NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN D/NSDAG 14 JUNI 1927 TWEEDE BLAD. WAT IE fflJSOEi ZESGE1. De gemeentelijke Huuiverordlening, De redactie van Ons E i g enilo ni, weekblad tot behartiging der Belangen van Huis- en Grondeigenaren en Bouw kundigen, schrijft een „Comoedie der Gemeentelijke Huurverordening" De Regeering: Ik scliaf de Huur wetten af. B. en W. van 'Amsterdam: Doe het alstublieft niet. toe Regeering: Ik doe het toch. Eenige Raadsleden van Amster dam: Bedenk U nog eens, en neem eventueel overgangsmaatregelen De Regeering: Ook dat kan ik niet doen. En de bekende Koninklijke Beslui ten tot opheffing der Huurwetten, uitgezonderd der Woningnoodwet, verschenen in het Staatsblad. Gemeenteraad van Amsterdam: Roep de huurwetten weer in het leven. Regeering: Waarom? Ik heb U toch destijds duidelijk gezegd, waar om ik het tijdstip der opheffing ge komen achtte. Gemeenteraad van Amsterdam: Dat is waar; maar wij zijn zoo bang voor die hyena's van huizenverhuur ders. Regeering: Waarom? Gemeenteraad van Amsterdam: Voor 2 pet. van de woningen te Am sterdam is in 1926 nog al wat huur- verhooging hij de huurcommissie aangevraagd; nu vreezen we, dat zulks met die enkele overige 98 pet. na opheffing der huurwetten te Am sterdam eveneens zal geschieden. Uwe Regeering heeft wel gezegd, dat we eventueele schokV cn ii.-:o-T,'n on vangen; daarmede zijn we reeds druk bezig, want we hebben nog pas onze goedkeuring verleend aan ga- rantiebesluiten voor den bouw van verschillende vereenigingswoningen te Amsterdam in huurprijzen tot 7 en 8 per week toe, om aldus kunst matig een daling der huurprijzen van woningen in de hoofdstad in huurprijzen van 6 per week en minder in de hand te werken. Doch wat schieten we daarmede op? Hoe meer we bouwen en laten bouwen, des te meer woningen komen er leeg, en het lek kunnen we maar niet vinden- De Regeering:. Wel wat eenzijdig voorgesteld. Vrijgevochten heeren. De N, R. Ct. bevatte onder boven- staanden titel het volgend artikeltje: 'Wij hebben óp 8 Juni 1926 in een kort entrefiletje, de vraag gesteld of de regeeringvertegenwoordigers ter Ar beidsconferentie vrijheid hebben te stemmen zooals hun goeddunkt, of clat zij van den minister van arbeid, han del en nijverheid een instructie mee krijgen. Uit mededeelingen van den heer Slotemaker de Bruine rneénden wij te mogen opmaken, dat inderdaad de regeering. haar zienswijze omtrent de verschillende punten der agenda aan haar heide vertegenwoordigers kenbaar maakte. Maar ons vermoeden werd spoedig daarop gelogenstraft door het bericht uit Genève, dat de heer Zaalberg zijn stem tegen de ont- werp-conventie omtrent het vervoer van emigranten aan boord van sche pen had uitgebracht. En 't mooiste was, dat de conventie met één stem meerderheid werd goedgekeurd! Wij vroegen naar aanleiding van ;deze gebeurtenis opnieuw, of de re geering haar ambtenaren dan maar vrijheid liet, hun stem, die als de stem der Nederlandsche regeering geldt, uit te brengen zooals zij verko zen. Eenig bescheid hebben wij daarop niet bekomen. Thans is een nieuw feit .gevoegd bij het vorige. De heer Nolens stemde vóór de toelating van den fas- cistischen afgevaardigde Rossoiii en de heer Zaalberg heeft zich volgens het bericht aan de stemming over de toelating van dezen Italiaanschen .vertegenwoordiger onttrokken. Misschien wil een Kamerlid nu eens dnformeeren, of de regeering de verte- FEUILLETON. DORPSTOONEELEN. 