NIEUWE LEIDSCHE COURANT
van
DINSDAG 6 SEPT. 1927
TWEEDE BLAD.
WAT OE BLffiDEM ZEGGEN.
Zes millioen tegenover drie en
een halve ton.
De rijksbijdrage voor het Nijver
heidsonderwijs, zoo lezen wij in De
Standaard, bedraagt 6.718.407.6Q, die
voor het Laiid- en Tuinbouwonderwijs
355.685.
Met cijfers moet men voorzichtig
wezen, ook met deze cijfers.
Zeer wel kan het zijn, dat in deze
get&llen posten schuilen, die de verge
lijking onzuiver maken.
Ook al laten wij dien factor ten vol
le tot zijn recht komen, dan toch is de
tegenstelling van zes millioen en drie
en een halve ton wel zeer sprekend.
De aard van het voortbrengingspro-
ces brengt met zich dat in het indus-
trieele bedrijfsleven vakonderwijs groo
ter beteekenis heeft het zij zoo!
Het instinctieve leven komt op de
boerderij tot zijn recht en maakt, dat
de plattelanders aan hoogere ontwik
keling van him aangeboren talent min
der behoefte hebben we aanvaarden
dankbaar het compliment voor onze
schrandere agrariërs-
Het Nijverheidsonderwijs is nu een
maal ten onzent royaal aangepakt en
die royaliteit brengt groote kosten met
zich wij hooren het zonder zuchten
aan!
De sobere boerenaard maakt dat
ook het Landbouwonderwijs eenvou
dig kan worden ingericht de agrari
sche eenvoud bekoort ons!
Nog meer factoren kunnen worden
aangevoerd, om het verschil tusschen
zes millioen en drie en halve ton te
verklaren.
Maar alle scherpzinnigheid" en spits
vondigheid ten spijt, blijft toch deze
waarheid voor niemand verborgen:
groote achterstand bestaat voor ons
Landbouwonderwijs, voor ons Christe
lijk Landbouwonderwijs niet het
minst.
Het inhalen van dien achterstand
is, vooral nu het zevende leerjaar ver
plichtend wordt, dringende eisch!
Be Indische studenten.
Sedert de vorige week aldus
schreef d.d, 6 Juli de Nederlandsche
redacteur van het ,.Soer. Hbl." aan
zijn blad, is omtrent den arbeid der
commissie van drie, belast met het
onderzoek der in beslag genomen do
cumenten tijdens de huiszoekingen
bij inlandsche studenten te Leiden en
Den Haag, niets naders bekend gewor
den.
Wij vernemen echter, uit volmaakt
betrouwbare bron, zoo schrijft „Het
Handelsblad", dat in handen der auto
riteiten is gevallen een schrijven uit
Moskou, gericht aan een der inland
sche communisten, die, nadat, het hem
in ons land te' benauwd was gewor
den, naar Parigs is uitgeweken en in
welk schrijven een geldzending werd
geadviseerd, waarvan het bedrag die
nen moest om de communistische ac
tie in Ned. Oost-Inclië voort te zetten.
Dit schrijven was voor. de' politieke
recherche in Den Haag aanleiding den
inspecteur der geheime politie, den
heer Nieuwenhuis, naar Parijs te zen
den, waar deze in het laatst der vo
rige week met de persoonlijke hulp
van den Nederlandschen gezant te Pa-
rijs, jhr. Loudon, zijn nasporingen
heeft voortgezet.
Het Nederlandsche gezantschap be
tracht de uiterste waakzaamheid en
de heer Nieuwenhuis heeft maatrege
len getroffen, dat de communistische
„Indonesiërs" die thans in Parijs hun
heil gezocht hebben, daar onder zeer
behoorlijk toezicht blijven.
Men 'deelde ons nog over dit geval
mede, dat jhr. Loudon persoonlijk met
den heer Nieuwenhuis op stap was
gegaan om het spoor van enkelen dier
„Indonesiërs" te volgen.
Wij releveeren dit, omdat het be
wijst, dat thans eindelijk ook in de
hoogste officieele kringen het moge
lijke wordt gedaan om aan het com-
FEUILLETON.
