CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Gil nummer beslaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belanorijkste nieuws io dit Nummer. 8s,e JAARGANG ZATERDAG 15 OCTOBER 1927 NUMMER 2257 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden, worden da* gelijks geplaatst ad, 40 cents De dood in den pot. De uitdrukking, die wij aan het hoofd van dit artikel geplaatst hebben, heeft in ons spraakgebruik een tamelijk mat te, min of meer neutrale beteekenis gekregen. Wanneer wij van een of an deren kring zeggen, dat het daar ,,de dood in den pot" is, bedoelen wij, dat er weinig kracht van uitgaat, dat er een duffe atmosfeer heerscht. Doch oorspronkelijk had deze uit drukking een geheel andere beteeke nis: nie* slechts dat er geen kracht ten goede doch dat er een sterke kracht ten kwade, een macht ter verderfenis heerscht. Om den oorspronkelijken zin dezer uitdrukking te begrijpen moeten wij de geschiedenis waaraan zij ontleend is, opslaan, en die vinden wij in 2 Kon. 4 38—41. Het was in een tijd van hongers nood, dat de profeet Elisa zich te Gil gal bevond te midden der profetenzo nen. Elisa zeide tot zijn dienaar: ,,Neem den grooten pot en kook soep voor de profetenzonen". Een dezer laatste begaf zich naar 't veld om moeskruiden te verzamelen en hij was wat blij toen hij een soort van wilden wijnstok vond. Hij verza melde van de gele vruchten daarvan zijn kleed vol en ging ijlings naar huis. Dat was nog eens een meevaller in dezen tijd van schaarschte! Deze profetenzoon had evenwel wat onder theologen meer voorkomt weinig verstand van plantkunde en wist niet dat het de zeer vergiftige kolokwinten waren, die hij verzameld had. Hij sneed ze in stukken, wierp ze in den pot en er werd soep van ge kookt. De soep werd opgeschept en zij aten. Nauwelijks echter hadden zij er van geproefd, of zij begrepen aan den bitteren smaak welk een fout er be gaan was. Vol ontzetting keerden zij zich van de spijze af, zeggende: ,,Man Gods! de dood is in den pot." En zij konden het niet eten. Deze geschiedenis is een beeld van de wereld waarin de zonde werkt en alle levensterrein als het ware door trokken heeft. Niet het minst in on ze dagen zien we die doorwerking der zonde op het duidelijkst aan den dag treden. Ook wat zich als neutraal" aandient, hoe mooi het er van buiten uitzien moge, draagt in zich het doo- delijk vergif. De zonde heeft alle gebied van het menschelijk leven aangetast. Met God en Zijn Woord wordt niet meer gere kend. „Geen nood, wij redden 't zon der Hem," roept de moderne mensch Doch „die het zeggen, zinken". Ziet die doorwerking van het gif der zonde op het gebied van het ge zinsleven: de banden die het huisge zin samenbinden, worden steeds los ser, en de huwelijksmoraal zinkt steeds dieper. „Man Gods! de dood is in den pot." Ziet het op het terrein van het pu blieke leven, waar de organisaties die met God en Zijn Woord niet reke nen veelszins den toon aangeven, 't Zijn al ongeloofs- en revolutiekreten, die ge verneemt. „Man Gods!