NIEUWE LEIDSCHE COURANT WflT DE BLODEN ZEGGEN. Niets menscfielijks vreemd Ze oefenen een eigen rechtspraak uit. i ATIefnvege kan worden wahnmno- men. ebt patroons cn arbeiders ellenn der naderen en veel dichter bi] el kaar staan, dan jaren geleden. Deze gedachte gaat lijnrecht in te gen de liberaal-economische idee -i.n de zelfstandigheid van het individu, ook van den patroon, die geheel zell- standig moet regelen en kunnen re gelen alles, wat in zijn bedrijf plaats grijpt of plaatsgrijpen moe'. Ze gaat evenzeer in tegen de socia listische idee van denddassenstrijd, die predikt de onverzoenlijke tegenstel ling tusschen patroon en arbeider, die moet leiden tot een nooit verflau- wenden strijd, waarin het patronaat zal ondergaan. De gedachte van toenadering tus schen patroon en arbeider is de chrig teliüke idee voor het maatschaopelijk leven. Geen strijd, maar samenwerfdng. God wijst ieder mensch rijn taaW en plaats aan. God brengt' menschen van gelijke beweging samen, om door iamenwer king net maatschappelijk ieven te die nen. Geen absolute overheerschingj geen onverzoenlijke eisch, maar samenwer king eischt ,Gods Woord en der tijden nood. Dit is van meetaf verstaan door de voortrekkers der christelijk sociale bö weging. Ze hebben .steeas weer od toenadering en samenwerking aange drongen. Ze hebben daarvoor verachting en verguizing verdragen. En ziet, het is deze gedachte, die met terzijdestelling van die, voortko mende uit andere beginselen, thans zegeviert. Die dit constateert-, die ziet als voor zich verschijnen de twee mannen, wier namen we boven dit artikel plaat sen. Hovy de patroon en Kater zijn knecht en toch beide stichters van de christelijk-sociale beweging, ze zijn de levende getuigen van wat het be ginsel eischt, wat broederzin vermag en hoe patroon en arbeider voor het welzijn van het bedrijf en allen, die daarin arbeiden en voor geheel het maatschappelijk leven moeten samen werken. Het zijn geweest te midden van een door lijden en strijd verscheurde we reld, lichtende figuren, die duizenden ten zegen zijn gweest. Het zijn figuren, waaraan allen, die meewerken in de Christelijk-sociale beweging van deze dagen zich kunnen opheffen. Ook daarvan geldt: ;,Het is van den Heere geschied". (- ode zij diaa voor alleen de eer. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen; Te Made (toezegging) cand. J. Steenhuizen, te Utrecht. Te Nijkerk, W. J. van Lokhorst, te Delfs- haven. Te Oene, C. J. v. d. Graaf, te Ameide. Te Gent (Evang, Staatskerk in België), J. S. Hartjes, te Rilland- Bath; Bedankt: Voor Surhuizum, 0. Groenewoud, te Parrega. Voor Alblas- serdam en voor Vriezenveen, H. P. Brandt, te Lage Zwaluwe. Voor Dintel- oord (toez.) C. J. v. d Graaf, te Ameide. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Katwijk aan Zee, 'W. E. Gerritsma, te Öudega. Te Vrou- wenpolder-Gapinge (Zeeland), cand. P. Melles te Groningen. Te Gorredijk, cand. A. Mout, te Rotterdam. Aangenomen: Naar Kliindert, A. Dercksen, te Pijnacker-Nootdorp, CHR. GEREF. GEM. Beroepen: Te Baarn, D. Driessen te 's-Gravenzande. Te Maarssen, H. Biesma, te Groningen. BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Wegens vertrek naar Franeker nam Ds. J. D. Wielenga, Zondag j.l. af scheid van de Geref. Kerk van Hoofd dorp, sprekende over Filipp. 