NIEUWE LEIDSCHE COURANT
CCNDERDAG 20 OCT.'27
TWEEDE BLAD.
WflT DE BLADEN ZEGGEN.
Opheffing vaccinatiedwang.
Wij lezen in „De Nederlander":
De wetenschap staat verlegen. Zij kan
niet oplossen het vraagstuk van het ver
band tusschen de koepokinenting en de
vaak-doodelijke aantasting van het cen
trale zenuwstelsel. En toch schijnt dat
verband te bestaan. Kinderen worden
door deze smartelijke ziekte aangetast;
in enkele gevallen kost deze ziekte aan
kinderen het leven.
En de wetenschap staat verlegen. Zij
kan voorloopig het verband tusschen in
enting en hersenziekte niet aantoonen
veel minder kan zij een weg wijzen, ten
einde te trachten dit verband te breken.
Het moet op de bevolking geruststel
lend en vertrouwend werken, dat de me
dische wetenschap hier volkomen eerlijk
optreedt en niets doet om kustmatig te
behouden een terrein, dat voor haar ver
loren gaat.
Vele jaren hebben de volken heeft
ook ons volk de zegeningen van de koe
pokinenting genoten. Die zich nog her
innert de verschrikkelijke epidemie van
1870 met haar lange, lange lijst van doo-
den hij gevoelt uiteraard de dank
baarheid voor dezen zegen sterker dan
de jongeren. Maar om de inenting alge
meen en zonder aarzeling toe te passen,
moet een gegrond vermoeden bestaan
van hare onschadelijkheid.
Van het oogenblik af, dat dit vermoe
den wankelt, is het met de algemeenheid
der toepassing van de inenting gedaan,
al zullen velen, vooral ouderen, onder be
paalde omstandigheden toch het voorbe
hoedmiddel op zich wenschen te zien toe
gepast.
Naast de wetenschap, komt ook dank
toe aan de Regeering, die het vraagstuk
ernstig aanvatte en de onderzoekingen
door hare bevoegde deskundigen onver
moeid deed voortzetten; ten einde, ten
opzichte der wetgeving, zich bij de resul
taten van dit onderzoek te kunnen aan
sluiten.
Onzerzijds alleen maar deze opmer
king:
Waarom eerst nu tot deze daad over
gegaan?
Waarom kregen wij van Chr. Hist, zijde
geen voldoende steun toen meermalen op
opheffing van de verplichte vaccinatie
werd aangestuurd?
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Alhlasserwaard en te
Vreeswijk, G. P. van Itterzon te Gelselaar.
Te Oene J. Kraay te Saphorst.
Bedankt: Voor Scheveningen, J. H.
Grolle, te Hillegom. Voor Gent (Belg.
Staatskerk), J. S. Hartjes, te Rilland-
Bath. Voor Ter Aar,. J. D. van Hof, te
Wilnis.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Houwerzijl, K. Hol-
werda, te Westerlee. Te Engwierum, A.
Mout, cand. te Rotterdam. Te Hoornster-
2waag en Hemrik en voor de Evangeli
satie 1. d. Z.O.-hoek van Friesland, H.
Knoop, te Gouda. Te Surhuisterveen, J.
Hettinga, te Wijckel.
GEREF. KERKEN IN H. V.
Drietal: Te 's-Gravenhage, H. C. v.
d. Brink, te Zandvoort;. H. Hasper, rus
tend predikant te Heemstede; en S. P.
Vermeer, te Nijemirdum.
Beroepen: Te 's-Gravenhage, H.
Hasper, rustend predikant te Heemstede.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Cand. L. v. d. Zanden werd Zondag
morgen door ds. H. W. H. v. Andel van
St. Pancras bevestigd in de Geref. Kerk
van Smilde met een predicatie over Ez.
3:17.
's Middags deed Ds. v. d. Zanden zijn
intrede met een predicatie over Ps. 122
vers 9.
Toespraken werden gehouden door oud.
D. Hogerwind namens den Kerkeraad;
ds. H. M. Ploeger van Appelscha, namens
de classis Assen; oud. H.' Scheffer na
mens de kerk van Assen en Ds. van An
del als vriend. Toegezongen werd Ps.
134 3.
