CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Gil nummer beslaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Belanorijkste nieuws io dit Nummer.
8s,e JAARGANG
ZATERDAG 15 OCTOBER 1927
NUMMER 2257
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per weekf 0.19
Franco per post per kwartaal 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden, worden da*
gelijks geplaatst ad, 40 cents
De dood in den pot.
De uitdrukking, die wij aan het hoofd
van dit artikel geplaatst hebben, heeft
in ons spraakgebruik een tamelijk mat
te, min of meer neutrale beteekenis
gekregen. Wanneer wij van een of an
deren kring zeggen, dat het daar ,,de
dood in den pot" is, bedoelen wij,
dat er weinig kracht van uitgaat, dat
er een duffe atmosfeer heerscht.
Doch oorspronkelijk had deze uit
drukking een geheel andere beteeke
nis: nie* slechts dat er geen kracht ten
goede doch dat er een sterke kracht
ten kwade, een macht ter verderfenis
heerscht.
Om den oorspronkelijken zin dezer
uitdrukking te begrijpen moeten wij de
geschiedenis waaraan zij ontleend is,
opslaan, en die vinden wij in 2 Kon.
4 38—41.
Het was in een tijd van hongers
nood, dat de profeet Elisa zich te Gil
gal bevond te midden der profetenzo
nen. Elisa zeide tot zijn dienaar:
,,Neem den grooten pot en kook soep
voor de profetenzonen".
Een dezer laatste begaf zich naar 't
veld om moeskruiden te verzamelen
en hij was wat blij toen hij een soort
van wilden wijnstok vond. Hij verza
melde van de gele vruchten daarvan
zijn kleed vol en ging ijlings naar
huis. Dat was nog eens een meevaller
in dezen tijd van schaarschte!
Deze profetenzoon had evenwel
wat onder theologen meer voorkomt
weinig verstand van plantkunde en
wist niet dat het de zeer vergiftige
kolokwinten waren, die hij verzameld
had. Hij sneed ze in stukken, wierp ze
in den pot en er werd soep van ge
kookt.
De soep werd opgeschept en zij
aten. Nauwelijks echter hadden zij er
van geproefd, of zij begrepen aan den
bitteren smaak welk een fout er be
gaan was. Vol ontzetting keerden zij
zich van de spijze af, zeggende: ,,Man
Gods! de dood is in den pot." En zij
konden het niet eten.
Deze geschiedenis is een beeld van
de wereld waarin de zonde werkt en
alle levensterrein als het ware door
trokken heeft. Niet het minst in on
ze dagen zien we die doorwerking der
zonde op het duidelijkst aan den dag
treden. Ook wat zich als neutraal"
aandient, hoe mooi het er van buiten
uitzien moge, draagt in zich het doo-
delijk vergif.
De zonde heeft alle gebied van het
menschelijk leven aangetast. Met God
en Zijn Woord wordt niet meer gere
kend. „Geen nood, wij redden 't zon
der Hem," roept de moderne mensch
Doch „die het zeggen, zinken".
Ziet die doorwerking van het gif
der zonde op het gebied van het ge
zinsleven: de banden die het huisge
zin samenbinden, worden steeds los
ser, en de huwelijksmoraal zinkt
steeds dieper. „Man Gods! de dood is
in den pot."
Ziet het op het terrein van het pu
blieke leven, waar de organisaties die
met God en Zijn Woord niet reke
nen veelszins den toon aangeven, 't
Zijn al ongeloofs- en revolutiekreten,
die ge verneemt. „Man Gods!-de dood
is in den pot."
Ziet het in de moderne letterkunde,
waarin de zonde niet slechts vergoe
lijkt doch niet meer als zonde erkend
wordt. Ziet het, om niet meer te noe
men, op het terrein der pers; zijn de
„neutrale" en vrijzinnige dag- en
weekbladen niet het meest in aantal
en het ruimst verspreid? Ook hier
geldt het „Man Gods! de dood is in
den pot!"
Willen wij onszelven bewaren voor
het doodelijk gif dat er in werkt, dan
zullen wij goed doen, onszelf en onze
kinderen verre daarvan te houden.
Er bestaat een middel tegen dit doo
delijk vergif. Een zeer eenvoudig mid
del.
