NIEUWE LEiDSCIIE COÜRAN1
WflT DE BLADEN ZEGGEN.
Niefs meiisciieiijics wssmd
van
MAANDAG 12 SEPT. 1927
TWEEDE BLAD.
i Organisatie voor Gemeente
raadsleden.
Voor een goede antirevolutionaire
gemeentepolitiek schrijft de, Stan
daard, is noodig, dat onze mannen
met elkander kunnen spreken. Spre
ken over onze beginselen en den eisch
dien zij stellen. Spreken over allerlei
zaken van gemeentebelang.
Deze behoefte aan samenspreking
wordt allerwege gevoeld. Men heeft bij
verschillende partijen organisaties
van gemeenteraadsleden, en daaron
der, die over een flink orgaan be
schikken. Onze partij bleef ook hier
niet achter, maar er is, wat deze or
ganisatie betreft, nog wel reden tot
klacht. De oorzaak der inzinking van
hetgeen eerst veel beloofde moet, naar
wij reeds eer opmerkten, gezocht wor
den in het feit, dat men naar een lan
delijke organisatie streefde vóór de
gewestelijke voldoende gegroeid was.
Men moet de variatie in het leven on
zer gemeenten niet over het hoofd
zien. Inzonderheid niet het verschil
tusschen de groote stad en de kleine
plattelandsgemeente. Juist omdat on
ze antirevolutionaire gemeenteraads-
politiek een politiek is, die zich niet
in dienst stelt van begrippen, de sou-
vereiniteit van allen levenskring be
lijdt en eerbiedigt, en dus werkelijk
heidspolitiek is, daarom kan onder
ons alleen die organisatie tot bloei
komen, die op deze werkelijkheid van
het leven gebouwd is. Waar men een
organisatie schiep, die voor een be
paald gewest gold, eenzelfde type van
gemeenten betrof, en welker vergade
ringen gemakkelijk te bereiken waren,
slaagde zij uitnemend. Wij wijzen, om
een voorbeeld te geven, op de provin
cie GpDningen. Men heeit twee ver
gaderingen per jaar. alleen onderwer
pen met directe beteekenis voor de
plattelandsgemeenten worden behan
deld, de inleidingen voor elk onder
werp worden door de leden zelf ge-r
geven. Ook de antirevolutionaire bur
gemeesters en secretarissen werken
van harte mede. En daardoor blijft
de belangstelling wakker, omdat men
de beteekenis der samenwerking er
vaart.
Zoo moet men over heel het land
komen tot gewestelijke organisaties.
De groote steden kunnen een eigen
organisatie vormen, omdat men ook
daar voor gelijke vraagstukken komt
te staan. En is de organisatie allerwe
ge tot stand gekomen, dan kan men
een nationaal verband verwezenlijken,
dat beschikt over een goed orgaan.
Een centraal punt is reeds gegeven in
ons Werkzaam Kuyperhuis, dat zoo
vele en goede voorlichting biedt.
Laat men nu bij het begin der nieu
we periode alom de hand aan den
ploeg slaan en gehoor geven aan den
oproep, die van het bestuur der be
staande landelijke organisatie uitging.
Het zal aan onze Antirevolutionaire
gemeentepolitiek en aan ons partijle
ven ten goede komen.
Daarvoor een zevende leerjaar?
Het Handelsblad schrijft:
Een zevende leerjaar? Uitstekend,
maar niet, om er van te verwachten,
dat we daardoor menschen zullen krij
gen, die hun taal behoorlijk kunnen
sefhrijven. D. neemt in ,,De school met
den Bijbel het volgende over uit De
Standaard
Of 't zevende leerjaar ook noodig
ls?
Bij den Raad van Arbeid te Lei
den kwam dezer dagen het volgende
briefje binnen:
Mijnheer omdat ik op een pannen-
fabriek ben en de oudte heeft van 15
jr zno ik alstuflieft een rentekaart
wenschen. Afzender; enz.
D. beweert dan, dat nog geen twin
tig leerjaren maken kunnen, dat er
goed Nederlandsch wordt geschreven.
De schrijver heeft gelijk en wie daar
FEUILLETON.
