"kerk en school. feuilleton. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 29 JUNI 1927 brengt hen te veel in de practijk van het gewone leven; het voert hen, zoo redeneeren ze, niet op. maar haalt him idealen naar beneden! Aldus redeneerend en handelend, vergeten velen in onze dagen bij hun zoogenaamde hooggesfemde vrijheids idealen den grooten factor, dat een mensch, hoe sterk hij zich wane in z'n eigen kracht, juist dan oogenblikken doormaakt, waarin maar weinig noo- dig is om hem te brenge.n aan den rand van een peillooze diepte. Hoeveel moois en aantrekkelijks de ze vrijheidstheorieën, oppervlakkig ge zien, voor het jong ontvankelijk ge moed mogen hebben, we kunnen er niet genoeg op wijzen, dat. de uitkomst van zulk samengaan in zoogenaamde vriendschap, geheel los van gezin en familie, meestal niet alleen op een desillusie uitloopt, maar bovendien velen voert op paden, die eindigen in een moeras van zonde en ellende. Met diepe smart moeten we consta- teeren dat vele jonge menschen, vaak uit fatsoenlijke kringen, al te spoedig de banden, die hen aan huis of familie binden, als minderwaardig gaan be schouwen. Te laat wordt ingezien, waar die zoogenaamde vriendschap, los v. eiken anderen band, op uitloopt. 'We mogen onzen jongen menschen wel met veel klem voorhouden, welk een onschatbare waarde het gezinsle ven heeft. Laten de ouders hun ver antwoordelijkheid voelen, en van hun huiselijk leven maken, wat er van te maken valt, om zoo hun kinderen aan huis te binden, zoodat ze zich niet ge noodzaakt zien, hun vermaak buitens huis te zoeken. Menig paar zal moeten toestemmen, dat in den verlovingstijd juist het sa men verkeeren in den huiselijken kring voor hen een krachtige en ze genrijke steun is geweest om in een reine en onbevangen sfeer van waar heid en oprechtheid hun huwelijksle ven aan te vangen. NED. HERV. KERK. E er o epen: Te Huizen (N.-H.), L. van Mastrigt te Harderwijk. Te Sittard, J. D. Schmidt te Capelle (Z.). Aangeno men: Naar Varik, R. C. G. Trcelstra, Cand. te 's-Gravenhage. Bedankt: Voor Aalten (toez.), D. Kuilman te Borne. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen: Te Bussum (2de Pred. plaats), L. Hoorweg, te Purmerend. Te Zaltbommel, S. J. V. Goossens. Gand. te Amersfoort. Te Nirverdal, R. Hamming te Middelburg. Te.Enschedé (3de Pred. plaats), J. v. Henten te Nieuw-Vennep. VRIJE EVANG. GEMEENTEN. Beroepe n: Te Echten c.a. (Fr.), J. Brouwer te Drachtstercompagnie. BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Nadat ïde Geref. Kerk van Oud- j-oosdrecht ruim 3 jaar vacant wa3 Igleweest, werd Zondag tot zijn dienst werk ingeleid cand. P. D. Kuiper. Met een_ predicatie over Hand. 8:29 werd hij in zijn ambt bevestigd doos zijn vader, Ds. L. Kuiper te Kampen. Des avonds verbond Ds. P. D. Kui per zich aan de gemeente met Ps. 20:8 Zoowel 's morgens als 's avonds was het kerkgebouw tot in de paden bezet. Zondagmiddag nam Ds. de Boer naar aanleiding van de woorden: Wat zal ons scheiden van de liefde Gods", afscheid van de Ned. Herv. Gemeente te St. Jacobi-parochie. Na afloop werdi de leeraar toege- isproken door collega Ds. Moolhuizen, van Minnertsga en Ds. Koster, Doops gezind predikant te St. Anna-Parochie lalsmede door den heer K. Witterauw, .ouderling, die na zijn toespraak de ge meente verzocht te zingen Ps. 134:3. Zondag nam Ds. D. J. Velsink) iafscheid Van de Oeref Kerk te Arum] met 'n predicatie over Hebr. 121 en 2. •Na de predicatie sprak Ds. Vel sink hartelijke woorden tot den ker- keraad, afgevaardigden, het hoofd den school en de gemeente, waarna ouder ling