NIEUWE LEIDSCHE COURANT
DINSDAG 27 SEPT. '27
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
De onmacht en de ingezonken
heid onzer Kerken.
Meer dan ooit, zoo schrijft Dr. Kaa-
jan in de ,,Utrechtsche Kerkbode",
heeft men het in onze dagen over de
onmacht en ingezonkenheid van onze
Gereformeerde Keiken in Nederland.
Komt dit spreken uit waarachtige
liefde tot 's Heeren Kerk in deze lan
den op, dan kunnen we deze klacht
die voorzeker in zelf-aanklacht eindi
gen zal, zeer wei waardeeren.
Waait de wind echter van een
kant, waar men zelf reeds maanden;
bezig is, het losmaken van Gods
Woord in bescherming te nemen en
te sanctioneeren, dan heeft heel dat!
klagen, voor mij althans, weinig" waar
de.
Dat er veel in onze Kerken te be-
-treuren is, is ongetwijfeld we zeg
gen het met schaamte juist. Vooral'
in de groote steden, met haar mas
sale kerken, valt veel te laken. Het
getal der predikanten is doorgaans
te klein. 1
Het getal der 'ouderlingen (en ook
hun gehalte, omdat zoovelen voor
het ouderlingschap bedanken) is te
gering soms.
Te zware arbeid wordt op de schou
der van weinigen gelegd.
Daarbii komt, dat bijvoorbeeld in'
Utrecht onder de vele militairen en'
patiënten, die in de kazernes en zie
kenhuizen een tijdlang bij ons inwo
nen, de arbeid, zal hij goed' worden
verricht, velerlei zorg met zich brengt
Daarom loopt in de groote steden het
werk niet altijd zoo vlot, als we zou
den wenschen.
Toch houde men in zijn klacht mate
Ook in ons Juda zijn nog vele goede
dingen.
Het werk des Heiligen Geestes heeft
niemand onzer in zijn hand. En we
mogen den dag der kleine dingen niet
verachten.
't Is. waar, soms kabbelen de wate
ren des geestelijken levens lustigl
voort. Soms zitten ze vast, als door
een ijsvloer geboeid.
Soms gaat het in de Kerken vlot,
soms gaat alles stroef, koud en kil.
Hoe schoon zou het zijn. indien
in onze Keiken het werk des Gees
tes, het ruischen in Üe toppen der
boomen, duidelijker gehoord1 werd.
De regens des Heiligen Geestes plas
sen niet neer. Hoogstens is er dauw
des Geestes en bij den dauw gaat het
meer geruischloos toe.
Vermeerdere daarom ons gebed tot
den God des levens.
En zij ook onze bede:
Ontwaak, gij Noordenwind.
En kom aan, gij Zuidenwind.
Doorwaai onzen hof;
Opdat zijne specerijen uitvloeien.
Er kome wierook der aanbidding.
Er kome de bittere myrrhe van.
harten, 'die schreien naar God.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
B e r o e p.e n: Te Garmer«volie (Gron
L. de Baan te Drachtstercompagnie
(Friesland).
Aangenomen: Naar Haarlem, G.
J. Wpardenburg te Zierikzée. Naar
Sneek, H. J. Honders te Herveld.
Bedankt: Voor Dirksland, R.
Steenbeek te Wapenveld. „Voor Pols
broek, J. E. Klomp te Oldebroek. Voor
Enter, A. v. d. Kooy te Kampen. Voor
St. Anna!and, C. v. cL Wal te Rgnza-
terwoude.
OEREF. KERKEN.
Bedankt: Voor Surhuisterveen, A.
Rolloos te Z^jndrecht. Voor Jutrijp
Hommerts, E. Douma te Oost-Kapelle.
CHR. GEREF. GEM.
Aangenomen: Naar Gouda, J. B.
G. Groes te Bussum.
GEREF. GEM.
Bedankt: Voor Rijssen, M. Hof
man te Krabbendrjke.
VRIJE EVANG. GEMEENTEN.
Bedankt: Voor Ierseke, D. van
Wijk te Kortrijk.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Zondag werd Ds. J. D. Wielenra,
overgekomen uit Hoofddorp, door Ds.
