NIEUWE LEIDSCHE COURANT
venhage-Wést zal plaats hebben op
Zondagavond 30 October a.s. in de
Nieuwe Zuiderkerk. Als .bevestiger
zal optreden Dr. J:. Hoek, van 's-Gra-
venhage-Wést. Woensdagavond 2 Nov.
hoopt Ds.'Xomes in hetzelfde kerkge
bouw zijn intrede te doen.
Ds. E. V. J. Japchen, van Kochen-
gen, hoopt op Zondag 2 Oct. a.s. zijn
intrede te doen bij de Herv. Gem. te
Maartensdijk, na bevestigd te zijn door
Ds. H. Japchen, van Ede.
EVANGELISATIE.
Op het drietal voor Evangelist bij de
Herv. Evangelisatiete Stadskanaal
zijn uit een 40-tal sollicitanten ge
plaatst de heeren Togtema, van Vee-
lerveen; Tuinema, van Haulerwijk;
en Tarmninga, huisvader van het Mil.
Tehuis te Kampen
KERKBOUW.
B. en W. van Haarlem stellen den
Raad voor, aan de_ Geref. Kerk terrein
in huur te geven aan de Jacob Geel-
straat, hoek Busken Huètstraat, om
daar een houten hulpkerk te plaatsen.
GODSDIENSTONDERWIJS.
Benoemd tot Godsdienstonderwijzer
bij de Ned. Herv. Gem. te Lynden
(Haarlemmermeer) de heer P. v. d.
Berg, te Grijpskerk (Gr.).
AFWIJZEND BESCHIKT.
Op het verzoek van 27 lidmaten en
8 doopleden der Ned. Herv. Gemeente
te Andijk, aan kerkvoogden en nota
belen der Ned. Herv. Gemeente aldaar
om het kerkgebouw te Andijk (Oost)
te mogen gebruiken voor het houden
van godsdienstoefeningen onder lei
ding van rechtzinnige predikanten op
die Zondagen, waarop door den vrij
zinnigen prediktnt geen dienst wordt
gehouden is afwijzend beschikt.
OPEN BRIEF VAN Mr. P. G. KNIBBE
Mr. P. G. Ivnibbe, wiens bezwaar
schrift tegen de behandeling van zijn
brochure door de Asser Synode, door
de Groninger Synode voor kennisge
ving werd aangenomen, teekent nu
in een open brief daartegen protest
aan.
Naast het noemen van enkele ande
re bezwaren tegen dé werkwijze van
de beide Synodes, Kerken en Kerke
lijke pers, geeft de schrijver in een 7-
tal punten aan wat de Groninger Sy
node had moeten doen, maar naliet.
Ie. De Synode zoo zegt hij
heelt verzuimd regelen te stellen om
te waarborgen, dat aan den eisch, ook
in het Kerkrechtelijk rapport gesteld,
dat kerkelijke procedures in overeen
stemming moeten zijn met algemee-
ne rechtsbeginselen, recht werd ge
daan. Zooals de berechting thans ge
schiedt is deze een karikatuur van
een behoorlijke procedure. Een ker
kelijk vonnis zal toch in de allereer
ste plaats deugdelijk gemotiveerd
dienen te zijn, waarbij nauwkeurig
moet worden aangegeven, wat te la
ken is en waarom en tevens om welke
reden met eene „zachtere beslissing"
niet kan worden volstaan of een har
dere beslissing niet billijk zou zijn ge
weest.
2e. De Synode heeft verzuimd
scherp en zakelijk aan te geven, waar
om de „zachtere beslissing" niet kon
en mocht worden aanvaard. Deze
zachtere beslissing was, op de gron
den in het dogmatisch-exegetisch
rapport aangegeven, door de rappor
teurs aan de Commissie aangeboden.
Op grond van dit rapport en deze con
clusies zou zeer wel overeenstem
ming te Verkrijgen zijn geweest en
had de scheuring kunnen worden
voorkomen.
