Knagende pijnen Sanapirin-tabletten lil NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 9 JULI 1927 Aan het einde der Week De afstand tusscken het ideaal en de verwerkelijking daarvan, is dikwijls zeer "groot. Dat bewijst ook de mari tieme conferentie die te Genève gehou den wordt en die deze week met zeer greote moeilijkheden had te kampen, zoodat een mislukking ernstig te vree zen stond. Hoe luide heeft men, vooral de laat ste jaren, niet de schoone leuze van ^ontwapening'1 aangeheven en daarbij den indruk gewekt alsof het voor de verwerkelijking daarvan slechts op goeden wil aankwam. Doch zie nu eens naar de practijk! De tegenwoor dige conferentie is er eene van slechts drie mogendheden en heeft slechts een zeer beperkt doel: geen ontwapening, doch vermindering van de bewape ning ter zee. En aan den goeden wil van de gedelegeerden behoeft men niet te twijfelen. Desondanks is rhen nog over de allereerste grondslagen aan het confereeren en vordert daar in uiterst langzaam. Er moet met zooveel factoren wor den rekening gehouden, vooral ook met de eischen die de verdediging van elk land in verband met zijn geogra- fischê ligging en economische positie stelt. Men kan niet alle over één kam scheren. Daar komt nog bij, dat uiter aard de afgevaardigden allereerst de belangen van hun eigen land op het oog hebben; zij kennen die het beste en het is hun taak daarvoor te waken. De conferentie heeft deze week een paar critieke dagen doorgemaakt, in verband met de kruiserkwestie, doch thans'schijnt weer eenige ontspanning te £jn ingetreden tengevolge van een door Japan ingediend compromis-voor stel. In het Britsche Lagerhuis is deze week een voorstel der regëering tot hervorming van het Hoogerhuis aan de orde geweest, waarvan de strek king was de macht der lords te ver- grooten. Het spreekt vanzelf dat in een „democratischen" tijd dis wij bele ven een storm van verontwaardiging tegen een dergelijk voorstel losbrak, en niet slechts van de zijde der Ar beiderspartij jen de liberalen, doch ook uit den boezem der conservatieve partij rees verzet. De regeering had haar plannen reeds opgegeven, doch de oppositie wilde de gelegenheid niet voorbij laten gaan, om een motie van afkeuring in te die nen en daardoor een bespreking van dit voorstel uit te lokken. Veel succes heeft zij er evenwel niet mee gehad; de door Labour ingediende motie werd met een groote meerderheid verwor pen. Alle conservatieven stemden te gen plus nog een enkele liberaal. In ons land hebben in de afgeloopen week in de verschillende provincies de Provinciale Staten vergaderd ter verkiezing van Gedeputeerden. Deze verkiezingen hebben weinig verrassin gen opgeleverd, tenzij deze dat de sa menstelling der colleges van Gedepu teerden overal vrijwel gelijk gebleven is. In de Prov. Staten van Zuid-Hol land werd door den heer Heykoop een interpellatie gehouden over de Rotter- damsche huurverordening, die door Ged. Staten was voorgedragen voor vernietiging. Een zaak die ook voor Leiden van belang is; immers Maan dag a.s. zal in den Raad de concept- huurverordening worden behandeld, die. door B. en W. is ontworpen naar aanleiding van de verleden week aan genomen motie-Heemskerk. v Donderdagavond j.l. is op uitnoodi- glng der soc.