1 27. Ds. E. V. J. Japchen hoopt Zon dag 25 September afscheid te nemen van de Ned. Herv. Kerk te Kockengen, om 2 October d.a.v. intrede te doen te Maartensdijk. Bevestiger is Ds. A. v. <-]. Kony, te Kampen. Hef afscheid van Ds. P. de Feyfor vpn de GerefKerk van "RoornbergUni is bepaald op Zondag 23 Oct. en de be vestiging en intrede te Zwartsluis op Zondag 6 Nov. &a v- Als bevestiger zal optreden Ds. A: Brouwer Jzn. van Zwartsluis. GEREFORMEERDE KERKEN (Hersteld Verband). Gisteren werd - de vergadering van de Gereformeerde Kerken in het Her stelde Verband der classè Amsterdam voortgezet. In comité-generaal wordt het rapport van dëputaten art. 13 K)p. besproken. Na enkele kleine wijzigin gen wordt dit .rapport aanvaard. Na gehouden examen wordt de heer J. v. d. Woude, theol. cand. van de V. U. beroepbaar verklaard tot de bedie ning des Woords* en der sacramenten. Verschillende deputaten worden be noemd. De classis zal bij het uitgeven van een jaarboekje voor de kerken mede werking verleenen door het verstrek- keh van officieele gegevens. Als roe pende kerk wordt aangewezen de kerk van Amersfoort. De volgende vergadering van de clas sis zal gehouden worden op 13 Dec. a.s te Amersfoort. DS. G. E. K. A. ROSKOTT f In den ouderdom van ruim 75 jaar is te Utrecht overleden ds. G. E. K. A- Roskott. em. pred. der Ned. Herv. ge meente te Rijswijk (Gld.) PREDIKANTS-JUBILEUM. Dr. E. J. W. Posthumus Meyes her dacht gisteren onder velerlei belang stelling zijn 25-jarige werkzaamheid als predikant der Nëderduitsch Herv Kerk in Den Haag. Een huidecommissie, gevormd uit verschillende kerkelijke kringen en in stellingen, waarmee dr. Posthumus Meyes gedurende die 25 jaren heeft samengewerkt, heeft den jubilaris gis termorgen te zijnen huize gecompli menteerd en hem een olieverf-schilde rij, voorstellende de Gevangenpoort in den vroegeren toestand, aangeboden. Ook van vele andere zijden ontving de jubilaris blijkpn van waardeering. THEOL. SCHOOL DER VRIJE EVANG. GEMEENTEN. Aan de op te richten theologische school van de Vrije Evangelische Ge meenten in Nederland is tot docent be noemd Ds. A. Winckel, predikant bij de Vrije Evangelische Gemeente fc Leeuwarden. VAN HET DOOPSGEZINDE ZENDINGSVELD. „Brieven!", het officieel orgaan dfr Doopsgezinde Gemeentedagbeweging, brengt het bericht, dat de zendeling- arts dr. L. D. Eerland. die November van het vorige jaar naar Kelet was gegaan, thans reeds ontslag heeft ge vraagd om persoonlijke redenen van ernstigen aard. Het bestuur der Doops gezinde Zendingsvereeniging verleen de dr. Eerland het gevraagde ontslag eervol met ingang van 1 Januari 1928 of zooveel eerder als zijn opvolger in functie zal zijn getreden. Er zijn reeds maatregelen beraamd, om in de vaca ture, ontstaan'door het vertrek van dr. Eerland, zoo spoedig mogelijk te voor zien. Een der bestuursleden van de Doops gezinde Zendingsvereeniging, dr. B. Hylkema. die als arts verbonden is aan de Stoomvaartmaatschappij „Ne derland", vertrok einde Augustus vqor eenige maanden naar Indië en hoopt daarbij zoo mogelijk ook de Doopsge zinde zendingsvelden op Java en Su matra te bezoeken. GEMENGDE HUWELIJKEN. In de jongste vergadering van den kerkeraad der Israël, gemeente te Arn hem werd behandeld het verzoek van een Joodsche vrouw, die een gemengd huwelijk heeft ^aangegaan. om als lid der gemeente te worden aangenomen. Omtrent dit verzoek had men het advies van den opperrabbijn in Gelder land ingewonnen, dat luidde: dat