NIEUWE LEiDSCIIE COÜRAN1 WflT DE BLADEN ZEGGEN. Niefs meiisciieiijics wssmd van MAANDAG 12 SEPT. 1927 TWEEDE BLAD. i Organisatie voor Gemeente raadsleden. Voor een goede antirevolutionaire gemeentepolitiek schrijft de, Stan daard, is noodig, dat onze mannen met elkander kunnen spreken. Spre ken over onze beginselen en den eisch dien zij stellen. Spreken over allerlei zaken van gemeentebelang. Deze behoefte aan samenspreking wordt allerwege gevoeld. Men heeft bij verschillende partijen organisaties van gemeenteraadsleden, en daaron der, die over een flink orgaan be schikken. Onze partij bleef ook hier niet achter, maar er is, wat deze or ganisatie betreft, nog wel reden tot klacht. De oorzaak der inzinking van hetgeen eerst veel beloofde moet, naar wij reeds eer opmerkten, gezocht wor den in het feit, dat men naar een lan delijke organisatie streefde vóór de gewestelijke voldoende gegroeid was. Men moet de variatie in het leven on zer gemeenten niet over het hoofd zien. Inzonderheid niet het verschil tusschen de groote stad en de kleine plattelandsgemeente. Juist omdat on ze antirevolutionaire gemeenteraads- politiek een politiek is, die zich niet in dienst stelt van begrippen, de sou- vereiniteit van allen levenskring be lijdt en eerbiedigt, en dus werkelijk heidspolitiek is, daarom kan onder ons alleen die organisatie tot bloei komen, die op deze werkelijkheid van het leven gebouwd is. Waar men een organisatie schiep, die voor een be paald gewest gold, eenzelfde type van gemeenten betrof, en welker vergade ringen gemakkelijk te bereiken waren, slaagde zij uitnemend. Wij wijzen, om een voorbeeld te geven, op de provin cie GpDningen. Men heeit twee ver gaderingen per jaar. alleen onderwer pen met directe beteekenis voor de plattelandsgemeenten worden behan deld, de inleidingen voor elk onder werp worden door de leden zelf ge-r geven. Ook de antirevolutionaire bur gemeesters en secretarissen werken van harte mede. En daardoor blijft de belangstelling wakker, omdat men de beteekenis der samenwerking er vaart. Zoo moet men over heel het land komen tot gewestelijke organisaties. De groote steden kunnen een eigen organisatie vormen, omdat men ook daar voor gelijke vraagstukken komt te staan. En is de organisatie allerwe ge tot stand gekomen, dan kan men een nationaal verband verwezenlijken, dat beschikt over een goed orgaan. Een centraal punt is reeds gegeven in ons Werkzaam Kuyperhuis, dat zoo vele en goede voorlichting biedt. Laat men nu bij het begin der nieu we periode alom de hand aan den ploeg slaan en gehoor geven aan den oproep, die van het bestuur der be staande landelijke organisatie uitging. Het zal aan onze Antirevolutionaire gemeentepolitiek en aan ons partijle ven ten goede komen. Daarvoor een zevende leerjaar? Het Handelsblad schrijft: Een zevende leerjaar? Uitstekend, maar niet, om er van te verwachten, dat we daardoor menschen zullen krij gen, die hun taal behoorlijk kunnen sefhrijven. D. neemt in ,,De school met den Bijbel het volgende over uit De Standaard Of 't zevende leerjaar ook noodig ls? Bij den Raad van Arbeid te Lei den kwam dezer dagen het volgende briefje binnen: Mijnheer omdat ik op een pannen- fabriek ben en de oudte heeft van 15 jr zno ik alstuflieft een rentekaart wenschen. Afzender; enz. D. beweert dan, dat nog geen twin tig leerjaren maken kunnen, dat er goed Nederlandsch wordt geschreven. De schrijver heeft gelijk en wie daar FEUILLETON. Een episode uit de.geschiedenis van de Christenen op het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 74 _o_ Een derde deel der Pharanieten zou zijn weg voortzetten, onder trommel slag en het blazen der trompetten, en wanneer de vijanden naderden, naar de vlakte onder den wachttoren terug trekken. Als de Blemmyers zich daar heen lieten lokken, dan zou een ander deel van de krijgslieden uit de oasen- streek, dat zich gemakkelijk in een dwarshal schuil kon liouden, hun