NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Niets menscEieiijks vreemd
van
DINSDAG 2 AUG. 1927
TWEEDE BLAD.
WAT DE BtfiOEH ZEGGEN.
Roode fratsen.
Er'is-zoo pas weer, schrijft De
Maasbode, een Noorsche kruiser
op bezoek geweest ïft de haven van
Rotterdam. Bijna hadden de vreem
de gasten den weg versperd gevon
den door de motie, waarin mej. Suze
Groeneweg aan Neerlands eerste ha
venstad haar visie op de internatio
nale politiek wilde opdringen.
„Het Volk", dat blijkbaar zijn le
zers een foto van den oorlogsbodem
niet wilde onthouden, kon er fat
soenshalve niet buiten, zich aan het
pitoyabele geval te refereeren. Dies
stelde het als bijschrift de vrij-onnoo-
zele vraag, wat zulke bezoeken, zulke
.,milltaire demonstraties", toch eigen
lijk te berteekenen hebben.
Geheel in de lijn dus van de ruim-
Wikkende roode Maasstad-politiek,
die de wereld een stap nader tot den
vrede denkt te brengen door dergelij
ke beleefdheidsbezoeken heel onbe
leefd af te wijzen met de boodschap,
dat wij Nederlandsche „ontwape-
naars" geen oorlogstuig meer kun
nen zien.
Aldus het risico loopend, dat wij
onheusch inbreuk makend op wat
voorlóopïg nog wel tot den interna
tionalen bon ton zal blijven behooren
voor het vriendschappelijk ver
keer rivet de andere naties meer na-
dan voordeel zullen bereiken: en ons
derwijs. weer eens volkomen waardig
tooneml den roemruchjen titel van
Chineesden van Europa.
Eén ding is ons toch niet duidelijk.
De „Voorwaarts" heeft nog zoo pas
verklaard, dat er voor verschillende
andere landen dan het onze alleszins
reden bestaat er een weermacht op
na te ^houden. Ligt het niet voor de
hand, 'dat wij ten aanzien van deze
van roode zijde meer begunstigde
naties .een uitzondering maken? Een
bof is het. wel voor mej. Groeneweg,
;dat de Ooslenrijksche partijgenooter.
naast hun door de „Voorwaarts" ge
'tolereerde leger, uiteraard aan een
vloot geen behoefte gevoelen. Het zou
tot eigenaardige consequenties aan
leiding kunnen geven.
KERK EM SCHOOLT
NED. HERV. KERK.
Berjoep-eji: (tcez.) t.- Yisvlist-Pk-
ïerzrjl. H. 0. Th. rtav;steijn tc Midwalda
(thatt .Winschoten).
Bedajikt: Voor Sluipwijk, A. "V. d.
iWat'tjeJjtgnaatsi'wcnule.
■\e'f GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Mêuwdorp, J. J.B&u-
C&Ü te ürk en \V. H. v. d. v'egt ia J>r.
Compagnie.
Beroepen: Te Njeuwerkerk a. d.
(Jssel, H. Al. Ploeger te Appelscha. 'Ie
Almelo (2de Pred.pl.), J. van Herkreu
te Hillegom. Te Maiiskerke, E. B;ukema
te Nijawaer. Te Barendrecht, J. Oostar-
veen. te Wilnis. Te Nieaiwdorp, W. H.
v. d!. Vegt te i>r. Compagnie.
Aa.ngenomen: Naar llussen en
Meeuwen, J. Al. Spier, Cand. te 's-Gra-
venbaec-,
B eet a n k*t: Voor Ternaard, Engwïe-
um en Ottobnd, J. M.' Spier, Cand. te
's-,Gravenhagt.
CHR, GEREF. KERK.
■Tweet al: Te Haarlem (2e Pred.pl.)
H. Hoogendoorn te Bui}schoten en J. L.
de Vries te Rijnsbiirg.
4 EVANG. LUTH. GEM,
Beroepen: Te Groanlo, P. H. Eor-
gels Jr., Prop. te Amsterdam.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. W. Steunenberg hoopt 29 Augus
tus, 's avonds 7.30 uur in de Putsche-
FEUILLETON.