D. K. Wielinea uit Diemen bevestigd
in dg Geref. Kerk te Fran^ker met een
predikatie over i Sam. 16 :13.
De geme~nAe zong haar nieuwen lee-
raar toe de zegenbede uit Ps. 134:3.
Des avonds hield de leeraar zijn in
tredepreek naar aanleiding van Openb.
i 16. Aan 't slot volgden de gebruike
lijke toespraken. Gesproken werd een
woord van welkom door oud. Mobach,
namens de gemeente. Deze liet toe
zingen Ps. 135 1, 2; door Ds. Wiersma
Oosterbierum namens de classis; door
oud. Hoekstra namens de kerk van
Tzum.
De .heer G. Koolstra sprak een per
soonlijk woord en wees op den steun,
die de dienst des Woords kon geven
aan 't Chr. Onderwijs.
Zondagavond nam Ds. A. Tap af
scheid van de Ned. Herv. Kerk te
Schiedam, na een 44-jarige ambtsbe
diening, waarvan hij 33 jaren te Schie
dam werkzaam was. Tót tekst had Spr.
gekozen 1 Joh. 2 18.
Zeer onder den indruk van het af
scheid werd door de gemeente de af
scheidsrede aangehoord. Spr. eindigde
met een woord tot ambtsbroeders en
kerkmeesters, waarna hij nog toege
sproken werd door zijn collega Ds. J.
W. Tonsbeek, door Ds. Dijkman van
Rozenburg namens den ring Schiedam
en namens het classicaal bestuur, waar
van de scheidende predikant scriba
quaestor was, en door Ds. J. D. de
Stoppelaar.
Zondag nam Ds. Boerkoel afscheid
van de Geref. Kerk te Velsen, die hij
ongeveer 7 jaren gedimd heeft. Hij be
diende het Woord naar aanleiding van
Matth. 16 18.
Na de prediking rich .te de scheidende
leeraar zich tot Kerkeraad en Gemeen
te, tot de vertegenwoordigers van Ge
meentebestuur, Classis en genabuurde
Kerken, tot Commissie van Beheer en
Vereemginaen enz.
Namens den kerkeraad sprak *de heer
De Jong Ds. Boerkoel hartelijk toe,
waarna de schare Ps. 121 :4 toezong.
Vervolgens voerde Ds. Holtrop van
IJmuiden-Oost het woord, op wiens ver
zoek Ps. 134 .-3 gezongen werd.
Laatste spreker was Ds. van Leeuwen
van IJ muiden.
Ds. Boerkoel dankte met een enkel
woord voor de hartelijke woorden tot
hem gericht, waarna de dienst op de
gebruikelijke wijze beëindigd werd.
Zondagmiddag nam Ds. Ti. Pe
tersen afscheid van de Geref. Kerk van
Wolvega, met een predikatie over Pa
125 1 en 2. Namens Kerkeraad en Ge-
Imeente werd de scheidende leeraar
hartelijk toegesproken door ouderling
Visser, en namens de Classis door Ds.
P. Hekman van Lemmer, waarna door
de gemeente de zegenbede uit Ps. 121
werd toegezongen.
EVANGELISATIE.
De heer J. K. Nieuwenhuis, Evange
list te Okkenbroek, gem. Diepenveen,
is benoemd tot voorganger van de Evan
gelisatievereeniging te Edam.
DE GEREF. KERK VAN LOOSDUINEN
In een de vorige week gehouden druk
bezochte vergadering van manslidma
ten der Gerei. Kerk van Loosduioen,
kwam aan de orde een voorstel van
den kerkeraad om Halfweg (tus-
schen Den Haag en Loosduinen) een
tweeden Dienst des Woords in te stellen
en daarvoor te huren de leegstaande
villa „Leyenburg", terwijl dan iederen
Zondag een predikant van elders zal
gienoodigd worden om mede den dienst
waar te nemen.
Dit voorstel werd met groote instem
ming ontvangen.
