NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Niets iiiensciieiijks vreemd
Bedankt: Voor Warffum. N. G.
Kerssies, te Wezep (Geld.).
CHR. GEREF. KERK.
Beroene'1- Te Harderwijk, J. B.
G. Croes. te Naarden-Bussum.
EVANG. LUTH. GEM.
Drietal: Te Monnikendam De
Bijp. P. TI. Borgers. prop. te Amster
dam; G. J. Duyvendak, te Bussum; en
K. H. Wallien, te Weesp.
Beroepen: Te Stadskanaal, P. H.
Borgers Jzn., prop. te Amsterdam.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Na een ruim 6-jarige arbeid nam ds.
'VV. M. A. Kalkman Zondagmiddag af
scheid van de Ned. Herv. Kerk van
Werkendam.
Ds. Kalkman sprak naar aanleiding*
van Joh. 1631b. Op hartelijke en
waardeerende wijze werd hij toegespro
ken door ouderling Kramer namens de
gemeente, door ds. Feykes namens de
Ringcollega's en door het hoofd der
Chr. school den heer J. H. Adriaansen,
die gewaagde van groote waardeering
en diepe erkentelijkheid voor veel en
velerlei arbeid verricht op vereeni-
gingsgebied en voor het christelijk on
derwijs.
Ds. J. J. H. van Beem, overgeko
men van Nieuw-Vennep werd Zondag
tot zijn dienstwerk bij de Ned. Herv.
Gemeente te Breda, ingeleid door zijn
voorganger ds. J. J. van der Wall, te
Groningen, met een predikatie over
Exodus 4 19.
Des namiddags deed ds. van Beem
zijn intrede met een predikatie over
Openb. 3 7b.
Dr. M. C. Mourik Broekman sprak
namens de gemeente den nieuwen lee-
raar toe, wien werd toegezongen Ps.
134 vers 3.
KERKBOUW.
Namens den Kerkeraad der Chr.
Geref. Kerk te Almelo is Maandagmid
dag aldaar aanbesteed de bouw eener
kerk met pastorie en kosterswoning
aan de Hofkampstraat.
Hoogste inschrijvingssom is 29.359
laagste ƒ24.205. Gunning na beraad.
ZENDING.
Tot administratrice der Christelijke
Scholen ie Solo, tevens administratrice
van het Zendingsbureau van Dr. H. A.
vpn Andel te Solo, werd benoemd mej.
C. Bronkhorst, thans administratrice
der Maatschappij tot Onderlinge Ver
zekering te Amsterdam.
DE GEREF. KERK VAN BERGEN
OP ZOOM.
De Geref. Kerk van Bergen op Zoom
heeft plannen om een nieuwe kerk te
bouwen. Thans zijn de plannen reed»
zoover gevorderd, dat de Kerkeraad be
sloten heeft tot het aangaan van een
obligatieleening ter gedeeltelijke finan
ciering van den bouw.
ROOMSCHE GROEI.
Vooral anti-papistisehe naturen slaat
de schrik om het hart als ze hooren
van den groei van Rome, inzonder
heid als getallen genoemd worden. Nu
zeggen getallen gewoonlijk niet zoo
heel veel. Met een klein aantal doelbe
wuste en principieele menschen begint
men meer dan met een groot aantal,
waaronder heel wat slappelingen vaak
schuilen.
Echter mag Home wel eens gaarne
met getallen voor het voetlicht treden,
welke voor haar natuurlijk zeer gun
stig zijn of schijnen, al naar jnen 't
neemt.
Het blad Evangelisches Deutschland
noemt enkele cijfers, die integendeel
ongunstig voor Home zijn, tenminste
wat fe^t getal betreft. Nogeens, zóóveel
gewicht dient hieraan niet gehecht.
Het komt op gehalte aan, en wat men
onder protestantisme en onder katho
licisme verstaat.
Genoemd blad deelt dan mee. dat in
de Vereen. Staten van Amerika SO pet.
der bewoners tot het protestantisme
behooren. In 50 jaar tijds is het getal
roomsche emigranten met 20 millioen
verminderd. Engeland had in 1789 op
34 millioen inwoners 6 millioen room-
schen; thans op 43 millioen 5 millioen.