-de dood is in den pot." Ziet het in de moderne letterkunde, waarin de zonde niet slechts vergoe lijkt doch niet meer als zonde erkend wordt. Ziet het, om niet meer te noe men, op het terrein der pers; zijn de „neutrale" en vrijzinnige dag- en weekbladen niet het meest in aantal en het ruimst verspreid? Ook hier geldt het „Man Gods! de dood is in den pot!" Willen wij onszelven bewaren voor het doodelijk gif dat er in werkt, dan zullen wij goed doen, onszelf en onze kinderen verre daarvan te houden. Er bestaat een middel tegen dit doo delijk vergif. Een zeer eenvoudig mid del. Elisa zeide: „Brengt mij wat meel", en toen zij hem dat gegeven hadden, wierp hij het in den pot en zeide: „Schep op voor de menschen dat zij eten". De uitwerking was verrassend, want „er was niets kwaads meer in den pot". Ook hier hebben wij van den profeet te leeren, welke onze roeping is te midden eener wereld, die doortrokken is van het doodelijke gif der zonde. Wij hebben daartegenover te stellen het meel des Evangelies. Misschien zal men weinig verwach ten daarvan. Wat beteekent zoo'n handje vol meel in dien grooten pot met giftige kolokwinten? Doch laat ons het liever zonder beeldspraak zeggen. Wat zullen onze Christelijke vak organisaties tegenover de zooveel ster kere moderne, die vereenigd zijn in het machtige I. V. V.? Wat zal onze Christelijke litteratuur die nog zoo weinig beteekent, die ook artistiek dikwijls nog niet aan redelij ke eischen voldoet? Wat zal onze Christelijke pers, die toch niet concurreeren kan met die \an de overzijde, waar men het kapi taal heeft en (vooral in eigen oogen) het intellect? Doch laat ons niet moedeloos wor den. Wanneer wij trouw onze roeping vervullen en het meel des Evangelies strooien, dan zullen wij over de uit komst verwonderd staan. Soms zien we reeds in deze bedee ling iets van de overwinning onzer be ginselen. Denk slechts aan den strijd voor het Christelijk Onderwijs Wie had een halve eeuw geleden kunnen droomen dat het land met Christelijke scholen als bezaaid zou zijn, ja, dat deze de openb. zouden overvleugelen? Zoo ook op politiek gebied; wie had ten tijde van Groen van Prjnsterer, den „veldheer zonder leger", durven vermoeden, dat nog eenmaal onze mannen tot de hoogste eere-ambten geroepen zouden worden, ja, dat ge durende tal van jaren ons land in Christelijken geest zou worden be stuurd? Maar ook al zien wij het thans nog niet, wij weten dat 3e overwin ning eenmaal zal zijn aan onzen God. Dat de heerschappij der zonde en der ongerechtigheid zal te niet gedaan zijn en dat van de wereld zal gelden: „Ér is niets kwaads meer in den pot". Immers, „wij verwachten, naar Zijne belofte, nieuwe hemelen en een nieu we aarde, in dewelke gerechtigheid woont." STADSNIEUWS. DIRK SCHfiFER. Gisteravond gaf Dirk Schafer zijn 500ste concert in de geheel bezette Foyer van.de Stadsgehoorzaal. Het programma was eenigszins eigen aardig samengesteld. We hebben cns af gevraagd, of het Schafers bedoeling was, een historisch overzicht te geven, wat verschillende componisten wisten te be reiken als klankschilders, als schikkers van vooral brillante kleurharmonieën. En dan heeft hij zeer zeker een schitterende demonstratie gegeven van wat zijn groo- te voorgangers en hijzelf op pianistisch gebied vermochten. Voor alles wat hij speelde is een geperfectioneerde techniek noodzakelijk en een aanslag, die in haar superieure ontwikkeling en variatie het doet voorkomen, of zijn instrument tel kens weer zingt in ander timbre. Bijna iii elk der gespeelde werken hoorden wij vooral harmonische effecten, versierd met loopjes en trillers, een klokjerspel, een stergetwinkel soms. Voor de pauze „La Xenophone" van Ph. E. Bach, muziek zonder veel diepte, maar bekoorlijk en élégant, geestig en eenigszins in den trant van Scarlatti. Vervolgens van Domenico Scarlatti een sonate, brillant geschreven en ge speeld!; een Rondo van Hummel, vol koloratuur; een sierlijk werkje, dat naar den vorm eenigszins aan zijn meester Mo zart herinnert, maar diens diepe senti ment mist. Met Franz Schuberts „Wanderer-fanta