NIEUWE LEIOSCHE COURANT
Niets menschelijks vreemd
van
MAANDAG 1 AUG. 1927
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLflBEH TEGGÊN.
Ij* Reizen op Zondag.
De Heer Th. H. v. Oost Sr., secreta
ris van het Comité voor Zondagsrust,
schrijft aan de „Rotterdammer":
Aan alles is merkbaar, dat wij de
vacanties ingaan.
De spoorwegen lokken door extra
reclame tot reizen. Bijzondere, goert-
koope gelegenheid wordt benut om 't
publiek te trekken. Wij kunnen dit
streven toejuichen.
Wij zouden gaarne zien, dat uit alle
rang en stand zooveel mogelijk kan
worden geprofiteerd van alles wat
mooi en schoon is in Gods schepping.
Ja, gaarne zouden we er getuigen
van willen zijn, dat ook zij, die de las
ten des levens hebben te torsen het
gansche jaar door, ook wat meer kon
den profiteeren van het zilte nat over
duin en dijk.
Wij zouden het mee willen bevorde
ren, dat de inademing van het stads-
stof eens kon worden ontvlucht, om de
dennelucht bij volle teugen naar bin
nen te halen.
Wat Wij echter gaarne zouden wil
len beteugelen, dat is het misbruik ma
ken van reizen op den dag der ruste.
Dit is des Heeren dag, waarop alles u
van God vertelt.
Wie aan dezen dag meer waarde
hecht dan een gewonen rustdag, zal
zich bedroeven om wat hij, rondom
zich ziet gebeuren. Het zal daarom
dienstig zijn, dat wij met onverflauw-
den ij v err blijven aandringen op bevor
dering van de Zondagsrust.
Voor zoo'n exodus uit de gr.oote ste
den met tram, spoor en boot moet
heel wat dienstpersoneel worden geëx
ploiteerd. Daarvoor moet menigeen
zijn eenigste vrije dag in den huise-
Iijken kring worden ontnomen.
Wij weten, dat er duizenden met ons
op het standpunt staan, dat bevorde
ring van de Zondagsrust een weldaad
'in zich sluit. Wij willen mee de Zon
dagsrust bevorderen, om daardoor te
komen tot Zondagsheiliging.
Wij zouden echter al dankbaar zijn,
indien in deze vacaaitie-periode alle
voorstanders van Zondagsrust hun
propaganda voor deze schoone zaak
ijverig' doorzetten.
Ook^ dan, wanneer men buiten de
dagelijksche sfeer van het leven zijn
vacantïe geniet, is nog zooveel voor 't
bevorderen van Zondagsrust te doen
Allereerst mogern we verwachten, dat
de kenners van het vierde gebod het
goede voorbeeld zullen geven.
Vervolgens kunnen wij daar, waar
wij met andere gasten verkeeren naast
het te geven voorbeeld de goede, zaak
bevorderen.
In het. licht der feiten, hoe anderen
met hun gezin worden gedupeerd, zal
uw kracht gelegen liggen.
Welaan dus, gij allen, die de rust
gaarne voor uzelf begeert, bevordert
de Zondagsrust ook voor anderen,
door daad en woord.
Heel heft maatschappelijk leven kan
er wel bij varen.
Wij rekenen op aller steun voor het
ideaal zooveel mogelijk: „Rust op den
I Zondag".
Sen uit vele.
Sjjort en waaghalzerij, zoo lezen wij
in „Ons Schild", grenzen dicht aan el
kaar.
Beoefening van de sport leidt zeer
dikwijls tot handelingen die met de
benaming waaghalzerij worden beti
teld.
Dit zit zelfs de kinderen al in het
bloed.
We zijn daaraan zooeven herinnerd.
We gingen per tram huiswaarts.
In een der lange straten kwam een,
jongetje van zeker niet ouder dan 9
jaar naast de tram rijden en probee-
ren de tram bij te blijven.
Dit gelukte met inspanning van alle
krachten vrijwel.
Om passeerende auto's en personen
te ontwijken, moest hij telkens rake
lings langs de tram rijden.
