NIEUWE LEIDSCHE COURANT
van
ZATER~>An 23 JUL* 1927
TWEEDE BLAD.
=v -■
UIT DE
DE VLAKTE VAN DEN JORDAAN,
EEN SLECHTE KEUZE.
En Lot hief zijn oogen op
Zoo koos Lot voor zich de gan-
sche vlakte van den Jordaan
En Lo t woonde in de steden der
vlakte en sloeg tenten tot aan
Sodom toe.
En de mannen van Sodom
waren boos.
Genesis 13 1013.
Er zijn vele getuigen voor de waar
heid van hel Apostolische woord: „Die!
rijk willen worden, vallen in verzoe
king. en in den strik, en in vele dwaze
en schadelijke begeerlijkheden, welke
Ide menschen doen verzinken in ver-
Iderf en ondergang".
Lot is één van die getuigen.
Riik willen worden is dat niet ge
weest Lot's streven?
Rijk worden. Nooit werd hem een
schooner kans daartoe geboden dan'
nu.
Uit Egypte gingen zij Abram en
zijn huisvrouw en Lot met hem. Zijl
trekken naar 't Zuiden, tot de plaats,,
waar Abram vroeger had vertoefd: tusj
schen Bethel en Ai. 1
Maar die streek werd té eng voor
twee herdersvorsten.
't Gedurig getwist hunner herders,
dreigde den vrede tusschen de twee
bloedverwanten te verstoren, een twist
over weideplaatsen en bronnen.
Grootmoedig komt Abram tot zijn
neef met een voorslag: „Zoo gij 'de
linkerhand kiest zal ik ter rechter
band gaan". 1
Een prachtkans voor Lot, die óók!
Schapen en runderen en tenten bezat.
Dwaas, als hij nu niet zijn eigen be
lang dient.
Geen vruchtbaarder land, geen
heerlijker weiden, geen meer doorwa-
térdë streek dan de vlakte van den
Jordaan.
„Als de hof des Heeren was zij, als
Egypteland."
Een verstandige keuze. Een pien
tere baas, die Lot. Daar zat toekomst
in die streek. Goed gekozen, Lot".
Zoo oordeelt de zakenwereld.
Of 't ook bescheiden was Of hij!
als de jongste aan Abram niet
!de keuze had moeten laten?
Nu ja bescheiden is prachtig,
maar het geeft je geen brood. Met
zulke dingen als bescheidenheid kun
ie in zaken nu eenmaal geen rekening
houden.
En was Lot niet eerlijk als goud
Nam hij niet eenvoudig, wat Abram
hem liet kiezen?
Er viel toch niets aan te merken
op die keuze?
O Lot, waar is uw onbaatzuchtigheid!
en uw grootmoedigheid?
Lot hief zijn oogen op en zóó
koos hij..
Maar dat opheffen ging niet verder',
dan tot den gezichtseinder.
En den hemel déArboven zag!
hij niet.
En de kritiek van den hemel over)
zijn keuze hoorde hij niet.
Die kritiek was: „De mannen van!
Sodom waren boos en groote zondaars
tegen den Heere". De bewoners der
Jordaanvlakte, vooral die van het dal
Siddim muntten uit. boven alle Kana-
anitische stammen in God-tergende
zedeloosheid.
Dkt wist Lot. Evenzoo goed, als hij
de vruchtbaarheid van het land ken
de, moet hij van de zonden van heft
volk geweten hebben.
Lot heft zijn oogen op. Ziet ge niett
Lot, dat het daar voor u niet deugt
Dat de ziel meer is dan 't lichaam
Dat die schoone vlakte een hel
Ides Satans is
2 Petrus 2:7 spreekt van den recht
vaardigen Lot.
Hij diende dus in waarheid den eeni-
gen God. I
FEUILLETON.
