Tcef-kIEn "school"
WH DE ELKöEM ZEGGEH.
Niets nranscEieliiks vreemd
TWEEDE BLAD.
Nieuwe Leidsche Courant
WOENSDAG 20 JULI 1927
Snterpellatierecht der Prov.
Staten.
Mr. H. Vos, zet in het Weekbl. vooil
Gemeentebelangen uiteen, dat een!
j voordracht van Gedeputeerde Staten!
aan 'de Kroon tot vernietiging van een'
plaatselijke verordening, als thans met
betrekking tot 'de gemeentelijke huur-
beperkingen is geadviseerd, niets an
ders is dan een onderdeel van het
aan 'dat college opgedragen zelfbe
stuur.
Zii! treden hiérbij' niet op, als or
gaan van het provinciaal huishouden^
maar als orgaan van het rijksbelang}
omdat hun voordracht strekt tot be
vordering der handhaving van wet of
al| gemeen belang.
Zoo ergens „dan treden zij1 hier opi
als „werktuigen dei- algemeene regee-
ring". i
Naar tien geest zoowel als naar dé,
bedoeling van art. 163 is dus deze
functie aan hét interpellatierecht der
Prov. Staten onttrokken.
Intusschen art. 163 Prov. wet!
noemt onder de artikelen, waarin del
handelingen, van Ged. Staten omschre-
,ven worden, waarvoor zij verantwoor
ding schuldig ztjn aan de Staten, uit-
drukkelijk art. 161, in welk artikel!
aan Ged. Staten wordt opgedragen,
het toezicht op tie gemeentebesturen,.
bii„lde artt. 143147 aan de Prov.
Staten toegekend, en tot deze laatste
artikelen behoort ook art. 146, dat! vart
de voordracht aan 1de Kroon tot Ver
nietiging van plaatselijke verordenin
gen, melding maakt. 1
Het noemen t an art. 161 in art. 1631
is !dus in strijd met den opzet van dit!
'.artikel, want art. 161 is slechts een;
onderdeel van art. 151 (sinds 1905 jo.
art. 128), 'dat men art. 163 uitdrukken
/lijk heeft willen uitsluiten.
"De verklaring dezer tegenstrijdig-
heden ligt in de bewoordingen van!
art. 141 der Grondwet van 1848, waai4,
het toezicht op de gemeentebesturen;
j voor de daar genoemde besluiten, werd
opgedragen aan de Prov. jStaten.
Kan 'deze groncïwe11elijÜce redactie
gebonden, heeft ook de Provinciale!
i,wet in 'de art. 143147 dit toezicht!
aan 'de Staten moeten opdragen, maait
heeft zijj wegens "de ongeschiktheid 1
j.van dit ooilege voor 'de uitoefening
jvan een functie als deze, dat toelr*>«^
j.bij art. 161 weer overgedragen op
IjGekL Staten.
Aldus werden GeU. Staten bij do
j;uitoefening van dit toezicht als het'
ware het orgaan van de Prov. Stallen,,
jhq^eïg op, .toojdi '31ssiluluoo op"
[hun bestuur uitoefenen", gelijk de luen
(boven aangehaalde memorie van toe-
dichting op art. 163 het uitdrukte, ens
,was de wetgever verplicht, art. 161
.onder de in art. 163 genoemde art'ike-
den op te nemen.
Sinjds 1887 echter Iheeft de Grond
wet iïi het tegenwoordig art. 146 het!
-toezicht op de gemeentebesturen recht!
;streeks aan Gea. Staten opgedragen.
Sindsdien hebben Geel. Staten "bij de
uitoefening van dit toe-zicht opgènoü-
l'iden te zijn, wat zij: naa:r de fictie dei"!
jProv. wet waren, orgaan van de Prov".
Staten,maar zijn zij dasirbij, ook naar
'.ons positieve staatsrecht, geworden
'orgaan Van het Rijk, „werktuigen der
algemeene regeering.
Sinds 1887 heefi dus de vermelding,
j.van art. 161 in art. 163 dier Prov. wet;
[geeftzin meer.
De wetgever van 1905 heeft bij dö
herziening van de Prov. wet dit punt
lover het hoofd gezien en verzuimd! art.