E®n episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaltisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
'39. 0—
Wat kon hem Sirona schelen! In
'de opwelling van het oogenblik had
hij overmoedig zijn, lot aan het hare
geketend. Twee jaren geleden was.
een zijner kameraden te Arelate bij
hem gekomen, en had verteld, terwijl
hij in den kring zijner vrienden zat te
i drinken, dat hij getuige was geweest
van een merkwaardig tooneel. Een
aantal jongens hadden een knaap
omsingeld, en dezen gruwelijk gesla
gen; waarom, dat wist hij niet. De
kleine had zicli dapper geweerd,
maar moest voor de overmacht zwich
ten. Plotseling, zoo vertelde de sol
daat, ging de deur open van een
huis in de nabijheid van den circus.
iEen meisje met lange blonde haren
stormde naar buiten, joeg al die jon
gens op de vhicht en bevrijdde den
mishandelde, itaar broeder, van zijn
kwelgeesten. „Het meisje zag er uit
als een leeuwin", had hij die het ver
haalde uitgeroeypen. „Zij heet Sirona,
en onder de mooie meisjes van Are
late is zij zonder twijfel de schoonste"
Die woorden werden door velen der
aanwezigen bevestigd. Doch Phoebi-
jpleink'erk van de Geref. Kerk te Katen-
clrecht zijn intrede te doen.
r HERDERLOOS.
Nu Ds. J. H. Telkamp het beroep
naar Utrecht heeft aangenomen, staat
de Geref. Kerk van Middelburg voor
de voorziening van. drie vacatures.
In de vacature van Ds. L. Bouma,
die in 1925 eervol emeritaat ontving,
kon door bedanken van beroepen pre
dikanten nog niet worden voorzien,
terwijl Ds. R. Hamming juist dezer da
gen het'beroep naar Nijverdal aan
nam.
In verband daarmede blijft Ds. Tel
kamp nog tot Januari te Middelburg,
GODSDIENSTONDERWIJS.
Tot Godsdienstonderwijzer te Gorre-
dijk is benoemd d;j heer D. Tamminga,
thans huisvader in het Tehuis voor Mili
tairen te Kampen.
ETHISCHE VEREENIGING.
Het derde referaat over de navol
ging van Christus heeft Ds. Adriani
op den laatsten dag der Zomerconfe-
rentie te Lunteren gehouden, en wel
over „de navolging van Christus in
het persoonlijke leven". Spr. teeken-
de verschillende typen, die dit ge
poogd hebben, en noemde allerlei be
zwaren tegen deze wijze van doen. Zij
is niet mogelijk. De bergrede is niet
te verwezenlijken als men staat in
zijn gezin, werk, gecompliceerde
maatschappij. Gemeten aan God3
oordeel kan het zeker niet. En kon
het al, ik kan het niet, want ik ken
mijn kracht. Bovendien is het het
volle evangelie niet, want dit is niet
in de eerste plaats eisch, maar gave
Gods, boodschap van zaligheid. Ook
is verder het letterlijke navolgen de
bedoeling niet. Niet Christus' leven
copieeren, maar leven met Hem, Hem
toebehooren. Maar tochtoch laat
het ons geen rust, ook al kunnen we
het niet. Ja, wij willen den eisch zelfs
niet van ons ai zetten, want Christus
staat er achter. Het moet de spanning
in ons leven zijn, al weet ik niet wat
ik er mee doen moet, want ik wil
Christus niet kwijt.
Eerst komt het Evangelie, dan de
wet. Eerst kinderen Gods, dan navol
gers. De voornaamste vraag is dus, of
men Hem toebehoort. Dan zal het na
volgen zich in verschillend leven ver
schillend openbaren, als men zich
door den H. Geest laat leiden. Maar
de spanning mag nooit verdwijnen.
PRAEPARATOIR EXAMEN.
De heer M. Zijlema, te Ten Post, is
door.de classis Appingedam beroep
baar verklaard in de Geref. Kerken.
VOORZICHTIGHEID MET KERK-
GOEDEREN.