Niets mensciïeifts vreemd
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
69. *o
De naar den weg toegekeerde hel
ling der rots-massa, waarop hij ge
bouwd was, verhiel zich zoo steil en
was zoo glad, dat zelfs de woestijn
bewoners, die met hun naakte voeten
en gespierde armen hoogten beklom
men, die de steenbok en de jakhals
vermeden, haar onbeklimbaar acht
ten. Van de andere zijde was hij beter
toegankelijk, en om hem ook daar te
versterken, was een zware muur op
getrokken, die de vlakte, waarop het
kasteel stond, in de gedaante van een
hoefijzer omgaf, welker einden uit
liepen op de steilte van de kloof waar
door de ijlweg liep. Dit gebouw was
z.oo ruw en onbehouwen uit steen
blokken opgestapeld, dat het er uit
zag als ware het ee,n gewrocht der
natuur, en niet door menschenhan-
den tot stand gebracht. De indruk
Van ruwheid en onvolkomenheid, die
het teweeg bracht, werd verhoogd,
doordat op de hoogte van deze in de
gedaante van een muur opgehoopte
steenen, een menigte grootere en klei
nere stukken graniet lagen, die door
'i^^èaehoreten waren saam gebracht,
munistische gewroet een einde te ma
ken.
'Wij kregen ook de overtuiging, dat
op het oogenbjik zeer scherp toezicht
wordt uitgeoefend op hen, die in gou
vernementsbetrekkingen naar Indië
worden uitgezonden; wanneer er ook
maar iets „communistisch" is aan
hun politieke geloofsbelijdenis, dan
worden hun kansen voor benoembaar
heid minimaal.
Ons kwam dezer dagen ter oore, dat
over het uitzenden van een jongen
houtvester, leerling van Wageningen,
een uitgebreide correspondentie met
„Binnenl. Zaken" en „Koloniën" heeft
plaats gehad, naar aanleiding van 't
feit, dat hij als „communistisch" ge
signaleerd stond. Alles bijeen mag nu
dus wel worden gezegd: men wordt in
Nederland wakker; men onderschat
niet langer het gevaar van het com
munistisch gewroet in het moederland
ten aanzien van rust en veiligheid in
cle koloniën. Men is nu, eindelijk, wak
ker en waakzaam.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Vriezenveen, O.
Groenewoud, te Parrega (Fr.) en H. P.
Brandt, te Lage Zwaluwe.
Bedankt: Voor Hattem en Burum
e.a. W. Okken, te Urk.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Warffum, J. W. v.
Tol, te Scharendijke'.
Aangenomen: Naar Oegstgeest,
Dr. D. J. van Katwijk, te Schipluiden.
Bedankt: Voor Goënga c.s., H. v.
d. Zanden, te Wapenveld. Voor Mid
delburg, J. R. Goris te Apeldoorn.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Vlissingen, K. G. v.
Smeden, te Kampen; en J. G. G. Croes,
te Bussum. Te Dokkum, L. de Bruyne,
te Zwolle; en P. Zwier, te Papendrecht
Bedankt: Voor Broek onder Ak-
kerwoude, P. Zwier, te Papendrecht.
Voor Nieuwe Pekela, H. Biesma, te
Groningen.
EVANG. LUTH. GEM.
Drietal: Te Middelburg-Vlissin-
gen, J. Bergman, te Leeuwarden; G. J.
Duyvendak, te Naarden-Bussum; en
J. P. van Heest, te Deventer.
VRIJE EVANG. GEMEENTEN.
Bedankt: Voor Bussum, D. W.
Veldkamp te Oude Pekela.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. H. H. van Ameide nam Zondag
middag, na een ruim 2-jarig verblijf,
afscheid van de Ned. Herv. Gemeente
van Diütcloord, met een predikatie
over Rom 8 vs. 35 a: „Wie zal ons
scheiden van de liefdé-van Christus?"
De naar Hoogeveen vertrekkende
1 eeraar werd aan het einde op harte
lijke wijze toegesproken door Ds. Eige-
man van Willemstad, namens de clas
sis en den ring; door br. Vogelaar, na
mens den Kerkeraad en Gemeente; en
door het hoofd der Ned. Herv. school,
den heer C. Schipper, namens het
schoolbestuur en personeel.
