"kerk en school.
feuilleton.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 29 JUNI 1927
brengt hen te veel in de practijk van
het gewone leven; het voert hen, zoo
redeneeren ze, niet op. maar haalt him
idealen naar beneden!
Aldus redeneerend en handelend,
vergeten velen in onze dagen bij hun
zoogenaamde hooggesfemde vrijheids
idealen den grooten factor, dat een
mensch, hoe sterk hij zich wane in z'n
eigen kracht, juist dan oogenblikken
doormaakt, waarin maar weinig noo-
dig is om hem te brenge.n aan den
rand van een peillooze diepte.
Hoeveel moois en aantrekkelijks de
ze vrijheidstheorieën, oppervlakkig ge
zien, voor het jong ontvankelijk ge
moed mogen hebben, we kunnen er
niet genoeg op wijzen, dat. de uitkomst
van zulk samengaan in zoogenaamde
vriendschap, geheel los van gezin en
familie, meestal niet alleen op een
desillusie uitloopt, maar bovendien
velen voert op paden, die eindigen in
een moeras van zonde en ellende.
Met diepe smart moeten we consta-
teeren dat vele jonge menschen, vaak
uit fatsoenlijke kringen, al te spoedig
de banden, die hen aan huis of familie
binden, als minderwaardig gaan be
schouwen. Te laat wordt ingezien,
waar die zoogenaamde vriendschap,
los v. eiken anderen band, op uitloopt.
'We mogen onzen jongen menschen
wel met veel klem voorhouden, welk
een onschatbare waarde het gezinsle
ven heeft. Laten de ouders hun ver
antwoordelijkheid voelen, en van hun
huiselijk leven maken, wat er van te
maken valt, om zoo hun kinderen aan
huis te binden, zoodat ze zich niet ge
noodzaakt zien, hun vermaak buitens
huis te zoeken.
Menig paar zal moeten toestemmen,
dat in den verlovingstijd juist het sa
men verkeeren in den huiselijken
kring voor hen een krachtige en ze
genrijke steun is geweest om in een
reine en onbevangen sfeer van waar
heid en oprechtheid hun huwelijksle
ven aan te vangen.
NED. HERV. KERK.
E er o epen: Te Huizen (N.-H.), L.
van Mastrigt te Harderwijk. Te Sittard,
J. D. Schmidt te Capelle (Z.).
Aangeno men: Naar Varik, R. C.
G. Trcelstra, Cand. te 's-Gravenhage.
Bedankt: Voor Aalten (toez.), D.
Kuilman te Borne.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen: Te Bussum (2de Pred.
plaats), L. Hoorweg, te Purmerend. Te
Zaltbommel, S. J. V. Goossens. Gand. te
Amersfoort. Te Nirverdal, R. Hamming
te Middelburg. Te.Enschedé (3de Pred.
plaats), J. v. Henten te Nieuw-Vennep.
VRIJE EVANG. GEMEENTEN.
Beroepe n: Te Echten c.a. (Fr.), J.
Brouwer te Drachtstercompagnie.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Nadat ïde Geref. Kerk van Oud-
j-oosdrecht ruim 3 jaar vacant wa3
Igleweest, werd Zondag tot zijn dienst
werk ingeleid cand. P. D. Kuiper.
Met een_ predicatie over Hand. 8:29
werd hij in zijn ambt bevestigd doos
zijn vader, Ds. L. Kuiper te Kampen.
Des avonds verbond Ds. P. D. Kui
per zich aan de gemeente met Ps. 20:8
Zoowel 's morgens als 's avonds was
het kerkgebouw tot in de paden bezet.
Zondagmiddag nam Ds. de Boer
naar aanleiding van de woorden: Wat
zal ons scheiden van de liefde Gods",
afscheid van de Ned. Herv. Gemeente
te St. Jacobi-parochie.
Na afloop werdi de leeraar toege-
isproken door collega Ds. Moolhuizen,
van Minnertsga en Ds. Koster, Doops
gezind predikant te St. Anna-Parochie
lalsmede door den heer K. Witterauw,
.ouderling, die na zijn toespraak de ge
meente verzocht te zingen Ps. 134:3.
Zondag nam Ds. D. J. Velsink)
iafscheid Van de Oeref Kerk te Arum]
met 'n predicatie over Hebr. 121 en 2.
