NIEUWE LEIDSCHE COURANT DINSDAG 27 SEPT. '27 TWEEDE BLAD. WAT DE BLADEN ZEGGEN. De onmacht en de ingezonken heid onzer Kerken. Meer dan ooit, zoo schrijft Dr. Kaa- jan in de ,,Utrechtsche Kerkbode", heeft men het in onze dagen over de onmacht en ingezonkenheid van onze Gereformeerde Keiken in Nederland. Komt dit spreken uit waarachtige liefde tot 's Heeren Kerk in deze lan den op, dan kunnen we deze klacht die voorzeker in zelf-aanklacht eindi gen zal, zeer wei waardeeren. Waait de wind echter van een kant, waar men zelf reeds maanden; bezig is, het losmaken van Gods Woord in bescherming te nemen en te sanctioneeren, dan heeft heel dat! klagen, voor mij althans, weinig" waar de. Dat er veel in onze Kerken te be- -treuren is, is ongetwijfeld we zeg gen het met schaamte juist. Vooral' in de groote steden, met haar mas sale kerken, valt veel te laken. Het getal der predikanten is doorgaans te klein. 1 Het getal der 'ouderlingen (en ook hun gehalte, omdat zoovelen voor het ouderlingschap bedanken) is te gering soms. Te zware arbeid wordt op de schou der van weinigen gelegd. Daarbii komt, dat bijvoorbeeld in' Utrecht onder de vele militairen en' patiënten, die in de kazernes en zie kenhuizen een tijdlang bij ons inwo nen, de arbeid, zal hij goed' worden verricht, velerlei zorg met zich brengt Daarom loopt in de groote steden het werk niet altijd zoo vlot, als we zou den wenschen. Toch houde men in zijn klacht mate Ook in ons Juda zijn nog vele goede dingen. Het werk des Heiligen Geestes heeft niemand onzer in zijn hand. En we mogen den dag der kleine dingen niet verachten. 't Is. waar, soms kabbelen de wate ren des geestelijken levens lustigl voort. Soms zitten ze vast, als door een ijsvloer geboeid. Soms gaat het in de Kerken vlot, soms gaat alles stroef, koud en kil. Hoe schoon zou het zijn. indien in onze Keiken het werk des Gees tes, het ruischen in Üe toppen der boomen, duidelijker gehoord1 werd. De regens des Heiligen Geestes plas sen niet neer. Hoogstens is er dauw des Geestes en bij den dauw gaat het meer geruischloos toe. Vermeerdere daarom ons gebed tot den God des levens. En zij ook onze bede: Ontwaak, gij Noordenwind. En kom aan, gij Zuidenwind. Doorwaai onzen hof; Opdat zijne specerijen uitvloeien. Er kome wierook der aanbidding. Er kome de bittere myrrhe van. harten, 'die schreien naar God. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. B e r o e p.e n: Te Garmer«volie (Gron L. de Baan te Drachtstercompagnie (Friesland). Aangenomen: Naar Haarlem, G. J. Wpardenburg te Zierikzée. Naar Sneek, H. J. Honders te Herveld. Bedankt: Voor Dirksland, R. Steenbeek te Wapenveld. „Voor Pols broek, J. E. Klomp te Oldebroek. Voor Enter, A. v. d. Kooy te Kampen. Voor St. Anna!and, C. v. cL Wal te Rgnza- terwoude. OEREF. KERKEN. Bedankt: Voor Surhuisterveen, A. Rolloos te Z^jndrecht. Voor Jutrijp Hommerts, E. Douma te Oost-Kapelle. CHR. GEREF. GEM. Aangenomen: Naar Gouda, J. B. G. Groes te Bussum. GEREF. GEM. Bedankt: Voor Rijssen, M. Hof man te Krabbendrjke. VRIJE EVANG. GEMEENTEN. Bedankt: Voor Ierseke, D. van Wijk te Kortrijk. BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Zondag werd Ds. J. D. Wielenra, overgekomen uit Hoofddorp, door Ds. D. K. Wielinea uit Diemen bevestigd in dg Geref. Kerk te