Nu is het rapport niet en zijn de
conclusies wel gewijzigd en wel in die
mate, dat van overeenstemming
geen sprake meer kon zijn. Waar deze
wijzigingen aangebracht werden zon
der nader rapport of nader praead-
vies en ook zónder wijzigingen in het
dogmatisch exegetisch rapport aan te
brengen, klopte het rapport niet meer
met de conclusies en is de Asser be
slissing, juist op het punt waar het
op aan kwam, nog nooit door de Sy
node behoorlijk gemotiveerd, iets
wat zij ook moeilijk kan, als zij al
thans niet met het rapport zelf in te
genspraak wil komen. (Zie daarom
trent verder mijn andere publicaties).
Hieruit is ook te verklaren waarom
het dogmatisch-exegetisch rapport
een zoo gansch anderen geest ademt
dan tegenwoordig de Synodaal gezin
de pers.
3e. Uit het mij gegeven antwoord
blijkt, dat de verklaring Dr. Geelker
ken is voorgelegd om een heel specia
le persoonlijke reden. Waarom heeft
de Synode niet telkens naar bevind
van zaken gehandeld? Waarom is, als
men met een predikant niet tot over
eenstemming kon komen, zijne niet
in hem te dragen meening niet scherp
aan het licht gebracht, aangevende de
reden waarom diens meening in onze
Kerken niet was te dulden?
Waarom is aan den een wel en aan
den ander niet de verklaring van Dr.
Geelkerken voorgelegd?
4e. Verdonkeremaand tot nog toe,
zoowel door de Synode als door de
Synodale pers, is de door Dr. v. Es op
geworpen kwestie of een predikant,
die werkelijk in gemoedë op bepaalde
gronden meende de zintuigelijke
waarneembaarheid niet te kunnen
aanvaarden, niet onder zekere voor
waarden te handhaven zou zijn. Dr.
van Es meende, dat zoo iemand nog
niet viel óhder het Asser-besluit. Ver
schillende predikanten zijn het in de
zen met Dr. van Es eens. Ik zou b.v.
wel eens aan Ds. Schilder willen vra
gen of hij ook niet daaronder behoort.
5e. Niet van belang schijnt te zijn 't
vraagstuk van de openbaarheid der
Synode en der belangrijkste Commis
sie-vergaderingen.
Gaat soms de Groninger Synode ook
hierbij er vanuit, dat, als zij niet ar
gumenteert, maar zonder meer haar
beslissingen geeft, zij zich ook niet
bloot geeft?
Pauselijke decreten zijn althans be
hoorlijk met waarborgen omringd,
b.v. steeds sterk gedocumenteerd; ook
dat geschiedt hier zelfs niet. Moest de
Synode van Dordt ook hierin slaafs
worden gevolgd dat niet alleen geen
openbaarheid wordt betracht, maar
dat niet eens behoorlijk notulen wor
den gemaakt?
6. Geen enkele regeling schijnt er te
worden getroffen om eene behoorlijke
behandeling van bezwaren te waar
borgen. De Synode vergadert maar
kort en legt daarom zonder motivee
ring het wederwoord ter zijde. Op de
ze wijze komen, vooral als de Syno
dale pers daaraan meehelpt, dringen
de bezwaren nooit tot hun recht.
7e. De Groninger Syn. heeft voorts
nog niets gedaan om het ontwrichten
de wantrouwen, hetwelk in onze Ker
ken spoedig hoogtij viert en zoo vele
en schoone actie op allerlei levens
terrein dreigt te ontredderen, denk
b.v. aan de V.U., weg te nemen. Zelfs
is er niets merkbaar van eene poging
om door officieel scherp de verschil
len te formuleeren do onzekerheid op
vele punten weg te nemen.
Tot slot zegt hij ,dat hij als vriend
en broeder en goed Calvinist deze
bezwaren kenbaar maakt.
ZENDINGSARBEID OP DE FILM.
Een film, welk een beeld van den
zendingsarbeid zal geven, nadert haar
voltooiing. Het negatief is uit Indië
ontvangen en wordt nu in de werk
plaatsen van de filmfabriek Polygoon
te Haarlem voor het gebruik in ge
reedheid gebracht.
GIFTEN EN LEGATEN.
'Wijlen mej. N. G. Sennema, wed. J.
A. de Bildt, te Nieuwebildtdijk (Fr.),
heeft aan de Gereformeerde Kerk te
St. Anna Parochie een making gedaan
ter waarde van pl.m. ƒ4000.