FEUILLETON.
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op bet Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
38 o—
De verwarring van al die schijn-
beeklen, waarin hij te vergeefs eenige
klaarheid zocht te brengen, dreigde
hem krankzinnig te maken, en hij
slaakte een luide zucht. Het geluid
zijner eigene stem bracht hem in de
werkelijkheid terug.
Hij was Phoebicius en geen ander,
dat wist hij nu, en toch gelukte het
hem nog nifjt geheel en al zich in de
werkelijkheid te huis te gevoelen.
Het be-aJ.d van de schoone Glycera,
die hem. naar Alexand'rië gevolgd
was, en vlie hij daar had verlaten, na
dat hij zijn laatste stuk geld en haar
kostbare sieraden in de Grieksclie
stad Verbrast had, verscheen niet al
leen t/elkens weer voor zijn oogen,
maai? altijd en altijd weder naast dat
van 'zijn vrouw Sirona.
1 Gl'ycera was een droefgeestig liefje
gevveest, dat veel had geweend en
werinig gelachen, sedert zij haren
ecJitgen-oot had verlaten. Hij meende
thans ook zachte verwijten van hare
lfppen. te hooren, terwijl Sirona hem
met kiide bedreigingen tegemoet was
gekctfnen, en het gewaagd had den
zoon van den senator, Polycarpus,
De inzittenden vreesden ieder oogen-
hlik een ongeluk.
En niet ten, onrechte.
Op een gegeven moment kwam hij
in aanraking met een passeerende sla-
gersfiet.s, zwenkte terzijde en smakte
tegen den grond.
Èr onder, werd in de tram geroepen.
De bestuurder stopte onmiddellijk.
De zandbak werd gebruikt.
En?
Gelukkig, het viel mee.
De fiets was verbrijzeld.
En de jeugdige berijder lag met ge
scheurde kleeren en licht gewond over
den grond.
Goed afgeloopen, aldus was aller
oordeel.
Het scheelde maar een haartje of
een jeugdig leven was afgesneden.
En waardoor?
Door eigen roekeloosheid. Door
waaghalzerij.
En, wie het beweeg op "de publieke
wegen gadeslaat, die zal zonder eenige
reserve toestemmen, dat het geconsta
teerde feit is een uit vele.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Sommelsdijk: C. J.
v. d. Graaf, te Ameide.Te Oene: B.
G. C. Steenbeek, te Wierden.
GEREF. KERKEN.
Tweetal, te Hoek van Holland:
D. Brenner te Bruinïsse-Oosterland;
en C. A. Vreugdenhil, te Gramsbergen
Aa ngenomen, naar Utrecht
(vac. Dr. J. C. de Moor): J. H. Tel-
kamp, te Middelburg.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen, te Schiedam: ,W. Bij-
leveld, te Haarlem.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
De bevestiging en intrede van Mr.
J. F. D ij k s t r a, em.-predikant te
's-Gravenhage bij de Ned. Herv. Gem.
te Hedel zal plaats hebben op Zon
dag 4 Sept. a.s. Als bevestiger zal op
treden Dr. J. D. de Lind van Wijn
gaarden, van De Bilt.
Het afscheid van Ds. A. T a p,
van de Ned. Herv. Gem. te Schiedam,
wegens bekomen emeritaat, is bepaald
op Zondag 25 September a.s.
Ds. P. v. WILLENSWAARD.
Wegens voortdurende ongesteld
heid heeft Ds. P. v. Willenswaard,
Ned. Herv-, predikant te Krimpen
a. d. ÏJsel, eervol emeritaat aange
vraagd.
Ds. v. Willenswaard, die lid is van
het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Hol
land en scriba van dén ring Schoon
hoven, werd in 1864 'geboren en in
in 1890 candidaat in Drente, waarna
hij zich 26 October van dat jaar ver
bond aan de gemeente, die hij nu bij
kans 37 jaar diene4 mocht.
Ds. M. C. J. WANROOY.
Ds. M. C. J. Wanrooy, Ned. Herv.
predikant te Hempens en Teems
(Leeuwarderadeel) is voornemens
eervol emeritaat aan te vragen.