59) —o— Het viel aan vele ménschen op, dat zij alsook haar man geheel aangekleed waren, terwijl men overigens allen den haast aanzag, waarmede zij van hun legerstede waren opgesprongen. Daar kwam de brandspuit aange sneld, door sterke armen getrokken. „Nu niet staan gapen, emmers ge haald, twee rijer, mannen opgesteld naar de beek," nldus klonk de krach tige stem van 7Ësser boven het geraas Uit. De energie?:e wil van dien eenen man maakte een einde aan de hope- looze paniek. In een c ogenblik was er een dub bele rij vfen mannen gevormd. Langs den eene\i kant werden de volle em mers vli' egensvlug naar de brandspuit gebracb.t, langs den anderen kant gin gen do ledige emmers naar de beek. „Vo orwaarts," riep nu de burge mees,ter. „De benedenverdieping kun nen we nog ledig maken." B>e onderwijzer en enkele jongelui ijl'ien op het huis toe. Daar kwam Hodel toegesneld: „Pas c,p, burgemeester, laat niemand in 'huis gaan, de petroleum in den winkel kan elk oobenblik ontploffen en in het .voorhuis staat een vat jenever." De waarschuwing van Hodel kwam genwoordigers, die zij naar de arbeids- conferenties zendt, als vrijgevochten heeren beschouwt, die hun stem kun nen uitbrengen, zonder rekening te bonden met de meeningen van den be trokken minister. Want, dat de heer Slotemaker de Bruine over dit punt der Geneefsche agenda geen meening zou hebben gehad, mogen wij, reke ning hondend met zijn nauwgezette plichtsbetrachting, niet veronderstel len. Evenmin laat het twijfel, dat de minister, na kennisneming van het be trokken artikel van het vredesverdrag met ons van meening zal zijn dat Rossoni behoorde te worden toegelaten omdat hij door de Italiaansche regee ring is aangewezen in overeenstem ming met het advies, der belangrijkste arbeidersorganisatie daar te lande. De vraag, die de socialisten sterk in teresseert, n.l. in hoeverre de Italiaan, sche arbeiders vrij zijn zich naar ver kiezing te organiseeren, is er eene van zuiver intern-Italiaanschen aard, en moet de arbeidsconferentie, als beoor deelaarster der geloofsbrieven, koud laten. Maar gaat het dan aan, dat de heer Nolens vóór de toelating van Ros soni stemt en de andere regeerings- gedelegeerde door zijn onthouding den indruk wekt, wel iets voor het stand punt der socialistische arbeiders te ge voelen? Van een regeeringsvertegen- woordiger meenen wij anders te mo gen verwachten. Maar bovenal richt onze bedenking zich tegen de andermaal gebleken mogelijkheid, dat elk onzer regeerings- gedelegeerden ter arbeidsconferentie zijn eigen weg gaat. Dit behoort de re geering te voorkomen door behoorlijke instructies te geven. Zij is dit o.i. aan haar waardigheid verplicht. De hierboven besproken kwestie, al dus schrijft men aan de Maasbode, is niet nieuw. Zij diende o.a. reeds in de vergade ring van den Hoogen Raad van Arbeid van 14 Juli 1924. Het was de heer Stork, die haar ter sprake bracht in verband met het stemman der regeeringsafgevaardig- den vóór het verbod van patroonsar- beid in bakkerijen. Mgr. Dr. Nolens diende den heer Stork van antwoord door o.m. het vol gende op te merken; De regeeringsafgevaardigden zijn geen machines, die niets anders doen dan stemmen, zooals hun regeering voorschrijft. Ware dat het geval, zij zouden zich de moeite van de reis kun nen besparen en de zaak schriftelijk afdoen. Het