Voor de leening van de Laakka-
pel te 's-Gravenhage ontving het be
stuur een obligatie groot 500, ten ge
schenke.
UIT DE OMGEVING.
ALKEMADE.
.Vergadering van den gemeente
raad', oc Dinsdag 6 September, 1927,
des voormiddigs 3 uur.
Onderwerpen ter behandeling:
1. Belediging en installatie leden van
'den Raad.
2. Benoeming van twee wethouders.
3. Benoeming van een commissie tot
het nazien van de Rekening, en Begroo
ting.
4. Wijziging Algemeene Politieveror
dening dezer gemeente.
5. Wijziging Begrooting voor dea
(dienst 192^.
6. Reclames Schoolgeld en Hondenbe
lasting.
7. ingekomen stukken en mededea-
lingen.
BOSKOOP.
Vergadering yan den gemeente
raad, op .Dinsdag b September, 1927*
des avonds 7 uur.
Onderwerpen ter behandeling
1. Opening. Trekking van nummer
voor stemming en rondvi&ag.
2. Beëediging der tot hd yan den
Raad benoemden.
3. Voorstel van B. en W. om over te
gaan tot de benoeming van twee Weth.
4. Voorstel van B. en W. om over te
gaan tot de benoeming van leden der
Raadscommissie voor onderzoek vanbe-
grootingen en rekeningen.
5. Voorstel van B. en W. om over te
gaan tot de benoeming van twee gedie-
negeerden der gemeente in het bstuur
•der Coöperatieve Vereen. „De Boskoop-
sche Veiling".
6. Voorstel van B. en W. om over te
gaan tot de benoeming van gedelegeer
den der gemeente in de besturen van
Bouwverenigingen.
7. Vaststelling der notulen van de
openbare vergadering van i£ Aug. 132
8. Ingekomen stukken.
9. Mediedieielingen.
10. Advies van B. en W. op verzoe
ken van de Besturen der Bouwveileeni-
gingen 0111 medewerking te verleunen
voor den bouw van 60 arbeideil3Wonin-
gen.
11. Voorstel van B. en W. om' te be
sluiten tot den bouw van een nieuw Ge-
tneenfceuis.
12. Voorstel! van B. en W. om te ber
sluiten tot aanschaffing van een auto-
mobiel'br andspuit.
13. Advies van SB. en W. op een schrij
ven van heeren Ged. Staten, cetreffendé
iregeling der jaarwedden van Burge
meesters. Secretarissen pn Ontvangers
van de gemeenten met 15000 en minder
inwoners.
14. Aanbieding door B. en W. ter
vcorlccpige vaststelling van de reke
ning van inkomsten en uitgaven over
1926 van de gemeente, met daarbij be-
hoorende bescheiden.
15. Aanbieding door B. en W. van de
ontwerp-begrooting met de daarbij be-
hoorende memorie van toelichting en
verdere bescheiden voor den dienst '28.
16. Aanbieding door B. en W- van de
ontwerp-begrootingen voor den dienst
1928 van het Efeclriciteitsbedrijf. de
Gasfabriek en ds Bronwaterleiding.
17. Aanbieding door B. en W. van
de begrooting van ontvangsten en uit
gaven van het Burgerlijk Arfenbestuur
voor het dienstjaar 1928.
18. Voorstel' van B. en W. om te
besluiten tot handhaving van de wijzi
ging der Verordening op de heffinig van
schoolgeld voor het gewoon lager- en
voor net uitgebreid lager onderwijs,
vastgesteld bij raadsbesluit van 23 Aug.
1926.
19. Voorstel van B. en W'. om te be
sluiten tot onbewoonbaarverklaring van
do woningen, plaatselijk gemerkt Ham
Nos. 4- 5 6.
20. Rondvraag.
21. Stuiting.
HAZER3WQUDE.
Vergadering van den gemeente
raad op Dinsdag, 6 September, des
voormidldags 10.30 uur. I
Ondeiwverpen ter behandeling:
1. Beëediging nieuw-benoemde le
den van 'den Raa'd. j
2. Ingekomen stukken.
3. Vmkiezin^ wethouders. 1
4. Rapport Commissie tot onderzoek
van de rekeningen der gemeentewei*
van het waterleidingbedrijf, dienst '26.