{,161 in art. 16o te schrappen,
v Is dus de interpellatie, die op 6 Juli
11.1. in de vergadering vara de Stalen
fvatti Zuid Holland gehouden is, tor-
meel met den tekst van art. 163 Prov.
wet te rijmen, zij heeft zekér, nooit nu
'de bedoeling van den wetgever gele
gen, zij is sintis 18S7 met de tekstver
andering in art. 146 der Grondwet
^uitdrukkelijk in strijd en kaai alleen
nog worden gegrond op een door den
wetgever in 1905 met betrekking tot
art. 103 Prov. wet gepleegd verzuim.
Schr. herinnert er aan, dat de in het
bij Kon. boodschap van 4 Maart l.L
ingediende ontwerp van wet tot wij
ziging en aanvulling van de Prov. wet
deze fout wordt hersteld. i
Ged. Staten treden bij een voor
dracht tot vernietiging eener plaatse
lijke verordening on als adviseur vaö
de Kroon, en cle motieven, dié
hen bij dit advies leiden, zijn bestemd
voor de Kroon alleen. Het gaat niet
aan, en het is zeker met het stelsel
van ons Staatsrecht in strijd, over jdat
advies en de daarbij aangevoerde mo
tieven een openbaar debat uit té
lokken in de vergadering der Prov,-
Staten, waarin als woordvoerders, uit|
den aard der zaak, uitsluitend of in
de eerste plaats die leden optreden,
die tevens lid zijn van het bestuur 'den
betrokken gemeente, en wier toeleg
het. alweder uit den aaiti der zaak,!
,is de Kroon van tie door Ged. Stateni
.voorgedragen vernietiging terug tel
houden.
Zedenmisdrijven.
Het Centrum driestart
Verschenen is de Crimineele Statis
tiek over 1925.
Na cle hooge cijfers van de jaren 1918
1920 ,trad met 1921 een teruggang in,
welke zich ook in 1925 handhaafde.
Helaas echter niet voor de zeden
misdrijven. Deze zijn wederom in om
vang toegenomen. De cijfers der op
eenvolgende jaren geven een veront
rustend beeld. Bedroeg het aantal ver
oordeelden in '1913 nog 400, in 1921 was
het al gestegen tot G72. En helaas, die
stijging gaat door. In 1922 waren er
673 veroordeelingen, in 1923 756, in
1924 829, in 1925 895.
Het is mogelijk, en wij hopen het,
dat op deze stijging invloed kan gehad
hebben een meer intensieve vervolging
van deze afschuwelijke delicten. Maar
zelfs al neemt men dit in aanmerking,
uan spreken toch deze cijfers van een
droevig zedenverval.
Dit blijkt vooral, wanneer men de
cnderdeelen dezer statistiek be
schouwt.
Wanneer wij het gemiddeld percen
tage van de jaren 19111915 vergelij
ken /met liet percentage van 1925, dan
zien wij, dat berekend per 100.000 in
woners, stegen de veroordeelingen
van 15.22 tot 19.01
van 22.34 tot 48.87
van 83.53 tot 133.05
van 203.32 tot 385.42
van 15.54 tot 104.54
wegens:
verkrachting
kinderverkrach -
ting
feitelijke aan
randing-
met bewusteloo-
zen of kind.
met minderj. v.
hetzelfde gesl.
(1. ouders, voog
den, onderw. van 20.72 tot 33.94
Vooral de stijging bij de voorlaatste
cijfers wijzen op een bedenkelijk ver
val van zeden.
En dan bedenke men vooral, dat dit
een statistiek is niet van misdrijven,
maar van veroordeelingen!
Hoevele van cleze misdrijven blijven"
om allerlei redenen, onopgespöord!
NED. HERV. kerk.
Beroepen, te Haarlem (8ste pred-
pl., voor den arbeid in het Diacones-
sénhuis): F. Postma, predikant-direc
teur van het Diaconessenhuis te Haar
lem. te Werkendam (toez.): B. Tuin-
stra, te Beesd. Te .Maartensdijk: E.
V. J Japcheii, te Kockengen. Te
ïlaulerwijk: de heet J. Douvves, eand.
te Groningen.
Bedankt voor het beroep naar Bir-
daard: A. Steeubeek, te Dorkwerd.