•Na de predicatie sprak Ds. Vel
sink hartelijke woorden tot den ker-
keraad, afgevaardigden, het hoofd den
school en de gemeente, waarna ouder
ling Haitsma eveneens woorden «uitte
van waardeering.
De heer Fokkema gewaagde o.m.
van de goede verstandhouding tus-
schen hem en den leeraar.
De heer Tiemersma van Lollum, die
sprak namens de classis, ter vervan
ging van Ds. v. Munster, en de heeil
v. d. Meulen, van Achlum, zeide Ds.
iV. dank voor het consulentschap.
Staande hief de gemeente aan Ps.
;134:3 en Psalm 121:1 en 5.
Ds. iV. zei hierop dank voor de har
telijke woorden.
Wegens bekomen eervol emeri
taat nam Ds. H. J. de Zwart na ruimi
40 dienstjaren, Zondagavond afscheid
van :de "Ned.. Herv. Gemeente van!
iSoheveningen.
De scheidende leeraar bepaalde zijn
gehoor bij Openb. 3:11.
Spr. besloot zijn predicatie met toe
spraken tot onderscheiden' personen;
ien colleges.
De nestor der predikanten, Ds. J.
Wartena, richtte hierna woorden van
dank en sympathie tot zijn scheiden
den ambtgenoot, wien daarna door ce
gemeente staande werd toegezongen
Gezang 96. (Gewijzigd).
De scheidende predikant, die Maan
dagavond in het wijkgebouw „Mara-
natha" van zijn gemeenteleden af
scheid nam, en gisteravond in intie-
men kring van zijn medewerkers, gaat
zich metterwoon vestigen te Wirdum
(Groningen).
Zondag had in de kerk der Ned.
Ev. Gemeente te Brussel de bevesti
ging en intrede plaats v. D. A. G. B.
ten Kate, tot herder en leeraar der
gemeente.. i
De Nederiandsche gezant was met
zijn gezantschapsattaché aanwezig.
Ds. J. Crispeels leidde als consulent
de plechtigheid.
Ds. B. ten Kate, em. pred. te Velp,
vader van den nieuw benoemden voor
ganger, hield de bevestigingsrede naar.
aanleiding van Marcus 637.
De nieuwe leeraar hield zijn intree-
irede naar aanleiding van het woord:
„Ik ben met ulieden alle de dagen".
Bij het verlaten van het kerkgebouw
werd een collecte gehouden voor da
stormramp in Nedenand, die ruim90(Jj
frano opbracht.
Ds. G. D. SCHEEPSMA.
Ds. G. D. Scheepsma, Geref. Pred. te
Stedum, heeft wegens voortdurende on
gesteldheid eervol emeritaat aange
vraagd tegen 1 Augustus. Ds. Scheeps
ma was achtereenvolgens Pred. te Eoorn-
bergum, Roodeschooï. Westergeest en
Stedum.
Ds. A. TAP.
Ds. A. Tap, Pred. der Ned. Herv. Ge
meente te Schiedam, heeft bij den alge-
meenen kerkeraad een verzoek om eme
ritaat ingediend met ingang van 1 Octo
ber. Ds. Tap, in i860 geboren, verbond
zich in 1883 aan de Herv. Gem. te
Hall, verwisselde die plaats in 1888 met
Baambrugge, ging in 1890 naar Gameren
en dient sedert 28 October 1894 de ge
meente Schiedam.
D^. S. KALMA.
In den ouderdom van 87 jaren is te
Voorthuizen overleden, de emeritus-Pre
dikant der Ned. Herv. Kerk, Ds. S. Rai
ma. Ds. ICalma werd, na tevoren Predi
kant bij de Chr. Geref. Kerk te zijn ge
weest, Candidaat in Utrecht in 1870.
daarna Predikant achtereenvolgens te
Losdorp, Cubaard, Barneveld, Sneek,
Zevenbergen, IJlst. Maassluis en Hooge-
*lcon. Op 1 October 1921 werd nu wijlen
Ds. Kalma emeritaat verleend.
PREDIKANT-HUISBEZOEKER.
Tot Predikant-huisbezoeker in wijk 2
der Ned. Herv. Gem. te Groningen is be
noemd Ds. A. Dijkstra. Ned. Herv. Pre
dikant te Saaksum, die deze benoeming
heeft aangenomen. Ds. Dijkstra zal Pre
dikant der Herv. Gem. te Saaksum blij
ven.