Zondag werd de heer J. A. Tammens,
cand. t.t d. H. D., van Groningen, beves
tigd tot predikant der Ned. Herv. Ge
meente te Acquoy (Gld.). Als bevestiger
trad op de consulent ds. D. B. Kagenaar
van Vuren en Dalem, die tot tekst had
gekozen Efeze 4:3. De gemeente zong
haar nieuwen predikant toe Gez. 91 3.
Des namiddags deed Ds. Tammens in
trede, sprekende over Nehernia 2:20.
Hij werd achtereenvolgens toegesproken
door ds. Kagenaar, Baron van Verschuur
Burgemeester van Beesd. ds. van Leeu
wen. van Ophernert, de heer Mulder, theol.
stucL te Groningen en ds. Tuinstra van
Beesd, op wiens verzoek de gemeente
zohg Gez 96, tweede ged. (gewijzigd). Het
Bestuur der burgerlijke gemeente was
mede vertegenwoordigd door den secre
taris, den heer Pos, terwijl ook waren
gekomen de predikanten ds. Heemskerk,
van Herwijnen èn ds.Hoek van Waden-
oyen.
Na des morgens bevestigd te zijn
door ds. J. Boonstra, van Gieten, met een
predikatie over Psalm 80 20, deed Zon
dag j.l. ds. H. T. A. J. Westrik, gekomen
van Holwerd, zijn intrede bij de Ned.
Herv. Gemeente te Rolde, sprekende naar
aanleiding van Joh. 9:4. De nieuwe lee-
raar werd toegesproken door dr. Visser
te Assen en ds. Germs te Veent^uizen.
BEROEPBAAR.
De heer G. D. Kuiper, theol. cand., ver
zoekt mede te deelen, dat hij na 1 Nov.
a.s. gaarne een eventueel beroep bij de
Geref. Kerken in Nederland in overweging
zal nemen. Zijn adres is: Burgwal 22, te
Kampen.
EMERITAAT.
Ds. G. van der Munnilc, Geref. predi
kant te Leens (Gron.) heeft tegen 1 April
a.s. eervol emeritaat aangevraagd.
DS. G. VAN* RIJN.
Gisteren herdacht Ds. G. van Rijn, Ned.
Herv. predikant te Deventer, den dag,
waarop hij vóór 25 jaar in het predik
ambt werd bevestigd.
De jubilaris werd in 1877 geboren en
in 1902 candidaat in Noord-Holland, om
19 Oct. van dat jaar te Ermst zijn ambt
te aanvaarden. Vandaar vertrok de ju
bilaris in 1908 naar Raalte, om 2 Juli
1916 in zijn tegenwoordige gemeente in
trede te doen.
DS. G. J. MOOI.
Ook Ds. G. J. Mooi, Ned. Herv. predi
kant te Hallum, vierde gisteren zijn zil
veren ambtsjubileum. Hij werd in 1876
geboren en in 1902 candidaat in Utrecht,
om daarna het predikambt te aanvaar
den te Frederiksoord; Ds. Mooi diende
verder de gemeenten van Helium, Vries.
Gasselte en sinds 10 Juni 1923 die van
Hallum.
NIEUW KERKGEBOUW.
De tot kerkzaal ingerichte villa „Leyen-
burg" als tweede vergaderplaats der Ge
ref. Kerk van Loosduinen, zal door ds.
C. J. v., Binsbergen, pastor loei, a.s. Vrij
dagavond in gebruik worden genomen.
Prof. dr. H. H. Kuvper van Bloemen-
daal, zal er Zondag den eersten dienst
leiden.
VRIJE UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM.
Ter herdenking van de stichting der
Vrije Universiteit te Amsterdam hield de
Rector Magnificus, Prof. Dr. A. A. van
Schelven hedenmiddag een rede.
Na de grondgedachte van Theod. Les-
sings Die Geschichte als Sinngebung des
Sinnlosen te hebben afgewezen, sprak hij
over de Idee van den Vooruitgang.' Daar
bij ontwikkelde hij de volgende denkbeel
den:
De meening, dat de geschiedenis der
menschheid over het algemeen genomen
een geleidelijken vooruitgang vertoont, is
afgezien van de Christelijke opvatting
ten deze niet de eenige, die het men-
schelijk denken oplevert. Er is bijv. ook
nog de leer van den kringloop, van het
groote were] dj aar. Maar het is wel de
meest verspreide. Op wetenschappelijk
onderzoek der feiten berust deze meening
niet. Integendeel: het onderzoek dier fei
ten ondermijnt haar bestaan meer, dan
dat het haar gunstig zijn zou. Waar zij
voorkomt is ze een postulaat van ons ge
moedsleven. En dat kan ook niet anders,
naar Simmel heeft aangetoond. Daarvoor
komt hier alles te zeer aan op de begrip
pen norm en doel. Ook al werden deze
bij het spreken over den Vooruitgang
veelal maar heel weinig bewust gehan
teerd.
