NIEUWE LEIDSCHE COURANT
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
Niels menschelijks vreemd
van
VRIJDAG 19 AUG. 1927
is.
TWEEDE BLAD.
Meer liefde.
Nu juist den laatsten tijd Protes®
tanten en Roomsch-Katholieken nog
al eens op gespannen voet met elkaar
blijken te staan, mag ook wel eens de
aandacht worden gevestigd op uitin
gen van verdraagzaamheid. Te Leu
ven heeft kort geleden de orde-geeste
lijke pater Lebbe, Lazarist, een voor
dracht gehouden, waarin hij de vol
gende stellingen ontwikkelde:
1. de macht van het Protestantisme
niet onderschatten: het is nu een
maal een geweldig feit in de geschie
denis van het Christendom;
2. niet meenen, dat wij het Protes
tantisme verslagen hebben door het
als onlogisch te brandmerken. Edele
zielen, die leven en sterven voor
Christus, zijn ook bij hen te vinden.
Roekeloos zou het zijn de zendelingen
niet te goeder trouw te noemen;
3. ook tegen hen moeten wij de
Christelijke liefde beoefenen. Zij zijn
onze broeders, en in liefde moeten wij
tot hen gaan;
4. rekening houden met de honder
den vooroordeelen, waarin zij zijn
grootgebracht en die heel veel ver
ontschuldigen.
Een inzender in de „Maasbode"
haalt deze uitingen met instemming
aan en voegt er aan toe:
„Dit mag wel eens goed verstaan
worden in Holland. Wat is het niet
treurig, zoo dikwijls in onze bladen
te lezen hoe on.-re niet-katholieke
landgenooten dikwijls op een onchris
telijke wijze met de pen bestreden
worden".
Cbineezen uit Ned.-Indië.
In het Soerabaiasch Hbld. van 13ü
■Juli treffen wij een stuk aan over ge-
{desïilusioneerdte jonge Chineezen uit?
iNed Indië, die in een vlaag van entv
liousiasme haar China waren getrokj
Iken.
Het volgende is aan 'dat artikel ont
leend f
Tal van jongelieden verklaarden
gich beveid naar het vaderland te ver-
Trekken, teneinde hun leven voor de
[vrijheid van het land do te offeren.
Al waren er onder hen velen, zoo
niet de meesten, hier geboren, toch:
klacht men het vaderland te kunnen
(dienen. i
Het comité Jie [oeng Fan te Bataviai
0at zich voorhamelijk~belastte met de
propaganda, wakkerde dit enthousias
me aan, en zoo vertrokken voor en na
[verscheiden jongelieden naar China;
Dit aantal is voor Java toch zeker op
imeer dan honderd" te stellen.
Onder hen bevondeffi zich zelfs zeer
gegoede lieden.
Wij kennen verschillende gevallen
van pngens, die hun studie aan dei
H. B. S. afbraken, teneinde naar China
te kunnen trekken. Zij koesterden het
ÜJdee, dat zij in China na een korte;
vooropleiding in een officiersrang zon
(den kunnen worden gepïaatst, in het
Zuidelijke leger. Doch helaas, hoe zijn
(deze jonge menschen gedesillusion-
neerd;
[Wij hadden met een d/azer zoo juist uiG
•China teruggekeerde jongelieden een
Onderhoud, waarbij nij ons uitvoerig
vertelde van het Vbven, dat door dei
jeupiigie militairen in China werd ge-
De militaire -school bleek niet meer
te zijn dan eetdee erbarmelijke hutten
"ergens in eea dorp, in de "buurt van
Canton. Daar was men met eenige hon
derden jongelieden van 1725 jaar,
[afkomstig^ van verschillende provin
cies in LJhina, alsmede van Cockin-
iChina, Korea en Neder landsch-Indië.
bijeen.
De verhouding tusschen de „echte"
iChineezen en die van overzeesche ge
westen en Korea, was buitengemeen
[slecht.
De eersten beschouwden de laatsten
als niet-volwaardig, omdat, zij uiter
aard niet in staat waren CKineesch te
(spreken.
I Men plaagde en sarde hen en sprak
van inlanders, onbeschaafden, wilden.
