Oil nummer beslaat uit TWEE Bladen. CHRISTELIJK DAGÊLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS STADSNIEUWS. Belangrijkste nieuws in dit Hummer. 8*'« JAARGANG ZATERDAG 9 JULI 1927 NUMMER 2174 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waai agenten gevestigd zijn Per kwartaalf 2.50 Per week 1 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 EERSTE BLAD. Ons dagelijksch brood. „Geef ons heden ons dagelijksch brood". Aldus de vierde bede van het allervolmaaktste gebed, dat de Heere Jezus, zelf ons op de lippen gelegd heeft. Wat moet onder dit dagelijksch brood verstaan worden? Hierover is men het vanaf de oudste tijden in de Christelijke kerk niet eens geweest, hetgeen te begrijpelijker is als we we ten dat het woord, dat hier in het oor spronkelijke gebruikt wordt en dat door „dagelijksch" vertaald is nergens anders dan alleen op twee plaatsen in liet Nieuwe Testament, en'ook niet bij de ongewijde schrijvers voorkomt. Er zijn dan ook slechts twee manieren om de beteekenis van dit woord te bepa len, èn wel de woordafleiding en het verband waarin het voorkomt. Velen onder de oude kerkvaders (en ook thans wordt deze meening nog wel verdedigd) dachten aan het brood in het Heilig Avondmaal, en vertaal den: bovennatuurlijk, geestelijk brood. Deze opvatting heeft echter verschil lende bezwaren, zoowel van theologi- schen als van taalkundigen aard, en waarop wij thans niet in kunnen gaan. Veel juister is het dan ook dit woord te vertalen door: het brood, dat noodig is voor ons onderhoud. Dit is taalkun dig te verdedigen en bovendien in overeenstemming zoowel met den ge wonen tekst van het Onze Vader in Matth. 6 als met den vorm dien deze Cede heeft in Lukas 11 3: „Geef ons eiken dag het brood dat noodig is voor ons onderhoud". Zoo leert ons Chris tus bidden om alle nooddruft des li- chaams en past deze bede zeer goed bij de voorafgaande en de volgende. Zullen wij Gods wil volbrengen, ook op de aarde (derde bede) dan is het al lereerst noodig dat ons tijdelijk be staan onderhouden wordt. En daarna vagen we God om vervulling van on ze geestelijke nooden in de vijfde en zesde bede. Het woord „brood" moet in deze bede natuurlijk niet in letterlijken, doch in overdrachtelijken zin opgevat worden: als heel het noodzakelijk le vensonderhoud. Dit is ook in overeen stemming met het spraakgebruik dei- Heilige Schrift. „In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten", zoo heet het reeds tot den gevallen mensch, en Agur bidt: „Armoede of rijkdom g ef mij niet: voed mij met het brood mijns beschei den deels". Deze laatste uitdrukking is tegelijk een goede verklaring van wat we on der het „dagelijksch" brood te ver staan hebben. Doch moeilijker is het daarvan een definitie te geven die voor alle personen en alle tijden geldt, of liever dit is ondoenlijk. De Heidelbergsche Catechismus sireekt van „alle nooddruft des li- chaams" en Luther, in zijn Kleinen Catechismus, noemt niet minder dan 22 dingen op die z.i. tot het „dage lijksch brood" behooren als: eten, drin ken, een goed huis, een goede vrouw, goede buren, gezondheid, vrede, enz. Wij in onzen tijd zouden, op die wij ze voortgaande, er aan toe kunnen voegen: een behoorlijke werkloosheids- en ziekte-, invaliditeits- en ouder- domsverzekering. Toch dreigt er een gevaar, wanneer wij deze uitdrukking in zoo ruimen zin opvatten, vooral in een tijd als den onzen, nu begeerte velen aangeraakt heeft. De Apostel spreekt van verge noegd zijn „als wij