Tcef-kIEn "school" WH DE ELKöEM ZEGGEH. Niets nranscEieliiks vreemd TWEEDE BLAD. Nieuwe Leidsche Courant WOENSDAG 20 JULI 1927 Snterpellatierecht der Prov. Staten. Mr. H. Vos, zet in het Weekbl. vooil Gemeentebelangen uiteen, dat een! j voordracht van Gedeputeerde Staten! aan 'de Kroon tot vernietiging van een' plaatselijke verordening, als thans met betrekking tot 'de gemeentelijke huur- beperkingen is geadviseerd, niets an ders is dan een onderdeel van het aan 'dat college opgedragen zelfbe stuur. Zii! treden hiérbij' niet op, als or gaan van het provinciaal huishouden^ maar als orgaan van het rijksbelang} omdat hun voordracht strekt tot be vordering der handhaving van wet of al| gemeen belang. Zoo ergens „dan treden zij1 hier opi als „werktuigen dei- algemeene regee- ring". i Naar tien geest zoowel als naar dé, bedoeling van art. 163 is dus deze functie aan hét interpellatierecht der Prov. Staten onttrokken. Intusschen art. 163 Prov. wet! noemt onder de artikelen, waarin del handelingen, van Ged. Staten omschre- ,ven worden, waarvoor zij verantwoor ding schuldig ztjn aan de Staten, uit- drukkelijk art. 161, in welk artikel! aan Ged. Staten wordt opgedragen, het toezicht op tie gemeentebesturen,. bii„lde artt. 143147 aan de Prov. Staten toegekend, en tot deze laatste artikelen behoort ook art. 146, dat! vart de voordracht aan 1de Kroon tot Ver nietiging van plaatselijke verordenin gen, melding maakt. 1 Het noemen t an art. 161 in art. 1631 is !dus in strijd met den opzet van dit! '.artikel, want art. 161 is slechts een; onderdeel van art. 151 (sinds 1905 jo. art. 128), 'dat men art. 163 uitdrukken /lijk heeft willen uitsluiten. "De verklaring dezer tegenstrijdig- heden ligt in de bewoordingen van! art. 141 der Grondwet van 1848, waai4, het toezicht op de gemeentebesturen; j voor de daar genoemde besluiten, werd opgedragen aan de Prov. jStaten. Kan 'deze groncïwe11elijÜce redactie gebonden, heeft ook de Provinciale! i,wet in 'de art. 143147 dit toezicht! aan 'de Staten moeten opdragen, maait heeft zijj wegens "de ongeschiktheid 1 j.van dit ooilege voor 'de uitoefening jvan een functie als deze, dat toelr*>«^ j.bij art. 161 weer overgedragen op IjGekL Staten. Aldus werden GeU. Staten bij do j;uitoefening van dit toezicht als het' ware het orgaan van de Prov. Stallen,, jhq^eïg op, .toojdi '31ssiluluoo op" [hun bestuur uitoefenen", gelijk de luen (boven aangehaalde memorie van toe- dichting op art. 163 het uitdrukte, ens ,was de wetgever verplicht, art. 161 .onder de in art. 163 genoemde art'ike- den op te nemen. Sinjds 1887 echter Iheeft de Grond wet iïi het tegenwoordig art. 146 het! -toezicht op de gemeentebesturen recht! ;streeks aan Gea. Staten opgedragen. Sindsdien hebben Geel. Staten "bij de uitoefening van dit toe-zicht opgènoü- l'iden te zijn, wat zij: naa:r de fictie dei"! jProv. wet waren, orgaan van de Prov". Staten,maar zijn zij dasirbij, ook naar '.ons positieve staatsrecht, geworden 'orgaan Van het Rijk, „werktuigen der algemeene regeering. Sinds 1887 heefi dus de vermelding, j.van art. 161 in art. 163 dier Prov. wet; [geeftzin meer. De wetgever van 1905 heeft bij dö herziening van de Prov. wet dit punt lover het hoofd gezien en verzuimd! art. {,161 in art. 16o te schrappen, v Is dus de interpellatie, die op 6 Juli 11.1. in de vergadering