-dem. fractie een confe rentie van de verschillende fracties van den Leidschen raad gehouden ten einde tot een overeenkomst te geraken inzake de benoeming van wethouders. Een conferentie die geen resultaat heeft opgeleverd doordat de S.D.A.P. bleeti staan op het standpunt 2 wet houderszetels of geen zetel, zoodat het nu wel vast staat, dat de S.D.A.P. in de oppositie zal blijven. Hetgeen zeer te betreuren is.- Wlir DE BLADEN ZEGGEN. Toch geleerd. Men weet, dat in 1921 de Sociaal- Democratische vakbeweging, schrijft de Chr. Amsterdammer, zich verzet he eft tegen de benoeming van een Chr. arbeidersafgevaardigde naar de Inter nationale Arbeidsconferentie te Genè ve. Het N.V.V. was „de meest repre sentatieve organisatie"; dUs uitslui tend uit den kring van het N.V.V. mocht de regeering der arbeidersafge vaardigde benoemen. De Christelijke vakbeweging moest zich dan maar im mer tevreden stellen met een tech nisch raadsman. Het Permanent. Hof van Internatio nale Justitie heeft echter 31 Juli 1922 de opvatting onzer Regeering,' waarbij de verschillende valccentralen op voet van gelijkheid worden behandeld, als in overeenstemming met de bepalin gen van artikel 389 van het Vredesver drag verklaard. Door den heer Stenhuis is in „De Strijd" van 4 Juni j.l. medegedeeld, dat het S.V.V zich indertijd op advies van het Internationaal Verbond van Vakvereenigingen (het I.V.V.) tegen vertegenwoordiging der Christelijke vakbeweging verzet heeft. Het schijnt, dat het I.V.V. sedert dien toch wat geleerd heeft. Nu meer dere landen arbeidersafgevaardigden benoemen, zonder met de organisaties aangesloten bij het I.V.V. te raadple gen. plaatst men zich zelf op het stand punt der Nederlandsche Regeering. RECLAME in gewrichten en ledematen, alsmede hoofd- en kiespijn, verdrijft men met Proefbuisje 25 ct. Bij Apoth. en Drog. een standpunt dat men indertijd fel heeft bestreden. Naar aanleiding van de arbeiders vertegenwoordiging van enkele landen op de laatste Internationale Arbeids conferentie, publiceert het I.V.V. nu het volgende als zijn opvatting over artikel 389 van het Vredesverdrag: „De bedoeling van het artikel is zeer duidelijk; de organisatie van het land moet geraadpleegd worden, die „de" arbeiders, „het best" vertegenwoordigt dat wil dus zeggen, niet de organisatie van een enkel beroep of groep, doch de organisatie, die alle groepen omvat, hetgeen volgens het algemeen geaccep teerd begrip slechts het vakverbond van het betrokken land kan zijn. Blijft de vraag, wat. moet gebeuren, indien in een land meer dan één vakverbond bestaat. Ook in dit geval dient de aan wijzing der .afgevaardigden te geschie den in overleg met de „meest-repre- sentatieve organisatie" zooals dit b.v. ook regelmatig geschiedt in Holland (waar in onderling overleg tusschen de verschillende vakverbonden een be paalde regeling werd geaccepteerd), in België, Oostenrijk en nog enkele an dere landen. Uitschakeling van de „meest representatieve" organisatie, op de wijze, zooals dit thans door Hon garije en Tsjechoslowakije is geschied, kunnen de arbeiders evenwel niet dul den, zoo