GEREF. GEM.
Bedankt, voor Grand Rapids .Mi
chigan): M. Hofman, te Krabbendijke.
EVANG. LUTH. GEM.
Drietal, te Stadskanaal: H. L.
Boerlijst, te Amsterdam; P. H. Bor
ders, cand. te Amsterdam; en H. C.
Zwahler, te Den Haag. Te Groede:
P. II. Borgers, cand. te Amsterdam; J.
P. van Heest, te Deventer; en J. Berg
man, te Leeuwarden.
FEUILLETON.
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïiisch
v Schiereiland omstreeks het jaar 300.
[28. o—
s M'eer dan. eenmaal toch had
[de nieuwsgieriger herderin hen
beluisterd wanneer zij, vóór het
krieken van den morgen, met hare
geiten het gebergte optrok, en haar ter
oore was gekomen, dat de Mithras-
dienaars bun nachtelijk feest vierden.
Daar viel haar opeens in dat Sirona
j alleen was, en dat het late bezoek van
'•Hermas misschien haar en niet den
(senator gold. Zij schrikte; haar hart
Jdeed haar pijn, en gelijk altijd, wan-
-neer eene heftige gemoedsbeweging
ihaar aangreep, werd zij door hare
hartstocht medegesleept, zoodat zij
alle heerschappij verloor over haren
wil. Zij sprong overeind en stond reeds
bij de deur, toen de stem van den se-
•nator haar terughield, om haar het
onbetamelijke van haar gedrag onder
jhet oog te brengen.
De kranke dien zij verpleegde lag
inog altijd met de koorts, een gevolg
van de ontsteking der wond. Zij wist
dat zij alle berisping zou ontgaan,
.wanneer zij op de strenge vraag van
haar meester zou antwoorden, dat
Anubis haar hulp noodig had. Doch
zij had nooit gelogen, en trotschheid
verbood haar ook onwaarheid te zeg
gen. De andere slaven verschrikten
toen zij den senator ten antwoord gaf:
„Ik kan het hier niet uithouden. De
maaltijd duurt zoo lang!"
Petrus keek door het venster naar
buiten, en toen hij bemerkte hoe hoog
de maan reeds stond, schudde hij het
hoofd, als verwonderde hij zich over
zichzelven, sprak, zonder verdere be
risping, het dankgebed uit, gaf den
slaven door een teeken te verstaan,
dat zij de zaal konden verlaten en
trok zich in zijn kamer terug, nadat
hij zijn kinderen, waaronder alleen
Poly carpus .werd gemist, eene nacht
kus had gegeven.
Hij bleef daar niet lang alleen.
Vrouw Dorothea, nadat zij met hare
dochter Marthana en den hofmeester
alle beschikkingen had gemaakt voor
den volgenden dag, en in het slaap
vertrek harer jongste kinderen een
vriendelijken blik had geslagen op
hen, die daar zoo vreedzaam sluimer
den, hier eeij dek je, daar een klein
hoofdkussen recht schikflbnde over
schreed den drempel van zijn vertrek
en riep hem bij den naam.
Petrus bleef staan, keek om, en uit
zijne ernstige oogen stroomde thans
zijne gade een overvloed van dankba
re teederheid tegemoet.
Dorothea kende het goede hart van
den strengen man en knikte hem toe,
ten teeken dat zij ham begreep. Doch
eer zij tijd had om te spreken, zeide
hij: „Kom maar dicht bij! Het drukt
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Zondag had in de Geref. Kerk te
Dronrijp de bevestiging plaats van
cand. S. Wouter s. Als bevestiger
trad op Ds. J. H. Lammertsma, van
Appingedam, die als tekstwoord be
handelde Maleachi 2:7.
's Namiddags verbond Ds. S. Wou
ters zich aan zijn gemeente, prediken
de over 1 Cor. 1 23 en 24.
Namens den Kerkeraad werd de jon
ge leeraar toegesproken door ouder
ling jvi. Miedema, namens de classis
Leeuwarden door Ds. den Houting,
van Huizum (Leeuwarden).
Na een vacature van zes jaar
werd Zondagmorgen Ds. K i e h 1, over
gekomen van Hoorn, in de Ned. Herv.
