Oil nummer beslaat uit TWEE Bladen.
CHRISTELIJK DAGÊLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS
STADSNIEUWS.
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
8*'« JAARGANG
ZATERDAG 9 JULI 1927
NUMMER 2174
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waai agenten gevestigd zijn
Per kwartaalf 2.50
Per week 1 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
EERSTE BLAD.
Ons dagelijksch brood.
„Geef ons heden ons dagelijksch
brood". Aldus de vierde bede van het
allervolmaaktste gebed, dat de Heere
Jezus, zelf ons op de lippen gelegd
heeft.
Wat moet onder dit dagelijksch
brood verstaan worden? Hierover is
men het vanaf de oudste tijden in de
Christelijke kerk niet eens geweest,
hetgeen te begrijpelijker is als we we
ten dat het woord, dat hier in het oor
spronkelijke gebruikt wordt en dat
door „dagelijksch" vertaald is nergens
anders dan alleen op twee plaatsen in
liet Nieuwe Testament, en'ook niet bij
de ongewijde schrijvers voorkomt. Er
zijn dan ook slechts twee manieren om
de beteekenis van dit woord te bepa
len, èn wel de woordafleiding en het
verband waarin het voorkomt.
Velen onder de oude kerkvaders (en
ook thans wordt deze meening nog
wel verdedigd) dachten aan het brood
in het Heilig Avondmaal, en vertaal
den: bovennatuurlijk, geestelijk brood.
Deze opvatting heeft echter verschil
lende bezwaren, zoowel van theologi-
schen als van taalkundigen aard, en
waarop wij thans niet in kunnen gaan.
Veel juister is het dan ook dit woord
te vertalen door: het brood, dat noodig
is voor ons onderhoud. Dit is taalkun
dig te verdedigen en bovendien in
overeenstemming zoowel met den ge
wonen tekst van het Onze Vader in
Matth. 6 als met den vorm dien deze
Cede heeft in Lukas 11 3: „Geef ons
eiken dag het brood dat noodig is voor
ons onderhoud". Zoo leert ons Chris
tus bidden om alle nooddruft des li-
chaams en past deze bede zeer goed
bij de voorafgaande en de volgende.
Zullen wij Gods wil volbrengen, ook
op de aarde (derde bede) dan is het al
lereerst noodig dat ons tijdelijk be
staan onderhouden wordt. En daarna
vagen we God om vervulling van on
ze geestelijke nooden in de vijfde en
zesde bede.
Het woord „brood" moet in deze
bede natuurlijk niet in letterlijken,
doch in overdrachtelijken zin opgevat
worden: als heel het noodzakelijk le
vensonderhoud. Dit is ook in overeen
stemming met het spraakgebruik dei-
Heilige Schrift.
„In het zweet uws aanschijns zult
gij brood eten", zoo heet het reeds tot
den gevallen mensch, en Agur bidt:
„Armoede of rijkdom g ef mij niet:
voed mij met het brood mijns beschei
den deels".
Deze laatste uitdrukking is tegelijk
een goede verklaring van wat we on
der het „dagelijksch" brood te ver
staan hebben. Doch moeilijker is het
daarvan een definitie te geven die voor
alle personen en alle tijden geldt, of
liever dit is ondoenlijk.
De Heidelbergsche Catechismus
sireekt van „alle nooddruft des li-
chaams" en Luther, in zijn Kleinen
Catechismus, noemt niet minder dan
22 dingen op die z.i. tot het „dage
lijksch brood" behooren als: eten, drin
ken, een goed huis, een goede vrouw,
goede buren, gezondheid, vrede, enz.
Wij in onzen tijd zouden, op die wij
ze voortgaande, er aan toe kunnen
voegen: een behoorlijke werkloosheids-
en ziekte-, invaliditeits- en ouder-
domsverzekering.
Toch dreigt er een gevaar, wanneer
wij deze uitdrukking in zoo ruimen
zin opvatten, vooral in een tijd als den
onzen, nu begeerte velen aangeraakt
heeft. De Apostel spreekt van verge
noegd zijn „als wij voedsel" en deksel
hebben", twee woorden die natuurlijk
ook meer omvatten dan hun letterlij
ke beteekenis, doch in welke uitspraak
toch een waarschuwingligt, de
eischen niet te hoog op te voeren.
