Knagende pijnen
Sanapirin-tabletten
lil
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 9 JULI 1927
Aan het einde der Week
De afstand tusscken het ideaal en de
verwerkelijking daarvan, is dikwijls
zeer "groot. Dat bewijst ook de mari
tieme conferentie die te Genève gehou
den wordt en die deze week met zeer
greote moeilijkheden had te kampen,
zoodat een mislukking ernstig te vree
zen stond.
Hoe luide heeft men, vooral de laat
ste jaren, niet de schoone leuze van
^ontwapening'1 aangeheven en daarbij
den indruk gewekt alsof het voor de
verwerkelijking daarvan slechts op
goeden wil aankwam. Doch zie nu
eens naar de practijk! De tegenwoor
dige conferentie is er eene van slechts
drie mogendheden en heeft slechts een
zeer beperkt doel: geen ontwapening,
doch vermindering van de bewape
ning ter zee. En aan den goeden wil
van de gedelegeerden behoeft men
niet te twijfelen. Desondanks is rhen
nog over de allereerste grondslagen
aan het confereeren en vordert daar
in uiterst langzaam.
Er moet met zooveel factoren wor
den rekening gehouden, vooral ook
met de eischen die de verdediging van
elk land in verband met zijn geogra-
fischê ligging en economische positie
stelt. Men kan niet alle over één kam
scheren. Daar komt nog bij, dat uiter
aard de afgevaardigden allereerst de
belangen van hun eigen land op het
oog hebben; zij kennen die het beste
en het is hun taak daarvoor te waken.
De conferentie heeft deze week een
paar critieke dagen doorgemaakt, in
verband met de kruiserkwestie, doch
thans'schijnt weer eenige ontspanning
te £jn ingetreden tengevolge van een
door Japan ingediend compromis-voor
stel.
In het Britsche Lagerhuis is deze
week een voorstel der regëering tot
hervorming van het Hoogerhuis aan
de orde geweest, waarvan de strek
king was de macht der lords te ver-
grooten. Het spreekt vanzelf dat in
een „democratischen" tijd dis wij bele
ven een storm van verontwaardiging
tegen een dergelijk voorstel losbrak,
en niet slechts van de zijde der Ar
beiderspartij jen de liberalen, doch
ook uit den boezem der conservatieve
partij rees verzet.
De regeering had haar plannen reeds
opgegeven, doch de oppositie wilde de
gelegenheid niet voorbij laten gaan,
om een motie van afkeuring in te die
nen en daardoor een bespreking van
dit voorstel uit te lokken. Veel succes
heeft zij er evenwel niet mee gehad;
de door Labour ingediende motie werd
met een groote meerderheid verwor
pen. Alle conservatieven stemden te
gen plus nog een enkele liberaal.
In ons land hebben in de afgeloopen
week in de verschillende provincies
de Provinciale Staten vergaderd ter
verkiezing van Gedeputeerden. Deze
verkiezingen hebben weinig verrassin
gen opgeleverd, tenzij deze dat de sa
menstelling der colleges van Gedepu
teerden overal vrijwel gelijk gebleven
is.
In de Prov. Staten van Zuid-Hol
land werd door den heer Heykoop een
interpellatie gehouden over de Rotter-
damsche huurverordening, die door
Ged. Staten was voorgedragen voor
vernietiging. Een zaak die ook voor
Leiden van belang is; immers Maan
dag a.s. zal in den Raad de concept-
huurverordening worden behandeld,
die. door B. en W. is ontworpen naar
aanleiding van de verleden week aan
genomen motie-Heemskerk. v
Donderdagavond j.l. is op uitnoodi-
glng der soc.-dem. fractie een confe
rentie van de verschillende fracties
van den Leidschen raad gehouden ten
einde tot een overeenkomst te geraken
inzake de benoeming van wethouders.
Een conferentie die geen resultaat
heeft opgeleverd doordat de S.D.A.P.
bleeti staan op het standpunt 2 wet
houderszetels of geen zetel, zoodat het
nu wel vast staat, dat de S.D.A.P. in
de oppositie zal blijven. Hetgeen zeer
te betreuren is.-
Wlir DE BLADEN ZEGGEN.