voedsel" en deksel hebben", twee woorden die natuurlijk ook meer omvatten dan hun letterlij ke beteekenis, doch in welke uitspraak toch een waarschuwingligt, de eischen niet te hoog op te voeren. Wij mogen van God niet meer vra- ge, dan ons noodzakelijk levensonder houd, dan de vervulling onzer be hoeften. En deze behoeften zijn verschillend, al naar tijd en plaats, persoon, stand en omstandigheden. Ook hier is, even als in alle werk Gods, verscheidenheid, geen eenvormigheid. Hoe verhoort God deze bede en schenkt Hij ons het dagelijksch brood waarom wij Hem vragen? God doet dit gewoonlijk in den weg der middelen, al is Hij daaraan niet gebonden. Doch wij hebben niet het recht, God eigenwillig den weg voor te schrijven en moeten de middelen ge bruiken die Hij verordend heeft. En dat middel om ons het dage- lijksch brood te geven, bestaat voor den arme in werken. En voor den rijke ook in werken, doch daarnaast heeft deze den plicht met zijn geld de gele eenheid te stheppen dat anderen wer ken kunnen. BUREAU: Hooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Gewone advertenliën per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. Ook dit laatste, want aan deze vier de bede, evenals aan het geheele Onze Vader, ligt de solidariteitsgdachte ten grondslag. Wij vragen niet: „Geef mij heden m ij n", doch: „Geef ons heden ons dagelijksch brood". Wij bidden het voor elkander, ook de arme voor den rijke en omgekeerd. Al zoo geen klassenstrijd, doch toenadering van standen en belangen, door Gods orde en dezer tijden nood geëischt, zooals Da Costa zong. Wanneer wij zoo om ons dage lijksch brood bidden en ons leven is in overeensteming met ons gebed, dan moet daarvan kracht ten goede uit gaan, zoowel voor ons persoonlijk le ven als voor de geheele maatschappij. V Samenwerking. Nu de coalitie niet meer bestaat, wordt van links alles in het werk ge steld om elke toenadering van de rech ter groepen hij voorbaat tegen te staan. Zoodra maar ergens een vriendelijk woord gesproken wordt, zijn zij er als de kippen hij om het gestrooide zaad weg te pikken. Zqo ging het indertijd, toen van Chr. Hist, zijde geluiden kwamen die we zen op ontevredenheid met den tegfen- woordigen parlementairen toestand. Zoo ging het ook, toen de heer Co- li.ii hier en daar politieke redevoerin gen hield' en aangaf op welken grond slag herstel der breuk mogelijk was.. Zoo gaat het ook nu weer, na den Leeuwarder Katholieken Landdag. Baron van Wijnbergen sprak daar sympathieke woorden. „Kon er eenigen tijd terug zoo sprak hij nog twijfel bestaan, of men niet aanstuurde op samenwer king met de S.D.A.P., thans is die twijfel voor goed weggenomen. Ook de katholieke pers heeft haar richting hervonden. Samenwerking met de S.D.A.P. wordt door allen afgewezen". En verder: „Met eenigen goeden wil en een flinke dosis beleid zal het gelukken om de (rechtsche) sa-menwerking te herstellen en dan gelooft Spr., dat er voor de katholieken niet de minste grond behoeft te zijn om een samen werking te weigeren, zooals die in het verleden heeft plaats gehad. Waar ook de heide andere partijen met ons van oordeel zijn, dat de sa menwerking moet worden hersteld, opdat in 1929 de Christelijke politiek kan worden hervat, daar mogen wij met grooten moed de toekomst tege moet gaan". „Het Volk" meent dat de Katholieke Democraten zich de oogen uit het hoofd moesten schamen over zoon uitspraak. „De Rotterdammer"* voegt terecht hieraan toe dat voor sommige Room- schen de drang