Wij mogen van God niet meer vra-
ge, dan ons noodzakelijk levensonder
houd, dan de vervulling onzer be
hoeften.
En deze behoeften zijn verschillend,
al naar tijd en plaats, persoon, stand
en omstandigheden. Ook hier is, even
als in alle werk Gods, verscheidenheid,
geen eenvormigheid.
Hoe verhoort God deze bede en
schenkt Hij ons het dagelijksch brood
waarom wij Hem vragen?
God doet dit gewoonlijk in den weg
der middelen, al is Hij daaraan niet
gebonden. Doch wij hebben niet het
recht, God eigenwillig den weg voor te
schrijven en moeten de middelen ge
bruiken die Hij verordend heeft.
En dat middel om ons het dage-
lijksch brood te geven, bestaat voor
den arme in werken. En voor den rijke
ook in werken, doch daarnaast heeft
deze den plicht met zijn geld de gele
eenheid te stheppen dat anderen wer
ken kunnen.
BUREAU: Hooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
Gewone advertenliën per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent.
Ook dit laatste, want aan deze vier
de bede, evenals aan het geheele Onze
Vader, ligt de solidariteitsgdachte ten
grondslag. Wij vragen niet: „Geef mij
heden m ij n", doch: „Geef ons heden
ons dagelijksch brood". Wij bidden
het voor elkander, ook de arme voor
den rijke en omgekeerd. Al zoo geen
klassenstrijd, doch toenadering van
standen en belangen, door Gods orde
en dezer tijden nood geëischt, zooals
Da Costa zong.
Wanneer wij zoo om ons dage
lijksch brood bidden en ons leven is in
overeensteming met ons gebed, dan
moet daarvan kracht ten goede uit
gaan, zoowel voor ons persoonlijk le
ven als voor de geheele maatschappij.
V Samenwerking.
Nu de coalitie niet meer bestaat,
wordt van links alles in het werk ge
steld om elke toenadering van de rech
ter groepen hij voorbaat tegen te staan.
Zoodra maar ergens een vriendelijk
woord gesproken wordt, zijn zij er als
de kippen hij om het gestrooide zaad
weg te pikken.
Zqo ging het indertijd, toen van Chr.
Hist, zijde geluiden kwamen die we
zen op ontevredenheid met den tegfen-
woordigen parlementairen toestand.
Zoo ging het ook, toen de heer Co-
li.ii hier en daar politieke redevoerin
gen hield' en aangaf op welken grond
slag herstel der breuk mogelijk was..
Zoo gaat het ook nu weer, na den
Leeuwarder Katholieken Landdag.
Baron van Wijnbergen sprak daar
sympathieke woorden.
„Kon er eenigen tijd terug zoo
sprak hij nog twijfel bestaan, of
men niet aanstuurde op samenwer
king met de S.D.A.P., thans is die
twijfel voor goed weggenomen. Ook de
katholieke pers heeft haar richting
hervonden. Samenwerking met de
S.D.A.P. wordt door allen afgewezen".
En verder:
„Met eenigen goeden wil en een
flinke dosis beleid zal het gelukken
om de (rechtsche) sa-menwerking te
herstellen en dan gelooft Spr., dat er
voor de katholieken niet de minste
grond behoeft te zijn om een samen
werking te weigeren, zooals die in het
verleden heeft plaats gehad.
Waar ook de heide andere partijen
met ons van oordeel zijn, dat de sa
menwerking moet worden hersteld,
opdat in 1929 de Christelijke politiek
kan worden hervat, daar mogen wij
met grooten moed de toekomst tege
moet gaan".
„Het Volk" meent dat de Katholieke
Democraten zich de oogen uit het
hoofd moesten schamen over zoon
uitspraak.
„De Rotterdammer"* voegt terecht
hieraan toe dat voor sommige Room-
schen de drang naar democratie ster
ker moge zijn dan naar de Christelijke
grondslagen, dit toch voor het gros
niet geldt.
Christelijke democratie heeft met de
sociaal-democratie; al bitter weinig
gemeen.
Dat men in den Roomschen kring
dit steeds duidelijker verstaat, is een
moedgevend verschijnsel; al ziet de
S.D.A.P. met leede oogen aan, dat de
gehoopte samenwerking al meer op
den achtergrond geraakt.