iedere Jood. die aan de Joodsche ge meente in de lasten naar vermogen wil bijdragen, als lid behoort te wor den aangenomen. Hoewel verschillende leden geneigd waren, adressante als lid aan te ne men, besloot men, eerst een beslissing van de permanente commissie uit te lokken. Men was evenwel de meening toegedaan, dat men het sluiten van ge mengde huwelijken niet mocht in de hand werken. PEREMPTOIR EXAMEN. De classis Almkerk der Geref. Ker ken heeft in haar gisteren gehouden vergadering na peremptoir examen toegelaten tot den Dienst des Woords en der sacramenten, den heer J. M. Spier, theologisch candidaat te 's-Gra- venhage, beroepen predikant bij de Geref. Kerken van Dussen en Meeu wen. De heer Spier zal Zondag 9 Oct. a.s. 's morgens te Dussen en 's avonds te Meeuwen worden bevestigd. Als beves tiger zal optreden Ds. G. R. Kuyper, van 's-Gravenhage-Oost. Zondag 16 Oc tober d.a.v. zal cand. Spier 's morgens zijn intrede doen te Dussen en des avonds te Meeuwen. EEN ISLAMIETISCHE HOOGE- SCHOOI. IN DUTTSCHLAND. De onlangs te Berlïin opgerichte ver eeniging „Islamia" heeft net plan op gevat in Duitschland een vrije Isla- mi etitsc he Hoogeschool op te richten Zij heeft zien tot het gemeentebe stuur van Schwetzingen gericht met het verzoek den zetel der Academie te mogen vestigen in de Moskee, die zich in deze stad bevindt en die aldaar, in de 18de eeuw wend opgericht. Zij is een nabootsing van een mos kee uit Voor-Indië. GESTOLEN OFFERS. Er wordt een veriiaal verteld omtrent een boer, die, in een sehoone vallei aan den voet van een berg, zijn offer dier legd© op het altaar Gods, net vuur aanstak, ten einde hét lam te verteren, en daarna op zijn knieën ging en zijn oogen in aanbidding sloot. Onderwijl zat een arend op een guoo- ten rotssteen, op' zijn neet met jongen en rook van daar de lucht van net verbrareiend vlcesch en neerschietend greep dj arend het lam van het bmn- dj.nü altaar, en steeg weer op naar zijn nest. Daar gekomen, liet hij het gesto len off ei1 in zijn nest vallen, opdat de jonge vogels zich daarmee zouden kun nen voeden, terwijl de verbaasde boer met spijt en droeiheid keek naar den vogel, die zijn offer gestolen had en nu weer op zijü nest zat, vei' buiten zijn bereik. Terwijl hij o/nhouë blikte, spijtig over den vogel, die zijn offer gesioien had, zag hij rook opstijgen uit net nest van den arend en daarna laaide er een vlam uit op. De moedervogel krijschte fcrharmelijk, en vloog machteloos om de rots, terwijl het nest verbrandde en de totaal machtelooze jonge vogels le vend in de vlammen omkwamen. Hoe was dat gebeurd? Een bran dend kooltje V-uur was blijven hangen aan het gestolen offer en zoodoende in het uest gekomen, waar het dj dro ge twijgjes had aangestoken, met het gevolg, dat op déze wijze de voorwer pen harer zorg en liefde vernietigd wer den. Deze fabel illustreert zeer juist de dwaasheid dier ouders, die ue al taren Gods hebben beroofd, teneinde in staat te zijn te voldoen aan de lusten en buitensporigheden van hun slechte kii d.ren, cl ie verteerd werden door hun verkeerde hartstochten. BINNENLAND. MINISTER BEELAERTS ZAL SPREKEN OVER BE VOLKENBONDSVERGADERING Het bestuur van den Nederlandschen journalistenkring zal over enkele da gen aan den Minister van Buitenland- sche Zaken, Jhr. Mr. F. Béelaerts van Blokland, vertegenwoordiger van Ne derland in den Raad van den Volken bond, een