Het Provinciaal College van Toe
zicht te Groningen heeft aan de Ker-
lceraden der Ned. Herv. Gemeenten in
de provincie de waarschuwing ge
richt, geen relaties aan te knoopen
met kooplieden, die xrachten roeren
de kerkegoederen van oudheidkundi
ge of historische waarde van de kerk
voogdijen aan te koopen, alvorens ad
vies in te winnen van en overleg te
plegen met dit College en met het
Museum van Oudheden voor de Pro
vincie Groningen.
DE KERKEN VAN HET HERSTELD
VERBAND EN DE SYNODE TE
GRONINGEN.
Wij vernemen dat de Geref. Kerken
van hei Hersteld Verband zich met een
„Getuigenis" zullen wenden tot de sy
node- der Geref. Kerken, die begin dezer
(maand te Groning&n bijeenkomt. De
'commissie., aan welke door de medio
Juni te Zandvoort gehóuden classical?
vergadering opdracht gegeven was tot
het samenstellen van dit getuigenis, is
dezer dagen met haar arbeid gereed ge
komen.
LUTHER IN DE R.E. KERK.
Te Graupen in Rohemen doet zich een
'zeer eigenaardig geval voor. Verleden
jaar is daar namelijk in de R. K. St
(Annakerk bij gelegenheid van de»
„groote Schoonmaak" ontdekt, dat ach
ter een kalklaag een' geschilderde beelte
nis verborgen moest zijn. Een deskur?
cius, die toen juist onder de Mitras-
vereerders den graad van leeuw had
verkregen, en zich gaarne „leeuw"
hoorde noemen zeide: „Ik zoek reeds
naar een leeuwin, thans heb ik haar,
meen ik, gevonden. Phoebicius en Si
rona dat zijn twee namen, die heer
lijk samen passen!"
Den volgenden dag vroeg hij haar
aan haren vader tot vrouw, en daar
hij binnen weinige dagen naar Rome
moest vertrekken, werd de bruiloft
in haast gevierd.
Zij had Arelate nooit verlaten, en
wist dus niet wat zij prijs gaf, toen
zij het ouderlijk huis misschien voor
altijd vaarwel zeide. Phoebicius vond
zijn jonge vrouw in Rome terug.
Mochten daar velen zijn schoone ga
de bewonderen en zich. in haar gunst
trachten te dringen, voor hem was zij
toch maar een schat, die hij zich ge
makkelijk verworven had, en waar
aan hij dus weinig waarde hechtte;
ja, die hij weldra beschouwde als een
lastig sieraad, dat moeilijk te bewa
ken was.
Toen de schoone vrouw ook de aan
dacht had getrokken van den legaat,
beproefde hij haar dienstbaar te ma
ken aan zijn eigenbelang, en door
haar bevordering te erlangen; doch
Sirona had Quintillus zoo beleedi-
g'end en zonder genade afgewezen,
dat de man, die de eenturio dacht te
gebruiken, zijn vijand werd, en
zijn verplaatsing naar de afgelegen
RECLAME
Zonnebrand DIIDI
en Smetten J rUltUL
dige uit Teplitz werd spoedig er bij ge
haald'. Voorzichtig werd de kalklaag ver
wijderd; stuk voor stuk werden tie ge
reinigde dee Ie n, waar blesk dat een
kunstzinnige schildering voor den dag
zou komen, zoo goed mogelijk gec-on*
gierveerd eri eindelyk. toen de arbeid de
voltooiing naderde en identificatie mo
ïgelqk was. was vast te stellen, dat do
schildering... Luther voorstelde. Het
bleek inderdaad een prachtige schild-
ring; Luther, nagenoeg levensgroot, do
beenen wijduit vast in den bodem g»
plant, de vuist, op de borst, met fel
rechtuit op den kansel blikkende oog en.
iSpceclig was de ontdekking in Praag be
kend; en dadelijk kwam het bevel van
de commissie voor de gedenktekenen
dat de beeltenis niet verwijderd mocht
werden
En zoo staat daar dan nu Luther recht -
tegenover den R. K. kansel'. De schild»
ring moet tusschen- 1590 en 1600 ver
vaardigd zijn," Vroeger is deze kerk pro-
testantsch geweest." Ce laatst» evange
lische godsdienstoefening is er in 1628
giehcuden. De kerk wordt thans een
protest, bedevaartplaats.