Toch geleerd.
Men weet, dat in 1921 de Sociaal-
Democratische vakbeweging, schrijft
de Chr. Amsterdammer, zich verzet
he eft tegen de benoeming van een Chr.
arbeidersafgevaardigde naar de Inter
nationale Arbeidsconferentie te Genè
ve. Het N.V.V. was „de meest repre
sentatieve organisatie"; dUs uitslui
tend uit den kring van het N.V.V.
mocht de regeering der arbeidersafge
vaardigde benoemen. De Christelijke
vakbeweging moest zich dan maar im
mer tevreden stellen met een tech
nisch raadsman.
Het Permanent. Hof van Internatio
nale Justitie heeft echter 31 Juli 1922
de opvatting onzer Regeering,' waarbij
de verschillende valccentralen op voet
van gelijkheid worden behandeld, als
in overeenstemming met de bepalin
gen van artikel 389 van het Vredesver
drag verklaard.
Door den heer Stenhuis is in „De
Strijd" van 4 Juni j.l. medegedeeld,
dat het S.V.V zich indertijd op advies
van het Internationaal Verbond van
Vakvereenigingen (het I.V.V.) tegen
vertegenwoordiging der Christelijke
vakbeweging verzet heeft.
Het schijnt, dat het I.V.V. sedert
dien toch wat geleerd heeft. Nu meer
dere landen arbeidersafgevaardigden
benoemen, zonder met de organisaties
aangesloten bij het I.V.V. te raadple
gen. plaatst men zich zelf op het stand
punt der Nederlandsche Regeering.
RECLAME
in gewrichten en ledematen, alsmede
hoofd- en kiespijn, verdrijft men met
Proefbuisje 25 ct. Bij Apoth. en Drog.
een standpunt dat men indertijd fel
heeft bestreden.
Naar aanleiding van de arbeiders
vertegenwoordiging van enkele landen
op de laatste Internationale Arbeids
conferentie, publiceert het I.V.V. nu
het volgende als zijn opvatting over
artikel 389 van het Vredesverdrag:
„De bedoeling van het artikel is zeer
duidelijk; de organisatie van het land
moet geraadpleegd worden, die „de"
arbeiders, „het best" vertegenwoordigt
dat wil dus zeggen, niet de organisatie
van een enkel beroep of groep, doch de
organisatie, die alle groepen omvat,
hetgeen volgens het algemeen geaccep
teerd begrip slechts het vakverbond
van het betrokken land kan zijn. Blijft
de vraag, wat. moet gebeuren, indien
in een land meer dan één vakverbond
bestaat. Ook in dit geval dient de aan
wijzing der .afgevaardigden te geschie
den in overleg met de „meest-repre-
sentatieve organisatie" zooals dit b.v.
ook regelmatig geschiedt in Holland
(waar in onderling overleg tusschen
de verschillende vakverbonden een be
paalde regeling werd geaccepteerd), in
België, Oostenrijk en nog enkele an
dere landen. Uitschakeling van de
„meest representatieve" organisatie,
op de wijze, zooals dit thans door Hon
garije en Tsjechoslowakije is geschied,
kunnen de arbeiders evenwel niet dul
den, zoo min als zij met de opvattin
gen van de Bulgaarsche of Cubaan-
sche regeering, om slechts 1 of 2 orga
nisaties te raadplegen, accoord kun
nen gaan. Da text van artikel 389 is
duidelijk genoeg voor diegenen, die le-
zën kunnen en lezen willen en op vol
gende conferenties zal de arbeiders
groep het stellig niet laten bij een
waarschuwing, indien de regeeringen
van bepaalde landen blijven volhar
den bij hun valsche interpreteering
van dit artikel."
Het ,is niet onvermakelijk te verne
men, dat eventueel op de volgende con
ferentie, het I.V.V. het niet zal laten
bij een waarschuwing, maar het vroe
ger door hem zoo scherp bestreden
standpunt der Christelijke vakbewe
ging', welk standpunt gedeeld werd
door de Nederlandsche Regeering, nu
door hem zal worden verdedigd en bë-
pleit.