In Zwitserland verminderde het aan
tal roomschen'met 650C0; dat der pro
testanten vermeerderde met 100.000.
DORPSPREDIKANTEN NAAR DE
GROOTE STAD.
Het komt niet dikwijls voor, maar
toch gebeurt het wel eens, zoo schrijft
De Rotterdammer, dat predikanten
die op een kleine plaats, of op een
dorp staan, voor een beroep bedanken
naar een groote stadsgemeente.
In mijn voorlaatste standplaats, al
dus Ds. J. W. Gunst in de „Rijnland-
sche Kerkbode", had ik in de Ned.
Herv. Kerk een collega van niet ge
ringe bekwaamheden. Waarom zou ik
zijn naam niet noemen, hij is overle
den. Hij heeft de knappe vertaling be
zorgd van Calvïjns Psalmen.
Hij heette J. Boer Knottnerus.
Wij hadden veel omgang met elkan
der, ofschoon wij over de kerkelijke
kwestie het ver van eens waren en dik
wijls de degens kruisten.
Deze predikant zeide mij eens, zoo
danig gehecht te zijn aan het leven op
het platte land, dat al ontving hij een
beroep naar de grootste stad, b.v. Am
sterdam, hij er zeker voor bedanken
zou. Hij geleek in dit opzicht op den
dichter Ds. Willem Sluyter, in vorige
tijden predikant te Eibergen.
En werkelijk, hij hield woord.
Van Rhoon, waar wij beide predikant
waren, keeg hij een beroep naar Vrie-
zenveen. Dit nam hij aan. Van hier
werd hij later beroepen naar Amster
dam. Te Vriezen veen is hij in de volle
kracht van het leven overleden.
Een ander predikant, die te Amster
dam beroepen was uit een kleine ge
meente. en de roeping aarzelend had
aangenomen, nam bij zijn intrede in
de hoofdstad tot tekst het woord van
den gewaanden Samuel tot Saul:
„Waarom hebt gij mij onrustig ge
maakt, mij doende opkomen?"
EEN MOTIE VAN EEN OUDER
AVOND.
De Minister van Onderwijs had be
sloten de Rijksleerschool te Maas
tricht, die thans nog 11 leerkrachten
telt, verdeeld over 11 klassen, waar
van er twee gemengd zijn, terug te
brengen tot een 7-klassige school, met
7 leerkrachten.
De oudercommissie van die school
was, om te trachten de school in haren
tegenwoordigen toestand te behou
den, naar den Minister gegaan en
had, zonder zich te overtuigen, of de
meerderheid der ouders het hiermee
eens was, het argument aangevoerd,
dat de ouders tegen co-educatie wa
ren, zoodat een missive van den Mi
nister, naar aanleiding van de nog
eens schriftelijk geformuleerde gron
den der oudercommissie luidde, dat,
om aan dit bezwaar tegemoet te ko
men, twee opeenvolgende klassen, zoo
wel van jongens als van meisjes tel
kens samengevoegd konden worden,
nadat op een ouderavond de ouders
zich daarover uitgesproken zouden
hebben.
Op den aldaar Vrijdagavond gehou
den ouderavond, die zeer druk bezocht
werd, is met op twee na algemeene
stemmen een motie aangenomen, dat
de ouders zich tegen de samenvoeging
van twee opeenvolgende klassen en
dus vóór co-educatie verklaarden en
werd de oudercommissie verzocht, dit
ter kennis van den Minister en het
schooltoezicht te brengen.
BRAND TE MEKKA.
De correspondent te Djocja der I. Ct,
meldt:
„Wij vernemen, dat door het hoofd
bestuur van de vereeniging Moham-
maddijah te Djokja een schrijven ont
vangen werd van een pelgrim, die on
langs naar Mekka vertrok, en waarin
deze bericht, dat op den 15en Mei j.l.
de groote kampong Djihat te Mekka,
waar het meerendeel der pelgrims ver
blijf houdt, in vlammen is opgegaan.