Kerk te Echteld in het ambt bevestigd
door Ds. Bleeker, van Abcoude, die
sprak naar aanleiding van 1 Mor. 3
vers 10—15.
Des namiddags deed Ds. Kiehl zijn
intrede, handelend over Hom. 10 12.
Na de gebruikelijke toespraken, o.m.
tot zijn bevestiger, die hem thans voor
de vijfde maal tot zijn werk inleidde,
werd Ds. K. toegesproken door een af
gevaardigde van de Ned. Herv. Ev. te
Hoorn en vervolgens door Ds. v. Eist
uit IJzendoorn. Staande werd hem Ps.
132 6 toegezongen.
De bevestiging en de intrede van
den heer W. J. Kooiman in de Ev.
Luth Kerk te Veendam is bepaald op
Zondag 14 Augustus. Bevestiger is Ds.
P. Groote, van Amsterdam. Ook Ds.
J. Kooiman van Hollandscheveld
boopt het woord te voeren.
Ds. Y. K. V e 11 e n g a hoopt 28
Augustus afscheid te nemen van de
Geref. Kerk te Oosterzee, om 4 Sept.
d.a.v. intrede te doen te Meppel. Be
vestiger is Ds. B. Hagenaar, te Meppel
Zondagmorgen bevestigde Prof.
Dr. G. Ch. Aalders, van Hilversum,
cand. A. A. v. d. Leer in de Geref. Kerk
te Oosterend Texel met een predikatie
over Ez. 3 1721. Des middags ver
bond Ds. A. A. v. d. Leer zich aan de
gemeente met een predikatie over
Psalm 12269: Het gebed van Jeru
zalem: De inhoud, wat tot dit gebed
dringt en de belooning. Daarna richtte
co jonge leeraar zich tot Prof. Aalders,
Ds. Steen en Ds. Zwaan, van Den Hel
der (niet aanwezig), den Kerkeraad en
eandidaat Bos. Door ouderling Eelman
werden tot hem hartelijke woorden
gericht, terwijl de gemeente hem toe
zong cle zegenbede uit Psalm 134 3.
Ds. L. J. Wesseld ij k te Wan-
neperveen hoopt Zondag 31 Juli a.s.
afscheid te nemen van de Ned. Herv.
Gem. aldaar en Zondag 7 Augustus
zijn intrede tb doen te Opwierde, na
bevestigd te zijn door Ds. A. G. F. Smit
van -Medemblik;
Ds. G. KOPPENAAL.
In den loop der maand Juli heeft de
kerkeraad der Geref. Kerk in hersteld
verband te Zandvoort beroepen Ds. C.
Koppenaal, voorheen predikant bij de
Geref. Kerk te Monnikendam. Deze
beroeping geschiedde onder de na
drukkelijke stipulaties, dat hij niet
werd beroepen tot den gewonen amb
telijken dienst in. de kerken van het
hersteld verband maar tot bediening
van Woord en Sacramenten in deze
kerken of tot den arbeid in plaatsen
waar de Geref. Kerk nog niet tot dit
verhand is toegetreden en dat dier.svol
gens het honorarium niet voor reke
ning der beroepende kerk komt.
Zondagavond vond de bevestiging
plaats door Ds. H. C. v. d. Brink te
Zandvoort.
Ds. R. MIBDELVELD.
Heden viert Ds. R. Middelveld, Ge
ref. predikant to Hoogkerk, zijn zilve
ren ambtsjubileum.
De jubilaris wercl 29 April 1873 ge
boren en studeerde aan de Theol.
School te Kampen om 20 Juli 1902 te
Hijum in het predikambt bevestigd te
worden.
Na 5 jaar vertrok 'de jubilaris naar
Nieuw-Buinen, welke standplaats hij
22 Dec. 1912 met zijn tegenwoordige
verwisselde.
De jubilaris is deputaat vanwege de
classis Groningen voor de Theol.
School, de Vrije Universiteit en de
Heidenzending en consulent van
Aduard.
Gistermiddag recipieerde de jubila
ris, terwijl hedenavond een herden
kingssamenkomst zal worden gehou
den. '7' 'V
mij hier zwaar, en uw deel van den
last mag u niet ontgaan".