min als zij met de opvattin gen van de Bulgaarsche of Cubaan- sche regeering, om slechts 1 of 2 orga nisaties te raadplegen, accoord kun nen gaan. Da text van artikel 389 is duidelijk genoeg voor diegenen, die le- zën kunnen en lezen willen en op vol gende conferenties zal de arbeiders groep het stellig niet laten bij een waarschuwing, indien de regeeringen van bepaalde landen blijven volhar den bij hun valsche interpreteering van dit artikel." Het ,is niet onvermakelijk te verne men, dat eventueel op de volgende con ferentie, het I.V.V. het niet zal laten bij een waarschuwing, maar het vroe ger door hem zoo scherp bestreden standpunt der Christelijke vakbewe ging', welk standpunt gedeeld werd door de Nederlandsche Regeering, nu door hem zal worden verdedigd en bë- pleit. Blijkbaar toch geleerd. SCHAAKRUBRIEK Probleem van E. Palkoska. 2en prijs in een wedstrijd van den Britschen probleembond. WA a bcdef g h 'Wit begint en geeft mat in 3 zetten. Oplossing volgt hieronder. Hieronder volgt een partij, welke ge speeld is in den correspondentie-wed strijd der drie Noorsche hoofdsteden Stockholm, Kopenhagen en Oslo van 18 November 1925 tot den 25en Juli 1926 en door Kopenhagen gewonnen werd. Het is een prachtige partij en vooral het aanvalsspel van zwart is meesterlijk. De annotatie is van dr. Schjorrtng uit de „Wiener Schach- Zeitung". Damegambiet. Wit: Oslo. ZwartKopenhagen. 1. Pgl—f3 d7—d5 2. d2d4 c7—o5 3. c2c4 Hierdoor ontstaat die variant, waar van de waarde of onwaarde daarover beslist of wit in het damegambiet of de Indische opening den zet Pglf3 vóór c2c4 mag doen. 3c5Xd4 4. c4Xd5 Pg8f6 5. Pf3Xd4 Dd8Xd5 Door den bekenden Deenschen theo reticus dr. O. H. Krause in de „Deut sche Schachzeitung" 1916 en in het „Tidskrift for Schack" 1920 onderzocht en in zijn zeer waardevol boekje Over- sigt over Spilaabningernes Teori" ver der geanalyseerd. De overigens gebrui kelijke speelwijze 5Pd5, Pb4; Le3 geeft voor wit een goed spei. 6. Pblc3 Dd5a5 7. Pd4b3 Da5h5 8. Ddld3 e7e5 Op Pc6 volgt 9 Pb5. 9. Pc3bö Pb8a6 Slecht ware 9Lb4f; 10 Ld2, Ld2:f wegens 11 Pd2:I, Pa6; 12 Pd6f, Ke7; 13 Da3 enz. 10. Pb5d6f Lf8Xd6 11. Dd3Xd6 Lc8e6 Op 11Ld7 geschiedt 12 Pao met voordeel voor wit. Volgens de analyse van dr. Krause wiens onderzoekingen voor de spelers leidinggevend waren, wordt 12 e3 door 12.Td8; 13 Lb5f, Ld7; 14 La6:, Lc6; 15 Le2, De2:f; 16 Ive2, Lb5+ plus Td6: beantwoord, met voordeel voor zwart. 12PaGXrO Door 12Td8; 13 Pe6:!, TdÜ:; 14 Pg7:f verliest zwart een pion. 13. Dd6Xc5 Ta8d8 14. g2—g3 Een zeer interessante positie! Wit heeft weliswaar de beschikking over beide loopers, maar is in zijn ontwik keling sterk teruggebleven. 1 4Pf6e4 15. Dc5Xa7 Na 15 Db4 of Da3 komt zwart door PdH toch tot de rokade. 1 5OO 16. Lflg2 Pe4d6 17. 0—0 Ziet wit .van de rokade af, om den gewonnen pion te behouden, dan wordt de vijandelijke aanval te sterk. 17Dhi5Xe2 18. Da7e3 De2—h5 19. Lg2—f3 Beter was wel onmiddellijk 19 b3. De laoper staat op f3 niet goed. 19Dh5—f5 20. b2b3 Tf8e8 21. Lel—b2 Op 21 La3 volgt Pc4!, want bij 22 bc4: wint Td3 den officier terug. 