NIEUWE LEIDSCHE COURANT
WflT DE BLODEN ZEGGEN.
Niets menscfielijks vreemd
Ze oefenen een eigen rechtspraak
uit. i
ATIefnvege kan worden wahnmno-
men. ebt patroons cn arbeiders ellenn
der naderen en veel dichter bi] el
kaar staan, dan jaren geleden.
Deze gedachte gaat lijnrecht in te
gen de liberaal-economische idee -i.n
de zelfstandigheid van het individu,
ook van den patroon, die geheel zell-
standig moet regelen en kunnen re
gelen alles, wat in zijn bedrijf plaats
grijpt of plaatsgrijpen moe'.
Ze gaat evenzeer in tegen de socia
listische idee van denddassenstrijd, die
predikt de onverzoenlijke tegenstel
ling tusschen patroon en arbeider,
die moet leiden tot een nooit verflau-
wenden strijd, waarin het patronaat
zal ondergaan.
De gedachte van toenadering tus
schen patroon en arbeider is de chrig
teliüke idee voor het maatschaopelijk
leven.
Geen strijd, maar samenwerfdng.
God wijst ieder mensch rijn taaW
en plaats aan.
God brengt' menschen van gelijke
beweging samen, om door iamenwer
king net maatschappelijk ieven te die
nen.
Geen absolute overheerschingj geen
onverzoenlijke eisch, maar samenwer
king eischt ,Gods Woord en der tijden
nood.
Dit is van meetaf verstaan door de
voortrekkers der christelijk sociale bö
weging. Ze hebben .steeas weer od
toenadering en samenwerking aange
drongen.
Ze hebben daarvoor verachting en
verguizing verdragen.
En ziet, het is deze gedachte, die
met terzijdestelling van die, voortko
mende uit andere beginselen, thans
zegeviert.
Die dit constateert-, die ziet als voor
zich verschijnen de twee mannen,
wier namen we boven dit artikel plaat
sen.
Hovy de patroon en Kater zijn
knecht en toch beide stichters van
de christelijk-sociale beweging, ze zijn
de levende getuigen van wat het be
ginsel eischt, wat broederzin vermag
en hoe patroon en arbeider voor het
welzijn van het bedrijf en allen, die
daarin arbeiden en voor geheel het
maatschappelijk leven moeten samen
werken.
Het zijn geweest te midden van een
door lijden en strijd verscheurde we
reld, lichtende figuren, die duizenden
ten zegen zijn gweest.
Het zijn figuren, waaraan allen, die
meewerken in de Christelijk-sociale
beweging van deze dagen zich kunnen
opheffen.
Ook daarvan geldt: ;,Het is van den
Heere geschied".
(- ode zij diaa voor alleen de eer.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen; Te Made (toezegging)
cand. J. Steenhuizen, te Utrecht. Te
Nijkerk, W. J. van Lokhorst, te Delfs-
haven. Te Oene, C. J. v. d. Graaf, te
Ameide. Te Gent (Evang, Staatskerk
in België), J. S. Hartjes, te Rilland-
Bath;
Bedankt: Voor Surhuizum, 0.
Groenewoud, te Parrega. Voor Alblas-
serdam en voor Vriezenveen, H. P.
Brandt, te Lage Zwaluwe. Voor Dintel-
oord (toez.) C. J. v. d Graaf, te
Ameide.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Katwijk aan Zee,
'W. E. Gerritsma, te Öudega. Te Vrou-
wenpolder-Gapinge (Zeeland), cand. P.
Melles te Groningen. Te Gorredijk,
cand. A. Mout, te Rotterdam.
Aangenomen: Naar Kliindert,
A. Dercksen, te Pijnacker-Nootdorp,
CHR. GEREF. GEM.
Beroepen: Te Baarn, D. Driessen
te 's-Gravenzande. Te Maarssen, H.
Biesma, te Groningen.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Wegens vertrek naar Franeker nam
Ds. J. D. Wielenga, Zondag j.l. af
scheid van de Geref. Kerk van Hoofd
dorp, sprekende over Filipp. 1 27.