Niets menschelijks vreemd
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaitisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
31 O—
Het was ten slotte toch niet anders
geeselriemen op zijn vleesck deed ne
derdalen, om verleidelijke droomge
stalten te verbannen, in weinige dagen
veranderd! Om zijns vaders wil had
hij den berg nog niet verlaten, hij was
echter besloten de wereld niet langer
te ontvluchten, maar haar veeleer op
te zoeken. De verpleging zijns vaders
h.^d hij aan den vromen Paulus over
gelaten, en hij had beneden de rots
omgezworven. Nu eens oefende hij
zich daar in het werpen met de schijf,
dan weder maakte hij jacht op steen
bokken en roofdieren. Soms daalde hij,
doch altijd wel een weinig schroom
vallig, in de oase af, om daar té loo-
pen rondom het huis van den senator,
ten einde Sirona te zien.
Thans werd hij met eene onweer
staanbare kracht tot haar getrokken,
daar hij wist dat zij alleen was. Wat
hij van haar wilde, wist hij zichzelven
eigenlijk niet te zeggen, en volmaakt
duidelijk was hem niets, dan dat hij
wenschte haar vinger nog eens met
den zijnen aan te raken. Of dat zonde
moest heeten of niet, dit was hem vrij
onverschillig. Zonde had men ook zijn
En toch koos hij de gemeenschap!
van de goddeloosheid der Siddim-
dalbewoners. 1
Vindt ge dat niet vreemJd van dien'
Lot?
Liep hij zoo niet de meest tot óns1
vleesch sprekende verzoeking in dei
armen En zoo hij" al sterk was in zijn
God, hij had toch ook nog knechten;
mocht hij die wel blootstellen aan de
doodelijke gevaren, doodelijk voor zie!
én voor lichaam, die hen in zulk een
omgeving van alle kanten moesten be
dreigen Is die keuze niet onverant
woordelijk voor God? i
Maar ddaraan dacht Lot niet. Mooie)
kudden, dkt was zijn lust. Grazige vlak
ten zijn vermaak.
Maar zaken zijn immers zaken.,
't Koninkrijk Gods het wordt ach
tergesteld bij welvaart.
Zijn aardsch beroep zag Lot niet(
als goddelijk. i
En de Schrift toont ons tot waar
schuwing die zonde en haar bitter)
gevolg.
Lot vreesde geen verzoeking, geen
grijpende strik.
En om die zelfs nog te tarten,
ging hij al dichter bij Sodom wonen
Wie de wereld begint te naderen,
door zich in zijn bedrijf, in zijn zaken,,
'in zijn dagelijksch werk te onttrekken
aan de gehoorzaamheid Gods, diei
moet zoo God het niet verhoedt
eindigen, met in die wereld onder te
gaan.
Eerst 't wonen in de Jordaanvlakte.
Toen voor zijn veiligheid (daft
dacht hij tenminste) 'in de steden der;
Kanaanieten.
Dan, tot vlak voor de poorten van
Sodom zijn tenten gespannen.
En tenslotte zit hij in Sodoms poor
ten als een harer burgers, en woont
in een huis binnen haar muren.
En *jn dochters belooft hij' aan
mannen van Sodom. En zijn vrouwi
hecht aan die stad.
Ja hemzelf moest de Heere strakg
dwingen, voor hij uittrok.
Dat is het verzinken in verderf en
ondergang.
En dat alles, omldat hij koos en zijn
eigen voordeel op het oog had.
Is uw keuze als die van Lot
Deut. 30:19: „het leven en den dood
heb ik u voorgesteld, den zegen en»
den vloek. Kiest dan het leven, opdat
gij ieeft en uw zaad, liefhebbende den
Heere, uwen God, Zijner stemme ge
hoorzaam zijnde, en Hem aanhangende)
want
Hij is uw leven en de lengte uwer
dagen.
VREUGDEZANG.
Gij Heer, Die in den hemel woont,
Hoog boven Uwe Schepping troont,
Die- ons formeerde uit het stof,
En alles schiep tot uwen lof,
Wij roemen uwe wondermacht,
Waardoor Gij 't al tot aanzijn bracht;
En sinds dien stond regeert, bestuurt,
En met uw trouwe zorg ommuurt!