Toegezongen werden Ps. 134 4 en
Ps. 90 9. Diep onder den indruk ver
liet de schare, die de kerk tot in alle
hoeken vulde, het bedehuis. Velen
maakten nog van de gelegenheid ge
bruik om den leeraar na afloop de
hand te drukken.
Ds. W. A. Bronsveld te Brandwijk
hoopt, wegens verkregen eervol eme
ritaat, Zondag 25 Sept. a.s. zijn af
scheid te preeken. De catechisaties
zullen na zijn vertrek gehouden wor
den door den heer J. Kars, godsdienst
onderwijzer te Schoonhoven.
Ds. Mr. J. F. Dijkstra, gekomen
van Den Haag, verbond zich Zondag
aan de Ned. Herv. Gemeente van He-
del, na vooraf door Dr. D. J. de Lind,
van Wijngaarden, van De Bildt, te
zijn bevestigd, met een predikatie over
Jes. 52 7.
Ds. Dijkstra sprak over Jes. 55 :10
en 11. Hij besloot zijn predikatie met
de gebruikelijke toespraken. De plech
tigheid werd bijgewoond o.m. door
den consulent. Ds. J. J. van der Grient,
om ze bij den overval op de roovers
neer te rollen of te slingeren.
Men had ook in den rotsbodem van
de door den muur ingeslotene vlakte
een waterput geboord, en droeg zorg,
dat deze altijd was gevuld. Zulke
maatregelen van voorzichtigheid wa
ren noodig, want van twee zijden
dreigde den Anachoreten gevaar.
Vooreerst van de Ismaëlietische Sa-
razenen, die' uit het oosten op hun
rooftochten de berg- en oase-bewo
ners overvielen en plunderden, even
snel vluchtende als zij onverwacht
aangrepen. Ten anderen van de Blem-
myers, de onbeschaafde bewoners
van de woestijn, die hetvruchtbare
Egyptische en Nubische land be
grensde, en inzonderheid van de"
naakte gebergten, die de Roode zee
van het Nijldal scheidden. De laatste
waren gewoon in lichte bootjes de zee
over den berg te verspreiden. De klei
ne voorraad en de weinige noodpen-
nin'gen, die de onbeschaamde kluize
naars in hunne holen bewaren, had
den de Blemmeyers telkens, en altijd
weder gelokt, ondanks de- Roniein-
sche bezetting van Pharan, die ge
woonlijk eerst op het tooneel der plun
dering verscheen, als zij, reeds lang,
met hun schralen buit het hazenpad
hadden gekozen.
Weinige maanden geleden had er
zulk een overval plaats gehad, waar
bij de oude Stephanus door een pijl
schot was gewond, en men had allen
grond om te verwachten, dat de wilde
en nog een zestal collega's. De Gemeen
te zong Ds. Dijkstra de bekende zè-
genbede toe.
Ds. J. Kuiper, em.-pred. van
Vreeswijk, werd Zondagmorgen j.l. bij
de Ned. Herv. Gemeente van Dussen
bevestigd door den consulent, Ds. J
R. B. Feykes, van Sleeuwijk, die tot
tekst had Hand. 13 vs. 38-39 en deed
er des namiddags zijn intrede met een
predikatie over 2 Cor. 5 vs. 20. Na ver
schillende toespraken gehouden te
hebben, werd Ds. Kuiper zelf toege
sproken door Ds. Feykes namens den
kerkeraad en de gemeente.
Ds. L. H. van der Meiden, van
Dordrecht, die resp. 25 en 27 October
a.s. bevestigd wordt en intrede doet
als predikant der Chr. Geref. Kerk te
Den Haag, hoopt Woensdag 19 Octo
ber (en niet Zondag 16 October) van
zijn Gemeente afscheid te nemen.
Zondagmorgen werd Ds. Y. K.
Vellenga, overgekomen uit Oosterzee
in de Geref. Kerk te Meppel in 'de va
cature Dr. J. Thijs bevestigd door Ds.
