CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
8s!e JAARGANG
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1927
NUMMER 2237
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalI 2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/i cent
Ingezonden MededeeÜngen dubbel tariei
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Zij, die zich tegen 1 October a.s.
op ons blad abonneeren, ontvangen
de tot dien datum verschijnende
nummers GRATIS
DEA DMINISTRATIE.
iding onzer Drukkerij
Door Commissarissen der N. V.
Nieuwe Leidsche Courant werd in
hun laatst gehouden vergadering be
sloten tot uitbreiding onzer drukkerij
door aanschaffing van een nieuwe
Zetmachine.
Vanaf de inhedrijfstelling onzer
drukkerij hebben wij met ons beperkt
aantal machines een zeer hooge pro
ductie moeten behalen oin onze abon-
né's een blad te verschaffen, dat ten
minste aan minimum-eischen vol
deed.
De toestand in ons bedrijf was in
den regel zóó, dat w ij des middags ter
nauwernood de autobussen en trei
nen voor onze buiten-abonné s kon
den halen.
Tegenover vele klachten, over bet
niet op tijd ontvangen van ons blad,
stonden wij vaak machteloos.
De bijstelling van een zetmachine
zal hierin een beduidende verbetering
brengen, terwijl de bedrijfszekerheid
er niet onbelangrijk door verhoogd
wordt.
Wij hopen na twee, uiterlijk drie
weken de zetmachine in werking te
hebben.
Indien mogelijk zullen wij trachten
onze productie zóó op te voeren, dat
althans een gedeelte daarvan wordt
aangewend tot uitbreiding van ons
blad.
Wij vertrouwen, dat het besluit van
Commissarissen, om door aanschaf
fing van een zetmachine waarme-
ue natuurlijk de financieele zorgen
worden vergroot ons blad naar in
houd en vorm te verbeteren, door on
ze abonné's zal worden gewaardeerd
en elke lezer of lezeres in eigen kring
voor onze actie een krachtige propa
gandist zal zijn.
Het is voor hen die aan ons blad
arbeiden en voor de leiding verant-
WQordelijkheid dragen zoo aange
naam te weten, dat een breede lezers
kring dien arbeid waardeert en dezen
met opbouwende (geen afbrekende)
critiek steunt en bevordert.
DE DIRECTIE.
De Pers en de troonrede
Wij geven hieronder eenige beschou
wingen van andere bladen op de gis
teren door H.M. de Koningin uitge
sproken troonrede:
„De Standaard" heeft den moei
lijk te doorgronden passus over onze
handelspolitiek eenige malen herlezen
en kon het aan het eind niet verder
brengen dan tot de verzuchting: waar
om hier niet dezelfde klaarheid als in
zake het Belgische verdrag?
„Er wordt in de Troonrede zegt
het blad een paar maal gerept van
onze economische politiek.
Eenmaal als er geklaagd wordt over
bemoeilijking van den afzet in den
vreemde van de producten van land
en tuinbouw.
Een tweede maal als heengewezen
wordt naar kunstmatige belemmerin
gen, die aan het internationaal ruil
verkeer in den weg gelegd worden.
En eindelijk nog een derde maal als
uitdrukking gegeven wordt aan de
verheugenis, dat de door de Economi
sche Conferentie te Genève aangege
ven richtlijnen der economische poli
tiek in Nederland reeds worden ge
volgd.
Wat beteekent nu in het licht daar
van de boven geciteerde zinsnede?
Brengt men haar in verband met de
klachten over belemmeringen die on
ze export ondervindt, dan zou men er
uit kunnen afleiden, dat de Regeering
maatregelen overweegt, om zich daar
tegen actief te weer te gaan stellen.
Let men dan echter weer op de blijd
schap, waarmee wordt heengewezen
naar de overeenstemming die reeds
bestaat tusschen de Nederlandsche
economische politiek en de richtlijnen
van Genève, dan kan men zich toch
ook weer moeilijk voorstellen, dat de
Regeering stappen overweegt, die zou
den ingaan tegen de beginselen, in die
richtlijnen aangeduid.