GEWONE EN BUITENGEWONE
KRUISEN.
Uit een artikel van Ds. Stegenga
in het Amsterct. Predikbeurtenblad
knippen We het volgende:
Men heeft allen een kruis en de
kruisen zijzi onderscheiden.
Er zijn van die gewone kruisen, die
ieder inensch ook werkelijk kruisen
vindt én iedereen heeft medelijden
met u, misschien zelfs wel drie da
gen lang. Zqo'b.v.. als de dood uw
vrouw van uw zijde wegrukt of uw
kindje, dat pas begon te loopen, uit
zijn'bedje, wegsteel!
Dan doen de menschen zelfs hun
zwarte pak voor u aan en schenken
li uit de volheid hunner harten rouw
beklag. Gij krijgt kaartjes met „p.c."
welnu wat wilt ge nog meer?
Dat rouwbeklag duurt soms wel
drie dagen, maar als na een maand
01 een jaar de smart, in u nog gloeit
als een vuur, als ge 't maar niet heb
ben kunt.dan spreekt niemand
er meer over, en: gij hebt niemand.
Maar, daar zijn ook buitengewone
kruisen, die niemand weten mag,
stil verborgen zwoegt rnen er onder,
want de menschen zouden heusch
boos worden, als-zij uw kruis kenden
of ,nog erger er zich vroolijk
óver maken.
Men heeft het kruis der jongen: de
bittere strijd om rein te leven, ze kuil
nen het niet altijd, en durven het
niet zeggen. .Stel u voor, zoo iets on
fatsoenlijks! Ze hebben niemand.
En men he.eft een- -kruis der ouden,
die als de Jan Jansens van: Nicoiaas
Beets, zitten met een kleinkind op
de knie; en dan zegt de kleine dreu-
mes: Weet u wel, grootvader, wat
tante gister tegen moeder zei: Het
Was heter, als u een kamertje kreeg
onder de gToene zoden".
Daar is een kruis der eenzamen op
huh kamertje: Waarvoor leven ze nu
nog? Alleen, collectanten en belasting
ambtenaren wéten waar ze wonen.
Daar is een kruis van fatsoenlijk
verborgen armoede, en als ge oplet,
leunt go zien dat zij, die het dragen,
"s avonds het brood opzoeken, heime
lijk, dat de openbare armoede, die 't
om geld voor jenever te doen was,
heeft weggegooid.
Daar is een kruis der rijken: Een
zaam zijn ze op de wereld, immers,
wie heeft hen lief, doen hun vrienden
't niet om geld?
O, die verborgen kruisen!
HUMOR VAN DE CATECHISATIE.
Ds. C. F. Westermanri schrijft in
„De Wartburg" o.m.:
Een predikant riep, om een der
meergevorderde leerlingen op gang te
helpen, die het antwoord niet wist op
de vraag: „waar was Augustinus bis
schop?" aanmoedigend uit: „kom
dat was te Hip-Hip-Hip". „Hoera!"
case, die met een verbanning gelijk
stond, wist te bewerken. Sedert dien
tijd beschouwde hij haar als zijn
vijandin, en meende hij, dat zij met
voordacht zich het vriendelijkst
toonde jegens hen, die hem een af
keer inboezemden. Onder hen waar
aan hij liet meest hekel had, rekende
hij ook Polycarpus.
Wederom viel de klopper op Petrus'
deur. Thans ging zij open en de sena
tor stond met een lamp in de hand
tegenover den woedenden eenturio.
ELFDE HOOFDSTUK.
De arme Paulus zat voor de deur
van den senator op een steenen bank
en beef do .van de koude; want hoe
meer de morgen naderde, des te kil
ler werd de nachtlucht, en hij was
zoo gewend aan zijn warm schaaps
vel, dat hij aan Hermas geschonken
had. Hij hield den sleutel van de
kérk, dien hij volgens zijn belofte aan
don deurwaarder bij Petrus zou af
geven, in de hand, en durfde de sla-
penden niet wekken.