sie" zijn we dan in de 19e eeuw aange komen, waartoe Hummel gedeeltelijk ne- crologisch wèl, maar door zijn schrijfwij ze nog niet zoozeer behoorde. Men voelt in Schuberts werk dadelijk het eigenaar dige rhythmische motief, waaruit zich een klankenwereld ontwikkelt, geheel an ders gekleurd dan de voorafgegane com posities. Het werk is ook meer melodisch van karakter. Het is geïnspireerd op Schuberts lied: „Der Wanderer" en heel duidelijk komt de melodie op „Die Sonne dünckt mich hier so kalt" te voorschijn, om een bijna symphonische bewerking te ondergaan. Vol afwisseling is deze fan tasie. Het 2e deel lijkt een treurmarsch, innig weemoedig gespeeld. Soms denkt men even aan Beethovens pathos, als de opstand komt, maar Schubert is Schu bert en weldra vervalt hij in een passage die Schafer voordroeg als een lang en mijmerend verhaal. Langen tijd hoort men in de linkerhand de toets van den grond toon terwijl de rechter allerlei figuraties maakt. En dan gromt het weer uit den vleugel; maar niet lang; want Schubert werpt er even een echt Schubertsche wals tusschen om ten slotte te eindi gen met een Fugato van het thema. De voordracht was schitterend. Niet minder brillant was na de pauze de voordracht van „Gaspard de la Nuit" van Maurice Ravel, die klankgedichten, waarin op zeer bijzonder moderne wijze nieuwe combinaties en effecten zijn ge zocht. Soms vraagt, men zich af, vooral bij de beide laatste of dit alles nu wel echt muziek is, of Ravel niet meer cere braal dan echt muzikaal heeft gewerkt. Het is alles zoo wonderlijk. Maar indien iemand onzer deze muziek aannemelijk kan maken, dan is het zeer zeker Scha fer, clie ze met algeheele overgave ten gehoore brengt. Na een klein bruisend werkje „Gaité" van Busoni genoten wij een compositie van Schafer zelf „Variaties op een wals „Wiener Blut" van Johan Strauss, waar uit bleek, dat de concertgever als zoo vele van zijn groote voorgangers over een rijke fantasie beschikt en de midde len bezit, deze te uiten. Er'blijkt ook uit, uat de moderne Franschén op Schafer, als componist, weinig invloed hebben ge had, maar dat hij de meeste affiniteiten bezit met de meesters der Romantiek. Door geestdriftig applaus werd de pia nist herhaaldelijk beloond voor zijn bril lant spel. ACTIE TEGEN DE NIEUWE CHR. SCHOOL IN HET MORSCHKWARTIER. De Vereen, voor Chr. Onderwijs ver zond aan de Vereen, voor Volksonderwijs het volgend Schrijven: ln antwoord op uw schrijven d.d. 8 October j.l deelen wij U mede, dat wij niet zullen ingaan op uw noodiging om de openbare vergadering bij te wonen door u te beleggen op 14 October a.s., en dat wel uit de navolgende overwe gingen: Het is een gewoon verschijnsel, dat er, wanneer voorstanders van Chr. Onderwijs een actie beginnen tot oprichting van ëen Christelijke school, uit den kring der tegenstanders een contra-actie ont staat en wij hebben genoeg geschiedenis doorgemaakt om te weten, dat die tegen standers heel moeilijk andere dan min derwaardige motieven aan de zijde van de voorstanders kunnen veronderstellen. Het schijnt voor hen een uitgemaakte zaak, dat de voorstanders de bepalingen van de Wet op het Lager Onderwijs op een bedenkelijke wijze moeten hanteeren en dat een nobele werkwijze alleen aan den kant der tegenstanders is te wach ten. Het komt ons voor, dat ook nu dit ver schijnsel weder klaar aan den dag treedt. Gij beschuldigt ons van een zeer ernstig vergrijp en de ernst van die beschuldi ging bracht er ons toe de zaak nog eens nauwkeurig te onderzoeken. De rapporten die ons bereiken, overtuigden ons van