Elisa zeide: „Brengt mij wat meel",
en toen zij hem dat gegeven hadden,
wierp hij het in den pot en zeide:
„Schep op voor de menschen dat zij
eten". De uitwerking was verrassend,
want „er was niets kwaads meer in
den pot".
Ook hier hebben wij van den profeet
te leeren, welke onze roeping is te
midden eener wereld, die doortrokken
is van het doodelijke gif der zonde.
Wij hebben daartegenover te stellen
het meel des Evangelies.
Misschien zal men weinig verwach
ten daarvan. Wat beteekent zoo'n
handje vol meel in dien grooten pot
met giftige kolokwinten?
Doch laat ons het liever zonder
beeldspraak zeggen.
Wat zullen onze Christelijke vak
organisaties tegenover de zooveel ster
kere moderne, die vereenigd zijn in
het machtige I. V. V.?
Wat zal onze Christelijke litteratuur
die nog zoo weinig beteekent, die ook
artistiek dikwijls nog niet aan redelij
ke eischen voldoet?
Wat zal onze Christelijke pers, die
toch niet concurreeren kan met die
\an de overzijde, waar men het kapi
taal heeft en (vooral in eigen oogen)
het intellect?
Doch laat ons niet moedeloos wor
den. Wanneer wij trouw onze roeping
vervullen en het meel des Evangelies
strooien, dan zullen wij over de uit
komst verwonderd staan.
Soms zien we reeds in deze bedee
ling iets van de overwinning onzer be
ginselen. Denk slechts aan den strijd
voor het Christelijk Onderwijs Wie
had een halve eeuw geleden kunnen
droomen dat het land met Christelijke
scholen als bezaaid zou zijn, ja, dat
deze de openb. zouden overvleugelen?
Zoo ook op politiek gebied; wie had
ten tijde van Groen van Prjnsterer,
den „veldheer zonder leger", durven
vermoeden, dat nog eenmaal onze
mannen tot de hoogste eere-ambten
geroepen zouden worden, ja, dat ge
durende tal van jaren ons land in
Christelijken geest zou worden be
stuurd?
Maar ook al zien wij het thans
nog niet, wij weten dat 3e overwin
ning eenmaal zal zijn aan onzen God.
Dat de heerschappij der zonde en der
ongerechtigheid zal te niet gedaan zijn
en dat van de wereld zal gelden: „Ér
is niets kwaads meer in den pot".
Immers, „wij verwachten, naar Zijne
belofte, nieuwe hemelen en een nieu
we aarde, in dewelke gerechtigheid
woont."
STADSNIEUWS.
DIRK SCHfiFER.
Gisteravond gaf Dirk Schafer zijn 500ste
concert in de geheel bezette Foyer van.de
Stadsgehoorzaal.
Het programma was eenigszins eigen
aardig samengesteld. We hebben cns af
gevraagd, of het Schafers bedoeling was,
een historisch overzicht te geven, wat
verschillende componisten wisten te be
reiken als klankschilders, als schikkers
van vooral brillante kleurharmonieën. En
dan heeft hij zeer zeker een schitterende
demonstratie gegeven van wat zijn groo-
te voorgangers en hijzelf op pianistisch
gebied vermochten. Voor alles wat hij
speelde is een geperfectioneerde techniek
noodzakelijk en een aanslag, die in haar
superieure ontwikkeling en variatie het
doet voorkomen, of zijn instrument tel
kens weer zingt in ander timbre. Bijna
iii elk der gespeelde werken hoorden wij
vooral harmonische effecten, versierd met
loopjes en trillers, een klokjerspel, een
stergetwinkel soms.
Voor de pauze „La Xenophone" van
Ph. E. Bach, muziek zonder veel diepte,
maar bekoorlijk en élégant, geestig en
eenigszins in den trant van Scarlatti.
Vervolgens van Domenico Scarlatti een
sonate, brillant geschreven en ge
speeld!; een Rondo van Hummel, vol
koloratuur; een sierlijk werkje, dat naar
den vorm eenigszins aan zijn meester Mo
zart herinnert, maar diens diepe senti
ment mist.