Haitsma eveneens woorden «uitte van waardeering. De heer Fokkema gewaagde o.m. van de goede verstandhouding tus- schen hem en den leeraar. De heer Tiemersma van Lollum, die sprak namens de classis, ter vervan ging van Ds. v. Munster, en de heeil v. d. Meulen, van Achlum, zeide Ds. iV. dank voor het consulentschap. Staande hief de gemeente aan Ps. ;134:3 en Psalm 121:1 en 5. Ds. iV. zei hierop dank voor de har telijke woorden. Wegens bekomen eervol emeri taat nam Ds. H. J. de Zwart na ruimi 40 dienstjaren, Zondagavond afscheid van :de "Ned.. Herv. Gemeente van! iSoheveningen. De scheidende leeraar bepaalde zijn gehoor bij Openb. 3:11. Spr. besloot zijn predicatie met toe spraken tot onderscheiden' personen; ien colleges. De nestor der predikanten, Ds. J. Wartena, richtte hierna woorden van dank en sympathie tot zijn scheiden den ambtgenoot, wien daarna door ce gemeente staande werd toegezongen Gezang 96. (Gewijzigd). De scheidende predikant, die Maan dagavond in het wijkgebouw „Mara- natha" van zijn gemeenteleden af scheid nam, en gisteravond in intie- men kring van zijn medewerkers, gaat zich metterwoon vestigen te Wirdum (Groningen). Zondag had in de kerk der Ned. Ev. Gemeente te Brussel de bevesti ging en intrede plaats v. D. A. G. B. ten Kate, tot herder en leeraar der gemeente.. i De Nederiandsche gezant was met zijn gezantschapsattaché aanwezig. Ds. J. Crispeels leidde als consulent de plechtigheid. Ds. B. ten Kate, em. pred. te Velp, vader van den nieuw benoemden voor ganger, hield de bevestigingsrede naar. aanleiding van Marcus 637. De nieuwe leeraar hield zijn intree- irede naar aanleiding van het woord: „Ik ben met ulieden alle de dagen". Bij het verlaten van het kerkgebouw werd een collecte gehouden voor da stormramp in Nedenand, die ruim90(Jj frano opbracht. Ds. G. D. SCHEEPSMA. Ds. G. D. Scheepsma, Geref. Pred. te Stedum, heeft wegens voortdurende on gesteldheid eervol emeritaat aange vraagd tegen 1 Augustus. Ds. Scheeps ma was achtereenvolgens Pred. te Eoorn- bergum, Roodeschooï. Westergeest en Stedum. Ds. A. TAP. Ds. A. Tap, Pred. der Ned. Herv. Ge meente te Schiedam, heeft bij den alge- meenen kerkeraad een verzoek om eme ritaat ingediend met ingang van 1 Octo ber. Ds. Tap, in i860 geboren, verbond zich in 1883 aan de Herv. Gem. te Hall, verwisselde die plaats in 1888 met Baambrugge, ging in 1890 naar Gameren en dient sedert 28 October 1894 de ge meente Schiedam. D^. S. KALMA. In den ouderdom van 87 jaren is te Voorthuizen overleden, de emeritus-Pre dikant der Ned. Herv. Kerk, Ds. S. Rai ma. Ds. ICalma werd, na tevoren Predi kant bij de Chr. Geref. Kerk te zijn ge weest, Candidaat in Utrecht in 1870. daarna Predikant achtereenvolgens te Losdorp, Cubaard, Barneveld, Sneek, Zevenbergen, IJlst. Maassluis en Hooge- *lcon. Op 1 October 1921 werd nu wijlen Ds. Kalma emeritaat verleend. PREDIKANT-HUISBEZOEKER. Tot Predikant-huisbezoeker in wijk 2 der Ned. Herv. Gem. te Groningen is be noemd Ds. A. Dijkstra. Ned. Herv. Pre dikant te Saaksum, die deze benoeming heeft aangenomen. Ds. Dijkstra zal Pre dikant der Herv. Gem. te Saaksum blij ven. DE GEMEENTE MET VERSCHILLENDE KERKERADEN. Ds. P. Bruining te Krcmmeniedijk, heeft den classes een concept-advies aan- de Synode, over het voorstel inzake de bUiUrtgemeenten, aangeboden, van welk advies de conclusie luidt: De classical© vergadering verzoekt u met aandrang, de aanhangig gemaakte voorstellen terug te nemen, en een rege ling te ontwerpen, krachtens welke dorps- zoowel als stadsgemeenten met teen groot ledental zullen worden ver deeld in éénmans", welke