Ds. E. V. J. Japchen hoopt Zon
dag 25 September afscheid te nemen
van de Ned. Herv. Kerk te Kockengen,
om 2 October d.a.v. intrede te doen te
Maartensdijk. Bevestiger is Ds. A. v.
<-]. Kony, te Kampen.
Hef afscheid van Ds. P. de Feyfor
vpn de GerefKerk van "RoornbergUni
is bepaald op Zondag 23 Oct. en de be
vestiging en intrede te Zwartsluis op
Zondag 6 Nov. &a v- Als bevestiger zal
optreden Ds. A: Brouwer Jzn. van
Zwartsluis.
GEREFORMEERDE KERKEN
(Hersteld Verband).
Gisteren werd - de vergadering van
de Gereformeerde Kerken in het Her
stelde Verband der classè Amsterdam
voortgezet. In comité-generaal wordt
het rapport van dëputaten art. 13 K)p.
besproken. Na enkele kleine wijzigin
gen wordt dit .rapport aanvaard.
Na gehouden examen wordt de heer
J. v. d. Woude, theol. cand. van de V.
U. beroepbaar verklaard tot de bedie
ning des Woords* en der sacramenten.
Verschillende deputaten worden be
noemd.
De classis zal bij het uitgeven van
een jaarboekje voor de kerken mede
werking verleenen door het verstrek-
keh van officieele gegevens. Als roe
pende kerk wordt aangewezen de kerk
van Amersfoort.
De volgende vergadering van de clas
sis zal gehouden worden op 13 Dec. a.s
te Amersfoort.
DS. G. E. K. A. ROSKOTT f
In den ouderdom van ruim 75 jaar
is te Utrecht overleden ds. G. E. K. A-
Roskott. em. pred. der Ned. Herv. ge
meente te Rijswijk (Gld.)
PREDIKANTS-JUBILEUM.
Dr. E. J. W. Posthumus Meyes her
dacht gisteren onder velerlei belang
stelling zijn 25-jarige werkzaamheid
als predikant der Nëderduitsch Herv
Kerk in Den Haag.
Een huidecommissie, gevormd uit
verschillende kerkelijke kringen en in
stellingen, waarmee dr. Posthumus
Meyes gedurende die 25 jaren heeft
samengewerkt, heeft den jubilaris gis
termorgen te zijnen huize gecompli
menteerd en hem een olieverf-schilde
rij, voorstellende de Gevangenpoort in
den vroegeren toestand, aangeboden.
Ook van vele andere zijden ontving
de jubilaris blijkpn van waardeering.
THEOL. SCHOOL DER VRIJE
EVANG. GEMEENTEN.
Aan de op te richten theologische
school van de Vrije Evangelische Ge
meenten in Nederland is tot docent be
noemd Ds. A. Winckel, predikant bij
de Vrije Evangelische Gemeente fc
Leeuwarden.
VAN HET DOOPSGEZINDE
ZENDINGSVELD.
„Brieven!", het officieel orgaan dfr
Doopsgezinde Gemeentedagbeweging,
brengt het bericht, dat de zendeling-
arts dr. L. D. Eerland. die November
van het vorige jaar naar Kelet was
gegaan, thans reeds ontslag heeft ge
vraagd om persoonlijke redenen van
ernstigen aard. Het bestuur der Doops
gezinde Zendingsvereeniging verleen
de dr. Eerland het gevraagde ontslag
eervol met ingang van 1 Januari 1928
of zooveel eerder als zijn opvolger in
functie zal zijn getreden. Er zijn reeds
maatregelen beraamd, om in de vaca
ture, ontstaan'door het vertrek van dr.
Eerland, zoo spoedig mogelijk te voor
zien.
Een der bestuursleden van de Doops
gezinde Zendingsvereeniging, dr. B.
Hylkema. die als arts verbonden is
aan de Stoomvaartmaatschappij „Ne
derland", vertrok einde Augustus vqor
eenige maanden naar Indië en hoopt
daarbij zoo mogelijk ook de Doopsge
zinde zendingsvelden op Java en Su
matra te bezoeken.
GEMENGDE HUWELIJKEN.