Met Franz Schuberts „Wanderer-fanta
sie" zijn we dan in de 19e eeuw aange
komen, waartoe Hummel gedeeltelijk ne-
crologisch wèl, maar door zijn schrijfwij
ze nog niet zoozeer behoorde. Men voelt
in Schuberts werk dadelijk het eigenaar
dige rhythmische motief, waaruit zich
een klankenwereld ontwikkelt, geheel an
ders gekleurd dan de voorafgegane com
posities. Het werk is ook meer melodisch
van karakter. Het is geïnspireerd op
Schuberts lied: „Der Wanderer" en heel
duidelijk komt de melodie op „Die Sonne
dünckt mich hier so kalt" te voorschijn,
om een bijna symphonische bewerking
te ondergaan. Vol afwisseling is deze fan
tasie. Het 2e deel lijkt een treurmarsch,
innig weemoedig gespeeld. Soms denkt
men even aan Beethovens pathos, als de
opstand komt, maar Schubert is Schu
bert en weldra vervalt hij in een passage
die Schafer voordroeg als een lang en
mijmerend verhaal. Langen tijd hoort men
in de linkerhand de toets van den grond
toon terwijl de rechter allerlei figuraties
maakt. En dan gromt het weer uit den
vleugel; maar niet lang; want Schubert
werpt er even een echt Schubertsche
wals tusschen om ten slotte te eindi
gen met een Fugato van het thema. De
voordracht was schitterend.
Niet minder brillant was na de pauze
de voordracht van „Gaspard de la Nuit"
van Maurice Ravel, die klankgedichten,
waarin op zeer bijzonder moderne wijze
nieuwe combinaties en effecten zijn ge
zocht. Soms vraagt, men zich af, vooral
bij de beide laatste of dit alles nu wel
echt muziek is, of Ravel niet meer cere
braal dan echt muzikaal heeft gewerkt.
Het is alles zoo wonderlijk. Maar indien
iemand onzer deze muziek aannemelijk
kan maken, dan is het zeer zeker Scha
fer, clie ze met algeheele overgave ten
gehoore brengt.
Na een klein bruisend werkje „Gaité"
van Busoni genoten wij een compositie
van Schafer zelf „Variaties op een wals
„Wiener Blut" van Johan Strauss, waar
uit bleek, dat de concertgever als zoo
vele van zijn groote voorgangers over
een rijke fantasie beschikt en de midde
len bezit, deze te uiten. Er'blijkt ook uit,
uat de moderne Franschén op Schafer,
als componist, weinig invloed hebben ge
had, maar dat hij de meeste affiniteiten
bezit met de meesters der Romantiek.
Door geestdriftig applaus werd de pia
nist herhaaldelijk beloond voor zijn bril
lant spel.
ACTIE TEGEN DE NIEUWE CHR.
SCHOOL IN HET MORSCHKWARTIER.
De Vereen, voor Chr. Onderwijs ver
zond aan de Vereen, voor Volksonderwijs
het volgend Schrijven:
ln antwoord op uw schrijven d.d. 8
October j.l deelen wij U mede, dat wij
niet zullen ingaan op uw noodiging om
de openbare vergadering bij te wonen
door u te beleggen op 14 October a.s.,
en dat wel uit de navolgende overwe
gingen:
Het is een gewoon verschijnsel, dat er,
wanneer voorstanders van Chr. Onderwijs
een actie beginnen tot oprichting van
ëen Christelijke school, uit den kring
der tegenstanders een contra-actie ont
staat en wij hebben genoeg geschiedenis
doorgemaakt om te weten, dat die tegen
standers heel moeilijk andere dan min
derwaardige motieven aan de zijde van
de voorstanders kunnen veronderstellen.
Het schijnt voor hen een uitgemaakte
zaak, dat de voorstanders de bepalingen
van de Wet op het Lager Onderwijs op
een bedenkelijke wijze moeten hanteeren
en dat een nobele werkwijze alleen aan
den kant der tegenstanders is te wach
ten.
Het komt ons voor, dat ook nu dit ver
schijnsel weder klaar aan den dag treedt.