Is er dan soms nog een derde lezing
mogelijk, die wij niet hebben gevat?
Tenzij anderen gelukkiger zijn ge
weest in het onderkennen van de be
doelingen dezer alinea in welk ge
val we daarvan onzen lezers gaarne
m«.-dedeeling zullen doen zullen we
ter opheldering van de duistere zin
snede dezer troonrede moeten wachten
op de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer.
Het is toch niet zeer aannemelijk,
dat niemand in dat college er behoefte
aan zou bevoelen naar de beteekenis
van dit deel der Troonrede te vragen.
Zulk een vraasr komt zeker.
En dan t. z. t nok een antwoord.
F.n daarna zullen we het weten.
En een7pKden toon beluisteren wij
in de „Rotterdammer":
„Naar onze meening kan men uit
dezen duisteren zin alles lezen wat
men wil.
Zal men den weg van den eenzijdi-
gen vrijhandel tot eiken prijs nog ver
der opgaan; of beteekent het. dat men
juist om het vriie ruilverkeer veilig
te stellen tijdelijk tot retorsie-maat
regelen zal overgaan.
Over deze voornemens zal helderder
licht moeten vallen, voor er zakelijk
over te spreken is.
Hetzelfde geldt trouwens van bijna
alle aangekondigde wetsvoorstellen.
De aankondiging zegt van den inhoud
der plannen zoo goed als niets".
En de chr.-hist. „Nederlander"
hult zich bij haar beschouwing over
het punt in kwestie in eenzelfde vaag
heid. als welke het regeeringsstuk ken
merkt, al schijnt zij te neigen tot een
afwijzing der conclusie, door andere
bladen getrokken.
„Deelt de regeering de verwachting
van sommigen, dat de bestaande moei
lijkheden zouden verminderen en dat
de welvaart wellicht zou toenemen, in
dien Nederland deelnam aan den wed
loop tot verhooging dezer kunstmati
ge belemmeringen? De Troonrede geeft
op deze vraag zeker geen bevestigend
antwoord. Integendeel; de herleving
der welvaart en verruiming der werk
gelegenheid worden wel verwacht van
verlichting van den bestaanden zwa-
ren directen belastingdruk niet van
verhooging van eenige indirecte hef
fing; en met voldoening wordt vastge
steld, dat de richtlijnen der economi
sche politiek van den Volkenbond
„overeenkomen met die. welke door
Nederland worden gevolgd".
Uiteraard biedt een woord over de
Troonrede geen aanleiding tot diep
gaande beschouwingen over „bescher
ming".
Slechts dit: laten onze landgenooten,
die inderdaad in moeilijkheden verkee
ren. voorzichtig zijn! Zij kennen toch,
evengoed als de Regeering, de betee-
kenis onzer gunstige, maar zeer be
perkte grenzen en de lessen der his
torie".
„De Z e e u w" is ook niet tevreden
noch met de troonrede in haar geheel,
noch wat betreft de zinsnede over de
handelspolitiek.
Over de troonrede in haar geheel
zegt het blad:
„Overzien we de Troonrede in haar
geheel, dan kan gezegd, dat het een
staatsstuk is, zooals we dat van een
Kabinet als het tegenwoordige kunnen
verwachten.
Van een kloek en krachtig getuige
nis dat geregeerd zal worden overeen
komstig de beginselen levende bij de
rechterzijde en dat door wetgeving en
bestuur de Christelijke grondslagen
van ons volksleven zullen worden be
veiligd en verstevigd, wordt met geen
woord gerept.
Het is een kleurlooze en doordat
het Kabinet zich aan alle kanten in
de' ruimte houdt ook met uitzonde
ring van de warme en hartelijke in
leiding, matte rede, die geen perspec
tieven biedt.
Maar wat kan men in de gegeven
omstandigheden, in deze tijden van
kleine politiek, anders verwachten!
Wij zitten nu eenmaal in het poli
tieke moeras en we zullen er voorloo
pig wel in blijven ook".