Daar behoorlijke bluschmiddelen
ontbraken brandde het complex geheel
af. De brand duurde, volgens den be
richtgever, twee dagen, terwijl ver
scheidene personen door het vuur wer
den ingesloten en jammerlijk omkwa
men.
Zoo zouden alleen reeds 25 men
schen uit Midden-Java levend zijn ver
brand.
De schrijver van den brief eindigde,
van
WOENSDAG 27 JULI 1927
TWEEDE BLAD.
Op de Raadstribune.
i Direct na de opening van de raads
vergadering Maandagmiddag zaten
j.wij al midden in de onderwijspolitiek.
Onder de ingekomen stukken was een
verzoek om te komen tot stichting van
ten bijzondere school. Daarin vond de
heer Eerdmans aanleiding om te ver-
zoeken een extra zwaar onderzoek in
te stellen naar de echtheid en oprecht
heid vacn de hand teek eningen. De nog
'in te stellen Commissie, moest meen
de hij, maar eens haar aandacht daar
laan wijden.
Terecht merkte de heer Wilmer op,
dat dit geen werk is van een dergelij
ke commissie, afgescheiden van de
vraag of het wettelijk toelaatbaar zou
zijn dat B. en W. dit aan deze commis
sie delegeerden.
Begrijpelijk was Wethouder Meij-
nen wel wat in zijn wiek geschoten.
Hij liet dat goed merken bij de opmer
king- dat hij in de 4 jaar dat hij Wet
houder is, steeds onpartijdig heeft ge
werkt.
Maar men moet rekenen, het Comi
té van Actie heeft reeds tegen deze
schoolstichting geageerd en, vooral nie£
te vergeten, h^i levensbestaan van dé
openbare school aldaar staat of valt
'in beginsel met deze school.
Blij de verordening op de opcenten-
Uleffing Personeele belasting, vermocht
de Raad nog- niet op'peil te komen.
Hoewel de heer Van Eek met klem
protesteerde tegen de opheffing der
progressieve heffing, vermocht hij
niet veel cijfers aan te dragen om
voor die progressieve heffing te plei
ten. N^aaa* ons voorkomt in dit geval
ook o/ajuist. Het eenige middel om van
deze inderdaad zwaar drukkende be
lasting af te komen, is nivelleering uit
de^ winst op de bedrijven, maar daar
.wflde natuurlijk do heer Van Eek
ih/.ets van weten.
Burg. en Weth. hadden den wenk
'ter harte genomen en eigener bewe
ging het woordje „lager"' voor de
Onderwijs-commissie geschrapt. Zon
der strijd ging nu hun voorstel onder
den hamer door.
De Rijn- en Schiekade blijft voorloo-
ipig zooals ze is. Ieder voelde dat wat
men k o n doen toch maar lapwerk
zou zijn. Eerst dan wanneer deze weg
de toegang zal vormen tot een be
langrijke nieuwe wijk, zal definitieve
verbetering geboden zijn. Het geval
leert ons dat een goed doordacht uit
breidingsplan een noodzakelijke be
hoefte is voor een moderne stad.
Wat "te verwachten was is geschied,
de Chr. H. B. S. krijgt, evenals verle
den jaar, slechts 60 pet. van liet ge
vraagde subsidiebedrag. De Raad
•heeft zich niet boven het kleine stand
punt kunnen verheffen.
Intusschen is gelukkig de zaak nu
niet incidenteel afgedaan, maar komt
principieel nog eens ter sprake als B.
en W. praeadvies uitbrengen op de
motie-Wilbrink om inplaats van een
bedrag dat telkens wordt vastgesteld,
een vast percentage toe te kennen. Na
tuurlijk komt de kern van deze aange
legenheid, de verhouding van de school
tot deze stad en tot de andere gemeen
ten, daarbij vanzelf aan de orde.
Op telkenen de wijze kwam het so-
ciaal-deemocratisch standpunt inzake
ziekenzorg en andere maatschappij-
nooden-leniging aan het licht bij de
interpellatie Vhn Stralen. Elk element
van plicht der bloedverwanten werd
uitgeschakeld, ook daar waar niet
vaststond of hier van onmacht of ori-
wil sprake was. Naar onze meening
was het jammer dat ook de heer
Heemskerk op zijn pertinente vraag
geen afdoend antwoord kon krijgen.