Deze staat van zaken was met be
paald aangenaam en deed ook weldra-
de liefde voor de Zuidelijken verdwij
nen. l
De „ligging" was eveneens buiten
gemeen slecht. Van eenige accomoda
te was geen sprake. In de hutten ha!d
men nlanken aangebracht van onge
veer 60 c.M. breedte, waarop twee
man moesten plaats nemen, op die
wijze kwam van nachtrust bijna niets.i
Men sliep, omldat de oefeningen zoo
zwaar waren. Maar andersl
Het eten was eveneens erbarmelijk;
Van broederschap was geen sprake,
tenjüjl 'de vrijheid ook een ding was,
waarop zij niet te dikwijls koriden re
kenen.
Als 'de jeugdige krijgshelden hun
best hadden gedaan, hun exercities
netjes hadden uitgevoerd, hun kleede
ren zelf keurig hadden 'gewasschen
hoewel daar niet zoo erg streng op
gelet werd mochten zij des Zon
dags naar Canton, om hun restant ga
ge k raison van twee dollars op te
maken.
Geen wonder, dat velen deserteer
den en dat' de rest het verlangen te
kennen gaf, naar hun land terug te
keeren.
Door toedoen van de familie is men,
■erin geslaagd verscheidene jongelie
den op de boot te zetten, doch niet al
len zijn zoo gelukkig. Hiervoor werd
indertijd gela ingezameld. Zoodra er
voldoende geld is, zal dit worden op-
tezonden en kunnen de jongens naac
et ouderlijk huis terugkeeren.
Een groote hinderpaal voor Indi
sche Chineesche jongelieden om ip
China iets te bereiken is gelegen m
'de omstandigheid, dat zij de taal niet
machtig zijn.
Zij beginnen echter in den regel dep
dienst als gemeen soldaat. Wat dit be-
teekent kan men zich voorstellen, ais
men weet, dat duizenden en duizenden
verhongerde koelies als soldaat voor
de zuidelijke legers zijn aangeworven.
Men begrijpt, dat de Indische Chinee
sche jongelieden zich bezwaarlijk tus
schen dergelijk uitschot thuis kunnen
voelen
KERK EN SCHOOL.
HES. EEBV. KERK.
Beroepen, te Burum: W. Okken,
te Urk.
A a ii g e n o rn >e- n, naar Birdaard:
A. C. H. Vollenweider, te Cubaard.
Naar IJlst (Fr.): Ph. Peter, te Amstel
veen (Nieuwer-Amstel).
Bedankt, voor Loon op Zand:
A. F. P. Pop, te Vaassen bij Apel
doorn. Voor Wedde (toezegging): J.
Speckmann, te Aduard. Voor Oene
(Vel.): B. G. C. Steenbeek, te Wierden.
Voor Oosterwolde (Geld.): P. Kuyl-
man, te Houten (U.).
GEREF. KERKEN.
Beroepen, te Bergum: W. H. v.
d. Vegt, te Drachtster-Compagnie; te
Oegstgeest, (2e predikantsplaats) Dr.
D. J. van Katwijk, te Schipluiden.
GEREF. GEM.
Bedankt, voor Charlois: J.
Fraanje, te Barneveld.
EEN BEZWAARSCHRIFT.
Eenige leden der Geref. Kerk te Ka-
tendrecht (Rotterdam Zuid) hebben
aan de Generale Synode in Nederland
te Groningen den volgenden brief ge
schreven;
Ondergeteekende, belijdend lid der
Geref, Kerk te Katendrecht, sedert
maanden gebukt gaande onder de
moeilijkheden, welke in onze kerken
zijn ontstaan door en ten gevolge van
de besluiten en beslissingen der Bui
tengewone Generale Synode, gehou
den te Assen in 1926.
Ernstig betreurende de breuk welke
is ontstaan tusschen zonen en doch-
teren van hetzelfde huis,
overtuigd dat deze breuk haar oor
zaak vindt in onze lauwheid en lief
deloosheid en dus een gevolg is van
onze zonden op kerkelijk terrein,
verzoekt uwe vergadering met den
grootsten nadruk toch vooral midde
len te beramen, welke kunnen leiden
tot "herstel van die gebroken eenheid,
en bidden God uwe vergadering lief
de en wijsheid te schenken om zulke
stappen te doen, dat de broeders en
zusters, die van ons gestooten werden,
weder terugkeeren. opdat het weder
om worde één kudde en één Herder.
DE KLOK VAN SEROOSKERKE.
Ds. J. Gispen, predikant te Gronin
gen, becritiseert in de „Bazuin" de
handeling der Synode van de Ned.