B. Hagenaar, die tot tekst hal Ezech.
33 7. 's Avonds deed Ds. Vellenga in
trede sprekende over 2 Tim. 2 19.
Mét de gebruikelijke toespraken en
het toezingen van de bede uit Ps. 133
werd de dienst besloten.
Na Zondagmorgen door den con
sulent Ds. B. Verhagen van Waterin
gen, te zijn bevestigd, met een predi
katie over Richteren 6 14, waarbij
hem na de bevestiging de zegenbede
uit Ps. 134 werd toegezongen, verbond
Ds. G. Venema, gekomen van Appin-
gedam, zich des avonds aan de Ned.
Herv. Gem. te Loosduinen, sprekende
over Lucas 24 47. Na de predikatie
werd Ds. Venema toegesproken door
Ds. B. Verhagen als consulent, en door
Ds. K. van Geest van 's-Gravenzande,
namens den ring. De gemeente zong
staande toe de zegenbede uit Psalm
121.
Ds. S. Postma, predikant-direc
teur van het Haarlemsche Diakones-
senhuis, die beroepen is als achtste
predikant, speciaal belast met den
dienst in het Diakonessenhuis, is Zon
dagavond in de Groote op St. Bavo-
kerk bevestigd door Ds. C. J. van Paas-
sen met een predikatie naar aanlei
ding van Joh. 10 41.
Toegezongen werd Psalm 134 1, 2
en 3.
Ds. Postma, die daarna zijn intrede
deed koos als tekst 1 Cor. 3 9. Hij zei-
de dat deze ure voor hem er een van
blijdschap was, om zich zelf, om de
kerk en om zijn werk. Weder een
dienstdoend predikant der Ned. Herv.
Kerk te zijn was hem een oorzaak van
groote blijdschap. Om der wille van
de kerk was spr. verder blijde. De
kerk, die zich zoo laiig buiten veel
hield, gaat nu weder de taak van den
predikant ruim en breed opvatten,
door hem aan te stellen als predikant,
inzonderheid belast met den dienst in
het Diakonessenhuis.
Maar ook was er blijdschap in zijn
hart ter wille van zijn werk. Het werk
van het Diakonessenhuis is er ten
slotte een van de gemeente. Spr. ver
wacht dat de gemeente nu meer met
het Diakonessenhuis zal medeleven en
dat werk met haar gebed mede zal
dragen.
Woorden van dank tot bevestiger,
collega's, kerkeraad en kiescollege
volgden. Na de zegenbede werd Ds.
Postma toegezongen „Vader, sla hem
steeds in liefde ga", enz.
Ds. A. J. A. VERMEER.
Onder zeer groote belangstelling
hield Ds. A. J. A. Vermeer Zondag
avond in de Groote Kerk te 's-Graven-
hage een gedachtenisprediking, om
dat hij dien dag juist 40 jaar Evange
liedienaar in de Vaderlandsche Kerk
was. Er waren vele officieèle perso
nen aanwezig.
Een koor van diakonessen zong bij
den aanvang en 't einde van de gods
dienstoefening een lied, bij den aan
vang „Lof zij den Heer, den almachti-
gen Koning der eere", en bij het einde
,,'t Is Uwe zaak, o Hoofd en Heer, de
zaak waarvoor wij staan". Na 't amen
van den zegen werd Ds. Vermeer door
de gemeente Gezang 224 1 en 5 toege
zongen, waarvoor hij met een enkel
woord dank zegde.
roovers niet zoo spoedig zouden te-
rugkeeren. Phoebicius toch, de be
velhebber van den manipel Romein-
sche soldaten in de oase, was in zijn
dienst gewoon scherp en doortastend
te handelen, en gelukte het hem ook
al niet de Anachoreten geheel voor
roof te bewaren, hij had toch de bij
zijn nadering vluchtende Blemmyers
achtervolgd, en hun den weg tot de
op hen wachtende booten afgesneden.