Evenals het Liberalisme, waarin zij al
toos een groote rol heeft gespeeld, is deze
Idee een kind der Aufklarung geweest.
Want deze laatste was volstrekt niet zoo
onhistorisch als zij gewoonlijk wordt
voorgesteld. Hoe zij er uit voortgekomen
is? Êrich Seeberg's bespiegelingen over
de „Verfalls-idee" en de „Traditions-idee"
in de kerkgeschiedenis, die daarbij een
rol zouden hebben gespeeld, kunnen hier
niet voldoen. Veel meer is er voor te zeg
gen den verbindingsschakel te zoeken in
de Theodicee-gedachte, zooals wij die bij
Leibniz vinden.
Nadat de spreker vervolgens kort de
gescheidenis der Vooruitgangs-idee had
geschetst en er op gewezen had, hoe het
Duitsche Idealisme en de biologische evo
lutie-leer de ontwikkeling en den invloed
ervan zeer ten goede waren gekomen, be
streed hij Boehmer, die in 1923 de mee
ning verkondigde, dat zij thans ter ziele
is. Uit de werken van Ferd. Tönnies en F.
Müller-Lyer en uit verschillende Ameri-
kaansche uitingen werd het tegendeel be
wezen.
Ten slotte ging het over de overeen
komst tusschen het geloof aan den Voor
uitgang en de voorstelling, die de Chris
telijke geSchied-philosophie zich op grond
van het werelddrama pleegt te vormen.
En over de verhouding van die beide.
Dat laatstgenoemde in de 18e eeuw het
schema der profetie van Daniël losliet,
om zich meer bij de gedachten van Pau-
lus aan te sluiten, werd daarbij als een
gevolg van het opkomen der Vooruit
gangs-idee voorgesteld. Terwij 1^ die idee
van den Vooruitgang harerzijds een ratio
naliseering en seculariseering van Chris
telijke gedachten werd genoemd. Losge
sneden van haar natuurlijken wortel, die
in de Goddelijke Openbaring was gele
gen, leefden deze laatsten als verlangen
naar een Millennium voort. Daarom heeft
het ook geen nut zich te mengen in het
geschil over de vraag, of er Vooruitgang
is of niet. Wij hebben hier met een psy
chische grootheid te doen, die zooals
zij haar gedenatureerd-zijn toont in haar
innerlijke tegenstrijdigheden krachtens
haar afkomst onuitroeibaar moet worden
geacht.
VEREENIGING „DR. SCHEURERS
HOSPITAAL".
De 2de algemeene vergadering van de
Vereen. „Dr. Scheurers Hospitaal" wordt
Woensdag 26 October gehouden, des mid
dags om half twee in d Keerekraa. yllh
dags om half twee in de Kerkeraadska-
mer van de Keizersgrachtkerk (ingang
Kerkstraat) te Amsterdam. Ds. Pos, die
met verlof hier te lande vertoeft, hoopt
te spreken over: „De medische zending,
als middel voor den overgang van den in
lander tot het Christendom". Dr. J. G.
Scheurer hoopt het slotwoord te spreken.
BINNENLAND.
HOFBERICHTEN.
De Koningin wordt a.s. Dinsdag
avond van Het Loo te 's-Gravenhage
verwacht, en zal Donderdagochtend
27 dezer van Den Haag uit naar Nij
megen vetrekken tot bijwoning der
opening van het Maas-Waalkanaal.
Naar vernomen wordt, zullen
Prins en Prinses Ri Gin van Korea,
die naar gemeld van 26 tot 00 dezer
naar Den Haag komen, een bezoek
aan de Koningin brengen.
HET SPOORWEGONGEVAL BIJ
RIJSWIJK.
De commissie van onderzoek inza
ke het spoorwegongeval te Rijswijk
(de commissie-Van der Vegt) heeft
haar werkzaamheden aangevangen.