„Geef het dan maar hier", haastte
zij zich te zeggen. „Het slanke meisje
is een breed geschouderde vrouw ge
worden, opdat het haar lichter zal
vallen haren hëer de velerlei lasten
des levens te helpen dragen. Maar ik
ben inderdaad zeer bezorgd. Reeds
vóór wij naar de kerk gingen is u iets
onaangenaams bejegend, en dat niet
alleen in de raadsvergadering. Er
moet met de kinderen iets niet in orde
zijn".
„Wat gij toch voor oogen hebt!"
zeide Petrus.
„Leelijke grijze", hernam Dorothea,
,.en ze zijn niet eens bijzonder scherp.
Maar wat ulieden aangaat, de kinde
ren en u, dat kunnen zij in donker
waarnemen. Gij zijt over Polycarpus
niet tevreden. Gisteren, toen hij naar
Raïthoe reed, hebt gij hem aangezien,
zoo.zooja, hoe zal ik het zeg
gen! Ik kan mij wel begrijpen waar
over het is, maar ik geloof dat gij u
noodeloos ongerust maakt. Hij is jong,
en eene zoo wonderschoone vrouw als
Sirona
Petrus had tot hiertoe zijne vrouw
zwijgend aangehoord. Thans vouwde
hij de handen samen en zeide, haar in
de rede vallende: „Waarlijk dat gaat
niet zoo het behoort; maar ik moest
dat kunnen begrijpen. Wat ik u in
eene stille ure wilde toevertrouwen,
dat vertelt gij mij, alsof het eene lang
bekende zaak was.
j. louwerier.
Zondag heeft de heer J. Louwerier,
oud-zendeling te LTtrecht, herdacht,
hoe hij 60 jaar geleden door het Ned.
Zend. Genootschap te Rotterdam is
afgevaardigd naar de Minahassa. De
ordening en afvaardiging geschiedde
door zijn leermeester Ds. H. L. Vinke.
Op de jaarlijksche vergadering van
het Ned. Zend. Genootschap werd hij
reeds gehuldigd. Ook Zondag heeft
het hem aan bewijzen van belangstel
ling niet ontbroken. Namens het
hoofdbestuur van het genootschap
werd gecomplimenteerd door den voor
zitter, Dr. C. W. Th. Baron van Boet-
zelaer van Dubbeldam, die als aan
denken aan dezen dag een boekwerk
aanbood.
Ds. W. HULSBERGEN, f
Maandagnacht is overleden, 64 jaar
oud, Ds. W. Hulsbergen, predikant hij
de Ned. Herv. Gem. te Noordlaren,
tengevolge van een val van een fiets.
EEN PREDIKANT-BRANDROEPER.
In de gemeente Broek in Waterland
vigeert een verordening, waarbij be
paald is, dat alle mannelijke ingeze
tenen van 18 tot 50 jaar verplicht zijn,
om de een of andere funétie bij de
plaatselijke brandweer te vervullen.
De vroegere Hervormde predikant
aldaar, nu wijlen ds. Cremer, was zelfs
op zijn eigen verzoek eenigen tijd als
pomper aan de handbrandspuit ver
bonden.
Nu hebben B. en W. (die cle benoe
mingen doen) den iegenwoordigen
predikant, ds. Rensink, tot brandroe-
per aangewezen.
DOOPSGEZINDE PREDIKANTEN.
De tweede vergadering der Alg. Ned.
Doopsgezinde Predikanten Vereeni-
ging zal gehouden worden te Leeuwar
den op Dinsdag 13 September e.k. on
der leiding van ds. A. Binnerts Sz. te
Haarlem. Ds. F. Kuiper van Amers
foort zal spreken over „Openbaring"
en ds. W. Koekebakker van Dordrecht
over „De taak van den leeraar eener
Doopsgezinde gemeente bij de voorbe
reiding tot het lidmaatschap".
BE ZENDING DER GEREF. KERKEN
IN BANJOEMAS.
Een commissie, benoemd door den
kerkeraad der Geref. Kerk van Rot
terdam, heeft geadviseerd onverwijld
over te gaan tot de benoeming van een
tweeden missionair dienaar des
Woords in de residentie Banjoemas
(Java) tot bijstand van den miss. die
naar Dr. B J. Esser.