In de jongste vergadering van den
kerkeraad der Israël, gemeente te Arn
hem werd behandeld het verzoek van
een Joodsche vrouw, die een gemengd
huwelijk heeft ^aangegaan. om als lid
der gemeente te worden aangenomen.
Omtrent dit verzoek had men het
advies van den opperrabbijn in Gelder
land ingewonnen, dat luidde: dat
iedere Jood. die aan de Joodsche ge
meente in de lasten naar vermogen
wil bijdragen, als lid behoort te wor
den aangenomen.
Hoewel verschillende leden geneigd
waren, adressante als lid aan te ne
men, besloot men, eerst een beslissing
van de permanente commissie uit te
lokken. Men was evenwel de meening
toegedaan, dat men het sluiten van ge
mengde huwelijken niet mocht in de
hand werken.
PEREMPTOIR EXAMEN.
De classis Almkerk der Geref. Ker
ken heeft in haar gisteren gehouden
vergadering na peremptoir examen
toegelaten tot den Dienst des Woords
en der sacramenten, den heer J. M.
Spier, theologisch candidaat te 's-Gra-
venhage, beroepen predikant bij de
Geref. Kerken van Dussen en Meeu
wen.
De heer Spier zal Zondag 9 Oct. a.s.
's morgens te Dussen en 's avonds te
Meeuwen worden bevestigd. Als beves
tiger zal optreden Ds. G. R. Kuyper,
van 's-Gravenhage-Oost. Zondag 16 Oc
tober d.a.v. zal cand. Spier 's morgens
zijn intrede doen te Dussen en des
avonds te Meeuwen.
EEN ISLAMIETISCHE HOOGE-
SCHOOI. IN DUTTSCHLAND.
De onlangs te Berlïin opgerichte ver
eeniging „Islamia" heeft net plan op
gevat in Duitschland een vrije Isla-
mi etitsc he Hoogeschool op te richten
Zij heeft zien tot het gemeentebe
stuur van Schwetzingen gericht met
het verzoek den zetel der Academie
te mogen vestigen in de Moskee, die
zich in deze stad bevindt en die aldaar,
in de 18de eeuw wend opgericht.
Zij is een nabootsing van een mos
kee uit Voor-Indië.
GESTOLEN OFFERS.
Er wordt een veriiaal verteld omtrent
een boer, die, in een sehoone vallei
aan den voet van een berg, zijn offer
dier legd© op het altaar Gods, net vuur
aanstak, ten einde hét lam te verteren,
en daarna op zijn knieën ging en zijn
oogen in aanbidding sloot.
Onderwijl zat een arend op een guoo-
ten rotssteen, op' zijn neet met jongen
en rook van daar de lucht van net
verbrareiend vlcesch en neerschietend
greep dj arend het lam van het bmn-
dj.nü altaar, en steeg weer op naar zijn
nest. Daar gekomen, liet hij het gesto
len off ei1 in zijn nest vallen, opdat de
jonge vogels zich daarmee zouden kun
nen voeden, terwijl de verbaasde boer
met spijt en droeiheid keek naar den
vogel, die zijn offer gestolen had en nu
weer op zijü nest zat, vei' buiten zijn
bereik.
Terwijl hij o/nhouë blikte, spijtig over
den vogel, die zijn offer gesioien had,
zag hij rook opstijgen uit net nest van
den arend en daarna laaide er een
vlam uit op. De moedervogel krijschte
fcrharmelijk, en vloog machteloos om
de rots, terwijl het nest verbrandde en
de totaal machtelooze jonge vogels le
vend in de vlammen omkwamen.
Hoe was dat gebeurd? Een bran
dend kooltje V-uur was blijven hangen
aan het gestolen offer en zoodoende
in het uest gekomen, waar het dj dro
ge twijgjes had aangestoken, met het
gevolg, dat op déze wijze de voorwer
pen harer zorg en liefde vernietigd wer
den.
Deze fabel illustreert zeer juist de
dwaasheid dier ouders, die ue al
taren Gods hebben beroofd, teneinde
in staat te zijn te voldoen aan de lusten
en buitensporigheden van hun slechte
kii d.ren, cl ie verteerd werden door hun
verkeerde hartstochten.
BINNENLAND.