Gisteren heeft deze commissie 't reg
lementaire onderzoek, dat na ieder
spoorwegongeval plaats heeft, gehou
den, terwijl zij voorts bezig is met de
samenstelling van de lijst van namen
van personen, die binnenkort, wan
neer het openbare onderzoek aan
vangt, zullen moeten worden gehoord.
In den loop dezer week zal worden
beslist, wanneer dat openbare onder
zoek zal worden gehouden.
DE RIJKSMIDDELEN.
Dat ziet er, op den eersten aanblik
niet mooi uit. Herfstmaand van 1927
blijft bij September 1926 ruim ander
half millioen ten achter. Wel wordt
de maand-raming nog met 600.000
overtroffen; maar de mogelijkheid
van een daling van het totaal-op-
brengstcijfer was den laatsten tijd
schier buiten onzen gezichtskring ge
raakt. Het eindcijfer over September
brengt ons deze mogelijkheid weder
in herinnering. Tegen 41.550.000 in
September 1926, werd in September
1927 slechts 39.989.000 ontvangen.
Bij nadere beschouwing der cijfers
wijkt de ongerustheid echter een wei
nig naar den achtergrond.
Want de meeste middelen brachten
in September 1927 meer op, dan iu
September 1926.
Inkomstenbelasting steeg met
940.000, vermogensbelasting met
65.000, invoerrechten met 454.000,
geslachts-accijns met 67.000, gedis
tilleerd met 158.000, bier m. 29.000,
suiker m. /'473.000, tabak m. 153.000.
Tegenover dezen vooruitgang ston
den zeker enkele dalingen: grondbe
lasting met 48.000, personeele belas
ting met 207.000, zegel- en registra
tierechten tezamen met 319.000, en
successie-rechten met bijna drie ton.
Echter zouden deze dalingen geens
zins opwegen tegen de genoemde stij
gingen, ware het biet dat de opbrengst
der dividend- en tantième-belasting
eene vermindering aanwees van ruim
drie millioen gulden.
Dit feit bewijst, dat de verbazing
wekkende opbrengst dezer belasting
in Juli 1927 van 6.296.000, tegen
slechts 2.725.000 in Juli 1926, inder
daad, gelijk wij onderstelden, v.ur
een deel aan vervroegde betaling moet
worden toegeschreven. Behoeft de
daling dezer heffing in de laatst ver-
loopen maand dus geen ongerustheid
te wekken, omdat het ontbrekende
feitelijk reeds binnen is, zoo is het
toch goed op te merken, dat, bij sa
mentelling van de opbrengsten der
beide maanden (Juli en September),
de voorsprong van 1927 slechts een
half millioen bedraagt. Over de drie
thans bekende kwartalen van 1927
wijst deze belasting, in vergelijking
rnet 1926, een totalen vooruitgang aan
van anderhalf millioen gulden.
De geheele uitkomst van deze drie
kwartalen, dus de opbrengst van alle
gewone middelen, kan niet anders
dan tot voldoening stemmen:
Opbrengst 9 mnd. 1927 379.533.000
Opbrengst 9 mnd. 1926 364.863.000
Stijging in 1927 14.670.000
Opbrengst 9 mnd. 1927 379.533.000
Raming voor 9 mnd. 354.381.000
Opbrengst boven raming 25.152.000
Mocht het vierde kwartaal van '27
de raming overtreffen met het gemid
delde van de meeropbrengst over de
eerste drie kwartalen, alzoo met
8.384.000; dan zou de totale meeval
ler over 1927 kunnen bedragen
25.152.000 4- 8.384.000 33.536.000
S T ATEN-GENER A AL.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag 19 October.
De VOORZITTER deelt mee, dat de cen
trale afdeeling besloten heeft, op Don
derdag 3 Nov. in de afdeelingen te on
derzoeken een wetsontwerp, dat aan een
termijn gebonden is en vandaag in de
Tweede Kamer aan de orde is, en het
wetsontwerp betreffende de samenvoeging
van de departementen van oorlog en van
marine, waaromtrent de stukken uit In-
die zijn aangekomen bij het departement
van koloniën en heden of morgen aan
de leden zullen worden uitgedeeld.
Woensdagavond 2 November zal de
Kamer dan vooraf bijeenkomen.
