NIEUWE LEIDSCHE COURANT venhage-Wést zal plaats hebben op Zondagavond 30 October a.s. in de Nieuwe Zuiderkerk. Als .bevestiger zal optreden Dr. J:. Hoek, van 's-Gra- venhage-Wést. Woensdagavond 2 Nov. hoopt Ds.'Xomes in hetzelfde kerkge bouw zijn intrede te doen. Ds. E. V. J. Japchen, van Kochen- gen, hoopt op Zondag 2 Oct. a.s. zijn intrede te doen bij de Herv. Gem. te Maartensdijk, na bevestigd te zijn door Ds. H. Japchen, van Ede. EVANGELISATIE. Op het drietal voor Evangelist bij de Herv. Evangelisatiete Stadskanaal zijn uit een 40-tal sollicitanten ge plaatst de heeren Togtema, van Vee- lerveen; Tuinema, van Haulerwijk; en Tarmninga, huisvader van het Mil. Tehuis te Kampen KERKBOUW. B. en W. van Haarlem stellen den Raad voor, aan de_ Geref. Kerk terrein in huur te geven aan de Jacob Geel- straat, hoek Busken Huètstraat, om daar een houten hulpkerk te plaatsen. GODSDIENSTONDERWIJS. Benoemd tot Godsdienstonderwijzer bij de Ned. Herv. Gem. te Lynden (Haarlemmermeer) de heer P. v. d. Berg, te Grijpskerk (Gr.). AFWIJZEND BESCHIKT. Op het verzoek van 27 lidmaten en 8 doopleden der Ned. Herv. Gemeente te Andijk, aan kerkvoogden en nota belen der Ned. Herv. Gemeente aldaar om het kerkgebouw te Andijk (Oost) te mogen gebruiken voor het houden van godsdienstoefeningen onder lei ding van rechtzinnige predikanten op die Zondagen, waarop door den vrij zinnigen prediktnt geen dienst wordt gehouden is afwijzend beschikt. OPEN BRIEF VAN Mr. P. G. KNIBBE Mr. P. G. Ivnibbe, wiens bezwaar schrift tegen de behandeling van zijn brochure door de Asser Synode, door de Groninger Synode voor kennisge ving werd aangenomen, teekent nu in een open brief daartegen protest aan. Naast het noemen van enkele ande re bezwaren tegen dé werkwijze van de beide Synodes, Kerken en Kerke lijke pers, geeft de schrijver in een 7- tal punten aan wat de Groninger Sy node had moeten doen, maar naliet. Ie. De Synode zoo zegt hij heelt verzuimd regelen te stellen om te waarborgen, dat aan den eisch, ook in het Kerkrechtelijk rapport gesteld, dat kerkelijke procedures in overeen stemming moeten zijn met algemee- ne rechtsbeginselen, recht werd ge daan. Zooals de berechting thans ge schiedt is deze een karikatuur van een behoorlijke procedure. Een ker kelijk vonnis zal toch in de allereer ste plaats deugdelijk gemotiveerd dienen te zijn, waarbij nauwkeurig moet worden aangegeven, wat te la ken is en waarom en tevens om welke reden met eene „zachtere beslissing" niet kan worden volstaan of een har dere beslissing niet billijk zou zijn ge weest. 2e. De Synode heeft verzuimd scherp en zakelijk aan te geven, waar om de „zachtere beslissing" niet kon en mocht worden aanvaard. Deze zachtere beslissing was, op de gron den in het dogmatisch-exegetisch rapport aangegeven, door de rappor teurs aan de Commissie aangeboden. Op grond van dit rapport en deze con clusies zou zeer wel overeenstem ming te Verkrijgen zijn geweest en had de scheuring kunnen worden voorkomen. Nu is het rapport niet en zijn de conclusies wel gewijzigd en wel in die mate, dat van overeenstemming geen sprake meer kon zijn. Waar deze wijzigingen aangebracht werden zon der nader rapport of nader praead- vies en ook zónder wijzigingen in het dogmatisch exegetisch rapport aan te brengen, klopte het rapport niet meer met de conclusies en is de Asser be slissing, juist op het punt waar het op