NIEUWE LEIUSCNE COURANT
Wflï DE BLADEN ZEGGEN.
Niets menscheiijks vreemd
van
WOENSDAG 24 AUG. 1927
TWEEDE BLAD.
Overproductie van intellect.
Wij leven weer midden in de perio
de, dat „de eene helft van ons goede
landje bezig is de andere helft te exa-
mineeren". schrijft onze „Maas- en
Scheldebode".
En jaarlijkt neemt dat getal nog toe.
Waar het met al die geleerde men-
schen heen moet is onbekend.
De werkloosheid onder dé aktenbe-
zitters neemt onrustbarend toe.
Bonden van leeraren en van onder
wijzers waarschuwen de ouders hun
kinderen toch vooral niet voor dit of
dat wetenschappelijk vak op te leiden,
want straks staan die kinderen met
een hoofd vol met kennis, maar met
ledige handen.
Toch blijkt een groot gedeelte van
ons volk dit gevaarr nog niet in te zien.
Vele ouders zijn er die voor hun kin
deren niet minder eischen dan een H.
B.S.-opleiding. Soms komen die kin
deren met groote moeite door .de stu
die heen, soms blijven het brekebee-
nèn, soms knakt het hun gezondheid,
maar in vele gevallen staan ze straks
zonder positie, want het aanbod over
treft verre de vraag.
En wat dan?
Die kinderen zijn opgeleid voor
hoofdarbeid. Handenarbeid kunnen ze
in vele gevallen niet verrichten, of ze
schamen zich er voor.
't Is te hopen, dait we spoedig eens
van die manie geneden en gaan begrij
pen, dat ook het handwerkvak een
Goddelijk beroep is, waarin de mensch
gelukkig kan zijn.
Ouders denkt aan het geluk van uw
kinderen!
KERK EN SCHOOL.
WED. EEK?. USEE.
Beroepen: Te Garmerwolde, L.
de Baan te Drachtscei'-Compagnie. Te
Godlinze (toez.), J. Eilqema te Witmar-
sum.
Aangenomen: Naar Jorwerl
(Fr.): W. P. Stratingh te Noordbroek
(Gr.). Naar YVinuervank, J. N. v. Dru-
ten te Noord wol de (Fr.)i Naar Wage-
ningen, C. Kijne te Woub.rugge.
Bedankt: Voor Puttershoek, J. J.
y. d. Pol te Oud-Alblas.
GERF.F. KEREF^J.
B e da nkt: Voor Bussum (2e precl.
plaats), C. Bouma, te Zwolle. Voor
Heinenoord en voor Hoek van Holland
D. Br emmer, te Bruinisse—Oosterland
Vó'ör'Klurtdért, A. J. Bouma, te Wans-
werd c.a.
CHR. GEREF. KSRE'.
Tweetal: Te Zierikzee. PI. Hoo-
gendoorn te Bunschoten en P. de Smit
te Boskoop.
Beroepen: Te Steenwijk, L. H.
Beekamp, te Harlingen.
GEREF. GEM.
Bedankt: Voor Utrecht, M. Hof
man te Krabbendijke.
BEVESTIGING, INTREDE E*J
AFSCHSÏB.
Zondag nam Ds. A. H. J. G. van
Voorthuizen afscheid van de gemeen
te te Nijkerk (Veluwe). Hij bepaalde
zijn gehoor bij het laatste woord van
Hand. 15 29. Achtereenvolgens stond
bij stil bij: le een heilbede voor het
welvaren naar het tijdelijke en ver
gankelijke; en 2o. een heilbede voor
het welvaren naar het geestelijke en
eeuwig blijvende.
Aan het einde der godsdienstoefe
ning werden de gebruikelijke toespra-
gen gehouden en werd den scheiden
den leeraar toegezongen Psalm 121 4
Zondagavond nam Ds. W. Steu
nenberg afscheid van de Gerei. Kerk
te Heerenveen, wegens vertrek naar
Katendrecht. met een predikatie naar
FEUILLETON.
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaai- 300.