Fran^ker met een predikatie over i Sam. 16 :13. De geme~nAe zong haar nieuwen lee- raar toe de zegenbede uit Ps. 134:3. Des avonds hield de leeraar zijn in tredepreek naar aanleiding van Openb. i 16. Aan 't slot volgden de gebruike lijke toespraken. Gesproken werd een woord van welkom door oud. Mobach, namens de gemeente. Deze liet toe zingen Ps. 135 1, 2; door Ds. Wiersma Oosterbierum namens de classis; door oud. Hoekstra namens de kerk van Tzum. De .heer G. Koolstra sprak een per soonlijk woord en wees op den steun, die de dienst des Woords kon geven aan 't Chr. Onderwijs. Zondagavond nam Ds. A. Tap af scheid van de Ned. Herv. Kerk te Schiedam, na een 44-jarige ambtsbe diening, waarvan hij 33 jaren te Schie dam werkzaam was. Tót tekst had Spr. gekozen 1 Joh. 2 18. Zeer onder den indruk van het af scheid werd door de gemeente de af scheidsrede aangehoord. Spr. eindigde met een woord tot ambtsbroeders en kerkmeesters, waarna hij nog toege sproken werd door zijn collega Ds. J. W. Tonsbeek, door Ds. Dijkman van Rozenburg namens den ring Schiedam en namens het classicaal bestuur, waar van de scheidende predikant scriba quaestor was, en door Ds. J. D. de Stoppelaar. Zondag nam Ds. Boerkoel afscheid van de Geref. Kerk te Velsen, die hij ongeveer 7 jaren gedimd heeft. Hij be diende het Woord naar aanleiding van Matth. 16 18. Na de prediking rich .te de scheidende leeraar zich tot Kerkeraad en Gemeen te, tot de vertegenwoordigers van Ge meentebestuur, Classis en genabuurde Kerken, tot Commissie van Beheer en Vereemginaen enz. Namens den kerkeraad sprak *de heer De Jong Ds. Boerkoel hartelijk toe, waarna de schare Ps. 121 :4 toezong. Vervolgens voerde Ds. Holtrop van IJmuiden-Oost het woord, op wiens ver zoek Ps. 134 .-3 gezongen werd. Laatste spreker was Ds. van Leeuwen van IJ muiden. Ds. Boerkoel dankte met een enkel woord voor de hartelijke woorden tot hem gericht, waarna de dienst op de gebruikelijke wijze beëindigd werd. Zondagmiddag nam Ds. Ti. Pe tersen afscheid van de Geref. Kerk van Wolvega, met een predikatie over Pa 125 1 en 2. Namens Kerkeraad en Ge- Imeente werd de scheidende leeraar hartelijk toegesproken door ouderling Visser, en namens de Classis door Ds. P. Hekman van Lemmer, waarna door de gemeente de zegenbede uit Ps. 121 werd toegezongen. EVANGELISATIE. De heer J. K. Nieuwenhuis, Evange list te Okkenbroek, gem. Diepenveen, is benoemd tot voorganger van de Evan gelisatievereeniging te Edam. DE GEREF. KERK VAN LOOSDUINEN In een de vorige week gehouden druk bezochte vergadering van manslidma ten der Gerei. Kerk van Loosduioen, kwam aan de orde een voorstel van den kerkeraad om Halfweg (tus- schen Den Haag en Loosduinen) een tweeden Dienst des Woords in te stellen en daarvoor te huren de leegstaande villa „Leyenburg", terwijl dan iederen Zondag een predikant van elders zal gienoodigd worden om mede den dienst waar te nemen. Dit voorstel werd met groote instem ming ontvangen. De kerkeraad heeft dan ook besloten tot de uitvoering van een en ander over te gaan, zoodat waarschijnlijk half Oct. de dubbele diensten reeds een aanvang zullen nemen. De kerkeraad heeft aan de gemeente medegedeeld, dat Zondag 2 Oct. in de Godsdienstoefening zal worden herdacht, hoe vóór 40 jaar de Geref. Kerk ter plaatse geïnstitueerd