„F r i e s c h Dagblad" zegt;
„Overigens is het stuk een intermez
zo-Kabinet waardig, de gansche mid
denmoot is kleurloos. Weldadig doet
het aan. dat niet meer gesproken
wordt van „in afwachting van norma
le omstandigheden" en van het tijde
lijk karakter. De krakende wagen
heeft nu reeds zoolang geloopen, dat
een steeds weer attendeeren op den
zwakken onderhouw geen zin heeft en
schade doet aan de oprechtheid.
Wij zijn op de kleurloosheid aan
gewezen; vandaar dat een duidelijke
uitdrukking omtrent de richting van
het Kabinet achterwege bleef, zooals
die in de Troonrede van het Kabinet
Colijn stond in 1925: „Zoo voor Be
stuur als wetgeving blijft handhaving
van de Christelijke grondslagen van
ons volksleven richtsnoer". Zelfs voor
de handhaving van het Protestantsch-
Christelijk karakter der natie is er
niet één hoopvol woord.
De geheele Troonrede doet zien, zegt
het blad eindelijk, in welk een toe
stand van machteloosheid Coalitie en
Parlement zijn vervallen, een weten
schap, welks smart slechts zeer ten
deele gecompenseerd wordt door de
Koninklijke dank, die aan de vertegen
woordigers op de economische confe
rentie waar de Minister-President uit
ons laatste heusche parlementaire ka
binet' de leiding had, wordt gebracht".
De Chr. Amsterdammer zegt:
„Overigens geeft ons de rede geen
aanleiding tot bijzondere opmerkingen
De tijden, die wij hier in de overzee-
sche gewesten beleven zijn zorgvol, en
de troonrede heeft daarover woorden,
die toonen, dat de toestand zeer juist
wordt ingezien.
Dat reeds is op zichzelf veel waard;
en te loven bij den huidigen toestand
onder een Kabinet, dat eigenlijk nie
mand bevredigd.
Het zal er op aankomen in het ko
mende parlementaire jaar zaken te
doen en met groote nuchterheid W
kalmte de belangen van land en volk
te bevorderen".
De R K. „T ij d" noemt het jongste
staatsstuk bemoedigend.
„Het stuk is bemoedigend, vooral
om vier punten er zijn meer rneer
belangrijke punten in de rede, doch
w ij beperken ons voor heden tot het
geen o.i. de hoofdzaken zijn die
daarin worden genoemd, met name
een verlaging der inkomstenbelasting,
de financieele regeling tusschen Rijk
en gemeenten, invoering van den ze
ven-jarigen leerplicht. en last not
least een andere methode bij het af
sluiten van handelsverdragen.
Uit het eerste pum blijkt, dat Minis
ter de Geer de bekende (overigens ver
worpen) motie van Sehaik, waarin
was gevraagd, dat een ruimer vloei
en der middelen mede ten goede zou
komen aan de salarissen der Rijks
ambtenaren, niet zal uitvoeren. De Mi
nister van Financien geeft de voor
keur aan belastingverlaging, omdat
zoo wordt elders in de troonrede ge
zegd, „de zware lasten, op de be
volking gelegd, de herleving der wel
vaart en de verruiming der werkge
legenheid vertragen". Deze passus zal
wel geen tegenspraak ontmoeten, al
is te verwachten, dat anderen, die aan
de ambtenaren wel iets meer gunnen
dan een uiteraard beperkte vermin
dering van den aanslag op het biljet
der rijksinkomstenbelasting, voor sa-
larisverhooging zullen blijven opko
men".
Het „Alge m. Handelsblad"
oordeelt dat de bedoelde zinsnede uit
de troonrede niet kan bedoelen een
principieele breuk met het tot heden
gevolgde stelsel der handelspolitiek.