vara de Stalen fvatti Zuid Holland gehouden is, tor- meel met den tekst van art. 163 Prov. wet te rijmen, zij heeft zekér, nooit nu 'de bedoeling van den wetgever gele gen, zij is sintis 18S7 met de tekstver andering in art. 146 der Grondwet ^uitdrukkelijk in strijd en kaai alleen nog worden gegrond op een door den wetgever in 1905 met betrekking tot art. 103 Prov. wet gepleegd verzuim. Schr. herinnert er aan, dat de in het bij Kon. boodschap van 4 Maart l.L ingediende ontwerp van wet tot wij ziging en aanvulling van de Prov. wet deze fout wordt hersteld. i Ged. Staten treden bij een voor dracht tot vernietiging eener plaatse lijke verordening on als adviseur vaö de Kroon, en cle motieven, dié hen bij dit advies leiden, zijn bestemd voor de Kroon alleen. Het gaat niet aan, en het is zeker met het stelsel van ons Staatsrecht in strijd, over jdat advies en de daarbij aangevoerde mo tieven een openbaar debat uit té lokken in de vergadering der Prov,- Staten, waarin als woordvoerders, uit| den aard der zaak, uitsluitend of in de eerste plaats die leden optreden, die tevens lid zijn van het bestuur 'den betrokken gemeente, en wier toeleg het. alweder uit den aaiti der zaak,! ,is de Kroon van tie door Ged. Stateni .voorgedragen vernietiging terug tel houden. Zedenmisdrijven. Het Centrum driestart Verschenen is de Crimineele Statis tiek over 1925. Na cle hooge cijfers van de jaren 1918 1920 ,trad met 1921 een teruggang in, welke zich ook in 1925 handhaafde. Helaas echter niet voor de zeden misdrijven. Deze zijn wederom in om vang toegenomen. De cijfers der op eenvolgende jaren geven een veront rustend beeld. Bedroeg het aantal ver oordeelden in '1913 nog 400, in 1921 was het al gestegen tot G72. En helaas, die stijging gaat door. In 1922 waren er 673 veroordeelingen, in 1923 756, in 1924 829, in 1925 895. Het is mogelijk, en wij hopen het, dat op deze stijging invloed kan gehad hebben een meer intensieve vervolging van deze afschuwelijke delicten. Maar zelfs al neemt men dit in aanmerking, uan spreken toch deze cijfers van een droevig zedenverval. Dit blijkt vooral, wanneer men de cnderdeelen dezer statistiek be schouwt. Wanneer wij het gemiddeld percen tage van de jaren 19111915 vergelij ken /met liet percentage van 1925, dan zien wij, dat berekend per 100.000 in woners, stegen de veroordeelingen van 15.22 tot 19.01 van 22.34 tot 48.87 van 83.53 tot 133.05 van 203.32 tot 385.42 van 15.54 tot 104.54 wegens: verkrachting kinderverkrach - ting feitelijke aan randing- met bewusteloo- zen of kind. met minderj. v. hetzelfde gesl. (1. ouders, voog den, onderw. van 20.72 tot 33.94 Vooral de stijging bij de voorlaatste cijfers wijzen op een bedenkelijk ver val van zeden. En dan bedenke men vooral, dat dit een statistiek is niet van misdrijven, maar van veroordeelingen! Hoevele van cleze misdrijven blijven" om allerlei redenen, onopgespöord! NED. HERV. kerk. Beroepen, te Haarlem (8ste pred- pl., voor den arbeid in het Diacones- sénhuis): F. Postma, predikant-direc teur van het Diaconessenhuis te Haar lem. te Werkendam (toez.): B. Tuin- stra, te Beesd. Te .Maartensdijk: E. V. J Japcheii, te Kockengen. Te ïlaulerwijk: de heet J. Douvves, eand. te Groningen. Bedankt voor het beroep naar Bir- daard: A. Steeubeek, te Dorkwerd. GEREF. GEM. Bedankt, voor Grand Rapids .Mi chigan): M. Hofman, te Krabbendijke. EVANG. LUTH. GEM. Drietal, te Stadskanaal: H. L. Boerlijst, te Amsterdam; P. H. Bor ders, cand. te Amsterdam; en H. C. Zwahler, te Den Haag. Te Groede: P. II. Borgers, cand. te Amsterdam; J. P. van Heest, te Deventer; en J. Berg man, te Leeuwarden. FEUILLETON. Een episode uit de geschiedenis van de Christenen op het Sinaïiisch v Schiereiland omstreeks het jaar 300. [28. o— s M'eer dan. eenmaal toch had [de nieuwsgieriger herderin hen beluisterd wanneer zij, vóór het krieken van den morgen, met hare geiten het gebergte optrok, en haar ter oore was gekomen, dat de Mithras- dienaars bun nachtelijk feest vierden. Daar viel haar opeens in dat Sirona j alleen was, en dat het late bezoek van '•Hermas misschien haar en niet den (senator gold. Zij schrikte; haar hart Jdeed haar pijn, en gelijk altijd, wan- -neer eene heftige gemoedsbeweging ihaar aangreep, werd zij door hare hartstocht medegesleept, zoodat zij alle heerschappij verloor over haren wil. Zij sprong overeind en stond reeds bij de deur, toen de stem van den se- •nator haar terughield, om haar het onbetamelijke van haar gedrag onder jhet oog te brengen. De kranke dien zij verpleegde lag inog altijd met de koorts, een gevolg van de ontsteking der wond. Zij wist dat zij alle berisping zou ontgaan, .wanneer zij op de strenge vraag van haar meester zou antwoorden, dat Anubis haar hulp noodig had. Doch zij had nooit gelogen, en trotschheid verbood haar ook onwaarheid te zeg gen. De andere slaven verschrikten toen zij den senator ten antwoord gaf: „Ik kan het hier niet uithouden. De maaltijd duurt zoo lang!" Petrus keek door het venster naar buiten, en toen hij bemerkte hoe hoog de maan reeds stond, schudde hij het hoofd, als verwonderde hij zich over zichzelven, sprak, zonder verdere be risping, het dankgebed uit, gaf den slaven door een teeken te verstaan, dat zij de zaal konden verlaten en trok zich in zijn kamer terug, nadat hij zijn kinderen, waaronder alleen Poly carpus .werd gemist, eene nacht kus had gegeven. Hij bleef daar niet lang alleen. Vrouw Dorothea, nadat zij met hare dochter Marthana en den hofmeester alle beschikkingen had gemaakt voor den volgenden dag, en in het slaap vertrek harer jongste kinderen een vriendelijken blik had geslagen op hen, die daar zoo vreedzaam sluimer den, hier eeij dek je, daar een klein hoofdkussen recht schikflbnde over schreed den drempel van zijn vertrek en riep hem bij den naam. Petrus bleef staan, keek om, en uit zijne ernstige oogen stroomde thans zijne gade een overvloed van dankba re teederheid tegemoet. Dorothea kende het goede hart van den strengen man en knikte hem toe, ten teeken dat zij ham begreep. Doch eer zij tijd had om te spreken, zeide hij: „Kom maar dicht bij! Het drukt BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Zondag had in de Geref. Kerk te Dronrijp de bevestiging plaats van cand. S. Wouter s. Als bevestiger trad op Ds. J. H. Lammertsma, van Appingedam, die als tekstwoord be handelde Maleachi 2:7. 