Blijkbaar toch geleerd.
SCHAAKRUBRIEK
Probleem van E. Palkoska.
2en prijs in een wedstrijd van den
Britschen probleembond.
WA
a bcdef g h
'Wit begint en geeft mat in 3 zetten.
Oplossing volgt hieronder.
Hieronder volgt een partij, welke ge
speeld is in den correspondentie-wed
strijd der drie Noorsche hoofdsteden
Stockholm, Kopenhagen en Oslo van
18 November 1925 tot den 25en Juli
1926 en door Kopenhagen gewonnen
werd. Het is een prachtige partij en
vooral het aanvalsspel van zwart is
meesterlijk. De annotatie is van dr.
Schjorrtng uit de „Wiener Schach-
Zeitung".
Damegambiet.
Wit: Oslo. ZwartKopenhagen.
1. Pgl—f3 d7—d5
2. d2d4 c7—o5
3. c2c4
Hierdoor ontstaat die variant, waar
van de waarde of onwaarde daarover
beslist of wit in het damegambiet of
de Indische opening den zet Pglf3
vóór c2c4 mag doen.
3c5Xd4
4. c4Xd5 Pg8f6
5. Pf3Xd4 Dd8Xd5
Door den bekenden Deenschen theo
reticus dr. O. H. Krause in de „Deut
sche Schachzeitung" 1916 en in het
„Tidskrift for Schack" 1920 onderzocht
en in zijn zeer waardevol boekje Over-
sigt over Spilaabningernes Teori" ver
der geanalyseerd. De overigens gebrui
kelijke speelwijze 5Pd5, Pb4; Le3
geeft voor wit een goed spei.
6. Pblc3 Dd5a5
7. Pd4b3 Da5h5
8. Ddld3 e7e5
Op Pc6 volgt 9 Pb5.
9. Pc3bö Pb8a6
Slecht ware 9Lb4f; 10 Ld2,
Ld2:f wegens 11 Pd2:I, Pa6; 12 Pd6f,
Ke7; 13 Da3 enz.
10. Pb5d6f Lf8Xd6
11. Dd3Xd6 Lc8e6
Op 11Ld7 geschiedt 12 Pao met
voordeel voor wit.
Volgens de analyse van dr. Krause
wiens onderzoekingen voor de spelers
leidinggevend waren, wordt 12 e3 door
12.Td8; 13 Lb5f, Ld7; 14 La6:, Lc6;
15 Le2, De2:f; 16 Ive2, Lb5+ plus Td6:
beantwoord, met voordeel voor zwart.
12PaGXrO
Door 12Td8; 13 Pe6:!, TdÜ:; 14
Pg7:f verliest zwart een pion.
13. Dd6Xc5 Ta8d8
14. g2—g3
Een zeer interessante positie! Wit
heeft weliswaar de beschikking over
beide loopers, maar is in zijn ontwik
keling sterk teruggebleven.
1 4Pf6e4
15. Dc5Xa7
Na 15 Db4 of Da3 komt zwart door
PdH toch tot de rokade.
1 5OO
16. Lflg2 Pe4d6
17. 0—0
Ziet wit .van de rokade af, om den
gewonnen pion te behouden, dan wordt
de vijandelijke aanval te sterk.
17Dhi5Xe2
18. Da7e3 De2—h5
19. Lg2—f3
Beter was wel onmiddellijk 19 b3.
De laoper staat op f3 niet goed.
19Dh5—f5
20. b2b3 Tf8e8
21. Lel—b2
Op 21 La3 volgt Pc4!, want bij 22
bc4: wint Td3 den officier terug.
21f7—f6
22. Tfl—dl e5e4t
23. Lf3—g2 Le6d5
2-4. De3b6 Pd6f7
25. Db6b5 Pf7g5
26: Lb2—d4 Pg5—f3f
27. Kgl—hl Df5—h5
28. h2—h3 Pf3g5
29. g3—g4 Dhi5h4!
In aanmerking kwam ook Df7. D.?
tekstzet is echter de beste.
11 Stand na den 29en zet van zwart.
30. Ld4—b6?
Het aannemen van het aangeboden
fijne officieroffer laat den zwarten
aanval overmachtig worden.