noenmaal aanbieden in ho tel Paulez te 's-Gravenhage. Aan dit noenmaal zullen mede aan zitten vertegenwoordigers van enkele andere vereenigingen op het terrein der journalistiek en van verschillende bladen. De Minister heeft zich bereid ver klaard bij deze gelegenheid een rede uit te spreken in verband met den arbeid der jongste Volkenbondsverga dering te Genève. HET GOUDEN JUBILEUM VAN PATRIMONIUM. Gisteren en heden viert het Ned. Werkliedenverbond „Patrimonium" de oudste christelijk-sociale organisa tie in ons land, te Utrecht zijn gouden jubileum. Ter gelegenheid daarvan werd Dins dagavond in de Domkerk een wijdings samenkomst gehouden, die per radio werd uitgezonden de eerste maal dat zulks met een samenkomst m de Domkerk het^geval was. Als sprekers traden op de predikan ten ds. Jhr. J. L. A. Martens van Se- venhoven, Ned. Herv. predikant te U- trecht, die sprak over „Van een bezie lend verleden". Dr. B. Wielenga. over „Patrimonium en het heden" en ds. A. M! Berkhoff, Chr. Geref. predikant te Amsterdam, die óver „De christelijk- sociale beweging en de toekomst" han delde. De heer H. F. Bos, de organist der Domkerk luisterde met zijn heerlijk orgelspel de samenkomst op. Na af loop werd in het gebouw voor Chr. Soc. belangen een begroetingssamen komst gehouden. Te 10 uur ving gistermorgen de jaarvergadering aan. Ze werd voor het laatst gepresideerd door het oud-Ka merlid, den heer P. v. Vliet. De voor zitter opende de vergadering met" het doën zingen van Ps. 77:7, gebed en het lezen van Ps. 146. Hierna hield hij de openingsrede, waaraan we het vol gende ontleenen. Spr. ving zijn rede aan, met de me dewerkenden van den vorigen avond dank te zeggen. Daarna wees hij 'erop, dat God, die de organisatie zoo lang bëhoed had, ook in de toekomst zou zorgen, waardoor de aangevangen ar beid voorspoedig móge voortgaan. Spr. stond vervolgers enkele oogenblikken stil bij het pas verschenen gedenkboek waarvoor hij den samensteller hulde bracht. Naast de bespreking van het ver slag over het afgeloopen Bondsjaar en de Rekening en Verantwoording der financiën, wachten ons» de bespreking van eenige voorstellen en vaststelling van resoluties, terwijl benoemingen in onderscheiden functies moeten plaats hebben. In de benoeming van een nieuwen Bondsvoorzitter moet tevens worden voorzien, en vóórdat daartoe straks zal worden overgegaan, past het die zoo langen tijd door groot vertrouwen op deze plaats werd gesteld, daarvoor hartelijk dank te zeggen. Wederkeerig zie ik met een dank baar hart op een lang tijdperk van aangename samenwerking terug, en ik spreek als mijn' innigen wensch en bede uit, dat God in den straks te be noemen voorzitter. Patrimonium een man moge geven, die kloek en krach tig bereid is het Verbond te dienen. Spr. eindigde met den wensch, dat heel onze arbeid en al onze ijver ver bonden zij aan de leuze van Groen van Prinsterer; „er staat geschreven en, er is geschied." De morgenvergadering was verder gewijd aan huishoudelijke zaken. Zoo vond na langdurige beraadslagingen de verkiezing van een voorzitter plaats Uitgebracht werden 99 stemmen op clen heer C. Smeen k, wethouder van Arnhem en lid der Tweede Kamer, 53 stemmen op den heer J. Hollander te 's-Gravenhage en 3 op den heer G. Baas te Amsterdam, die te voren me degedeeld had, een benoeming niet te zullen aanvaarden. De heer Smeenk hield de benoeming in beraad. In het Gebouw voor K. en W. rece- pieerde 's middags het bestuur. De bur gemeester van Utrecht, vergezeld van clen secretaris en wethouder De Boer, brachten namens het gemeentebestuur gelukwenschen over. Daarop voerde de heer K. Kruithof als voorzitter van het Chr. Nationaal Vakverbond het woord en bood een ameublement aan. Verder maakten nog hun opwachting de heerèn Beumer en Zijlstra. voor de A.