Het had den schijn alsof het College
in de weigering uitsluitend onwil
zag, terwijl onmacht, althans gedeel
telijke onmacht, aanwezig kan ge
weest zijn. Voor een principieele be-
FEUILLETON.
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
34. Q*—
Hernias' verlegenheid verdween al
meer en meer bij dit genoegelijk spel,
en weldra begon 'hij haar mede te dee-
len, hoe hij dat eenzame leven op den
berg verafschuwde. Hij vertelde haar,
dat Petrus zeJ.f hem geraden had zijne
kracht in de wereld te beproeven, en
deelde haar in vertrouwen mede, dat
hij, als zijn vader genezen zou zijn,
soldaat wilde worden en roemrijke da
den vetpficht-en. Zij betuigde hare in-
genoimmheid met dit besluit, prees
hem en wekte hem er nog meer toe
op. Dan weder berispte zij zijne link-
sche houding, toonde hem met komi-
schen ernst hoe een krijgsman moet
staan, en gaan, noemde zich zijn dril-
meesaer, en verlustigde zich in den
ijver?, waarmede hij zich bereid toonde
haar in alles na te volgen.
Met dit spel vloog de tijd om. Her
mas gevoelde zich trotseh in zijn sol
daten-uniform, en gelukkig door hare
tegenwoordigheid en in het uitzicht
op toekomstige daden.
Sirona was echter zoo opgeruimd,
els anders bij het spelen met de kin-
èiren, en zelfs -de rauwe kreet van
handeling was dit een beletsel, althans
oen moeilijkheid.
Overigens ontbrak het ook hier niet
aan de noodige krachttermen van S.-
D.-zijde, die op het stalen pantser van
de mededeeling van den Voorzitter,
dat de verordening ook in de toekomst
op dezelfde wijze als in het verleden
zal worden uitgevoerd, afstuitten.
Daarmede waren weer een middag
en avond-vergadering zoek gebracht.
WAï DE UOOi ZEGDEN.
V accina tie-gevaren.
Bij het. vaccinatie-probleem, schrijft
„De Rotterdammer", was tot heden
veel meer de hatelijke dwang dan het
gevaar voor de gezondheid in 't ge
ding.
Wel liepen de meeste kinderen door
de vaccinatie voor korten tijd een lich
te ongesteldheid op, maar van ernsti-
gen aard waren de verschijnselen in
den regel niet.
Men kan dan ook niet zeggen, dat
de ouders met. groote vrees de kleine
operatie lieten geschieden. Eigenlijk
daclit niemand er bij, dat de gezond
heid er onder lijden kon en zeker niet,
dat het leven gevaar kan loopen.
Ook deze omstandigheid droeg er
veel loe bij om het verzet tegen de vei*-
pliehte vaccinatie te breken.
Wel vond men den dwang hatelijk,
maar de zegen was niet te ontkennen
en de operatie bleek vrij gevaarloos.
In den laatsten tijd echter brachten
berichten van hier en daar eenige on
rust, welke snel toenam, toen juist in
de provincie Zeeland, waar het verzet
altijd het grootst geweest was, twee
kinderen tengevolge der vaccinatie
stierven en andere ernstig ziek wer
den
Wie zou daaronder onberoerd blij
ven?
Statistieken zijn mooi en nuttig;
maar wat troost het u, dat er slechts
35 kinderen op de 250.000 tengevolge
der inenting sterven, wanneer uw kind
weggedragen wordt?
Tegen een overheidsbevel, dat onze
kinderen aan zoo gevaarlijke experi
menten met dwang onderwerpt, moet
immers verzet groeien.
Het is dan ook van beteekenis, dat
een vrijzinnig blad als de „Middelb.
Crt." dat lacht om gemoedsbezwaren,
thans tot bezinning komt en de vraag
stelt:
,.\loet men de ouders nu toch blijven
dwingen hun kinderen bloot te stellen
aan de mogelijkheid, dat zij tot die uit
zonderingen behooren?