aan kwam, nog nooit door de Sy node behoorlijk gemotiveerd, iets wat zij ook moeilijk kan, als zij al thans niet met het rapport zelf in te genspraak wil komen. (Zie daarom trent verder mijn andere publicaties). Hieruit is ook te verklaren waarom het dogmatisch-exegetisch rapport een zoo gansch anderen geest ademt dan tegenwoordig de Synodaal gezin de pers. 3e. Uit het mij gegeven antwoord blijkt, dat de verklaring Dr. Geelker ken is voorgelegd om een heel specia le persoonlijke reden. Waarom heeft de Synode niet telkens naar bevind van zaken gehandeld? Waarom is, als men met een predikant niet tot over eenstemming kon komen, zijne niet in hem te dragen meening niet scherp aan het licht gebracht, aangevende de reden waarom diens meening in onze Kerken niet was te dulden? Waarom is aan den een wel en aan den ander niet de verklaring van Dr. Geelkerken voorgelegd? 4e. Verdonkeremaand tot nog toe, zoowel door de Synode als door de Synodale pers, is de door Dr. v. Es op geworpen kwestie of een predikant, die werkelijk in gemoedë op bepaalde gronden meende de zintuigelijke waarneembaarheid niet te kunnen aanvaarden, niet onder zekere voor waarden te handhaven zou zijn. Dr. van Es meende, dat zoo iemand nog niet viel óhder het Asser-besluit. Ver schillende predikanten zijn het in de zen met Dr. van Es eens. Ik zou b.v. wel eens aan Ds. Schilder willen vra gen of hij ook niet daaronder behoort. 5e. Niet van belang schijnt te zijn 't vraagstuk van de openbaarheid der Synode en der belangrijkste Commis sie-vergaderingen. Gaat soms de Groninger Synode ook hierbij er vanuit, dat, als zij niet ar gumenteert, maar zonder meer haar beslissingen geeft, zij zich ook niet bloot geeft? Pauselijke decreten zijn althans be hoorlijk met waarborgen omringd, b.v. steeds sterk gedocumenteerd; ook dat geschiedt hier zelfs niet. Moest de Synode van Dordt ook hierin slaafs worden gevolgd dat niet alleen geen openbaarheid wordt betracht, maar dat niet eens behoorlijk notulen wor den gemaakt? 6. Geen enkele regeling schijnt er te worden getroffen om eene behoorlijke behandeling van bezwaren te waar borgen. De Synode vergadert maar kort en legt daarom zonder motivee ring het wederwoord ter zijde. Op de ze wijze komen, vooral als de Syno dale pers daaraan meehelpt, dringen de bezwaren nooit tot hun recht. 7e. De Groninger Syn. heeft voorts nog niets gedaan om het ontwrichten de wantrouwen, hetwelk in onze Ker ken spoedig hoogtij viert en zoo vele en schoone actie op allerlei levens terrein dreigt te ontredderen, denk b.v. aan de V.U., weg te nemen. Zelfs is er niets merkbaar van eene poging om door officieel scherp de verschil len te formuleeren do onzekerheid op vele punten weg te nemen. Tot slot zegt hij ,dat hij als vriend en broeder en goed Calvinist deze bezwaren kenbaar maakt. ZENDINGSARBEID OP DE FILM. Een film, welk een beeld van den zendingsarbeid zal geven, nadert haar voltooiing. Het negatief is uit Indië ontvangen en wordt nu in de werk plaatsen van de filmfabriek Polygoon te Haarlem voor het gebruik in ge reedheid gebracht. GIFTEN EN LEGATEN. 'Wijlen mej. N. G. Sennema, wed. J. A. de Bildt, te Nieuwebildtdijk (Fr.), heeft aan de Gereformeerde Kerk te St. Anna Parochie een making gedaan ter waarde van pl.m. ƒ4000. Voor de leening van de Laakka- pel te 's-Gravenhage ontving het be stuur een obligatie groot 500, ten ge schenke. UIT DE OMGEVING. ALKEMADE. .Vergadering van den gemeente raad', oc Dinsdag 6 September, 1927, des voormiddigs 3 uur. Onderwerpen ter behandeling: 1. Belediging en installatie leden van 'den Raad. 2. Benoeming van twee wethouders. 