Niet ver van de kust, op de woestijn-
strook, die de zee van den berg
scheidde, kwam het tot een strijd
tusschen de -Romeinen en de wilden,
die met een geheelen ondergang van
de laatsten eindigde, en er was grond
om te hopén; dat zulke ervaringen de
zonen der Woestijn tot waarschuwing
zouden zijn. Maar had tot hiertoe
de licht te onderdrukken begeerte om
te rooven hen over zee gejaagd, thans
dwong, de heilgste aller plichten, de
wet die hun voorschreef wraak te ne
men over het vergoten1 bloed van zoo-
velen huïiner vaders en broeders, een
nieuwen aanval te. doen, met inspan
ning van al hun krachten.
Zij hadden ditmaal met opzet de
grootste voorzichtigheid in acht ge
nomen, en ■hun jonge mans'chappen
verzameld in verborgen dalen achter
de uitgestrekte bergketens langs den
oever. In den eersten donkere nacht
zou de tocht over den smallen zeeboe
zem, die hen van het steenachtig
schiereiland scheidde, plaats hebben,
en toen nu gisteren bij het ondergaan
JUBILEUM Ds. J. D. v. d. VELDEN.
In de Jeruzalem-kerk te Kralingen,
hield Ds. J. D. v. d. Velden Zondag
avond een gedachtenisrede, naar aan
leiding van zijn bediening des Woords
in de Geref. Kerk aldaar gedurende
een reeks van 25 jaren. Zijn stof ont
leende de jubilaris aan Col. 3 15 en
16a. In deze verzen spreekt de apostel
Paulus zijne wenschen uit aan de ge
meente te Colosse. Deze wenschen
wilde de jubilaris tot de zijne maken,
en ontwikkelde naar aanleiding van
deze tekstwoorden twee gedachten,
die daarin opgesloten lagen: le. de
heerschappij van den vrede Gods en
2e. de inwoning van het woord van
Christus. Na afloop van den dienst
zong de gemeente toe Ps. 72 11. Des
morgens was toegezongen Ps. 132 10.
EEN VRIJZINNIGE MINDER.
In de Vrijz. predikantsplaats te
Sneek is thans een rechtzinnig predi
kant beroepen. De rechtzinnigen krij
gen thans 2 predikanten; de vrijzinni
gen 1.
EMERITAAT.
De \erkeraad der Geref. Kerk van
Andijk heeft in zijn vergadering van
Donderdag aanvaard de emeritaats-
aanvrage van den Dienaar des Woords
bij die kerk Ds. F. C. van Dorp. Met in
gang van 1 Dec. a.s. zou het emeritaat
ingaan. Op 5 October zal de aanvrage
ter classicale vergadering worden be
handeld.
DE THEOL. SCHOOL TE APELDOORN
Door Curatoren der Theol. School
der Chr. Geref. Kerken te Apeldoorn
is besloten de vacature-doc. v. d; Hei
den te vervullen op de Synode van
1928. Tot zoolang zullen de vakken
door Doe. v. d. Heiden gedoceerd, ver
deeld worden over de andere docen
ten.
„BARTÏMEUS".
In sommige bladen heeft een bericht
gestaan omtrent het bedanken van de
lieeren Prof. Dr. H. Visscher en Dr.
Bos als leden van het bestuur van
„Bartimeus". Dit moet het gevolg zijn
van verschil van meening, welke zich
in den kring van dat bestuur heeft
voorgedaan. Van meer dan één kant
is gevraagd, .wat de reden zou zijn
van het heengaan van deze heeren,
omdat toch in het belang van „Barti
meus" een gemeenschappelijk samen
werken absoluut vereischt is.
Wij vernemen nu, dat er een com
missie benoemd is om een onderzoek
in te stellen en een rapport uit te
brengen. Voordat deze commissie haar
taak verricht heeft, acht men het niet
wenschelijk om wat geschied is nu
reeds publiek eigendom te doen wor
den. Dit zou kunnen zijn tot nadeel
van de stichting. Naar wij vernemen,
oordeelen Ds. Visscher en Dr. Bos het
ook het beste, dat aldus geschiedt.
CHR. BEWAAR3CKOOLONBERWIJS.