in de linkerflank vallen, terwijl Phoebi- cius met zijn manschappen zich zou verbergen achter de rots, waarop de toren zich verhief, om met een onver- hoedschen uitval den slag te beslis sen. Het laatste derde deel der Pha- ranieten kreeg de last, om onder aan voering van Hermas, die de plaats kende waar zij geland waren, de vaar tuigen der Blemmyers te vernielen. In het ergste geval kon de centurio zich met de zijnen in het kasteel te rugtrekken, en zich aldaar verdedi gen, tot de soldaten uit de naburige havenplaats, naar wie men boden had uitgezonden, totontzet kwaonen. De bevelen van den Galliër werden onverwijld opgevolgd, en Hermas marcheerde aan de spits van de hem aan mocht twijfelen, lette maar eens op het schriftelijke werk van leerlin gen onzer middelbare scholen; hij zal dan verbijsterende dingen kunnen zien. Enkele dagen geleden vonden we in werk van een leerling 3e klas H.B.S. 5-j. c.: als 't ubliefd, met een d. Als 't ublieft! D. zegt aan het slot van zijn arti keltje; ,,'VVie wel eens aan een krant heeft gewerkt, die weet wel, hoe het met de spellingskennis om te zwijgen van de taalkennis staat van heel wat men schen, die nog veel meer dan het ze vende leerjaar hebben doorloopen. ,,Hoe het komt,*dat zoo weinig men schen behoorlijk Nederlandsch schrij ven, weet ik niet, maar. dat het niet ligt aan het ontbreken van het zeven de leerjaar, dat is toch voor iedereen wel duidelijk". Ja. hoe komt het, dat er zooveel jam merlijk Nederlandsch wordt geschre ven? Vroeger was het min of meer een blijk, dat men tot „den beteren", al thans omwikkelden stand behoorde, als men behoorlijk schrijven kon. Dat is voorbij. Het schijnt wel, alsof met het breeder worden van de rijen menschen, die „verder leeren" de taal achteruitgaat, terwijl toch het verband tusschen de beide factoren niet is aan te geven. Het eerst noodige is, dat er een eind gemaakt wordt aan de spellingsanar- chie, zoodat er weer vaste regels ko men, waaraan ieder zich te houden zal hebben. En inmiddels maar eens speuren „na d oorsprongh van het quaai cm dan naar een geneesmetho de te zoeken. KERK EN SCHOOL. NED. HSHV. KER&. Beroepen: te Haarlem, G. J Waardenburg, te Zierikzee. Te Ede: G. Alers, te Nieuw-Lekkerland. Te Pmgjum: E. van Ruytenberg, te Oost- burg. Te Scherpenzeel: E. War- molts. te Heerde. Te Putten o. d. Vel uwe (2de. pred.pl.'J. C. Wolters, te Onstwedde. Bedankt: voor Ablasserdam, H. P. Brandt, te Lage Zwaluwe. OER. GEïiEF. EEEE. Tweetal: te Maarssen, H. Bics- ma, te Groningen; en D. Driessen, te 's-Gravenzande. GZREF. GEI;;. Bedankt: voor Leiden, A. de Blois, te Dirksland. VRIJE 5VANG. GEMEENTEN. Aangenomen: naar Apeldoorn, W. D. Lindhout, te Dordrecht. DOOPSGEZINDE GEMEENTEN. Beroepen: te Haarlem, J. M. Leendertz, te Koog ad. Zaan. BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. De heer J. W iepkema hoopt Zon dag 2 October intrede te doen in de Geref. Kerk te Neede-Rekken. Als be vestiger hoopt op te treden Ds. W. E. Gerritsma, te Oudega (Sm.). Gil TEN EN LEGATEN. Door wijlen Mevr. M. J. Smeding, wed. J. Douma, te Buitenpost, zijn de navolgende legaten besproken: aan de Diaconie der Ned. Herv. Gemeente te Ee 1000 en aan de Kerk dier ge meente een perceel land ter waarde van pl.m. 3500. BE STAND VAN ZAKEN TER SYNODE. De verslaggever van De Rotterdam mer schrijft daaromtrent op j.l. Za terdag: Zoo is dan zelfs van een provisio neel© sluiting der Synode niets geko men, maai zjjn de ziftingen eenvou dig verdaagd. Voor hoe lang? Dat weet nog geen mensch. Maar zeker wel voor minstens vier weken. De zaken-Ds. J. C. Brussaard en -Dr. N. D. van Leeuwen komen eerst weer op de vergaderingen der resp. Classes. De Classis Haarlem vergadert zeer binnenkort, maar de vergadering van toevertrouwde schare zoo trotsch en zich van zijn kracht bewust, als ware hij een keizerlijk veteraan, die zijn le gioen in het veld voert. Hij droeg pijl en boog op den rug, en een