Ds. Wanrooy werd in 1855 geboren
en in 1882 candidaat in Zeeland, om
10 Sept. van dat jaar te Nieuwland bij
Gouda het predikambt te aanvaar
den. Vandaar vertrok hij in 1887 naar
Vlagtwedde, welke standplaats in
1892 met Markelo werd verwisseld.
Sedert 13 Nov. 1898" dient Ds. Wan
rooy, die 45 dienstjaren heeft, zijn te
genwoordige gemeente.
DE GEREF. KERK VAN UTRECHT.
Naar de Stand, verneemt hoopt Ds.
J. H. Telkamp die het beroep naar de
Geref. Kerk van Utrecht aannam, zich
in Januari van het volgende jaar aan
de gemeente te verbinden. Tot dien
tijd heeft Ds. Telkamp uitstel gekre
gen.
DE GEREF. KERK IN H. V. TE
ZAANDAM.
Op Donderdag 18 Augustus a.s., des
avonds te half acht zal het nieuwe
kerkgebouw der Geref. Kerk in H. V.
te Zaandam aan het Hazepad in ge-
door beloften tot zich te lokken. De
afgematte droomer verzamelde in
woede al zijne krachten, balde de
vuisten en stond dreigend op.
Deze beweging was het eerste tee-
ken, dat de veerkracht van zijn li
chaam begon terug te keeren, en na
dat hij, evenals iemand die uit den
slaap wakker wordt, zijne leden had
uitgerekt en zijne oogen uitgewreven,
drukte hij de handen tegen zijn sla
pen. Langzamerhand kwam hij weder
tot zijn volle bewustzijn, en begon
hij zich te herinneren, wat hij in de
laatste uren had doorleefd. Hij ver
liet nu dadelijk het donkere vertrek,
versterkte zich in dé keuken met een
teug wijn, e'n plaatste zich voor het
open venster om naar de sterren te
zien.
Het uur van middernacht was lang
voorbij. Hij dacht aan zijn gezellen,
die thans op den berg offerden, en
richtte een lang gebed „tot de kroon",
„den onoverwinnelijken zonnegod",
„het groote licht", „den god uit de
rots", of hoe hij Mithras ook noemde.
Want sedert hij behoorde tot de inge
wijden van deze godheid, was hij hij
zonder ijverig geworden in het gebed,
en kon hij het vasten buitengewoon
lang uithouden. Hij had reeds vele
van de tachtig proeven doorgestaan,
waaraan ieder zich onderwerpen
moest, die in hoogeren graad wilde
opgenomen worden, en de zwakte,
die hem ook heden overmeesterde,
had hij voor het eerst ondervonden,
bruik worden genomen. Ds. J. C. Aal-
ders, Ds. J. J. Buskes en cand. G. W.
van Deth zullen daarbij het woord
voeren.
EEN GOUDEN JUBILEUM.
Gisteren herdacht de heer G. S.
Bakker den dag waarop hij de Geref.
kerk van Bergum gedurende 50 jaar
als organist heeft gediend.
GIFTEN EN LEGATEN.
Dr. F. Van Gheel Gildemeester, Ned.
Herv. predikant te 's-Gravenhage,
ontving voor den bouw der tiende
kerk aldaar, een gift van 6000, van
denzelfden N. N., die onlangs 4000
gaf. Voor zijn Chr. Volksbond ontving
Dr. Gildemeester een gift van 1000.
KERKBOUW.
In de in de vorige week gehou
den vergadering van den Kerkeraad
der Geref. Kerk van 's-Gravenhage-
West kwam ter tafel een schrijven
van de commissie van beheer, ter be
geleiding van het advies van de com
missie van beoordeeling der ingeko
men ontwerpen voor kerkbouw,
waarin den kerkeraad werd voorge
steld dit advies op te volgen en als
architect voor den bouw aan te wij
zen den heer B. v. Heyningen aldaar,
die naar het oordeel der commissie
het besté ontwerp heeft ingeleverd.