In dorre vlakten der woestijn,
Wilt Gij Bescherm- en Schutsheer zijn
Als alle lafenis ontbreekt,
De moede ziel om redding smeekt,
Schenkt Gij uit Uwe volheid Heer,
Genadiglijk verkwikking weer:
Zoodat het harte zich verblijdt,
En vreugdevol zijn dank U wijdt!
Uw werk is altijd wijs en goed,
Al wat Gij in en om ons doet,
Waar ook Uw hand ons henenleidt
Uw we* loopt uit op zaligheid!
Zoo rijst met blijde keelgeklank,
Tot U, o Heer, ons lied van dank!
Opdat door onze vreugdezang
Uw nafrie lof en eer ontvang.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Huizen (N.-H.): P.
J. Steenbeek, te Kampen. Te Vrie-
zenveen: Tj. Tak, te Zevenhuizen
(Z.-H.) en J. C. H. Romijn, t© Workum.
Aangenomen, naar Haarlem
(8ste pred.pl.): F. Postma, predikant
directeur van het Diaconessenhuis te
Haarlem. Naar Eri- a: J. A. Steen
bakker Morilyon Loysen, thans voor
ganger aldaar.
onschuldig spel genoemd, zonde elke
gedachte aan de wereld, waarnaar hij
verlangde, en hij was geheel besloten
de zonde voor zijne rekening te ne
men, teil einde zijn doel te bereiken.
Het wsa ten slotte toch niet anders
dan een schrikbeeld, waarmede men
kinderen bang maakt, en de waardige
Petrus had hem verzekerd, dat hij een
man was, van wien men daden moest
verwachten. In het gevoel dat hij een
ongehoord waagstuk ging beginnen,
naderde hij het venster van de Galli
sche, en deze herkende hem terstond,
want hij werd beschenen door het licht
van de voile maan.
,Hermas!" hoorde hij zacht roepen.
Hem overviel zulk een hevige schrik,
dat hij als aan den grond genageld
bleef staan, terwijl de steenbok van
zip© schouders glee! en hij meende
iat zijn hart ophield te kloppen.
Andermaal riep eene zachte vrou
wenstem: „Hermas zijt gij het? Wat
brengt u zoo laat in den avond tot
ons?"
Hij stamelde onsamenhangende
woorden; doch zij zeide: „Ik kan u
niet verstaan; kom toch wat nader bij."
Onbewust bewoog hij zijnen voet en
trad in de schaduw van het huis tot
aan haar venstér.
Zij droeg een wit gewaad zonder
mouwen, en hare armen kwamen niet
minder helder dan haar kleed tegen
de duisternis uit.
Het hazewind je begon weder te
keffen. Zij bracht het tot bedaren en
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen, te Delft; P. de Smit, te
Boskoop.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. J. G. Harthoorn hoopt op 14
Augustus afscheid te nemen van de
Ned. Herv. Kerk te Scherpenzeel om.
21 Augustus d.a.v. intrede jte doen te
Etten. Bevestiger is Ds. P. C. IJsseling,
te Loenen aan de Vecht.
TOEGELATEN TOT DE BEDIENING
DES WOORDS.
De classis Dokkum der Geref. Ker
ken heeft toegelaten tot de evangelie
bediening don heer D. Zwart, canai-
daat te Öosternijkerk.
BEROEPINGSWERK.
Bij de Rem. Geref. Gemeente te
Hoogeveen, thans wat den dienst des
Woords betreft gecombineerd met die
van Meppel, worden ernstige pogingen
in het werk gesteld, te komen tot be
roeping van een eigen predikant.
EMERITAAT.
Het prov. kerkbest. van Zuid-Hol
land heeft aan Ds. A. Tap, pred. der
Ned. Herv. Gem. te Schiedam, na meer
dan 43 dienstjaren eervol emeritaat
verleend, en aan Ds. W. A. Bronsveld,
pred. der Ned. Herv. Gem. te Brand
wijk c.a., na meer dan 41 dienstjaren
GEEN CANDIDATEN.
