NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN D/NSDAG 14 JUNI 1927
TWEEDE BLAD.
WAT IE fflJSOEi ZESGE1.
De gemeentelijke Huuiverordlening,
De redactie van Ons E i g enilo ni,
weekblad tot behartiging der Belangen
van Huis- en Grondeigenaren en Bouw
kundigen, schrijft een „Comoedie der
Gemeentelijke Huurverordening"
De Regeering: Ik scliaf de Huur
wetten af.
B. en W. van 'Amsterdam: Doe het
alstublieft niet.
toe Regeering: Ik doe het toch.
Eenige Raadsleden van Amster
dam: Bedenk U nog eens, en neem
eventueel overgangsmaatregelen
De Regeering: Ook dat kan ik niet
doen.
En de bekende Koninklijke Beslui
ten tot opheffing der Huurwetten,
uitgezonderd der Woningnoodwet,
verschenen in het Staatsblad.
Gemeenteraad van Amsterdam:
Roep de huurwetten weer in het
leven.
Regeering: Waarom? Ik heb U
toch destijds duidelijk gezegd, waar
om ik het tijdstip der opheffing ge
komen achtte.
Gemeenteraad van Amsterdam:
Dat is waar; maar wij zijn zoo bang
voor die hyena's van huizenverhuur
ders.
Regeering: Waarom?
Gemeenteraad van Amsterdam:
Voor 2 pet. van de woningen te Am
sterdam is in 1926 nog al wat huur-
verhooging hij de huurcommissie
aangevraagd; nu vreezen we, dat
zulks met die enkele overige 98 pet.
na opheffing der huurwetten te Am
sterdam eveneens zal geschieden.
Uwe Regeering heeft wel gezegd, dat
we eventueele schokV cn ii.-:o-T,'n on
vangen; daarmede zijn we reeds
druk bezig, want we hebben nog pas
onze goedkeuring verleend aan ga-
rantiebesluiten voor den bouw van
verschillende vereenigingswoningen
te Amsterdam in huurprijzen tot 7
en 8 per week toe, om aldus kunst
matig een daling der huurprijzen
van woningen in de hoofdstad in
huurprijzen van 6 per week en
minder in de hand te werken. Doch
wat schieten we daarmede op? Hoe
meer we bouwen en laten bouwen,
des te meer woningen komen er
leeg, en het lek kunnen we maar
niet vinden-
De Regeering:.
Wel wat eenzijdig voorgesteld.
Vrijgevochten heeren.
De N, R. Ct. bevatte onder boven-
staanden titel het volgend artikeltje:
'Wij hebben óp 8 Juni 1926 in een
kort entrefiletje, de vraag gesteld of
de regeeringvertegenwoordigers ter Ar
beidsconferentie vrijheid hebben te
stemmen zooals hun goeddunkt, of clat
zij van den minister van arbeid, han
del en nijverheid een instructie mee
krijgen. Uit mededeelingen van den
heer Slotemaker de Bruine rneénden
wij te mogen opmaken, dat inderdaad
de regeering. haar zienswijze omtrent
de verschillende punten der agenda
aan haar heide vertegenwoordigers
kenbaar maakte. Maar ons vermoeden
werd spoedig daarop gelogenstraft
door het bericht uit Genève, dat de
heer Zaalberg zijn stem tegen de ont-
werp-conventie omtrent het vervoer
van emigranten aan boord van sche
pen had uitgebracht. En 't mooiste
was, dat de conventie met één stem
meerderheid werd goedgekeurd!
Wij vroegen naar aanleiding van
;deze gebeurtenis opnieuw, of de re
geering haar ambtenaren dan maar
vrijheid liet, hun stem, die als de
stem der Nederlandsche regeering
geldt, uit te brengen zooals zij verko
zen. Eenig bescheid hebben wij daarop
niet bekomen. Thans is een nieuw feit
.gevoegd bij het vorige. De heer Nolens
stemde vóór de toelating van den fas-
cistischen afgevaardigde Rossoiii en
de heer Zaalberg heeft zich volgens
het bericht aan de stemming over
de toelating van dezen Italiaanschen
.vertegenwoordiger onttrokken.