De kerkeraad heeft dan ook besloten
tot de uitvoering van een en ander over
te gaan, zoodat waarschijnlijk half Oct.
de dubbele diensten reeds een aanvang
zullen nemen. De kerkeraad heeft aan
de gemeente medegedeeld, dat Zondag
2 Oct. in de Godsdienstoefening zal
worden herdacht, hoe vóór 40 jaar de
Geref. Kerk ter plaatse geïnstitueerd
werd. Bij deze gelegenheid zal er een
bijzonder? collecte gehouden word n
voor de inrichting van bedoekte villa
tot kerkzaak Reeds kwam voor uit doel
f400.binnen-
Gil TEN EN LEGATEN.
Uit de nalatenschap van wijlen den
heer J. ten Haven, overleden te Hilver
sum, werd ontvangen voor den bouw
eener Geref. Kerk over 't Spoor f 500;
voor de Diaconie der Geref. Kerk f 500
voor het Verrleegfonds, uitgaande van
de Diaconie der Geref. Kerk f250, en
voor de Zending der Geref. Kerk f250.
OPENBAARHEID VAN KERKELIJKE
VERGADERINGEN.
Men heeft ons wel een3 gevraagd,
hoe het toch komt, dat van de Synode
der Geref. Kerken- ren vrel uitvoeriger
verslag in ons blad verschijnt dan van
die dgr Ned. Herv. Kerk, welke telken
jare gehouden wordt.
Natuurlijk ligt de reden daarvan niet
in voorkeur voor de een of andere kerk
Als anti-revolutionair orgaan kiezen we
in dezen geen partij.
Maar wel ligt de oorzaak in het niet
openbaar zijn van de zittingen der Her
vormde Synode. Thans levert Prof. H.
Th. Obbink in het „Alg. Weekblad voor
Christendom en Cultuur' 'een welspre
kend pleidooi voor openbaarheid van
kerkelijke vergaderingen. Aanleiding is
h t vo rste' v n d n h e A. P. Abramrz
te Amsterdam aan den Hervormden
Kerkeraad aldaar, om de vergaderin
gen van dezen Raad openbaar de doen
zijn en van alle kerkeraadsvergaderin-
gen een verslag op te nemen in het
..Preciikbeurtenblad (De voorsteller
bedoelt natuurlijkeen werkelijk ver
slag, niet eenige korte aantekeningen
zooals gebruikelijk zijn).
Natuurlijk komen er in kerkeraads-
eD andere kerkelijke vergaderingen
kwesties voor, die met gesloten deuren
moeten worden behandeld, schrijft
Prof. O. maar dit is geen reden om het
overige niet publiekelijk te behande
len; u'e zittingen van de Synode der
Geref. Kerken zijn in het algemeen
openbaar.
De vraag is maar of men het wil.
Het komt schr. voor, dat het niet wil
len vooral door drie factoren wordt
beheerscht
ie. het is nooit gebeurd.
2 e. het is veel knusser in besloten
kring.
3e het dient nergens toe de Kerke
lijke vergaderingen openbaar te ma
ken.
Het eerste is een argument, dat in
de kerkelijke wereld altijd ver boven
pari staat, "'n omdat het niet een
Beredeneerd argum nt is. maar diep
in het ond .rbcwust? wortelt, kan men
het ook meekijk ïftet verstandelijke ar
gumenten te lijf gaan. Het moet door
beter inzicht werden Overwonnen, en
ik vrees, dat dat lang zal duren.
Het tweede argument is goeddeels
ook een gevoelskwestie. Toch is dit
beter met argumenten te benaderen
dan het eerste. Laten we beginnen
met toe te stemmen: het is knusser
in besloten kring- men behoeft niet
zoo op zijn woorden te passen, men
kan zonder bezwaar- eens iets onbe
nulligs zeggenmaar- van kerkelij
ke waareng heids bek leed ?rsmag
zooveel zeliverlcochening worden ver
wacht, dat men bereid is het
„knusse" op te ofieren in het belang
der gemeenue die men ,;dient".