de ongegrondheid van uwe aantijgingen, ge lijk wij ter uwer kennis brachten. Toch blijft gij bij uwe beschuldigingen, wil die waarschijnlijk straks in het publiek her halen. Uw ja zal dan weer tegenover ons neen staan; een onvruchtbare discussie zal het negatieve gevolg zijn van een der gelijke vertooning. Wij achten het niet wenschelijk voor zulk een vruchteloozen strijd onzen tijd te geven. Ondanks uw beweren blijven wij ons volle vertrouwen schenken aan de ver klaringen, die voor ons mondeling als schriftelijk werden afgelegd. Wij kunnen niet inzien, dat verklaringen van man nen, die durfden beweren, dat het Chr. Onderwijs inferieur is, omdat er zooveel tijd afmoet voor de „Christelijkheid"; dat onze actie onderwijzers broodeloos maakt; dat Chr. Onderwijs beteekent verhooging van belasting enz. meer waarde zouden hebben, dan die te onzer beschikking staan. Wij onthouden ons van een qualifica- tie der bovengenoemde strijdmiddelen. Gerust laten wij die aan de publieke opi nie over. Wij constateeren eenvoudig, dat wij reden hebben onze mannen meer te vertrouwen dan wie ook en dat wij rustig en beslist blijven afwijzen, wat ons door u ten laste wordt gelegd. Door onze mannen is niet gezegd, dat ouders, die onze lijsten teekenden, daar mede geen verplichting op zich namen om hunne kinderen naar de op te richten Christelijke school te zenden. Wel is er soms op de vraag of men bij teekening de kinderen al dadelijk van de openbare school moest nemen geantwoord, dat men ze gerust op de Openbare school kon laten, totdat de nieuwe school daar zou zijn, gelijk op de vraag of men zich ook verbond de kinderen naar de nieuwe school te zenden bij eventueele verhuizing enz., het antwoord luidde, dat zulke buitengewone omstandigheden van alle verplichting ontsloegen. Uit derge lijke antwoorden, gerukt uit het verband, een beschuldiging te smeden als ons voor de voeten wordt geworpen, getuigt niet van grootheid van karakter. Wat mis schien door verschillende menschen in onderling gesprek is gezegd, kunnen wij uitteraard niet voor onze rekening ne men. Dat het echter ons streven zou zijn geweest ten koste van waarheid en waar digheid slechts zooveel mogelijk liand- teekeningen te verzamelen, kan wel hier uit een insinuatie blijken, dat wij geval len zouden kunnen noemen, waarin de handteekening niet werd geaccepteerd van personen, die, hoewel uitgesproken niet-voorstanders van Chr. Onderwijs, om ons ter wille te zijn op onze lijsten wil den teekenen. Overigens, de voorstanders van Chr. Onderwijs zijn het gewoon en kunnen het heel goed hebben, dat hen docr ve* len een plaats wordt ontzegd onder het denkend deel der. natie. Doch dat wij door u voor zóó onnoozel worden aange zien, dat wij niet zouden begrijpen, dat wij met de door u geincrimineerde wijze van werken onze zaak onherstelbaar schaden zouden, dat doet on^ aan uw zij de toch wel een zeer opvallende naieve- ieit vermo:den. Bovendien durven wij u verzekeren, dat ons zedelijk besef wel in die mate ont wikkeld is, dat wij een handeling als de ons aangewrevene, minstens evenzeer zouden veroordeelen als u het meent te moeten doen. Wij meenen, dat de naam onzer Vereeniging u daar eenige waar borg voor kon schenken. De vereeniging voor Volksonderwijs doe, wat zij meent te moeten doen. Al leen, zij doe het met zuivere wapenen, gelijk wij ons voornemen de belangen van het Morsch-kwartier met eerlijke middelen te dienen. PROTESTVERGADERING VAN „VOLKSONDERWIJS". Naar aanleiding van het prae.advies van B. en W. inzake de eventueele op heffing van een openbare school en het verleenen van medewerking tot het op richten van een bijzondere school in het Morschkwartier alhier heeft gisteravond de afdeeling Leiden van Volksonderwijs onder voorzitterschap .van Prof. Dr. B. D. Eerdmans in het Nut een openbare vergadering gehouden. In de goed bezette vergadering was o.m. aanwezig de heer Vriend, referen daris van de afdeeling onderwijs van de gemeente-secretarie, alsmede een groot aantal raadsleden. 