Het is met volkomen eenstemmigheid
in cle telde commissies aanvaard. 16
ontwerpen waren ingekomen. De be
oordeel jïig daarvan èh van "de "daarbij
overgelegde begrootingen der bouw
kosten is gebaseerd op een nauwkeu
rig onderzoek, onder Teiding van den
architect Tjeerd Kuipers te Amster
dam. Daarna werden de 3 beste ont
werpen bezichtigd. De kerkeraad ver-
eenigde zich na eenige discussie met
algemeene stemmen .met het voorstel
der commissie van beheer. Alle inge
komen ontwerpen met het rapport
der commissie zullen ter visie worden
gelegd van de inzenders.
GNVERRICHTERZAKE HUIS
WAARTS
Na een oneenigheid met den Kerke
raad der Dordtsch-Gereformeerde ge
meente te Rijssen, weigerde een van
elders gekomen predikant een dienst
in het kerkgebouw te leiden.
Een poging van den Kerkeraad, om
den predikant te bewegen een hoogen
hoed op te zetten, faalde
De kerkgangers konden onmiddel
lijk naar huis terugkeeren.
De oneenigheid staat, naar gemeld
wordt, mede in verband met het feit,
dat de predikant een gleufhoed draagt
terwijl die gemeente alleen maar den
hoogen hoed of de „steek" als waar
dig hoofddeksel voor een predikant
erkent.
tZoo iets is in Rijssen mogelijk, dat
al jaren dén naam heeft van alleszins
meer dan godsdienstig te zijn.
PROTESTANTISME EN
KATHOLICISME.
In het Geref. Kerkblad van 's-Gra
venhage komt een brief uit Trier voor,
waaraan wij het volgende ontleenen:
Nadat ik den Zondag heb uitgerust,
van mijn voetreis langs den Rijn. in
een christelijk familiehotel, zooals
men die hier vele vindt (waarom zou
men in ons christelijk Holland zulke
instellingen niet hebben?) ben ik in
een boemeltreintje door het Moezel
dal gespoord. Opzettelijk nam ik de
zen sukkelaar om met langzame teu
gen de schoonheid van dezen tocht in
te kunnen drinken.
En nu zit ik dan alleen in het oude
Trier.
Gisteren ging ik, bij gebrek aan Ge
reformeerde prediking naar de Ev. Lu-
tersche Kerk endaarna naar de
R.K. kerk, (Ik zie U reeds waarschu
wend de vinger opheffen als ge dit
leest.) Enuw haren zullen uw
vinger opwaarts volgen: ik was ont
sticht in de eerste, en bijzonder ge
sticht in de laatste.
De magere, Luthersche predikant
raffelde een preek af waar geen leven
in zat en een vreeselijk dikke pater
in wit gewaad hield een aangrijpende
ernstige preek tot de jeugd die af
dwaalde van den levenden en levenver
wekkenden Heiland.
toen hij, om den leeuwengraad te
ontvangen, zich dagelijks gedurende
een gansche week uren lang in do
sneeuw had neergelegd, om daarop
ten strengste te vasten. Sirona's ge
zond verstand had een afkeer van al
deze oefeningen, en daar zij beslist
weigerde daaraan deel te nemen, was
de kloof nog grooter geworden, die
haar van haar gemaal scheidde. Het
was Phoebicius op zijn manier echter
volkomen ernst met ai deze dingen,
want daardoor alleen kon hij zich
losmaken van sombere herinnerin
gen, en van de vrees voor een vergel
ding van zijn daden, als zijn laatste
ure zou slaan, terwijl Sirona juist uit
de herinnering aan vroeger dagen
haar besten troost en de kracht put
te, om het droevig heden blijmoedig
te dragen en de hoop op beter tijden
vast te houden.
Phoebicius voleindigde heden zijn
gebed om kracht, opdat hij de trots
van zijn vrouw mocht breken, opdat
het hem gelukken mocht zich op ha
ren verleider te wreken, zonder over
haasting en met inachtneming yan
alle voorgeschreven vormen. Vervol
gens nam hij twee stevige touwen
van den wand, richtte zich in al zijn
lengte zoo fier op, als moest hij zijn
soldaten vóór den slag moed inspre
ken, kuchte als een redenaar op het
forum, alvorens zijn voordracht te
beginnen, en overschreed met waar
digheid den drempel van de slaap
kamer.