Tegenover het ontwerpen van ge
moedsbezwaren hebben we steeds het
standpunt ingenomen die die moeten
wijken voor het veel grooter belang
van de bescherming der samenleving
tegen een pokken-epidemie, waarvan
men zich de gevolgen niet ernstig ge
noeg kan voorstellen.
Maar de nu weer te Goes aan het
licht gekomen onzekerheid maakt den
stand van zaken anders.' 'Wanneer de
medische wetenschap geen zekerheid
kan geven, dat de inenting in alle ge
vallen zonder noodlottige gevolgen
blijft (de vrijgestelde scrofuleuse kin
deren buiten beschouwing gelaten),
dan rijst er ook twijfel of een verplich
te vaccinatie verantwoord is".
Het is wel meer gebeurd, dat ge
moedsbezwaren van Christelijke zijde
later van vrijzinnigen kant op practi-
sehe gronden gesteund werden. En zoo
is het ook hier.
De. overheid behoort af te blijven
van het lichaam der onderdanen, maar
mag zeker hen niet dwingen om een
operatie te ondergaan, welke blijkbaar
lang niet ongevaarlijk is.
KERK EN SCHbOL.
NED. HEPaV. KERK.
B er o e pén: Te Ahloo, T. Leen-
dertz, te Lobith. Te Knollendam en
Marken-Binnen, K. Hendriks, te The-
singe.
Aangenomen: Naar Niezijl, J.
Juursema, te Britsum. Naar Dussen, .T.
J. Kuyper, em. predikant van Vrees
wijk.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Katwijk aan Zee,
D. Scheele, te Oudewater.
Mirjam, dien de jongeman voor het
gekras van een nachtuil had gehou
den, kon haar slechts voor een oogen-
blik herinneren aan het dreigend ge
vaar, waaraan zij zich blootstelde.
De slaven van Petrus waren reeds
lang ter ruste gegaan, toen het spel
met Hermas haar begon te vermoeien,
en zij hem beval de wapenrusting van
haar man af te leggen en haar te
verlaten.
Hermas gehoorzaamde, terwijl zij
het vensterluik, dat op de straat uit
kwam, voorzichtig opende, en zich tot
hem omkeerende zeide: „Gij moogt
niet door den hof, door dit venster
moet gij naar buiten. Doch daar komt
iemand de straat op. Laat hem eerst
voorbijgaan. Het zal wel niet lang du
ren, want hij schijnt haast te hebben"
Zeef voorzichtig trok zij het luik
naar zich toe en lachte weder, toen zij
zag hoe onbeholpen Hermas te werk
ging bij het losgespen der scheenpla-
ten. Maar op hare vroolijke lippen be
stierf weldra het lachen, toen de tuin-
deura open vloog, en zij de stem van
haar echtgenoot herkende, die de
honden het stilzwijgen, oplegde.
„Voort, voort, om aller goden wil!"
riep zij met bevende stem, doofde de
lamp uit, met eene snelle, tegenwoor
digheid van geest, die de natuur aan
zwakke vrouwen als wapen heeft ver
leend, wanneer zich plotseling een ge
vaar opdoet, drong Hermas naar het
venster en stiet de luiken open. De
jongeman sprong, zonder haar vaar
wel te zeggen, met een vaart op den
weg, en vloog, achtervolgd door het
geblaf der honden, die hij in alle hui
zen deed ontwaken, de straat op in de
richting van het kerkje.
Hij was nog niet halverwege geko
men, toen eene mannelijke gedaante
hem tegemoet kwam. Angstig sprong
hij in de schaduw van een huis, maar
de nachtwandelaar verhaastte nu zijn
schreden eii kwam recht op hem af.
Toen begon hij opnieuw te loopen. De
andere vervolgde hem echter en bleef
hem op de hielen, tot hij buiten het
bereik der huizen was gekomen, en
het bergpad betreden had. Hermas ge
voelde, dat hij vlugger was dan zijn
vervolger, en maakte reeds aanstalt©
om over een rotsblok te springen, dat
hem in den weg lag, toen hij hoorde
dat hij bij zijn naam werd geroepen.