58. o—
Paulus had van de plaats der boe
telingen dikwijls den senator en de
zijnen op hunne plaatsen in de kerk
dicht bij het altaar zien zitten, en her
kende tot zijn verbazing in den stout-
moedigen springer, die met ver
warde haren en vonkelende oogen als
een razende op hem losstormde, Po-
lycarpus, den tweeden zoon van Pe
trus. Het kostte den Anachoreet veel
moeite om zijn kalmte en tegenwoor
digheid van geest te bewaren, want
sedert hij wist, dat Sirona ten on
rechte door hem met een zware
schuld was beladen, toen hij zichzel-
ven tegen de waarheid an, hare mede
schuldige had genoemd, gevoelde hij
een angst, die al toenemende over
ging in bittere smart, en terw,ijl het
loodzwaar op zijn hersenen drukte,
was hij niet in staat snel te denken.
Hij stamelde derhalve in het eerst
slechts onverstaanbare woorden.
Maar het was zijn tegenpartij vree-
selijke ernst met zijn vraag, want
met een verbolgen hevigheid greep
hij den Anachoreet aan den kraag
van het grove monnikskleed en hij
schreeuwde met heesche stem: Waar
hebt gij het dier gevonden? Waar is
aanleiding van Colossensen 3 11, laat
ste gedeelte: Maar Christus is alles en
in allen. Na de predikatie vertolkte
ouderling B. Looyenga de gevoelens
van de gemeente en verzocht den
scheidenden leeraar toe te zingen Ps.
121 4.
Ds. W. Steunenberg hoopt Maan
dag 29 Augustus a.s. intrede te doen'
bij de Geref. Kerk te Katendrecht.
Ds. J. de Jong, te Losdorp, hoopt
Zondag, den 9 Oct. 1927 afscheid te ne-,
men van de Herv. Gemeente te Los
dorp en Zondag den 16 Oct. 1927 zijn
intrede te doen te Vrouwenparochie
na bevestigd te zijn door Ds. J. P.
Snoep van St. Anna Parochie.
GEN. SYNODE DER GEREF.
KERKEN.
De zitting van gisteren.
Dinsdagmorgen 9 uur werd de vier
de zitting geopend, nadat gefongen
gen waren de verzen 3 en 4 van den
Morgenzang, gelezen was Efeze 3 14
21 en de praeses. Dr. K. Dijk, was
voorgegaan in gebed.
Appèl nominaal werd gehouden,
waarbij bleek, dat Prof. F. W. Gros
heide, van Amsterdam, voor het eerst
aa.nwezig was,*terwijl Ds. K. Fern-
hout, van Vreeland, was vervangen
door zijn secundus, Ds. W. Verhoef,
van Zeist, ouderling E. J. Bakker,
van Santpoort door ouderling K. Wa
genaar, van Heer-Hugowaard en
ouderling W. H. van Helden, van
Nieuwendijk, dor ouderling G. C. de
Jong van Almkerk.
Op verzoek van den praeses betui
gen Prof. F .W. Grosheide en Ds. W.
Verhoef en de ouderlingen K. Wage
naar en G. C. de Jong, voor het eerst
ter Synode aanwezig, door opstaan
instemming met de belijdenisschrif
ten der Geref. Kerken.
De Voorzitter heet Prof. Grosheide
hartelijk welkom en spreekt de *hoop
uit, dat zijn adviezen mogen strekken
tot heil der Kerken.
De acta worden gelezen en goedge
keurd.
De assessor doet mededeeling van
ingekomen stukken, o.a. van een be
zwaarschrift van de broeders van M.
en O., van brieven van den kerkeraad
der Geref. Kerken van Bodegraven en
Vehlo, houdende sympathiebetuiging
met het voorstel van de Kerk van
Leiden inzake het promotierecht; van
een schrijven van Dr. U. over het
proees-Ds. Vermaat; van een schrij
ven van Mej. C. J. ver het voorstel-
uitbreiding Gezangen en van een
dankschrijven van Rev. H. Hagan.
Rapporten.
Bs. T. Gerber, van Assen, rappor
teert namens Commissie II over een*
schrijven van den Kerkeraad van Pae-
sens, waarin advies gevraagd wordt
in een echtscheidingskwestie. De con
clusie van het rapport luidt: Uw com
missie stelt aan uw vergadering voor
aldus te besluiten en daarvan bericht
te zenden aan den Kerkeraad der
Geref. Kerk van Paesens c.s.: De Sy
node, overwegende dat juist inzake
de vraag of kwaadwillige verlating
een Schriftuurlijke grond van echt
scheiding is, nog geen beslissing door
de Kerken werd genomen, besluit dat
het haar tot haar leedwezen niet mo
gelijk is van advies te dienen.