Misschien wil een Kamerlid nu eens
dnformeeren, of de regeering de verte-
FEUILLETON.
DORPSTOONEELEN.
59) —o—
Het viel aan vele ménschen op, dat
zij alsook haar man geheel aangekleed
waren, terwijl men overigens allen
den haast aanzag, waarmede zij van
hun legerstede waren opgesprongen.
Daar kwam de brandspuit aange
sneld, door sterke armen getrokken.
„Nu niet staan gapen, emmers ge
haald, twee rijer, mannen opgesteld
naar de beek," nldus klonk de krach
tige stem van 7Ësser boven het geraas
Uit.
De energie?:e wil van dien eenen
man maakte een einde aan de hope-
looze paniek.
In een c ogenblik was er een dub
bele rij vfen mannen gevormd. Langs
den eene\i kant werden de volle em
mers vli' egensvlug naar de brandspuit
gebracb.t, langs den anderen kant gin
gen do ledige emmers naar de beek.
„Vo orwaarts," riep nu de burge
mees,ter. „De benedenverdieping kun
nen we nog ledig maken."
B>e onderwijzer en enkele jongelui
ijl'ien op het huis toe.
Daar kwam Hodel toegesneld: „Pas
c,p, burgemeester, laat niemand in
'huis gaan, de petroleum in den winkel
kan elk oobenblik ontploffen en in het
.voorhuis staat een vat jenever."
De waarschuwing van Hodel kwam
genwoordigers, die zij naar de arbeids-
conferenties zendt, als vrijgevochten
heeren beschouwt, die hun stem kun
nen uitbrengen, zonder rekening te
bonden met de meeningen van den be
trokken minister. Want, dat de heer
Slotemaker de Bruine over dit punt
der Geneefsche agenda geen meening
zou hebben gehad, mogen wij, reke
ning hondend met zijn nauwgezette
plichtsbetrachting, niet veronderstel
len. Evenmin laat het twijfel, dat de
minister, na kennisneming van het be
trokken artikel van het vredesverdrag
met ons van meening zal zijn dat
Rossoni behoorde te worden toegelaten
omdat hij door de Italiaansche regee
ring is aangewezen in overeenstem
ming met het advies, der belangrijkste
arbeidersorganisatie daar te lande.
De vraag, die de socialisten sterk in
teresseert, n.l. in hoeverre de Italiaan,
sche arbeiders vrij zijn zich naar ver
kiezing te organiseeren, is er eene van
zuiver intern-Italiaanschen aard, en
moet de arbeidsconferentie, als beoor
deelaarster der geloofsbrieven, koud
laten. Maar gaat het dan aan, dat de
heer Nolens vóór de toelating van Ros
soni stemt en de andere regeerings-
gedelegeerde door zijn onthouding den
indruk wekt, wel iets voor het stand
punt der socialistische arbeiders te ge
voelen? Van een regeeringsvertegen-
woordiger meenen wij anders te mo
gen verwachten.
Maar bovenal richt onze bedenking
zich tegen de andermaal gebleken
mogelijkheid, dat elk onzer regeerings-
gedelegeerden ter arbeidsconferentie
zijn eigen weg gaat. Dit behoort de re
geering te voorkomen door behoorlijke
instructies te geven. Zij is dit o.i. aan
haar waardigheid verplicht.
De hierboven besproken kwestie, al
dus schrijft men aan de Maasbode, is
niet nieuw.
Zij diende o.a. reeds in de vergade
ring van den Hoogen Raad van Arbeid
van 14 Juli 1924.
Het was de heer Stork, die haar ter
sprake bracht in verband met het
stemman der regeeringsafgevaardig-
den vóór het verbod van patroonsar-
beid in bakkerijen.
Mgr. Dr. Nolens diende den heer
Stork van antwoord door o.m. het vol
gende op te merken;
De regeeringsafgevaardigden zijn
geen machines, die niets anders doen
dan stemmen, zooals hun regeering
voorschrijft. Ware dat het geval, zij
zouden zich de moeite van de reis kun
nen besparen en de zaak schriftelijk
afdoen.