30Pg5Xh3
31. Lb6Xd8 Ph3—f4f
32. Khl—gl Ld5c6!
Na 32.Td8: zou wit de verdedi
gingsmogelijkheid 33 Td5:, Pd5:; 34
Dc4, (Dg4:; 35 f31) hebben.
33. Db5c4f Kg8—h8
34. Ld8c7
Er dreigde 34Dg4:; 35 Dflt e3
enz.
3 4Pf4Xg2
35. Dc4fl
De eenige zet. Na 35 Kg2: wint 35
e3f; 36 Td5 (of f3), Df2:f .plus
Df3f enz.
3 5Pg2—f4!
Ook 35 e3; 36 f3, e2; 37 Dg2:,
edl: Df; 38 Tdl: is voor zwart gun
stig, maar niet geheel overtuigend.
36. Lc7Xf4 Dh4Xg4f
37. Dflg2
Een blijvende redding van den loo-
per is onmogelijk. Op 37 Lg3 volgt e3;
38 Td6, e2; 39 Del, Lf3; 40 Td3, Dh5;
41 Tf3:, Df3: en de opmarsch van pion
h7 brengt ten slotte de beslissing.
37Dg4Xf4
38. Dg2g3 Dh4h6
39. b3—b4 Dh6h5
40. Tdl—cl?
Beter was a2a4" het einde is ech
ter ook dan niet meer ver.
40e4e3
41. f2—f3 h7h6!
Wit geeft op, want tegen de dubbele
dreiging Te8e5g5 en Te8d8d2
is geen afweer mogelijk.
Oplossing van den driezet: 1. Tb6
Ke6, 2. Dd4. Of 1.... Pf6:, 2. Df6.\ Of
1e2, 2. Dd2. Of 1anders, 2.
Tb5:.
Jongens en Meisjes.
't Is alweer tijd voor de Babbellioek,
en, al is het er nu geen met een prijs
raadsel, toch denk ik dat er wel heel
wat briefjes zullen komen, dus ga ik
maar gauw beginnen.
„Anemoon". Dat spijt me meisje, dat
ie niet meer_ mee kunt doen, temeer om
dat je er niet mee ophoudt omdat "je
er geen lust meer in hebt, maar omdat
de omstandigheden wat moeilijk zijn.
Je hebt vanaf dat ik den Babbellioek
schrijf, al met ons meegedaan. Maar 't
is nu eenmaal zoo: er is een tijd van ko
men, en er is'een tijd van gaan. Dank
voor je vriendelijke wenschen. Weder-
keerig wensch ik je Gods zegen toe op
je verderen levensweg.
„Logeetje". Was het raadsel zóó las
tig? Dat had ik heusch niet gemerkt.
Je weet het wel, ik doe altijd mijn best
om de raadsels niet te moeilijk te ma
ken, want dat vind ik zelf ook niets leuk.
'k Hoop dat je met dit raadsel minder
moeite zult hebben meisje. Prettig voor
je, dat jij die fiets wel eens gebruiken
mag. Ben je nog naar Leiderdorp ge
weest op de fiets en ging het goed?
„Gustanf Adolf't Spijt me heusch
dat jullie zoo n mo ke m t het raadsel
hebt gehad. Maar ik had niet eens ge
merkt dat het moeilijker was als anders
Nu, misschien gaat het deze week wel
extra makkelijk. Ja 't weer is heel mooi
op het oogenblik hé? Dank voor je bij
dragen; 'k hoop ze te gebruiken.
„Juniora". Ja, men hoopt altijd op
een prijsje en toch is het een groote ver
rassing als men er een heeft. Dat is
maar goel ook hé. anders was er geen
aardigheid aan. Nee. als je het boekje
nog niet hebt, kun je ook nog niet be
danken. Maar als je dit leest heb je het
vast wel. Volgende week vertel jemii
zeker wel of je het mooi vindt Ook al
zoo'n moeite gehad met het raadsel?
Dat spijt me.
„Pioenroos". Zoo is Seringentak uit?