Gelukkig dat dé drang naar her
nieuwde samenwerking in de drie
groote rechtergroepen opnieuw opleeft
Gelukkig ook dat de samenwerking
in de locale besturen over het alge
meen ongestoord voortgaat.
Dat is een verblijdend verschijnsel
alle linksche haat ten spijt.
STORMRAMP-COMITé.
Bij het Stormramp-Comité 1927, ten
behoeve van de nooden der slachtof
fers van den cycloon in het Oosten van
ons land zijn de volgende giften inge
komen:
Collecte 2G Juni Vrije Katholieke
Kerk f 21.03; Atelier W. F. K. f 7,20;
Gecollecteerd in de Oosterkerk van N.
N. f 1; van een oude juffrouw, uit een
hofje, die niet thuis was, f 1; opbrengst
collecte school Paul Ivrugerstraat A
en B f 21.25; Jhr. Mr. W. J. M. v. E. f 10
Giften worden nog gaarne ingewacht
hij den Penningmeester, den Heer F.
Muys van de Moer, Plantsoen 49 Lei
den, postgiro No. 57471.
A.-R. KIESVEREENIGING.
Gisteravond vergaderde de A.-R.
Kiesvereeniging „Nederland en Oran
je" in „Prediker" Jan-Vossen-steeg.
Na de gebruikelijke opening met ge
bed en het lezen van een gedeelte uit
Gods Woord wordt de heer Mulder,
T~>thc. Ier, die na 'n lanvd ziek
te weer aanvankelijk hersteld is, wel
kom geheeten.
De notulen van de vorige vergade
ring worden gelezen en goedgekeurd.
In het Bestuur is een vaeature we
gens het bedanken van den heer De
Leeuw. Uit een viertal candidaten,
twee genoemd door het Bestuur en
twee uit de vergadering, wordt bij
meerderheid van stemmen aangewe
zen de heer Grotenhuis. Hoewel de
heer Grotenhuis aanyankelijk meer
geneigd bleek nu voor deze benoeming
te bedanken, houdt hij op aandrang
van de vergadering dit in beraad.
Vervolgens leverde de voorzitter, de
heer G. Kuyper, een inleiding over het
vraagstuk van de Wethouderskeuze in
den nieuwen Gemeenteraad.
Spr. begint met op te merken, dat wij
deze Wethouderskeuze zien als het
stempel dat gezet wordt op de verkie
zingen dat de richting van het Bestuur
onzer stad in de komende vier jaren
bepaalt.
Geen der partijen heeft de meerder
heid behaald, daarom is samengaan
van twee of meer partijen noodzake
lijk.
Wij kunnen de volgende combina
ties krijgen: S.D.A.P. +- Roomschen
(10 7); S.D.A.P. Chr. Hist. (10
7); Christ. Hist. Roomschen -f Vrij
heidsbond (7 7-1- 3) of Chr. Hist,
-f- Roomschen -f- Antirev. (7 -j- 7 +- 5).
Wij aarzelen geen oogenblik om te
kiezen voor deze laatste combinatie,
omdat hierbij" de doorwerking van
ons beginsel het meeste kans van sla
gen heeft. Deze combinatie geeft ook
een „working majority" 19 tegen 14
terwijl de andere combinaties maar
een meerderheid van een stem geven.
De kiesvereeniging mag aan de ge
kozenen geen mandaat imperatief op
leggen. Dat is in strijd met art. 45 der
Gemeentewet, maar ook in strijd met
ons beginsel. Onze bespreking heeft
slechts ten doel om onze mannen, als
zij straks voor moeilijke beslissingen
staan, de verzekering te geven, als gij
de lijn van ons beginsel trekt dan
staan wij achter U.
Spr. meent dat de Wéthoudersver-
kiezing zal uitmaken of er in de ko
mende periode samenwerking tus-
schen de rechtergroepen zal blijven
Een samenwerken van andere groepen
zooals boven a&ngègeven zal nood
wendig tot gevolg moeten hebben geen
samenwerking met ons. Een hersen
schim? Spr. gelooft het gaarne, maar
hij wil toch de minder geschoolden
reeds hij voorbaat waarschuwen niet
te schrikken als zij mogelijk geruch
ten in die richting zouden vernemen.