Een episode uit de.geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
74 _o_
Een derde deel der Pharanieten zou
zijn weg voortzetten, onder trommel
slag en het blazen der trompetten, en
wanneer de vijanden naderden, naar
de vlakte onder den wachttoren terug
trekken. Als de Blemmyers zich daar
heen lieten lokken, dan zou een ander
deel van de krijgslieden uit de oasen-
streek, dat zich gemakkelijk in een
dwarshal schuil kon liouden, hun in
de linkerflank vallen, terwijl Phoebi-
cius met zijn manschappen zich zou
verbergen achter de rots, waarop de
toren zich verhief, om met een onver-
hoedschen uitval den slag te beslis
sen. Het laatste derde deel der Pha-
ranieten kreeg de last, om onder aan
voering van Hermas, die de plaats
kende waar zij geland waren, de vaar
tuigen der Blemmyers te vernielen.
In het ergste geval kon de centurio
zich met de zijnen in het kasteel te
rugtrekken, en zich aldaar verdedi
gen, tot de soldaten uit de naburige
havenplaats, naar wie men boden had
uitgezonden, totontzet kwaonen.
De bevelen van den Galliër werden
onverwijld opgevolgd, en Hermas
marcheerde aan de spits van de hem
aan mocht twijfelen, lette maar eens
op het schriftelijke werk van leerlin
gen onzer middelbare scholen; hij zal
dan verbijsterende dingen kunnen
zien.
Enkele dagen geleden vonden we
in werk van een leerling 3e klas H.B.S.
5-j. c.: als 't ubliefd, met een d. Als 't
ublieft!
D. zegt aan het slot van zijn arti
keltje;
,,'VVie wel eens aan een krant heeft
gewerkt, die weet wel, hoe het met
de spellingskennis om te zwijgen van
de taalkennis staat van heel wat men
schen, die nog veel meer dan het ze
vende leerjaar hebben doorloopen.
,,Hoe het komt,*dat zoo weinig men
schen behoorlijk Nederlandsch schrij
ven, weet ik niet, maar. dat het niet
ligt aan het ontbreken van het zeven
de leerjaar, dat is toch voor iedereen
wel duidelijk".
Ja. hoe komt het, dat er zooveel jam
merlijk Nederlandsch wordt geschre
ven?
Vroeger was het min of meer een
blijk, dat men tot „den beteren", al
thans omwikkelden stand behoorde,
als men behoorlijk schrijven kon.
Dat is voorbij. Het schijnt wel, alsof
met het breeder worden van de rijen
menschen, die „verder leeren" de taal
achteruitgaat, terwijl toch het verband
tusschen de beide factoren niet is aan
te geven.
Het eerst noodige is, dat er een eind
gemaakt wordt aan de spellingsanar-
chie, zoodat er weer vaste regels ko
men, waaraan ieder zich te houden
zal hebben. En inmiddels maar eens
speuren „na d oorsprongh van het
quaai cm dan naar een geneesmetho
de te zoeken.
KERK EN SCHOOL.
NED. HSHV. KER&.
Beroepen: te Haarlem, G. J
Waardenburg, te Zierikzee. Te Ede:
G. Alers, te Nieuw-Lekkerland. Te
Pmgjum: E. van Ruytenberg, te Oost-
burg. Te Scherpenzeel: E. War-
molts. te Heerde. Te Putten o. d.
Vel uwe (2de. pred.pl.'J. C. Wolters,
te Onstwedde.
Bedankt: voor Ablasserdam, H.
P. Brandt, te Lage Zwaluwe.
OER. GEïiEF. EEEE.
Tweetal: te Maarssen, H. Bics-
ma, te Groningen; en D. Driessen, te
's-Gravenzande.
GZREF. GEI;;.
Bedankt: voor Leiden, A. de
Blois, te Dirksland.
VRIJE 5VANG. GEMEENTEN.
Aangenomen: naar Apeldoorn,
W. D. Lindhout, te Dordrecht.
DOOPSGEZINDE GEMEENTEN.
Beroepen: te Haarlem, J. M.