MINISTER BEELAERTS ZAL
SPREKEN OVER BE
VOLKENBONDSVERGADERING
Het bestuur van den Nederlandschen
journalistenkring zal over enkele da
gen aan den Minister van Buitenland-
sche Zaken, Jhr. Mr. F. Béelaerts van
Blokland, vertegenwoordiger van Ne
derland in den Raad van den Volken
bond, een noenmaal aanbieden in ho
tel Paulez te 's-Gravenhage.
Aan dit noenmaal zullen mede aan
zitten vertegenwoordigers van enkele
andere vereenigingen op het terrein
der journalistiek en van verschillende
bladen.
De Minister heeft zich bereid ver
klaard bij deze gelegenheid een rede
uit te spreken in verband met den
arbeid der jongste Volkenbondsverga
dering te Genève.
HET GOUDEN JUBILEUM VAN
PATRIMONIUM.
Gisteren en heden viert het Ned.
Werkliedenverbond „Patrimonium"
de oudste christelijk-sociale organisa
tie in ons land, te Utrecht zijn gouden
jubileum.
Ter gelegenheid daarvan werd Dins
dagavond in de Domkerk een wijdings
samenkomst gehouden, die per radio
werd uitgezonden de eerste maal
dat zulks met een samenkomst m de
Domkerk het^geval was.
Als sprekers traden op de predikan
ten ds. Jhr. J. L. A. Martens van Se-
venhoven, Ned. Herv. predikant te U-
trecht, die sprak over „Van een bezie
lend verleden". Dr. B. Wielenga. over
„Patrimonium en het heden" en ds. A.
M! Berkhoff, Chr. Geref. predikant te
Amsterdam, die óver „De christelijk-
sociale beweging en de toekomst" han
delde.
De heer H. F. Bos, de organist der
Domkerk luisterde met zijn heerlijk
orgelspel de samenkomst op. Na af
loop werd in het gebouw voor Chr.
Soc. belangen een begroetingssamen
komst gehouden.
Te 10 uur ving gistermorgen de
jaarvergadering aan. Ze werd voor het
laatst gepresideerd door het oud-Ka
merlid, den heer P. v. Vliet. De voor
zitter opende de vergadering met" het
doën zingen van Ps. 77:7, gebed en
het lezen van Ps. 146. Hierna hield hij
de openingsrede, waaraan we het vol
gende ontleenen.
Spr. ving zijn rede aan, met de me
dewerkenden van den vorigen avond
dank te zeggen. Daarna wees hij 'erop,
dat God, die de organisatie zoo lang
bëhoed had, ook in de toekomst zou
zorgen, waardoor de aangevangen ar
beid voorspoedig móge voortgaan. Spr.
stond vervolgers enkele oogenblikken
stil bij het pas verschenen gedenkboek
waarvoor hij den samensteller hulde
bracht.
Naast de bespreking van het ver
slag over het afgeloopen Bondsjaar en
de Rekening en Verantwoording der
financiën, wachten ons» de bespreking
van eenige voorstellen en vaststelling
van resoluties, terwijl benoemingen in
onderscheiden functies moeten plaats
hebben.
In de benoeming van een nieuwen
Bondsvoorzitter moet tevens worden
voorzien, en vóórdat daartoe straks
zal worden overgegaan, past het die
zoo langen tijd door groot vertrouwen
op deze plaats werd gesteld, daarvoor
hartelijk dank te zeggen.
Wederkeerig zie ik met een dank
baar hart op een lang tijdperk van
aangename samenwerking terug, en ik
spreek als mijn' innigen wensch en
bede uit, dat God in den straks te be
noemen voorzitter. Patrimonium een
man moge geven, die kloek en krach
tig bereid is het Verbond te dienen.
Spr. eindigde met den wensch, dat
heel onze arbeid en al onze ijver ver
bonden zij aan de leuze van Groen
van Prinsterer; „er staat geschreven
en, er is geschied."
De morgenvergadering was verder
gewijd aan huishoudelijke zaken. Zoo
vond na langdurige beraadslagingen
de verkiezing van een voorzitter plaats
Uitgebracht werden 99 stemmen op
clen heer C. Smeen k, wethouder van
Arnhem en lid der Tweede Kamer, 53
stemmen op den heer J. Hollander te
's-Gravenhage en 3 op den heer G.