Herv. Kerk inzake de klok van Se-
rooskerke (W-)
„En welk gewichtig en wereldschok
kend besluit nam nu de Haagsche Sy
node? Bij haar was een roerende
klacht ingekomen. In Serooskerke
wordt de klok in den toren, eigendom
van de burgerlijke gemeente, geluid
ook voor de godsdienstoefening van
de Gereformeerden! De commissie, die
over deze ontroerende klacht te ad-
viseeren had, stelde zeer verstandig
voor op deze zaak niet in te gaan,
daar de toren geen kerkelijk eigendom
was. Maar de Synode was het met dit
advies niet eens. Zoo iets komt toch
niet te pas, dat de klok geluid wordt
voor de godsdienstoefeningen van niet
Hervormde Christenen. En nu had de
gemeenteraad dat vreeselijk feit wel
toegestaan. Maar er zijn in Nederland
nog hoogere autoriteiten dan gemeen
teraden. En de hoogeerwaarde Synode
besloot aan de autoriteiten te verzoe
ken, dat besluit van dien dorps-ge
meenteraad alsjeblieft te willen vernie
tigen. Is het niet om te lachen? Zeg
nu nog eens iets ten nadeele van de
verdraagzaamheid der Haagsche Sy
node! Is het nu niet zonneklaar, dat
er maar één Kerk in Nederland waar
dig genoeg is om haar saamkomsten
door klokgelui te doen voorafgaan,
ook al hangt die klok in een toren, die
eigendom is van een burgerlijke ge
meente? Leve de synthese!"
CHRISTELIJK GEREFORMEERDE
JONGELINGSVEREENÏGINGEN.
Woensdag is te Utrecht in de Chr.
Gerei. Kerk de bondsdag gehouden
van bovengenoemde jongelingsver-
eenigingen. *Een schare afgevaardig
den uit heel Nederland vulde het rui
me gebouw.
De vergadering stond onder leiding
van den voorzitter, Ds. H. Janssen,
leger- en vlootpredikant, die de ope
ningsrede hield en sprak over: Geest
drift.
Tot bestuursleden werden herko
zen de aftredende heeren Ds. Berk-
hoff, van Amsterdam; Ds. v. d. Mei
den, van Dordt; en v. Dongen, van
Rotterdam.
Afgevaardigden waren aanwezig
van den Bond van Knapenvereenigin-
gen, van den Bond van Geref. Jonge-
lingsvereenigingen, van het Nederl.
Jongelingsverbond en van den Herv.
Geref. Bond, die allen het woord voer
den.
Het verslag van den bondssecreta-
ris leverde weinig bijzonders; het aan
tal vereenigingen en leden klom ge
regeld.
In de middagvergadering sprak Ds.
G. Salomons, uit Amersfoort, over:
,.De nieuwe wereldleeraar der theo-
sophen".
De spreker zette uiteen, dat de be
ginselen der Orde van de Ster in het
Oosten theosophisch-pantheSstisch
van aard zijn. Daarna stelde hij de
vraag wie is die nieuwe wereldleer
aar? en vervolge.is: wat is hij? Wel
ke twee vragen uitvoerig werden be
handeld; spr. bracht daarbij breed
critiek uit op deze theosophische be
weging.
Aan de discussie werd door enkele
personen deelgenomen.
De heer A. Bikker, die eerstdaags
naar het zendingsterrein in Indië zal
uitgezonden worden als de eerste zen
deling der Chr. Geref. Kerk, en die tot
dusver lid van het hoofdbestuur van
den bond was, werd aan het einde
van de vergadering toegesproken en
toegezongen.
In de avondvergadering trad als
spreker op Ds. N. Visser, van Leeu
warden, met een rede over: „Als goud
beproefd".
DE BEHEERSKWESTIE IN DE
NED. HERV. GEM. TE PEPERGA.
Kerkvoogden en notabelen van Pe-
perga en de als zoodanig voor Peper-
ga c.a. benoemde personen hebben
besloten, het gerezen geschil langs
minnelijken weg op te lossen en het
aanhangige proces en alle daarmede
Gisteren werd te Medemblik de jaarvergadering gehouden van Historisch Ge
nootschap „Oud Westfriesland. Onder presidium van Dr. G. C. van Balen
Blanken. Het gezelschap voor het Raadhuis.
in verband staande rechtskwesties
als vervallen te beschouwen.
Bij de daartoe te ontwerpen rege
ling moesten de kwestie der veroor
zaakte schade en kosten en de verde
re beheersverhoudingen allereerst
onder de oogen worden gezien.