5. Voorloopige vaststelling yan ge
noemde rekeningen.
6. Wijziging begrooting, dienst '27;
7. Rondvraag.
KATWIJK.
Vergadering .yan den gemeente
raad, op Dinsdag 6 September, 1921
des voormiddags 10.10 uur.
Onderwerpen ter behandeling: I
1. Beëediging Raadsleden.
2. Benoeming van twee Wethouders.
3. Mededeeling van ingek. stukken.
4. Benoeming van twee leden in de
Commissie voor de Bedrijven.
5. Idem van Fabricage.
van
MAANDAG 5 SEPT. 1927
TWEEDE BLAD.
WflT DE SLABEK ZEGGEH.
Rekenkamei'-toezicht.
Het Vaderland plukt o.m. de vol
gende staaltjes uit het verslag der Re
kenkamer:
'Wij nemen een ander geval uit het
Verslag. Er is geen koopman, die niet
weet, en ook aan vele niet-kooplieden
is deze zaak niet onbekend, dat men
voord eeliger koopt, naarmate men
grooter hoeveelheid inslaat. Het Rijk
wist dat niet. Voor aardappelen, ge
bruikt aan stichtingen onderhoorig
aan het Departement van Justitie, wer
den hooger prijzen betaald, dan in de
zelfde plaats nog wel voor de aardap
pelen, die aan het garnizoen werden
geleverd. Het toppunt hierbij was, dat
die verschillende prijsberekening maar
al te "vaak van denzelfden leverancier
kwam. Toen moest waarlijk het Rijk
van de Rekenkamer leeren dat het
voo'rdeeliger was die aardappelen voor
de gestichten en cle garnizoenen in de-
ze'lfde plaatsen in één koop te nemen,
e?n zoowaar die raad is door bet Rijk
opgevolgd. Wij leggen hier den na-
'druk op, omdat wie net Verslag van
de Rekenkamer leest den hoogst on-
aangenamen indruk krijgt, dat het
Rijk die Rekenkamer eene zeer lastige
instelling vindt, wier adviezen het
liefst niet opvolgt. En de Rekenkamer
berust ons te veel; zij moest, en dat
zou werkelijk in 's Lands belang zijn,
het maar eens op ernstig conflict la
ten aankomen, want telkens als wij
haar verslag lezen, moeten wij tot de
droeve conclusie komen, dat de ern
stige wil bij het Rijk,om werkelijk
geen cent meer uit te geven dan noo-
dig is, niet bestaat, en zonder dezen
ernstigen wil van den Minister tot
den laag-sten ambtenaar blijven wij in
het moeras der verkwisting, een toe
stand te ondragelijker, omdat voor 't
overgroote deel der bevolking de be
lastingen veel te hoog zijn, waarvan
werkloosheid het gevolg is.
Een zeer ergerlijk staaltje van het
spotten van het Rijk met de adviezen
van de Rekenkamer is de post van
1560 per jaar voor het bewaren van
rijwielen bij het Centraal Bureau voor
de Statistiek. Zeg nu niet lezer, wat
beteekent zoo'n postje op eene begroo
ting van zoovele honderden millioe-
nen, want als men bezuinigen wil,
moet het juist op de centen zijn, de
dollars passen wel op zich zelven, zei
Benjamin Franklin zoo terecht.
1560 per jaar voor het bewaren van
rijwielen! Toen de Rekenkamer daar
op terecht aanmerking maakte en aan
den Minister vroeg of deze post niet
voor vermindering vatbaar was, had
dat als eenige succes dat het loon der
bewaarders met 1 per week werd ver
hoogd!
Haagsch internationaal werk.
Een artikel in het Haagsch Maand
blad over wat in den Haag reeds ge
daan wordt aan internationale werk,
(het internationaal jaarboek Grotius,
het Internationaal Intermediair Insti
tuut) besluit prof. mr. C. van Vollen
hoven met het volgende:
Het voortwerken moet gebeuren zon
der overhaasting, zonder overdrijving
zonder nervositeit, zonder het aanvat
ten van nieuwe dingen voordat de
oude bezonken zijn. Maar het inhalen
van een stilstand van bijna honderd
jaar eischt nu eenmaal waak- en werk
zaamheid. Den Haag mag- op ouden
roem niet teeren, maar moet zich
nieuwe verdiensten scheppen. Het jon
ge tijdschrift der actief geworden ver-
eeniging voor Volkenbond en Vrede
schijnt door soortgelijke overtuiging
te worden aangevuurd.