Voor het toelatingsexamen aan de
R. H. B. S. te Almelo heeft zich in te
genstelling met alle voorgaande jaren,
geen enkele candidaat aangemeld.
W. VERMOLEN.
De heer W. Vermolen, leeraar aan
de Christelijke Kweekschool te Solo, is
met zijn gezin met verlof in Holland
aangekomen. Zijn voorloopig adres is
Stuyvesantstraat 38, 's-Gravenbage.
HOLLANDSCH-JAVAANSCHE
SCHOOL TE WATES.
Men verzoekt ons mede te willen
deelen, dat hier te lande met verlof
vertoeft de heer P. Offringa, hoofd der
Hollandsch-Javaansche School met
den Bijbel te Wates (residentie Djokja)
Do heer Offringa is eventueel gaar
ne bereid over het zendingswerk me
dedelingen te doen in zendingsbijeen
komsten e.d. D.V. hoopt hij tot Jan.
in ons land te verblijven. Zijn adres is
te Ermelo.
LEGAAT.
Wijlen jonk vrouwe C. A. M. Fabri-
cius van Heukelum heeft aan de .Ned.
Herv. Kerk te Heukelum een legaat
geschonken, groot 10.000, vrij van
successierechten, voor reparatie en
onderhoud van het kerkgebouw.
DE UNIE-COLLECTE.
Het bestuur van de Unie „Een school
met den Bijbel" komt met het ver
zoek de 49ste Unie collecte bij voor
keur te houden in de week van 3 Aug.
aanstaande.
Exemplaren van het Unfeblaadje
no. 61 zijn voor het bezorgen aan de
huizen te verkrijgen bij den secreta
ris Mr. J. Terpstra, Sweelinckstraat
39, Den Haag, door wie ook exempla
ren van ëen brochure van den heer
J. Strikwerda voor 1 Sept. (postrek.
Den Haag 5166 of door girobiljet) toe
gezonden worden.
De ontkerstening van Europa maakt,
steeds meer voortgang, maar er zijn
ook moedgevende teekenen.
Is het niet kostelijk, dat thans in
zoovele landen de behoefte aan het
Christelijk onderwijs, aan scholen met
in ons klein Holland, hebben reeds een
schoolstrijd achter den rug. Maar is
het nu niet merkwaardig om te hoo-
ren, hoe ook in tal van andere landen
hier nog zwak, daar reeds krachtiger
len met den Bijbel opklinkt?
de roep der Christen-ouders om scho-
Zong onze Da Costa:
„Bouwt scholen, in wier schoot het
Evangeliezout
Uit on- en bijgeloof een dier'bre jeugd
behoudt"
die klanken verneemt gij thans ook
in Duitschland, in 't Vlaanderenland,
vroeg vervolgens aan Hermas hoe het
zijn vader ging, en of hij ook wijn
noodig had.
Hij antwoordde dat zij goed was,
engelachtig goed; dat de kranke we
der geheel bijkwam, en dat zij hem
veel te veel van hare goede gaven had
geschonken. Wat beiden verder spra
ken, mocht ieder hooren; toch fluister
den zij, alsof het over verbodene din
gen handelde.
„Wacht even", verdocht Sirona, en
verdween in d.e kamer. Een oogenblik
later verscheen zij weder en zeide op
zachten, 'treurigen toon Ik wilde u
uitnoodigen binnen te komen, maar
Phoebicius heeft do deur gesloten. Ik
bon geheel alleen. Houd de flesch om
hoog, opdat ik haar door het venster
uit de kruik vuile'.
Bij deze woorden bukte zij naar de
groote wijnkan. Zij was sterk, maar
de kruik scheen haar heden veel moei
lijker op te tillen dan op andere dagen,
en zuchtend zeide zij: „De amphora
is mij te zwaar".
Hij hief de hand naar het venster
op; wederom raakten hare vingers de
zijne aan, en weder had hij hetzelfde
zalig gevoel, waaraan hij dag en nacht
had gedacht, ^edert hij het voor de
eerste maal had ondervonden.