werd. Bij deze gelegenheid zal er een bijzonder? collecte gehouden word n voor de inrichting van bedoekte villa tot kerkzaak Reeds kwam voor uit doel f400.binnen- Gil TEN EN LEGATEN. Uit de nalatenschap van wijlen den heer J. ten Haven, overleden te Hilver sum, werd ontvangen voor den bouw eener Geref. Kerk over 't Spoor f 500; voor de Diaconie der Geref. Kerk f 500 voor het Verrleegfonds, uitgaande van de Diaconie der Geref. Kerk f250, en voor de Zending der Geref. Kerk f250. OPENBAARHEID VAN KERKELIJKE VERGADERINGEN. Men heeft ons wel een3 gevraagd, hoe het toch komt, dat van de Synode der Geref. Kerken- ren vrel uitvoeriger verslag in ons blad verschijnt dan van die dgr Ned. Herv. Kerk, welke telken jare gehouden wordt. Natuurlijk ligt de reden daarvan niet in voorkeur voor de een of andere kerk Als anti-revolutionair orgaan kiezen we in dezen geen partij. Maar wel ligt de oorzaak in het niet openbaar zijn van de zittingen der Her vormde Synode. Thans levert Prof. H. Th. Obbink in het „Alg. Weekblad voor Christendom en Cultuur' 'een welspre kend pleidooi voor openbaarheid van kerkelijke vergaderingen. Aanleiding is h t vo rste' v n d n h e A. P. Abramrz te Amsterdam aan den Hervormden Kerkeraad aldaar, om de vergaderin gen van dezen Raad openbaar de doen zijn en van alle kerkeraadsvergaderin- gen een verslag op te nemen in het ..Preciikbeurtenblad (De voorsteller bedoelt natuurlijkeen werkelijk ver slag, niet eenige korte aantekeningen zooals gebruikelijk zijn). Natuurlijk komen er in kerkeraads- eD andere kerkelijke vergaderingen kwesties voor, die met gesloten deuren moeten worden behandeld, schrijft Prof. O. maar dit is geen reden om het overige niet publiekelijk te behande len; u'e zittingen van de Synode der Geref. Kerken zijn in het algemeen openbaar. De vraag is maar of men het wil. Het komt schr. voor, dat het niet wil len vooral door drie factoren wordt beheerscht ie. het is nooit gebeurd. 2 e. het is veel knusser in besloten kring. 3e het dient nergens toe de Kerke lijke vergaderingen openbaar te ma ken. Het eerste is een argument, dat in de kerkelijke wereld altijd ver boven pari staat, "'n omdat het niet een Beredeneerd argum nt is. maar diep in het ond .rbcwust? wortelt, kan men het ook meekijk ïftet verstandelijke ar gumenten te lijf gaan. Het moet door beter inzicht werden Overwonnen, en ik vrees, dat dat lang zal duren. Het tweede argument is goeddeels ook een gevoelskwestie. Toch is dit beter met argumenten te benaderen dan het eerste. Laten we beginnen met toe te stemmen: het is knusser in besloten kring- men behoeft niet zoo op zijn woorden te passen, men kan zonder bezwaar- eens iets onbe nulligs zeggenmaar- van kerkelij ke waareng heids bek leed ?rsmag zooveel zeliverlcochening worden ver wacht, dat men bereid is het „knusse" op te ofieren in het belang der gemeenue die men ,;dient". Het derde argument ngt geheel voor tegen-argumentatie bloot. Het zou ner gens tce dienen de kerkelijke ver gaderingen in het openbaar te hou den? Is men dan blind voor den ellen- digen toestand, dat niemand belang stelt in wat men daar doet? Is het in orde als te midden van een bloeiend? kerkelijke gemeente ten besturend lichaam zetelc in de donkerheid eenor besloten vergadering, zoodat honder den leden der gemeente niet eens hun namen kennen? Is afgesloten heid het middel om belangstelling te wekken voor eigen werk, dat men toch zelf blijkbaar belangrijk genoeg vindt om er tijd en kracht 'aan te ge ven? Wordt de volkomen afwezigheid van de belangstelling .der gemeente leden in het werk van den Kerkeraad niet als beleediging .