„Wat is dit een zonderlinge nacht!"
prevelde hij in zichzelven, terwijl hij
zijn gescheurd onderkleed dichter
om zijn leden trok. „Doch al was het
warmer en zat ik, in plaats van in de
zen doorschijnenden lap, in een zak
vol vederen, dan zou mij toch een
koude rilling door de leden varen,
wanneer de hclsche geesten, die hier
ronddwalen, mij nog eens tegen-
antwoordde de leerling, i. p. v.. gelijk
de predikant beoogd had, Hippo te
zeggen.
„Hoe heette .de zoon van. Jacob, die
als slaaf naar Egypte verkocht werd?"
Zoo vroeg ik eens een niet zeer snug-
geren leerling. En toen hij het ant
woord schuldig bleef en ik hem tege
moet kwam.door te zeggen: wel, net
als je buurman, de jongen die naast
hem zat, heette n.l. Jozef van zijn
voornaam, antwoordde hij prompt:
„Mulder".
Onbewust geestig was wat de cate
chisant zeide, die, toen de predikant
vroeg: ,vvaarom maakten de Israëlie
ten een gouden kalf?" dadelijk repli
ceerde met: „omdat zij geen goud ge
noeg voor een. koe .hadden".
BINNENLAND.
WAALHAVEN EN BEN HAAS.
Ofschoon liét Handelsblad in offici-
eele kringen geen inlichtingen kon
verkrijgen, meent het blad zich niet
te vergissen, wanneer zij. mededeelt,
dat men in de Residentie denkt te
kunnen afzien van den aanleg van
een eigen vlieghaven voor Den Haag,
wanneer een nieuwe weg tot stand zou
kunnen komen, welke een directe, snel
le verbinding voor autoverkeer moge
lijk zou maken tusschen Den Haag en
Waalhaven. In die richting moet se
dert eenigen tijd de oplossing van het
vraagstuk van een vlieghaven voor de
Residentie worden gezocht.
De overwegingen, waarop men thans
in Den Haag bereid moet wezen van
een eigen vlieghaven in de onmiddel
lijke omgeving van de stad af-te zien,
zijn, dat drie vlieghavens, zoo dicht
bij elkaar gelegen, in een klein landje,
als het onze bij een. zoo snel verkeer
als het vliegverkeer, meer nadeel dan
voordeel zouden meebrengen en dat
Den Haag. wanneer eenmaal een goe
de wegverbinding wordt verkregen in
dezelfde positie komt te verkeeren als
Parijs met Le Bourget en Londen met
Croydon en andere Europeesche ste
den met hun eenigszins verwijderd ge
legen vlieghavens.
ZIEKTEN NA VACCINATIE.
Op de. vragen van de Tweede Ka
merleden Krijger en Kersten betreffen
de het optreden van ziektegevallen
met en zonder doodelijken afloop na
inenting met koepokstof, heeft minis
ter Slotemaker de Bruine o.m. geant
woord, dat noch hier te lande, noch in
het buitenland, waar zich hetzelfde
verschijnsel voordoet, een stellige mee
ning bestaat omtrent de oorzaak van
de ziektegevallen. Men is nergens ver
der gekomen dan tot eenige hypothe
sen, die met enkele gronden van waar
schijnlijkheid kunnen worden bepleit,
maar geen van alle. zoo gefundeerd
zijn. dat zij als basis voor regeerbeleïd
bruikbaar zijn.
De rijksorganen, t.w. de hoofdinspee
teur, de directeur van het Rijks Sero-
logisch Instituut prof. dr. H. Alders-
hoff, het hoofd van de bacteriologi
sche afdeeling van het Centraal Labo
ratorium voor de Volksgezondheid, be
nevens de koepokinrichting te Amster
dam, werken reeds maandenlang in
nauw contact samen om tot een oplos
sing van de moeilijke vraag te komen.