Intusschen, zoo zegt het blad:
„De regeering erkent, dat zij op het
oogenblik in staat is onder alle om
standigheden' handelscontracten met
vreemde mogendheden te sluiten. Im
mers deze mogelijkheid wil zij behou
den. Wat is er dan veranderd dat haar
noopt die mogelijkheid te behoeden
voor het gevaar, dat zij verloren gaat?
Ons klinkt de gekozen terminologie
niet geruststellend in de ooren, omdat
dit juist de bewoordingen zijn. waar
mede de advocaten van vechttarieven
en retorsie van hun ietwat platonische
liefde voor den vrijhandel getuigen.
Wij wachten af, maar niet zonder
zekere vrees, dat de regeering zich
laat dringen van het pad, dat haar
premier meermalen als het rechte ge
schetst heeft".
Alleen de hoofdredacteur van het
„Vaderland" legt 't liberale hoofd
rustig neer; hij heeft de beteekenis der
duistere zinsneden volkomen door
zien:
„De Regeering erkent de moeilijkhe
den die voor onzen handel en nijver
heid ontstaan, doordat aan het inter
nationaal ruilverkeer kunstmatige be
lemmeringen in den weg worden ge
legd, maar wil niet van een genees
middel weten, dat voor een klein land
altijd tienmaal, en meermalen, erger is
dan de kwaal. Wat trouwens van een
Kabinet-De Geer vaststond. Integen
deel verborg de Regeering hare vreug
de niet over de richtlijnen op de Eco
nomische conferentie van den Volken
bond aangegeven. Wij lezen in die
vreugdebetuigirg een beslist afwijzen
van eene verandering in onze handels
politiek, al zou het ons natuurlijk ver
heugen als de uitspraken van de Eco
nomische Conferentie nog iets meer
dan declaratorische waarde hebben".
Het socialistisch hoofdorgaan „H e t
V o 1 k" ten slotte, dat ook nu weer het
intermezzo-kabinet heel welwillend te
gemoet treedt, speurt evenzeer voetan
gels en klemmen op het terrein1 der
handelspolitiek:
„Met instemming wordt vastgesteld,
dat de door de Economische Conferen
tie aangegeven richtlijnen overeenko
men met die. welke Nederland volgt.
Als dat in de toekomst maar zoo blijft!
Met ongerustheid hebben wij kennis
genomen van de voorbereiding van
een wetsontwerp, om „onder alle om
standigheden" de mogelijkheid van het
afsluiten van handelsverdragen te be
houden en hierdoor het vrije ruilver
keer te bevordc-ren." Dat kan haast
niet anders worden uitgelegd, dan als
een aankondiging van z.g. actieve han
delspolitiek, als een concessie aan de
Katholieke werkgevers, die gisteren
zulk een keel hebben opgezet. Zulk
een zwenking, na de rol, die de Ne
derlander Colijn ter conferentie heef£
gespeeld, zou een voor ons land be
denkelijke houding beteekenen. Met
belangstelling en waakzaamheid wach
ten wij af. wat de regeering in dezen
van plan zal blijken."
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
STADSNIEUWS.
STOOMTRAM EN AUTOBUS.
Het adres van het hoofdbestuur van
de Ned. Ver. van Spoor- en Tram
wegpersoneel aan de Kroon, houdende
verzoek de besluiten van Ged. Staten
van Noord- en Zuid-Holland, waarbij
vergunning werd verleend tot het in
werking brengen van autobusdiensten
tusschen LeidenHaarlem, resp. Lei
denLisse, te vernietigen op grond,
dat bij invoering van deze diensten
het voortbestaan van bovengenoemde
tramlijn ernstig in gevaar zou worden
gebracht, waardoor de belangen van
de bollenstreek tusschen Leiden en
Haarlem ernstig worden geschaad en
een' aantal arbeiders worden ontslagen
heeft ons aanleiding gegeven nadere
inlichtingen in te winnen bij de direc
tie der N.Z.H.T.M. en andere corpora
ties en personen, die bij deze zaak zijn
betrokken, schrijft De Telegraaf.