21f7—f6 22. Tfl—dl e5e4t 23. Lf3—g2 Le6d5 2-4. De3b6 Pd6f7 25. Db6b5 Pf7g5 26: Lb2—d4 Pg5—f3f 27. Kgl—hl Df5—h5 28. h2—h3 Pf3g5 29. g3—g4 Dhi5h4! In aanmerking kwam ook Df7. D.? tekstzet is echter de beste. 11 Stand na den 29en zet van zwart. 30. Ld4—b6? Het aannemen van het aangeboden fijne officieroffer laat den zwarten aanval overmachtig worden. 30Pg5Xh3 31. Lb6Xd8 Ph3—f4f 32. Khl—gl Ld5c6! Na 32.Td8: zou wit de verdedi gingsmogelijkheid 33 Td5:, Pd5:; 34 Dc4, (Dg4:; 35 f31) hebben. 33. Db5c4f Kg8—h8 34. Ld8c7 Er dreigde 34Dg4:; 35 Dflt e3 enz. 3 4Pf4Xg2 35. Dc4fl De eenige zet. Na 35 Kg2: wint 35 e3f; 36 Td5 (of f3), Df2:f .plus Df3f enz. 3 5Pg2—f4! Ook 35 e3; 36 f3, e2; 37 Dg2:, edl: Df; 38 Tdl: is voor zwart gun stig, maar niet geheel overtuigend. 36. Lc7Xf4 Dh4Xg4f 37. Dflg2 Een blijvende redding van den loo- per is onmogelijk. Op 37 Lg3 volgt e3; 38 Td6, e2; 39 Del, Lf3; 40 Td3, Dh5; 41 Tf3:, Df3: en de opmarsch van pion h7 brengt ten slotte de beslissing. 37Dg4Xf4 38. Dg2g3 Dh4h6 39. b3—b4 Dh6h5 40. Tdl—cl? Beter was a2a4" het einde is ech ter ook dan niet meer ver. 40e4e3 41. f2—f3 h7h6! Wit geeft op, want tegen de dubbele dreiging Te8e5g5 en Te8d8d2 is geen afweer mogelijk. Oplossing van den driezet: 1. Tb6 Ke6, 2. Dd4. Of 1.... Pf6:, 2. Df6.\ Of 1e2, 2. Dd2. Of 1anders, 2. Tb5:. Jongens en Meisjes. 't Is alweer tijd voor de Babbellioek, en, al is het er nu geen met een prijs raadsel, toch denk ik dat er wel heel wat briefjes zullen komen, dus ga ik maar gauw beginnen. „Anemoon". Dat spijt me meisje, dat ie niet meer_ mee kunt doen, temeer om dat je er niet mee ophoudt omdat "je er geen lust meer in hebt, maar omdat de omstandigheden wat moeilijk zijn. Je hebt vanaf dat ik den Babbellioek schrijf, al met ons meegedaan. Maar 't is nu eenmaal zoo: er is een tijd van ko men, en er is'een tijd van gaan. Dank voor je vriendelijke wenschen. Weder- keerig wensch ik je Gods zegen toe op je verderen levensweg. „Logeetje". Was het raadsel zóó las tig? Dat had ik heusch niet gemerkt. Je weet het wel, ik doe altijd mijn best om de raadsels niet te moeilijk te ma ken, want dat vind ik zelf ook niets leuk. 'k Hoop dat je met dit raadsel minder moeite zult hebben meisje. Prettig voor je, dat jij die fiets wel eens gebruiken mag. Ben je nog naar Leiderdorp ge weest op de fiets en ging het goed? „Gustanf Adolf't Spijt me heusch dat jullie zoo n mo ke m t het raadsel hebt gehad. Maar ik had niet eens ge merkt dat het moeilijker was als anders Nu, misschien gaat het deze week wel extra makkelijk. Ja 't weer is heel mooi op het oogenblik hé? Dank voor je bij dragen; 'k hoop ze te gebruiken. „Juniora". Ja, men hoopt altijd op een prijsje en toch is het een groote ver rassing als men er een heeft. Dat is maar goel ook hé. anders was er geen aardigheid aan. Nee. als je het boekje nog niet hebt, kun je ook nog niet be danken. Maar als je dit leest heb je het vast wel. Volgende week vertel jemii zeker wel of je het mooi vindt Ook al zoo'n moeite gehad met het raadsel? Dat spijt me. „Pioenroos". Zoo is Seringentak uit? Waar is ze naar toe? Uit Togeeren ge weest? Of vertelt dat volgende week liever zelf? Ja, 't schijnt dat het raadsel nogal lastig was, want meer kinderen schrijven er over. Leuk hé, dat je nog zoo'n klein broertje hebt. En als hij straks gaat lóopen en praten dan wordt het nof( veel aardiger. „Rie'Dat zal een heerlijk uitstapje voor J. geweest zijn. 