Gij beschuldigt ons van een zeer ernstig
vergrijp en de ernst van die beschuldi
ging bracht er ons toe de zaak nog eens
nauwkeurig te onderzoeken. De rapporten
die ons bereiken, overtuigden ons van de
ongegrondheid van uwe aantijgingen, ge
lijk wij ter uwer kennis brachten. Toch
blijft gij bij uwe beschuldigingen, wil die
waarschijnlijk straks in het publiek her
halen. Uw ja zal dan weer tegenover ons
neen staan; een onvruchtbare discussie
zal het negatieve gevolg zijn van een der
gelijke vertooning. Wij achten het niet
wenschelijk voor zulk een vruchteloozen
strijd onzen tijd te geven.
Ondanks uw beweren blijven wij ons
volle vertrouwen schenken aan de ver
klaringen, die voor ons mondeling als
schriftelijk werden afgelegd. Wij kunnen
niet inzien, dat verklaringen van man
nen, die durfden beweren, dat het Chr.
Onderwijs inferieur is, omdat er zooveel
tijd afmoet voor de „Christelijkheid"; dat
onze actie onderwijzers broodeloos maakt;
dat Chr. Onderwijs beteekent verhooging
van belasting enz. meer waarde zouden
hebben, dan die te onzer beschikking
staan.
Wij onthouden ons van een qualifica-
tie der bovengenoemde strijdmiddelen.
Gerust laten wij die aan de publieke opi
nie over. Wij constateeren eenvoudig, dat
wij reden hebben onze mannen meer te
vertrouwen dan wie ook en dat wij rustig
en beslist blijven afwijzen, wat ons door
u ten laste wordt gelegd.
Door onze mannen is niet gezegd, dat
ouders, die onze lijsten teekenden, daar
mede geen verplichting op zich namen
om hunne kinderen naar de op te richten
Christelijke school te zenden. Wel is er
soms op de vraag of men bij teekening
de kinderen al dadelijk van de openbare
school moest nemen geantwoord, dat
men ze gerust op de Openbare school
kon laten, totdat de nieuwe school
daar zou zijn, gelijk op de vraag of men
zich ook verbond de kinderen naar de
nieuwe school te zenden bij eventueele
verhuizing enz., het antwoord luidde, dat
zulke buitengewone omstandigheden van
alle verplichting ontsloegen. Uit derge
lijke antwoorden, gerukt uit het verband,
een beschuldiging te smeden als ons voor
de voeten wordt geworpen, getuigt niet
van grootheid van karakter. Wat mis
schien door verschillende menschen in
onderling gesprek is gezegd, kunnen wij
uitteraard niet voor onze rekening ne
men. Dat het echter ons streven zou zijn
geweest ten koste van waarheid en waar
digheid slechts zooveel mogelijk liand-
teekeningen te verzamelen, kan wel hier
uit een insinuatie blijken, dat wij geval
len zouden kunnen noemen, waarin de
handteekening niet werd geaccepteerd
van personen, die, hoewel uitgesproken
niet-voorstanders van Chr. Onderwijs, om
ons ter wille te zijn op onze lijsten wil
den teekenen.
Overigens, de voorstanders van Chr.
Onderwijs zijn het gewoon en kunnen
het heel goed hebben, dat hen docr ve*
len een plaats wordt ontzegd onder het
denkend deel der. natie. Doch dat wij
door u voor zóó onnoozel worden aange
zien, dat wij niet zouden begrijpen, dat
wij met de door u geincrimineerde wijze
van werken onze zaak onherstelbaar
schaden zouden, dat doet on^ aan uw zij
de toch wel een zeer opvallende naieve-
ieit vermo:den.
Bovendien durven wij u verzekeren, dat
ons zedelijk besef wel in die mate ont
wikkeld is, dat wij een handeling als de
ons aangewrevene, minstens evenzeer
zouden veroordeelen als u het meent te
moeten doen. Wij meenen, dat de naam
onzer Vereeniging u daar eenige waar
borg voor kon schenken.
De vereeniging voor Volksonderwijs
doe, wat zij meent te moeten doen. Al
leen, zij doe het met zuivere wapenen,
gelijk wij ons voornemen de belangen
van het Morsch-kwartier met eerlijke
middelen te dienen.
PROTESTVERGADERING VAN
„VOLKSONDERWIJS".