De commissie van den Gezondheids
raad voor de besmettelijke ziekten
houdt zich geregeld op de hoogte van
den stand van het vraagstuk en advi
seert de regeering.
Volledigheidshalve wijst de minister
er op. dat van de verstrekking van
een niet onschadelijk vaccin tot dus
ver niet kan worden gesproken. Im
mers entingen met op dezelfde 'wijze
bereide en gedistribueerde stoffen ga
ven. vóór 1924, voor zoover de waar
neming reikt, nooit aanleiding tot ziek
teverschijnselen. en van 1924 af wer
den die verschijnselen na zeer veel en
tingen niet, na een kléine minderheid
wel waargenomen. Dit wijst er op dat
er andere, helaas nog niet ontdekte,
factoren in het spel zijn.
Voorts deelt minister Slotemaker de
Bruine mede, dat de waarneming,van
gevallen van encephalitis post vacci
na tionern zich uitstrekt over%de jaren
1924, 1925. 1926 en 1927. In dien tijd
zijn in totaal 118 gevallen van aandoe-
luvamen. -Nu heb ik het met eigen
oogen gezien. Uit de oase vliegen de
demonen in vrouwelijke gestalte den
berg op, om ons in den slaap te kwel
len en te verleiden. Wat toch dat
vliegend spook in dat witte kleed met
die loshangende haren wel in de ar
men hield? Misschien "den steen, die
liet, als wij de nachtmerrie hebben,
ons op de borst wentelt. Die andere
scheen wel te vliegen, maar vleugels
heb ik toch niet gezien. In dit zij
gebouw woont zeker de Galliër met
zijn eerbare vrouw, die den armen
Hermas in hare strikken heeftge
vangen. Zou zij werkelijk zoo: schoon
zijn? Doch wat weet die jongen, die
te midden van rotsen is opgegroeid,
van de aanvalligheid der vrouwen!
l)e eerste de beste', die hem vriende
lijk aanzag, heeft hij zeker voor de
schoonste gehouden. Zij is bovendien
blond en dus een zeldzame vogel on
der al die bruin geblakerde tweebee-
nige woéstijnprodueten. De eenturio
heeft stellig het schaapsvel nog niet
gevonden, anders zou het hier zoo
stil niet zijn. Terwijl ik hier zit te
wachten heeft eens een ezel gebalkt,
eens een kameel gebruld, en daar
kraait reeds de eerste haan. Maar ik
heb nog geen geluid uit een menscne-
lijke-n mond vernomen, niet eens het
snorken van den grooten senator en
zijn lieve Dorothea, en het zou toch
wel wonder zijn als beiden niet snork
ten".
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 2 Augustus 1927.
Te Barchem, het lieflijke rustoord
op de Overijsselsch-Geldersche grens,
is op een begroeiden heuvel door de
Sociaal-Democraten een cursus ge
houden.
Dat was nu niet eens een recruten-
school foei hoe leelijk vyoord voor
S.D.A.P.-ooren, maar niettemin vol
komen juist maar een cursus tot
verdieping van de socialistische ge
dachten.
Mevr. PothuisSmit is er geweest
en vertelt er van in „Het Volk".
Er is gesproken over: „Politiek en
Wereldbeschouwing", over: „Socia
lisme -en Idealisme", over: „Invloed
van het Socialistisch streven op het
dagelijksch leven", maar ook over?
„Geloof en leven".
Daarover sprak een zeker G. C. van
der Horst, die stelde volgens het ver
slag, de vraag: „Of de mensch die
van dogmatisch geloof niet meer wil
weten en die ook niet bevredigd is
met een vage illusie, die op het ge
voel berust, of die mensch door zijn
geloof kan komen tot waarheid, tot
zekerheid. Voor de beantwoording
van die vraag wees hij op de natuur,
waarin alles streeft, naar de verwe
zenlijking van eigen doel, waarin het
ordenend b.eginsel overal 13 op te
merken. Ook de mensch streeft naar
het volkomene, en in die worsteling
naar het volmaakte, welke in de gan-
sche schepping is waar te nemen,
kan ons geloof midden in het leven
worden geplaatst, en voert het den
mensch tot idealisme".