naar democratie ster ker moge zijn dan naar de Christelijke grondslagen, dit toch voor het gros niet geldt. Christelijke democratie heeft met de sociaal-democratie; al bitter weinig gemeen. Dat men in den Roomschen kring dit steeds duidelijker verstaat, is een moedgevend verschijnsel; al ziet de S.D.A.P. met leede oogen aan, dat de gehoopte samenwerking al meer op den achtergrond geraakt. Gelukkig dat dé drang naar her nieuwde samenwerking in de drie groote rechtergroepen opnieuw opleeft Gelukkig ook dat de samenwerking in de locale besturen over het alge meen ongestoord voortgaat. Dat is een verblijdend verschijnsel alle linksche haat ten spijt. STORMRAMP-COMITé. Bij het Stormramp-Comité 1927, ten behoeve van de nooden der slachtof fers van den cycloon in het Oosten van ons land zijn de volgende giften inge komen: Collecte 2G Juni Vrije Katholieke Kerk f 21.03; Atelier W. F. K. f 7,20; Gecollecteerd in de Oosterkerk van N. N. f 1; van een oude juffrouw, uit een hofje, die niet thuis was, f 1; opbrengst collecte school Paul Ivrugerstraat A en B f 21.25; Jhr. Mr. W. J. M. v. E. f 10 Giften worden nog gaarne ingewacht hij den Penningmeester, den Heer F. Muys van de Moer, Plantsoen 49 Lei den, postgiro No. 57471. A.-R. KIESVEREENIGING. Gisteravond vergaderde de A.-R. Kiesvereeniging „Nederland en Oran je" in „Prediker" Jan-Vossen-steeg. Na de gebruikelijke opening met ge bed en het lezen van een gedeelte uit Gods Woord wordt de heer Mulder, T~>thc. Ier, die na 'n lanvd ziek te weer aanvankelijk hersteld is, wel kom geheeten. De notulen van de vorige vergade ring worden gelezen en goedgekeurd. In het Bestuur is een vaeature we gens het bedanken van den heer De Leeuw. Uit een viertal candidaten, twee genoemd door het Bestuur en twee uit de vergadering, wordt bij meerderheid van stemmen aangewe zen de heer Grotenhuis. Hoewel de heer Grotenhuis aanyankelijk meer geneigd bleek nu voor deze benoeming te bedanken, houdt hij op aandrang van de vergadering dit in beraad. Vervolgens leverde de voorzitter, de heer G. Kuyper, een inleiding over het vraagstuk van de Wethouderskeuze in den nieuwen Gemeenteraad. Spr. begint met op te merken, dat wij deze Wethouderskeuze zien als het stempel dat gezet wordt op de verkie zingen dat de richting van het Bestuur onzer stad in de komende vier jaren bepaalt. Geen der partijen heeft de meerder heid behaald, daarom is samengaan van twee of meer partijen noodzake lijk. Wij kunnen de volgende combina ties krijgen: S.D.A.P. +- Roomschen (10 7); S.D.A.P. Chr. Hist. (10 7); Christ. Hist. Roomschen -f Vrij heidsbond (7 7-1- 3) of Chr. Hist, -f- Roomschen -f- Antirev. (7 -j- 7 +- 5). Wij aarzelen geen oogenblik om te kiezen voor deze laatste combinatie, omdat hierbij" de doorwerking van ons beginsel het meeste kans van sla gen heeft. Deze combinatie geeft ook een „working majority" 19 tegen 14 terwijl de andere combinaties maar een meerderheid van een stem geven. De kiesvereeniging mag aan de ge kozenen geen mandaat imperatief op leggen. Dat is in strijd met art. 45 der Gemeentewet, maar ook in strijd met ons beginsel. Onze bespreking heeft slechts ten doel om onze mannen, als zij straks voor moeilijke beslissingen staan, de verzekering te geven, als gij de lijn van ons beginsel trekt dan staan wij achter U. Spr. meent dat de Wéthoudersver- kiezing zal uitmaken of er in de ko mende periode samenwerking tus- schen de rechtergroepen zal blijven Een samenwerken van andere groepen zooals boven a&ngègeven zal nood wendig tot gevolg moeten hebben geen samenwerking met ons. Een hersen schim? Spr. gelooft het gaarne, maar hij wil toch de minder geschoolden reeds hij voorbaat waarschuwen niet te schrikken als zij mogelijk geruch ten in die richting zouden vernemen. Komt een dezer combinaties buiten die van Chr. Hist., R.