Het derde argument ngt geheel voor
tegen-argumentatie bloot. Het zou ner
gens tce dienen de kerkelijke ver
gaderingen in het openbaar te hou
den? Is men dan blind voor den ellen-
digen toestand, dat niemand belang
stelt in wat men daar doet? Is het in
orde als te midden van een bloeiend?
kerkelijke gemeente ten besturend
lichaam zetelc in de donkerheid eenor
besloten vergadering, zoodat honder
den leden der gemeente niet eens
hun namen kennen? Is afgesloten
heid het middel om belangstelling te
wekken voor eigen werk, dat men
toch zelf blijkbaar belangrijk genoeg
vindt om er tijd en kracht 'aan te ge
ven? Wordt de volkomen afwezigheid
van de belangstelling .der gemeente
leden in het werk van den Kerkeraad
niet als beleediging .^gevoeld?
Schr. eindigt met een betoog over
de moeilijkheid om in de tegenwoordige
omstandigheden geschikte en gewillige
krachten voor kerkelijke colleges te vin
den, en concludeert, flat het hooe tijd
is om de bakens te verzetten; zelfs al
is het dan niet uitgesloten, dat in open
bare vergaderingen sommige broeders
„voor de tribune" zullen getuigen. Maar
laat men elk bezwaar tegen verandering
gelden, „dan zijn wij met St Jutte-
mis nog geen stap verder".
MEMOIRES DER PLAATSEN-
GEEFSTERS.
Dr. F. van Gheel Gildemeester schrijft
in de „Haagsche Kerkbode" over de
zusters, die in de Herv. kerkgebouwen
plaatsen aanwezen aan kerkbezoekers,
die in dat bepaalde gebouw geen vaste
plaats hadden. We lezen:
„Wij hebben er in onze 44 Haagsche
jaren al vele gekend. Trouwe en toe
gewijde; ook wel eens eon enkele, over
wie door kerkgangers geklaagd werd.
En enkelen die ons amuseerden; 0 wan
neer zjj' eens hare mémoires konden
schrijven. Vermakelijk zouden ze zijn;
en somtijds een breeaheid van opvatting
bewijzen, die eiken huurder van eigen
plaatsen deugd mag doen. Zoo weet
een kwieke plaatsbewaarster wel welke
plaats zij in een drukke beurt gerust
kan laten bezetten, ook al is het een
eigenaarsplaats. „Die mevrouw komt
toch niet bij Ds. A." zegt ze; en ze
heeft gelijk. „Waarom" die mevrouw
dat „niet doet"; ja, daar heeft zij zich
niet mee te bemoeien. Maar ze doet het
niet. Een andere mevrouw die in de
Regentessekerk haar plaats had. kwam
daar alleen als Ds. Cramer of Ds. Mey-
jes preekten; uit de Groote Kerk weet
ik nog van een méneer, die kwam bij
Ds. Koetsveld of bü mij. Een heel
enkelen keer ook bij Ds. Bryce dien zij
Bryssie noemden.
Ook weet ik nog goed welk een te
leurstelling ondergeteekende in den eer
sten tijd zijner Haagsche bediening aan
het gi.de der plaatsengeefsters berok
kend^ heeft; waardoor dacht u? Door
zijn heldere stem. ,,'t Is niks gedaan met
dien nieuwen dominé", zoo werd er ge
klaagd; „je krijgt van niemand 'es 'n
gulden om wat dichterbij te zitten".
„Hè je hier geen plaats; nou da's nog
niks; ga 'k boven zitten, daar versta
je 'm even goed". ,,Nee hoor, da's Ik «el
wat anders aan Fiiertje; dié kan soms
•zoo heerlik zachies prate, daar ver
dient een mensch nog wel's een gul-
detje an".
Ai deze eigenaardigheden behoorden
bij „die branche".
CHR. BEWAARSCHOOL-ONDER
WIJZERESSEN.
Onder voorzitterschap van Mej. B.
Bruininghuis heeft Zaterdag te Vlaar-
dingen de 24e jaarvergadering van de
Vereeniging van chr. bewaarschool
onderwijzeressen in Nederland plaats
gehad. Uit de door Secretaresse en
Peimingmeesteresse uitgebrachte ver
slagen bleek o. m., dat bet aantal
leden der vereeniging 370 en het aan
tal begunstigers 150 bedraagt en de
rekening over het afgeloopen boek
jaar in ontvangst èn uitgaaf met
3737.65 sluit.