3. Benoeming van een commissie tot het nazien van de Rekening, en Begroo ting. 4. Wijziging Algemeene Politieveror dening dezer gemeente. 5. Wijziging Begrooting voor dea (dienst 192^. 6. Reclames Schoolgeld en Hondenbe lasting. 7. ingekomen stukken en mededea- lingen. BOSKOOP. Vergadering yan den gemeente raad, op .Dinsdag b September, 1927* des avonds 7 uur. Onderwerpen ter behandeling 1. Opening. Trekking van nummer voor stemming en rondvi&ag. 2. Beëediging der tot hd yan den Raad benoemden. 3. Voorstel van B. en W. om over te gaan tot de benoeming van twee Weth. 4. Voorstel van B. en W. om over te gaan tot de benoeming van leden der Raadscommissie voor onderzoek vanbe- grootingen en rekeningen. 5. Voorstel van B. en W. om over te gaan tot de benoeming van twee gedie- negeerden der gemeente in het bstuur •der Coöperatieve Vereen. „De Boskoop- sche Veiling". 6. Voorstel van B. en W. om over te gaan tot de benoeming van gedelegeer den der gemeente in de besturen van Bouwverenigingen. 7. Vaststelling der notulen van de openbare vergadering van i£ Aug. 132 8. Ingekomen stukken. 9. Mediedieielingen. 10. Advies van B. en W. op verzoe ken van de Besturen der Bouwveileeni- gingen 0111 medewerking te verleunen voor den bouw van 60 arbeideil3Wonin- gen. 11. Voorstel van B. en W. om' te be sluiten tot den bouw van een nieuw Ge- tneenfceuis. 12. Voorstel! van B. en W. om te ber sluiten tot aanschaffing van een auto- mobiel'br andspuit. 13. Advies van SB. en W. op een schrij ven van heeren Ged. Staten, cetreffendé iregeling der jaarwedden van Burge meesters. Secretarissen pn Ontvangers van de gemeenten met 15000 en minder inwoners. 14. Aanbieding door B. en W. ter vcorlccpige vaststelling van de reke ning van inkomsten en uitgaven over 1926 van de gemeente, met daarbij be- hoorende bescheiden. 15. Aanbieding door B. en W. van de ontwerp-begrooting met de daarbij be- hoorende memorie van toelichting en verdere bescheiden voor den dienst '28. 16. Aanbieding door B. en W- van de ontwerp-begrootingen voor den dienst 1928 van het Efeclriciteitsbedrijf. de Gasfabriek en ds Bronwaterleiding. 17. Aanbieding door B. en W. van de begrooting van ontvangsten en uit gaven van het Burgerlijk Arfenbestuur voor het dienstjaar 1928. 18. Voorstel' van B. en W. om te besluiten tot handhaving van de wijzi ging der Verordening op de heffinig van schoolgeld voor het gewoon lager- en voor net uitgebreid lager onderwijs, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 Aug. 1926. 19. Voorstel van B. en W'. om te be sluiten tot onbewoonbaarverklaring van do woningen, plaatselijk gemerkt Ham Nos. 4- 5 6. 20. Rondvraag. 21. Stuiting. HAZER3WQUDE. Vergadering van den gemeente raad op Dinsdag, 6 September, des voormidldags 10.30 uur. I Ondeiwverpen ter behandeling: 1. Beëediging nieuw-benoemde le den van 'den Raa'd. j 2. Ingekomen stukken. 3. Vmkiezin^ wethouders. 1 4. Rapport Commissie tot onderzoek van de rekeningen der gemeentewei* van het waterleidingbedrijf, dienst '26. 5. Voorloopige vaststelling yan ge noemde rekeningen. 