strijdbijl, dien hij in Raïthoe gekocht had, in de hand. Mirjam beproefde de door hem aan gevoerde krijgers te volgen, doch hij merkte haar op en riep haar toe: „Op de wacht, mijn kind, bij mijn vader". En de herderin gehoorzaamde, zonder zich te bedenken. De Anachoreten in het kasteel wa ren allen naar den rand der steilte gesneld, zagen hoe de strijdmacht verdeeld werd, wenkten en riepen de soldaten naar beneden toe. Zij had den gehoopt, dat een deel der krijgers zich met hen vereenigen zou, om hen te beschermen, maar te vergeefs, zoo als zij spoedig zouden ondervinden. Stephanus, wiens zwakke oogen niet reikten tot aan de vlakte aan den voet der helling, liet zich door Paulus bericht geven van alles wat daar plaats had, en doorzag, met den scherpzienden blik van een krijgs man, het plan van clen centurio. Thans trok de door Hermas aange voerde bende den wachttoren voorbij, en de jongeling groette naar boven ziende zijn vader met gebaren en woorden. Stephanus, wiens oor scher per was gebleven dan zijn oog, her kende de stem van zijn zoon, en nam, zoo luid hij kon, met teedere woorden van hem afscheid. de Classis Drachten duurt, als we wel ingelicht zijn, nog wel even. Veel bijzonders bood de zitting van gisteren niet, waar ze v^or het over- groote deel in comité was. Wat vandaag aantrekt is het ant woord der Synode op het „getuigenis" der Kerken in Hersteld Verband. Het is een stuk, waarin de kenner den stijl proeft van een zeker Kamper hoogleeraar. De warme en broederlij ke toon doet weldadig aan. DE CLASSIS WINSCHOTEN DER Gü-REF. KERKEN. De classis Winschoten van de Ge ref. Kerken besloot aan alle predikan ten en ouderlingen binnen haar res sort de volgende vragen voor te leg gen: a. Kunt gij instemming betuigen met de Asser leerbeslissing, dat de boom der kennis des goeds en kwaads, de slang en haar spreken en de boom des levens naar de klaarblij kelijke bedoeling van het Schriftver- haal van Gen. 2 en 3 in eigenlijken of letterlijken zin zijn op te vatten, en dus zintuigelijk waarneembare wer kelijkheden waren, en dat derhalve de rneening, als zou men disputabel kun nen stellen of deze zaken en feiten zintuigelijk waarneembare werke lijkheden waren, zonder met het in artikel 4 en 5 der Nederl. Geloofsbe lijdenis beleden gezag der Heilige Schrift in strijd te komen, moet wor den afgewezen en belooven dit ten grondslag te zullen leggen aan wat gij in dezen zult leeren'? b. Kunt gij aanvaarden de kerk rechtelijke eindbeslissing der Asser Synode en beloven u van alle onker kelijke actie tegen deze beslissing te zullen onthouden? HET GETUIGENIS DER KERKEN 3N HERSTELD VERBAND. Naar wij vernemen heeft de Gene rale Synode der Gereformeerde Ker ken als antwoord op het aan deze Sy node door de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband gezonden getui genis, den volgenden brief geadres seerd aan den afzender, Dr. C. Kop penaal gezonden: „De Generale Synode van de Gere formeerde Kerken in Nederland, ver gaderd te Groningen, heeft met meer dan gewone belangstelling kennis ge nomen van den inhoud van het door u als scriba onderteekende en aan haar toegezonden schrijven. Hoewel er in dit schrijven geen ver zoek aan de Synode wordt gedaan en ook geen vraag aan haar gericht wordt, heeft zij toch gemeend, hierop te moeten antwoorden, teneinde aan U en Uwe medeonderteekenaars en allen uit wier naam gij spreekt, re kenschap te geven van het standpunt, door haar ten opzichte van de door U besproken zaken ingenomen. Mét uw oordeel over de ontstane scheuring stemt de Synode in zoover in, dat ook zij de diepere geestelijke oorzaak hiervan zoekt in een tekort aan oprechte godsvrucht, dat voor ons allen een voortdurende oorzaak van verootmoediging voor des Heeren aan gezicht di^nt te zijn. Wanneer wij ons dan ook overtuigd houden, te strijden voor het gezag van 's Heeren Woord, en dus verze kerd zijn van het goed recht der zaak, waarvoor wij