Naar aanleiding van het prae.advies
van B. en W. inzake de eventueele op
heffing van een openbare school en het
verleenen van medewerking tot het op
richten van een bijzondere school in het
Morschkwartier alhier heeft gisteravond
de afdeeling Leiden van Volksonderwijs
onder voorzitterschap .van Prof. Dr. B. D.
Eerdmans in het Nut een openbare
vergadering gehouden.
In de goed bezette vergadering was
o.m. aanwezig de heer Vriend, referen
daris van de afdeeling onderwijs van de
gemeente-secretarie, alsmede een groot
aantal raadsleden.
'Liet doel der vergadering, aldus begon
de voorzitter zijn inleiding, beoogt niet
te zijn een actie tegen het bijzonder on
derwijs als zoodanig. Volksonderwijs wil
ook de wet loyaal doen uitvoeren.
Het komt spr. echter voor, dat de wij
ze, waarop thans is opgetreden bij de in
zameling van handteekeningen om een
bijzondere school in het Morschkwartier
te krijgen, onjuist moet worden be
schouwd, hetgeen spr. uitvoerig uiteen
zette. In tegenstelling met de toezegging
die B. en W. destijds aan spreker in den
raad hadden gedaan, verklaren B. en W.
thans in hun prae-advies, geen reden te
hebben een nader onderzoek in te stel
len naar de handteekeningen, op de be
treffende lijsten voorkomende.
De vereeniging heeft alle ouders, wier
namen onder de lijsten voorkomen, doen
bezoeken, waarbij bleek, dat hiervan 32
ouders, tezamen vertegenwoordigende 58
kinderen, niet de bedoeling hadden deze
kinderen naar de nieuwe bijzondere
school te zenden. Onjuist moet dan ook
genoemd worden, dat aan den door de
wet gestelden eisch, n.l. dat redelij
kerwijze verwacht mag worden, dat op
den datum van het ingediende v -rzoek
tot oprichting van een bijzondere school
minstens 80 kinderen (het voor Leiden
gestelde aantal) deze zullen bezoeken, is
voldaan. Ondanks dit wil het gemeente
bestuur geen nader onderzoek instellen.
De vereeniging voor christelijk onder
wijs te Leiden aan wie een rapport van
lm door volksonderwijs ingestelde onder
zoek is toegezonden heeft geantwoord,
geen reden te hebben op de ingediende
gegevens nader terug te komen, noch ver
klaarde zij zich bereid in deze vergade
ring te komen.
Aan de hand van cijfers toonde spr.
aan, dat in de laatste jaren aan bouw
kosten van christelijke scholen te Lei
den ruim 1 Yi millioen gulden is besteed.
Spr. acht het dan ook niet in het belang
der gemeente, dat er nog een nieuwe bij
zondere school gesticht wordt, als het
verlangen daartoe niet in voldoende ma
te aanwezig is. Spr. hoopte ten slotte,
dat er nog middelen zullen gevonden wor
den om te voorkomen, dat de nieuwe
school in het Morschkwartier er komt.
Op deze aan het slot luid toegejuichte
inleiding volgde een uitvoerig debat, waar
bij zoowel voor- als tegenstanders van
het bijzonder onderwijs het woord voer
den.
D r. J. G. v a n E s begon met te verkla
ren, dat hij zelf geen lid is van de Ver.
voor Chr. Onderwijs doch van de Geref.
Schoolvereeniging en dus niet alle han
delingen van eerstgenoemde vereeniging
tot in finesses kan beoordeelen. Spr. hand
haafde evenwel met kracht het recht
der voorstanders van het Chr. Onder
wijs zooveel mogelijk propaganda voor
die school te maken. Er is een breede
schare van menschen, die op den rand
van de kerk leven en het gaat er om
dezen te behouden voor de kerk, waartoe
het Chr. Onderwijs een machtig middel
Binnenland-
Huldiging van Dr. N. J. Beversen te
Leiden.
De actie tegen de nieuwe Chr*
School in het Morschkwartier.
Een verzoek om tijdelijke opheffing
van den indirecten vaccine-dwang.
Wetsontwerp ingediend tot herstel
van de 7-jarige leerverplichting.
Buitenland
De redding van Ruth Elder.
Tsjang Tso-lin s troepen z'Ti de pro
vincie Sjansi binnengerukt.