^gevoeld? Schr. eindigt met een betoog over de moeilijkheid om in de tegenwoordige omstandigheden geschikte en gewillige krachten voor kerkelijke colleges te vin den, en concludeert, flat het hooe tijd is om de bakens te verzetten; zelfs al is het dan niet uitgesloten, dat in open bare vergaderingen sommige broeders „voor de tribune" zullen getuigen. Maar laat men elk bezwaar tegen verandering gelden, „dan zijn wij met St Jutte- mis nog geen stap verder". MEMOIRES DER PLAATSEN- GEEFSTERS. Dr. F. van Gheel Gildemeester schrijft in de „Haagsche Kerkbode" over de zusters, die in de Herv. kerkgebouwen plaatsen aanwezen aan kerkbezoekers, die in dat bepaalde gebouw geen vaste plaats hadden. We lezen: „Wij hebben er in onze 44 Haagsche jaren al vele gekend. Trouwe en toe gewijde; ook wel eens eon enkele, over wie door kerkgangers geklaagd werd. En enkelen die ons amuseerden; 0 wan neer zjj' eens hare mémoires konden schrijven. Vermakelijk zouden ze zijn; en somtijds een breeaheid van opvatting bewijzen, die eiken huurder van eigen plaatsen deugd mag doen. Zoo weet een kwieke plaatsbewaarster wel welke plaats zij in een drukke beurt gerust kan laten bezetten, ook al is het een eigenaarsplaats. „Die mevrouw komt toch niet bij Ds. A." zegt ze; en ze heeft gelijk. „Waarom" die mevrouw dat „niet doet"; ja, daar heeft zij zich niet mee te bemoeien. Maar ze doet het niet. Een andere mevrouw die in de Regentessekerk haar plaats had. kwam daar alleen als Ds. Cramer of Ds. Mey- jes preekten; uit de Groote Kerk weet ik nog van een méneer, die kwam bij Ds. Koetsveld of bü mij. Een heel enkelen keer ook bij Ds. Bryce dien zij Bryssie noemden. Ook weet ik nog goed welk een te leurstelling ondergeteekende in den eer sten tijd zijner Haagsche bediening aan het gi.de der plaatsengeefsters berok kend^ heeft; waardoor dacht u? Door zijn heldere stem. ,,'t Is niks gedaan met dien nieuwen dominé", zoo werd er ge klaagd; „je krijgt van niemand 'es 'n gulden om wat dichterbij te zitten". „Hè je hier geen plaats; nou da's nog niks; ga 'k boven zitten, daar versta je 'm even goed". ,,Nee hoor, da's Ik «el wat anders aan Fiiertje; dié kan soms •zoo heerlik zachies prate, daar ver dient een mensch nog wel's een gul- detje an". Ai deze eigenaardigheden behoorden bij „die branche". CHR. BEWAARSCHOOL-ONDER WIJZERESSEN. Onder voorzitterschap van Mej. B. Bruininghuis heeft Zaterdag te Vlaar- dingen de 24e jaarvergadering van de Vereeniging van chr. bewaarschool onderwijzeressen in Nederland plaats gehad. Uit de door Secretaresse en Peimingmeesteresse uitgebrachte ver slagen bleek o. m., dat bet aantal leden der vereeniging 370 en het aan tal begunstigers 150 bedraagt en de rekening over het afgeloopen boek jaar in ontvangst èn uitgaaf met 3737.65 sluit. Namens de vereeniging Ontving Mej. van Zon die van 1907 af de func tie van Penningmeesteresse heeft be kleed, en thans als zoodanig heeft be dankt, onder dankbetuiging