'Liet doel der vergadering, aldus begon de voorzitter zijn inleiding, beoogt niet te zijn een actie tegen het bijzonder on derwijs als zoodanig. Volksonderwijs wil ook de wet loyaal doen uitvoeren. Het komt spr. echter voor, dat de wij ze, waarop thans is opgetreden bij de in zameling van handteekeningen om een bijzondere school in het Morschkwartier te krijgen, onjuist moet worden be schouwd, hetgeen spr. uitvoerig uiteen zette. In tegenstelling met de toezegging die B. en W. destijds aan spreker in den raad hadden gedaan, verklaren B. en W. thans in hun prae-advies, geen reden te hebben een nader onderzoek in te stel len naar de handteekeningen, op de be treffende lijsten voorkomende. De vereeniging heeft alle ouders, wier namen onder de lijsten voorkomen, doen bezoeken, waarbij bleek, dat hiervan 32 ouders, tezamen vertegenwoordigende 58 kinderen, niet de bedoeling hadden deze kinderen naar de nieuwe bijzondere school te zenden. Onjuist moet dan ook genoemd worden, dat aan den door de wet gestelden eisch, n.l. dat redelij kerwijze verwacht mag worden, dat op den datum van het ingediende v -rzoek tot oprichting van een bijzondere school minstens 80 kinderen (het voor Leiden gestelde aantal) deze zullen bezoeken, is voldaan. Ondanks dit wil het gemeente bestuur geen nader onderzoek instellen. De vereeniging voor christelijk onder wijs te Leiden aan wie een rapport van lm door volksonderwijs ingestelde onder zoek is toegezonden heeft geantwoord, geen reden te hebben op de ingediende gegevens nader terug te komen, noch ver klaarde zij zich bereid in deze vergade ring te komen. Aan de hand van cijfers toonde spr. aan, dat in de laatste jaren aan bouw kosten van christelijke scholen te Lei den ruim 1 Yi millioen gulden is besteed. Spr. acht het dan ook niet in het belang der gemeente, dat er nog een nieuwe bij zondere school gesticht wordt, als het verlangen daartoe niet in voldoende ma te aanwezig is. Spr. hoopte ten slotte, dat er nog middelen zullen gevonden wor den om te voorkomen, dat de nieuwe school in het Morschkwartier er komt. Op deze aan het slot luid toegejuichte inleiding volgde een uitvoerig debat, waar bij zoowel voor- als tegenstanders van het bijzonder onderwijs het woord voer den. D r. J. G. v a n E s begon met te verkla ren, dat hij zelf geen lid is van de Ver. voor Chr. Onderwijs doch van de Geref. Schoolvereeniging en dus niet alle han delingen van eerstgenoemde vereeniging tot in finesses kan beoordeelen. Spr. hand haafde evenwel met kracht het recht der voorstanders van het Chr. Onder wijs zooveel mogelijk propaganda voor die school te maken. Er is een breede schare van menschen, die op den rand van de kerk leven en het gaat er om dezen te behouden voor de kerk, waartoe het Chr. Onderwijs een machtig middel Binnenland- Huldiging van Dr. N. J. Beversen te Leiden. De actie tegen de nieuwe Chr* School in het Morschkwartier. Een verzoek om tijdelijke opheffing van den indirecten vaccine-dwang. Wetsontwerp ingediend tot herstel van de 7-jarige leerverplichting. Buitenland De redding van Ruth Elder. Tsjang Tso-lin s troepen z'Ti de pro vincie Sjansi binnengerukt. De regeering te Hankau wordt ent bonden; Nanking krijgt de leiding. Aanslag op den Albaneeschen ge zant te Praag. Spr. betoogde voorts, de noodzakelijk heid der te stichten Chr. School in het Morschkwartier, die zooveel te meer nog klemt, zoolang er nog een burg over het Galgewater is en het dus bezwaar lijk is voor de bewoners van deze wijk de kinderen naar de school in het Noordeinde te zenden. De heer M. G. Verwe ij, soc.