Aldus besloten.
Ds. T. Gerber rapporteert namens
dezelfde commissie over het bezwaar
schrift van de broeders J. P. de Gaay
Fortman e.a. De conclusies van het
rapport luiden:
Uw Commissie stelt aan Uw verga
dering voor, aan Dr. J. P. de Gaay
Fortman en de andere onderteekena
ren, voorzoover zij lid zijn van een on
zer Geref. Kerken, te antwoorden, dat
de Synode:
a. met blijdschap kennis nam van
de waardeering, waarvan de broe
ders in hun schrijven kennis geven;
b. doch haar leedwezen erover uit
spreekt, dat zij nog steeds slechts van
een exegetisch en niet van een con
fessioneel verschil spreken, en
c. derhalve op dit schrijven niet na
der kan ingegaan en hen verwijst
naar de van Assen uitgegane stukken.
Aldus besloten.
Dr. W. A. van Es, van Leeuwarden,
rapporteert namens Commissie II
over het rapport van de Deputaten
voor de oefening van het verband tus-
sche/i de Geref. Kerken in Nederland
het?
Opeens brak hij af en liet den A-
lexandrijn los, nam hem op met zijn
oogen en vroeg hem zacht en lang
zaam: „Zou het mogelijk zijn? Zijt
gij Paulus uit Alexandrië?"
De Anachoreet knikte toestem
mend.
Polycarpus barstte uit in een smar
telijk gelach, sloeg zich- met de rech
terhand voor liet voorhoofd en riep
cp een toon van den diepsten af
schuw: „Alzoo is het tocht waar! En
voor zulk een afzichtelijken aap! Ik
wil het maar niet gelooven, dat zij u
ook slechts een hand heeft gegeven,
want uw aanblik alleen verontreinigt
reeds".
Paulus' hart klopte als met hamer
slagen tegen zijn borst en het gonsde
en suisde hem in de ooren.
Toen Polycarpus opnieuw de hand
naar hem uitstrekte, nam hij onwil
lekeurig de houding aan van een ath-
leet, die bij het worstelen met uitge
strekte armen naar een goeden greep
greep zocht, en zeide op doffen, diep-
verontwaardigden toon: „Ga terug,
anders geschiedt hier iets, wat voor
uw beenderen wel eens niet goed kon
zijn".
Hij, die daar zoo sprak was Paulus
en toch niet Paulus; het was Menan-
der, de roem van het worstelperk, die
geen enkel woord van zijn metgezel
len, dat liem niet behaagde in alle op
zichten, onopgemerkt liet voorbij
gaan.
En toch had hij gisteren in de oase
en de Theol. Faculteit der V. U., welk
rapport eerst wordt voorgelezen door
den rapporteur, Ds. W. II. Gispen,
van Scheveningen. De conclusies van
het rapport van Commissie II luiden:
De Synode besluit:
le. de deputaten dank te zeggen
voor hun gewichtigen arbeid en hen
te déchargeeren niet het oog op hun
financieel, beheer.
2e. voor fle komende periode van 3
jaar aan dit deputeatsohap een.cre-
diet-van ten hoogste f 800 toe te staan.
De conclusies worden na eenige be
spreking goedgekeurd.
De Voorzitter spreekt een woord
van hartelijken dank tot Deputaten
en deelt-daarbij mede dat de voorzit
ter van Deputaten Ds. J. D„ v. d. Mun-
nik ontheffing uit zijn functie heeft
verzocht wegens zijn ouderdom. De
Voorzitter brengt hem een bijzonder
woord van dank. Eveneens heeft Dr.
J. Hania ontheffing van zijn functie
al« deputaat verzocht. Ook hem
wordt dank gebracht voor zijn arbeid.
Dr. H. Kaajan van Utrecht brengt
namens Commissie II rapport uit over
het bezwaarschrift, van de Part. Sy
node der Oud-Geref. Kerken in' de
Graafschap Bentheim en Oost-Fries
land tegen een uitspraak der classis
Deventer.