Leendertz, te Koog ad. Zaan.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
De heer J. W iepkema hoopt Zon
dag 2 October intrede te doen in de
Geref. Kerk te Neede-Rekken. Als be
vestiger hoopt op te treden Ds. W. E.
Gerritsma, te Oudega (Sm.).
Gil TEN EN LEGATEN.
Door wijlen Mevr. M. J. Smeding,
wed. J. Douma, te Buitenpost, zijn de
navolgende legaten besproken: aan
de Diaconie der Ned. Herv. Gemeente
te Ee 1000 en aan de Kerk dier ge
meente een perceel land ter waarde
van pl.m. 3500.
BE STAND VAN ZAKEN TER
SYNODE.
De verslaggever van De Rotterdam
mer schrijft daaromtrent op j.l. Za
terdag:
Zoo is dan zelfs van een provisio
neel© sluiting der Synode niets geko
men, maai zjjn de ziftingen eenvou
dig verdaagd. Voor hoe lang? Dat
weet nog geen mensch. Maar zeker
wel voor minstens vier weken.
De zaken-Ds. J. C. Brussaard en -Dr.
N. D. van Leeuwen komen eerst weer
op de vergaderingen der resp. Classes.
De Classis Haarlem vergadert zeer
binnenkort, maar de vergadering van
toevertrouwde schare zoo trotsch en
zich van zijn kracht bewust, als ware
hij een keizerlijk veteraan, die zijn le
gioen in het veld voert. Hij droeg pijl
en boog op den rug, en een strijdbijl,
dien hij in Raïthoe gekocht had, in
de hand.
Mirjam beproefde de door hem aan
gevoerde krijgers te volgen, doch hij
merkte haar op en riep haar toe: „Op
de wacht, mijn kind, bij mijn vader".
En de herderin gehoorzaamde, zonder
zich te bedenken.
De Anachoreten in het kasteel wa
ren allen naar den rand der steilte
gesneld, zagen hoe de strijdmacht
verdeeld werd, wenkten en riepen
de soldaten naar beneden toe. Zij had
den gehoopt, dat een deel der krijgers
zich met hen vereenigen zou, om hen
te beschermen, maar te vergeefs, zoo
als zij spoedig zouden ondervinden.
Stephanus, wiens zwakke oogen
niet reikten tot aan de vlakte aan den
voet der helling, liet zich door Paulus
bericht geven van alles wat daar
plaats had, en doorzag, met den
scherpzienden blik van een krijgs
man, het plan van clen centurio.
Thans trok de door Hermas aange
voerde bende den wachttoren voorbij,
en de jongeling groette naar boven
ziende zijn vader met gebaren en
woorden. Stephanus, wiens oor scher
per was gebleven dan zijn oog, her
kende de stem van zijn zoon, en nam,
zoo luid hij kon, met teedere woorden
van hem afscheid.
de Classis Drachten duurt, als we wel
ingelicht zijn, nog wel even.
Veel bijzonders bood de zitting van
gisteren niet, waar ze v^or het over-
groote deel in comité was.
Wat vandaag aantrekt is het ant
woord der Synode op het „getuigenis"
der Kerken in Hersteld Verband. Het
is een stuk, waarin de kenner den
stijl proeft van een zeker Kamper
hoogleeraar. De warme en broederlij
ke toon doet weldadig aan.
DE CLASSIS WINSCHOTEN DER
Gü-REF. KERKEN.
De classis Winschoten van de Ge
ref. Kerken besloot aan alle predikan
ten en ouderlingen binnen haar res
sort de volgende vragen voor te leg
gen:
a. Kunt gij instemming betuigen
met de Asser leerbeslissing, dat de
boom der kennis des goeds en
kwaads, de slang en haar spreken en
de boom des levens naar de klaarblij
kelijke bedoeling van het Schriftver-
haal van Gen. 2 en 3 in eigenlijken of
letterlijken zin zijn op te vatten, en
dus zintuigelijk waarneembare wer
kelijkheden waren, en dat derhalve de
rneening, als zou men disputabel kun
nen stellen of deze zaken en feiten
zintuigelijk waarneembare werke
lijkheden waren, zonder met het in
artikel 4 en 5 der Nederl. Geloofsbe
lijdenis beleden gezag der Heilige
Schrift in strijd te komen, moet wor
den afgewezen en belooven dit ten
grondslag te zullen leggen aan wat
gij in dezen zult leeren'?
b. Kunt gij aanvaarden de kerk
rechtelijke eindbeslissing der Asser
Synode en beloven u van alle onker
kelijke actie tegen deze beslissing te
zullen onthouden?