De kerk van Luther was behalve
een groep hotelgasten en weeskinde
ren akelig leeg. De Roomsche was op
gepropt vol.
Het kan natuurlijk zijn, dat ik het
zoo trof, maar het deed mijn „pro-
testantsch" hart pijn. dat zij daar Lu
ther's woord: „Das Wort sollen Sïe
stehn lassen", zoo droef vergeten. Ik
trof het ook in een ander opzicht. De
pastoor gaf 3 verzen op van een
roomsch lied, op wat heerlijk!
de wijs van ps. 130. Uit volle borst
zong ik van dien psalm vers 1. 2 en 4
mee. „Ik geloof in de gemeenschap der
heiigen".
BINNENLAND.
IN HET ONGELIJK GESTELD.
Op de schriftelijke vragen van het
Tweede Kamerlid den heer v. Zadel-
hoff betreffende het resultaat van het
gehouden overleg met den waarne
mend directeur van het Centraal Bu
reau van Voorbereiding voor Ambte
narenzaken, in verband met de weige
ring van het gemeentebestuur van 's-
Gravenbage tot uitbetaling van het
hun toekomende salaris aan een aan
tal onderwijzers, die tijdelijk waren
belast met de waarneming van het
hoofdschap, heeft de heer Waszink,
Minister van Onderlijs, Kunsten en
Wetenschappen, het volgende geant
woord:
Het overleg, bedoeld in mijn ant
woord van 8 Jnni 1927, is inderdaad
afgeloopen. Het- resultaat is. dat ook
de ondergeteekende meent, dat de be
rekening der salarissen van de onder-
wijzers, die op 1 Januari 1925 tijdelijk
belast waren met de waarneming van
de betrekking van hoofd eener school,
door het gemeentebestuur van 's-Gra
venhage niet is geschied overeenkom
stig de regelen, vastgesteld in het Be
zoldigingsbesluit Burgerlijke Rijks
ambtenaren 1925, zooals dat laatstelijk
is gewijzigd bij Kon. besluit van 9 De
cember 1925 (Staatsblad no. 467.)
De wet doet den ondergeteekende
geen middel aan de hand om het ge
meentebestuur van 's-Gravenhage te
verplichten, de salarissen, berekend
overeenkomstig de bovenaangegeven
zienswijze, uit te betalen.
Indien de belanghebbende onderwij
zers van meening zijn, dat het gemeen
tebestuur hun salarissen op een te
laag bedrag heeft vastgesteld, kunnen
zij zich met hun bezwaren tot den bur
gerlijken rechter wenden.
DE FERRY BOOT BRESKENS—
VLISSINGEN.
Door den heer A. D. F, van der Wart
lid der Prov. Staten van Zeeland, zijn
de volgende vragen aan het college
van Ged. Staten gericht:
1. Is het juist, dat, naar de berichten
in de bladen mededeelen, dé bestuur
baarheid der ferryboot Koningin Wil-
helmina veel te wenschen overlaat?
2. Is het juist, dat belangrijke ver
anderingen móeten aangebracht wor
den?
3. Zoo deze berichten waarheid be
vatten, kan dan ook door uw college
worden medegedeeld, of de schuld van
deze fouten ligt bij den ontwerper der
boot (bureau Cornelisse) of aan de
werf, waar de boot gebouwd werd?
4. Zoo er inderdaad belangrijke ver
anderingen noodig zijn, zullen dan de
daartoe vereischte uitgaven voor reke
ning der provincie komen, zoodat bet
door de Staten toegestane bedrag van
ƒ500.000 overschreden zal worden?
DE SCHEEPVAARTINSPECTIE EN
DE STOOMTREILERS.