Het rapport der Commissie luidt:
In handen uwer commissie werd ge
steld een missive van de algemeene
classis der Oud-Geref. Kerken in de
Graafschap Bentheim en Oost-Fries
land, bchpl7er.de een bezwaar tegen
een uitspraak ner classis Deventer,
vergaderd 7 April 1927 te Almelo.
Aangezien het uwe commissie, na in
gesteld onderzoek, is gebleken, dat
deze klacht van de algemeene clas
sis enz. op een mindere vergadering,
in casu op de Part. Synode van Over-
ijsel, niet gediend heeft, adviseert uw
commissie, dat de Gen. Synode den
Kerken in Bentheim en Oost-Fries
land aanrade, zich met de Part. Sy
node van Overijssel over het bewaar
te verstaan en zij de Part. Synode van
Overijssel aanbevele, met de Kerken
van Bentheim en Oost-Friesland, in
algemeene classis vergaderd, dore
zaak, indien eenigszins mogelijk, tot
een goed einde te brengen.
Het rapport werd goedgekeurd.
Ouderling Sjaardema, van Bun
schoten, rapporteert namens de be
trokken commissie over het rapport
deputaten ter uitvoering art. 11 K. O.,
ni'.dat Ds. H .Meijering, van Katwijk,
het rapport heeft voorgelezen. De con
clusies van het rapport der Commis
sie luiden aldus-
Uw Commissie adviseert: le. den
leputaten hartelijk dank te zeggen
voor den velen arbeid in dezen ver
dicht en den penningmeester van zijn
beheer te déchargeeren; 2e. de staat
van ontvangsten en uitgaven der kas
als bijlage op tc nemen in de acta.
Na bespreking wordt aldus beslo
ten, nadat vastgesteld was om de con
clusie 3 en 4 van dit rapport te be
handelen wanneer hét rapport der
verstrooiden in behandeling komt.
Ds. H. Meijering, van Katwijk, rap
porteert over verzoeken van een twee-
tai o of e harén om ondersteuning te
mogen ontvangen uit de Generale
Kas voor hulpbehoevende Kerken.
De conclusies strekken tot voldoe
ning aan dit verzoek. Aldus besloten.
De Synode gaat in comité-Centraal.
Daarna wordt gepauzeerd tot 1 uur.
BINNENLAND.
DS KONINGIN IN NOORWEGEN.
De directeur der Noorsche Reisver-
eeniging, de heer Lampe, die Konin
gin Wilhelmina en Prinses Juliana op
hun reis in het Noorsche bergland be
geleid heeft, heeft aan „Aftenposten"
te Oslo o.a. medegedeeld:
Het verblijf in Fefor werd niet door
het allerbeste weer begunstigd, maar
Koningin en Prinses beviel het ver
blijf toch zeer goed. Ze hadden een
huis voor zich alleen met hun eigen
keuken. Dagelijks maakte men een
wandelrit of een wandeltocht naar de
verschillende uitzichtpunten in de na
bijheid. Gegeten werd onder den vrij
en hemel en deze kleine tochtjes be
vielen den vorstelijken personen zeer
goed. De Koningin is een zeer goede
liefhebster-schilderes en in Fefor schil
derde ze het uitzicht van haar hui3
of maakte schetsen.
De Koningin toonde nauwkeurige
kennis van de Noorsche bergwereld.
Toen de heer Lampe voorstelde een
betrekkelijk makkelijker en korter
weg naar Bygclin te nemen, antwoord
de zij, dat 'die om het Sogngebergte
veel interessanter was. Dat had ze zelf
uitgezo.cht.
Er werd per auto gereisd van Fefor
naar Borshem in het Bogoerdal. De
Koningin bevielen zeer cle oude hui
zen der berghoeven en ze merkte op,
dat deze huizen zeer goed aan de na
tuur aanpassen.
Daarna werd de reis naar Bosvar-
tien te paard voortgezet. Op heel de
reis werden paarden meegevoerd. In
Bosvartien werd overnacht. Den vol
genden dag ging men verder over het
Sogngebergte naar Turtagros. Het was
een tocht van 10 uur van 's morgens
9 tot 's avonds 8. Het weer was mooi
met schitterenden zonneschijn. De
lunch werd in de vrije lucht gebruikt;
men zat op rendiermos met een heer
lijk uitzicht over de koolzwarte top
pen en de glinsterende gletschers on
der een diepblauwen hemel. De vor
stelijke personen vonden het heerlijk.