HET GETUIGENIS DER KERKEN 3N
HERSTELD VERBAND.
Naar wij vernemen heeft de Gene
rale Synode der Gereformeerde Ker
ken als antwoord op het aan deze Sy
node door de Gereformeerde Kerken
in Hersteld Verband gezonden getui
genis, den volgenden brief geadres
seerd aan den afzender, Dr. C. Kop
penaal gezonden:
„De Generale Synode van de Gere
formeerde Kerken in Nederland, ver
gaderd te Groningen, heeft met meer
dan gewone belangstelling kennis ge
nomen van den inhoud van het door
u als scriba onderteekende en aan
haar toegezonden schrijven.
Hoewel er in dit schrijven geen ver
zoek aan de Synode wordt gedaan en
ook geen vraag aan haar gericht
wordt, heeft zij toch gemeend, hierop
te moeten antwoorden, teneinde aan
U en Uwe medeonderteekenaars en
allen uit wier naam gij spreekt, re
kenschap te geven van het standpunt,
door haar ten opzichte van de door U
besproken zaken ingenomen.
Mét uw oordeel over de ontstane
scheuring stemt de Synode in zoover
in, dat ook zij de diepere geestelijke
oorzaak hiervan zoekt in een tekort
aan oprechte godsvrucht, dat voor ons
allen een voortdurende oorzaak van
verootmoediging voor des Heeren aan
gezicht di^nt te zijn.
Wanneer wij ons dan ook overtuigd
houden, te strijden voor het gezag
van 's Heeren Woord, en dus verze
kerd zijn van het goed recht der
zaak, waarvoor wij staan, zij het ver
re van ons, voor onze personen aan
spraak te maken op eenige andere ge
rechtigheid, dan die door Christus'
bloed is aangebracht, en doen wij met
een bewogen gemoed, voor het aange
zicht des Heeren, belijdenis van de
zonden, die ons èn vóór, èn in, èn na
den gevoerden strijd hebben aange
kleefd en blijven aankleven.
Wat de scheuring zelve betreft, ver
vult het feit, dat broeders die totdus-
ver kerkelijk met ons samenleefden,
thans van ons gingen, ons met droef
heid. Diep gevoelt de Synode den hoo-
gen ernst van de bede des Zaligma
kers: „Ik bid niet alleen voor dezen,
maar voor degenen, die door hun
woord in Mij gelooven zullen, opdat
zij allen één zijn".
Zij acht daarom diep-zondig alle
aanbrengen of bestendigen van eene
scheiding in de Kerk des Heeren, die
niet zou gerechtvaardigd worden door
de noodzakelijkheid om het volstrekte
gezag van 's Heeren Woord te hand
haven.
In overeenstemming hiermede zou
Paulus vatte de ontboezeming van
den grijsaard in een enkelen volzin
samen, en zijne beide handen tot een
roeper vereenigd hebbende, riep hij
den ten strijde trekkenden zoon van
zijn vriend diens zegewensch toe.
Hermas verstond hem; doch hoezeer
die groet hem ook aandeed, hij be
antwoordde hem toch slechts met een
zwijgenden wenk. Een vader vindt
eer honderd woorden om te zegenen,
dan een zoon een enkel woord om te
danken.
Toen de jongeling achter de rots
verdween, zeide Paulus; „Als een oud
gediende stapt hij daarheen, en de
anderen volgden hem als een kudde
den hamel. Doch nu! Hoort gij? Ja
zeker! Thans is de eerste bende der
Pharanieten slaags. Het krijgsge
schreeuw komt nader en nader".