Het is mogelijk, dat de werkgevers-
of de arbeidersafgevaardigden in een
vergadering onder elkaar beslissen,
hoe ze zullen stemmen, en dat de min
derheid dan handelt zooals de meer
derheid bepaalt, maar, wanneer dat
met de regeeringsafgevaardigden het
geval zou moeten zijn, of, wanneer die
heeren dienaangaande een instructie
van den Hoogen Raad van Arbeid zou
den ontvangen,zou spreker niet
bereid zijn als afgevaardigde op te tre
den.
Wat voo? nut.
De Rotterdammer schrijft:
West Europa ligt in het stof voor
Ide Amerikaansche vliegers, die den
Oceaan overtrokken, om hier roe na
te halen.
Lindbergh werd door Parijs en Lon
Ide li verafgood en het tweetal Cham
ber! in-Levini heeft, heel tactisch, een
nieuw terrein opgezocht.
De grijze Hindenburg kon er niet
buiten blijven en op een foto staan de
Amerikanen gearmd met de voornama
Duitsohe, staatslieden Stresemann en
jMarx, al vertoont hun gezicht ook de
uitdrukking van één minuut, welke éen
jaar duurt. Op zijn beurt moet ieden
aan den tijdgeest offeren.
Of ,er dan aan de daad vol gevaren}
van deze jonge menschen geen waar
Ide moet worden gehecht?
Wii weten vooralsnog niet welke,
ofschoon ook wij zeker geboeid ■wor
den door den durf en de koevbloedigj
beid en ook door het meesterschap
over de. luchtmachine.
Dat de bladen breedvoerig over zul
ke tochten schrijven, is ook te begrij
pen. 't Zijn nu eenmaal daden, welke
spreken en een kijk geven op de techl
te laat. Volker en de jonge mannen
waren reeds in het huis verdwenen.
Doch na eenige oogenblikken kwa
men zij bleek van schrik wederom te
voorschijn en een hunner riep: „Alles
is verloren, het vuur loopt langs de
trappen naar beneden."
Volker echter fluisterde zachtjes den
burgemeester in het oor, zoodat nie
mand het hoofde; „Alles stinkt naar
petroleum".
Met een uitdrukking van woede op
het gelaat, knikte deze.
De nabij gelegen gebouwen ter rech
ter en linkerzijde, hoewel op straat
breedte van het brandende huis ver
wijderd, schenen ernstig gevaar te loo-
pen. Boven op de daken zaten moedi
ge mannen, die onophoudelijk de hun
aangereikte emmers water uitgoten.
Alles scheen echter vergeefsch.
„Als er nog maar een of twee brand
spuiten waren, alleen krijgen we het
niet klaar", sprak de burgemeester
bezorgd tot den onderwijzer.
De hitte van den vuurpoel was ver
schrikkelijk; het knetterde en kraakte
en suisde en knalde van alle kanten.
Er verhief zich een lichte wind, die
den vonkenregen overdroeg naar het
bovendorp. Het gevaar werd elk oogen
blik grooter.
Esser zond nogmaals twee knapen
als bode naai* Schlarbach en Emdorf,
om tot den grootsten-spoed aan te zet
ten.
Toen trad Volker op hem toe: „Bur
gemeester, wij moeten probeeren het
niek en op wat 'de volksziel beroereru
kan. t
Maar welk nuf heeft deze durf
Grenst zij wellicht aan roekeloos
heid en gaat het niet vooral om da
eer. om zuiveren sportroem
Allan Cobham, de vlieger, die heen
en weer van Londen naar Australië'
vloog, meent voor de practijk' weinigi
waarde aan deze vluchten te mogen
hechten. .Van eenige zekerheid is gêen
sprake. Van passagiers-, noch' van
fvracihtvervoer kan iets komen.
Van Oost naar West zijn de moeiiijld
iheden nog grooter en dus ook de ge
varen, dan van West naar Oost.
Cobham meent, dat pas bij' macliü
nes van 2000 P.K. voor de 'praktijk
aets zou kunnen worden verwacht.
De capaciteit zou dus 10 maal groo
tter moeten zijn dan van die, waar-
imede thans gevlogen is.