Komt een dezer combinaties buiten
die van Chr. Hist., R.-K. en A.-R. tot
stand dan zal dit naar Spr.'s meening
moeten beteekenen. dat de A.-R. fractie
de zelfstandigheid herneemt. Deze
eerste daad van samenwerking pioet
beslissend zijn.
Spr. meent dat de verhoudingen
meebrengen, dat van de vier wethou
derszetels één wordt bezet door de Chr.
Hist., één door de R.-K. en_ één door
de A.-R., dat is een conditio sine qua
non.
De vierde zetel is volgens goed ge
bruik aan te bieden aan de minder
heid. De meerderheid verklaart daar
mee dat zij met de wenschen der min
derheid rekening wil houden, voorzoo
ver dat met haar beginselen bestaan
baar is. De minderheid betuigt door
het aannemen van dien zetel dat zij
loyale oppositie zal voeren. Hoewel de
meerderheid daarmede eenigermate
haar positie verzwakt, kan zij dat
doen omdat de minderheid afziet van
de eene oppositie om de oppositie.
Welke minderheid komt hiervoor in
aanmerking? Daarop is maar één ant
woord: de S.D.A.P. Weigert zij zoo
als verluidt dan weigert zij daar
mede in te nemen de plaats van loya
le oppositie.
Beteekent het weigeren van dien ze
tel door de S.D.A.P. dat rechtens die
zetel moet worden aangeboden aan
den Vrijheidsbond? Spr. meent, neen!
Rechtens zou die zetel in dat geval
aan rechts zijn toe te wijzen, omdat
geen Vrijheidsbonder de vertegenwoor
diger der geheele linkerzijde kan zijn.
Maar practisch zou het naar begin
sel en naar gewoonte niet verstandig
zijn. Door den Vrijheidsbond dezen
minderheids zetel aan te bieden
erkennen wij dat de Vrijheidsbond
niet in de meerderheids-combinatie
thuis hoort. Dat kan nuttig zijn voor
dat deel van de Chr. Hist, die dichter
bij den Vrijheidsbond dan bij de A.-R.
staan.
Bevendien is het noodig om dezen
zetel niet tot een twistappel te doen
worden tusschen de meerderheid. De
A.-R. fractie heeft er geen recht op en
kan er gemakkelijk afstand van doen,
maar dat kon voor de andere groepen
wél eens minder gemakkelijk zijn.
Met name zouden de Chr. Hist, zich
mogelijk beroepen op het reeds prac
tisch bezetten van 2 zetels en het uit-
uithren^en van een groot aantal
stemmen. Daar staat tegenover dat die
tweede Wethouderszetel ook volgens
eigen erkennmtr aan de A.-R. toekomt
'm slechts tijdelijk alleen voor d it
g e v a 1 door hen bezet is.
Wat het sterr-menaantal aangaat
hnVten de Chr. IJist. nooit het sten
menaantal gehaald als niet Ds. Mr.
Schokking no. 1 van de lijst was ge
weest. Over deze candidatuur is reeejs
veel gezegd. Spr. wil alleen opmerken,
dat uit de benoeming van den heer
Schokking met zekerheid valt af te lei
den dat de heer Schokking dong,naar
het Burgemeestersambt. Dit feit nu.
gevoegd bi; de omstandigheden dat de
heer Schokking als leider van de Chr.
Hist. Unie. als Oud-Minister en ook in
ander opzicht vooraanstaand man, ze
ker kon zijn dat zijn wensch in vervul
ling zou gaan, al was het dan niet
dadelijk, dan toch binnen afzienba-
ren tijd, dat maakt deze candidatuur
bedenkelijk. Dat riekte naar kiezers
misleiding;" zegt Spr.
Daarom ook meent Spr. dat de Chr.
Hist, zeker niet aan dat uitgebrachte
stemmenaantal een grooter recht kuA-
nen ontleenen.
Spr. meent dat wanneer de twee
andere groepen van rechts er op staan
zouden om de vierde zetel oók aan
rechts te houden, dat dan het meest
voor de hand zou liggen dezen aan de
R.-K. fractie toe te wijzen, omdat ook
de Burgemeester, die in het College
stem heeft, tot de Prot. groepen be
hoort.