Wordt deze tweede dienaar ein 1 1927
gevonden, dan zou hij eind 1929 op
Java kunnen zijn en daar, na eenige
studie, onder leiding van Dr. Esser, zich
in de toestanden kunnen inwerken.
Indien Dr. ,Esser dan na zijn verlof in
1930 niet meer naar Indië zou terug-
keeren, zou hij dezen aldaar, voorloo-
pig alléén, kunnen vervangen.
SCHOOL» EN WERKTUINEN.
Het bestuur der Centrale Vereeni-
ging voor School- en Werktuinen heeft
besloten 5 en 6 Augustus te Amster
dam een cursus voor leiders van
school- en werktuinen te doen houden.
Den eersten dag zal de heer Jac. P.
Thijsse een inleiding houden over:
„Tuinen en kinderen", en mej. S. Hey-
mans, secretaresse der Amsterdam-
sche Vereeenging voor Schoolwerktui-
nen, over: a. De lagere school zonder
school werktuinen; b. De lagere school
met schoolwerktuin.
Den tweeden dag zal de heer A.
Schuttevaer, rijkstuinbouwconsulent,
inleiden:„De school- en werktuin voor
de stad en voor het platteland", en de
heer J. R. Koning, voorzitter der Cen
trale Vereeniging, over: „Boomplant-
dagen".
In den namiddag van den tweeden
„Waarom ook niet?"' vroeg Doro
thea. „Wanneer gij een twijgje op den
boom ent, en het is er goed ingegroeid,
dan voelt het ook de snede van den
zaag, die den boom doorsnijdt, en de
verkwikking van de bron, die zijne
wortels besproeit, alsof het zelf dit
leed en deze vreugde had ondervon
den. Gij zijt de boom en ik het twijgje,
en de wonderkracht van het huwelijk
heeft uit u en mij een geheel gemaakt.
Als uw hart slaat, klopt ook het mijne;
uw denken is het mijne geworden, en
daarom weet ik ook altijd eer gij het
mij zegt, wat er in uwe ziel omgaat".
In Dorothea's goedige oogen blonk
bij deze woorden een traan; doch Pe
trus greep met hartelijkheid hare bei
de handen en zeide: „En wanneer de
oude knorrige stam menigmaal eene
zoete vrucht draagt, dan heeft hij het
te danken aan het twijgje. Ik kan niet
gelooven, dat die Anachoreten daar
boven den Heer bijzonder welgevallig
zijn, omdat zij in de eenzaamheid le
ven. De man wordt eerst volmaakt
mensch door vrouw en kind, en wie
deze niet bezit, hij leert nooit de hel
derste hoogten en de donkerste diep
ten des levens kennen. Zoo de man al
wat hij is en wat hij vermag voor iets
kan geven, dan. is het voor zijn eigen
huis".
„Voor ons huis", hernam Dorothea,
„hebt gij dit naar uw vermogen ge
daan!"
„Voor ons hui9", herhaalde Petru9
op vasten toon, terwijl zijne zware
aan het zoeklicht.
:,v Leiden, 20 Juli 1927.^
Men zou het Juli-nummer van het
Diaconaal Correspondentieblad het
„Glindhorst-nummer" kunnen noemen.
Het verslag van de Algemeene verga
dering en het Rapport van de Diaconie
van Den Haag-oOst, nemen het voof,
het grootste deel in beelag.
Met klimmende belangstellig las ik
het verslag van de algemeene verga
dering. Wat een liefde voor deze stich
ting sprak uit die gheele bijeenkomst!
Maar ook ging het spreken van een
tastbaar bewijs der liefde gepaard.
Stel U voor 51 Diaconieën met 98 dia
kenen collecteeren 158.50 plus 2 X
500 aan obligatiën der stichting!
Wanneer deze liefde en dit enthou
siasme zich aan alle diaconieën en al
le leden der Geref. Kerken mededeelt,
is de Glindhorst spoedig uit de moei
lijkheden.
Maar dat moet ook! Eén zin uit het
rapport van de Haagsche Diaconie,
mag er m.i. volgend jaar niet meer in
voorkomen: Dat de blijmoedige wer
kers op deze uitnemende stichting,
geen maand zeker zijn van hun salaris
en sems maanden daarop moeten
wachten.