Baas te Amsterdam, die te voren me
degedeeld had, een benoeming niet te
zullen aanvaarden. De heer Smeenk
hield de benoeming in beraad.
In het Gebouw voor K. en W. rece-
pieerde 's middags het bestuur. De bur
gemeester van Utrecht, vergezeld van
clen secretaris en wethouder De Boer,
brachten namens het gemeentebestuur
gelukwenschen over. Daarop voerde
de heer K. Kruithof als voorzitter van
het Chr. Nationaal Vakverbond het
woord en bood een ameublement aan.
Verder maakten nog hun opwachting
de heerèn Beumer en Zijlstra. voor de
A.-R. Kamerfractie, de oud-ministers
De Vries en Bijleveld namens het Cen
traal Comité der A.-R. Partij en de
heer J. v. d. Molen, burgemeester van
Renkum, oud-redacteur van „Patrimo
nium" Verder waren aanwezig afge
vaardigden van talrijke Christelijke or
ganisaties, het bestuur van het R.-K.
Werkliedenverbond, vele Utrechtsche
raadsleden enz.
De ministers De Geer, Donraer en
Slotemaker de Bruine, benevens de
oud-ministers Idenburg en Van Dijk
en de burgemeester van Amsterdam,
van
DONDERDAG 22 SEPT.'27
TWEEDE BLAD.
Indische persstemmen over de
Troonrede.
In een beschouwing over de Indi
sche paragraaf uit de Troonrede
schrijft het Bat. Nieuwsblad van
oordeel te zijn, dat aan de uiterst voor
zichtig gekozen bewoordingen wel de
gelijk de conclusie kan worden ver
bonden, dat de Regeering stelling
neemt tegen het communisme. Het
blad is het echter niet eens met „Het
Vaderland", waar dat blad tevens
schrijft, dat de Regeering ook beslist
positie neemt tegen de reactie. Het
Bat. Nieuwsblad meent, dat de stel
lingneming van de Regeering geheel
los staat van de gedachte „de reactie"
Het ging zuiver om de bestrijding van
het communisme.
Overigens zouden de voornemens
tot wijziging van de Indische Staats
regeling, en de groote vooruitgang op
het gebied van de radio- en de lucht-
vaartverbindingen tusschen Moeder
land en Indië stellig ook recht gehad
hebben op vermelding.
De J a v a-B o d e is van oordeel, dfct
de Indische paragraaf beknopt maar
duidelijk weergeeft, welk beleid men
ten aanzien van Indië volgen zal. De
Indische Regeering moet dit beleid
voeren met een krachtige, welbewuste
en zelfbewuste hand. Het blad ont
veinst zich niet, dat er op dit stuk re
den van twijfel bestaat, maar blijft
toch nog verwachten, dat de Indische
Regeering de juiste, consequenties van
de Troonrede zal aanvaarden.
Het Nieuws van den Dag v.
N. I. maakt geen commentaar bij de
Troonrede. Het blad merkt slechts op,
dat bij de aankondiging van zooveel
wetsontwerpen het zwijgen over de
voorgenomen wijziging van de Indi
sche Staatsregeling opvalt, vooral
voor hetgeen betreft de voornemens
tot een inlandsche meerderheid in den
Volksraad., Het blad vraagt of dit be-
teekent, dat 't wetsontwerp tot wijzi
ging van de Indische Staatsregeling
niet van de Kroon afkomstig is.
Het Alg. Ind. Dagblad „De Prean-
g e r b o d e" noemt de uiterst sobere
Indische paragraaf teleurstellend.
Op Java en ter Westkust van Su
matra is meer geschied dan „het voor
vallen van betreurenswaardige onlus
ten". Het hoogste gezag is aangetast
door oproerlingen. Het blad is teleur
gesteld doof het feit. dat in de troon
rede het oproer niet bij zijn vollen
duidelijken naam genoemd is. De In
dische paragraaf uit de troonrede zou
krachtiger geklonken hebben, indien
daarin de belofte was uitgesproken
van handhaving en bescherming van
het gezag.