ieder een leigen kerkeraad zullen kunnen kiezen, en in vrijheid beslissen door wien van de in cnze Kerk tot Evangelieprediking bevoegd verklaarden zij willen worden geleid. TWEEDE BLAD. Op de Raadstribune. Wanneer het niet zooveel geld kost te, en wanneer men niet moest vree zen spoedig geen werk meer te kun nen vinden, zou men er haast toe ko men, aan ons Dagelijkseh Bestuur te vragen om voortaan om de week, in- plaats van om de drie weken, een raadsvergadering te beleggen. Wanneer onze vroede vaderen twee weken achter elkaar samen komen, en elk dezer vergaderingen heeft dan een sappige agenda zooals de laatste twee, dan komt er een sfeer van intie me verstandhouding, ondanks het he vig geklepper van interrupties als van nestbouwende ooievaars. Heel knusjes waren Sociaal- en Vrij zinnig-Democraten tegen elkaar ge vlijd bij het voorstel inzake de ge meentelijke huurverordening; van daar lonkte men liefelijk naar de over zijde en ja, zoowaar enkele argeloo- zen lieten zich verschalken om den zegewagen der Sociaal-Democratie een eindje te helpen duwen. O zeker, men bedoelde dat niet. Neen men bedoelde hier enkel een neutraal doel mee na te streven, inder daad was de materie ook volstrekt niet gelegen op zuiver politiek terrein. Edoch de argeloozen vergaten dat al wat Sociaal-Democraat is, goed so ciaal-democraat is, nooit anders kan dan de Sociaal-democratische politiek te dienen. Een goed sociaal-democraat gevoelt zich geen magistraat, maar al leen een vertegenwoordiger van een bepaalden stand. Als zoodanig, treedt hij op, elke handeling bedoelt alleen het standsbelang te dienen. De ver schillen die er zijn, moeten er eigen lijk niet zijn. Alles moest eigenlijk ge socialiseerd zijn. Zoolang dit niet door een economische wet kan, spant de Sociaal-Democraat er cle Overheid voor. Straks zal zoowel Staat als Maat schappij één lichaam worden, de So cialistische heilstaat. Elke crisiswet, elke ingrijj^/ie maatregel, is dan ook in begink^u^nj een Sociaal-Democraat goed. IiiV de practijk zijn er. afwijkingen maar in beginsel niet. Zoo hebben de Sociaals-Democraten in elke gemeente waar zij een beteeke- nendë stem "hebben, zich voor liet be houd van de Huurcommissie uitge sproken. Daarbij golden wel de econo mische vragen van woonbehoefte e.d., maar die werden niet als grondslag genomen. Grondslag was het in wezen goede beginsel van de regeling. Zoo en niet anders is het. Ook hier te Leiden kondigden ile Sociaal-Democraten reeds een voorstel tot instelling eener gemeentelijke huurverordening aan nog voordat de cijfers en feiten die de economische ondergrond moesten vormen, verza meld waren. Maandagmiddag en -avond is dan ook door de Sociaal-Democraten niet ontkend dat hun voorstel een politieke .ondergrond 'had, al poogden zij ook de schuld voor het indragen van de poli tiek in liet debat, op den heer Wil brink te schuiven. De eer van dezen Chris telijk-Historischen voorman, is het, op juiste wijze deze politieke on- dergrond te hebben bloot gelegd. Wfj betreuren cle genomen beslis sing. Niet omdat het op zichzelf een gevaar zou beteekenen dat Leiden een hour verordening krijgt, maar omdat ook dit aangenomen voorstel, al is bet ook veel minder onsympathiek dan een ongelimiteerde bemoeienis, wat tijdsduur aangaat, en al is er geen lm- telijke huurgrens bij getrokken, het ons "toch spant voor den socialisti- ischen wagen. De groote scheidingslijn jis hier, dat de Overheid blijft ingrijpen 'in het* maatschappelijk leven ook clan 1 wanneer niet cle noodzaak daarvoor aanwezig is. flet is een vrees voor ex- i cessen, schermen