„Dan zal alles goed gaan", ant
woordde Stephanus opgewekt. „Bij
ten zij nu toe, en laten zij zich hier
heen lokken in de vlakte, dan zijn zij,
denk ik verloren. Wij kunnen van
hier uit het geheele beloop van den
slag overzien. Worden de onzen te
ruggedrongen, dan zou het licht kun
nen gebeuren, dat zij zich in het kas
teel wierpen. Thans mag er geen kie
zelsteen te vergeefs geslingerd wor
den, want wanneer onze wachtpost
het middelpunt van den strijd wordt,
zullen de verdedigers werpsteenen
noodig hebben."
Deze woorden waren door eengie
Anachoreten gehoord, en toen nu het
de Synode dan ook gaarne haar me
dewerking verleenen aan iedere ern
stige poging tot vereeniging of her-
eeniging met allen, die staan op den
grondslag van Gods Woord en de Ge
reformeerde Belijdenisschriften.
Wanneer gij nu aflegt de plechtige
verklaring dat gij onvoorwaardelijk
buigt voor het gezag der Heilige
Schrift als het onfeilbaar Woord Gods
en u in oprechtheid gebonden gevoelt
a^n de drie Formulieren van Eenig-
heid, eni met name geen enkel histo
risch feit, dat de Heilige Schrift ver
meldt, of welke andere mededeeling
en uitspraak der Schrift ook in eenig
opzicht betwijfelt oi „disputabel" stelt.
dan kunnen wij hierop om der
waarheid wil niet anders antwoorden
dan met eene ernstige broederlijke
opwekking, dat ge u dan toch nacler
wilt bezinnen inzake de houding door
u aangenomen in het geschil dat rees
ten opzichte van een belangrijk ge
deelte der Heilige Schrift.
Immers hebben onze Kerken hierbij
niet anders gedaan dan in overeen
stemming met de door u genoemde
beginselen zich te verzetten tegen
het onzeker stellen van zaken en fei
ten, waarvan de Schrift duidelijk me
dedeeling doet.
Daarom gaat het, naar onze stellige
overtuiging, in dezen strijd niet om
middelmatige zaken, maar om de
principieele vraag, of in onze Kerken
zal worden toegelaten eene willekeu
rige behandeling der Heilige Schrift,
welke aan haar Goddelijk gezag te
kort doet.
Wanneer gij van meening zijt, dat
wij in dezen dwalen, dan ware het uw
roeping geweest, aan te toonen, dat
de desbetreffende uitspraak onzer
Kerken niet op de Heilige Schrift is
gegrond; wat in uw schrijven geheel
ontbreekt en waartoe ook overigens
dcor uwe Kerken zoover ons bekend,
zelfs nog geen poging is aangewend.
Om bovengenoemde redenen staan
wij dan ook in de overtuiging, dat wij,
juist om het heil van Sion en de
komst van 's Heeren Koninkrijk, om
der wille van de waarheid Gods en
van de liefde tot des Heeren Kerk,
ook met het oog op de in onzen tijd
zoo groote gevaren voor verslapping
en afval in leer en leven, van het in
genomen standpunt niet mogen wij
ken.
Een andere kerkelijke samenleving
clan zulk eene, waarbij de grondslag
van Gods Woord en de Gereformeerde
Belijdenisschriften onverzwakt ge
handhaafd wordt, mogen wij zoeken
noch begeeren. Aan de andere zijde
wenschen wij van harte met volle
bereidheid ook om te vergeven al wat
ons als menschen voor krenkends mo
ge zijn aangedaan kerkelijke een
heid met allen, die tot een samenle
ven op dezen grondslag metterdaad
bereid gevonden worden; en het blijft
onze innige bede, dat zij, die met on
ze Kerken braken, tot de overtuiging
mogen komen, dat de redenen, waar
om zij dit deden, voor de vierschaar
van Gods Woord en van onze Belijde
nis niet kunnen bestaan.
Met den oprechten wensch. dat gij
in deze en in alle zaken door het
Woord en den Geest des Heeren moogt
worden geleid.
Namens de Synode
(volgt onderteekening).