's Namiddags verbond Ds. S. Wou ters zich aan zijn gemeente, prediken de over 1 Cor. 1 23 en 24. Namens den Kerkeraad werd de jon ge leeraar toegesproken door ouder ling jvi. Miedema, namens de classis Leeuwarden door Ds. den Houting, van Huizum (Leeuwarden). Na een vacature van zes jaar werd Zondagmorgen Ds. K i e h 1, over gekomen van Hoorn, in de Ned. Herv. Kerk te Echteld in het ambt bevestigd door Ds. Bleeker, van Abcoude, die sprak naar aanleiding van 1 Mor. 3 vers 10—15. Des namiddags deed Ds. Kiehl zijn intrede, handelend over Hom. 10 12. Na de gebruikelijke toespraken, o.m. tot zijn bevestiger, die hem thans voor de vijfde maal tot zijn werk inleidde, werd Ds. K. toegesproken door een af gevaardigde van de Ned. Herv. Ev. te Hoorn en vervolgens door Ds. v. Eist uit IJzendoorn. Staande werd hem Ps. 132 6 toegezongen. De bevestiging en de intrede van den heer W. J. Kooiman in de Ev. Luth Kerk te Veendam is bepaald op Zondag 14 Augustus. Bevestiger is Ds. P. Groote, van Amsterdam. Ook Ds. J. Kooiman van Hollandscheveld boopt het woord te voeren. Ds. Y. K. V e 11 e n g a hoopt 28 Augustus afscheid te nemen van de Geref. Kerk te Oosterzee, om 4 Sept. d.a.v. intrede te doen te Meppel. Be vestiger is Ds. B. Hagenaar, te Meppel Zondagmorgen bevestigde Prof. Dr. G. Ch. Aalders, van Hilversum, cand. A. A. v. d. Leer in de Geref. Kerk te Oosterend Texel met een predikatie over Ez. 3 1721. Des middags ver bond Ds. A. A. v. d. Leer zich aan de gemeente met een predikatie over Psalm 12269: Het gebed van Jeru zalem: De inhoud, wat tot dit gebed dringt en de belooning. Daarna richtte co jonge leeraar zich tot Prof. Aalders, Ds. Steen en Ds. Zwaan, van Den Hel der (niet aanwezig), den Kerkeraad en eandidaat Bos. Door ouderling Eelman werden tot hem hartelijke woorden gericht, terwijl de gemeente hem toe zong cle zegenbede uit Psalm 134 3. Ds. L. J. Wesseld ij k te Wan- neperveen hoopt Zondag 31 Juli a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. aldaar en Zondag 7 Augustus zijn intrede tb doen te Opwierde, na bevestigd te zijn door Ds. A. G. F. Smit van -Medemblik; Ds. G. KOPPENAAL. In den loop der maand Juli heeft de kerkeraad der Geref. Kerk in hersteld verband te Zandvoort beroepen Ds. C. Koppenaal, voorheen predikant bij de Geref. Kerk te Monnikendam. Deze beroeping geschiedde onder de na drukkelijke stipulaties, dat hij niet werd beroepen tot den gewonen amb telijken dienst in. de kerken van het hersteld verband maar tot bediening van Woord en Sacramenten in deze kerken of tot den arbeid in plaatsen waar de Geref. Kerk nog niet tot dit verhand is toegetreden en dat dier.svol gens het honorarium niet voor reke ning der beroepende kerk komt. Zondagavond vond de bevestiging plaats door Ds. H. C. v. d. Brink te Zandvoort. Ds. R. MIBDELVELD. Heden viert Ds. R. Middelveld, Ge ref. predikant to Hoogkerk, zijn zilve ren ambtsjubileum. De jubilaris wercl 29 April 1873 ge boren en studeerde aan de Theol. School te Kampen om 20 Juli 1902 te Hijum in het predikambt bevestigd te worden. Na 5 jaar vertrok 'de jubilaris naar Nieuw-Buinen, welke standplaats hij 22 Dec. 1912 met zijn tegenwoordige verwisselde. De jubilaris is deputaat vanwege de classis Groningen voor de Theol. School, de Vrije Universiteit en de Heidenzending en consulent van Aduard. Gistermiddag recipieerde de jubila ris, terwijl hedenavond een herden kingssamenkomst zal worden gehou den. '7' 'V mij hier zwaar, en uw deel van den last mag u niet ontgaan". „Geef het dan maar hier", haastte zij zich te zeggen. „Het slanke meisje is een breed geschouderde vrouw ge worden, opdat het haar