Benoeming van een commies-griffier.
Aan de orde is de benoeming van een
commies-griffier der Kamer.
Eerste vrije stemming: Uitgebracht wor
den op Mr. A. L. de Block 11, mr. A. E.
T. Kooien IQ, mr. J. R. Verhey 10, mr. N.
van Hasselt 8, dr. E. J. Brugmans 2 en
mr. H. Van Raalte 1 st.
Tweede vrije stemming: mr. de Block
12, mr. van Hasselt 10, mr. Kooien 10 en
mr. Verhey 10
Zoodat herstemming moet plaats-heb
ben tusschen mr. de Block en een der 3
andere candidaten, die door een tusschen-
stemming moet worden aangewezen.
Tusschenstemming: mr. van Hasselt 20,
mr. Kooien 18, mr. Verhey 1 st. Verder 2
blanco's en 1 ongeldige st.
Herstemming: mr. de Block 22 en mr.
van Hasselt 20 st.
Zoodat benoemd is mr. A. L. de Block.
Voorts deelt de VOORZITTER mee, dat
door mr. de Block zal kunnen worden ge
rekend op een aanvangs-jaarwedde van
ƒ3400, zijnde de aanvangsjaarwedde, bij
Koninklijk besluit van 21 Januari 1925 no.
45 bepaald voor den commies-griffier der
Eerste Kamer.
Spr. dankt voorts de heeren Janssen,
van den Bergh, de Veer. van der Hoeven
en Mendels, die den arbeid der Kamer bij
het onderzoeken van het wetsontwerp in
zake de naamlooze vennootschappen ver
gemakkelijkt hebben door het ontwerpen
van een leidraad.
De vergadering wordt te 11.55 gesloten.
Gistermiddag half 2 ging de Kamer in de
afdeelingen.
TV/EEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag 19 Oct.
De uitbreiding van de interpellatie-
de Visser over de huiszoeking bij de
Indoneeische studenten wordt toege
staan. De interpellatie-aanvraag van
mevr. De VriesBruins over de vac
cinatie wordt ingetrokken in verband
met het antwoord van den Minister
op de vragen van den heer Krijger.
Aan de orde is de overeenkomst
met de Rotterd'amsche Bankvereen.
De heer VLIEGEN (S.D.) betoogt,
dat staatshulp beter aan slachtoffers
dan aan schuldigen gegeven kan wor
den. Er waren verliezen en toch kwam
winst op de balans voor. De justitie
had reeds in 1924 moeten ingrijpen.
Spr. meent, dat de Staten-Generaal
niet drie jaar na dato, doch onver
wijld geraadpleegd had moeten wor
den e?> wenscht staatstoezicht op de
banken. Hij is geneigd tegen te stem
men.
De heer VAN GIJN (V.B.) neigt ook
tot tegenstemmen. Hij critiseert den
steun door het opkoopen van 17 mil
lioen aandeelen tegen het advies der
Nederlandsche Bank zonder overleg
met de Staten-Generaal.
Spr. meent, dat de Staten-Generaal
de garantie niet behoeven goed te
keuren, doch een afwachtende hou
ding kunnen aannemen
De heer OUD (V.D.) betoogt, dat ga
rantie noodig was om de Robaver
over het moeilijke punt heen te hel
pen en dat bij weigering van de ga
rantie de gevolgen voor het oecono-
ïnische leven zeer ernstig zouden zijn
geweest. Spr. meent, dat de Kamer
het ontwerp niet kan verwerpen, om
dat de staat reeds gebonden is door
de regeenng en ondanks de uitspraak
Ier Kamer gebonden blijft.
Ook de heer LOVINK (C-H.) meent
dat ie rege.-ring terecht ingreep. Spr.
weu<cht slechts weten waarom de
Regcering 'nging tegen bet advie9 van
tl* Nederlandsche Bonk
De Minister van Financiën, de heer
DE GEER, toont met- cijfers aan dat
de val van de Robaver groote gevol
gen zou gehad hebben. Voorts gaat hij
de geschiedenis na en toont aan dat
de gebondenheid van den Staat ont
staat zoodra de volksvertegenwoordi
ging de Ww-t heeft aangenomen
Na re- en dei hek wordt het ontwerp
aangenomen met 57 t*gen 28 st.