Zou er geen plaats zijn voor Haag-
sche regeeringspublicaties van buiten-
landschen en internationalen aard?
Vergelijking van wat de Angelsaksi
sche landen jaarlijks blootleggen van
hun buitenlandsch beleid (en hoe ze
het doen) met wat Ned tri and daarvan
blootlegt in oranje- en witboek bevre-
FEUILLETON.
Niets menschelijks vreemd
Een episode uit cLe geschiedenis van
de Christenen op het Sina'itisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
68 o—
„Ik ben geen moordenaarl" jubel
den duizend 'stemmen in Paulus' hart.
„Ik draag b.ean naar zijn ouders in de
oase", dac£it hij vervolgens „en dan
naar bov'an, naar de broeders!"
Daar weerklonk met nieuwe kracht
de toon van den slag op het metalen
bekken, en de stilte der heilige woes
tijn "werd hier door het geluid van
meöschelijke stemmen, daar door het
geschetter van trompetten, elders
door dof gejammer verstoord. Het
was alsof een betoovering de stomme
re teen had bezield en hun stemmen
gegeven, als vlogen gernisch en to
nen, gelijk wilde stortbeken, tegen
alle kloven en holle wegen van den
berg op.
„Te laat!" prevelde de Anachoreet,
„wanneer ik maar kon, maar wist.."
„Heidaar, vrome Paulus", liet zich
op eens, den besluiteloozen man in
zijn overpeinzingen storende, een jui
chende, schetterende vrouwenstem
hooren,, die hoog uit de lucht scheen
te komen. „Hermas leeft, Hernias is
weder hier! Zie op naar de hoogte.
digt den Nederlandèr maar half. Het
laatste deel van Grotius somt het do
zijn internationale arbitrages op, waar
in Nederland na 1813 partij was (Gro
tius, 1927, blz, 214218); een groot
deel van het materiaal, daarop be
trekkelijk, schijnt onuitgegeven, en
moet toch wel het raadplegen waard
zijn. Als een geschoolde kracht wierd
losgelaten op het archief van Buiten-
landsche Zaken, zou stellig een boek
samen te stellen zijn met feitenmate
riaal van beteekenis, hetwelk, goed ge
ordend, evenzeer voor buitenstaanders
van waarde zou wezen als voor het
ministerie zelf, en onder meer zou
kunnen toonen, hoe het volkenrecht in
den loop van honderd jaar door Ne
derland mede met het oog op Oost
en West-Indië is gezien, bepleit en
toegepast. In de rapporten, al verder,
der commissie van advies voor vol
kenrechtelijke vraagstukken (1920)
van 1912 tot 1920 „commissie voor de
derde vredesconferentie" geheeten
moet allerlei schuilen, waarvan open
baarmaking nut kan hebben, en
slechts denkbeeldig bezwaar. Publici
teit kweekt belangstelling.
Als de Hagenaar mr. Huig de Groot
advocaat-fiscaal van Holland, in Ja
nuari 1608 aan zijn vriend in Heidel-
berg schrijft over de op til zijnde
komst van Spinola en al die verdere
afgezanten, dan vloeit hem vanzelf uit
de pen, hoe wij Nederlanders op een
maal op de tong zijn gekomen van
heel de wereld: cum iam Batavi toti
mundo fabula facti simus. Den Haag
is sinds 1899 op de tong gekomen van
wie te maken heeft met internationaal
recht. Het internationale centrum kap
één stad op aarde niet meer worden
(gelukkig maar); een internationaal
centrum, en dan voor zaken van inter
nationaal recht, hoopt 's-Gravenhage
te blijven. Bevordering van het werk,
dat zich om dit doel heen groepeert
zou wel zeer vergemakkelijkt worden,
als een kloek „fonds voor Haagsch
internationaal werk" kon worden ge
schapen, een soort Nederlandsch Car
negie Endowment; het zou niet moei
lijk vallen in Den Haag vijf mannen
van naam en gezag te vinden, aan wie
de vergeving van gelden uit zoo n
fonds kon worden opgedragen met ver
trouwen. Maarfonds of geen fonds,
het werk moet worden gedaan; en wij
moeten op het vinketouw zitten, van
daag en morgen, voor wat aan zulk
werk kan worden toegevoegd ten bate
van den Nederlandschen en den Haag-
schen naam.