HOSPITAAL-KERKSCHIP
„BE HOOP
Het hospitaal-kerkschip „De Hoop
is Zaterdagavond van zijn tweeden
kruistocht onder de haringvisschers
op de Noordzee, te IJmuiden terugge
keerd.
Op deze reis heeft de geneesheer, dr.
F. G. van Asperen, 47 patiënten be
handeld, van wie 42 in volle zee en 5
te North Shields. Eén patiënt werd in
het hospitaal aan boord opgenomen en
te IJmuiden aan land gebracht. De
patiënten waren afkomstig van 10
schepen uit Scheveningen, 11 uit
Vlaardingen, 3 uit Katwijk, 4 uit
Maassluis, 1 uit IJmuiden en 1 uit
Duitschland.
Als geestelijk verzorger was mee
Ds. J. D. de Stoppelaar, Ned. Herv.
predikant te Vlaardingen, die meer
malen in volle zee dienst op de sche
pen heeft gehouden.
VRIJZINNIGEN TE AMSTERDAM.
Gisteren zijn in de Waalsche Kerk
te Amsterdam in den middagdienst
krijgsgeschreeuw en het slachtgewoel
al nader en nader kwam, en de een
aan den ander overbracht, dat hun
toevluchtsoord het middelpunt van
den kamp zou worden, verlieten de
benauwde boetelingen de hun door
Paulus aangewezen posten, liepen
niettegenstaande de strenge verma
ning van den Alexandrijn hierheen en
daarheen, en de meesten voegden
zich eindelijk bij de ouden en zwak
ken. wier lofzangen steeds klagender
werden, hoe meer het gevaar nader
de.
Het luidst jammerde de groote
Salet Orion. Deze riep met opgeheven
handen: „Wat wilt gij van ons armen,
o Heer? Toen Mozes Uw uitverkoren
volk op deze plaats slechts veertig da
gen alleen liet, viel het dadelijk van
u af, en wij, wij brengen ook zonder
aanvoerder ons leven door in Uw
dienst, en hebben, alles prijs gegeven
wat het hart verblijdt, en alle lijden
op ons genomen, om U welbehagelijk
te zijn! En nu razen weder die afschu
welijke heidenen rondom ons, en wil
len ons dooden. Is dat de prijs van
onzen strijd en ons standvastig lij
den?"
De ouderen stemden in met de
klacht van den man uit Sals. Maar
Paulus trad in hun midden, berispte
hun kleinmoedigheid en smeekte hen
met warme, dringende woorden op
hun posten terug te keeren, opdat ten
minste de muur aan de gemakkelij
ker te beklimmen oostelijke helling
door Prof. G. A. v. d Bergh van Eisin-
ga bevestigd de Vrijz. predikanten
Di. W. A. F. van Dijk en D. Bakker.
Beide predikanten deden in denzelf
den dienst hun intrede.
De voorzitter der Vereeniging van
Vrijz. Hervormden, de heer G. A. de
Ridder, sprak de nieuwe predikanten
toe.
OPDAT IK ZIJN EIGENDOM ZIJ
Dr. J. H. Gunning J.Hzn. vertelt in
„Pniël" het volgende:
Toen er in Zuid-Amerika nog sla
venmarkten gehouden werden, kwam
ook etn zwart meisje aan bod. welks
gezicht de diepste droefheid verraad
de. Maar de kooplustigen stoorden
zich daar niet aan, beknepen en be
voelden lid na lid, evenals men bij
een stuk vee doet, en boden tegen el
kaar op. Reeds zou de directeur der
slavenmarkt toeslaan, toen plotseling
een stem weerklonk: „nóg honderd
dollars!"
Niemand wilde nog hooger gaan en
zoo was het sidderende meisje z ij n
eigendom.
Maar terstond trad hij naar de ta
fel toe en zeide tot haar: „Ik schenk
u de vrijheid".
Eerst kon het arme kind het niet
gelooven, maar teen hij een wettig, in
alle punten correct document voor
den dag haalde, met haar naam in
vulde en het haar overreikte, viel zij
aan zijne voeten neer en zeide: „nu
ben ik vrij en kan dus doen wat ik
wil nu wil ik mijn leven lang u
dienen".