Morgen hoopt de Bond van Vereen,
voor Chr. Bewaarschoolonderwijs van
Nederland zijn jaarvergadering te hou
den in de Chr. Bewaarschool, Spring
weg 93 te Utrecht. Op de agenda komt
o.m. voor de verkiezing van bestuurs
leden, aan de beurt van aftreden de
heeren J. S. Dienske, van Amsterdam
Baron van Boetzelaer van Dubbeldam
van De Bildt, en M. Schreuder, van
Rotterdam. De voorzitter, de heer J.
Zuidmeer, zal spreken over „Het ge
subsidieerd Chr. Bewaarschoolonder
wijs en de gevaren van Overheidsbe
moeiing."
CHR. H. B. S .TE APELDOORN.
Zaterdag is te Apeldoorn in het ge
bouw „Irene" aan den Zwolschen weg
geopend de Cbr. H. B. S., in tegen
woordigheid van vele autoriteiten en
belangstellenden.
De samenkomst werd geopend door
den voorzitter Ds. C. M. Luteyn met
gebed en een rede, waarin hij eraan
herinnerde, dat cle plannen om te ko
men tot een Chr. H. B. S. al jaren be
staan had. Openbare en bedekte tegen
werking hebben echter het werk jaren
lang verhinderd, zoodat zelfs in 1925
het voorstel werd gedaan, om de ver-
eeniging te ontbinden. Desondanks
werd toch besloten met het werk voort
der zon zware onweerswolken samen
trokken, zich in onstuimige buien ont
lastten en het licht der afnemende
maan verduisterden, trokken zij hun
bootjes en vlotten in zee. Zij zouden
de overzijde, den berg en misschien
ook de oase bereikt hebben, zonder
door de wachters op den bergtop op
gemerkt te zijn, die zich tijdens het
onweder onder hun schutdak hadden
teruggetrokken, wanneer niet iemand
de Anachoreten gewaarschuwd had.
Die man was Hermas:
De jongeling had, gehoorzaam aan
het woord van Paulus, drie van diens
goudstukken bij zich gestoken, zich
van pijl en boog en wat brood voor
zien, en vervolgens, nadat hij voor
den ingang van het hol zijns vaders
den sluimerende een zachten groet
had toegeroepen, zich naar Raithoe
begeven. Blijmoedig in het gevoel van
zijn mannelijke kracht, trotsch op de
moeilijke taak, een aanstaand krijgs
man waardig, die hem was opgelegd
en die hij dankbaar had aanvaard,
om haar te volbrengen, zij het ook ten
koste van zijn leven, snelde hij bij 't
licht der volle maan voorwaarts.
Waar zich de wég in zigzag kron
kelde, om den waarlijk niet weekelij-
ken woestijnreiziger het stijgen mo
gelijk te maken, verliet hij het gebaan
de pad en klauterde van rots tot rots
in een rechte lijn op en af. Op vlakke
plaatsen joeg hij voort, als zaten hem
de gerechtsdienaars op de hielen. Na
zonsondergang versterkte hij zich door
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 6 September 1927.
„Ik zal handhaven" wijst in het Au
gustusnummer op eenige decadentie-
verschijnselen waarvan mij bijzonder
opviel dat betreffende een artikel in
het Groot Gereformeerd Studenten
blad „Fraternitas", Mei-aflevering.
De student-inzender van „Fraterni
tas" acht het een treurige werkelijk
heid dat de Standaard eenerzijds
scherpe maatregelen eischt tegen de
Communisten en anderzijds na iaat
„een streng optreden te eischen tegen
de misdadigers uit de ambtenaars- en
plantagewereld.»
Schrijver somt dan een aantal staal
tjes op van wreedheden en afpersing,
welke wij reeds uit de bladen kenden
en voegt er dan aan toe:
„Waarom ik deze schandalen die
nog met verschillende vermeerderd
kunnen worden nog eens ophaal?
Omdat zij een waardig pendant vor
men tegenover de communistische
misdaden. Het maakt dan ook wel een
eigenaardigen indruk, dat de admini
strateur v. d. Stok tot zes maanden
hechtenis, een Japanner voor dergelij
ke misdrijven tot 3 jaar gevangenis
straf en enkele communistische lei-,
ders tot den dood veroordeeld wer
den."