HovyKater.
De eerste strijders op sociaal erf
zoo lezen wij in „Ons Schild"
waren meer bedacht op verdediging
dan op den aanval.
Ze verstonden, dat ze zich moesten
te weer stellen tegen de ontkerste
ning van ons volksleven op het terrein
van de school, op het terrein van den
volksinvloed, op sociaal terrein, en
dat ze de oedneigde veste van het
Vaderlijk Erfdeel moesten verdedigen
tegenover de aanvallen, die van links
en rechts daarop werden gericht.
Toch wil ik niet zeggen, dat ze niet
verstonden, dat ook aanvallend en
bouwend moest worden gewerkt.
Allerminst.
In de eerste pennevruchten van
deze mannen treffen we gedachten
aan, waarvoor thans nog wordt gestre
den en die eerst in de laatste jaren
tot toepassing zijn gekomen.
Op een daarvan willen we de aan*
dac ht vestigen.
Het maatschappelijk leven ontwik
kelt zichm de richting van het gemeen
schapcelijk overleg tusschen patroon
en arbeider. De collectieve overeen
komsten worden meer >.n indir groua
wet voor de bedrijven, waarnair d 1:1.0
zich ontwikkelen.
Fatrodns en arbeiders g"°.n daarin
samen
Ze stellen samen de regelen vast.
Ze zorgen samen voor de handha*
ving van de gestelde regelen.
FEUILLETON.
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
82. o—
Paulus wees alle medelijden en
dank ineens af, en sprak vervolgens
met Hermas over zijn vader en ziin
toekomst, tot het dag was geworden,
en de jongeling zich gereed maakte
naar de oase te gaan, ten einde de af
gestorvenen de laatste eer te bewij
zen. Op zijn verzoek om hem te verge
zellen, antwoordde Paulus: „Neen,
neen, thans niet, thans niet; want in
dien ik thans met de menschen in
aanraking kwam, sprong ik zeker uit
elkander, evenals een versleten zak
vol gistenden wijn. In m'n hoofd gonst
een bijenzwerm, en mijn borst is een
mierenhoop geworden. Ga nu heen
en laat mij alleen.
Na de begrafenis nam Hermas van
Agapitus, Petrus en Dorothea vrien
delijk afscheid en keerde daarna tot
den Alexandrijn terug, met wien hij
zich naar het hol begaf, waarin de
gestorvene zoolang met hem had ge
woond. Hier overhandigde Paulus
hem den brief zijns vaders aan zijn
oom en sprak tot hem op liefderijker
toon, dan ooit te voren.
Dien nacht legden beiden zich op
de bekende legersteden neder, maar
noch cle een noch de ander kon rusten
of slapen.
Van tijd tot tijd prevelde Paulus,
zacht maar zeer Smartelijk: „Te ver
geefs, alles te vergeefs", en eindelijk:
„Ik zoek, ik zoele,, maar wie wijst mij
den weg?"
Vóór de dag aanbrak, stonden bei
den op. Hermr.s daalde nog eens naar
de bron af, knielde daarbij neder, en
dacht bij het afscheid nemen aan zijn
vader en de wilde ïftirjam. Herinne
ringen van allerlei aard doken in zijn
ziel op, en zoo groot is de verheerlij
kende macht der liefde, dat hem de
beeltenis van de armzalige bruine
herderin duizendmaal schooner toe
scheen dan die van de schoone vrouw
die de ziel van een groot kunstenaar
in verrukking bracht.
Kort na zonsopgang bracht Paulus
hem naar het visschersvlek, en wel
tot den Israëliet, die ue zaakwaarne
mer was van het huis zijns vaders,
liet hem rijkelijk van goud voorzien
en geleidde hem naar het kolenschip,
dat hem naar Klysma zou overbren
gen.
Het afscheid viel hem zeer zwaar.
Toen Hermas zijn bogen vol tranen
zag en voelde dat zijn handen beefden,
zeide hij: „Bekommer u niet om mij,
Paulus; wij zien elkander weder, en
ik zal u zoowel als mijn vader geden
ken".