Op dit oogenblik kwam er beweging
in het tegenoverliggende huis. De sla
ven stonden van den maaltijd op. Si
rona wist wat er plaats had. Zij
schrikte en riep, terwijl zij angstig
naar de deur van den senator wees:
in Frankrijk, en Zwitserland, in Oos
tenrijk en Hongarije, in Noord Ame
rika en Zuid Afrika.
Overal wordt het Christenvolk wak
ker en gaan de oogen open voor het
cntzettend gevaar, dat van de gods-
dienstlooze openbare school voor het
dierbaar kroost dreigt.
Het is ook in dit opzicht een merk
waardige tijd, waarin wij leven.
In dezen over heel de wereld ont-
wakenden strijd om de gewetensvrij
heid in de opvoeding staat ons klein
Holland aan de spits. In al die landen
ziet men naar Holland, vraagt men
naar de inrichting en verzorging van
het Christelijk onderwijs in Neder
land.
BINNENLAND.
DE EERSTE PASSAGIERSVLUCHT
AMSTERDAM—BATAVIA EN TERUG
Naar het Haagsche Aneta-kantoor
vernam, is bij de K.L.M. bericht ont
vangen, d.d. 21 Juli dat het Fokker
vliegtuig dien dag om 6.4 uur v.m.
uit Aleppo vertrokken is en om 13.45
uur te Constantinopel aankwam.
Getracht zou worden gisteren door
te vliegen naar Neurenberg, dat 650
KM. verder ligt dan Boedapest.
Sofia gepasseerd.
Naar het Haagsche Aneta-kantoor
verneemt, is bij de K.L.M. bericht ont
vangen van den consul te Sofia, dat
het Fokkervliegtuig daar Vrijdag om
10 uur 45 is gepasseerd.
Te Boedapest geland en weer
vertrokken.
Naar het 'Haagsche Aneta-kantoor
verneemt, is bij de K.L.M. bericht onU
vangen, dat het Fokker-toestel uit Ba
tavia Vrijdagmiddag halfdrie te Boe
dapest is aangekomen, waar het ben
zine en olie heeft opgenomen, om ver-
i volgens tien minuten voor vier van
daar te vertrekken naar Neurenberg.,
Te Neurenberg aangekomen.
De directie van de K.L.M. deelt me
de, dat het Fokker-vliegtuig, na een
vlucht van 13 Va uur, de rustpooze te
Boedapest niet medegerekend, te Neu
renberg is aangekomen.
Dit is de langste reis op de heenreis
en den terugtocht gemaakt.
- Wolff meldt nog uit Neurenberg, dat
het Nederlandsche Fokkervliegtuig,
met de piloten Geysendorffer en Schol-
te en den Amerikaanschen millionnair
van Lear Black aan boord tegen half-
negen op het Fuerther-vliegterrein is
geland.
Het vliegtuig was om zeven uur in
den morgen uit Constantinopel ver
trokken. Er deden zich tijdens de
vlucht geen bijzondere gebeurtenissen
voor.
Hedenmorgen tegen 11 uur gaat het
weer verder.
De ontvangst te Schiphol.
De directie telefoneerde met Geysen
dorffer en sprak af dat het vliegtuig
heden (Zaterdag) precies 4 uur boven
Schiphol zal komen. De route over Ne
derland gaat via Nijmegen, Soester-
berg en Loenen naar Schiphol. Vlieg
tuigen zullen het Fokker-vliegtuig te
gemoet vliegen en begeleiden naar
Schiphol, waarbij'■een K.L.M.-vliegtuig
met radio het wachtende Schiphol op
de hoogte houdt.
Naar de directie meedeelt, wordt op
Schiphol aan alle opvarenden van het
K.L.M.-vliegtuig een grootsche ont
vangst voorbereid.