En later, toen het Sogngebergte zijn
prachtige beelden toonde, de schoone
toppen Fanaracken en de Skagastorls,
was de geestdrift groot.
De fraaie bloemen met de schitte-
rende kleuren verhoogde nog de wer
king.
Toen bet gezelschap in Turtagros
was aangekomen wensebte de Konin
gin nader kennis te maken met den
groenen berg: Stors Skagastoglastind.
Om den top te bereiken moest men 'n
geoefend Alpinist zijn, maar men heeft
er clan ook een mooi uitzicht op Fu-
asse, den eigenlijken top en daar ging
men heen, te paard naar den gletscher
en te voet den gletscher op, aan een
touw gebonden.
Na eenige dagen rust in Turtagros
leidde de weg de sterke helling af
naar Fortun in Sogn. De Koningin
bleef lang op de hoogte staan en be
wonderde het heerlijke uitzicht. Ver
in de diepte zag men het enge dal
met de steile rotsen aan beide kanten,
maar achter in het dal, waar de hel
ling minder steil was, zag men de
groene kleine bebouwde plekken. Wat
een contrast met Holland! zei de Ko
ningin. Dit schijnt me het meest ty
pisch Noorsch wat ik gezien heb. En
het bevalt me zoo bijzonder. Hier is
poëzie. Maar wat móet het veel arbeid
gevergd hebben en wat een moeite
voor de menschen. Er is hier een heel
andere toon in |de atmosfeer dan in
Holland. De lucht is ook anders.
Van Fortun ging men naar Skjol
den, toen per schip naar Laardal en
per auto naar Jotumheiman. En nu
vertoeven de Koningin en de Prinses
in het Alpenhotel.
De Koningin heeft twee tapijten met
typisch Noorsche patronen gekocht,
welke boerinnen heben geweven.
GROENE KRUISZEGELS.
Den lsten October zullen in Suri
name Groene Kruiszegels in drie waar
den (2, 5 en 10 cent) verschijnen. De
Tel. geeft de volgende bijzonderheden
over deze zegels:
2 cent. Kleuren grijs en groen, pa
pier wit. Bovenaan het woord „Suri
name." In het midden bovenaan is het
wit gecontoureerde Groene Kruis aan
gebracht, waaronder in zeer kleine let
ters de woorden „Groene Kruis". On
deraan het zegel, wit op donker, links
en rechts het cijfer 2, waartusschen 't
woord „cent". Een speelsch ornament
vult de overige gedeelten.
5 cent. Kleuren paars en groen, pa
pier wit. In het midden van het zegel
het in een cirkel geplaatste licht uit
stralende Groene Kruis, hieronder in
wit op paars de waarde 5 cent.
Dit geheel wordt door een ornamen
taal lijnenspel in licht paarse kleur
saamgebonden. Bovenaan in kleine let
ters „Groene Kruis," onderaan iets
grooter „Suriname."
10 cent. Kleuren rood en groen, pa
pier wit. Dit zegel heeft rechts en
links een ornamentale palmboomver
siering', die een lichtgroen middenge
deelte afsluit, waarin het Groene
kruis.
Onder het kruis het duidelijk spre
kende witte cijfer 10, waaronder iets
kleiner de woorden „cent" en
name".
De zegels zijn uitgevoerd ta roto
gravure naar een ontwerp der Firma
Joh. Enschedé en Zonen.
Het Ned. Maandblad voor Philathe-
lie voegt hieraan toe, dat de zegels
van 1 October tot en met 31 December
1927 zoowel in Suriname als hier te
lande verkrijgbaar worden gesteld, te
gen 2 2. 5 -f 3 en 10 -f 3 cent, vrttar-
van de toeslagen, dus 8 cent per stel,
na aftrek der kosten ten bate van de
Sur. Ver. Het Groene Kruis komen.
De zegels zullen geldig zijn in het
binnen- en buitenlandsch verkeer van
Suriname.