is mogelijk, dat de werkgevers- of de arbeidersafgevaardigden in een vergadering onder elkaar beslissen, hoe ze zullen stemmen, en dat de min derheid dan handelt zooals de meer derheid bepaalt, maar, wanneer dat met de regeeringsafgevaardigden het geval zou moeten zijn, of, wanneer die heeren dienaangaande een instructie van den Hoogen Raad van Arbeid zou den ontvangen,zou spreker niet bereid zijn als afgevaardigde op te tre den. Wat voo? nut. De Rotterdammer schrijft: West Europa ligt in het stof voor Ide Amerikaansche vliegers, die den Oceaan overtrokken, om hier roe na te halen. Lindbergh werd door Parijs en Lon Ide li verafgood en het tweetal Cham ber! in-Levini heeft, heel tactisch, een nieuw terrein opgezocht. De grijze Hindenburg kon er niet buiten blijven en op een foto staan de Amerikanen gearmd met de voornama Duitsohe, staatslieden Stresemann en jMarx, al vertoont hun gezicht ook de uitdrukking van één minuut, welke éen jaar duurt. Op zijn beurt moet ieden aan den tijdgeest offeren. Of ,er dan aan de daad vol gevaren} van deze jonge menschen geen waar Ide moet worden gehecht? Wii weten vooralsnog niet welke, ofschoon ook wij zeker geboeid ■wor den door den durf en de koevbloedigj beid en ook door het meesterschap over de. luchtmachine. Dat de bladen breedvoerig over zul ke tochten schrijven, is ook te begrij pen. 't Zijn nu eenmaal daden, welke spreken en een kijk geven op de techl te laat. Volker en de jonge mannen waren reeds in het huis verdwenen. Doch na eenige oogenblikken kwa men zij bleek van schrik wederom te voorschijn en een hunner riep: „Alles is verloren, het vuur loopt langs de trappen naar beneden." Volker echter fluisterde zachtjes den burgemeester in het oor, zoodat nie mand het hoofde; „Alles stinkt naar petroleum". Met een uitdrukking van woede op het gelaat, knikte deze. De nabij gelegen gebouwen ter rech ter en linkerzijde, hoewel op straat breedte van het brandende huis ver wijderd, schenen ernstig gevaar te loo- pen. Boven op de daken zaten moedi ge mannen, die onophoudelijk de hun aangereikte emmers water uitgoten. Alles scheen echter vergeefsch. „Als er nog maar een of twee brand spuiten waren, alleen krijgen we het niet klaar", sprak de burgemeester bezorgd tot den onderwijzer. De hitte van den vuurpoel was ver schrikkelijk; het knetterde en kraakte en suisde en knalde van alle kanten. Er verhief zich een lichte wind, die den vonkenregen overdroeg naar het bovendorp. Het gevaar werd elk oogen blik grooter. Esser zond nogmaals twee knapen als bode naai* Schlarbach en Emdorf, om tot den grootsten-spoed aan te zet ten. Toen trad Volker op hem toe: „Bur gemeester, wij moeten probeeren het niek en op wat 'de volksziel beroereru kan. t Maar welk nuf heeft deze durf Grenst zij wellicht aan roekeloos heid en gaat het niet vooral om da eer. om zuiveren sportroem Allan Cobham, de vlieger, die heen en weer van Londen naar Australië' vloog, meent voor de practijk' weinigi waarde aan deze vluchten te mogen hechten. .Van eenige zekerheid is gêen sprake. Van passagiers-, noch' van fvracihtvervoer kan iets komen. Van Oost naar West zijn de moeiiijld iheden nog grooter en dus ook de ge varen, dan van West naar Oost. Cobham meent, dat pas bij' macliü nes van 2000 P.K. voor de 'praktijk aets zou kunnen worden verwacht. De capaciteit zou dus 10 maal groo tter moeten zijn dan van die, waar- imede