'k Denk dat ze heel wat^ genoten heeft. Nee, d££r ben ik nooit geweest. Dat is een heel poosje dat Grie vacantie neemt, 't Bollen pel len geeft zeker een heele drukte bij jul lie is 't niet? Is het een 'moeilijk werkje of niet? Er zijn meer kinderen die het raadsel deze week nogal moeilijk vonden „Moeders Meisje". Meisje, meisje, jij mag ~e tante niet zoo uitlachen hoor. Als jij wat van m'n bril zegt, zeg ik wat van jou schrijven. Weet ie wat ik dacht dat er stond? Een winkelzaak. Dus daarom liet het mij even wijs. Goed be grepen? Prettig dat oullie partij zoo voorspoedig was. Ja, alis 't weer in de vacanh'e mooi is. dan kunnen jullie vol op genietem Gelukkig maar dat jullie voor ("e bui binnen waren, want een onweersbui aan het strand valt niet mee „Hartedief". Zeker, daar heeft'Moe cielijk in. Je moet ook ijog wat nieuws voor de volgende week bewaren. Dus je was in je schik met je prijs? Dat doet me pleizier. Vertel me later maar eens of je het boekje mooi vindt, 'k Wil graag volgende week hooren waarmee jullie mijnheer verrast hebt. Fijn hé, dat je nu zooveel in den tuin kunt spelen. Was dat een vriendinnetje van je, dat meisje waarmee je in den tuin was? „Blondire". Ja, we hebben een paar warme dagen gehad. Maar terwijl ik dit schrijf (Donderdag) gaat het wel weer. Kon je haast niet schrijven door de warmte? Maar strijken is toch zeker veel erger is het niet? Dank je wel voor ie raadsel, 'k Vind dit soort, raadsels heel aardig. Jjj ook? „Vergeet mij nietje", 'k Geloof dat die J. een heele bengel is. Je moet hem maar zeggen, dat, als hij weer de krant stuk scheurt, ik hem'eens zal komen ver tellen dat dat niet gaat. Afgesproken? Ook al' moeite gehad met het raadsel? 'k Dacht dat jij er zóó handig irfee was, dat het bij jou altijd van een leien dakje ging. „bneeuwklokje". Heusch niet erg hoor, als je eens een keertje de raadsels niet kunt vinden. Vooral deze week niet want bnna alle kijideren schreven dat het raaasel zoo moeilijk was. Ja, 't is nu mooi weer. Fijn hé, dat het gauw va- cantie wordt. Van de overgang en je rapport vertel je mij zeker later-wel. „Moeders Oudste". Wat een gezelligen brief heb je mii nu geschreven meisje, 't Is nu net alsor ik je al heel goed ken. Dus jij bent het eenige meisje? Ja, wat kan zoo'n klein kereltje grappig zijn hé? Heb je ie nichtje en neefje uit Indië a.1 gezien? Wat heerlijk om met z'n allen in pension te gaan in zoo'n. mooie streek, 'k Geloof het graag dat moeder het er o zoo druk door heeft. Had je je raad sels vergeten dat die in een apart couvert kwamen? „Heidebloempje". Zoo, ik ben blij dat je er weer bent meisje. Geen tijd gehad voor de raadsels deze week? Nu aat is voor een keertje zoo erg niet. Dus je bent ook aan zoo'n zangclubje? Vind je het er prettig? Er is er ook nog een op Maandagavond meen ik. 