voor door haar aan de vereeniging bewezen diensten een zilveren bloemenvaas. Vervolgens werd verslag uitgebracht over het maandblad, de bibliotheek en de vereeniging Helpt elkaar. Tot lid van het Hoofdbestuur werd gekozen Mej. Urban te Oosterbeek, terwijl de heer J. Hobma te Utrecht als adviseur der vereeniging werd herbenoemd. In de middagvergadering deed de heer Heblij eenige mededeelingen om trent examens en hield de heerJ. B. Visser, hoofd eener chr. m.u.l.o- school te Rotterdam, 'n referaat over: Heeft de moderne psychologie iets tot de bewaarschool te zeggen? Besloten werd, de volgende jaarlijk- sche vergadering te Leiden te houden. BETERE MEISJESSCHOOL. „Ik wil opkomen voor een vrije meis jesschool, dis in haar vrijheid nic-t wordt belemmerd door verplichtingen jegens een zusterafdeeling, die niet bang hoeft te zijn om ven^eleken te worden met H. B. S. of Gymnasium!, cmdat zij te weinig punten van ver gelijking piet die scholen zal opleve ren aldus schrijft Dr. M. J. Aalbers RECLAME MEISJESJURKEN van wollen popeline In: Korenïlauw, Fraise, Cerise en Beige. Geplooid rokje en handgeborduurde gatneering leeftijd 6 jaar 3.00. Stijging 25 cent per 5 c.M. KINDERGOED IS ONZE SPECIALITEIT. Vrij Entrée Vrij Entrée Hamaker in „Gezin en School". „Een meisjesschool, wear de werk sfeer niet verontrust wordt door e n eindexamen of door concurren iezucht waar het criterium voor de leerstof en de leermethede uitsluitend gelegen zal' zij?, in haar geschiktheid voor de vermin?, van het meisje tot een zelf standig waarnemende en denkende vrouw". Het laatrt: nummer van „Gezin en School .waaraan wij h*t bovenstaande ontkenen, bevat no? tal van wenschen aangaande een and re en bet re meis jesschool dan wij thans bezitten. „Voor een groote groep is zij noo.lig" zegt C .W. Sangstèr War naars, .zii zaï dat altijd blijven, misschien selfs meer en meer vjerden, naar mate men aan psycnoloei 'h inzicht wint, voor liaar en het zqn er velen dio eerst subjectief geïnteresseerd móeten zijn voor zij <Je leers'ef graag en goxl verwerken kunn^. Bi'; in tegen3te ling met de groote algemecne wro'^ Lrigheid •de behoefte om te kennen van demoos- te jongere:* op c'i n te Lijd. „Ik wil op eten voorgrond stellen wat de goede meisjes?chod, cn zij allem, te geven heelt, d.i. end' r de leiding yan begaafde, vrouwelijke le r krach ten en geest van vertrouwelijkheid, waarin wat in de meisjes looit, uitgesproken kan worden, lesuren die haar opwekken tot verder doordringen in wat "aan belang stelling rawekt wordt. „Als leervakken hoeren er thuis: al die vakken, die tot de persoonlijke er varing spreken. Dat zijn dus in de eerste plaats: d? litteratuur-vakken, dan kunstgeschieden's, b'ologi? en hy giëne, de beginselen van psychologie in verband met opvoeding en ethica sport, muziek handwerken in den ruimsten zin, (teekenen^ sloyd, we ven,^ ontwerpen enz.|. geschiedenis en aardijkskunde. De school moet de beste kansen geven voor verdere studie Open staan voor de leerlingen van de M. H. B. S.: a. de se?ooi voor Maat schappelijk werk; b. Je huishoud- en industrieschool; c. de opleiding voor kinderverzorging en opvo ding; d. ver schillende exam?ns to: bevo-gahcil op onderwijsgebied; e. de Universiteit na afgelegd btaats-examen. Van deze groe pen stelt alleen het Staats examen dwin gende eischen, die in strijd zjjn met den door mij gestelden lesrooster. „Zoo gespecialiseerd en op een psy chologische basis inlicht, heeft de Meisjesschool niet all ea bestaansrecht maar een grootsche toekomst, omdat zij in een werkelijke behoef .e voorziet". FEUILLETON. EBBA EN HELENE. 