DE GEMEENTE MET
VERSCHILLENDE KERKERADEN.
Ds. P. Bruining te Krcmmeniedijk,
heeft den classes een concept-advies aan-
de Synode, over het voorstel inzake de
bUiUrtgemeenten, aangeboden, van welk
advies de conclusie luidt:
De classical© vergadering verzoekt u
met aandrang, de aanhangig gemaakte
voorstellen terug te nemen, en een rege
ling te ontwerpen, krachtens welke
dorps- zoowel als stadsgemeenten met
teen groot ledental zullen worden ver
deeld in éénmans", welke ieder een
leigen kerkeraad zullen kunnen kiezen, en
in vrijheid beslissen door wien van de
in cnze Kerk tot Evangelieprediking
bevoegd verklaarden zij willen worden
geleid.
TWEEDE BLAD.
Op de Raadstribune.
Wanneer het niet zooveel geld kost
te, en wanneer men niet moest vree
zen spoedig geen werk meer te kun
nen vinden, zou men er haast toe ko
men, aan ons Dagelijkseh Bestuur te
vragen om voortaan om de week, in-
plaats van om de drie weken, een
raadsvergadering te beleggen.
Wanneer onze vroede vaderen twee
weken achter elkaar samen komen, en
elk dezer vergaderingen heeft dan
een sappige agenda zooals de laatste
twee, dan komt er een sfeer van intie
me verstandhouding, ondanks het he
vig geklepper van interrupties als van
nestbouwende ooievaars.
Heel knusjes waren Sociaal- en Vrij
zinnig-Democraten tegen elkaar ge
vlijd bij het voorstel inzake de ge
meentelijke huurverordening; van
daar lonkte men liefelijk naar de over
zijde en ja, zoowaar enkele argeloo-
zen lieten zich verschalken om den
zegewagen der Sociaal-Democratie een
eindje te helpen duwen.
O zeker, men bedoelde dat niet.
Neen men bedoelde hier enkel een
neutraal doel mee na te streven, inder
daad was de materie ook volstrekt
niet gelegen op zuiver politiek terrein.
Edoch de argeloozen vergaten dat al
wat Sociaal-Democraat is, goed so
ciaal-democraat is, nooit anders kan
dan de Sociaal-democratische politiek
te dienen. Een goed sociaal-democraat
gevoelt zich geen magistraat, maar al
leen een vertegenwoordiger van een
bepaalden stand. Als zoodanig, treedt
hij op, elke handeling bedoelt alleen
het standsbelang te dienen. De ver
schillen die er zijn, moeten er eigen
lijk niet zijn. Alles moest eigenlijk ge
socialiseerd zijn. Zoolang dit niet door
een economische wet kan, spant de
Sociaal-Democraat er cle Overheid
voor. Straks zal zoowel Staat als Maat
schappij één lichaam worden, de So
cialistische heilstaat.
Elke crisiswet, elke ingrijj^/ie
maatregel, is dan ook in begink^u^nj
een Sociaal-Democraat goed. IiiV de
practijk zijn er. afwijkingen maar in
beginsel niet.
Zoo hebben de Sociaals-Democraten
in elke gemeente waar zij een beteeke-
nendë stem "hebben, zich voor liet be
houd van de Huurcommissie uitge
sproken. Daarbij golden wel de econo
mische vragen van woonbehoefte e.d.,
maar die werden niet als grondslag
genomen. Grondslag was het in wezen
goede beginsel van de regeling. Zoo
en niet anders is het.
Ook hier te Leiden kondigden ile
Sociaal-Democraten reeds een voorstel
tot instelling eener gemeentelijke
huurverordening aan nog voordat de
cijfers en feiten die de economische
ondergrond moesten vormen, verza
meld waren.
Maandagmiddag en -avond is dan
ook door de Sociaal-Democraten niet
ontkend dat hun voorstel een politieke
.ondergrond 'had, al poogden zij ook de
schuld voor het indragen van de poli
tiek in liet debat, op den heer Wil
brink te schuiven. De eer van dezen
Chris telijk-Historischen voorman, is
het, op juiste wijze deze politieke on-
dergrond te hebben bloot gelegd.