Dergelijke geldzorg moet nu eens
ophouden, zou ik zeggen! De hoog kan
niet altijd gespannen zijn!
OBSERVATOR.
dag zal 't Koloniaal Instituut worden
bezichtigd.
NED. BOND VAN J. V. OP G. G.
Door de afdeeling Zuid-Holland van
den Ned. Bond van Jongel ingsvereeni-
gingen op Geref. grondslag zal dit jaar
een proef worden genomen,
met een provinciale openluchtmeeting
De meeting zal Zaterdag 3 Sept. a.s.
op „Vreugd en Rust" te Voorburg wor
den gehouden. Als sprekers zullen op
treden de heeren J. Schouten, van Rot
terdam, lid der Tweede Kamer; en Ds.
P. Ch. van der Vliet, Geref. predikant
te Utrecht. Met een paar andere spree-
kers wordt nog onderhandeld.
Muziek en zang zullen de meeting
opluisteren, tèrwijl het in de bedoeling
ligt haar met een optocht met ontplooi
de banieren te openen.
S T ATÈN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
Avondvergadering van Dinsdag 19
Juli.
Ingekomen zijn berichten van afwe
zigheid van de heeren Dobbelmann
en De Vlugt.
Voorts is ingekomen een telegTam
van den Volksraad van Nederlandsch-
Indië houdende kennisgeving van de
aanneming van n motie in zijn verga
dering van 2 Juli waarbij de wensche-
lijkheid wordt uitgesproken dat de
wetgevende macht omtrent de fusie
van de Departementen van Oorlog en
Marine geen beslissing zal nemen al
vorens de Volksraad daarover zal zijn
gehoord.
Aangenomen voor kennisgeving en
nedergelegd ter griffie ter inzage van
de leden.
Griffiersbenoeming.
Is ingekomen een verzoekschrift
van den commies-griffier Jhr. Dr. W.
A. Beelaerts van Blokland, verzoeken
de in aanmerking te komen voor de
benoeming tot griffier.
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER deelt mede, dat
hedenochtend 11 uur in openbare ver
gadering in de eerste plaats aan de or
de zal zijn de interpellatie-de Zeeuw
en vervolgens een aantal wetsontwer
pen, waarvan reeds imededeeling is
gedaan.
Het ligt in zijn voornemen heden
vóór de pauze over te gaan tot de be
noeming van een griffier.
De vergadering wordt verdaagd tot
hedenochtend 11 uur.
stem klonk in al hare volheid. „Twee
zijn sterker dan één, en hoe lang is
het toch wel geleden, sedert wij ver
leerd hebben bij alle vragen, die op het
gezin en de kinderen betrekking heb
ben, „ik" te zeggen. In beide opzich
ten heeft men ons heden getroffen".
„Wil de senaat dan geen deel nemen'
aan het aanleggen van den weg?"
„Neen! De bisschop Agapitus heeft
den doorslag gegeven. Ik behoef het
u niet te zeggen, in welke verhouding
wij tot elkander staan. Ik wil geen
kwaad van hem spreken, want hij is
een rechtvaardig man; maar in vele
dingen zullen wij elkander nooit be
grijpen. Zooals gij weet, was hij in zij
ne jeugd soldaat, en zijne vroomheid
heeft wat ruws, ik zou haast zeggen
krijgshaftigs. Als het uaar ziju zin was
gegaan, en ons opperhoofd Obedianus
mij niet had bijgestaan, dan zouden
wij geen enkel beeld in de kerk heb
ben, die er dan zou uitzien als eene
schifür, niet als een bedehuis. Wij
hebben elkander nooit kunnen ver
staan, en sedert ik mij tegen zijn
wensch, om Polycarpus tot priesi«- op
te leiden, heb verzet; sedert ik den
jongen, die waarlijk reeds als kind
beter teekende als menig meester in
dezen ellendigen tijd, waarin geen
groote kunstenaars geboren worden,
hij den beeldhouwer Thalassius in de
leer bracht, spreekt hij over mij alsof
ik een heiden was".
„En toch acht hij u hoog, dat weet
ik", hernam vrouw Dorothea.