-R. Kamerfractie, de oud-ministers De Vries en Bijleveld namens het Cen traal Comité der A.-R. Partij en de heer J. v. d. Molen, burgemeester van Renkum, oud-redacteur van „Patrimo nium" Verder waren aanwezig afge vaardigden van talrijke Christelijke or ganisaties, het bestuur van het R.-K. Werkliedenverbond, vele Utrechtsche raadsleden enz. De ministers De Geer, Donraer en Slotemaker de Bruine, benevens de oud-ministers Idenburg en Van Dijk en de burgemeester van Amsterdam, van DONDERDAG 22 SEPT.'27 TWEEDE BLAD. Indische persstemmen over de Troonrede. In een beschouwing over de Indi sche paragraaf uit de Troonrede schrijft het Bat. Nieuwsblad van oordeel te zijn, dat aan de uiterst voor zichtig gekozen bewoordingen wel de gelijk de conclusie kan worden ver bonden, dat de Regeering stelling neemt tegen het communisme. Het blad is het echter niet eens met „Het Vaderland", waar dat blad tevens schrijft, dat de Regeering ook beslist positie neemt tegen de reactie. Het Bat. Nieuwsblad meent, dat de stel lingneming van de Regeering geheel los staat van de gedachte „de reactie" Het ging zuiver om de bestrijding van het communisme. Overigens zouden de voornemens tot wijziging van de Indische Staats regeling, en de groote vooruitgang op het gebied van de radio- en de lucht- vaartverbindingen tusschen Moeder land en Indië stellig ook recht gehad hebben op vermelding. De J a v a-B o d e is van oordeel, dfct de Indische paragraaf beknopt maar duidelijk weergeeft, welk beleid men ten aanzien van Indië volgen zal. De Indische Regeering moet dit beleid voeren met een krachtige, welbewuste en zelfbewuste hand. Het blad ont veinst zich niet, dat er op dit stuk re den van twijfel bestaat, maar blijft toch nog verwachten, dat de Indische Regeering de juiste, consequenties van de Troonrede zal aanvaarden. Het Nieuws van den Dag v. N. I. maakt geen commentaar bij de Troonrede. Het blad merkt slechts op, dat bij de aankondiging van zooveel wetsontwerpen het zwijgen over de voorgenomen wijziging van de Indi sche Staatsregeling opvalt, vooral voor hetgeen betreft de voornemens tot een inlandsche meerderheid in den Volksraad., Het blad vraagt of dit be- teekent, dat 't wetsontwerp tot wijzi ging van de Indische Staatsregeling niet van de Kroon afkomstig is. Het Alg. Ind. Dagblad „De Prean- g e r b o d e" noemt de uiterst sobere Indische paragraaf teleurstellend. Op Java en ter Westkust van Su matra is meer geschied dan „het voor vallen van betreurenswaardige onlus ten". Het hoogste gezag is aangetast door oproerlingen. Het blad is teleur gesteld doof het feit. dat in de troon rede het oproer niet bij zijn vollen duidelijken naam genoemd is. De In dische paragraaf uit de troonrede zou krachtiger geklonken hebben, indien daarin de belofte was uitgesproken van handhaving en bescherming van het gezag. HovyKater. De eerste strijders op sociaal erf zoo lezen wij in „Ons Schild" waren meer bedacht op verdediging dan op den aanval. Ze verstonden, dat