Ofschoon deze student later zegt dat
hij niet bedoelde een direct pleidooi te
leveren voor een zachtzinnige bestrij
ding van het Communisme, conclu
deert „Ik zal handhaven" terecht, dat
zijn artikel toch een strekking heeft
die de straf op wat de communisten
misdeden wil gelijk stellen met die
van v. d. Stok en anderen.
Ik geloof dat het de taak van Gere
formeerde studenten eerder is met
den minister van Koloniën het han-
teeren van de sapoe lidi goed te keu
ren, dan zich in afkeurenden zin uit
te laten, over de straf op de Commu
nisten-moorden toegepast.
OBSERVATOR.
te gaan, met het verblijdend resultaat,
dat thans de school kan worden ge
opend.
Na den voorzitter voerden achter
eenvolgens o.a. het woord Ds. G. Bol-
kenst.eyn, de inspecteur van het M. O.,
wethouder M. van W-ijhe Ezn., docent
Lengkeek, Ds. C. Hattink, de heer Hui
zing, Ds. Geels, de heer Windt, de heer
Pilon en Ds. W. Sterhuis. Als laatste
spreker trad op de heer Snoeck Hen-
kenmans, die veel heeft bijgedragen
tot de stichting dezer school.
De heer De Planque, directeur der
schooi gaf in groote lijnen aan, hoe hij
zich den gang van het onderwijs had
voorgesteld.
BINNENLAND,
VAN HET HOF.
Tex Kerk.
H. M. de Koningin en H. K. H. Prin
ses Juliana woonden Zondagochtend
de godsdienstoefening bij in de Wil
lemskerk te 's-Gravenhage. Voorgan
ger was Dr. M. M. den Hertog.
De Fïisises op de tentoonstelling
Nederlandsche reclame.
Gisteren heeft Prinses Juliana on
verwacht, streng incognito, een be
zoek gebracht aan de tentoonstelling
te Scheveningen. Door vrijwel nie
mand herkend, heeft zij rustig en be
langstellend de tentoongestelde voor
werpen bezichtigd. Eerst bij haar ver
trek liet zij den voorzitter cversto
Oudendijk, aan zich voorstellen.
Prinses Juliana bij Kieykamp.
Prinses Juliana heeft, vergezeld
door jkvr. Bentinck en baron Baud,
een bezoek gebracht aan de tentoon
stelling van schilderijen door oüd-
iïollandsche en Vlaami.che meesters
in de Kon. Kunstzaal Kieykamp, te
's-Gravenhage.
Zij is ontvangen en rondgeleid door
mevrouw E. KieykampHaagen Smid
De Colleges van Prinses Juliana.
Naar we vernemen staat het reeds
vast, dat Prinses Juliana aan de Leid-
sche universiteit de volgende colleges
zal volgen:
iets te nuttigen, snelde daarna weer
weer voort en létte niet op de hitte
van den middag of het mulle zand,
waarin zij voet wegzonk, terwijl hij
de zeekust volgde, Bij dat hartstoch
telijk voorwaarts ijlen, dacht hij noch
aan Sirona, noch aan zijn verleden,
maar alleen aan de bergen aan, gene
zijde der zee. aan de Blemmyers, en
hoe h-ij ze het best bespieden en, waan
neer hij hun plannen had vernomen,
wederom naar zee en tot de zijnen
zou.
Eindelijk, toen zijn vermoeienis
toenam, de middaghitte drukkender
werd, en het bloed hem sterker naar
het hart drong en sneller aan zijn sla
pen begon te kloppen, hield hij geheel
en al op te denken, en het eenige wat
hem voortdreef was enkel de wensch,
zijn naaste doel zoo spoedig mogelijk
te bereiken.
In de derde middaguren zag hij van
verre de palmen van Raithoe, en met
nieuwe krachtsinspanning ijlde hij er
heen.
Eer de zon onderging had hij den
hem door Paulus aangewezen Ana
choreten meegedeeld, dat dé Alexan
drijn hun uitnoodiging afsloeg en be
sloten was op den heiligen berg te
blijven.
Vervolgens begaf Hermas zich naar
de kleine haven, om met de visschers
van de plaats te spreken over een
boot, die hij noodig had.
{Wordt vervolgd).