-K. en A.-R. tot stand dan zal dit naar Spr.'s meening moeten beteekenen. dat de A.-R. fractie de zelfstandigheid herneemt. Deze eerste daad van samenwerking pioet beslissend zijn. Spr. meent dat de verhoudingen meebrengen, dat van de vier wethou derszetels één wordt bezet door de Chr. Hist., één door de R.-K. en_ één door de A.-R., dat is een conditio sine qua non. De vierde zetel is volgens goed ge bruik aan te bieden aan de minder heid. De meerderheid verklaart daar mee dat zij met de wenschen der min derheid rekening wil houden, voorzoo ver dat met haar beginselen bestaan baar is. De minderheid betuigt door het aannemen van dien zetel dat zij loyale oppositie zal voeren. Hoewel de meerderheid daarmede eenigermate haar positie verzwakt, kan zij dat doen omdat de minderheid afziet van de eene oppositie om de oppositie. Welke minderheid komt hiervoor in aanmerking? Daarop is maar één ant woord: de S.D.A.P. Weigert zij zoo als verluidt dan weigert zij daar mede in te nemen de plaats van loya le oppositie. Beteekent het weigeren van dien ze tel door de S.D.A.P. dat rechtens die zetel moet worden aangeboden aan den Vrijheidsbond? Spr. meent, neen! Rechtens zou die zetel in dat geval aan rechts zijn toe te wijzen, omdat geen Vrijheidsbonder de vertegenwoor diger der geheele linkerzijde kan zijn. Maar practisch zou het naar begin sel en naar gewoonte niet verstandig zijn. Door den Vrijheidsbond dezen minderheids zetel aan te bieden erkennen wij dat de Vrijheidsbond niet in de meerderheids-combinatie thuis hoort. Dat kan nuttig zijn voor dat deel van de Chr. Hist, die dichter bij den Vrijheidsbond dan bij de A.-R. staan. Bevendien is het noodig om dezen zetel niet tot een twistappel te doen worden tusschen de meerderheid. De A.-R. fractie heeft er geen recht op en kan er gemakkelijk afstand van doen, maar dat kon voor de andere groepen wél eens minder gemakkelijk zijn. Met name zouden de Chr. Hist, zich mogelijk beroepen op het reeds prac tisch bezetten van 2 zetels en het uit- uithren^en van een groot aantal stemmen. Daar staat tegenover dat die tweede Wethouderszetel ook volgens eigen erkennmtr aan de A.-R. toekomt 'm slechts tijdelijk alleen voor d it g e v a 1 door hen bezet is. Wat het sterr-menaantal aangaat hnVten de Chr. IJist. nooit het sten menaantal gehaald als niet Ds. Mr. Schokking no. 1 van de lijst was ge weest. Over deze candidatuur is reeejs veel gezegd. Spr. wil alleen opmerken, dat uit de benoeming van den heer Schokking met zekerheid valt af te lei den dat de heer Schokking dong,naar het Burgemeestersambt. Dit feit nu. gevoegd bi; de omstandigheden dat de heer Schokking als leider van de Chr. Hist. Unie. als Oud-Minister en ook in ander opzicht vooraanstaand man, ze ker kon zijn dat zijn wensch in vervul ling zou gaan, al was het dan niet dadelijk, dan toch binnen afzienba- ren tijd, dat maakt deze candidatuur bedenkelijk. Dat riekte naar kiezers misleiding;" zegt Spr. Daarom ook meent Spr. dat de Chr. Hist, zeker niet aan dat uitgebrachte stemmenaantal een grooter recht kuA- nen ontleenen. Spr. meent dat wanneer de twee andere groepen van rechts er op staan zouden om de vierde zetel oók aan rechts te houden, dat dan het meest voor de hand zou liggen dezen aan de R.