lichter zal vallen haren hëer de velerlei lasten des levens te helpen dragen. Maar ik ben inderdaad zeer bezorgd. Reeds vóór wij naar de kerk gingen is u iets onaangenaams bejegend, en dat niet alleen in de raadsvergadering. Er moet met de kinderen iets niet in orde zijn". „Wat gij toch voor oogen hebt!" zeide Petrus. „Leelijke grijze", hernam Dorothea, ,.en ze zijn niet eens bijzonder scherp. Maar wat ulieden aangaat, de kinde ren en u, dat kunnen zij in donker waarnemen. Gij zijt over Polycarpus niet tevreden. Gisteren, toen hij naar Raïthoe reed, hebt gij hem aangezien, zoo.zooja, hoe zal ik het zeg gen! Ik kan mij wel begrijpen waar over het is, maar ik geloof dat gij u noodeloos ongerust maakt. Hij is jong, en eene zoo wonderschoone vrouw als Sirona Petrus had tot hiertoe zijne vrouw zwijgend aangehoord. Thans vouwde hij de handen samen en zeide, haar in de rede vallende: „Waarlijk dat gaat niet zoo het behoort; maar ik moest dat kunnen begrijpen. Wat ik u in eene stille ure wilde toevertrouwen, dat vertelt gij mij, alsof het eene lang bekende zaak was. j. louwerier. Zondag heeft de heer J. Louwerier, oud-zendeling te LTtrecht, herdacht, hoe hij 60 jaar geleden door het Ned. Zend. Genootschap te Rotterdam is afgevaardigd naar de Minahassa. De ordening en afvaardiging geschiedde door zijn leermeester Ds. H. L. Vinke. Op de jaarlijksche vergadering van het Ned. Zend. Genootschap werd hij reeds gehuldigd. Ook Zondag heeft het hem aan bewijzen van belangstel ling niet ontbroken. Namens het hoofdbestuur van het genootschap werd gecomplimenteerd door den voor zitter, Dr. C. W. Th. Baron van Boet- zelaer van Dubbeldam, die als aan denken aan dezen dag een boekwerk aanbood. Ds. W. HULSBERGEN, f Maandagnacht is overleden, 64 jaar oud, Ds. W. Hulsbergen, predikant hij de Ned. Herv. Gem. te Noordlaren, tengevolge van een val van een fiets. EEN PREDIKANT-BRANDROEPER. In de gemeente Broek in Waterland vigeert een verordening, waarbij be paald is, dat alle mannelijke ingeze tenen van 18 tot 50 jaar verplicht zijn, om de een of andere funétie bij de plaatselijke brandweer te vervullen. De vroegere Hervormde predikant aldaar, nu wijlen ds. Cremer, was zelfs op zijn eigen verzoek eenigen tijd als pomper aan de handbrandspuit ver bonden. Nu hebben B. en W. (die cle benoe mingen doen) den iegenwoordigen predikant, ds. Rensink, tot brandroe- per aangewezen. DOOPSGEZINDE PREDIKANTEN. De tweede vergadering der Alg. Ned. Doopsgezinde Predikanten Vereeni- ging zal gehouden worden te Leeuwar den op Dinsdag 13 September e.k. on der leiding van ds. A. Binnerts Sz. te Haarlem. Ds. F. Kuiper van Amers foort zal spreken over „Openbaring" en ds. W. Koekebakker van Dordrecht over „De taak van den leeraar eener Doopsgezinde gemeente bij de voorbe reiding tot het lidmaatschap". BE ZENDING DER GEREF. KERKEN IN BANJOEMAS. Een commissie, benoemd door den kerkeraad der Geref. Kerk van Rot terdam, heeft geadviseerd onverwijld over te gaan tot de benoeming van een tweeden missionair dienaar des Woords in de residentie Banjoemas (Java) tot bijstand van den miss. die naar Dr. B J. Esser. Wordt deze tweede dienaar ein 1 1927 gevonden, dan zou hij eind 1929 op Java kunnen zijn en daar, na eenige studie, onder leiding van Dr. Esser, zich in de toestanden kunnen inwerken. Indien Dr. ,Esser