Keur over den candidaat van de
fracties, door anderen, kan niet wor
den aanvaard. Toch zou het, naar Spr.
meening, noodig zijn er op te staan
dat een houding als van den Wethou
der van Onderwijs in deze zittingspe
riode soms ingenomen, zich niet weer
herhaald. Volgens onze keur heeft de
Wethouder van Onderwijs soms het
Chr. Hist, program verzaakt. Dit geeft
ons niet het recht critiek te oefenen
op den persoon, evenmin op diens
consciëntie, maar ons recht is, dat wij
van een Chr. Weth. mogen eischen
toepassing van de beginselen.
Op deze inleiding volgde een geani
meerde bespreking, waarbij menig
punt nog nader belicht werd.
Na afhandeling van enkele punten
bd de rondvraag wordt deze leerzame
avond door Dr. van Es met dankzeg
ging gesloten.
Ds. J. G. W. GOEDHARD.
Ds. J. G. W. Goedhard, predikant bij
de Ned. Herv. Gem. alhier heeft het
beroep naar de Ned. Herv. Gem. te
Zeist aangenomen.
Velen in onze stad, zoowel in de
Ned. Herv. Gem. als daarbuiten, zul
len dit besluit van Ds. Goedhard met
leedwezen vernemen.
Ds. Goedhard, die uit Windesheim
hierheen kwam in dé vacature, ont
staan door het vertrek van Ds. Hoo-/
genraad,, deed Zondag 25 Juni 1922
intrede in de Pieterskerk met een pre
dikatie over i Joh. 3 21, na des mor
gens bevestigd te zijn door Prof. van
Nes.
Hij was een man, die zich gaf aan
velerlei arbeid in Gods Koninkrijk, en
vooral ook een warm vriend was van
de Chr. arbeidersbeweging.
EEREWACHT 3-OCT.-VEREEN.
In de gisteren gehouden vergade
ring van leden van de Eerewacht der
3-Oct.-Vereeniging, hebben de oprich
ters van deze Eerewacht, de heeren J.
de Graaf, J. Oppelaar en Charles van
Spall, gemeend hun ontslag te moeten
vragen.
Met groot leedwezen werd dit besluit
door de overige leden vernomen, hulde
gebracht aan hun bijzondere verdien
sten en alhoewel noode, dit ontslag
eervol verleend.
Tot Commandant werd benoemd de
heer H. Harmsen en tot onder-com
mandant de heer J. P. C. J. v. Blarkom
Als nieuwe leden werden aangeno
men de heeren: N. C. F van Ginkel, J.
Koch, C. A. de Meyere, J. F. Touw.
Tot Eère-lid werd benoemd de heer
Charles van Spall, als aftreden Com
mandant en vaandeldrager.
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den gemeenteraad
op Maandag 11 Juli.
Alsnog aan de agenda toe te voegen:
Voorstel om te besluiten tot het in
dienen van bezwaren tegen aanslagen
in de Forensenbelasting in andere ge
meenten van een 2-tal personen.
RECLAME TEGEN FORENSEN
AANSLAGEN ELDERS.
B. en W. bieden den Raad aan een
staat vermeldende personen die onder
scheidenlijk over de belastingjaren
1925/26 en 1926/27 elders op grond van
artikel 244a, le lid, sub 3° der Gemeen
tewet als forens zijn aangeslagen. Ver
mats bedoelde personen naar hunne
meening in de betreffende gemeenten
niet als zoodanig belastingplichtig
zijn, kan h.i. in die aanslagen niet
worden berust. Onder verwijzng naar
de ter visie liggende stukken, geven
zij mitsdien in overweging te besluiten
tot het indienen van bezwaren tegen
die aanslagen bij Gedeputeerde Staten
dezer provincie.
ZENDING.
In het belang der zending wordt a.s.
Dinsdag 12 Juli in het gebouw „Pniël",
Viddelstegracht. een samenkomst ge-
Binnenland.
Verschillende ongevallen door het
onweer van hedennacht.
Groote brand te Zaandam.
Buitenland.
De crisis ter maritieme conferentie
duurt voort.
De verkiezingen in Roemenië heb
ben een meerderheid voor de regee-
ring-Bratianu opgeleverd.
Een succes der Noordelijke Chinee-
sche legers.
houden, waarin als spreker hoopt op
te treden de heer W. Tutuarima, A'm-
boinees van geboorte en studeerende
aan de Zendingsschool te Oegstgeest.