staan, zij het ver re van ons, voor onze personen aan spraak te maken op eenige andere ge rechtigheid, dan die door Christus' bloed is aangebracht, en doen wij met een bewogen gemoed, voor het aange zicht des Heeren, belijdenis van de zonden, die ons èn vóór, èn in, èn na den gevoerden strijd hebben aange kleefd en blijven aankleven. Wat de scheuring zelve betreft, ver vult het feit, dat broeders die totdus- ver kerkelijk met ons samenleefden, thans van ons gingen, ons met droef heid. Diep gevoelt de Synode den hoo- gen ernst van de bede des Zaligma kers: „Ik bid niet alleen voor dezen, maar voor degenen, die door hun woord in Mij gelooven zullen, opdat zij allen één zijn". Zij acht daarom diep-zondig alle aanbrengen of bestendigen van eene scheiding in de Kerk des Heeren, die niet zou gerechtvaardigd worden door de noodzakelijkheid om het volstrekte gezag van 's Heeren Woord te hand haven. In overeenstemming hiermede zou Paulus vatte de ontboezeming van den grijsaard in een enkelen volzin samen, en zijne beide handen tot een roeper vereenigd hebbende, riep hij den ten strijde trekkenden zoon van zijn vriend diens zegewensch toe. Hermas verstond hem; doch hoezeer die groet hem ook aandeed, hij be antwoordde hem toch slechts met een zwijgenden wenk. Een vader vindt eer honderd woorden om te zegenen, dan een zoon een enkel woord om te danken. Toen de jongeling achter de rots verdween, zeide Paulus; „Als een oud gediende stapt hij daarheen, en de anderen volgden hem als een kudde den hamel. Doch nu! Hoort gij? Ja zeker! Thans is de eerste bende der Pharanieten slaags. Het krijgsge schreeuw komt nader en nader". „Dan zal alles goed gaan", ant woordde Stephanus opgewekt. „Bij ten zij nu toe, en laten zij zich hier heen lokken in de vlakte, dan zijn zij, denk ik verloren. Wij kunnen van hier uit het geheele beloop van den slag overzien. Worden de onzen te ruggedrongen, dan zou het licht kun nen gebeuren, dat zij zich in het kas teel wierpen. Thans mag er geen kie zelsteen te vergeefs geslingerd wor den, want wanneer onze wachtpost het middelpunt van den strijd wordt, zullen de verdedigers werpsteenen noodig hebben." Deze woorden waren door eengie Anachoreten gehoord, en toen nu het de Synode dan ook gaarne haar me dewerking verleenen aan iedere ern stige poging tot vereeniging of her- eeniging met allen, die staan op den grondslag van Gods Woord en de Ge reformeerde Belijdenisschriften. Wanneer gij nu aflegt de plechtige verklaring dat gij onvoorwaardelijk buigt voor het gezag der Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord Gods en u in oprechtheid gebonden gevoelt a^n de drie Formulieren van Eenig- heid, eni met name geen enkel histo risch feit, dat de Heilige Schrift ver meldt, of welke andere mededeeling en uitspraak der Schrift ook in eenig opzicht betwijfelt oi „disputabel" stelt. dan kunnen wij hierop om der waarheid wil niet anders antwoorden dan met eene ernstige broederlijke opwekking, dat ge u dan toch nacler wilt bezinnen inzake de houding door u aangenomen in het geschil dat rees ten opzichte van een belangrijk ge deelte der Heilige Schrift. Immers hebben onze Kerken hierbij niet anders gedaan dan in overeen stemming met de door u genoemde beginselen zich te verzetten tegen het onzeker stellen van zaken en fei ten, waarvan de Schrift duidelijk me dedeeling doet. Daarom gaat het, naar onze stellige overtuiging, in dezen strijd niet om middelmatige zaken, maar om de principieele vraag, of in onze Kerken zal worden toegelaten eene willekeu rige behandeling der Heilige Schrift, welke aan haar Goddelijk gezag te kort doet. Wanneer gij van meening zijt, dat wij in dezen dwalen, dan ware het uw roeping geweest, aan te toonen, dat de desbetreffende uitspraak onzer Kerken niet op de Heilige Schrift is gegrond; wat in uw schrijven geheel ontbreekt en waartoe ook overigens dcor uwe Kerken zoover ons bekend, zelfs nog geen poging is