Tot recht verstand van den toestand
moge worden opgemerkt, dat het en
kel deze lijn van de Mij. is, welke nog
niet is geëlectrificeerd.-Nadat eerst de
lijnen Leiden—Katwijk en Leiden—
Noordwijk geëlectrificeerd waren, zou
LeidenHeemstedeHaarlem aan de
beurt komen. Dat men daartoe nog
niet overging is een gevolg van den
duren aanleg van deze langs één lijn
door tal|Van dorpen loopende stoom
tram. Er zouden vele onteigeningen
aan moeten voorafgaan. Het lag van
het begin af echter in de bedoeling,
dat dit wel zou geschieden.
Een autodienst naast de tram zou
ten gevolge hebben, dat beide diensten
een kwijnend bestaan zouden voort-
sleepen en dat ten slotte één zou moe
ten verdwijnen.
Het ligt voor de hand, dat de N.Z.H.
T.M. in dit stadium niet tot electrifi-
ceering kan overgaan. Alleen in het
geval, dat aan den autobusdienst geen
concessie wordt verleend verklaart de
Mij. zich bereid onmiddellijk dé lijn
electrisch te maken, voorloopig op het
bestaande spoor, waarmede zeer wei
nig tijd gemoeid zou gaan. De klacht,
dat het personenvervoer zoo langzaam
geschiedt (het traject wordt in circa 2
uur afgelegd) zou daarmede geen re
den van bestaan meer hebben.
Het personenvervoer zal per auto
bus vlugger kunnen gescheiden, maar
hoe zal het gaan met het goederenver
voer, thans van veel beteekenis en
voor deze drukke bollenstreek van zoo
groot belang?
Dit zou door opheffing van de tram
ernstig worden gedupeerd. Daarop zin
speelt het adres der personeels-orga-
nisatie terecht, dat uiteraard den klem
toon legt op het feit. dat een aantal
werklieden, beambten, en ambtenaren
bij opheffing der tram zou moeten
worden ontslagen. Dit aantal zal circa
60 personen bedragen, waarvan de
meesten een gezin hebben. En wat zou
er gebeuren als eens in de toekomst
bleek, dat de autobus niet rendeerde,
terwijl de tramdienst was opgeheven?
Bleek niet reeds, dat een kwartier-
dienst van Lisse naar Haarlem v.v.
geen reden van bestaan heeft, zoodat
weer een halfuur-dienst werd inge
voerd?
Intusschen is niet alleen de N.Z.H.T.
M. tegen de concessie in hooger beroep
gegaan, maar eveneens de autobus
concessionarissen. De laatsten op
grond, dat de concessie voorloopig
slechts voor den tijd van drie jaar is
verleend, een veel te korte termijn om
zich behoorlijk te installeeren.
Het is dus volstrekt niet ondenk
baar, dat de Kroon in het algemeen
belang de besluiten van Ged. Staten
vernietigt, in welk geval de N.Z.H.T.M.
de bakens verzettend, ongetwijfeld zoo
spoedig mogelijk tot electrificatie der
lijn Leiden—HeemstedeHaarlem zal
overgaan.
BIJZONDERE VRIJW. LANDSTORM.
Op Zaterdag 24 September a.s. des
namiddags om 4 uur aanvangend, zul
len op de militaire schietbanen te Kat
wijk de laatste der schietoefeningen,
tevens wedstrijden, gehouden worden,
door de leden der Afdeelingen, welke
tot het detachement Leiden van den
B. V. L. behooren.
De uitslagen der wedstrijden, waar
voor verscheidene medailles, kunst
voorwerpen en ook een zilveren wis-
selkrans als prijzen zijn beschikbaar
Binnenland.
Verlaging van het tarief der inkom
stenbelasting.
De persstemmen over de troonrede.
Buitenland.
De Iersche verkiezingen hebben een
kleine meerderheid voor Cosgrave op
geleverd.
De Poolsche Landdag is voor een
maand verdaagd.
Ineenstorting der regeering van Nan
king.
Een belangrijke concessie van Enge
land ter Volkenbondsvergadering.