Hij bleef staan, want hij had in do
stem van den man voor wien hij
vluchtte, die van den goeden Paulus
herkend.
„Gij zijt het dus", zeide de Alexan
drijn, en snakte» kuchend naar adem.
„Ja, gij zijt vlugger dan ik. De jaren
hangen lood aan de voeten. Doch weet
gij wat u zulke snelle vleugels ver
leent? Gij hebt het zooeven ondervon
den. Ik bedoel een boos geweten. Van
het uwe is bijzonder veel fraais te ver
tellen! De honden blaften het luid ge
noeg uit in den nacht!"
„Laat ze blaffen", antwoordde Her
mas trotseh, en zocht zich te vergeefs
los te wringen uit de sterke hand van
den Anachoreet, die hem vasthield.
„Ik heb niets kwaads gedaan!"
„Gij zult niet begeeren uws naasten
vrouw", hernam Paulus met hoogen
ernst op zijn zwaren toon. „Gij zijt bij
de schoone vrouw van den centurio
geweest, en uwe samenkomst is ge
stoord. Waar is uw schaapsvel?"
Hermas verschrikte, greep naar zijn
schouder en riep. terwijl hij zich met
de hand voor het voorhoofd sloeg:
Barmhartige hemel ik liet het bij
haar liggen! Nu zal die wreedaard het
vinden!"
„Heeft hij u zeiven dan niet gezien?"
vroeg Paulus met ijverige belangstel
ling.
„Neen, stellig niet"/ zeide Hermas
zuchtend, „maar dat vel
„Zoo, zoo", prevelde Paulus. „Uwe
zonde wordt daardoor niet kleiner.
Maar er dient toch iets gedaan te wor
den. Denk eens, als dit uw vader ter
oore kwam, het zou hem het leven
kunnen kosten".
„En de arme Sirona!" zuchtte Her
mas.
„Laat dat maar aan mij over", ver
volgde Paulus. „Met haar zal ik den
arm wel in 't lid brengen. Daar, neem
mijn schaapsvel. Gij wilt niet?
Waarlijk, wie zich niet ontziet den
echt te breken, die maakt er ook geen
gewetenszaak van den moordenaar
zijn9 vaders te worden. Zóó is het
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 27 Juli 1927.
Het is nog niet zoo bee! lang gele
den, dat hier te lande de sport der
dienstweigering welig tierde, 't Was
tijdens de mobilisatie; de getallen der
genen die weigerden de wapenen te
dragen ter verdediging van liet vader
land liepen eerst wekelijks, daarna
dagelijks de hoogte in, en daaronder
waren vooral vele communisten en
anarchisten.
Doch dit was een specifiek Holland-
sche sport, alleen maar goed voor wat
Lenin genoemd heeft „het landje der
slappe reactie".
In Rusland denkt men er anders
over; daar is mij plus militairiste dan
de ergste militairisten.' Zoo heeft dezer
dagen Kroepskaja (Mevrouw Lenin)
voor een vergadering van onderwijs-
autoriteiten een rede gehouden over:
„De taak der School met betrekking
tot de landsverdediging". Zij wees op
de noodzakelijkheid, om bij de leer
lingen der lagere school belangstel
ling te wekken voor de verdediging
van het land en voor de vraagstukken,
die daarmede samenhangen.
De vurigste militairist uit het
Duitschland van vóór den oorlog zou
het niet anders kunnen zeggen.
OBSERVATOR.
met de hulp in te roepen van de ver
eeniging Mohammaddijah, om de el
lende van de lieden, die alles wat zij
bezaten, verloren, te lenigen.
PROVINCIALE STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
(Vervolg zittilig van gisteren).
Bij de gisteren voortgezette bespre
king over het voorstel van Ged. Sta
ten tot toekenning van een subsidie
ter restauratie van het Spinozahuis te
Den Haag betoogde de heer DREES
(S.D.A.P.) naar aanleiding van het ge
sprokene door den heer Rutgers,
dat in Den 'Haag het Dr. Kuyperhuis
gesticht is en toen van A.R. zijde ge
vraagd is de straat waar het huis
staat, Dr. Kuyperstraat te noemen.