6. Wijziging begrooting, dienst '27; 7. Rondvraag. KATWIJK. Vergadering .yan den gemeente raad, op Dinsdag 6 September, 1921 des voormiddags 10.10 uur. Onderwerpen ter behandeling: I 1. Beëediging Raadsleden. 2. Benoeming van twee Wethouders. 3. Mededeeling van ingek. stukken. 4. Benoeming van twee leden in de Commissie voor de Bedrijven. 5. Idem van Fabricage. van MAANDAG 5 SEPT. 1927 TWEEDE BLAD. WflT DE SLABEK ZEGGEH. Rekenkamei'-toezicht. Het Vaderland plukt o.m. de vol gende staaltjes uit het verslag der Re kenkamer: 'Wij nemen een ander geval uit het Verslag. Er is geen koopman, die niet weet, en ook aan vele niet-kooplieden is deze zaak niet onbekend, dat men voord eeliger koopt, naarmate men grooter hoeveelheid inslaat. Het Rijk wist dat niet. Voor aardappelen, ge bruikt aan stichtingen onderhoorig aan het Departement van Justitie, wer den hooger prijzen betaald, dan in de zelfde plaats nog wel voor de aardap pelen, die aan het garnizoen werden geleverd. Het toppunt hierbij was, dat die verschillende prijsberekening maar al te "vaak van denzelfden leverancier kwam. Toen moest waarlijk het Rijk van de Rekenkamer leeren dat het voo'rdeeliger was die aardappelen voor de gestichten en cle garnizoenen in de- ze'lfde plaatsen in één koop te nemen, e?n zoowaar die raad is door bet Rijk opgevolgd. Wij leggen hier den na- 'druk op, omdat wie net Verslag van de Rekenkamer leest den hoogst on- aangenamen indruk krijgt, dat het Rijk die Rekenkamer eene zeer lastige instelling vindt, wier adviezen het liefst niet opvolgt. En de Rekenkamer berust ons te veel; zij moest, en dat zou werkelijk in 's Lands belang zijn, het maar eens op ernstig conflict la ten aankomen, want telkens als wij haar verslag lezen, moeten wij tot de droeve conclusie komen, dat de ern stige wil bij het Rijk,om werkelijk geen cent meer uit te geven dan noo- dig is, niet bestaat, en zonder dezen ernstigen wil van den Minister tot den laag-sten ambtenaar blijven wij in het moeras der verkwisting, een toe stand te ondragelijker, omdat voor 't overgroote deel der bevolking de be lastingen veel te hoog zijn, waarvan werkloosheid het gevolg is. Een zeer ergerlijk staaltje van het spotten van het Rijk met de adviezen van de Rekenkamer is de post van 1560 per jaar voor het bewaren van rijwielen bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zeg nu niet lezer, wat beteekent zoo'n postje op eene begroo ting van zoovele honderden millioe- nen, want als men bezuinigen wil, moet het juist op de centen zijn, de dollars passen wel op zich zelven, zei Benjamin Franklin zoo terecht. 1560 per jaar voor het bewaren van rijwielen! Toen de Rekenkamer daar op terecht aanmerking maakte en aan den Minister vroeg of deze post niet voor vermindering vatbaar was, had dat als eenige succes dat het loon der bewaarders met 1 per week werd ver hoogd! Haagsch internationaal werk. Een artikel in het Haagsch Maand blad over wat in den Haag reeds ge daan wordt aan internationale werk, (het internationaal jaarboek Grotius, het Internationaal Intermediair Insti tuut) besluit prof. mr. C. van Vollen hoven met het volgende: Het voortwerken moet gebeuren zon der overhaasting, zonder overdrijving zonder nervositeit, zonder het aanvat ten van nieuwe dingen voordat de oude bezonken zijn. Maar het inhalen van een stilstand van bijna honderd jaar eischt nu eenmaal waak- en werk zaamheid. Den Haag mag- op ouden roem niet teeren, maar moet zich nieuwe verdiensten