'k Dacht eerst dat Je daarop was. „Boschviooltje". Dat is zeker een goe de verjaardag, die jij gehad hebt, meisje. Wat een cadeautjes, 't Is haast te erg. Je hebt zeker veel visite ook gehad, is 't niet? Want al die cadeaut jes moesten toch gebracht worden? En 't allerbeste komt achteradümoeder knapt op. Ze aiag alweer het bed uit. Heerlijk voor jou en je moe hé. Wensch haar maar spoedige beterschap van mij. „Waterlelie". Al was je briefje niet zoo laag, er stond toch goed nieuws in. Want je bent weer beter las ik, en dat is toch zeker heel goed nieuws hé. Prettig dat je voor de vacantie nog een paar \veken naar school kunt, anders was je misschien zoo erg achter ge komen. Ja, de vacantie is er nu al-gauw. Heb ie er ai plannetjes voor gemaakt? „Alpenroos en Gentiaan". Ja, 't is jammer dat dht kiekje mislukt is, want 'k geloof dat jullie zoo een alleraardigst groepje hebt gevormd. Dus jij hebt het costuumvak uitgekozen? "Je naait zeker graag .is 't niet? 'k Denk dat dat hoed je je best zal staan, want die beide kleu ren komen heel goed bij elkaar. Waar was Gentiaan heen? Je schildert je tuin zoo mooi uit, dat ik o zoo graag eens om een hoekje wou kijken. Als de var cautie er eenmaal is, zul je er best raad mee weten, 't Was een heel' gezellige brief die je mij schreef. „Woudleliè en Theeroosje". Dus het prijsje was naar genoegen? Dat doet ine pleizier. 't Lijkt me een heel leuk spel letje. waarvan jullie mij vertelden. Maar is liet niet een beetje gevaarlek? Je moogt wel oppassen, tenminste zoo aan den waterkant. .Gaan jullie dikwijls naar zee met het mooie weer? „Goudblondje". Ja, anders ben je vroeger met je briefje, dat is zoo. Maar ais je logee's nebt. is 't ook veel drukker Was er familie over en kwamen ze van ver? Of uit A.? Dus je had je prijsje al gauw hé? Nee. niet alle prijswinnaars hebben hetzelfde boekje. Je befot het .•mis meisje. Juniora tfieeft de vorige keer geen prijsje gewonnen. Dus ze is niet gelukkgeir dan jij. Wel met Kerstmis van het vorige jaar. Toen heb ben alle kinderen gelpk een prijsje ge had, weet je nog wel? De oplossingen van de vorige week zijn: 1. Als de vos zijn passie preekt, boer pas op je ganzen. Onderdeeien: Sara, Pijp, Dirk, Bont, Alpenroos, Vent, Zeep, Zes, Gans, Es 2. De letter M. 3. Kar-Wei, Karwei. 4. IJs-Zee. IJszee. 5. Twee. Een binnen- en een buiten band. En hier volgend e nieuwe raadsels: Ingezonden door Moeder's Meisje. 1. Mijn geheel bestaat uit 49 letters, die tezamen een rijmpje vormen. Een 41 11 28 is een klein,huisje. Een 38 47. 18 12 30 7 42 27 23 3 is een vogeltje. Een 20 42 27 23 19 en een 16 42 23 45 33 46 zijn vissch^i. Een 35 32 35 29 39 is een bloem. Soms staat er een 7 21 9 15 in een stoof. 44 31 is een lidwoord. Als iets heel lekker is, zegt "men ook wel het smaakt 25 48 40. Als men iets herhalen moet, zegt nun 4 13 19. 2 35 34 is een getal. In een 10 17 36 43 staan meestal bloe men. 1 8 5 10 is niet koiid. De honing komt van de 20 24 5 14, Een 26 39 37 is een boom. Wie steelt is een 22 29 32 49. 35 11 6 is een ander wooiki voor strik. 'Ingez. door Pioenroos en Seringentak. 2. Tweebeen zat op driebeen. Toen kwam om vierbeen om tweebeen te bij ten. Toen nam tweebeen, driebeen om vierbeen te smijten. Wat is dat? Ingezonden door Sneeuwklokje. 3. Welk woord schrijft men altijd fout? Ingezonden door Mei takje. 