met cijfers, die fali- kant kunnen uitkomen. Het economisch leven is nu een maal tiiet als een mechaniek dat in el kaar loopt, zonder elkaar aan te tas tten, maar veeleer een org^nisme-waar- ■in het eene in het andere opgaat. Zon der schokken verkrijgt men geen even wicht, 't'is slechts d e vraag of die schokken doodend orf wondend zullen £ijn, of het eene orgaan het andere in Niets meitschelijks vreemd Een episode uit de geschiedenis van de Christenen op het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 10 —0— Een Jieftallig zesjarig meisje vloog cp h&a.r toe, om den sneeuw witten ge vulder arm, die het speelgoed om- hoog' hield, te bereiken. Drie kleintjes, clie poogden zich aan haar knie vast te Jilemmen, hield zij met de vrijgeble- vefae linkerhand dapper van zich af, en riep, altijd achteruitgaande Neen. rveen, ge krijgt de pop niet weder, voor 7-ij eene nieuwe jurk aan heeft, die lang zal zijn en schoonkleurig als •?t kleed van den keizer. Laat mij los, Caecilia, anders valt ge naar beneden, zooals onlangs met den wilden Nikon is gebeurd. Onder het spreken dezer woorden was zij aan de bovenste trede gena derd. Eensklaps keerde zij zich om, en ,s?,oot met uitgestrekte armen den toe gang'tot den smallen trap af, waarop Hennas stond, die met open mond het iustig spel boven zijn hoofd aanzag. Zoodra Sirona zich gereed maakte ,©m naay- beneden te vliegen, merkte zij den jongeman op en schrok. Doch zoo ras zij bespeurde, dat de Anacho reet enkel uit verlegenheid geen woor den kon vinden, om op haar vraag naar hetgeen hfj verlangde te antwoor- zijn levensfuncties zal dooddrukken. Dat laatste is niet te bewijzen. Wel het tegendeel te verwachten. Overigens was cle agenda weinig beteekenen 1. Voor den heer Sijtsma en de marktkooplieden eenAlein succes je. Overigens een gelukkig besluit met het oog op 3 October. Nog een kleine verrassing voor den Raaden voor het College van B. en W. Voor den Raad dat heel verborgen achter de, helaas steeds als hamer- punt beschouwde, begrootingswijzi- ging, nog een achter,afsche goedkeu ring tot het voeren van een proces stak. Voor het College dat er zoowaar nog raadsleden waren die daar achter kwamen en die niet onduidelijk de handelwijze van B. en W. afkeurden. Van beide zijden begrijpelijk, maar niet te verdedigen. B. en W. voeren ïr't, maar regeeren niet; de Raad is de hoogste macht. De Raad houdt de koorden van de beurs, maar moet die ook niet uithanden geven door wel de primitieve begrooting, maar niet de suppletoire, aandacht te verleenen. WüT OE SLAPEN ZEGGEN. Moderne opvattingen over een verloving. In „De Middernachtzendeling'' lazen we een artikel over bovenstaand on derwerp, waarvan we een deel over nemen. Onder gevoelens van bitteren spijt en teleurstelling hoorden' we ons deze week weer een van de vele geschiede nissen verhalen, waarvan de inhoud is als volgt: De jongen met wien het meisje in nacler relatie trad, weet onder aller lei mooie voorstellingen haar aanne melijk te maken, dat hij haar tot zijn leedwezen niet kan introduceeren bij zijn familie. Dikwijls geeft hij in strijd met cle waarheid op, dat zijn ouders overleden zijn, of dat hij rnet het ouderlijke huis gebroken beeft, omdat zijn ouders nu eenmaal menschen zijn, die er zulke ouderwetsehe ideeën op na houden, dat het voor hem niet uit te houden was. Vervolgens vraagt hij of ze er ge noegen mee wil nemen, in plaats van naar het ouderlijk huis, naar een fat soenlijk café of naar een lunchroom te gaan. Verder tracht hij op alle manier de invitatie van cle zijde van hetTmeis- je of van haar familie