-K. fractie toe te wijzen, omdat ook de Burgemeester, die in het College stem heeft, tot de Prot. groepen be hoort. Keur over den candidaat van de fracties, door anderen, kan niet wor den aanvaard. Toch zou het, naar Spr. meening, noodig zijn er op te staan dat een houding als van den Wethou der van Onderwijs in deze zittingspe riode soms ingenomen, zich niet weer herhaald. Volgens onze keur heeft de Wethouder van Onderwijs soms het Chr. Hist, program verzaakt. Dit geeft ons niet het recht critiek te oefenen op den persoon, evenmin op diens consciëntie, maar ons recht is, dat wij van een Chr. Weth. mogen eischen toepassing van de beginselen. Op deze inleiding volgde een geani meerde bespreking, waarbij menig punt nog nader belicht werd. Na afhandeling van enkele punten bd de rondvraag wordt deze leerzame avond door Dr. van Es met dankzeg ging gesloten. Ds. J. G. W. GOEDHARD. Ds. J. G. W. Goedhard, predikant bij de Ned. Herv. Gem. alhier heeft het beroep naar de Ned. Herv. Gem. te Zeist aangenomen. Velen in onze stad, zoowel in de Ned. Herv. Gem. als daarbuiten, zul len dit besluit van Ds. Goedhard met leedwezen vernemen. Ds. Goedhard, die uit Windesheim hierheen kwam in dé vacature, ont staan door het vertrek van Ds. Hoo-/ genraad,, deed Zondag 25 Juni 1922 intrede in de Pieterskerk met een pre dikatie over i Joh. 3 21, na des mor gens bevestigd te zijn door Prof. van Nes. Hij was een man, die zich gaf aan velerlei arbeid in Gods Koninkrijk, en vooral ook een warm vriend was van de Chr. arbeidersbeweging. EEREWACHT 3-OCT.-VEREEN. In de gisteren gehouden vergade ring van leden van de Eerewacht der 3-Oct.-Vereeniging, hebben de oprich ters van deze Eerewacht, de heeren J. de Graaf, J. Oppelaar en Charles van Spall, gemeend hun ontslag te moeten vragen. Met groot leedwezen werd dit besluit door de overige leden vernomen, hulde gebracht aan hun bijzondere verdien sten en alhoewel noode, dit ontslag eervol verleend. Tot Commandant werd benoemd de heer H. Harmsen en tot onder-com mandant de heer J. P. C. J. v. Blarkom Als nieuwe leden werden aangeno men de heeren: N. C. F van Ginkel, J. Koch, C. A. de Meyere, J. F. Touw. Tot Eère-lid werd benoemd de heer Charles van Spall, als aftreden Com mandant en vaandeldrager. GEMEENTERAAD. Vergadering van den gemeenteraad op Maandag 11 Juli. Alsnog aan de agenda toe te voegen: Voorstel om te besluiten tot het in dienen van bezwaren tegen aanslagen in de Forensenbelasting in andere ge meenten van een 2-tal personen. RECLAME TEGEN FORENSEN AANSLAGEN ELDERS. B. en W. bieden den Raad aan een staat vermeldende personen die onder scheidenlijk over de belastingjaren 1925/26 en 1926/27 elders op grond van artikel 244a, le lid, sub 3° der Gemeen tewet als forens zijn aangeslagen. Ver mats bedoelde personen naar hunne meening in de betreffende gemeenten niet als zoodanig belastingplichtig zijn, kan h.i. in die aanslagen niet worden berust. Onder verwijzng naar de ter visie liggende stukken, geven zij mitsdien in overweging te besluiten tot het indienen van bezwaren tegen die aanslagen bij Gedeputeerde Staten dezer provincie. ZENDING. In het belang der zending wordt a.s. Dinsdag 12 Juli in het gebouw „Pniël", Viddelstegracht. een samenkomst ge- Binnenland. Verschillende ongevallen door het onweer van hedennacht. Groote brand te Zaandam. Buitenland. De crisis ter maritieme conferentie duurt voort. De