Wfj betreuren cle genomen beslis
sing. Niet omdat het op zichzelf een
gevaar zou beteekenen dat Leiden een
hour verordening krijgt, maar omdat
ook dit aangenomen voorstel, al is bet
ook veel minder onsympathiek dan
een ongelimiteerde bemoeienis, wat
tijdsduur aangaat, en al is er geen lm-
telijke huurgrens bij getrokken, het
ons "toch spant voor den socialisti-
ischen wagen. De groote scheidingslijn
jis hier, dat de Overheid blijft ingrijpen
'in het* maatschappelijk leven ook clan
1 wanneer niet cle noodzaak daarvoor
aanwezig is. flet is een vrees voor ex-
i cessen, schermen met cijfers, die fali-
kant kunnen uitkomen.
Het economisch leven is nu een
maal tiiet als een mechaniek dat in el
kaar loopt, zonder elkaar aan te tas
tten, maar veeleer een org^nisme-waar-
■in het eene in het andere opgaat. Zon
der schokken verkrijgt men geen even
wicht, 't'is slechts d e vraag of die
schokken doodend orf wondend zullen
£ijn, of het eene orgaan het andere in
Niets meitschelijks vreemd
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
10 —0—
Een Jieftallig zesjarig meisje vloog
cp h&a.r toe, om den sneeuw witten ge
vulder arm, die het speelgoed om-
hoog' hield, te bereiken. Drie kleintjes,
clie poogden zich aan haar knie vast
te Jilemmen, hield zij met de vrijgeble-
vefae linkerhand dapper van zich af,
en riep, altijd achteruitgaande Neen.
rveen, ge krijgt de pop niet weder, voor
7-ij eene nieuwe jurk aan heeft, die
lang zal zijn en schoonkleurig als
•?t kleed van den keizer. Laat mij los,
Caecilia, anders valt ge naar beneden,
zooals onlangs met den wilden Nikon
is gebeurd.
Onder het spreken dezer woorden
was zij aan de bovenste trede gena
derd. Eensklaps keerde zij zich om, en
,s?,oot met uitgestrekte armen den toe
gang'tot den smallen trap af, waarop
Hennas stond, die met open mond het
iustig spel boven zijn hoofd aanzag.
Zoodra Sirona zich gereed maakte
,©m naay- beneden te vliegen, merkte
zij den jongeman op en schrok. Doch
zoo ras zij bespeurde, dat de Anacho
reet enkel uit verlegenheid geen woor
den kon vinden, om op haar vraag
naar hetgeen hfj verlangde te antwoor-
zijn levensfuncties zal dooddrukken.
Dat laatste is niet te bewijzen. Wel het
tegendeel te verwachten.
Overigens was cle agenda weinig
beteekenen 1. Voor den heer Sijtsma en
de marktkooplieden eenAlein succes
je. Overigens een gelukkig besluit met
het oog op 3 October.
Nog een kleine verrassing voor den
Raaden voor het College van B.
en W.
Voor den Raad dat heel verborgen
achter de, helaas steeds als hamer-
punt beschouwde, begrootingswijzi-
ging, nog een achter,afsche goedkeu
ring tot het voeren van een proces
stak.
Voor het College dat er zoowaar nog
raadsleden waren die daar achter
kwamen en die niet onduidelijk de
handelwijze van B. en W. afkeurden.
Van beide zijden begrijpelijk, maar
niet te verdedigen. B. en W. voeren
ïr't, maar regeeren niet; de Raad is de
hoogste macht. De Raad houdt de
koorden van de beurs, maar moet die
ook niet uithanden geven door wel de
primitieve begrooting, maar niet de
suppletoire, aandacht te verleenen.
WüT OE SLAPEN ZEGGEN.
Moderne opvattingen over een
verloving.
In „De Middernachtzendeling'' lazen
we een artikel over bovenstaand on
derwerp, waarvan we een deel over
nemen.
Onder gevoelens van bitteren spijt
en teleurstelling hoorden' we ons deze
week weer een van de vele geschiede
nissen verhalen, waarvan de inhoud
is als volgt:
De jongen met wien het meisje in
nacler relatie trad, weet onder aller
lei mooie voorstellingen haar aanne
melijk te maken, dat hij haar tot zijn
leedwezen niet kan introduceeren bij
zijn familie. Dikwijls geeft hij in strijd
met cle waarheid op, dat zijn ouders
overleden zijn, of dat hij rnet het
ouderlijke huis gebroken beeft, omdat
zijn ouders nu eenmaal menschen zijn,
die er zulke ouderwetsehe ideeën op
na houden, dat het voor hem niet uit
te houden was.