aangewend. Om bovengenoemde redenen staan wij dan ook in de overtuiging, dat wij, juist om het heil van Sion en de komst van 's Heeren Koninkrijk, om der wille van de waarheid Gods en van de liefde tot des Heeren Kerk, ook met het oog op de in onzen tijd zoo groote gevaren voor verslapping en afval in leer en leven, van het in genomen standpunt niet mogen wij ken. Een andere kerkelijke samenleving clan zulk eene, waarbij de grondslag van Gods Woord en de Gereformeerde Belijdenisschriften onverzwakt ge handhaafd wordt, mogen wij zoeken noch begeeren. Aan de andere zijde wenschen wij van harte met volle bereidheid ook om te vergeven al wat ons als menschen voor krenkends mo ge zijn aangedaan kerkelijke een heid met allen, die tot een samenle ven op dezen grondslag metterdaad bereid gevonden worden; en het blijft onze innige bede, dat zij, die met on ze Kerken braken, tot de overtuiging mogen komen, dat de redenen, waar om zij dit deden, voor de vierschaar van Gods Woord en van onze Belijde nis niet kunnen bestaan. Met den oprechten wensch. dat gij in deze en in alle zaken door het Woord en den Geest des Heeren moogt worden geleid. Namens de Synode (volgt onderteekening). HOSPITAAL-KERKSCHIP „BE HOOP Het hospitaal-kerkschip „De Hoop is Zaterdagavond van zijn tweeden kruistocht onder de haringvisschers op de Noordzee, te IJmuiden terugge keerd. Op deze reis heeft de geneesheer, dr. F. G. van Asperen, 47 patiënten be handeld, van wie 42 in volle zee en 5 te North Shields. Eén patiënt werd in het hospitaal aan boord opgenomen en te IJmuiden aan land gebracht. De patiënten waren afkomstig van 10 schepen uit Scheveningen, 11 uit Vlaardingen, 3 uit Katwijk, 4 uit Maassluis, 1 uit IJmuiden en 1 uit Duitschland. Als geestelijk verzorger was mee Ds. J. D. de Stoppelaar, Ned. Herv. predikant te Vlaardingen, die meer malen in volle zee dienst op de sche pen heeft gehouden. VRIJZINNIGEN TE AMSTERDAM. Gisteren zijn in de Waalsche Kerk te Amsterdam in den middagdienst krijgsgeschreeuw en het slachtgewoel al nader en nader kwam, en de een aan den ander overbracht, dat hun toevluchtsoord het middelpunt van den kamp zou worden, verlieten de benauwde boetelingen de hun door Paulus aangewezen posten, liepen niettegenstaande de strenge verma ning van den Alexandrijn hierheen en daarheen, en de meesten voegden zich eindelijk bij de ouden en zwak ken. wier lofzangen steeds klagender werden, hoe meer het gevaar nader de. Het luidst jammerde de groote Salet Orion. Deze riep met opgeheven handen: „Wat wilt gij van ons armen, o Heer? Toen Mozes Uw uitverkoren volk op deze plaats slechts veertig da gen alleen liet, viel het dadelijk van u af, en wij, wij brengen ook zonder aanvoerder ons leven door in Uw dienst, en hebben, alles prijs gegeven wat het hart verblijdt, en alle lijden op ons genomen, om U welbehagelijk te zijn! En nu razen weder die afschu welijke heidenen rondom ons, en wil len ons dooden. Is dat de prijs van onzen strijd en ons standvastig lij den?" De ouderen stemden in met de klacht van den man uit Sals. Maar Paulus trad in hun midden, berispte hun kleinmoedigheid en smeekte hen met warme, dringende woorden op hun posten terug te keeren, opdat ten minste de muur aan de gemakkelij ker te beklimmen oostelijke helling door Prof. G. A. v. d Bergh van Eisin- ga bevestigd de Vrijz. predikanten Di. W. A. F. van Dijk en D. Bakker. Beide predikanten deden in denzelf den dienst hun intrede. De voorzitter der Vereeniging van Vrijz. Hervormden, de heer G. A. de Ridder, sprak de nieuwe predikanten toe. OPDAT IK ZIJN EIGENDOM ZIJ Dr. J. H. Gunning J.Hzn. vertelt in „Pniël" het volgende: Toen er in Zuid-Amerika nog sla venmarkten gehouden werden, kwam ook etn zwart meisje aan bod. welks gezicht de diepste droefheid verraad de. Maar de kooplustigen stoorden zich daar niet aan, beknepen en be voelden lid na lid, evenals men bij een stuk vee doet, en boden tegen el kaar