KERK EÏTSCHOOL.
NED. HS3V. KERK.
Beroepen, te Polsbroek: c.a., J.
E. Klomp, te Oldebroek. Te Metsla-
wier: J. R. Stratingh, te Hooge Bein-
tum.
GEREFORMEERDE KERKEN
(Hersteld Verband).
Beroepen, te Rotterdam: E. L.
Smelik, te Tienhoven.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt, voor Haarlem (2de
pred.pl.): J. L. de Vries, te Rijnsburg.
CHR. EVANG. GEM.
Beroepen, te Ierseke (toez.): J.
v. Wijck, te Kortrijk (België).
BEVESTIGING-, IBJTRE35E EU
AFSGEEHD.
Ds. H. van Elven hoopt Zondag 9
October afscheid te nemen van de
Ned. Herv, Kerk te Ooster Nijkerk,
cm 26 October d.a.v. te Moercapelle
(Z.-H.) intrede te doen. Bevestiger is
Ds. J. A. van Nie te Zetten.
—Het afscheid van Ds. L. H. v. d.
Meiden van de Chr. Geref. Kerk van
Dordrecht is bepaald op Zondag 16
Oct. a.s. De bevestiging en intrede te
's-Gravenhage zal plaats hebben resp.
op Dinsdag 25 Oct. en Donderdag 27
Oct. Als bevestiger zal optreden Ds.
H. Janssen, leger- en vloot-predikant
in algem. dienst.
Het afscheid van Ds. P. Names,
van de Geref. Kerk van Delfshaven
heeft plaats Maandag 17 October, 's
avonds 8 uur in het kerkgebouw Tide-
manstraat. De bevestiging te 's-Gra-
Daar wappert de vaan, hij waar
schuwde de wachters. De Blemmyers
zijn in aantocht, en hij heeft mij uit
gezonden om u te zoeken. Gij moet in
den toren komen aan de westzijde
van den grooten weg. Spoedig! Dade
lijk! Hoort gij wel? Hij heeft mij op
gedragen het u te zeggen. Maar die
man in uw schoot, dat is., dat is.."
„Dat is", antwoordde Paulus, „Po-
lycarpus, de zoon van uw meester,
die doodziek is. Haast u naar bene
den, in de oase, en zeg den senator,
zeg vrouw Dorothea
„Ik heb thans wel wat anders te
doen", viel de herderin hem in de re
de. „Hermas zendt mij naar Gelasius,
Psoës en Doelas, om ze te roepen. Als
ik beneden in de oase kwam, dan slo
ten ze mij op, en lieten mij niet meer
r.aar den berg terugkeeren. Wat is
er toch met dien armen jongen ge
beurd? Maar wat komt het er op aan!
Heden is er wat anders voor u te doen
dan over een gat in het hoofd van den
zoon des senators te klagen. Naar
boven, naar den toren zeg ik u! Laat
hem liggen, of draag hem daar boven
in uw nest, en geef hem uw liefje ter
verpleging".
„Duivelin!" riep Paulus, en greep
naar een steen.
„Laat hem liggen", schreeuwde Mir
jam hem toe. „Wanneer gij niet doet
wat Hermas bevolen heeft, verraad ik
aan Phoebicius waar zij verborgen is.
Thans ga ik de anderen roepen. Bij
den toren zien wij elkander weder.
En houdt u niet te lang op bij uwe
blonde gezellin, gij vrome Paulus, gij
heilige Paulus!"
In gelach uitbarstende sprong zij
alsof zij doGr de lucht gedragen werd,
van rots op rots. De Alexandrijn oogde
haar toornig na. Doch hij begreep
dat haar raad toch niet slecht was.
Hij nam den gewonde op zijn schou
der en droeg hem haastig den berg op
naar zijn hol.