Zang en muziek zal één en ander af
wisselen.
HET VERLORENE TERUG.
De schipper voor wien wij gisteren
een advertentie plaatsten dat hij zijn
bespaarde gelden ad. 1025.had
verloren, gaande van het postkantoor
naar de werf van de fa. Gebr. Boot,
heeft het vermeende verlorene weder
teruggevonden.
Toen hij hedenmorgen uit „z'n kooi"
stapte lag het pakje bankpapier voor
zijn bed.
In plaats in zijn vestzak heeft de
man blijkbaar het geld tusschen zijn
ondergoed gestoken.
Bij het ontkleeden is het waarschijn-
lijk gisteravond op den grond gevallen
zoodat het vanmorgen als 't ware op
'zijn eigenaar lag te wachten.
MARKTKOOPLIEDEN.
In de j.l. gehouden vergadering van
Marktkooplieden en Venters is beslo
ten tot oprichting eener Vereeniging
welke den naam draagt „Leidsche
Marktkooplieden en Ventersvereening
Ons Belang", aangesloten bij de Fede
ratie van Marktkooplieden-Vereenigin-
gen in Nederland.
Als Dagelijksch Bestuur zijn be
noemd C. J. v. d. Wilk, le voorzitter,
Haverzaklaan 12; P. Visser, le secre
taris, Langegracht 123; H. Lepair, le
penningmeester, Hoogewoerd 77.
Administratieadres blijft C. J. v. d.
Wilk, Haverzaklaan 12, Leiden.
TOELATINGS-EXAMEN
STEDELIJK GYMNASIUM.
Tot de 1ste klasse zijn toegelaten: L.
J. R. H. Altena, Rudi Begeer, W. Bos,
D. E. Bosselaar, G. D. L. Brederveld, H.
Brinkgreve, L. Doekes, W. C. van
Dorp, J. A. Driessen, G. J. Goekoop, R.
Horst, Gertrude Hüner, G. A. Huur
man, J. W. Janzen, Christ. Jac. Jünge-
ling, C. Kuypers, A. A. Moolenburgh,
D. V. Nijland, A. Parmentier, Ha J. G.
Postel, Ph. E. H. Roelofs, Henr. A. C.
R. Roessingh, J. Schreuder, Henr. G. J.
Smits, G. J. Velds, G. de Witte.
Afgewezen 17 candidaten.
Voor de 2de klasse is toegelaten:
Tine C. Brouwer.
BESTRIJDING VA# DEN WOEKER.
De Armenraad alhier heeft Tn zijn
vergadering van 23 Mei besloten tot de
instelling eener commissie ter bestrij
ding van den woeker te Leiden.
Naar wij vernemen, zal deze com
missie bestaan uit de volgende hee
ren, allen te Leiden:
Prof. Mr. D. van Blom, hoogleeraar
aan de Juridische Faculteit; J. Kar
stens, directeur der Nieuwe Leidsche
Courant; C. J. van Tol, lid van den
Gemeenteraad; J. J. van Stralen, lid
van den Gemeenteraad en secretaris
van den Leidschen Besturenbond; P.
P. Deumer, sigarenfabrikant, lid van
den Gemeenteraad; P.'A. van Aggelen,
directeur der Gem. Bank van Leening;
G. F. E. Kiers, directeur van het Bouw
en Woningtoezicht, en Jhr. Mr. P. W.
C. v.' d. Goes, adv. en procureur, se
cretaris van den Armenraad.
De voorzitter van den Armenraad is
voornemens voornoemde heeren bin
nenkort in een vergadering bijeen te
roepen ter constitueering der genoem
de commissie.
ONDERSCHEIDING.
Door onzen burgemeester is giste
ren aan den beer U. N. H. Stheeman,
jur. cand. alhier, de bronzen medaille
van het Carnegie-Heldenfonds uitge
reikt, als bewijs van waardeering voor
zijn moedig gedrag ter gelegenheid
van de redding van een drenkeling uit
het water van de Toussaintkade te 's-
Gravenhage.
VIERDAAGSCHE
AFSTANDSMARSCHEN 1927.
Aan bovengenoemde afstandsmar-
schen, uitgeschreven door den Ned.
Bond van Lich. Opv. op 6, 6, 7 en 8
Juli vanuit Nijmegen werd met succes