Zou het dan niet beter zijn, mag!
gevraagd worden, om het vliegwezen
over land eerst verder te vervolmaken
Tochten over de groote oceanen
izouden eventueel van den op deze
wijze verkregen vooruitgang kunnen
[profiteer en.
Door het uitloven van groote som/
(men worden jonge levens eraan ge
waagd. Is ook hier een menschenzieS
'niet begeerlijker dan goud en over
dadige roem
Al treden niet alle vliegers ge
lukkig zoo bruut op als de twee
verongelukte Franschen, die hun
vliegtuig versierden met de attributes
van den dood', dat hier roekeloosheid
•een voorname rol speelt, is voor geen
tegenspraak vatbaar.
De aviatiek heeft vooralsnog deze
vluchten niet noodig voor ha.ar taak1
(in het volkeren en wereldverkeer.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Maartensdijk, P.
Kuylman, te Houten.
Bedankt: voor Haarlem, A. K.
Straatsma, te Zandvoort.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Deventer B. J. Het-
tinga, te Wijckel; en C. J. de Kruijter
te Hasselt.
Beroepen; Te Meliskerke en te
Smilde, L. v. d. Zanden, cand. te Put
ten (Geld.), Te Boskoop, Tj, Peter
sen te Wolvega, Te Hijlaard, C. C.
Berkouwer, cand. te 's-Gravenhage.
Te Wommels, C. J. de Kruijter te Has
selt.
Bedankt: Voor Katwijk aan Zee,
W. Seinen te Opperdoes. Voor Warf-
fum, G. de Jager te Doornspijk.
Voor Almkerk en Schoonrewoerd, J.
W. van Tol te Scharendijke.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Na des voormiddags bevestigd te
zijn door Ds. G. Verrij van Har den-
berg, met oen predicatie over Efeze 3
20 en 21, deed des namiddags candi-
daat F. de Gier zijn intrede bij de Ge-
ref. Kerk te Zuidwolde met een leerre
de over Hebreeën 12 lb en 2. Aan het
einde van den dienst werden bijzon
der toespraken gericht tot den beves
tiger, Ds. G. Verrij, alsmede tot Mevr.
Verrij, tot den consulent Ds. H. Fok-
kens van Hollandscheveld, tot den
emeri/tus-predikant Ds. W. Fokkens
van Hollandscheveld, die tijdens de
11-jarige vacature twee jaar de ge
meente als ouderling diende, tot Ds. J.
van Dijk, Ned. Herv. predikant te Zuid
wolde, tot den kerkeraad, tot de cate
chisanten en ten slotte tot heel de ge
meente.
Namens kerkeraad en gemeente
werd door ouderling A. Bosscher den
nieuwen herder en 1 eeraar een harte
lijk welkom toegeroepen, onder toebid
ding van den zegen des Heeren voor
persoon en arbeid. Op zijn verzoek
werd staande gezongen Ps. 116 7. Ver
volgens voerden nog het woord Ds. W.
Fokkens, em. pred., Ds. J. Meijer van
Hoogeveen namens de classis Meppel,
Ds. H. Fokkens tot en met heden con
sulent der gemeente, Ds. C. Stam van
Alteveer en Ds. J. van Dijk, Ned. Herv.
predikant te Zuidwolde. Ds. de Gier
bedankte voor al de goede wenschen
tot hem gericht en voor de belangstel
ling bij zijn intrede.
dak van de zijde van den tuin neer te
halen, dan wordt het vuur een wijle ge
stild; het is wel gevaarlijk, doch an
ders is alles verloren."
„Ja, ja, ge hebt gelijk".
Drie geweldige brandhaken werden
aangesleept. Toen de mannen echter
merkten, wat men van plan was, wilde
er niemand aan.
„Voorwaarts, wie doet mee!" riep de
onderwijzer.
„Schaamt gij u niet, mannen," stem
de Joost Reinhardt in.
Op drie verschillende plaatsen van
den gevel werden de machtige brand
haken ingeslagen.
Hijgend en op de maat tellend werk
ten de mannen.
„Eén, twee, hoep, één, twee, hoep".
Akelig klonk die veelstemmige roep
door het geknetter van het woedende
element.
