoo rijk aan zegen moest zijn. Dat een vrouw, behalve dat, nog sterke geeste lijke behoeften kon hebben, was hem nooit in de gedachte gekomen. Wat onderhoudende lectuur, wat muziek en schilderijen, al naar de talenten wa ren, dat vond hij gebruikelijk en zeer te billijken tijdverdrijf voor een vrouw Domme vrouwen verveelden hem; hij was altijd blij, dat Ebba een vlug ver stand had, en had zich voorgenomen zich liefdevol en deelnemend te wijden aan haar ledige uren tot haar af dalen! zou hij hebben kunnen zeggen, als hij het bij den rechten naam wilde noemen. Als hij van vrouwen las of hoorde, die zich in kunst en wetenschap naam gemaakt hadden, waren dat voor hem uitzonderingen, die men erkennen en bewonderen moest. Ze stonden echter zoo ver van zijn eigen kring af, dat hij er nooit over gedacht had, hoe zulke vrouwen het met liefde in het huwe lijk stelden. Eens echter, jaren geleden had zijn weg er eene zeer zeer na bij gevoerd. Maar juist deze ervaring had er toe bijgedragen, hem het vrou- wenideaal. dat zich in zijn moeder be lichaamde. als het hoogste en eenige begeerenswaardige te doen aanhan- gep. „Je hebt mijn moeder niet lief?" vroeg hij, uit een diep nadenken ont wakend. Ebba zag, dat ze hem een groot ver driet aangedaan had. Dat wilde ze niet neen, niet klein hatelijk, en heftig hem ondankbaar krenken waar hij zoo roerend liefhad. De liefde van een volwassen man voor zijn moeder is altijd roerend. Ook Ebba was reeds dikwijls door zijn trouw als zoon getroffen geweest. Maar hoe moest men dan uit noodweer om zich heen slaan, zonder daarbij iemand te kwetsen? Hoe rui ten inslaan en toch verhoeden, dat de frissche buitenlucht iemand huiverig maakte? „Ik houd van je moeder, ik heb achting voor haar, ik ben haar dank baar", sprak ze snel. „Maar ik ben van een jonger geslacht en ik kan niet zijn zooals zij. Ik wil niet het slacht offer van vooroordeelen worden, die toch overal aan den kant worden ge zet." „Vooroordeelen duren hun tijd uit en verdwijnen dan. Wat echter duizen den jaren voortduurt, is eeuwige waar heid. Vrouw blijft vrouw. Natuurwet ten laten zich niet veranderen", zelde Andree. „Papa geeft me misschien gelijk". De professor, die als een ongelukki ge toeschouwer in een hoekje van de sofa op Ebba's manteltje zat, knikte een paar maal. Dat was zijn thema. „Tot de meest wonderbaarlijke ver schijnselen van de beschaving be hoort", begon hij ijverig doceerend tot zijn schoonzoon opziend, „dat de mo- raal-filosofie, en dientengevolge, ook de ethische vraagstukken der vrouw, in het geheel niet veranderd zijn, aan geen vooruitgang onderworpen. Dat kan oogenschijnlijk ongelooflijk schij nen, maar Mackintosh heeft gelijk: in de moraal zijn geen veranderingen; meer dan 3000 jaren zijn verloopen. sedert de Pentateuch geschreven werd en wie kan zeggen, dat sedert dien de levensregels zich merkbaar veranderd hebben? Mijn lieve kind, alle ware godsdien sten, hebben in de moraal hetzelfde geleerd. Zij alle schrijven voor. het goede te doen, de ouders te eefen, de hartstochten te beteugelen, aan boven hen gestelde machten te gehoorzamen zij alle vorderen van de vrouw huise lijkheid en deugd. Als ge wilt, zal ik je later de bewij zen toonen, -en je een paar plaatsen laten lezen uit Kant, Elphinstone. Pre9co.tt, Mackay en anderen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5