scheppen. Het jon ge tijdschrift der actief geworden ver- eeniging voor Volkenbond en Vrede schijnt door soortgelijke overtuiging te worden aangevuurd. Zou er geen plaats zijn voor Haag- sche regeeringspublicaties van buiten- landschen en internationalen aard? Vergelijking van wat de Angelsaksi sche landen jaarlijks blootleggen van hun buitenlandsch beleid (en hoe ze het doen) met wat Ned tri and daarvan blootlegt in oranje- en witboek bevre- FEUILLETON. Niets menschelijks vreemd Een episode uit cLe geschiedenis van de Christenen op het Sina'itisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 68 o— „Ik ben geen moordenaarl" jubel den duizend 'stemmen in Paulus' hart. „Ik draag b.ean naar zijn ouders in de oase", dac£it hij vervolgens „en dan naar bov'an, naar de broeders!" Daar weerklonk met nieuwe kracht de toon van den slag op het metalen bekken, en de stilte der heilige woes tijn "werd hier door het geluid van meöschelijke stemmen, daar door het geschetter van trompetten, elders door dof gejammer verstoord. Het was alsof een betoovering de stomme re teen had bezield en hun stemmen gegeven, als vlogen gernisch en to nen, gelijk wilde stortbeken, tegen alle kloven en holle wegen van den berg op. „Te laat!" prevelde de Anachoreet, „wanneer ik maar kon, maar wist.." „Heidaar, vrome Paulus", liet zich op eens, den besluiteloozen man in zijn overpeinzingen storende, een jui chende, schetterende vrouwenstem hooren,, die hoog uit de lucht scheen te komen. „Hermas leeft, Hernias is weder hier! Zie op naar de hoogte. digt den Nederlandèr maar half. Het laatste deel van Grotius somt het do zijn internationale arbitrages op, waar in Nederland na 1813 partij was (Gro tius, 1927, blz, 214218); een groot deel van het materiaal, daarop be trekkelijk, schijnt onuitgegeven, en moet toch wel het raadplegen waard zijn. Als een geschoolde kracht wierd losgelaten op het archief van Buiten- landsche Zaken, zou stellig een boek samen te stellen zijn met feitenmate riaal van beteekenis, hetwelk, goed ge ordend, evenzeer voor buitenstaanders van waarde zou wezen als voor het ministerie zelf, en onder meer zou kunnen toonen, hoe het volkenrecht in den loop van honderd jaar door Ne derland mede met het oog op Oost en West-Indië is gezien, bepleit en toegepast. In de rapporten, al verder, der commissie van advies voor vol kenrechtelijke vraagstukken (1920) van 1912 tot 1920 „commissie voor de derde vredesconferentie" geheeten moet allerlei schuilen, waarvan open baarmaking nut kan hebben, en slechts denkbeeldig bezwaar. Publici teit kweekt belangstelling. Als de Hagenaar mr. Huig de Groot advocaat-fiscaal van Holland, in Ja nuari 1608 aan zijn vriend in Heidel- berg schrijft over de op til zijnde komst van Spinola en al die verdere afgezanten, dan vloeit hem vanzelf uit de pen, hoe wij Nederlanders op een maal op de tong zijn gekomen van heel de wereld: cum iam Batavi toti mundo fabula facti simus. Den Haag is sinds 1899 op de tong gekomen van wie te maken heeft met internationaal recht. Het internationale centrum kap één stad op aarde niet meer worden (gelukkig maar); een internationaal centrum, en dan voor zaken van inter nationaal recht, hoopt 's-Gravenhage te blijven. Bevordering van het werk, dat zich om dit doel heen groepeert zou wel zeer vergemakkelijkt worden, als een kloek „fonds voor Haagsch internationaal