Namens de vereeniging Ontving
Mej. van Zon die van 1907 af de func
tie van Penningmeesteresse heeft be
kleed, en thans als zoodanig heeft be
dankt, onder dankbetuiging voor door
haar aan de vereeniging bewezen
diensten een zilveren bloemenvaas.
Vervolgens werd verslag uitgebracht
over het maandblad, de bibliotheek
en de vereeniging Helpt elkaar.
Tot lid van het Hoofdbestuur werd
gekozen Mej. Urban te Oosterbeek,
terwijl de heer J. Hobma te Utrecht
als adviseur der vereeniging werd
herbenoemd.
In de middagvergadering deed de
heer Heblij eenige mededeelingen om
trent examens en hield de heerJ. B.
Visser, hoofd eener chr. m.u.l.o-
school te Rotterdam, 'n referaat over:
Heeft de moderne psychologie iets tot
de bewaarschool te zeggen?
Besloten werd, de volgende jaarlijk-
sche vergadering te Leiden te houden.
BETERE MEISJESSCHOOL.
„Ik wil opkomen voor een vrije meis
jesschool, dis in haar vrijheid nic-t
wordt belemmerd door verplichtingen
jegens een zusterafdeeling, die niet
bang hoeft te zijn om ven^eleken te
worden met H. B. S. of Gymnasium!,
cmdat zij te weinig punten van ver
gelijking piet die scholen zal opleve
ren aldus schrijft Dr. M. J. Aalbers
RECLAME
MEISJESJURKEN
van wollen popeline In:
Korenïlauw, Fraise, Cerise en Beige.
Geplooid rokje en handgeborduurde
gatneering
leeftijd 6 jaar
3.00.
Stijging 25 cent per 5 c.M.
KINDERGOED IS ONZE
SPECIALITEIT.
Vrij Entrée
Vrij Entrée
Hamaker in „Gezin en School".
„Een meisjesschool, wear de werk
sfeer niet verontrust wordt door e n
eindexamen of door concurren iezucht
waar het criterium voor de leerstof
en de leermethede uitsluitend gelegen
zal' zij?, in haar geschiktheid voor de
vermin?, van het meisje tot een zelf
standig waarnemende en denkende
vrouw".
Het laatrt: nummer van „Gezin en
School .waaraan wij h*t bovenstaande
ontkenen, bevat no? tal van wenschen
aangaande een and re en bet re meis
jesschool dan wij thans bezitten.
„Voor een groote groep is zij noo.lig"
zegt C .W. Sangstèr War naars, .zii
zaï dat altijd blijven, misschien selfs
meer en meer vjerden, naar mate men
aan psycnoloei 'h inzicht wint, voor
liaar en het zqn er velen dio
eerst subjectief geïnteresseerd móeten
zijn voor zij <Je leers'ef graag en goxl
verwerken kunn^. Bi'; in tegen3te ling
met de groote algemecne wro'^ Lrigheid
•de behoefte om te kennen van demoos-
te jongere:* op c'i n te Lijd.
„Ik wil op eten voorgrond stellen wat
de goede meisjes?chod, cn zij allem,
te geven heelt, d.i. end' r de leiding yan
begaafde, vrouwelijke le r krach ten en
geest van vertrouwelijkheid, waarin wat
in de meisjes looit, uitgesproken kan
worden, lesuren die haar opwekken tot
verder doordringen in wat "aan belang
stelling rawekt wordt.
„Als leervakken hoeren er thuis: al
die vakken, die tot de persoonlijke er
varing spreken. Dat zijn dus in de
eerste plaats: d? litteratuur-vakken,
dan kunstgeschieden's, b'ologi? en hy
giëne, de beginselen van psychologie
in verband met opvoeding en ethica
sport, muziek handwerken in
den ruimsten zin, (teekenen^ sloyd, we
ven,^ ontwerpen enz.|. geschiedenis en
aardijkskunde. De school moet de
beste kansen geven voor verdere studie
Open staan voor de leerlingen van de
M. H. B. S.: a. de se?ooi voor Maat
schappelijk werk; b. Je huishoud- en
industrieschool; c. de opleiding voor
kinderverzorging en opvo ding; d. ver
schillende exam?ns to: bevo-gahcil op
onderwijsgebied; e. de Universiteit na
afgelegd btaats-examen. Van deze groe
pen stelt alleen het Staats examen dwin
gende eischen, die in strijd zjjn met den
door mij gestelden lesrooster.