Op het vliegveld zal geëxposeerd
worden een door de Kon. Delftsche
Aardewerkindustrie „De Porceleine
Flesch" ontworpen tegel, groot 44 cM.
lang 12H cM. breed, voorstellend een
Fokker-verkeersvliegtuig in de lucht,
uitgevoerd in blauw en geel, zwevend
voor een witte wolk, in het midden
van den tegel omringd door eenige
andere kleinere vliegtuigen en op den
voorgrond een Nederlandsch land
schap aan zee; op den achtergrond
water, waarop eenige stoomschepen.
lExposante is de fa. N. F. van Gelder
Co., v.h. Maintz Co., Amsterdam.
DE WETHOUDERSVERKIEZING TE
HAARLEM.
Men meldt uit Haarlem:
Naar wij vernemen, zijri de leden
van de R.K., AJR., C.H., en Vrijz.-Dem.
„Bij allo goden, zij komen, en wan
neer zij u hier opmerken, ben ik ver
loren".
Hermas overzag, terwijl hij scherp
luisterde naar hetgeen er in het an
dere huis gebeurde, met een snellen
blik den hof. Zoodra hij begreep, dat
het onmogelijk zou zijn de meer en
meer naderende slaven van Petrus te
ontloopen, riep liij Sirona gebiedend
toe: „Ga achteruit 1" en sprong door
het venster in het vertrek van den
Galliër.
Op hetzelfde oogenblik ging de deur
van den senator open en liepen de sla
ven den hof in, Mirjam de eerste van
allen. Vol verwachting overzag zij de
groote ruimte, om met hare oogen te
zoeken. Zij zag zich teleurgesteld; hij
was er niet. Toch had zij hem hooren
binnenkomen, en de deur had zich
niet andermaal geopend; dat wist zij
stellig en zeker.
Eenige slaven begaven zich naai
den stal, andere gingen de poort door
de straat op, om van de avondkoelte
te genieten. Zij zetten zich in groepen
op den grond, keken naar de sterren,
babbelden en zongen.
De herderin bleef alleen in den hof
achter, en doorsnuffelde dien in alle
hoeken, als zocht zij een verloren
kleinood. Zij keek zelfs achter de mo-
lensteenen en de donkere schuur,
waarin de werktuigen der steenhou
wers bewaard werden. Eindelijk bleef
zij staan en balde de kleine vuisten.
In weinige vlugge sprongen stond zij
raadsfractie van gevoelen dat er geen
vijfde wethouderszetel moet worden
geschapen en dat de heeren. Heerkens
Thijssen (R.K.), mr. A. Bruch (A.R.),
mr. M. Slingenberg (V.D.) en M. A. Rei-
nalda (S.D.A.P.) als wethouder dienen
herkozen te worden. Waar genoemde
raadsfracties 20 stemmen, dus één
meer dan de helft, uitbrengen in den
raad, ligt het voor de hand, dat het
oude college van B. en W. in Septem
ber zal worden herkozen. Intusschen
heeft zich hieromtrent de R.K. raads
fractie alleen nog maar formeel uitge
sproken. De anderen moeten nog ver
gaderen.
DE MOEILIJKHEDEN VAN PETTEN.
De Bank van Nederlandsche Gemeen
ten heeft aan de gemeente Petten een
leening van 14.000 toegezegd tegen
een rente van 5 pCt. en een koers k
pari. De voorwaarden, welke door de-
Bank zijn gesteld, zijn door den ge
meenteraad aanvaard, meldt de Maas
bode, zoodat onderscheidene nog te
betalen posten van vroegere dienstja
ren eerlang kunnen worden vereffend.
AUDIëNTIE COMM. DER KONINGIN.
De commissaris der Koningin in de
provincie Zuid-Holland is verhinderd
a.s. Woensdag 27 Juli audiëntie te ver
leen en.
GEHUWD ZONDER TOESTEMMING.
Een binnenkort te verwachten leger
order bevat een ministerieele beschik^
king, waarbij bepaald wordt, dat ge
wezen marechaussées, die destijds we
gens huwen zonder toestemming van
het wapen zijn verwijderd om bij het
korps van herkomst de marechaussée
verbintenis uit te dienen, indien zij
daartoe door een schriftelijk verzoek
aan den korpscommandant de wenscli
te kennen geven, van hun verbintenis
kunnen worden otnslagen, indien hier
tegen overigens geen bedenkingen be
staan.