Plotseling een gillende angstkreet
der menigte, een geweldig kraken. Het
bovenste gedeelte van den gevel wan
kelt, één geweldige vuurzuil! Ontzet
stuiven de mannen van de brandha
ken uit elkander.
Andermaal een verschrikkelijke,
veelstemmige angstkreet.
Een man is door een vallende balk
in den rug getroffen en neergewor
pen.
Alles verdringt zich om den daar
neder liggenden man. Het is Adam
Thomhof. Zijn gekerm van pijn dringt
door merg en been. Voorzichtig wordt
hij door verschillende mannen opge-
Ds. H. H. v. Ameide hoopt 4 Sept.
a.s. te Dinteloord afscheid te nemen
en 11 Sept. te Hoogeveen intrede te
doen in de Ned. Ilerv. Gemeente al
daar, na bevestigd te zijn door Ds. A.
Meijers te Hoogeveen.
Na ongeveer 13 jaar aan de Ned.
Herv. Gpmeente te Ede als predikant
verbonden te zijn, nam Ds. van Boven,
die een beroep aannam naar Hoevela
ken, afscheid van de Ned. Herv. Ge
meente aldaar. Spr. koos tot tekst He
breeën 13 8.
Na de predikatie herdacht Ds. van
Boven zijn intrede op 14 Juni 1914,
toen de bevestiger wijlen Ds. Schip
pers tot tekst had gekozen Jesaja 6 en
7, om vervolgens enkele hartelijke
woorden te richten tot den burgemees
ter der gemeente C. O. Ph. baron
Creutz, hier aanwezig, zijn medepredi
kant Ds. Japchen, den kerkeraad, de
kerkvoogden, notabelen, hoofden, per
soneel en bestuur van Chr. scholen,
den voorlezer, meester Schreuders den
organist, collectanten, catechisanten,
koster, garnizoen en ten slótte heel de
gemeente.
Ds. Japchen antwoordde met een
enkel woord. Op zijn verzoek zong de
gemeente den scheidenden predikant
toe de bekende zegenbede uit Ps.
1343.
Zondag nam. Ds. J. H. A. Bosch,
afscheid van de Geref. Kerk te Nijver-
dal.
Nadat gezongen was Ps. 89 7 en 8
bepaalde Ds. Bosch zijn gehoor bij 1
Petrus 5 10.
Aan het eind van zijn predikatie
richtte hij zich tot de ouderlingen en
diakenen; tot Ds. Jansen, afgevaardig
de van de Classis, tot de catechisan
ten en oud-catechisanten. Ten slotte
sprak Ds. Bosch nog een persoonlijk
woord tot de gemeente.
Namens de gemeente werd Ds. Bosch
daarna toegesproken door ouderling
Bouwhuis. Nadat den scheidenden
leeraar Ps. 124 4 door de gemeente
staande was toegezongen, sprak Ds.
Jansen een kort woord tot Ds. Bosch,
als collega, als afgevaardigde van de
classis en namens de kerk van Wier
den. Aan de gemeente verzocht spr.
den leeraar staande toe te zingen Ps.
134 3. Ds. Bosch dankte voor de har
telijke woorden tot hem en zijn gezin
gesproken.
Na des morgens bevestigd te zijn
door drs. J. Willemze, predikant te
Groningen, met een prediking over
Efeze 4 11—16, heeft ds. F. C. Wille-
kes, gekomen naar Birdaard (Fr.) zijn
intrede gedaan bij de Ned. Herv. ge
meente te Drogeham (Fr.), sprekende
over Psalm 45 4 en 5a.
HERSTELD EVANGELISCH LUTH.
KERKGENOOTSCHAP.
De 92e algemeene kerkelijke vergade
ring, gehouden te Amsterdam, koos
tot voorzitter Ds. C. F. Westermann,
van Amsterdam; tot vice-voorzitter
Ds. K. P. C. A. Cramberg, van Enkhui
zen. Secretaris was Ds. A. Klinkenberg
J.Azn. van Amsterdam.
De vice-voorzitter werd in het bijzon
der gelukgewenscht met het feit, dat
hij 25 jaar onafgebroken lid der Alg.
Kerkelijke Commissie was. De gebrui
kelijke verslagen van den secretaris
over de' Handelingen der Alg. Kerkel.