„Zoo gespecialiseerd en op een psy
chologische basis inlicht, heeft de
Meisjesschool niet all ea bestaansrecht
maar een grootsche toekomst, omdat zij
in een werkelijke behoef .e voorziet".
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
3) —o—
„Hoe kunt ge gelooven, dat zoo iets
ooit je lot zal zijn," zeide Ebba en be
gon de ongelukkige doeken aan elkaar
te naaien, „jij, die zelf niet kunt lief
hebben, of het je ten minste verbeeldt,
het niet te kunnen?"
„Misschien juist daarom," zeide He-
lene halfluid met een geheimzinnig
lachje.
„Van zich zelf iets maken is beter,
dan op den man wachten, die iets van
ons zal maken. Ik gevoel me sterk ge
noeg, naar ieder doel te streven."
„En toch zou je gelukkig zijn. als
doctor Altenek zich eindelijk- verklaar
de.
„Helene!"
„Stuif niet op! Ach, schat, wat zijn
we arml Eigenlijk hebben we niets
dan een flauwe hoop."
„Als het ernst werd, zou je mijnheer
von Kunowsky toch niet nemen," zei
de Ebba en begon uit de spiegelkast
tafelgoed, servetten en vorken en mes
sen te nemen.
Ze dekten samen de tafel voor «V
sofa, want de huiskamer was ten-ebi
eetkamer. En daarbij gingen *e vo^
op den onschuld'vs rn toon d'e mo?
lïjkste vragen van het leven te besnre-
ken, als kinderen <1ie vewirhtig over
dingen spreken, die ze slechts opper
vlakkig kennen.
„Daar het den heer von Kunowsky
toch nooit ernst wordt, kan ik het zeg
gen: natuurlijk zou ik hem nemen,
want als hij er toe besloot, dan zou
dat toch het bewijs zijn, dat hij groote
liefde gevoelt," zeide Helene en legde
alle servetten op verkeerde plaatsen,
wat Ebba dadelijk verbeterde.
„Het zou toch eeu soort van ver
koop zijn," zeide Ebba.
„Verkoop?" riep Helene en sloeg de
handen ineen. „Verkoop? Als ik me
verwaardig een man te nemen die me
razend liefheeft? Ik ben een vrouw!
Het is me ai dikwijls voorgekomen,
alsof je in het geheel niet sterk ge
noeg het koninklijke bewustzijn mei
je omdraagt wat het zeggen wil:
vrouw te zijn!"
„Heb maar eens een koninklijk be
wustzijn, als men eten op crediet moet
laten halen," merkte Ebba bitter op
„Ach jahet eten! Wat moet
vrouw Vosz halen?"
„Nucomme toujours. Drie por
ties van den Hoppelmanschen burger
lijken middagpot a 50 cent," zeide
Ebba.
„Als we nog ten minste champagne
rn Irufielpurée op crediet haalden!
!??t 7ou nog geniaal zijn. Maar kool en
worst! Je zult zien, dat het kool is.
j isi altijd als wij bij Hoppelman eten
•ten halen, is het dat. Ik kan de lucht
niet verdragen. Alles wat sterk riekt,
is me een gruwel! Hé!" zeide Helene
huiverend, al bij voorbaat onaange
naam aangedaan door den sterken
koolgeur, en ging weg om de werk
vrouw om het eten te zenden.
Dadelijk daarop zag men vrouw
Vosz dan ook over de straat gaan; zij
had voor haar grijze lusteren japon
een wit schort gebonden en een brui
nen gehaakten kraag omgedaan. Aan
den arm droeg ze een stapel witte
schotels, die door een zwarten leeren
riem te zamen werden gehouden. De
jonge meisjes keken haar na.