thans gevlogen is. Zou het dan niet beter zijn, mag! gevraagd worden, om het vliegwezen over land eerst verder te vervolmaken Tochten over de groote oceanen izouden eventueel van den op deze wijze verkregen vooruitgang kunnen [profiteer en. Door het uitloven van groote som/ (men worden jonge levens eraan ge waagd. Is ook hier een menschenzieS 'niet begeerlijker dan goud en over dadige roem Al treden niet alle vliegers ge lukkig zoo bruut op als de twee verongelukte Franschen, die hun vliegtuig versierden met de attributes van den dood', dat hier roekeloosheid •een voorname rol speelt, is voor geen tegenspraak vatbaar. De aviatiek heeft vooralsnog deze vluchten niet noodig voor ha.ar taak1 (in het volkeren en wereldverkeer. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Maartensdijk, P. Kuylman, te Houten. Bedankt: voor Haarlem, A. K. Straatsma, te Zandvoort. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Deventer B. J. Het- tinga, te Wijckel; en C. J. de Kruijter te Hasselt. Beroepen; Te Meliskerke en te Smilde, L. v. d. Zanden, cand. te Put ten (Geld.), Te Boskoop, Tj, Peter sen te Wolvega, Te Hijlaard, C. C. Berkouwer, cand. te 's-Gravenhage. Te Wommels, C. J. de Kruijter te Has selt. Bedankt: Voor Katwijk aan Zee, W. Seinen te Opperdoes. Voor Warf- fum, G. de Jager te Doornspijk. Voor Almkerk en Schoonrewoerd, J. W. van Tol te Scharendijke. BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Na des voormiddags bevestigd te zijn door Ds. G. Verrij van Har den- berg, met oen predicatie over Efeze 3 20 en 21, deed des namiddags candi- daat F. de Gier zijn intrede bij de Ge- ref. Kerk te Zuidwolde met een leerre de over Hebreeën 12 lb en 2. Aan het einde van den dienst werden bijzon der toespraken gericht tot den beves tiger, Ds. G. Verrij, alsmede tot Mevr. Verrij, tot den consulent Ds. H. Fok- kens van Hollandscheveld, tot den emeri/tus-predikant Ds. W. Fokkens van Hollandscheveld, die tijdens de 11-jarige vacature twee jaar de ge meente als ouderling diende, tot Ds. J. van Dijk, Ned. Herv. predikant te Zuid wolde, tot den kerkeraad, tot de cate chisanten en ten slotte tot heel de ge meente. Namens kerkeraad en gemeente werd door ouderling A. Bosscher den nieuwen herder en 1 eeraar een harte lijk welkom toegeroepen, onder toebid ding van den zegen des Heeren voor persoon en arbeid. Op zijn verzoek werd staande gezongen Ps. 116 7. Ver volgens voerden nog het woord Ds. W. Fokkens, em. pred., Ds. J. Meijer van Hoogeveen namens de classis Meppel, Ds. H. Fokkens tot en met heden con sulent der gemeente, Ds. C. Stam van Alteveer en Ds. J. van Dijk, Ned. Herv. predikant te Zuidwolde. Ds. de Gier bedankte voor al de goede wenschen tot hem gericht en voor de belangstel ling bij zijn intrede. dak van de zijde van den tuin neer te halen, dan wordt het vuur een wijle ge stild; het is wel gevaarlijk, doch an ders is alles verloren." „Ja, ja, ge hebt gelijk". Drie geweldige brandhaken werden aangesleept. Toen de mannen echter merkten, wat men van plan was, wilde er niemand aan. „Voorwaarts, wie doet mee!" riep de onderwijzer. „Schaamt gij u niet, mannen," stem de Joost Reinhardt in. Op drie verschillende plaatsen van den gevel werden de machtige brand haken ingeslagen. Hijgend en op de maat tellend werk ten de mannen. „Eén, twee, hoep, één, twee, hoep". Akelig klonk die veelstemmige roep door het geknetter