Is hét niet alsof wij hier zien de
rijke jongeling, die tot Jezus komt
on waarvoor Christus ten slotte
slechts één middel tot behoud heeft:
Ga heen verkoop al wat gij hebt.
Moet hier ook niet alles worden
overboord gegooid en het eene ledig
weer worden aangevuld.
Een mensch die van het dogma
tisch geloof niets meer wil weten....
komt nooit tot een zaligmakend ge
loof.
OBSERVATOR.
ning van hét centraal zenuwstelsel
waargenomen. Hierbij wordt opge
merkt, dat per jaar ongeveer 150.000
inentingen plaats vinden. De verhou
ding van de ziektegevallen tot de in
entingen (van 1924 tot dusver geschat
op 550.000) is dus 0.21 per duizend.
Gevallen van andere ziekten, bij
bij welke oogenschijnlijk een samen
hang met een te voren verrichte vacci
natie moet aangenomen worden, zijn
niet waargenomen. Wel is waargeno
men, dat encephalitis-verschijnselen
zich voordeden na griep, mazelen en
andere ziekten.
De entstof was in hoofdzaak afkom
stig uit de koepokinrichting te Am
sterdam, maar ook uit de inrichtingen
te Rotterdam en Groningen. Verschil
in stof bestond er tusschen de 3 in
richtingen niet.
Ten slotte is de minister van mee-
ning, dat er voor instelling van een
speciale commissie geen aanleiding is.
De Commissie van den Gezondheids
raad geeft al wat noodig is ten deze.
Intusschen heeft de Minister reeds
maatregelen genomen om de verstrek
king van een bacterieel steriele ent
stof te verzekeren.
IS HET STATION ALKMAAR
ONVEILIG?
Een reiziger in den badtrein naar
Bergen, die in een coupé was gezeten,
dichtbij de plaats, waar Zaterdag de
rangeerder Bos werd doodgedrukt,
deelde mede. dat iemand van het
spoorwegpersoneel, naar hij meent 'n.
machinist, na het ongeluk tot hem
zeide; ,,'t Verwondert mij niets, dat
hier een ongeluk is gebeurd. Drie we
ken geleden nog heb ik er schriftelijk
op gewezen, dat in het Station Alk
maar voor de veiligheid niet voldoen
de gezorgd wordt."
Deze zegsman zag het ongeluk aan
komen; hij zag de locomotief door den
verkeerden wisselstand rijden en riep
den rangeerder nog toe zich te ber
gen. maar het was reeds te laat.
1-Iij stond op en ging aan het ven
ster van Phoebicius' woning staan,
om te luisteren dooi- de half geopende
luiken. Doch bij de Galliërs was alles
stil.
Een uur geleden had Mirjam ge
luisterd naar hetgeen er in Sirona's
woning voorviel. Zij was, nadat zij
het verraad gepleegd had, Phoebicius
\an verre gevolgd, en door den stal ih
den hof van den senator geslopen. Zij
moest wetèn wat daar binnen voor
viel en welk lot de woedende Galliër
Hermas en Sirona zou doeii onder
gaan. Zij was op ailes voorbereid, en
de gedachte dat de eenturio mis
schien tegen beiden het zwaard zou
hebben getrokken, vervulde haar met
een gevoel van bitterzoet welgevallen
Thans zag zij licht door de opening
van de Juiken, die maar even tegen
elkander waren geslagen. Zij verwij
derde de houten blinden voorzichtig
van elkaar, en trok zich daaraan met
alle kracht op, terwijl zij haar
naakten voet tegen den muur zette.
Daar zag zij Sirona op haar bed over
eind zitten, en tegenover haar den
Galliër met vertrokken gelaatstrek
ken. Vóór zijn voeten lag het schaaps
vel. De doodsbleeke man hield de
brandende lamp 'in zijn rechterhand.
Het licht viel op het plaveisel vóór
het bed van Sirona, en weerspiegelde
juist in een groote donkerroode vlek.
„Dat is bloed", dacht zij huiverend,
en sloot de oogen.