„Weet je," zeide Helene, „vrouw
Vosz is van een nationaal-economisch
standpunt gezien een verblijdender
verschijnsel dan wij."
Ebba moest lachen.
„We zullen eens ernstig met papa
spreken," zeide ze, „er moet het een
of ander op gevonden worden
„Je kunt met oom ernstig spreken
over de verzameling wetten van Mann
maar toch niet over onze wasch! Hij
weet meer af van de cultuur van voor
drie duizend jaar bij de Indiërs, dan
van datgene, wat moderne meisjes
noodig hebben."
„Doe me een pleizier en laat mij al
leen praten."
„Met alle liefde! Je weet, dat ik al
tijd meer voor het toekijken, dan voor
het handelen ben."
Een kwartier later zaten ze om de
tafel. Er was werkelijk vandaag geen
kool, maar gebraden varkenscoteletten
en daarbij linzen en pruimen, tegen
welke combinatie Helene verklaarde
een onoverkomelijken tegenzin te heb
ben. Ze at bijna niets. Ebba verweet
haar dat.
„Ik drink hierna een glas melk," be
loofde Helene.
Ebba liet haar verder rustcg eten. Ze
had hem haast met geweld naar be
neden moeten halen en hij was nu nog
in gedachten verdiept. De meisjes ken
den dat. Hij ontwaakte altijd langza
merhand; al naarmate zijn maag zich
vulde, werd zijn geest trager, en dan
kon men wat deelneming in de alle-
daagsche dingen van hem verwach
ten.
De professor zat op de sofa, Ebba
rechts aan da ronde tafel, in het vol
le licht, dat met de lachende zon bin
nenkwam, Helene links, met den rug
naar het venster gekeerd, zoodat haar
geheel donkere silhouet door een klei
nen stralenkrans omgeven word.
„Papa," begon Ebba. toen vrouw
Vosz de rest van de spijzen, die voor
haar was en hetwelk dikwijls de helft
uitmaakte van het gehaalde eten. weg
gedragen had; „papa, ik moet eens
ernstig met u spreken!"
Helene vouwde dadelijk haar lange,
dunne witte vingers op het tafelkleed
samen, en nam de houding aan van
een toeschouwer, die een spannend
iets met aandacht wil volgen.
„Over het geld? Ik ga dadelijk een
effect verkoopen," zeide de professor
zich onrustig heen on weer bewegende.
Als de kinderen „ernstig" iets be
spreken wilden, dan liep het steeds
op een storende onaangenaamheid uit
en veranderen liet zich toch nietsl
„Het komt nu ieder kwartaal ééns
voor, dat u eén stuk verkoopt. Op deze
manier teren we van het kapitaal, en
eens zal het op zijn."
„O.nog lang niet. Als het zoover
is. dan is mijn hoek klaarof wan
neer, niet.dan neem ik een profes
soraat aansprak de oude heer
met het gezicht van een mokkend
kind.
Ebba-en Helene wisselden een blik.
Hoe zou de oude man aan een profes
soraat komen? Welke universiteit zou
hem benoemen? Hij, die geheel buiten
iedere academische betrekking stond!
Zelfs zijn professorstitel was een on
derscheiding die de overleden groot
hertog van zijn geboorteland hem ho
noris causa had verleend! waarvoor,
waarom? dat was het tegenwoordig
geslacht ontgaan. Het heette, dat Her-
lingen eens een opzienbarend boek
had geschreven over de ongeschikt
heid der ontwikkeling van de moraal
filosofie. De groothertog vierde zijn ze
ventigsten verjaardag, het regende
lintjes en onderscheidingen en bij die
gelegenheid kreeg Herlingen, die als
privaat-onderwijzer in de hoofdstad
woonde, een titel. Dadelijk na den
dood van zijn vrouw vertrok hij naar
Lünstedt, omdat hij wist, dat daar een
familielid woonde, van wie hij hoopte,
dat ze zijn meisjes in bescherming zou
nemen, Nu was hij hier als begraven,
want hier hestonden slechts handel en
industrie. Misschien was zijn werk
zaamheid ook geheel onvruchtbaar.