van het woedende element. Plotseling een gillende angstkreet der menigte, een geweldig kraken. Het bovenste gedeelte van den gevel wan kelt, één geweldige vuurzuil! Ontzet stuiven de mannen van de brandha ken uit elkander. Andermaal een verschrikkelijke, veelstemmige angstkreet. Een man is door een vallende balk in den rug getroffen en neergewor pen. Alles verdringt zich om den daar neder liggenden man. Het is Adam Thomhof. Zijn gekerm van pijn dringt door merg en been. Voorzichtig wordt hij door verschillende mannen opge- Ds. H. H. v. Ameide hoopt 4 Sept. a.s. te Dinteloord afscheid te nemen en 11 Sept. te Hoogeveen intrede te doen in de Ned. Ilerv. Gemeente al daar, na bevestigd te zijn door Ds. A. Meijers te Hoogeveen. Na ongeveer 13 jaar aan de Ned. Herv. Gpmeente te Ede als predikant verbonden te zijn, nam Ds. van Boven, die een beroep aannam naar Hoevela ken, afscheid van de Ned. Herv. Ge meente aldaar. Spr. koos tot tekst He breeën 13 8. Na de predikatie herdacht Ds. van Boven zijn intrede op 14 Juni 1914, toen de bevestiger wijlen Ds. Schip pers tot tekst had gekozen Jesaja 6 en 7, om vervolgens enkele hartelijke woorden te richten tot den burgemees ter der gemeente C. O. Ph. baron Creutz, hier aanwezig, zijn medepredi kant Ds. Japchen, den kerkeraad, de kerkvoogden, notabelen, hoofden, per soneel en bestuur van Chr. scholen, den voorlezer, meester Schreuders den organist, collectanten, catechisanten, koster, garnizoen en ten slótte heel de gemeente. Ds. Japchen antwoordde met een enkel woord. Op zijn verzoek zong de gemeente den scheidenden predikant toe de bekende zegenbede uit Ps. 1343. Zondag nam. Ds. J. H. A. Bosch, afscheid van de Geref. Kerk te Nijver- dal. Nadat gezongen was Ps. 89 7 en 8 bepaalde Ds. Bosch zijn gehoor bij 1 Petrus 5 10. Aan het eind van zijn predikatie richtte hij zich tot de ouderlingen en diakenen; tot Ds. Jansen, afgevaardig de van de Classis, tot de catechisan ten en oud-catechisanten. Ten slotte sprak Ds. Bosch nog een persoonlijk woord tot de gemeente. Namens de gemeente werd Ds. Bosch daarna toegesproken door ouderling Bouwhuis. Nadat den scheidenden leeraar Ps. 124 4 door de gemeente staande was toegezongen, sprak Ds. Jansen een kort woord tot Ds. Bosch, als collega, als afgevaardigde van de classis en namens de kerk van Wier den. Aan de gemeente verzocht spr. den leeraar staande toe te zingen Ps. 134 3. Ds. Bosch dankte voor de har telijke woorden tot hem en zijn gezin gesproken. Na des morgens bevestigd te zijn door drs. J. Willemze, predikant te Groningen, met een prediking over Efeze 4 11—16, heeft ds. F. C. Wille- kes, gekomen naar Birdaard (Fr.) zijn intrede gedaan bij de Ned. Herv. ge meente te Drogeham (Fr.), sprekende over Psalm 45 4 en 5a. HERSTELD EVANGELISCH LUTH. KERKGENOOTSCHAP. De 92e algemeene kerkelijke vergade ring, gehouden te Amsterdam, koos tot voorzitter Ds. C. F. Westermann, van Amsterdam; tot vice-voorzitter Ds. K. P. C. A. Cramberg, van Enkhui zen. Secretaris was Ds. A. Klinkenberg J.Azn. van Amsterdam. De vice-voorzitter werd in het bijzon der gelukgewenscht met het feit, dat hij 25 jaar onafgebroken lid der Alg. Kerkelijke Commissie was. De gebrui kelijke verslagen van den secretaris over de' Handelingen der Alg. Kerkel. Commissie en den Staat der Gemeen ten van het Kerkgenootschap, alsmede het verslag van Penningmeesters over den financieelen