ze zich moesten te weer stellen tegen de ontkerste ning van ons volksleven op het terrein van de school, op het terrein van den volksinvloed, op sociaal terrein, en dat ze de oedneigde veste van het Vaderlijk Erfdeel moesten verdedigen tegenover de aanvallen, die van links en rechts daarop werden gericht. Toch wil ik niet zeggen, dat ze niet verstonden, dat ook aanvallend en bouwend moest worden gewerkt. Allerminst. In de eerste pennevruchten van deze mannen treffen we gedachten aan, waarvoor thans nog wordt gestre den en die eerst in de laatste jaren tot toepassing zijn gekomen. Op een daarvan willen we de aan* dac ht vestigen. Het maatschappelijk leven ontwik kelt zichm de richting van het gemeen schapcelijk overleg tusschen patroon en arbeider. De collectieve overeen komsten worden meer >.n indir groua wet voor de bedrijven, waarnair d 1:1.0 zich ontwikkelen. Fatrodns en arbeiders g"°.n daarin samen Ze stellen samen de regelen vast. Ze zorgen samen voor de handha* ving van de gestelde regelen. FEUILLETON. Een episode uit de geschiedenis van de Christenen op het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 82. o— Paulus wees alle medelijden en dank ineens af, en sprak vervolgens met Hermas over zijn vader en ziin toekomst, tot het dag was geworden, en de jongeling zich gereed maakte naar de oase te gaan, ten einde de af gestorvenen de laatste eer te bewij zen. Op zijn verzoek om hem te verge zellen, antwoordde Paulus: „Neen, neen, thans niet, thans niet; want in dien ik thans met de menschen in aanraking kwam, sprong ik zeker uit elkander, evenals een versleten zak vol gistenden wijn. In m'n hoofd gonst een bijenzwerm, en mijn borst is een mierenhoop geworden. Ga nu heen en laat mij alleen. Na de begrafenis nam Hermas van Agapitus, Petrus en Dorothea vrien delijk afscheid en keerde daarna tot den Alexandrijn terug, met wien hij zich naar het hol begaf, waarin de gestorvene zoolang met hem had ge woond. Hier overhandigde Paulus hem den brief zijns vaders aan zijn oom en sprak tot hem op liefderijker toon, dan ooit te voren. Dien nacht legden beiden zich op de bekende legersteden neder, maar noch cle een noch de ander kon rusten of slapen. Van tijd tot tijd prevelde Paulus, zacht maar zeer Smartelijk: „Te ver geefs, alles te vergeefs", en eindelijk: „Ik zoek, ik zoele,, maar wie wijst mij den weg?" Vóór de dag aanbrak, stonden bei den op. Hermr.s daalde nog eens naar de bron af, knielde daarbij neder, en dacht bij het afscheid nemen aan zijn vader en de wilde ïftirjam. Herinne ringen van allerlei aard doken in zijn ziel op, en zoo groot is de verheerlij kende macht der liefde, dat hem de beeltenis van de armzalige bruine herderin duizendmaal schooner toe scheen dan die van de schoone vrouw die de ziel van een groot kunstenaar in verrukking bracht. Kort na zonsopgang bracht Paulus hem naar het visschersvlek, en wel tot den Israëliet, die ue zaakwaarne mer was van het huis zijns vaders, liet hem rijkelijk van goud voorzien en geleidde hem naar het kolenschip, dat hem naar Klysma zou overbren gen. Het afscheid viel hem zeer zwaar. Toen Hermas zijn bogen vol tranen zag en voelde dat zijn handen beefden, zeide hij: „Bekommer u niet om mij, Paulus; wij zien elkander weder, en ik zal u zoowel als mijn vader geden ken". „En uwe moeder", voegde de ander er bij. „Ik zal u wel missen; maar dat wat ik zoek