GED. STATEN VAN Z.-HOLLAND.
In de openbare vergadering van Ged.
Staten van Zuid-Holland op Maandag
25 Juli a.s. zal in behandeling komen
het .beroep vap G. Voorburg te Zeven
hoven tegen het besluit van.de ver-
eenigde vergadering van het Hoog
heemraadschap van Rijnland van 1
Juni 1927 tot niet-toelating van hem
als hoofdingelajid-plaatsvervanger van
Rijnland. Rapporteur is de heer J. H.
A. Schaper.
Voorts het beroep van M. Frankhuy-
zen en 7 anderen te Hoogmade, tegen
het besluit van den Raad der gemeen
te Woubrugge d.d. 17 Februari 1927 tot
opheffing van de openbare lagere
school no. 2 te Hoogmade.
Rapporteur is de heer Th, Heukels.
Ged. Staten van Zuid-Holland heb
ben ongegrond verklaard het beroep
van A. J. van Wezemael te Gorinchem
tegen het besluit van den Raad dier
gemeente tot niet-toelating als lid van
dien Raad en dat aan W. de Ruijter
te Boskoop tegen niet-toelating van
hem als lid van den Raad van laatst
genoemde gemeente.
MINISTER LAMBOOT.
Minister Lambooy zal Donderdag 28
dezer een verloftijd in het buitenland
gaan doorbrengen.
ORDEVERSTORENDE STATEN
LEDEN.
Blijkens de Memorie van Beant
woording van het verslag der commis
sie van rapporteurs, omtrent het afdee-
lingsonderzoek van de provinciale
begrooting van Zuid-Holland voor '28,
achtten Ged. Staten in antwoord op
een desbetreffende vraag het oogen
blik niet gekomen om, ten einde tegen
leden, die ernstig de orde in de verga
dering verstoren, krachtiger te kun
nen optreden, een voorstel tot wijzi
ging van het reglement van orde voor
de vergaderingen der Provinciale Sta
ten aanhangig te maken. In de om
standigheid^ dat gemeld reglement
aan den voorzitter geen andere be
voegdheid tot handhaving der orde
geeft, dan de vergadering voor een,
door hem te bepalen tijd te schorsen,
moge aldus Ged. Staten een
prikkel gelegen zijn voor de leden om
'ordeverstoringen te vermijden.
in den schaduw van het liuis, waarin
de Galliërs woonden. Tegenover Siro-
na's venster lag de door Hermas ge
schoten steenbok. Zij betastte het dier
haastig met de fijne naakte teenen,
maar weldra trok zij den voet met een
lichte huivering terug, want zij had de
versche nog bloederige wond van lïet
dier aangeraakt. Zij zeide tot zicli-
zelve, dat hij het dier geschoten en
hier neergeworpen moest hebben, en
dat hij nog niet ver van hier kon zijn.
Thans wist zij waar hij toefde. Zij
beprgefde te lachen, omdat de smart
die zij ondervond, haar te brandend
lieet scheen om die door tranen te
kunnen blusschen. Met dit al verloot
zij toch hare tegenwoórdigheid van
geest niet geheel en al. „Zij zijn in het
donker', dacht zij, ,en zullen mij zien
wanneer ik onder het venster ga staan
om te luisteren. Toch moet ik weten
wat zij te samen doen."
Fluks keerde zij de woning van den
Galliër den rug toe, trad in den hel
deren maneschijn, bleef daar een
oogenblik staan, en ging vervolgens
het slavenverblijf binnen. Weinige
oogenblikken later sloop zij achter de
molensteenen, en kroop van daar zon
der geritsel als een slang over den
grond langs de in den donkeren scha
duw liggende fundamenten van het
huis van den centurio, om onder het
venster van Sirona te blijven liggen.
Haar hart klopte zoo luide, dat het
hare scherpe ooren moeilijk viel te
luisteren. (Wordt vervolgd)
SCHRIFTEN