dan na zijn verlof in 1930 niet meer naar Indië zou terug- keeren, zou hij dezen aldaar, voorloo- pig alléén, kunnen vervangen. SCHOOL» EN WERKTUINEN. Het bestuur der Centrale Vereeni- ging voor School- en Werktuinen heeft besloten 5 en 6 Augustus te Amster dam een cursus voor leiders van school- en werktuinen te doen houden. Den eersten dag zal de heer Jac. P. Thijsse een inleiding houden over: „Tuinen en kinderen", en mej. S. Hey- mans, secretaresse der Amsterdam- sche Vereeenging voor Schoolwerktui- nen, over: a. De lagere school zonder school werktuinen; b. De lagere school met schoolwerktuin. Den tweeden dag zal de heer A. Schuttevaer, rijkstuinbouwconsulent, inleiden:„De school- en werktuin voor de stad en voor het platteland", en de heer J. R. Koning, voorzitter der Cen trale Vereeniging, over: „Boomplant- dagen". In den namiddag van den tweeden „Waarom ook niet?"' vroeg Doro thea. „Wanneer gij een twijgje op den boom ent, en het is er goed ingegroeid, dan voelt het ook de snede van den zaag, die den boom doorsnijdt, en de verkwikking van de bron, die zijne wortels besproeit, alsof het zelf dit leed en deze vreugde had ondervon den. Gij zijt de boom en ik het twijgje, en de wonderkracht van het huwelijk heeft uit u en mij een geheel gemaakt. Als uw hart slaat, klopt ook het mijne; uw denken is het mijne geworden, en daarom weet ik ook altijd eer gij het mij zegt, wat er in uwe ziel omgaat". In Dorothea's goedige oogen blonk bij deze woorden een traan; doch Pe trus greep met hartelijkheid hare bei de handen en zeide: „En wanneer de oude knorrige stam menigmaal eene zoete vrucht draagt, dan heeft hij het te danken aan het twijgje. Ik kan niet gelooven, dat die Anachoreten daar boven den Heer bijzonder welgevallig zijn, omdat zij in de eenzaamheid le ven. De man wordt eerst volmaakt mensch door vrouw en kind, en wie deze niet bezit, hij leert nooit de hel derste hoogten en de donkerste diep ten des levens kennen. Zoo de man al wat hij is en wat hij vermag voor iets kan geven, dan. is het voor zijn eigen huis". „Voor ons huis", hernam Dorothea, „hebt gij dit naar uw vermogen ge daan!" „Voor ons hui9", herhaalde Petru9 op vasten toon, terwijl zijne zware aan het zoeklicht. :,v Leiden, 20 Juli 1927.^ Men zou het Juli-nummer van het Diaconaal Correspondentieblad het „Glindhorst-nummer" kunnen noemen. Het verslag van de Algemeene verga dering en het Rapport van de Diaconie van Den Haag-oOst, nemen het voof, het grootste deel in beelag. Met klimmende belangstellig las ik het verslag van de algemeene verga dering. Wat een liefde voor deze stich ting sprak uit die gheele bijeenkomst! Maar ook ging het spreken van een tastbaar bewijs der liefde gepaard. Stel U voor 51 Diaconieën met 98 dia kenen collecteeren 158.50 plus 2 X 500 aan obligatiën der stichting! Wanneer deze liefde en dit enthou siasme zich aan alle diaconieën en al le leden der Geref. Kerken mededeelt, is de Glindhorst spoedig uit de moei lijkheden. Maar dat moet ook! Eén zin uit het rapport van de Haagsche Diaconie, mag er m.i. volgend jaar niet meer in voorkomen: Dat de blijmoedige wer kers op deze uitnemende stichting, geen maand zeker zijn van hun salaris en sems maanden daarop moeten wachten. Dergelijke geldzorg moet nu eens ophouden, zou ik zeggen! De hoog kan niet altijd gespannen