3) —o— „Hoe kunt ge gelooven, dat zoo iets ooit je lot zal zijn," zeide Ebba en be gon de ongelukkige doeken aan elkaar te naaien, „jij, die zelf niet kunt lief hebben, of het je ten minste verbeeldt, het niet te kunnen?" „Misschien juist daarom," zeide He- lene halfluid met een geheimzinnig lachje. „Van zich zelf iets maken is beter, dan op den man wachten, die iets van ons zal maken. Ik gevoel me sterk ge noeg, naar ieder doel te streven." „En toch zou je gelukkig zijn. als doctor Altenek zich eindelijk- verklaar de. „Helene!" „Stuif niet op! Ach, schat, wat zijn we arml Eigenlijk hebben we niets dan een flauwe hoop." „Als het ernst werd, zou je mijnheer von Kunowsky toch niet nemen," zei de Ebba en begon uit de spiegelkast tafelgoed, servetten en vorken en mes sen te nemen. Ze dekten samen de tafel voor «V sofa, want de huiskamer was ten-ebi eetkamer. En daarbij gingen *e vo^ op den onschuld'vs rn toon d'e mo? lïjkste vragen van het leven te besnre- ken, als kinderen <1ie vewirhtig over dingen spreken, die ze slechts opper vlakkig kennen. „Daar het den heer von Kunowsky toch nooit ernst wordt, kan ik het zeg gen: natuurlijk zou ik hem nemen, want als hij er toe besloot, dan zou dat toch het bewijs zijn, dat hij groote liefde gevoelt," zeide Helene en legde alle servetten op verkeerde plaatsen, wat Ebba dadelijk verbeterde. „Het zou toch eeu soort van ver koop zijn," zeide Ebba. „Verkoop?" riep Helene en sloeg de handen ineen. „Verkoop? Als ik me verwaardig een man te nemen die me razend liefheeft? Ik ben een vrouw! Het is me ai dikwijls voorgekomen, alsof je in het geheel niet sterk ge noeg het koninklijke bewustzijn mei je omdraagt wat het zeggen wil: vrouw te zijn!" „Heb maar eens een koninklijk be wustzijn, als men eten op crediet moet laten halen," merkte Ebba bitter op „Ach jahet eten! Wat moet vrouw Vosz halen?" „Nucomme toujours. Drie por ties van den Hoppelmanschen burger lijken middagpot a 50 cent," zeide Ebba. „Als we nog ten minste champagne rn Irufielpurée op crediet haalden! !??t 7ou nog geniaal zijn. Maar kool en worst! Je zult zien, dat het kool is. j isi altijd als wij bij Hoppelman eten •ten halen, is het dat. Ik kan de lucht niet verdragen. Alles wat sterk riekt, is me een gruwel! Hé!" zeide Helene huiverend, al bij voorbaat onaange naam aangedaan door den sterken koolgeur, en ging weg om de werk vrouw om het eten te zenden. Dadelijk daarop zag men vrouw Vosz dan ook over de straat gaan; zij had voor haar grijze lusteren japon een wit schort gebonden en een brui nen gehaakten kraag omgedaan. Aan den arm droeg ze een stapel witte schotels, die door een zwarten leeren riem te zamen werden gehouden. De jonge meisjes keken haar na. „Weet je," zeide Helene, „vrouw Vosz is van een nationaal-economisch standpunt gezien een verblijdender verschijnsel dan wij." Ebba moest lachen. „We zullen eens ernstig met papa spreken," zeide ze, „er moet het een of ander op gevonden worden „Je kunt met oom ernstig spreken over de verzameling wetten van Mann maar toch niet over onze wasch! Hij weet meer af van de cultuur van voor drie duizend jaar bij de Indiërs, dan van datgene, wat moderne meisjes noodig hebben." „Doe me een pleizier en laat mij al leen praten." „Met alle liefde! Je weet, dat ik al tijd meer voor het toekijken, dan voor het handelen ben." Een kwartier later zaten ze om de tafel. Er was werkelijk vandaag geen kool, maar gebraden varkenscoteletten en daarbij linzen en pruimen, tegen welke combinatie Helene verklaarde een onoverkomelijken tegenzin te heb ben. Ze at bijna niets. Ebba verweet haar dat. „Ik drink hierna een glas melk," be loofde Helene. Ebba liet haar verder rustcg eten. Ze had hem haast met geweld naar be neden moeten halen en hij was nu nog in gedachten verdiept. De meisjes ken den dat. Hij ontwaakte altijd langza merhand; al naarmate zijn maag zich vulde, werd zijn geest trager, en dan kon men wat deelneming in de alle- daagsche dingen van hem verwach ten. De professor zat op de sofa, Ebba rechts aan da ronde tafel, in het vol le licht, dat met de lachende zon bin nenkwam, Helene links, met den rug naar het venster gekeerd, zoodat haar geheel donkere silhouet door een klei nen stralenkrans omgeven word. „Papa," begon Ebba. toen vrouw Vosz de rest van de spijzen, die voor haar was en hetwelk dikwijls de helft uitmaakte van het gehaalde eten. weg gedragen had; „papa, ik moet eens ernstig met u spreken!" Helene vouwde dadelijk haar lange, dunne witte vingers op het tafelkleed samen, en nam de houding aan van een toeschouwer, die een spannend iets met aandacht wil volgen. „Over het geld? Ik ga dadelijk een effect verkoopen," zeide de professor zich onrustig heen on weer bewegende. Als de kinderen „ernstig" iets be spreken wilden, dan liep het steeds op een storende onaangenaamheid uit en veranderen liet zich toch nietsl „Het komt nu ieder kwartaal ééns voor, dat u eén stuk verkoopt. Op deze manier teren we van het kapitaal, en eens zal het op zijn." „O.nog lang niet. Als het zoover is. dan is mijn hoek klaarof wan neer, niet.dan neem ik een profes soraat aansprak de oude heer met het gezicht van een mokkend kind. Ebba-en Helene wisselden een blik. Hoe zou de oude man aan een profes soraat komen? Welke universiteit zou hem benoemen? Hij, die geheel buiten iedere academische betrekking stond! Zelfs zijn professorstitel was een on derscheiding die de overleden groot hertog van zijn geboorteland hem ho noris causa had verleend! waarvoor, waarom? dat was het tegenwoordig geslacht ontgaan. Het heette, dat Her- lingen eens een opzienbarend boek had geschreven over de ongeschikt heid der ontwikkeling van de moraal filosofie. De groothertog vierde zijn ze ventigsten verjaardag, het regende lintjes en onderscheidingen en bij die gelegenheid kreeg Herlingen, die als privaat-onderwijzer in de hoofdstad woonde, een titel. Dadelijk na den dood van zijn vrouw vertrok hij naar Lünstedt, omdat hij wist, dat daar een familielid woonde, van wie hij hoopte, dat ze zijn meisjes in bescherming zou nemen, Nu was hij hier als begraven, want hier hestonden slechts handel en industrie. Misschien was zijn werk zaamheid ook geheel onvruchtbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5