te ontloopen. Hij vindt het veel knusser om samen te zijn, en als ze het goede voor elkan der zoeken en het goede willen, wat hebben de anderen eigenlijk met hun. liefdeleven te maken? Als ze later samen cloor het leven wenschen te gaJan, zullen ze toch ook hun eigen boontjes hebben te doppen. Een verloving is nu niet direct zijn bedoeling, daar is altijd nog wel tijd voor. Hun beider ideaal is vrij té zijn en elkander te beschouwen als vrien den. Met die oude ideeën hebben ze reeds lang afgedaan. Als, jongens en meisjes van 18 en 19 jaar, weten ze nu toch eigenlijk wel eens wat ze doen en laten mogen, fin dan dat over en weer praten in het ouderlijk huis over al die familie-aangelegenheclen, wat hebben ze er eigenlijk meg te maken? Bovendien kennen zij het leven, en we ten maar al te goed hoe er over hun doen en laten geoordeeld wordt. Neen, ze willen hun leven opvoeren, door sa men in de stille natuur onder flonke rend gesternte, in de vrijheid, de fris- sfche lucht in te ademen, het liefst op de minst betreden paden, langs struik en veldgewas. Genieten willen ze van het mooie in de natuur. Men weet er tegenwoordig zoo alles van, want men wordt zoo in alle geheimen van het natuurleven, inzonderheid door de film, ingewijd. Zoo dwalen ze clan urenlang, de jon ge paartjes, bijna avond aan avond, samen rond. Dit is voor velen van hen het ideaal, verre te verkiezen hoven het samenzijn in een gezelligen huise lijken kring, zooals dit gelukkig nog in vele kringen onder ons volk wordt aangetroffen. Men 'gevoelt zich daar te veel gecon troleerd, en bovendien, het gezin den, barstte zij op nieuw in een scha. terlach uit en riep naar beneden: „Kom maar, wij zullen u geen kwaad doen; niet waar, kinderen?" Intusschen had Hermas weder moed gevat, om zijn verlangen, namelijk den Senator te spreken, te kennen te geven, en de Gallische vrouw, die met welgevallen de krachtige gestalte van den jongeman opnam, bood zich aan om hem tot Petrus te brengen. Deze had zich, terwijl dit alles voor viel, met zijne volwassene oudste zo nen onderhouden, flinke mannen, of schoon de vader grooter was en bo vendien buitengewoon breed van schouders. Terwijl de jongelingen het woord voerden, streek hij over zijn korten, grijzen baard, en keek naar den grond met somberen ernst. Al thans zoo moest het clen oppervlakki- gen beschouwer toeschijnen. Hij die scherper zag werd spoedig gewaar, dat niet zelden een tevreden, ja meerma len een ondeugend lachje de lippen plooide van dezen verstandigen dege- lijken man. Hij was een dergenen, die de kunst verstaan om met hunne kinderen als eene jonge moedei' te spelen, en zich het lijden van anderen weten aan te trekken alsof het henzelven betrof, die echter zoo donker kunnen kijken en zulke scherpe woordên durven spre ken, dat alleen zij hen niet miskennen noch vreezen, die geheel met hen ver trouwd zijn. Er knaagde zeker iets aan de ziel van dezen man, die toch alles bézat, wat een mensch gelukkig kan maken. Hoewel dankbaar gestemd, was hij zich toch bewust, dat hij meer had kunnen uitrichten, dan hem het lot vergund had tot stand te brengen en te zijn. Hij was een steenhouwer geble ven, maar zijne beiden zonen hadden in eene goede school te Alexandrië hun leertijd voleindigd. De oudste, Antonius, die reeds een eigen huis bezat, benevens vrouw en kinderen, was bouwmeester en werk tuigkundige; de jongste, Polycarpus, die sedert een maand was terugge keerd, was van plan in de steengroe ven zijns vaders werken van grooten omvang te ontwerpen en uit te voeren, want hij had de opdracht ontvangen om te