Waar is ze naar toe? Uit Togeeren ge
weest? Of vertelt dat volgende week
liever zelf? Ja, 't schijnt dat het raadsel
nogal lastig was, want meer kinderen
schrijven er over. Leuk hé, dat je nog
zoo'n klein broertje hebt. En als hij
straks gaat lóopen en praten dan wordt
het nof( veel aardiger.
„Rie'Dat zal een heerlijk uitstapje
voor J. geweest zijn. 'k Denk dat ze heel
wat^ genoten heeft. Nee, d££r ben ik
nooit geweest. Dat is een heel poosje
dat Grie vacantie neemt, 't Bollen pel
len geeft zeker een heele drukte bij jul
lie is 't niet? Is het een 'moeilijk werkje
of niet? Er zijn meer kinderen die het
raadsel deze week nogal moeilijk vonden
„Moeders Meisje". Meisje, meisje, jij
mag ~e tante niet zoo uitlachen hoor.
Als jij wat van m'n bril zegt, zeg ik wat
van jou schrijven. Weet ie wat ik dacht
dat er stond? Een winkelzaak. Dus
daarom liet het mij even wijs. Goed be
grepen? Prettig dat oullie partij zoo
voorspoedig was. Ja, alis 't weer in de
vacanh'e mooi is. dan kunnen jullie vol
op genietem Gelukkig maar dat jullie
voor ("e bui binnen waren, want een
onweersbui aan het strand valt niet mee
„Hartedief". Zeker, daar heeft'Moe
cielijk in. Je moet ook ijog wat nieuws
voor de volgende week bewaren. Dus
je was in je schik met je prijs? Dat doet
me pleizier. Vertel me later maar eens
of je het boekje mooi vindt, 'k Wil graag
volgende week hooren waarmee jullie
mijnheer verrast hebt. Fijn hé, dat je
nu zooveel in den tuin kunt spelen.
Was dat een vriendinnetje van je, dat
meisje waarmee je in den tuin was?
„Blondire". Ja, we hebben een paar
warme dagen gehad. Maar terwijl ik dit
schrijf (Donderdag) gaat het wel weer.
Kon je haast niet schrijven door de
warmte? Maar strijken is toch zeker
veel erger is het niet? Dank je wel voor
ie raadsel, 'k Vind dit soort, raadsels
heel aardig. Jjj ook?
„Vergeet mij nietje", 'k Geloof dat die
J. een heele bengel is. Je moet hem
maar zeggen, dat, als hij weer de krant
stuk scheurt, ik hem'eens zal komen ver
tellen dat dat niet gaat. Afgesproken?
Ook al' moeite gehad met het raadsel?
'k Dacht dat jij er zóó handig irfee was,
dat het bij jou altijd van een leien dakje
ging.
„bneeuwklokje". Heusch niet erg
hoor, als je eens een keertje de raadsels
niet kunt vinden. Vooral deze week niet
want bnna alle kijideren schreven dat
het raaasel zoo moeilijk was. Ja, 't is
nu mooi weer. Fijn hé, dat het gauw va-
cantie wordt. Van de overgang en je
rapport vertel je mij zeker later-wel.
„Moeders Oudste". Wat een gezelligen
brief heb je mii nu geschreven meisje,
't Is nu net alsor ik je al heel goed ken.
Dus jij bent het eenige meisje? Ja, wat
kan zoo'n klein kereltje grappig zijn hé?
Heb je ie nichtje en neefje uit Indië
a.1 gezien? Wat heerlijk om met z'n allen
in pension te gaan in zoo'n. mooie streek,
'k Geloof het graag dat moeder het er
o zoo druk door heeft. Had je je raad
sels vergeten dat die in een apart
couvert kwamen?
„Heidebloempje". Zoo, ik ben blij dat
je er weer bent meisje. Geen tijd gehad
voor de raadsels deze week? Nu aat is
voor een keertje zoo erg niet. Dus je
bent ook aan zoo'n zangclubje? Vind
je het er prettig? Er is er ook nog een
op Maandagavond meen ik. 'k Dacht
eerst dat Je daarop was.