zijn! OBSERVATOR. dag zal 't Koloniaal Instituut worden bezichtigd. NED. BOND VAN J. V. OP G. G. Door de afdeeling Zuid-Holland van den Ned. Bond van Jongel ingsvereeni- gingen op Geref. grondslag zal dit jaar een proef worden genomen, met een provinciale openluchtmeeting De meeting zal Zaterdag 3 Sept. a.s. op „Vreugd en Rust" te Voorburg wor den gehouden. Als sprekers zullen op treden de heeren J. Schouten, van Rot terdam, lid der Tweede Kamer; en Ds. P. Ch. van der Vliet, Geref. predikant te Utrecht. Met een paar andere spree- kers wordt nog onderhandeld. Muziek en zang zullen de meeting opluisteren, tèrwijl het in de bedoeling ligt haar met een optocht met ontplooi de banieren te openen. S T ATÈN-GENERAAL. EERSTE KAMER. Avondvergadering van Dinsdag 19 Juli. Ingekomen zijn berichten van afwe zigheid van de heeren Dobbelmann en De Vlugt. Voorts is ingekomen een telegTam van den Volksraad van Nederlandsch- Indië houdende kennisgeving van de aanneming van n motie in zijn verga dering van 2 Juli waarbij de wensche- lijkheid wordt uitgesproken dat de wetgevende macht omtrent de fusie van de Departementen van Oorlog en Marine geen beslissing zal nemen al vorens de Volksraad daarover zal zijn gehoord. Aangenomen voor kennisgeving en nedergelegd ter griffie ter inzage van de leden. Griffiersbenoeming. Is ingekomen een verzoekschrift van den commies-griffier Jhr. Dr. W. A. Beelaerts van Blokland, verzoeken de in aanmerking te komen voor de benoeming tot griffier. Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER deelt mede, dat hedenochtend 11 uur in openbare ver gadering in de eerste plaats aan de or de zal zijn de interpellatie-de Zeeuw en vervolgens een aantal wetsontwer pen, waarvan reeds imededeeling is gedaan. Het ligt in zijn voornemen heden vóór de pauze over te gaan tot de be noeming van een griffier. De vergadering wordt verdaagd tot hedenochtend 11 uur. stem klonk in al hare volheid. „Twee zijn sterker dan één, en hoe lang is het toch wel geleden, sedert wij ver leerd hebben bij alle vragen, die op het gezin en de kinderen betrekking heb ben, „ik" te zeggen. In beide opzich ten heeft men ons heden getroffen". „Wil de senaat dan geen deel nemen' aan het aanleggen van den weg?" „Neen! De bisschop Agapitus heeft den doorslag gegeven. Ik behoef het u niet te zeggen, in welke verhouding wij tot elkander staan. Ik wil geen kwaad van hem spreken, want hij is een rechtvaardig man; maar in vele dingen zullen wij elkander nooit be grijpen. Zooals gij weet, was hij in zij ne jeugd soldaat, en zijne vroomheid heeft wat ruws, ik zou haast zeggen krijgshaftigs. Als het uaar ziju zin was gegaan, en ons opperhoofd Obedianus mij niet had bijgestaan, dan zouden wij geen enkel beeld in de kerk heb ben, die er dan zou uitzien als eene schifür, niet als een bedehuis. Wij hebben elkander nooit kunnen ver staan, en sedert ik mij tegen zijn wensch, om Polycarpus tot priesi«- op te leiden, heb verzet; sedert ik den jongen, die waarlijk reeds als kind beter teekende als menig meester in dezen ellendigen tijd, waarin geen groote kunstenaars geboren worden, hij den beeldhouwer Thalassius in de leer bracht, spreekt hij over mij alsof ik een heiden was". „En toch acht hij u hoog, dat weet ik", hernam vrouw Dorothea.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5