„En uwe moeder", voegde de ander
er bij. „Ik zal u wel missen; maar dat
wat ik zoek is juist het lijden. Als het
iemand gelukte het leed der gansphe
wereld zich toe te eigenen, en als hij
bij elke ademtocht een smart door
zijn ziel voelde gaan, hoe zou deze niet
smachtend uitzien naar een wenk des
Verlossers!"
Hermas viel hem weenend om den
hals, én hij verschrikte toen de
gloeiende lippen van den Anachoreet
zijn voorhoofd aanraakten.
Eindelijk haalden de matrozen de
touwen in. Toen keerde Prulus zich
nog eens naar den jongeling om en
zeide: „Gij gaat'nu uw eigen weg. Ver
geet dezen heiligen berg niet en be
denk ook dit nog: Van alle zonden
zijn deze drie de zwaarste: valsche
godën te dienen zijns naasten vrouw
te begeeren, en de hand tot doodslag
op te heffen. Hoed u voor deze! En
van alle deugdep zijn er twee schijn
baar de geringste én toch de grootste:
waarheid en deemoed. Deze zult gij
ter harte nemen. Van alle vertroos
tingen zijn deze twee de béste: Het
bewustzijn, dat mén het goede wil,
hoe vaak men ook uit menschelijke
zwakheid moge dwalen en struikelen,
cn het gebed'.
Nog eens omarmde hij den schei
dende, en ging toen over den zandigen
weg naar den berg, zonder zich om te
keeren.
Hermas zag hem lang met groote
bezorgdheid na, want zijn sterke
vriend waggelde als een beschonkene,
en drukte vaak de handen tegen zijn
voorhoofd, dat zeker niet minder heet
was dan zijn lippen.
De jonge krijgsman heeft den berg
en paulus noQit wedergezien, maar
wel, nadat hijzelf in het leger roem
had verworven en tot aanzien was ge
stegen, Petrus' zoon, Polycarpus. dien
de keizer met hooge eer naar Byzan
tium had geroepen, en wiens huis be
stuurd werd door de Gallische Siro-
na, als een trouwe gade en moeder.
Paulus was, nadat hij van Hermas
afscheid genomen had, verdwenen.
Lang werd hij vruchteloos gezocht
door de andere Anachoréten en den
bisschop Agapitus, die van Petrus
vernomen had, dat de Alexandrijn on
schuldig was en bestraft en uitgeban
nen, en hem nu met zijn eigen mond
vergeving en troost wilde brengen.
Eindelijk, na tien dagen, vond hem
de Saïet Orion in een ver afgelegen
hol. De engel des dopds had hem wei
nige uren geleden onder het gebed
opgeroepen, want hij was ter nauwer-
nood koud. Knielend leunde hij nog
met het voorhoofd tegen den rots
wand, en zijn uitgeteerde handen wa
ren saamgevouwen om den ring van
Magdalena.
Toen zijn metgezellen hem op de
baar gelegd hadden, lag er een edel
cn vriendelijk lachje op zijn rein en
verheerlijkt gelaat.
Verwonderlijk snel werd het ge-
rucht van zijn dood verspreid in de
oase, in het 'visschersvlek, in alle Ana-
choretenholen wijd er zijd in den om
trek, en zelfs in «ie hutten der Ame-
lekieten, Onafzienbaar was de rij der
genen, die hem naar zijn laatste rust
plaats volgde. De bisschop Agapitus
ging met de oudsten en diakenen
vooruit, en achter hen volgden Pe
trus met zijn vrouw en de zijnen,
waartoe ook Sirona behoorde.
De in beterschap toenemende Poly
carpus legde ais oen zoengeschenk
een palm lak op zijn graf, dat door zoo
velen, wier sllende hij in stilte ver
zacht had. - n weldra ook door alle
boetelingen van heinde en verre als
een bedevaartsplaats bezocht werd.
Petrus richtte een gedenksteen bij
zijn graf op, waarin Polycarpus deze
woorden beitelde, die Paulus' bevende
vinger vóór zijn dood met een kool
aan den wand van zijn hol had ge
schreven:
„Bidt voor m ij arme:
ik was .een menschl"
EINDE.