„Boschviooltje". Dat is zeker een goe
de verjaardag, die jij gehad hebt,
meisje. Wat een cadeautjes, 't Is haast
te erg. Je hebt zeker veel visite ook
gehad, is 't niet? Want al die cadeaut
jes moesten toch gebracht worden? En
't allerbeste komt achteradümoeder
knapt op. Ze aiag alweer het bed uit.
Heerlijk voor jou en je moe hé. Wensch
haar maar spoedige beterschap van mij.
„Waterlelie". Al was je briefje niet
zoo laag, er stond toch goed nieuws in.
Want je bent weer beter las ik, en dat
is toch zeker heel goed nieuws hé.
Prettig dat je voor de vacantie nog een
paar \veken naar school kunt, anders
was je misschien zoo erg achter ge
komen. Ja, de vacantie is er nu al-gauw.
Heb ie er ai plannetjes voor gemaakt?
„Alpenroos en Gentiaan". Ja, 't is
jammer dat dht kiekje mislukt is, want
'k geloof dat jullie zoo een alleraardigst
groepje hebt gevormd. Dus jij hebt het
costuumvak uitgekozen? "Je naait zeker
graag .is 't niet? 'k Denk dat dat hoed
je je best zal staan, want die beide kleu
ren komen heel goed bij elkaar. Waar
was Gentiaan heen? Je schildert je tuin
zoo mooi uit, dat ik o zoo graag eens
om een hoekje wou kijken. Als de var
cautie er eenmaal is, zul je er best raad
mee weten, 't Was een heel' gezellige
brief die je mij schreef.
„Woudleliè en Theeroosje". Dus het
prijsje was naar genoegen? Dat doet ine
pleizier. 't Lijkt me een heel leuk spel
letje. waarvan jullie mij vertelden. Maar
is liet niet een beetje gevaarlek? Je
moogt wel oppassen, tenminste zoo aan
den waterkant. .Gaan jullie dikwijls
naar zee met het mooie weer?
„Goudblondje". Ja, anders ben je
vroeger met je briefje, dat is zoo. Maar
ais je logee's nebt. is 't ook veel drukker
Was er familie over en kwamen ze van
ver? Of uit A.? Dus je had je prijsje
al gauw hé? Nee. niet alle prijswinnaars
hebben hetzelfde boekje. Je befot het
.•mis meisje. Juniora tfieeft de vorige
keer geen prijsje gewonnen. Dus ze
is niet gelukkgeir dan jij. Wel met
Kerstmis van het vorige jaar. Toen heb
ben alle kinderen gelpk een prijsje ge
had, weet je nog wel?
De oplossingen van de vorige week
zijn:
1. Als de vos zijn passie preekt, boer
pas op je ganzen.
Onderdeeien: Sara, Pijp, Dirk, Bont,
Alpenroos, Vent, Zeep, Zes, Gans, Es
2. De letter M.
3. Kar-Wei, Karwei.
4. IJs-Zee. IJszee.
5. Twee. Een binnen- en een buiten
band.
En hier volgend e nieuwe raadsels:
Ingezonden door Moeder's Meisje.
1. Mijn geheel bestaat uit 49 letters,
die tezamen een rijmpje vormen.
Een 41 11 28 is een klein,huisje.
Een 38 47. 18 12 30 7 42 27 23 3 is
een vogeltje.
Een 20 42 27 23 19 en een 16 42 23
45 33 46 zijn vissch^i.
Een 35 32 35 29 39 is een bloem.
Soms staat er een 7 21 9 15 in een
stoof.
44 31 is een lidwoord.
Als iets heel lekker is, zegt "men ook
wel het smaakt 25 48 40.
Als men iets herhalen moet, zegt nun
4 13 19.
2 35 34 is een getal.
In een 10 17 36 43 staan meestal bloe
men.
1 8 5 10 is niet koiid.
De honing komt van de 20 24 5 14,
Een 26 39 37 is een boom.
Wie steelt is een 22 29 32 49.
35 11 6 is een ander wooiki voor
strik.
'Ingez. door Pioenroos en Seringentak.
2. Tweebeen zat op driebeen. Toen
kwam om vierbeen om tweebeen te bij
ten. Toen nam tweebeen, driebeen om
vierbeen te smijten. Wat is dat?