werk" kon worden ge schapen, een soort Nederlandsch Car negie Endowment; het zou niet moei lijk vallen in Den Haag vijf mannen van naam en gezag te vinden, aan wie de vergeving van gelden uit zoo n fonds kon worden opgedragen met ver trouwen. Maarfonds of geen fonds, het werk moet worden gedaan; en wij moeten op het vinketouw zitten, van daag en morgen, voor wat aan zulk werk kan worden toegevoegd ten bate van den Nederlandschen en den Haag- schen naam. KERK EÏTSCHOOL. NED. HS3V. KERK. Beroepen, te Polsbroek: c.a., J. E. Klomp, te Oldebroek. Te Metsla- wier: J. R. Stratingh, te Hooge Bein- tum. GEREFORMEERDE KERKEN (Hersteld Verband). Beroepen, te Rotterdam: E. L. Smelik, te Tienhoven. CHR. GEREF. KERK. Bedankt, voor Haarlem (2de pred.pl.): J. L. de Vries, te Rijnsburg. CHR. EVANG. GEM. Beroepen, te Ierseke (toez.): J. v. Wijck, te Kortrijk (België). BEVESTIGING-, IBJTRE35E EU AFSGEEHD. Ds. H. van Elven hoopt Zondag 9 October afscheid te nemen van de Ned. Herv, Kerk te Ooster Nijkerk, cm 26 October d.a.v. te Moercapelle (Z.-H.) intrede te doen. Bevestiger is Ds. J. A. van Nie te Zetten. —Het afscheid van Ds. L. H. v. d. Meiden van de Chr. Geref. Kerk van Dordrecht is bepaald op Zondag 16 Oct. a.s. De bevestiging en intrede te 's-Gravenhage zal plaats hebben resp. op Dinsdag 25 Oct. en Donderdag 27 Oct. Als bevestiger zal optreden Ds. H. Janssen, leger- en vloot-predikant in algem. dienst. Het afscheid van Ds. P. Names, van de Geref. Kerk van Delfshaven heeft plaats Maandag 17 October, 's avonds 8 uur in het kerkgebouw Tide- manstraat. De bevestiging te 's-Gra- Daar wappert de vaan, hij waar schuwde de wachters. De Blemmyers zijn in aantocht, en hij heeft mij uit gezonden om u te zoeken. Gij moet in den toren komen aan de westzijde van den grooten weg. Spoedig! Dade lijk! Hoort gij wel? Hij heeft mij op gedragen het u te zeggen. Maar die man in uw schoot, dat is., dat is.." „Dat is", antwoordde Paulus, „Po- lycarpus, de zoon van uw meester, die doodziek is. Haast u naar bene den, in de oase, en zeg den senator, zeg vrouw Dorothea „Ik heb thans wel wat anders te doen", viel de herderin hem in de re de. „Hermas zendt mij naar Gelasius, Psoës en Doelas, om ze te roepen. Als ik beneden in de oase kwam, dan slo ten ze mij op, en lieten mij niet meer r.aar den berg terugkeeren. Wat is er toch met dien armen jongen ge beurd? Maar wat komt het er op aan! Heden is er wat anders voor u te doen dan over een gat in het hoofd van den zoon des senators te klagen. Naar boven, naar den toren zeg ik u! Laat hem liggen, of draag hem daar boven in uw nest, en geef hem uw liefje ter verpleging". „Duivelin!" riep Paulus, en greep naar een steen. „Laat hem liggen", schreeuwde Mir jam hem toe. „Wanneer gij niet doet wat Hermas bevolen heeft, verraad ik aan Phoebicius waar zij verborgen is. Thans ga ik de anderen roepen. Bij den toren zien wij elkander weder. En houdt u niet te lang op bij uwe blonde gezellin, gij vrome Paulus, gij heilige Paulus!" In gelach uitbarstende sprong zij alsof zij doGr de lucht gedragen werd, van rots op rots. De Alexandrijn oogde haar toornig na. Doch hij begreep dat haar raad toch niet slecht was. Hij nam den gewonde op zijn schou der en droeg hem haastig den berg op naar zijn hol. Eer hij dit bereiken kon hoorde hij voetstappen en een luiden kreet van smart. Weinige oogenblikken later stond Sirona aan