Daarnaast echter diende het be-
bezwaar ondervangen van de inder
tijd uit hun lidmaatschap ontzette
personen, die zich daardoor mede
wegens de publicaties daaromtrent
in eer en goeden naam voelden aan
getast. De kerkeraad, gevraagd om
een openbaar te maken verklaring
van rehabilitatie, heeft geen termen
kunnen vinden, hierop toestemmend
to antwoorden. Wel meende hij te mo
gen verklaren, dat de ontwikkeling
van het geschil door hem feet leed
wezen was gezien. Waar bovendien
het classicaal bestuur van Leeuwar
den de bedoelde lidmaten als zooda
nig heeft doen handhaven en in het.
maken van een overeenkomst, die in
de gemeente algemeen voldoening zal
wekken, op zich zelf reeds een reha
bilitatie van alle betrokkenen ligt be
sloten, hebben de bezwaarde lidma
ten met de verklaring van den kerke
raad als tegemoetkoming genoegen
genomen.
De ontworpen regeling is thans
goedgekeurd en de overeenkomst ge
sloten.
BOND VOOR EVANGELISATIëN.
De 35ste jaarlijksche vergadering
van den Bond voor Evangelisatiën in-
en ten bate van de Ned. Herv. Kerk
zal 6 September gehouden worden te
Amsterdam.
LEGAAT.
Wijlen mej. E. de Vries heeft aan
de Chr. Geref. Kerk te Sneek 6000
gelegateerd.
UIT DE OMGEVING.
AARLANDER7EEN.
De Zomerschouw in den Zuid- en
Noordeinderpolder zal 18 Augustus ge
houden worden.
Uitslag van de aanbesteding; voor
de verbouwing v£,n den watermolen
no. 1, in de droogmakerij:
M. S. v. d. Voort f 728
J. v. dl Lijn 876i
H. Vergunst 493
Gebr. v. Vliet 450
Het werk is aan 'de laagste in
schrijvers gegund.
De Gymnastiekvereeniging Turü
lust wist té Lisse 5 medailles van het
5-jarig bestaan van de Gymnastiekver
eeniging Roda aldaar, te bemachti
gen.
Een automobilist nam uit da
Idorpsgarage een auto en ging daarmee!
uit toeren.
Buiten het dorp gekomen, zat hij
spoedig in de wetering. Hij zelf kwam
vrij.
Het gerei werd later uit het water
gehaalcf.
De muziekvereeniging „Crescen
do" uit Alphen aan den Rijn hield de
zer dagen een muzikale rondgang dooi:
ons dorp.
Een en ander was ten bate der kas.
Om brand te voorkomen, moesti
de landbouwer C. T. Kempenaar zijn
hooiberg gedeeltelijk uitwerpen.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
De Chr. zangvereen. „Sursunn
Corda" uit de voormalige gemeentö;
Oudshoorn, behaalde op het concours
te Huizen in de 2de afa. een 2de prijs
met"155 punten.
Voor het examen Landbouwkun
dige L. O. slaagde aan de Landbouw
Hoogeschool te Wageningëri onzd
plaatsgenoot" J. \V. Hoornenborg,
De 18-jarige schippersknecht H.
uit Hillegom is bij de spoorbrug over
de Gouwe van zijn schip gegleden en
verdronken.
Het lijk is eenigen tijd later opge
haald.
Lijst van onbestelbare brieven
en briefkaarten, van welke de afzen
ders onbekend zijn, terugontvangen
in de eerste helft der maand Augustus
1927.
B ri even binnenland
Boschwachter Heide-Mij., Texel.
Briefkaarten binnenland:
Fam. Th. Penders, 'Wijk Maastricht?
A. Osinga, Hendrik Ido Ambacht; A.
Ammerlaan, Nieuwer Amstel; een
briefkaart zonder adres.
Briefkaarten buitenland
Martha Zill, r Duitschland.
KATWIJK AAN DEN RIJN.
Bij het begin der Voorstraat zak
te een geheel met kisten aardappelen
opgeladen wa^en van den tuinder A.
v. d. E. in elkaar. Een bijzonder hei ca
was, dat alle piepers in dé kisten ble
ven en geen ongeval zich voordeed,
temeer daar het op dit smalle verkeers
punt geschiedde. Alleen materieele
schade.
Waar de prijs der bloemkool I.L
Maandag was voor 1ste kwaliteit toC
f 24,10, is het wel vermeldenswaar,dv
dat deze Woensdag, dus 2 dagen later;
liep tot 48,90. Een dergelijke verhoo
ging in zoon kort tijdvak is wel nim
mer voorgekomen.