De vier vakorganisaties in het vis-
scherijbedrijf te IJmuiden hebben een
adres gezonden aan den minister van
arbeid, handel en nijverheid, waarin
zij schrijven:
Reeds vele malen werd door ons de
wenschelijkheiid vastgesteld, dat het
toezicht van de beambten der Scheep
vaartinspectie op de stoomtreilers zich
zou uitbreiden tot het vischtuig en.
wat daarmee rechtstreeks in verband
staat. Gevaar voor leven en veiligheid
der bemanning ontstaat zoo dikwijls
het vischtuig en hetgeen daarmee in
onmiddellijk verband staat in slechte
conditie verkeert.
Meermalen werd door ons de aan
dacht van de scheepvaartinspectie op
Hij waande zich zoo zeker van zijn
zaak, dat zelfs de geringste gedachte
aan de mogelijkheid van een ont
vluchting niet bij hem opkwam, toen
hij, aangezien Sirona niet in het
slaapvertrek was, de woonkamer in
ging, ten einde de straf, die hij haar
had toegedacht, aan haar te voltrek
ken. Doch ook hier vond hij niemand.
Hij bleef verbaasd stilstaan; maar
het denkbeeld dat zij ontvlucht kon
zijn kwam hem zoo dwaas voor,- dat
hij het terstond weder uit zijn hoofd
zette.
Voorzeker,zij vreesde zijn toom en
hield zich onder het bed verborgen of
achter het gordijn dat zijn kleederen
bedekte. „Het hazenwindje", dacht
hij, „kruipt .thans dicht hij haar", en
daarom begon hij half te fluiten, half
te sissen, op een manier die Jambe
altijd hinderde en het beest aanlei
ding gaf hem nijdig aan te blaffen.
Doch tevergeefs. Alles bleef stil in het
verlaten vertrek, doodstil.
Hij werd nu ernstig bezorgd. Hij
lichtte eerst voorzichtig, daarna met
steeds sneller en zenuwachtiger be
weging onder elk meubel, in iederen
hoek, achter elk gordijn, en zocht
haar zelfs op zulke plaatsen, die voor
geen kind, ja ternauwernood voor
een vervolgden vogel voldoende zou
den geweest zijn om zich te verber
gen. Eindelijk ontgleden de touwen
aan zijn rechterhand, en de linker,
die het lampje vasthield, begon te
beven.
zoodanige zaken gevestigd, waarop
ons dan echter geantwoord werd, dat
de bevoegdheid der scheepvaartinspec
tie zoo ver niet strekte.
Het in de Staatscourant no. 123 be
handelde ongeval op de John Brown
IJm. 109, waarbij drie man zwaar ge
wond werden, toont nogmaals overdui
delijk aan. hoe noodzakelijk het is, dat
controle op het vischtuig en wat daar
mee rechtstreeks, in verband staat,
wordt uitgeoefend.
De Raad hoopt, dat dit ongeval de
schippers van schepen, waarop het En-
gelsche systeem bestaat, tot bijzonde
re waakzaamheid zal aansporen.
De besturen der vakorganisaties zijn
van oordeel, dat hoe goed deze raad i3
bedoeld, deze onvoldoende moet wor
den geacht, om de opvarenden tegen
dergelijke ongevallen te beveiligen.
Daartoe zou het naar hunne meening
noodzakelijk zijn, de bevoegdheid der
scheepvaartinspectie uit te breiden
over de door hen bedoeldè zaken.
De besturen zijn gaarne bereid, in
dien dit door den minister wenschelijk
wordt geacht, deze aangelegenheid na
der mondeling toe te lichten.
CHR. WERKGEVERSVEREENIGING.
De Christelijke Werkgeversvereeni-
ging zal op 6 en 7 September a.s. hare
jaarlijksche vergadering te 's-Graven
hage houden. Op 6 September zal de
heer J. R. Snoeck Henkemans, lid van
de Tweede Kamer, spreken over de
Ziekteverzekering. Op 7 September zal
dr. J, A. Nederbragt, chef van de af-
deeling economische zaken van het
departement van buitenlandsche za
ken, spreken over de beteekenis van
de economische volkenbondsconferen
tie voor de Nederlandsche handelspo
litiek.