Vervolgens vraagt hij of ze er ge
noegen mee wil nemen, in plaats van
naar het ouderlijk huis, naar een fat
soenlijk café of naar een lunchroom te
gaan. Verder tracht hij op alle manier
de invitatie van cle zijde van hetTmeis-
je of van haar familie te ontloopen.
Hij vindt het veel knusser om samen
te zijn, en als ze het goede voor elkan
der zoeken en het goede willen,
wat hebben de anderen eigenlijk met
hun. liefdeleven te maken? Als ze later
samen cloor het leven wenschen te
gaJan, zullen ze toch ook hun eigen
boontjes hebben te doppen.
Een verloving is nu niet direct zijn
bedoeling, daar is altijd nog wel tijd
voor. Hun beider ideaal is vrij té zijn
en elkander te beschouwen als vrien
den. Met die oude ideeën hebben ze
reeds lang afgedaan. Als, jongens en
meisjes van 18 en 19 jaar, weten ze nu
toch eigenlijk wel eens wat ze doen
en laten mogen, fin dan dat over en
weer praten in het ouderlijk huis over
al die familie-aangelegenheclen, wat
hebben ze er eigenlijk meg te maken?
Bovendien kennen zij het leven, en we
ten maar al te goed hoe er over hun
doen en laten geoordeeld wordt. Neen,
ze willen hun leven opvoeren, door sa
men in de stille natuur onder flonke
rend gesternte, in de vrijheid, de fris-
sfche lucht in te ademen, het liefst op
de minst betreden paden, langs struik
en veldgewas. Genieten willen ze van
het mooie in de natuur. Men weet er
tegenwoordig zoo alles van, want men
wordt zoo in alle geheimen van het
natuurleven, inzonderheid door de
film, ingewijd.
Zoo dwalen ze clan urenlang, de jon
ge paartjes, bijna avond aan avond,
samen rond. Dit is voor velen van hen
het ideaal, verre te verkiezen hoven
het samenzijn in een gezelligen huise
lijken kring, zooals dit gelukkig nog
in vele kringen onder ons volk wordt
aangetroffen.
Men 'gevoelt zich daar te veel gecon
troleerd, en bovendien, het gezin
den, barstte zij op nieuw in een scha.
terlach uit en riep naar beneden:
„Kom maar, wij zullen u geen kwaad
doen; niet waar, kinderen?"
Intusschen had Hermas weder moed
gevat, om zijn verlangen, namelijk
den Senator te spreken, te kennen te
geven, en de Gallische vrouw, die met
welgevallen de krachtige gestalte van
den jongeman opnam, bood zich aan
om hem tot Petrus te brengen.
Deze had zich, terwijl dit alles voor
viel, met zijne volwassene oudste zo
nen onderhouden, flinke mannen, of
schoon de vader grooter was en bo
vendien buitengewoon breed van
schouders. Terwijl de jongelingen het
woord voerden, streek hij over zijn
korten, grijzen baard, en keek naar
den grond met somberen ernst. Al
thans zoo moest het clen oppervlakki-
gen beschouwer toeschijnen. Hij die
scherper zag werd spoedig gewaar, dat
niet zelden een tevreden, ja meerma
len een ondeugend lachje de lippen
plooide van dezen verstandigen dege-
lijken man.
Hij was een dergenen, die de kunst
verstaan om met hunne kinderen als
eene jonge moedei' te spelen, en zich
het lijden van anderen weten aan te
trekken alsof het henzelven betrof, die
echter zoo donker kunnen kijken en
zulke scherpe woordên durven spre
ken, dat alleen zij hen niet miskennen
noch vreezen, die geheel met hen ver
trouwd zijn. Er knaagde zeker iets aan
de ziel van dezen man, die toch alles
bézat, wat een mensch gelukkig kan
maken. Hoewel dankbaar gestemd, was
hij zich toch bewust, dat hij meer had
kunnen uitrichten, dan hem het lot
vergund had tot stand te brengen en te
zijn. Hij was een steenhouwer geble
ven, maar zijne beiden zonen hadden
in eene goede school te Alexandrië hun
leertijd voleindigd.