Lezer, maak zelf de toepassing!
UIT ONZE INDIEN.
DRIE COMMUNISTEN TERECHT
GESTELD.
Zaterdagmorgen om 8 uur is op bet
binnenplein van cle gevangenis te Tjia-
mis het doodvonnis voltrokken aan
drie communisten, die door den land
raad ter dood veroordeeld waren,
welk vonnis door den Gouverneur-Ge
neraal bekrachtigd was. De voltrek
king van het vonnis geschiedde door
ophangen. Hierbij aanwezig waren de
resident van Oost-Priangan, de regent
en andere bestuurs- en politieambte
naren.
Twee van de ter doodveroordeelden
wenschten hun achterblijvenden een
gelukkig leven, de derde riep twee
maal „indoepla communist" (leve het
communisme). Het vonnis werd hier
op voltrokken en de lijken onmiddel
lijk begraven onder militaire geleide.
DE VERMISSING VAN DEN BELG.
CONSUL TE SOERABAJA.
Er bestaan aanwijzingen, dat de
heer G. J. E. Kruys, Belgisch consul
te Soerabaja en directeur van de Cul
tuur Maatschappij Kandangan, die op
6 September op de „Plancius" embar-
keerde, en toen spoorloos verdween,
terwijl zijn kleeren en bagage in zijn
hut werden aangetroffen, door de pa
trijspoort is gevallen en verdronken.
DE JTJLI-OPSTAND.
De Raad van Justitie te Batavia ge
lastte, dat de hoofdopzichter bij de Ge
meentewerken te Batavia, de J„ die
betrokken was bij het plan om in den
nacht van 17 op 18 Juli een opstand te
verwekken, gedurende een half jaar
geplaatst zal worden in het krankzin
nigengesticht te Buitenzorg en daar in
observatie zal worden genomen.
DE REIS VAN DEN G.-G. BOOR DE
MOLUEKEN.
De Gouverneur-Generaal is verge
zeld van zijn drie dochters en zijn bei
de adjudanten aan boord van het
stoomschip der Gouvernementsmarine
,,'YVega" om 8 uur van Priok vertrok
ken naar Makassar voor een reis naai
de Molukken.
De „Wega" wordt geëscorteerd door
Hr. Ms. flottieljevaartuig „Soemba". Z.
Exc. werd uitgeleide gedaan door de
leden van den Raad van NederDandsch
Indië, den algemeenen secretaris den
heer Erdbrink, en alle autoriteitten. De
gebruikelijke eerbewijzen werden ge
bracht.
bewaakt mocht blijvén, en het kasteel
niet als een licht veroverde buit in de
hand mocht vallen van een vijand,
van vvien zij geen genade hadden te
verwachten.
Reeds maakten eenige Anachoreten
zich gereed, om de vermaning van
den Alexandrijn te volgen, toen een
ontzettend gehuil zich dicht bij den
voet van hun toevluchtsoord hooren
liet. Dit was het geschreeuw van de
Blemmyers, die de Pharanieten ver
volgden. Vol angst drongen zij weder
op één rand te zamen. Toen de Syriër
Salatiël, die zich aan den rand van
de helling gewaagd en over den
schouder van den ouden Stephanus
in de vlakte gezien had, met de ban
ge kreet: „De onzen vluchten!" naar
zijn metgezellen terugvloog, schreeuw
de Gelasius zoo luid hij kon, terwijl
hij zich op de horst sloeg en zijn
zwart krullend haar uittrok: „Heere
God, wat wilt gij toch van ons? Is dan
het streven naar gerechtigheid en
deugd zoo ijdel en vruchteloos, dat gij
ons aan den dood prijs geeft, en niet
voor ons tusschenbeide moogt ko
men? Wanneer wij tegenover de hei
denen het onderspit delven, dan zal
de goddeloosheid en het ruw gewéld
zich trotsch verheffen, als hadden zij
de zege behaald over godsdienst en
waarheid".
Paulus had zich, buiten zichzelven
en radeloos, van de klagenden afge
wend, en ging met Stephanus den
loop van den strijd na.