Commissie en den Staat der Gemeen
ten van het Kerkgenootschap, alsmede
het verslag van Penningmeesters over
den financieelen toestand der Gemeen
ten en den Staat van de fondsen van
het kerkgenootschap en de verslagen
van den Kerkelijken Hoogleeraar over
do Kweekschool ter opleiding tot pre
dikant en der Commissie voor de Ver
spreide leden werden gelezen.
Twee belangrijke voorstellen tot
wetswijziging werden behandeld. Het
voorstel der Alg. Kerkel. Commissie
inzake de pensioenen werd aangeno
men. Tot dusver was het zoo, dat de
predikanten en de predikantswedu
wen (en daarmede gelijkgestelden, na
melijk bloedverwanten van ongehuw
de predikanten en predikanten-weduw
naars, die de laatste 10 jaren bij hem
hebben gewoond en bij hun overlijden
ongehuwd zijn) en predikantsweezen
waren aangewezen op de inkomsten
der desbetreffende kerkgenootschappe
lijke fondsen, waarvan de uitkeering
jaarlijks voor de gerechtigden werd
nomen en naar huis gedragen. Nieuws
gierig volgen velen den droeven stoet.
Geweldig weergalmt de stem van
den burgemeester. ,,Aan de brandspuit
gebleven, niet uit de rijen geloopen,
flink aangepakt, mannen, nu worden
wij het vuur misschien de baas."
Met meer kracht siste nu de water
straal in den vuurpoel. Daar kwa
men kort op elkander volgend, de
brandspuiten der drie naburige dorpen
aangerukt.
De eene nam het huis in de richting
van het bovendorp gelegen en het
ergst in gevaar verkeerend, onder
haar bescherming. De beide andere
wierpen in vereeniging met de plaat
selijke brandspuit haar watermassa's
op den gloeienden vuurpoel. Steeds
machtiger wolken van rook en water
damp stegen opwaarts in den nachte
lijken hemel, in steeds geringer aan
tal kronkelden de vlammen. En toen
de torenklok één uur sloeg, was het
gevaar geweken.
Langzamerhand verspreidde zich de
menigte. De buitendorpsche brand
weermannen keerden wederom huis
waarts.
De burgemeester wees enkele be
trouwbare mannen aan, om tot den
morgen op de plaats des onheils de
wacht te houden. Daarna ging ook hij
naar huis.
Nog denzelfden nacht zond hij door
middel van zijn oudsten zoon een kort
bericht aan het gerecht te Gladenberg
en verzocht om onmiddellijk een on-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 14 Juni 1927.
'k Ben geschrokken toen ik in de
eenige Maandagochtendkrant „De
Courant"-,.Het Nieuws van den Dag"
het verslag las van de Openbare belij
denis onzer Prinses en den eersten H.
Avondmaalsgang met Hare Ouders en
Grootmoeder. Geen greintje gevoel voor
wat daar was geschied, geen sprankje
kerkelijk besef was uit dat verslag te
lezen.
'k Dacht zoo, was daar nu geen an
der verslaggever voor te vinden ge
weest.
Maar ook wat zal dat voor „Het
Volk" een vette kluif zijn. Jawel hoor,
gisteravond was 't al zoo: „Wij zullen
onze lezers eens laten griezelen'. Zoo
werd het moois opgediend.
't Zou heelemaal niet erg wezen als
het een heel gewone zaak gold
Nu was het wel erg. Het betreft hier
de belijdenis van haar geloof in Chris
tus als Haren Zaligmaker van llaar
die ons eenmaal zal regeeren. Het be
treft hier een heilige handeling in den
Dienst des Woords.
Daar mogen wij niet mee spotten en
daar mogen wij ook niet over spreken
en schrijven dat wij anderen tot spot
aanleiding geven.
„Het is te hopen dat zij nog geen
kranten leest' zoo eindigt „Het Volk"
zijn stukje.
Ik hoop dat Zij en dan schrijf ik
Zij met een hoofdletter het wel leest
en dat Zij ook leest wat „Het Volk"
durft schrijven, 't Kan een leering te
meer zijn.