zijn zijde en riep op hartstochtelijken toon: „Ja, hij is het! En zóó, zóó Maar hij moet leven, want ware hij dood, dan zou uw God der liefde zóó onverbiddelijk, zóó hard, zóó wreed zijn, dan zoudan zou Zij kon niet meer spreken, want tranen verstikten haar stem. Zonder op haar klagen te letten, ging Paulus haar haastig voor, trad het hol bin nen. legde den bewustelooze op haar legerstede neder, en zeide, toen Siro na zich op de knieën wierp en haar lippen op de slappe hand van den jon geling drukte, ernstig maar vriende lijk: „Wanneer gij ham waarlijk lief- hebt, houd dan op met klagen! Hij is hier aan het hoofd sedert gisteren zwaar gewond. Ik heb zijn wond ge- wasschen. Verbind gij haar thans zorgvuldig en koel haar gedurig af met frisch water. Gij weet de bron te vinden. Wanneer hij wat bijkomt, moet gij hem de voeten, wrijven, hem brood en eenige druppels Wijn geven. Dat alles zult gij benevens olie want gij zult ook licht noodig hebben in den kelinen kelder hiernaast vinden. „Ik moet nu naar de broeders en keer ik vóór morgen niet terug, laat dan aan de moeder van den armen jongeling over hem te verplegen. Zeg haar ook dat ik, Paülus, in toorn hem deze wonde heb toegebracht. Zij moge het mij vergeven, als zij kan, en ook Petrus. Vergeef ook gij, wat ik jegens u heb misdreven, en zoo ik val in den strijd, die ons wacht, wil dan bidden, dat de Heer niet te streng met mij in het gericht treedt, want mijn zonde zijn vele en groot." Op dit oogenblik drong de klank van een trompet tot in de diepte van het hol. Sirona verschrikte en riep: „Dat is de Romeinsche tuba; ik ken den toon. Phoebicius zal hier voorbij trekken!" „Hij doet zijn plicht", viel Paulus haar in de rede. „En thans nog dit ééne. Ik zag in den afgeloopen nacht aan uw hand een ring met een onyx". „Daar ligt hij", antwoordde Sirona, en wees naar het uiterste einde van de spelonk, „in het stof van den bo dem". „Laat hem daar liggen", zeide Pau lus, boog zich nogmaals over den kranke om zijn voorhoofd te kussen, hief zijn hand naar de Gallische op om haar te zegenen, en stormde naar buiten. NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Twee paden voerden van de oase over den berg naar zee. Beide liepen door diepe steenachtige kloven, waar van men de eene den ijlweg noemde, omdat de reiziger langs dit pad spoe diger zijn doel bereikte dan langs den beteren weg door de andere kloof, die ook voor lastdieren begaanbaar was. Ter halver hoogte van den berg komt de ijlweg uit op een effene vlak te, die aan de westzijde begrensd wordt door een hooge rotsmassa, met steil afloopende wanden. Op die rot sen stond een nit ruwe steenblokken opgetrokken toren, waarin de Anacho reten gewoon waren Zich terug te trekken, wanneer zij gevaar liepen overvallen te worden. De plaats van dit kasteel, zooals de boetelingen den toren met zekeren trots noemden, was goed gekozen, want van zijn top kon men niet slechts door de kloof van den ijlweg tot in de oase zien, maar het oog reikte tot aan de smalle met schelpen bezaaide woestijnstrook, die de westelijke helling der heilige hoog ten van het zeestrand scheidde, ja tot aan de blauwgroene golven der zee en de verwijderde heuvelketens van de Afrikaansche kust.' Wat ook den wachttoren naderde, hetzij van nabij, hetzij van verre, kon men van dezen plaats zien. CWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5