Eer hij dit bereiken kon hoorde hij
voetstappen en een luiden kreet van
smart. Weinige oogenblikken later
stond Sirona aan zijn zijde en riep op
hartstochtelijken toon: „Ja, hij is het!
En zóó, zóó Maar hij moet leven, want
ware hij dood, dan zou uw God der
liefde zóó onverbiddelijk, zóó hard,
zóó wreed zijn, dan zoudan zou
Zij kon niet meer spreken, want
tranen verstikten haar stem. Zonder
op haar klagen te letten, ging Paulus
haar haastig voor, trad het hol bin
nen. legde den bewustelooze op haar
legerstede neder, en zeide, toen Siro
na zich op de knieën wierp en haar
lippen op de slappe hand van den jon
geling drukte, ernstig maar vriende
lijk: „Wanneer gij ham waarlijk lief-
hebt, houd dan op met klagen! Hij is
hier aan het hoofd sedert gisteren
zwaar gewond. Ik heb zijn wond ge-
wasschen. Verbind gij haar thans
zorgvuldig en koel haar gedurig af
met frisch water. Gij weet de bron te
vinden. Wanneer hij wat bijkomt,
moet gij hem de voeten, wrijven, hem
brood en eenige druppels Wijn geven.
Dat alles zult gij benevens olie
want gij zult ook licht noodig hebben
in den kelinen kelder hiernaast
vinden.
„Ik moet nu naar de broeders en
keer ik vóór morgen niet terug, laat
dan aan de moeder van den armen
jongeling over hem te verplegen. Zeg
haar ook dat ik, Paülus, in toorn hem
deze wonde heb toegebracht. Zij moge
het mij vergeven, als zij kan, en ook
Petrus. Vergeef ook gij, wat ik jegens
u heb misdreven, en zoo ik val in den
strijd, die ons wacht, wil dan bidden,
dat de Heer niet te streng met mij in
het gericht treedt, want mijn zonde
zijn vele en groot."
Op dit oogenblik drong de klank
van een trompet tot in de diepte van
het hol. Sirona verschrikte en riep:
„Dat is de Romeinsche tuba; ik ken
den toon. Phoebicius zal hier voorbij
trekken!"
„Hij doet zijn plicht", viel Paulus
haar in de rede. „En thans nog dit
ééne. Ik zag in den afgeloopen nacht
aan uw hand een ring met een onyx".
„Daar ligt hij", antwoordde Sirona,
en wees naar het uiterste einde van
de spelonk, „in het stof van den bo
dem".
„Laat hem daar liggen", zeide Pau
lus, boog zich nogmaals over den
kranke om zijn voorhoofd te kussen,
hief zijn hand naar de Gallische op
om haar te zegenen, en stormde naar
buiten.
NEGENTIENDE HOOFDSTUK.
Twee paden voerden van de oase
over den berg naar zee. Beide liepen
door diepe steenachtige kloven, waar
van men de eene den ijlweg noemde,
omdat de reiziger langs dit pad spoe
diger zijn doel bereikte dan langs den
beteren weg door de andere kloof, die
ook voor lastdieren begaanbaar was.
Ter halver hoogte van den berg
komt de ijlweg uit op een effene vlak
te, die aan de westzijde begrensd
wordt door een hooge rotsmassa, met
steil afloopende wanden. Op die rot
sen stond een nit ruwe steenblokken
opgetrokken toren, waarin de Anacho
reten gewoon waren Zich terug te
trekken, wanneer zij gevaar liepen
overvallen te worden. De plaats van
dit kasteel, zooals de boetelingen den
toren met zekeren trots noemden, was
goed gekozen, want van zijn top kon
men niet slechts door de kloof van
den ijlweg tot in de oase zien, maar
het oog reikte tot aan de smalle met
schelpen bezaaide woestijnstrook, die
de westelijke helling der heilige hoog
ten van het zeestrand scheidde, ja tot
aan de blauwgroene golven der zee
en de verwijderde heuvelketens van
de Afrikaansche kust.' Wat ook den
wachttoren naderde, hetzij van nabij,
hetzij van verre, kon men van dezen
plaats zien.
CWordt vervolgd).