KOUDEKERK.
Door de politie en den keurings
veearts is bij den slager C. G. G. in
de Hoogewaard alhier, wederom een
partij ondeugdelijk vleesch hl beslag
genomen en tegen hem proces-verbaal
opgemaakt. Reeds meermalen is G.
voor een gelijk feit veroordeeld, zoo
dat dit muisje nog wel een staartje
zal hebben.
In het gezin van den wagenma
ker A. Z. alhier, doen zich verschijn
selen voor van" vermoedelijke vleesch-
vergiftiging van vleesch, afkomstig
van den slager C. P. aan den Hoogen
Rijndijk, onder de gemeente Hazers-
woude. Door den inspecteur van de
volksgezondheid is een onderzoek in
gesteld.
RIJNSBURG.
Alhier geraakte een voor een brik
gespannen hit op hol, waardoor de
voerman D. v. E., van de kar viel, ge
lukkig zonder zich ernstig te kwetsen.
Spoedig was hulp bij de hand, die
de hit kon grijpen, zoodat het ongeval
nogal goed afliep.
Het 4-jarig dochtertje van G. v.
V. viel aan de Noordzijde in de Vliet.
Gelukkig werd het ongeval opgemerkt
T. van Sterkenburg sprong de kleine
na en mocht haar ongedeerd op het
droge brengen.
FEUILLETON.
Een episode uit geschiedenis van
de Christenen *bp het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
54. o
In vroeger jpd&n was het niet zelden
gebeurd dat xij, wanneer de een den
ander had Ontstemd, en er twist tus
schen hen "geweest was, onverzoend
naar bed waren gegaan. Maar hoe
ouder z-/) werden, des te minder
kwam djft, voor, en sedert langen tijd
had gfjr_«n schaduw de volkomene
eenighe&d van hun huwelijksleven
verstoe,rd.
Toe7_i zij voor drie jaren, na het hu
welijk van hun oudsten zoon, te za-
mev. aan het venster stonden, onder
het opzien naar den sterrenhemel,
was Petrus dicht aan haar zijde gaan
sVLian en had gezegd: „Zie hoe die
Wandelaars daarboven zoo stil en
^vreedzaam hunne banen beschrijven,
zonder elkander ooit aan te raken of
af te stooten! Zoo vaak ik eenzaam in
de stilte van den nacht bij hun vrien
delijk licht uit de steengroeve naar
huis ging, heb ik over allerlei dingen
gedacht. Misschien is er eens een tijd
geweest, waarin de sterren zich wild
door elkander bewogen. De een
kruist den weg van de ander, en bij
die botsingen zijn er misschien vele
in stukken gevlogen. Toen schiep de
Heer de menschen, en de liefde kwam
in de wereld en vervulde hemel en
aarde. De Allerhoogste gebood de
sterren onze nachten te verhelderen.
Thans begon iedere ster de baan van
de andere te ontzien, en het gebeurde
al zeldzamer dat de eene ster tegen
de andere stootte, tot eindelijk ook de
kleinste en snelste zich hield aan
haar weg en haar uur, en het schitte
rende heir daarboven zoo eendrach
tig was als ontelbaar. De liefde en het
gemeenschappelijk doel hadden dit
wonder uitgewerkt, want wie een an-
dér liefheeft, wil hem geen nadeel
doen, en wie gerpepen is met hulp
van een ander een werk te voltooien,
ciie hindert hem niet en houdt hem
niet op.
Wij beiden hebben reeds sedert
lang de rechte banen gevonden, en
gebeurt het soms dat de een den weg
van den ander wil kruisen, dan hou
den de liefde, en stellig ook onze ge
meenschappelijke plicht om het le
venspad der kinderen met rein licht
te beschijnen, den voet terug".
Dorothea had deze woorden niet
vergeten. Zij kwamen haar voor den
geest, toen Petrus haar heden zoo
hartelijk de hand toestak, en terwijl
zij nu hare rechterhand in die van
haar echtgenoot legde, zeide zij: „Om
des lieven vredes wil moge het dan
goed zijn. Eén ding kan ik toch niet
verzwijgen: weekhartige zwakheid is
anders uw gebrek niet, maar Poly-
carpus zult gij toch geheel en al be
derven".
„Laat hem, laten wij hem blijven
die hij is!" hernam Petrus en kuste
zijn vrouw op het voorhoofd. „Is het
niet zonderling, hoe wij onze rollen
verwisselen? Gisteren hebt gij mij tot
zachtheid jegens den jongen aange
maand, en heden#..."