De oudste, Antonius, die reeds een
eigen huis bezat, benevens vrouw en
kinderen, was bouwmeester en werk
tuigkundige; de jongste, Polycarpus,
die sedert een maand was terugge
keerd, was van plan in de steengroe
ven zijns vaders werken van grooten
omvang te ontwerpen en uit te voeren,
want hij had de opdracht ontvangen
om te Alexandrië het nieuwe voorhof
van het prachtig gebouw, dat Sebas-
teum of Caesareum werd genaamd, te
versieren met twifltig leeuwen van
graniet. Meer dan dertig kunstenaars
hadden met hem naar den voorrang
gedongen; cloch oordeelkundige rech
ters hadden eenstemmig aan zijne
modellen den prijs toegekend. De
bouwmeester, die voor het herstel van
de zuilengangen en vloeren van het
voorhof zorg moest dragen, was zijn
vriend, en had hem toegestaan de gra-
nietblokken, steenplaten en cylinders,
die hij noodig had, uit de groeven van
Petrus, en niet zooals gewoonlijk ge
schiedde, uit die van Syene bij den eer
sten waterval te halen.
Antonius en Polycarpus stonden
thans met him vader voor een groote
tafel en gaven hem de verklaring van
het plan, dat zij te zamen hadden ge
krast in de dunne waslaag op een
bord. De jonge bouwmeester sloeg
voor, over eene diepe doch smalle
kloof, die de lastdieren niet konden
ontgaan dan langs een verren omweg,
een#bi'Ug te leggen en vervolgens de
weg van de brug naar de zee door een
nieuw aan te leggen straat voor meer
dan een derde te bekorten. De kosten
voor dit werk waren spoedig te vinden
uit de besparing van arbeidskracht, en
wel stellig en zeker, wanneer men de
transportschepen, niet, zooals tot hier
toe geschiedde, ledig liet terugkomen,
maar in Klysma eene lading winstge
vende artikelen uit Alexandrijnsche
fabrieken deed innemen.
Petrus, die in de raadsvergadering
vaak als redenaar kon schitteren, sprak
in het dagelijkseh leven zeer weinig.
Bij eiken nieuwen voorslag van zijn
zoon, sloeg hij de oogen op, als moest
hij onderzoeken of de jongeman zijn
verstand misschien niet verloren had,
terwijl hij met zijne half onder een
grijzen knevel verborgene lippen mees
muilde, ten teeken van bijval. Toen
Antonius zijn plan. om namelijk de
kloof, die hem in den weg lag, onscha
delijk te maken, begon uiteen te zet
ten, bromde de senator: „Laat den
slaven vleugels aangroeien; maak de
zwarten maar tot raven en de witte
tot meeuwen, dan kunnen zij daarover
vliegen. Wat men al niet in de hoofd
stad leert!"
Zoodra het woord „brug" Antonius
over de lippen was gekomen, zag hij
den jongeling strak aan en zeide: „Het
Aan de toelichting van dit concept-ad
vies ontleenen wij:
Met volkomen miskenning van het
lichtend voorbeeld dat in den beginne
Jezus' leerlingen gaven, toen ze elkan
der de hand reikten en overeenkwamen
,.de een naar de Joden, de ander naar
de Heidenen", al naar gelang van ieders
gave (Gal. 2:9; vgl. cok ..Verbiedt hem
niet wie niet tegen mij i3, is vóór mij;
Luk. 9 50) strijden nu de voorgangers
in «Ie Kerk vaak heftig onder elkaar en
willen elkander niet erkennen als bond-
glencoten.
DE SCHAALCOLLECTEN.
Ten behoeve van de Diaconie der N«d.
Iïerv. Gem. te Arnhem werd om de drie
maanden een schaalcollecte langs de hui
zen gehouden. De Kerkeraad heeft het
kloeke besluit genomen om deze collecte
af te schaffen. Niet dat de Diaconie de
opbrengst missen kan, doch omdat de
Kerkeraad deze wijze van inzamelen niet
in overeenstemming meer acht met de
roeping der Gemeente. De kerkeraad
vertrouwt, dat de gemeente, op wie de
verplichting rust om hare armen te on
derhouden, op een andere wijze in die
behoeften zal voorzien.
KERKBOUW.
De Kerkeraad der Geref. Kerk van
Haarlem beeft besloten tot aankoop van
een terein ind e Busken Huetstraat (Am-
sterdamsche kwartier), teneinde daar
een hulpkerk te doen plaatsen. Men
achtte deze plek beter geschikt dan het
terrein aan de Zomervaart, dat de ge
meente Haarlem in erfpacht had aange:
boden.