Ruslands voorstel aan Frankrijk in
zake een garantie-pact.
gesteld, zullen in dit blad worden be
kend gemaakt.
BELASTING-OPHAALDIENST.
Deze dienst deelt het volgende mee;
De 5e afdracht heeft plaats gehad,
thans is afgedragen 8273.58. Het le
dental is gestegen tot hoven de 170U,
en neemt nog steeds toe.
Het bestuur heeft gemeend, mede
om nog meer het vertrouwen te win
nen, een ledenvergadering te moeten
uitschrijven, waar zal worden opga-
richt een vereeniging „De Belasting
ophaaldienst", waar de statuten zul
len worden vastgesteld en besloten zoo
mogelijk op deze statuten de Kon.
goedkeuring te vragen.
De vergadering is bepaald op a.s.
Woensdag 28 Sept. in het Nutsgebouw
PLAATSVERV. KANTONRECHTER.
Aan mr. A. J. Fokker is op zijn ver
zoek met ingang van 25 September
1927, eervol ontslag verleend uit zijn
betrekking van kantonrechter-plaats-
vervanger in het kanton Leiden, onder
dankbetuiging voor de als zoodanig
"bewezen diensten.
Mr. Fokker was sinds 26 Maart 1910
kantonrechter hier ter steOe.
Mr. J. KLEIN VRAAGT ONTSLAG-
Mr. J. Klein, Kantonrechter alhier,
heeft tegen 1 November 1927 ontslag
uit zijn betrekking verzocht, wegens
gezondheidsredenen.
GEVEL INGESTORT.
Maandagavond omstreeks 6 uur is
een gevel van een in slooping zijnd
perceel aan de Oude Heerengracht,
hoek Ver werstraat, alhier, toebehoo-
rend aan de fa. Clos en Leembrugge
ingestort.
Bij dit perceel bevonden zich op dat
moment juist de 38-jarige H. v. d.
Star, alhier, de 31-jarige Th. Borel,
schipper te Hoogmade en twee jon
getjes, genaamd J. Schroef en A. Be-
kooy. Allen werden onder het puin
bedolven. Zoo spoedig mogelijk ech
ter werden ze er onder uitgehaald en
toen bleek ,dat H. v .d. S. en de 6-jari-
ge J. S. vrij ernstig waren gewond. Ze
werden door den E.H.D. naar het Ac.
Ziekenhuis vervoerd, evenals J. S., die
echter na verbonden te zijn huis
waarts kon keeren. Het andere kind
was met den schrik vrijgekomen.
Reeds meerdere malen was op het
gevaar van omvallen v. dezen muur
gewezen en de bouwpolitie had reeds
last gegeven den muur te verwijde
ren, doch op een desbetreffend ver
zoek nog eenige dagen uitstel ver
leend.
Naar gemeld wordt, is de toestand
van de personen die naar het Acad.
Ziekenhuis zijn overgebracht niet zoo
ernstig als het zich aanvankelijk liet
aanzien.
(Door een vergissing ter zetterij is
dit bericht gisteren niet geplaatst).
Nader vernemen we omtrent de toe
stand der gewonden, dat deze naar
omstandigheden uitsteken-l is.
INVITATIE-CONCERT STEDELIJK
MUZIEKCORPS.
Op het terrein van de Sociëtei „Mu
sis Sacrum" werd gisteravond een
Invitatie-Concert gehouden, aangebo
den door het bestuur van de vereeni
ging tot instandhouding van het
Leidsch Stedelijk muziekcorps.
De belangstelling voor dit concert
was niet bijzonder groot, wat zeer
jammer is, wanneer men bedenkt dat
hier werkelijk de ge'egenheid was om
echt muzikaal genot te smaken.
Even over achten werd een aan
vang gemaakt met de afwerking van
het programma. Daarop kwamen ver
schillende composities voor van den
heer Joh. C. Geyp, de wakkere direc
teur van het corps, waarin de be
kwaamheden van dezen musicus hel
der in het licht traden.
Het programma werd viot aige-