verkiezingen in Roemenië heb ben een meerderheid voor de regee- ring-Bratianu opgeleverd. Een succes der Noordelijke Chinee- sche legers. houden, waarin als spreker hoopt op te treden de heer W. Tutuarima, A'm- boinees van geboorte en studeerende aan de Zendingsschool te Oegstgeest. Zang en muziek zal één en ander af wisselen. HET VERLORENE TERUG. De schipper voor wien wij gisteren een advertentie plaatsten dat hij zijn bespaarde gelden ad. 1025.had verloren, gaande van het postkantoor naar de werf van de fa. Gebr. Boot, heeft het vermeende verlorene weder teruggevonden. Toen hij hedenmorgen uit „z'n kooi" stapte lag het pakje bankpapier voor zijn bed. In plaats in zijn vestzak heeft de man blijkbaar het geld tusschen zijn ondergoed gestoken. Bij het ontkleeden is het waarschijn- lijk gisteravond op den grond gevallen zoodat het vanmorgen als 't ware op 'zijn eigenaar lag te wachten. MARKTKOOPLIEDEN. In de j.l. gehouden vergadering van Marktkooplieden en Venters is beslo ten tot oprichting eener Vereeniging welke den naam draagt „Leidsche Marktkooplieden en Ventersvereening Ons Belang", aangesloten bij de Fede ratie van Marktkooplieden-Vereenigin- gen in Nederland. Als Dagelijksch Bestuur zijn be noemd C. J. v. d. Wilk, le voorzitter, Haverzaklaan 12; P. Visser, le secre taris, Langegracht 123; H. Lepair, le penningmeester, Hoogewoerd 77. Administratieadres blijft C. J. v. d. Wilk, Haverzaklaan 12, Leiden. TOELATINGS-EXAMEN STEDELIJK GYMNASIUM. Tot de 1ste klasse zijn toegelaten: L. J. R. H. Altena, Rudi Begeer, W. Bos, D. E. Bosselaar, G. D. L. Brederveld, H. Brinkgreve, L. Doekes, W. C. van Dorp, J. A. Driessen, G. J. Goekoop, R. Horst, Gertrude Hüner, G. A. Huur man, J. W. Janzen, Christ. Jac. Jünge- ling, C. Kuypers, A. A. Moolenburgh, D. V. Nijland, A. Parmentier, Ha J. G. Postel, Ph. E. H. Roelofs, Henr. A. C. R. Roessingh, J. Schreuder, Henr. G. J. Smits, G. J. Velds, G. de Witte. Afgewezen 17 candidaten. Voor de 2de klasse is toegelaten: Tine C. Brouwer. BESTRIJDING VA# DEN WOEKER. De Armenraad alhier heeft Tn zijn vergadering van 23 Mei besloten tot de instelling eener commissie ter bestrij ding van den woeker te Leiden. Naar wij vernemen, zal deze com missie bestaan uit de volgende hee ren, allen te Leiden: Prof. Mr. D. van Blom, hoogleeraar aan de Juridische Faculteit; J. Kar stens, directeur der Nieuwe Leidsche Courant; C. J. van Tol, lid van den Gemeenteraad; J. J. van Stralen, lid van den Gemeenteraad en secretaris van den Leidschen Besturenbond; P. P. Deumer, sigarenfabrikant, lid van den Gemeenteraad; P.'A. van Aggelen, directeur der Gem. Bank van Leening; G. F. E. Kiers, directeur van het Bouw en Woningtoezicht, en Jhr. Mr. P. W. C. v.' d. Goes, adv. en procureur, se cretaris van den Armenraad. De voorzitter van den Armenraad is voornemens voornoemde heeren bin nenkort in een vergadering bijeen te roepen ter constitueering der genoem de commissie. ONDERSCHEIDING. Door onzen burgemeester is giste ren aan den beer U. N. H. Stheeman, jur. cand. alhier, de bronzen medaille van het Carnegie-Heldenfonds uitge reikt, als bewijs van waardeering voor zijn moedig gedrag ter gelegenheid van de redding van een drenkeling uit het water van de Toussaintkade te 's- Gravenhage. VIERDAAGSCHE AFSTANDSMARSCHEN 1927. Aan bovengenoemde afstandsmar- schen, uitgeschreven door den Ned. Bond van Lich. Opv. op 6, 6, 7 en 8 Juli vanuit Nijmegen werd met succes

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1