Zonder hoofde-ijke stemming wordt
aangenomen het wetsontwerp op de
Dividend- en Tantièmebelasting en
dat op de crisisdiensten.
Daarna is aan de orde het ontwerp
van -vet op het reserve-personeel der
landmacht.
Pe heer TER LAAN (8 D.^ maakt
bezwaar tegen aanwijzing van ver
plichte opleiding van de Socia;.'-de-
ïnocraten, die bezwaar hebben iegen
instandhouding van het leger.
De heer TILANUS (C.-H.) acht de
eischen voor de officiersopleiding ge
steld veel te zwaar. Voorts dringt hij
aan op een scherpe selectie voor de
officieren wat hun geestelijke stem
ming aangaat; aanvoerder te maken
van propagandistenvoor de ontwa
pening is uit dc-n hooze.
De heer DUYMAER VAN TWIST
(A.-R.) bestrijdt het betoog van den
heer Ter Laan.
Dc Minister van Oorlog,- de heer
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
22. —o—
„Zeker geloof ik dat", gaf ze heftig
ten antwoord. „En houdt toch op, met
die onverdraaglijke benamirig "mijn
kind' te geven. Ik ben een volwas
sen mensen, met al de rechten daar
van. Maar ze worden mij niet toege
staan. Dat is het.
„Maar Ebba Andree", sprak de
professor daartusschen, „zijt ge het
niet eens met elkaar? Is dat moge
lijk? Mijn vrouw en ik hadden nooit
verschil van meening".
Maar de twee hoorden hem niet.
,.Ik zou waarlijk niet gaarne heb
ben, dat mijn liefde vergeleken werd
met die, welke Kunowsky voor Hele-
ne gevoelt", sprak Andree op vasten
toon. „want dat is in hetgeheel geen
liefde, die hem tot een werktuig van
de vrouw maakt. Men spreek^, er reeds
van, dat hij begint te speculeeren. Zij
zal hem misschien ongelukkig maken
op de een of andere manier. Ik
echter ben niet blind, ik laat me niet
leiden, ik laat niets van me maken,
maar ik waak over je, ik leid je. en
door mijn liefde wil ik een tevreden
vrouw van je maken".
„Een tevreden vrouw?" riep Ebba
bijna hoohend. „Als dat de vervulling
is van de stoute droomen en verlan
gens, dan is het de moeite niet waard,
gedroomd, verlangd te hebben. Maar
dat is het juist: jullie wilt me opslui
ten in een vreeselijk klein kringetje!
Mijn leven moet zijn als dat van je
moeder: altijd rondloopen in een krin
getje van plichten, als een paard in
een tredmolen. Zoo'n arm dier blin-
doekt men tenslotte nog. Ik echter zie!
En ik wil uit dat kringetje weg. Ik
ben voor iets hoogers bestemd. Ik heb
gaven en krachten als een man. ep ik
wil ze ontwikkelen en gebruiken".
Andree werd zeer bleek.
„Ontwikkel en gebruik uwe krach
ten en gaven tot welzijn van het huis,
dat we samen in liefde willen stich
ten", sprak hij.
„Als men mij dat liet doen! Maar
dat is het juist: vraag ik wat, dan heet
het: dat gaat ons vrouwen niet aan.
dat is mannenwerk! Alle^ wat de
tijd met zich brengt, moet ik aan mij
voorbij laten stroomen en dom en on
verschillig aan den oever blijven staan
Ik houd van je, zeker, ik heb je lief;
maar om mijn leven lang met je moe
der samen je kousen te breien en je
eten te koken, daarom heb ik niet toe
gestemd je vrouw te worden. Ik ver
wacht een betere, hoogere gemeen
schap met je".
Andree hield innig veel van zijn
moeder. Het was een vreeselijk oogen
blik voor hem, toen de geliefde haar
zoo n lagen rang aanwees. Als zooveel
zonen van edele moeders, had hij zich
een voorstelling gemaakt van de
vrouw, die eens zijn vrouw zou zijn,
naar het beeld en karakter van zijn
moeder, heel onbewust, heel natuur
lijk.