Hét zal de eerste maal zijn, dat de
rotogravure-druk. die tot dusveral
leen voor onze Nederlandsche zegels
werd gebruikt, ook voor koloniale ze
gels zal toegepast worden.
DE LANDARBEIDERS.
De minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid heeft in overleg met den
minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw, aan den Hoogen Raad
van Arbeid verzocht, een onderzoek in
te stellen naar den toestand van de
landarbeiders en naar de middelen,
welke kunnen worden aangewend om
in dien toestand verbetering te bren
gen.
Er zal een bijzondere commissie uit
den Hoogen Raad van Arbeid worden
ingesteld, die met die opdracht zal
worden belast en die aan den Raad
praeadvies zal uitbrengen.
ONGEREGELDHEDEN IN DE
CHASSEKAZERNE TE BREDA.
Gisteren liepen te Breda geruchten,
als zouden Zaterdagavond in de Chas-
sékazerne van het 6e regiment infan
terie ernstige relletjes hebben plaats
gehad, waarbij zelfs schoten zouden
gevallen zijn.
De hardnekkigheid waarmede deze
geruchten aanhielden, deden ons be
sluiten een nader onderzoek in te stel
len, schrijft Het Vad. Dank zij de voor
komendheid van den overste, werden
wij in staat gesteld den betrokken ma
joor en kapitein te hooren. en deze ga
ven inderdaad toe, dat er, naar aan
leiding van de voeding, gemopperd
is, dat er dien avond een minder pret
tige geest onder de mannen heersch-
te, en dat er ook bij of in een tent door
een tot heden onbekend man schoten
gelost zijn.
De ontevredenheid was ontstaan
onder de mannen'van het 14e regi
ment infanterie, dat evenals het 3e re
giment infanterie thans te Breda is ge
detacheerd. Deze ontevredenheid uitte
zich naar aanleiding van minder sma
kelijk opgediende aardappelen, hachee
en vochtig brood.
Het 14e regiment infanterie was nj.
Zaterdag een half uur te laat van een
oefening teruggekeerd. Dientengevol
ge zag het eten er minder smakelijk
uit en weigerden de mannen dit tot
zich te nemen. Er werd toen een half
rantsoen brood gegeven. Daarmede
was natuurlijk eenige tijd gemoeid
Toen het brood kwam, viel dat echter
ook niet in den smaak, omdat het te
kersversch en te vochtig was. De ma
joor heeft daarop de mannen toege
sproken en hen gekalmeerd.
'YVat de schoten betreft, deelde men
ons mede, dat een paar losse patronen
werden afgeschoten, doch dat men dit
algemeen niet als irriteerend heeft
beschouwd.
Tenslotte hebben wij ons in de keu
ken van de kwaliteit van het eten
overtuigd. Dit is over het algemeen
uitstekend, zoodat o.i. geen reden zal
bestaan. Ook de tenten zijn zeer ruim.
De mannen zijn gelegerd in 20-man9-
baraktenten, voorzien van electrische
verlichting. Zij slapen in kribben en
ieder heeft een plank te zijner be
schikking om een en ander op te leg
gen.
LéON DAUDET NAAR ONS LAND.
Léon Daudet, de leider der Fran-
sche royalisten, die thans naar men
weet in België vertoeft, zal begin
September eenige lezingen hier te
lande houden. De heer Daudet zal op
treden te Amsterdam, Den Haag en
Rotterdam. Het onderwerp, waarover
hij zal spreken, luidt: „Les salons li-
ttraires". Als organisator van de bij
eenkomsten treedt op de heer J. J. L.
van Zuylen.
der jeugd in de palaestra deel te ne
men. en hij wel begreep, dat hij met
een sterken en breedgeschouderden
tegenstander te doen had. Ook hij was
geen bloodaard, en terwijl het in zijn
binnenste kookte van woede, werd
zijn begeerte geprikkeld om zich met
dien gehaten tegenstander te meten..