„Heden ben ik strenger dan gij",
viel Dorothea hem in de rede. „Wie
kon ook vermoeden dat een oude
grauwbaard, even als Ezau zijn erf
deel voor een schotel met linzenbrei,
voor een lachend vrouwengezicht van
klei de plichten van zijn vaderlijk
rechtersambt zou vergeten?"
„En wien zal het in den zin ko
men", antwoordde Petrus, om in den
zelfden Toon van zijn vrouw te spre
ken, „dat een zoo teedere moeder als
gij zijt, haar lijfelijken zoon kan ver-
oordeelen, omdat hij bezig is door een
daad, een daad die zijn meester hem
zou kunnen benijden, den vrede zij
ner ziel terug te vinden?"
„Ik heb het wel opgemerkt", her
nam Dorothea, „Sirona's beeld heeft
u getroffen, en gij meent dat onze
jongen daar wonder wat groots heeft
tot stand gebracht. Ik heb niet veel
verstand van het kneden van klei en
van het beeldhouwerswerk, en wil u
dus niet tegenspreken. Maar indien
het gezichtje van het blonde kopje
wat minder aanvallig was, en Poly-
carpus eens niets bijzonders had
vervaardigd, zou dat zelfs in 't min
ste iets veranderen in hetgeen hij be
rispelijks gedaan en gevoeld heeft?
Zeker niet! Maar zoo zijn de mannen,
zij vragen alleen naar het gevolg."
„En dat met alle recht", antwoord
de Petrus, „wanneer dat gevolg niet
al spelende, maar door groote inspan
ning werd nagestreefd. Wie heeft,
dien zal gegeven worden, en wien
God een ziel heeft gegeven, rijker aan
kostelijke gaven dan die van anderen,
wien goede geesten helpen om het
grootste tot stand te brengen, dien zal
veel vergeven worden van hetgeen
ook een zachter rechter ongaarne zal
voorbijzien in den minder begaafde,
die zich kwelt en inspant en toch
niets goeds weet te voltooien. Wees
nu maar weder vriendelijk tegen den
jongen. Weet gij wel wat u van hem
te wachten staat? Gij hebt in uw le
ven veel goeds gedaan, en vaak wij
zen raad gegeven, en ik en de kinde
ren en niemand in deze plaats zullen
dit ooit vergeten. Maar dat gij aan
Polycarpus het aanzijn hebt gegeven,
daarvoor verzeker ik u, zullen de bes
ten u danken, die thans leven en in
volgende eeuwen zullen geboren wor
den!"
„En dan wil men beweren", sprak
Dorothea, „dat elke moeder vier
oogen heeft voor de bijzondere gaven
barer kinderen. Is dit waar, dan heb
ben de vaders er zeker tien, en gij wel
zooveel als die Argus, van wien de
heidensche sage verteltMaar
daar komt Polycarpus."
Petrus ging zijn zoon tegemoet en
gaf hem de hand, doch zeker op een
andere wijze dan gewoonlijk. Ten
minste het scheen Dorothea toe, als
ontving haar echtgenoot den jonge
ling niet gèlijk te voren, als vader, en
lieer, maar als een vriend, die .een
met hem gelijkstaand vriend en
ambtgenoot begroet.
Zoodra Polycarpus ook haar groet
te, kleurde zij tot. over de ooren, want
in haar gemoed ontwaakte de vrees,
dat haar zoon haar voor onbillijk en
dwaas zou houden, wanneer hij aan
den avond van gisteren dacht. Wel
dra kwam zij weder tot die kalmte en
zekerheid, die haar eigen waren, tben
Polycarpus bleek geheel de oude te
zijn, en zij las in zijn oogen. dat hij
voor haar hetzelfde gevoelde als gis
teren en altijd. „De liefde", dacht zij,
„wordt door het onrecht niet uitge-
bluscht, gelijk vuur door water. Ze
vlamt nu eens meer, dan weder min
der helder op, al naar den stand van
den wind, maar niets kan haar ge
heel verstikken dan ten laatste de
dood".
Polycarpus was op den berg ge
weest, en Dorothea was geheel ge-»
rustgesteld, toen hij vertelde wat hem
derwaarts had gevoerd. Reeds lang
had hij'plan gehad een Mozes te ont
werpen. Toen hij gisteren zijn vadér
had verlaten, bleef hem het beeld van
den verheven, waardigen man onaf
gebroken voor den geest 9taan.
CW.ordt vervolgd.)