Ingezonden door Sneeuwklokje.
3. Welk woord schrijft men altijd
fout?
Ingezonden door Mei takje.
4. Mijn eerste is een verscheurend
dier, mijn tweede iets wat allen 's
winters gebruikt wordt, mijn derde een
boom. Mijn geheel is een stad in Fries
land.
Ingezonden door Blondine.
5. Waarom kan een paard eer een
mud haver opeten dan een kip?
Ziezoo jongens en meisjes, nu kunnen
jullie weer beginnen. Er waren deze
week nog al veel absenten. Door het
mooie weer? Of door het moeilijke raad
sel? Dat vertellen jullie mij volgende
week' maar eens. Vele groeten van je
TANTE FRANCIEN.
BERTHA.
door
TANTE FRANCIEN.
Haar man had haar nog gewaarschuwd
en gezegd er maar niet neen te gaan,
want dat de Gunst toch niet van haar
hulp gediend zou zijn. Maar het medelij
den met de kinderen had haar doen
besluiten-, om toch te gaan en dat me
delijden behaalde nu ook de overwin
ning. i
Daarom antwoordde ze vriendelijk, dat
al was haar hulp nu niet noodig, buur
man haar maar moest roepen als zij iets
voor hein kon doen, al was het 's avonds
laat of 's nachts, het hinderde niet, al
tijd stond ze voor hem klaar. Toen ging
ze weg, en gaf .in 't voorbijgaan Bertha
een bemoedigend knikje.
Het was onderhand tijd geworden voor
de kinderen om naar school te gaan.
Vader stond op en zei dat hij ze weg zou
brengen, en gelijk met den onderwijzer
zou spreken over Bertha.
,;En wanneer gaat u naar het zieken
huis, vader?" vroeg Bertha beschroomd.
„Als ik terug kom van school", was
het antwoord.
„Mag ik dan met u mee?" vroeg.
Bertha weer.
„Neen" zei vader kortaf, „ik ga aHeen
Berflia sprongen de tranen in doogen
Buurvrouw Punt had haar beloofd met
haar te gaan en dat mocht nu niet. Nu
ging vader alleen. Maar vader lette niet
op kaar. Hij ging met de andere kinde
de deur uit en ëertha bleef alleen met
de kleine Diora. Toen viel ze op moeder's
stoel neer en begon te huilen. O. waar
om was vader toch zoo? Als vader in
het ziekenhuis lag, zou ze niet zoo be
droefd zijn.Toen schrok ze van haar
(edgen gedachtën. Ze had vroeger met
moeder wel eens gepraat. Op een keer
toen vader haar eens onverdiend had
geslagen, had ze bij moedar haar hart
uitgestort en gezegd dat ze niet van
vader hiejd. Toen had moeder haai- ge
zegd, dat de Heere Jezus dan ook niet
van haar kon houden. Zij deed immers
dagelijks dingen die den Heiland be
droefden?
Bertha had moeder verschrikt aan
gezien.
„Kijk eens Bertha", had moeder ge
zegd, en ze had tegen haar gesproken
net alsof ze al heel groot was. wat va
der doet is niet goed. Vader mag niet
drinken, daarmee doet hq ons allemaal
verdriet. Maar dat niet alleen, wat vader
doet is boven alles zonde tegen God. En
in den Bijbel staat, dat geen dronkaard
het koninkrijk Gods kan verkrijgen.
Maar zou het nu niet veel beter zijn als
je voor vader ging bidden, inplaats van
te zeggen, dat je niet van hem houdt?
Bertha, had beschaamd het hoofd ge
bogen, maai- sindsdien- had er een in
nig vertrouwen tusscneai moeder en
haar bestaan. Moeder liet ^00 echt mer*
ken dat Bertha de oudsite was. En Ber
tha volgde ook getrouw moeders raad
op. En nu begon ze oèk te doen' tooala
ze wist dat moeder van haar zou
verlangen. Ze begon het bed op te maken
en de kamer op te ruimok De kleine
iDora zat rustig te spelen.
(Wordt YerroUri).