4. Mijn eerste is een verscheurend dier, mijn tweede iets wat allen 's winters gebruikt wordt, mijn derde een boom. Mijn geheel is een stad in Fries land. Ingezonden door Blondine. 5. Waarom kan een paard eer een mud haver opeten dan een kip? Ziezoo jongens en meisjes, nu kunnen jullie weer beginnen. Er waren deze week nog al veel absenten. Door het mooie weer? Of door het moeilijke raad sel? Dat vertellen jullie mij volgende week' maar eens. Vele groeten van je TANTE FRANCIEN. BERTHA. door TANTE FRANCIEN. Haar man had haar nog gewaarschuwd en gezegd er maar niet neen te gaan, want dat de Gunst toch niet van haar hulp gediend zou zijn. Maar het medelij den met de kinderen had haar doen besluiten-, om toch te gaan en dat me delijden behaalde nu ook de overwin ning. i Daarom antwoordde ze vriendelijk, dat al was haar hulp nu niet noodig, buur man haar maar moest roepen als zij iets voor hein kon doen, al was het 's avonds laat of 's nachts, het hinderde niet, al tijd stond ze voor hem klaar. Toen ging ze weg, en gaf .in 't voorbijgaan Bertha een bemoedigend knikje. Het was onderhand tijd geworden voor de kinderen om naar school te gaan. Vader stond op en zei dat hij ze weg zou brengen, en gelijk met den onderwijzer zou spreken over Bertha. ,;En wanneer gaat u naar het zieken huis, vader?" vroeg Bertha beschroomd. „Als ik terug kom van school", was het antwoord. „Mag ik dan met u mee?" vroeg. Bertha weer. „Neen" zei vader kortaf, „ik ga aHeen Berflia sprongen de tranen in doogen Buurvrouw Punt had haar beloofd met haar te gaan en dat mocht nu niet. Nu ging vader alleen. Maar vader lette niet op kaar. Hij ging met de andere kinde de deur uit en ëertha bleef alleen met de kleine Diora. Toen viel ze op moeder's stoel neer en begon te huilen. O. waar om was vader toch zoo? Als vader in het ziekenhuis lag, zou ze niet zoo be droefd zijn.Toen schrok ze van haar (edgen gedachtën. Ze had vroeger met moeder wel eens gepraat. Op een keer toen vader haar eens onverdiend had geslagen, had ze bij moedar haar hart uitgestort en gezegd dat ze niet van vader hiejd. Toen had moeder haai- ge zegd, dat de Heere Jezus dan ook niet van haar kon houden. Zij deed immers dagelijks dingen die den Heiland be droefden? Bertha had moeder verschrikt aan gezien. „Kijk eens Bertha", had moeder ge zegd, en ze had tegen haar gesproken net alsof ze al heel groot was. wat va der doet is niet goed. Vader mag niet drinken, daarmee doet hq ons allemaal verdriet. Maar dat niet alleen, wat vader doet is boven alles zonde tegen God. En in den Bijbel staat, dat geen dronkaard het koninkrijk Gods kan verkrijgen. Maar zou het nu niet veel beter zijn als je voor vader ging bidden, inplaats van te zeggen, dat je niet van hem houdt? Bertha, had beschaamd het hoofd ge bogen, maai- sindsdien- had er een in nig vertrouwen tusscneai moeder en haar bestaan. Moeder liet ^00 echt mer* ken dat Bertha de oudsite was. En Ber tha volgde ook getrouw moeders raad op. En nu begon ze oèk te doen' tooala ze wist dat moeder van haar zou verlangen. Ze begon het bed op te maken en de kamer op te ruimok De kleine iDora zat rustig te spelen. (Wordt YerroUri).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 7