Toen is er niet geredeneerd van den
anderen kant, dat daarmede de denk
beelden van Dr. Kuyper geëerd wer
den.
De heer DE VISSER (C.P.) trok uit
het gesprokene door den heer Ling-
beek de conclusie dat tal van monu
menten door de vandalen zouden moe
ten worden gesloopt. Het standpunt
van den heer Rutgers, die er niet te
gen op ziet zijn denkbeelden op staats
kosten door het bijzonder onderwijs te
verbreiden, begreep spr. niet.
Na de pauze repliceerden de heeren
Kersten, Lingbeek, Bergmeyer, Hof-
mann. waarna het voorstel van Ged.
Staten om een subsidie van ƒ500 te
geven werd aangenomen met 5815
stemmen. Tegen de heeren Lingbeek
(H. St. P.), C. Wamaer (A.R.), Alblas
(H.G.S.P.), Guit (R.K.), Rutgers (A.R.).
Hofmann (R.K.), v. d. Vijver (R.K.).
v. Houdt (S.G.P.), Braat (P.B.), van
Muyswinkel (A.R.)/Bergshoeff (S.G.P.),
Kersten (S.G.P.), Mast (S.G.P.), de Wil
de (A.R.) en Mooynxan (R.K.).
Krankzinnigenverpleging.
Bij het voorstel tot verhooging van
het aantal plaatsen in het krankzinni
gengesticht te Utrecht betoogde de
heer TER LAAN (S.D.A.P.), dat de pro
vincie de verpleging van krankzinni
gen uit handen heeft, gegeven en uit
besteed heeft aan particuliere gestich
ten, die meerdndeels van confessioneel
karakter zijn. Slechts vier niet-confes-
sioneele gestichten zijn er in Zuid-
Holland, n.l. Maasoord te Rotterdam,
Oud Rosenburg te 's-Gravenhage, St.
Joris te Delft en het gesticht Ende
geest. Deze gestichten zijn regelmatig
bezet, zoodat men krankzinnigen moet
onderbrengen in particuliere gestich
ten. Een oplossing zou liggen in uit
breiding van bestaande of bouw van
een nieuw neutraal gesticht. In het
hier gevolgde stelsel is voor dit laatste
een vereeniging noodig. die er niet is.
Komt die er ook niet, dan zal een pro
vinciaal gesticht moeten worden ge
bouwd, tenzij men de pateinten van
goed! Hier aan den schouder wordt
het saamgebonden. En gij zult het
noodig hebben, want gij moet van hier
weg. Niet voor slechts heden en mor
gen. Gij verlangdet zoo om de wereld
in. te gaan; nu zult gij er een proef
van kunnen geven, of gij waarlijk in
staat zijt op eigen beenen te staan. Gij
gaat eerst naar Raïthoe en brengt daar
mijn groet aan den vromen Nikon.
Deel hem mede, dat ik op den berg
moet blijven; want in mijn langdruig
gebed in de kerk ben ik te weten ge
komen, dat ik niet waardig ben het
ambt van presbyter, dat zij mij hebben
opgedragen, te aanvaarden. Vervol
gens laat gij u door een schipper over
de Roode zee zetten, en zwerft rond
langs den Egyptischen oever. Daar
aan de overzijde hebben zich troepen
Blemmyers vertoond,, die gij in het
oog moet houden. Zoodra die wilde ge
zellen beproeven over te steken, om
ons opnieuw te overvallen, moet gjj
de wacht op den bergtop waarschu
wen. Hoe gij de zee weder over en hen
vóór komt, dat is uw zaak. Aclit gij u
zeiven dapper en omzichtig genoeg
om deze taak te volbrengen? Ja?
Dat had ik verwacht! Nu, zoo moge
de Heere met u zijn. Voor uw vader
zal ik zorgen; zijn zegen en die uwer
moeder zullen u geleiden, wanneer gij
oprecht berouw toont en thans uw
plicht doet",
(Wordt vervolgd.)'