„Welaan, grijp toe", riep hij met
vlammende oogen, en boog, ook van
zijn zijde tot denkamp bereid, den
rug, terwijl hij het hoofd ver vooruit
stak. „Pak aan! Gij zijt mogelijk een
gladiator geweest of iets dergelijks,
eer gij dit smerig kleed hebt aange
trokken, om ongestraft bij nacht de
huizen in te breken. Maak nu deze
heilige plaats tot een circus! En wan
neer het u gelukken mocht mij van
kant te maken, zoo zal ik u daarvoor
danken, want wat mij waarde aan
het leven deed hechten, hebt gij toch
reeds vernietigd. Welaan dan! Of
houdt gij het voor gemakkelijker, het
levensgeluk van een vrouw te ver
storen, dan uwe kracht te meten met
hem die haar verdedigt? Grijp toe,
zeg ik u, grijp toeof
„Of gij zult u op mij werpen", zeide
Paulus, die onder de woorden van
den jongeman zijn armen had laten
zinken, gelaten en met een geheele
verandering in zijn stem. „Werp u op
mij en doe met mij wat gij wilt, ik zal
het u niet beletten. Ik blijf hier staan
en mag niet vechten. Want daarin
hebt gij waarheid gezegd: deze heili
ge plaats is waarlijk geen circus.
(Wordt vervolgd).
gansch andere beleedigingen dan die
van Polycarpus zwijgend aangehoord
en met kalme tevredenheid zich la
ten aanleunen. Van waar dan heden
deze onstuimige prikkelbaarheid, de
hevige lust tot vechten?
Toen hij twee dagen geleden naar
zijn voormalig hol was gegaan, om
zijn laatste, daar verborgen "goudstuk
ken te halen, wilde hij den ouden Ste-
phanus gaafi begroeten. Doch de E-
gyptenaar, die hem verpleegde, had
hem met booze verwenschingen weg
gejaagd, alsof hij een onreine geest
was, en hem steenen nageworpen.
Ondanks het verbod van den bis
schop, had hij een poging gewaagd
om de kerk in de oase binnen te tre
den, teneinde daar een gebed te doen;
hij toch meende, dat het voorportaal
met de bron, waar gewoonlijk de boe
telingen vertoefden, voor hem niet
gesloten zou zijn. Maar de acolythen
wezen hem met schimpwoorden 'af en
de deurwachter, die hem kort gele
den den sleutel van de kerk had toe
vertrouwd, spoog hem in het aange
zicht.
Toch was hij in staat geweest om
zonder toornig te worden of te kla
gen, zijn beleedigers den rug toe te
keeren, waarbij het niet eens noodig
was, zichzelven te bedwingen. Ter
wijl hij aan de tafel van een der kra
mers den wollen deken, de kruik en
nog verschillende andere dingen voor
Sirona kocht, ging er een presbyter
voorbij, die, wijzende op de goudstuk
ken, zeide: „De satan vergeet de zij
nen niet!" Ook dezén had Paulus
niets geantwoord. Hij was met een
opgewekt en dankbaar hart naar
haar toegegaan, wier verzorging hem
was opgelegd, en wederom had hij
datzelfde hooghartig gevoel in al zijn
volheid en zaligheid bij zich waarge
nomen, dat de heerlijkste beloften in
zich bevatte, namelijk, dat hij Chris
tus navolgde door voor anderen de
smaadheid en lijden te dragen.
Wat was het dan, dat hem tegen
over Polycarpus zoo uiterst gevoelig
deed zijn, en dat de koorden van zijn
geduld, door jarenlange ontbering
zoo stevig bevestigd, opeens door
sneed? Scheen het den man, die zijn
eigen vleesch martelde om de ziel te
verlossen uit de banden des lichaams
minder zwaar te dragen, dat hij voor
een godvergeten zondaar werd ge
scholden, dan dat zijn persoon en zijn
mannelijke waardigheid met minach
ting werden aangerand? Dacht hij
misschien aan de schoone getuige
van zijn beschimping, die in
het hol zat te luisteren? Was zijn
toorn wellicht ontvlamd, omdat hij
in Paulus niet een verontwaardigd
geloofsgenoot zag, maar den man, die
een ander man met onbeschaamde
beleedigingen in den weg trad?
De jongeling en de athleet met zijn
grauwe baard stonden tegenover el
kander als twee doodsvijanden, die
ten kamp bereid waren, en Polycar
pus week niet terug, hoewel het hem
gelijk den meesten Christenen, verbo
den was geweest, aan het worstelspel
0