is juist het lijden. Als het iemand gelukte het leed der gansphe wereld zich toe te eigenen, en als hij bij elke ademtocht een smart door zijn ziel voelde gaan, hoe zou deze niet smachtend uitzien naar een wenk des Verlossers!" Hermas viel hem weenend om den hals, én hij verschrikte toen de gloeiende lippen van den Anachoreet zijn voorhoofd aanraakten. Eindelijk haalden de matrozen de touwen in. Toen keerde Prulus zich nog eens naar den jongeling om en zeide: „Gij gaat'nu uw eigen weg. Ver geet dezen heiligen berg niet en be denk ook dit nog: Van alle zonden zijn deze drie de zwaarste: valsche godën te dienen zijns naasten vrouw te begeeren, en de hand tot doodslag op te heffen. Hoed u voor deze! En van alle deugdep zijn er twee schijn baar de geringste én toch de grootste: waarheid en deemoed. Deze zult gij ter harte nemen. Van alle vertroos tingen zijn deze twee de béste: Het bewustzijn, dat mén het goede wil, hoe vaak men ook uit menschelijke zwakheid moge dwalen en struikelen, cn het gebed'. Nog eens omarmde hij den schei dende, en ging toen over den zandigen weg naar den berg, zonder zich om te keeren. Hermas zag hem lang met groote bezorgdheid na, want zijn sterke vriend waggelde als een beschonkene, en drukte vaak de handen tegen zijn voorhoofd, dat zeker niet minder heet was dan zijn lippen. De jonge krijgsman heeft den berg en paulus noQit wedergezien, maar wel, nadat hijzelf in het leger roem had verworven en tot aanzien was ge stegen, Petrus' zoon, Polycarpus. dien de keizer met hooge eer naar Byzan tium had geroepen, en wiens huis be stuurd werd door de Gallische Siro- na, als een trouwe gade en moeder. Paulus was, nadat hij van Hermas afscheid genomen had, verdwenen. Lang werd hij vruchteloos gezocht door de andere Anachoréten en den bisschop Agapitus, die van Petrus vernomen had, dat de Alexandrijn on schuldig was en bestraft en uitgeban nen, en hem nu met zijn eigen mond vergeving en troost wilde brengen. Eindelijk, na tien dagen, vond hem de Saïet Orion in een ver afgelegen hol. De engel des dopds had hem wei nige uren geleden onder het gebed opgeroepen, want hij was ter nauwer- nood koud. Knielend leunde hij nog met het voorhoofd tegen den rots wand, en zijn uitgeteerde handen wa ren saamgevouwen om den ring van Magdalena. Toen zijn metgezellen hem op de baar gelegd hadden, lag er een edel cn vriendelijk lachje op zijn rein en verheerlijkt gelaat. Verwonderlijk snel werd het ge- rucht van zijn dood verspreid in de oase, in het 'visschersvlek, in alle Ana- choretenholen wijd er zijd in den om trek, en zelfs in «ie hutten der Ame- lekieten, Onafzienbaar was de rij der genen, die hem naar zijn laatste rust plaats volgde. De bisschop Agapitus ging met de oudsten en diakenen vooruit, en achter hen volgden Pe trus met zijn vrouw en de zijnen, waartoe ook Sirona behoorde. De in beterschap toenemende Poly carpus legde ais oen zoengeschenk een palm lak op zijn graf, dat door zoo velen, wier sllende hij in stilte ver zacht had. - n weldra ook door alle boetelingen van heinde en verre als een bedevaartsplaats bezocht werd. Petrus richtte een gedenksteen bij zijn graf op, waarin Polycarpus deze woorden beitelde, die Paulus' bevende vinger vóór zijn dood met een kool aan den wand van zijn hol had ge schreven: „Bidt voor m ij arme: ik was .een menschl" EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5