Alexandrië het nieuwe voorhof van het prachtig gebouw, dat Sebas- teum of Caesareum werd genaamd, te versieren met twifltig leeuwen van graniet. Meer dan dertig kunstenaars hadden met hem naar den voorrang gedongen; cloch oordeelkundige rech ters hadden eenstemmig aan zijne modellen den prijs toegekend. De bouwmeester, die voor het herstel van de zuilengangen en vloeren van het voorhof zorg moest dragen, was zijn vriend, en had hem toegestaan de gra- nietblokken, steenplaten en cylinders, die hij noodig had, uit de groeven van Petrus, en niet zooals gewoonlijk ge schiedde, uit die van Syene bij den eer sten waterval te halen. Antonius en Polycarpus stonden thans met him vader voor een groote tafel en gaven hem de verklaring van het plan, dat zij te zamen hadden ge krast in de dunne waslaag op een bord. De jonge bouwmeester sloeg voor, over eene diepe doch smalle kloof, die de lastdieren niet konden ontgaan dan langs een verren omweg, een#bi'Ug te leggen en vervolgens de weg van de brug naar de zee door een nieuw aan te leggen straat voor meer dan een derde te bekorten. De kosten voor dit werk waren spoedig te vinden uit de besparing van arbeidskracht, en wel stellig en zeker, wanneer men de transportschepen, niet, zooals tot hier toe geschiedde, ledig liet terugkomen, maar in Klysma eene lading winstge vende artikelen uit Alexandrijnsche fabrieken deed innemen. Petrus, die in de raadsvergadering vaak als redenaar kon schitteren, sprak in het dagelijkseh leven zeer weinig. Bij eiken nieuwen voorslag van zijn zoon, sloeg hij de oogen op, als moest hij onderzoeken of de jongeman zijn verstand misschien niet verloren had, terwijl hij met zijne half onder een grijzen knevel verborgene lippen mees muilde, ten teeken van bijval. Toen Antonius zijn plan. om namelijk de kloof, die hem in den weg lag, onscha delijk te maken, begon uiteen te zet ten, bromde de senator: „Laat den slaven vleugels aangroeien; maak de zwarten maar tot raven en de witte tot meeuwen, dan kunnen zij daarover vliegen. Wat men al niet in de hoofd stad leert!" Zoodra het woord „brug" Antonius over de lippen was gekomen, zag hij den jongeling strak aan en zeide: „Het Aan de toelichting van dit concept-ad vies ontleenen wij: Met volkomen miskenning van het lichtend voorbeeld dat in den beginne Jezus' leerlingen gaven, toen ze elkan der de hand reikten en overeenkwamen ,.de een naar de Joden, de ander naar de Heidenen", al naar gelang van ieders gave (Gal. 2:9; vgl. cok ..Verbiedt hem niet wie niet tegen mij i3, is vóór mij; Luk. 9 50) strijden nu de voorgangers in «Ie Kerk vaak heftig onder elkaar en willen elkander niet erkennen als bond- glencoten. DE SCHAALCOLLECTEN. Ten behoeve van de Diaconie der N«d. Iïerv. Gem. te Arnhem werd om de drie maanden een schaalcollecte langs de hui zen gehouden. De Kerkeraad heeft het kloeke besluit genomen om deze collecte af te schaffen. Niet dat de Diaconie de opbrengst missen kan, doch omdat de Kerkeraad deze wijze van inzamelen niet in overeenstemming meer acht met de roeping der Gemeente. De kerkeraad vertrouwt, dat de gemeente, op wie de verplichting rust om hare armen te on derhouden, op een andere wijze in die behoeften zal voorzien. KERKBOUW. De Kerkeraad der Geref. Kerk van Haarlem beeft besloten tot aankoop van een terein ind e Busken Huetstraat (Am- sterdamsche kwartier), teneinde daar een hulpkerk te doen plaatsen. Men achtte deze plek beter geschikt dan het terrein aan de Zomervaart, dat de ge meente Haarlem in erfpacht had aange: boden. NIEUWE KERKEN IN RUSLAND. De Sovjetpers maakt melding van t