OBSERVATOR.
vastgesteld. Om een behoorlijk en vast
pensioen mogelijk te maken, werd voor
gesteld, dat naast de bestaande inkom
sten dezer fondsen ook de gemeenten
een bijdrage zouden verleenen voor
beide fondsen samen van 1 per lid
per jaar; daar dit voorstel werd aange
nomen, kon nu voor de predikanten,
hun echtgenooten en hun kinderen een
verzekering worden gesloten.
De alg. Kerkel. Commissie werd
voor het nieuwe dienstjaar samenge
steld uit Ds. C. F. Westermann als
voorzitter; Ds. A. Klinkenberg J.A.zn.
als secretaris; Ds. IC. P. C. A. Gramberg
(Ënkhuizen) als vice-voorziter; de hee
ren J. Jonkman en P. Boendermaker
Jr. als penningmeesters en de predi
kanten J. C. V. van Bemmel te Hoorn
en Th B. W. G. Gramberg te Zwolle.
Zwolle.
VROUWELIJKE GODSDIENST-
ONDERWIJZERS.
Het; diploma van godsdienstonder
wijzeres vanwege den Ned. Prot. Bond
is uitgereikt aan de dames: M. J. C.
Gobius te '-Gravenhage, H. E. Homan
geb. Vos te Groningen en A. A. Wijs
man te 's-Gravenhage.
GEREF. KERK VAN SCHEVENINGEN
De leden der Geref. Kerk van Sche-
veningen hebben nu in 4 secties verga
derd om zich uit te spreken over de be
roeping van een vierden predikant. De
gemeente sprak zich in 't algemeen uit
voor de noodzakelijkheid van een vier
den predikant. De gemeente zal nu be
werkt worden, opdat de benoodigde
gelden bijeen komen, waarna deze aan
gelegenheid door den kerkeraad in
Sept. a.s. weder zal ter hand genomen
worden.
HET VROUWENKIESRECHT.
In het zcoeven verschenen officieel
verslag van de laatstgehouden buiten
gewone vergadering van de classis 's-
Gravenhage der Geref. Kerken lezen
we aangaande de kwestie van het vrou
wenkiesrecht in de Kerk het volgende:
In behandeling komt het voorstel
van Den Haag-Oost:
„De Generale Synode spreekt inzake
het vrouwenkiesrecht uit, dat aller
eerst te beslissen zij, of bet stemrecht
in de kerk als medeuitoefening van re
geermacht is aan te merken of niet en
besluit:
le. aan de deputaten op_te dragen
aangaande deze zaak de Jxerken met
hun advies te dienen ter beslissing op
e.v. Synode;
2e. aangaande het rapport en de me
morie i.z., het dusgenaamde vrouwen
kiesrecht, mede in verband met het
derzoek in te stellen, daar er ernstige
verdenking van brandstichting be
stond.
Adam Thomhof lag onder onuitspre
kelijke pijnen op zijn legerstede.
„Ach, help mij toch, help mij toch,
in mijn lichaam brandt het als vuur
en mijn beenen zijn zoo zwaar en zoo
dood, alsof ze in 't geheel niet meer
bij mij behoorden."
Sprakeloos en heete tranen schreiend
stonden zijn vrouw, Margaretha, haar
broeder en eenige buurvrouwen om 't
bed.
Tegen den morgen kwam de dokter.
Eerst wees hij alle vreemde lieden uit
de kamer en onderzocht toen den zie
ke. De ruggegraat was gekwetst en
naar 't scheen was de zieke ook in
wendig gekneusd. De dokter legde ter
stond een koud kompres op de gapen
de wonde; daarna nam hij een klein
instrument uit'een etui en diende een
morphineinspuiting toe.
„Ach, doe maar geen moeite, mijn
heer de, dokter. Met mij is 't gedaan,
mij kan niemand meer helpen," loo
kermde Thomhof.
„Wij willen u toch minstens van de
pijn bevrijden," zeide de dokter.
Luide begon Margaretha te snikken.
Zij had terstond uit het antwoord van
den dokter verstaan, dat er in 't geheel
geen hoop op redding meer was.
De dokter wachtte de werking nog
af der morphine, daarna verwijderde
hij zich en beloofde na twee uren te
zullen terugkeeren.