DÉ BESTRIJDING VAN VERKOOP
MET CADEAUX.
De Ned. Bond van Behangers- en
Meubelmakerspatroons heeft zich aan
gesloten bij-het Comité van actie tot
bestrijding van den verkoop met ca-
deaux, ingesteld door den Nederl. Mid
denstandsbond, den R.K. Midden-,
standsbond en de vereeniging van den
Chr. Handeldrijvenden en Industri-
eelen Middenstand.
iHet bestuur stelt voor aan de leden
stempels met den volgenden tekst ver
krijgbaar te stellen voor plaatsing op
alle uitgaande zakenstukken: „Wan
neer u artikelen koopt met cadeaux.
verliest u het oordeel over de waarde
van hetgeen u koopt. Deze z.g. ca
deaux worden toch door u betaald, ver
minderen de kwaliteit of hoeveelheid
en verhoogen den prijs."
PATRIMONIUMS GOUDEN
JUBILEUM.
Naar-wij vernemen heeft de Com-
missie uit het Verbondsbestuur en het
bestuur der afd. Utrecht, belast mét
de organisatie van het gouden feest
van Patrimonium op haar verzoek van
Kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeente
bericht gekregen, dat voor de wij dings
samenkomst; van de Domkerk gebruik
gemaakt kan worden.
DRENTSCHE ARBEIDERS IN
BELGIë.
Men meldt uit Emmen:
In verband met de toenemende werk
loosheid in deze gemeente heeft de
Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw bepaald, dat opnieuw 'n
proef zal worden genomen met tewerk
stelling van Drentsche arbeiders in
België. Het loon bedraagt aldaar 4 frs.
per uur en er wordt gerekend op een
60-urige werkweek. Daar echter dit
loon onvoldoende is voor het levens
onderhoud van het-achterblijvende ge
zin, heeft de Minister bepaald, dat aan
het. gezin een toeslag zal worden ver
leend van 7 per week, welk bedrag
stijgt wanneer tot het gezin kinderen
behooren. Voor vrijen overtocht wordt
van regeeringswege gezorgd, terwijl
eens in de drie maanden de arbeiders
voor rijksrekening eenige dagen naar
Drente mogen komen. De aanwijzing
geschiedt voorloopig tot November en
de proef wordt genomen met 50 arbei
ders, die de volgende week vertrekken
Hij die zonder gegronde redenen wei
gert aan deze oproeping te voldoen,
wordt voor goed, dat wil zeggen, be
houdens ministerieele toestemming,
van de werkverschaffing uitgesloten.
Hij vond de luiken van het' venster
der slaapkamer geopend, en daar
vóór een stoel, waarop Sirona, alvo
rens Hermas was gekomen in het
maanlicht had zitten kijken. „Hier
dus", prevelde hij, schoof, de lamp op
het nachttafeltje, waarvan hij het
glas van Polycarpus had afgeworpen,
rukte de deur open en vloog den hof
in. .Dat zij op straat zou zijn gespron
gen, en in den nacht den, weg op en.
de woestijn in gevlucht zou zijn, kon
hij zich nog maar altijd niét voorstel
len.
Hij trok aan de'deur, die de hoeve,
afsloot, maar vond deze gesloten. De
wachthonden ontwaakten en sloegen
aan,, toen Phoebicius zijn schreden
richtte naar het huis van Petrus, en
met den koperen klopper aan de
poort eerst zacht, en vervolgens in
boosheid steeds harder begon te
slaan. Hij hield zich overtuigd, dat
zijn vrouw bij den senator bescher
ming gezocht en gevonden had.
Hij had het van woede en smart
wel kunnen uitschreeuwen, en toch
dacht hij nauwelijks aan zijn vrouw
en het gevaar van haar te verliezen,
maar aan Polycarpus en den smaad
hem door dezen aangedaan, aan de
wraak, die hij wilde nemen op dezen
en zijn ouders, die het gewaagd had
den de rechten van zijn huis, van
een keizerlijken centurio te schen
den.
(IWoittt vervolgd")-