feit, dat de arbeiders van de groote textielfabriek te Wladimir, bijge naamd „communistische avant-garde" en dus een keurkorps der bolsjewiki vormende, met hun eigen handen een nieuwe kerk gebouwd hebben. En een tweede geval doet zich tegelijkertijd voor bij de arbeiders van de kleeder- fabriek ,,de roode October", waar de 2000 arbeiders een comité kozen, dat ten behoeve van een nieuwe kerk op eiken betaaldag van alle loonen een zeker deel afhield. En een derde geval is te Smolensk, waar 3000 arbeiders van een spinnerij een kerk bouwen. Kunst en Letteren. „MUZIEK EN RELIGIE". Sinds 192o bestaat er een genoot schap „Muziek en Religie". Het be stuur is als volgt samengesteld: Her man Rutters, voorzitter; Ds. P. D. Spelberg, secretaris; Mevr. Spelberg, penningmeesteresse; Jonkvrouw Ja- coba Repelaer van Driel en Prof. Dr. A. H. de Hartog. Het genootschap lijkt ons in hoofdzaak ethisch georiënteerd, al stelt het zijn deuren wijd open, voor allen, wie het verband van Muziek en Religie op eenige wijze ter harte gaat. Het geeft nu een driemaandelijksch tijdschrift uit onder denzelfden titel. Wie verleden jaar in de N. L. C. de feuilletons „Over Muziekgeschiedenis" gevolgd heeft, weet, dat er tusschen muziek en religie feen zielkundig en historisch verband bestaat. Het is het doel van dit tijdschriftje, hierop te wijzen en tevens om aan te toonen, hoe de muziek niet alleen een intri geerend deel van den eeredienst der verschillende gezindten is, maar ook hoe geestelijke muziek voor het inner lijk beleven der religie 'van groote kracht is. In de mystieke sfeer der innerlijke ontroering vinden muziek en religie elkaar. In de 1ste aflevering, die ons ter in zage werd toegezonden, vindt men be halve een algemeene beschouwing over „Muziek en Religie" een mooi opstel van Prof. Van Uven over „Mu ziek en Wiskunde" en verder van Her man Rutters, zooals men weet de bij uitstek bekwame muziekverslaggever van het Handelsblad, een studie over Joh. Seb. Bach en diens zeldzaam groote beteekenis voor de Protestanl- sche kerkmuziek. Bach is een der grooten, wiens elementaire kracht voor de cultuur van heden en toe komst nog onberekenbaar is. is maar de vraag of de hemel ons een regenboog wil leenen." Toen Polycar pus hem daarop voorsloeg, door zijne Alexandrijnsche vrienden eenige ce- derbalken uit Syrië te laten komen, en zijn oudste zoon hem de teekening van den boog verklaarde, waarmede hij de kloof vast en zeker beloofde te' overwelven,, volgde hij zijne woorden met gespannen opmerkzaamheid. Daar bij fronste hij zijne wenkbrauwen zóó onheilspellend en zag hij zóó somber, als vernam hij het bericht van een misdaad.'Toch liet hij zijn zoon geheel uitspreken en prevelde alleen in den beginnen: „kunststukken", of: „ja, als ik eens keizer was!" Eindelijk stelde hij duidelijk en be paalde vragen, en ontving hij stellige en doordachte antwoorden. Antonius bewees door getallen, dat de verdien sten van eene leverantie voor het Cae sareum meer dan drievierde gedeelte der gezamenlijke uitgaven zou dek ken. Daarop nam Polycarpus het woord om te verzekeren, dat het gra niet van den heiligen berg deugdelij ker van gehalte en schooner van kleur was, dan dat van Syene. „Wij arbeiden hier goedkooper dan aan de cataract", viel Antonius hem in de rede. „Het transport der steenblok ken zal ons niet zoo düur te staan ko men, wanneer de brug en de eg tot aan zee klaar zijn, en wij gebruik ma ken van den binnen weinige maanden weder bevaarbaren Trajanusstroom. die de Roode zee met den Nijl ver bindt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5