-dem. lid van den gemeenteraad, verklaarde er no ta van genomen te hebben, dat hier van de zijde van het Chr. onderwijs erkend wordt dat deze school een propaganda- instituut is. Spr. zal daaruit de conclu sie trekken om bij zijn optreden in den Gemeenteraad deze school voortaan te bestrijden. De heer D. Parmentier legde er al len nadruk op. dat hij dezen avond geen voldoende bewijs heeft gehoord voor de bewering, dat bij de inzameling van handteekeningen onjuist zou zijn opge treden. De heer J a c. Wilbrink was dezen avond gekomen om zich te oriënteeren inzake deze kwestie en had eveneens geen bewijzen gehoord voor de bewerin gen der tegenstanders van het Chr. on derwijs. De voorzitter verdedigde nogmaals het standpunt van „Volksonderwijs". D r. v. E s, repliceerende, las o.m. een citaat van het gewezen soc.-dem. Kamer lid Van Ivuykhof, waarin deze verklaar de, dat de S.D.A.P.sche onderwijzers ook in de school propaganda voor hun begin sel moesten maken (veel beweging in de zaal en protesten van soc.-dem. zijde). Ten slotte werd een motie aangenomen, waarbij den raad verzocht wordt in dit- stadium de aanvragen af te wijzen en een nieuw onderzoek naar de handtee keningen te doen instellen. Hierna gaf de heer van Hamel de ver eeniging in overweging, haar aandacht te schenken aan de artikelen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van den genees kundigen medewerker over de afschaf fing der vaccinatie. De voorzitter zegde overweging toe, en sloot hierna de vergadering. ZILVEREN PROFESSIEFEEST. Heden is het feest in het R.K. Paro chiaal Armen- Wees- en Oudeliedenhuis St. Jacobsgracht 1. De Eerw. Zuster Hb- sario, die sinds de komst der eerste Eerw. zusters Dominicanessen van Voorschoten in bovengenoemde inrichting n.l. 30 Oct. 1916, daar werkzaam is, viert thans haar zilveren professiefeest. Zij ontving tal van gelukwenschen en blijken van belangstelling. TENTOONSTELLING OOSTENRIJKSCHE KUNSTNIJVERHEID. In de tweede helft van November, zal in de Lakenhal een tentoonstelling ge houden worden van Oostenrijksche Kunst nijverheid, waarvoor de directeur mr. dr. J. C. Overvoorde, tijdens zijn verblijf te Weenen, verschillende toezeggingen ont ving, waarbij belangrijke steun werd on dervonden van den Oostenrijkschen ge zant hier te lande, dr. Duffek en van de professoren Hofrath. Aug. Schslag en Oberbaurath Jozef Hofman te Weenen. De vereeniging NederlandOostenrijk heeft zich bereid verklaard om de kunst voorwerpen van de Haagsche tentoon stelling uan Leiden af te staan geduren de den tijd, dat de afdeeling scl 'Tderij- en naar Rotterdam gaat. Aan de tentoonstelling zal een afdee ling bouwkunst worden toegevoegd, waar voor Baurath prof. Theisz te Weenen zijn medewerking heeft toegezegd. INTERNATIONAL ASTRONOMICAL UNION. Zooals reeds gemeld, zal op uitnoodi- ging van de Nederlandsche Regeering hier ter stede van 513 Juli 1928 ge houden worden het driejaarlijksche con gres der „International Astronomical Union". De helde vorige congressen, in 1928 te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1