NIEUWE KERKEN IN RUSLAND.
De Sovjetpers maakt melding van t
feit, dat de arbeiders van de groote
textielfabriek te Wladimir, bijge
naamd „communistische avant-garde"
en dus een keurkorps der bolsjewiki
vormende, met hun eigen handen een
nieuwe kerk gebouwd hebben. En een
tweede geval doet zich tegelijkertijd
voor bij de arbeiders van de kleeder-
fabriek ,,de roode October", waar de
2000 arbeiders een comité kozen, dat
ten behoeve van een nieuwe kerk op
eiken betaaldag van alle loonen een
zeker deel afhield. En een derde geval
is te Smolensk, waar 3000 arbeiders
van een spinnerij een kerk bouwen.
Kunst en Letteren.
„MUZIEK EN RELIGIE".
Sinds 192o bestaat er een genoot
schap „Muziek en Religie". Het be
stuur is als volgt samengesteld: Her
man Rutters, voorzitter; Ds. P. D.
Spelberg, secretaris; Mevr. Spelberg,
penningmeesteresse; Jonkvrouw Ja-
coba Repelaer van Driel en Prof. Dr.
A. H. de Hartog. Het genootschap lijkt
ons in hoofdzaak ethisch georiënteerd,
al stelt het zijn deuren wijd open, voor
allen, wie het verband van Muziek en
Religie op eenige wijze ter harte gaat.
Het geeft nu een driemaandelijksch
tijdschrift uit onder denzelfden titel.
Wie verleden jaar in de N. L. C. de
feuilletons „Over Muziekgeschiedenis"
gevolgd heeft, weet, dat er tusschen
muziek en religie feen zielkundig en
historisch verband bestaat. Het is het
doel van dit tijdschriftje, hierop te
wijzen en tevens om aan te toonen,
hoe de muziek niet alleen een intri
geerend deel van den eeredienst der
verschillende gezindten is, maar ook
hoe geestelijke muziek voor het inner
lijk beleven der religie 'van groote
kracht is.
In de mystieke sfeer der innerlijke
ontroering vinden muziek en religie
elkaar.
In de 1ste aflevering, die ons ter in
zage werd toegezonden, vindt men be
halve een algemeene beschouwing
over „Muziek en Religie" een mooi
opstel van Prof. Van Uven over „Mu
ziek en Wiskunde" en verder van Her
man Rutters, zooals men weet de bij
uitstek bekwame muziekverslaggever
van het Handelsblad, een studie over
Joh. Seb. Bach en diens zeldzaam
groote beteekenis voor de Protestanl-
sche kerkmuziek. Bach is een der
grooten, wiens elementaire kracht
voor de cultuur van heden en toe
komst nog onberekenbaar is.
is maar de vraag of de hemel ons een
regenboog wil leenen." Toen Polycar
pus hem daarop voorsloeg, door zijne
Alexandrijnsche vrienden eenige ce-
derbalken uit Syrië te laten komen,
en zijn oudste zoon hem de teekening
van den boog verklaarde, waarmede
hij de kloof vast en zeker beloofde te'
overwelven,, volgde hij zijne woorden
met gespannen opmerkzaamheid. Daar
bij fronste hij zijne wenkbrauwen zóó
onheilspellend en zag hij zóó somber,
als vernam hij het bericht van een
misdaad.'Toch liet hij zijn zoon geheel
uitspreken en prevelde alleen in den
beginnen: „kunststukken", of: „ja, als
ik eens keizer was!"
Eindelijk stelde hij duidelijk en be
paalde vragen, en ontving hij stellige
en doordachte antwoorden. Antonius
bewees door getallen, dat de verdien
sten van eene leverantie voor het Cae
sareum meer dan drievierde gedeelte
der gezamenlijke uitgaven zou dek
ken. Daarop nam Polycarpus het
woord om te verzekeren, dat het gra
niet van den heiligen berg deugdelij
ker van gehalte en schooner van kleur
was, dan dat van Syene.
„Wij arbeiden hier goedkooper dan
aan de cataract", viel Antonius hem in
de rede. „Het transport der steenblok
ken zal ons niet zoo düur te staan ko
men, wanneer de brug en de eg tot
aan zee klaar zijn, en wij gebruik ma
ken van den binnen weinige maanden
weder bevaarbaren Trajanusstroom.
die de Roode zee met den Nijl ver
bindt".