De regeering te Hankau wordt ent
bonden; Nanking krijgt de leiding.
Aanslag op den Albaneeschen ge
zant te Praag.
Spr. betoogde voorts, de noodzakelijk
heid der te stichten Chr. School in het
Morschkwartier, die zooveel te meer nog
klemt, zoolang er nog een burg over
het Galgewater is en het dus bezwaar
lijk is voor de bewoners van deze wijk
de kinderen naar de school in het
Noordeinde te zenden.
De heer M. G. Verwe ij, soc.-dem. lid
van den gemeenteraad, verklaarde er no
ta van genomen te hebben, dat hier van
de zijde van het Chr. onderwijs erkend
wordt dat deze school een propaganda-
instituut is. Spr. zal daaruit de conclu
sie trekken om bij zijn optreden in den
Gemeenteraad deze school voortaan te
bestrijden.
De heer D. Parmentier legde er al
len nadruk op. dat hij dezen avond geen
voldoende bewijs heeft gehoord voor de
bewering, dat bij de inzameling van
handteekeningen onjuist zou zijn opge
treden.
De heer J a c. Wilbrink was dezen
avond gekomen om zich te oriënteeren
inzake deze kwestie en had eveneens
geen bewijzen gehoord voor de bewerin
gen der tegenstanders van het Chr. on
derwijs.
De voorzitter verdedigde nogmaals
het standpunt van „Volksonderwijs".
D r. v. E s, repliceerende, las o.m. een
citaat van het gewezen soc.-dem. Kamer
lid Van Ivuykhof, waarin deze verklaar
de, dat de S.D.A.P.sche onderwijzers ook
in de school propaganda voor hun begin
sel moesten maken (veel beweging in de
zaal en protesten van soc.-dem. zijde).
Ten slotte werd een motie aangenomen,
waarbij den raad verzocht wordt in dit-
stadium de aanvragen af te wijzen en
een nieuw onderzoek naar de handtee
keningen te doen instellen.
Hierna gaf de heer van Hamel de ver
eeniging in overweging, haar aandacht te
schenken aan de artikelen in de Nieuwe
Rotterdamsche Courant van den genees
kundigen medewerker over de afschaf
fing der vaccinatie.
De voorzitter zegde overweging toe, en
sloot hierna de vergadering.
ZILVEREN PROFESSIEFEEST.
Heden is het feest in het R.K. Paro
chiaal Armen- Wees- en Oudeliedenhuis
St. Jacobsgracht 1. De Eerw. Zuster Hb-
sario, die sinds de komst der eerste Eerw.
zusters Dominicanessen van Voorschoten
in bovengenoemde inrichting n.l. 30 Oct.
1916, daar werkzaam is, viert thans haar
zilveren professiefeest.
Zij ontving tal van gelukwenschen en
blijken van belangstelling.
TENTOONSTELLING OOSTENRIJKSCHE
KUNSTNIJVERHEID.
In de tweede helft van November, zal
in de Lakenhal een tentoonstelling ge
houden worden van Oostenrijksche Kunst
nijverheid, waarvoor de directeur mr. dr.
J. C. Overvoorde, tijdens zijn verblijf te
Weenen, verschillende toezeggingen ont
ving, waarbij belangrijke steun werd on
dervonden van den Oostenrijkschen ge
zant hier te lande, dr. Duffek en van de
professoren Hofrath. Aug. Schslag en
Oberbaurath Jozef Hofman te Weenen.
De vereeniging NederlandOostenrijk
heeft zich bereid verklaard om de kunst
voorwerpen van de Haagsche tentoon
stelling uan Leiden af te staan geduren
de den tijd, dat de afdeeling scl 'Tderij-
en naar Rotterdam gaat.
Aan de tentoonstelling zal een afdee
ling bouwkunst worden toegevoegd, waar
voor Baurath prof. Theisz te Weenen zijn
medewerking heeft toegezegd.
INTERNATIONAL ASTRONOMICAL
UNION.
Zooals reeds gemeld, zal op uitnoodi-
ging van de Nederlandsche Regeering
hier ter stede van 513 Juli 1928 ge
houden worden het driejaarlijksche con
gres der „International Astronomical
Union".
De helde vorige congressen, in 1928 te