Hij had er zich ook nooit over ver
wonderd. dat zijn moeder nauwelijks
belang stelde in de dingen, die buiten
het huishouden, het welzijn van haar
zoon en de gebeurtenissen in de arbei
dersfamilies van de fabriek lagen. Het
leven van zijn moeder was op die
manier gevuld en rijk aan zegen. Hij
dacht dat het leven van iedere goede
echtgenoote en moeder zoo gevuld en
zoo rijk aan zegen moest zijn. Dat een
vrouw, behalve dat, nog sterke geeste
lijke behoeften kon hebben, was hem
nooit in de gedachte gekomen. Wat
onderhoudende lectuur, wat muziek
en schilderijen, al naar de talenten wa
ren, dat vond hij gebruikelijk en zeer
te billijken tijdverdrijf voor een vrouw
Domme vrouwen verveelden hem; hij
was altijd blij, dat Ebba een vlug ver
stand had, en had zich voorgenomen
zich liefdevol en deelnemend te wijden
aan haar ledige uren tot haar af
dalen! zou hij hebben kunnen zeggen,
als hij het bij den rechten naam wilde
noemen.
Als hij van vrouwen las of hoorde,
die zich in kunst en wetenschap naam
gemaakt hadden, waren dat voor hem
uitzonderingen, die men erkennen en
bewonderen moest. Ze stonden echter
zoo ver van zijn eigen kring af, dat hij
er nooit over gedacht had, hoe zulke
vrouwen het met liefde in het huwe
lijk stelden. Eens echter, jaren geleden
had zijn weg er eene zeer zeer na
bij gevoerd. Maar juist deze ervaring
had er toe bijgedragen, hem het vrou-
wenideaal. dat zich in zijn moeder be
lichaamde. als het hoogste en eenige
begeerenswaardige te doen aanhan-
gep.
„Je hebt mijn moeder niet lief?"
vroeg hij, uit een diep nadenken ont
wakend.
Ebba zag, dat ze hem een groot ver
driet aangedaan had.
Dat wilde ze niet neen, niet klein
hatelijk, en heftig hem ondankbaar
krenken waar hij zoo roerend liefhad.
De liefde van een volwassen man
voor zijn moeder is altijd roerend. Ook
Ebba was reeds dikwijls door zijn
trouw als zoon getroffen geweest.
Maar hoe moest men dan uit
noodweer om zich heen slaan, zonder
daarbij iemand te kwetsen? Hoe rui
ten inslaan en toch verhoeden, dat de
frissche buitenlucht iemand huiverig
maakte?
„Ik houd van je moeder, ik heb
achting voor haar, ik ben haar dank
baar", sprak ze snel. „Maar ik ben
van een jonger geslacht en ik kan niet
zijn zooals zij. Ik wil niet het slacht
offer van vooroordeelen worden, die
toch overal aan den kant worden ge
zet."
„Vooroordeelen duren hun tijd uit
en verdwijnen dan. Wat echter duizen
den jaren voortduurt, is eeuwige waar
heid. Vrouw blijft vrouw. Natuurwet
ten laten zich niet veranderen", zelde
Andree. „Papa geeft me misschien
gelijk".
De professor, die als een ongelukki
ge toeschouwer in een hoekje van de
sofa op Ebba's manteltje zat, knikte
een paar maal.
Dat was zijn thema.
„Tot de meest wonderbaarlijke ver
schijnselen van de beschaving be
hoort", begon hij ijverig doceerend tot
zijn schoonzoon opziend, „dat de mo-
raal-filosofie, en dientengevolge, ook
de ethische vraagstukken der vrouw,
in het geheel niet veranderd zijn, aan
geen vooruitgang onderworpen. Dat
kan oogenschijnlijk ongelooflijk schij
nen, maar Mackintosh heeft gelijk: in
de moraal zijn geen veranderingen;
meer dan 3000 jaren zijn verloopen.
sedert de Pentateuch geschreven werd
en wie kan zeggen, dat sedert dien de
levensregels zich merkbaar veranderd
hebben?
Mijn lieve kind, alle ware godsdien
sten, hebben in de moraal hetzelfde
geleerd. Zij alle schrijven voor. het
goede te doen, de ouders te eefen, de
hartstochten te beteugelen, aan boven
hen gestelde machten te gehoorzamen
zij alle vorderen van de vrouw huise
lijkheid en deugd.
Als ge wilt, zal ik je later de bewij
zen toonen, -en je een paar plaatsen
laten lezen uit Kant, Elphinstone.
Pre9co.tt, Mackay en anderen.
(Wordt vervolgd).