op. Reeds zou de directeur der slavenmarkt toeslaan, toen plotseling een stem weerklonk: „nóg honderd dollars!" Niemand wilde nog hooger gaan en zoo was het sidderende meisje z ij n eigendom. Maar terstond trad hij naar de ta fel toe en zeide tot haar: „Ik schenk u de vrijheid". Eerst kon het arme kind het niet gelooven, maar teen hij een wettig, in alle punten correct document voor den dag haalde, met haar naam in vulde en het haar overreikte, viel zij aan zijne voeten neer en zeide: „nu ben ik vrij en kan dus doen wat ik wil nu wil ik mijn leven lang u dienen". Lezer, maak zelf de toepassing! UIT ONZE INDIEN. DRIE COMMUNISTEN TERECHT GESTELD. Zaterdagmorgen om 8 uur is op bet binnenplein van cle gevangenis te Tjia- mis het doodvonnis voltrokken aan drie communisten, die door den land raad ter dood veroordeeld waren, welk vonnis door den Gouverneur-Ge neraal bekrachtigd was. De voltrek king van het vonnis geschiedde door ophangen. Hierbij aanwezig waren de resident van Oost-Priangan, de regent en andere bestuurs- en politieambte naren. Twee van de ter doodveroordeelden wenschten hun achterblijvenden een gelukkig leven, de derde riep twee maal „indoepla communist" (leve het communisme). Het vonnis werd hier op voltrokken en de lijken onmiddel lijk begraven onder militaire geleide. DE VERMISSING VAN DEN BELG. CONSUL TE SOERABAJA. Er bestaan aanwijzingen, dat de heer G. J. E. Kruys, Belgisch consul te Soerabaja en directeur van de Cul tuur Maatschappij Kandangan, die op 6 September op de „Plancius" embar- keerde, en toen spoorloos verdween, terwijl zijn kleeren en bagage in zijn hut werden aangetroffen, door de pa trijspoort is gevallen en verdronken. DE JTJLI-OPSTAND. De Raad van Justitie te Batavia ge lastte, dat de hoofdopzichter bij de Ge meentewerken te Batavia, de J„ die betrokken was bij het plan om in den nacht van 17 op 18 Juli een opstand te verwekken, gedurende een half jaar geplaatst zal worden in het krankzin nigengesticht te Buitenzorg en daar in observatie zal worden genomen. DE REIS VAN DEN G.-G. BOOR DE MOLUEKEN. De Gouverneur-Generaal is verge zeld van zijn drie dochters en zijn bei de adjudanten aan boord van het stoomschip der Gouvernementsmarine ,,'YVega" om 8 uur van Priok vertrok ken naar Makassar voor een reis naai de Molukken. De „Wega" wordt geëscorteerd door Hr. Ms. flottieljevaartuig „Soemba". Z. Exc. werd uitgeleide gedaan door de leden van den Raad van NederDandsch Indië, den algemeenen secretaris den heer Erdbrink, en alle autoriteitten. De gebruikelijke eerbewijzen werden ge bracht. bewaakt mocht blijvén, en het kasteel niet als een licht veroverde buit in de hand mocht vallen van een vijand, van vvien zij geen genade hadden te verwachten. Reeds maakten eenige Anachoreten zich gereed, om de vermaning van den Alexandrijn te volgen, toen een ontzettend gehuil zich dicht bij den voet van hun toevluchtsoord hooren liet. Dit was het geschreeuw van de Blemmyers, die de Pharanieten ver volgden. Vol angst drongen zij weder op één rand te zamen. Toen de Syriër Salatiël, die zich aan den rand van de helling gewaagd en over den schouder van den ouden Stephanus in de vlakte gezien had, met de ban ge kreet: „De onzen vluchten!" naar zijn metgezellen terugvloog, schreeuw de Gelasius zoo luid hij kon, terwijl hij zich op de horst sloeg en zijn zwart krullend haar uittrok: „Heere God, wat wilt gij toch van ons? Is dan het streven naar gerechtigheid en deugd zoo ijdel en vruchteloos, dat gij ons aan den dood prijs geeft, en niet voor ons tusschenbeide moogt ko men? Wanneer wij tegenover de hei denen het onderspit delven, dan zal de goddeloosheid en het ruw gewéld zich trotsch verheffen, als hadden zij de zege behaald over godsdienst en waarheid". Paulus had zich, buiten zichzelven en radeloos, van de klagenden afge wend, en ging met Stephanus den loop van den strijd na.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5