toestand der Gemeen ten en den Staat van de fondsen van het kerkgenootschap en de verslagen van den Kerkelijken Hoogleeraar over do Kweekschool ter opleiding tot pre dikant en der Commissie voor de Ver spreide leden werden gelezen. Twee belangrijke voorstellen tot wetswijziging werden behandeld. Het voorstel der Alg. Kerkel. Commissie inzake de pensioenen werd aangeno men. Tot dusver was het zoo, dat de predikanten en de predikantswedu wen (en daarmede gelijkgestelden, na melijk bloedverwanten van ongehuw de predikanten en predikanten-weduw naars, die de laatste 10 jaren bij hem hebben gewoond en bij hun overlijden ongehuwd zijn) en predikantsweezen waren aangewezen op de inkomsten der desbetreffende kerkgenootschappe lijke fondsen, waarvan de uitkeering jaarlijks voor de gerechtigden werd nomen en naar huis gedragen. Nieuws gierig volgen velen den droeven stoet. Geweldig weergalmt de stem van den burgemeester. ,,Aan de brandspuit gebleven, niet uit de rijen geloopen, flink aangepakt, mannen, nu worden wij het vuur misschien de baas." Met meer kracht siste nu de water straal in den vuurpoel. Daar kwa men kort op elkander volgend, de brandspuiten der drie naburige dorpen aangerukt. De eene nam het huis in de richting van het bovendorp gelegen en het ergst in gevaar verkeerend, onder haar bescherming. De beide andere wierpen in vereeniging met de plaat selijke brandspuit haar watermassa's op den gloeienden vuurpoel. Steeds machtiger wolken van rook en water damp stegen opwaarts in den nachte lijken hemel, in steeds geringer aan tal kronkelden de vlammen. En toen de torenklok één uur sloeg, was het gevaar geweken. Langzamerhand verspreidde zich de menigte. De buitendorpsche brand weermannen keerden wederom huis waarts. De burgemeester wees enkele be trouwbare mannen aan, om tot den morgen op de plaats des onheils de wacht te houden. Daarna ging ook hij naar huis. Nog denzelfden nacht zond hij door middel van zijn oudsten zoon een kort bericht aan het gerecht te Gladenberg en verzocht om onmiddellijk een on- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 14 Juni 1927. 'k Ben geschrokken toen ik in de eenige Maandagochtendkrant „De Courant"-,.Het Nieuws van den Dag" het verslag las van de Openbare belij denis onzer Prinses en den eersten H. Avondmaalsgang met Hare Ouders en Grootmoeder. Geen greintje gevoel voor wat daar was geschied, geen sprankje kerkelijk besef was uit dat verslag te lezen. 'k Dacht zoo, was daar nu geen an der verslaggever voor te vinden ge weest. Maar ook wat zal dat voor „Het Volk" een vette kluif zijn. Jawel hoor, gisteravond was 't al zoo: „Wij zullen onze lezers eens laten griezelen'. Zoo werd het moois opgediend. 't Zou heelemaal niet erg wezen als het een heel gewone zaak gold Nu was het wel erg. Het betreft hier de belijdenis van haar geloof in Chris tus als Haren Zaligmaker van llaar die ons eenmaal zal regeeren. Het be treft hier een heilige handeling in den Dienst des Woords. Daar mogen wij niet mee spotten en daar mogen wij ook niet over spreken en schrijven dat wij anderen tot spot aanleiding geven. „Het is te hopen dat zij nog geen kranten leest' zoo eindigt „Het Volk" zijn stukje. Ik hoop dat Zij en dan schrijf ik Zij met een hoofdletter het wel leest en dat Zij ook leest wat „Het Volk" durft schrijven, 't Kan een leering te meer zijn. OBSERVATOR. vastgesteld. Om een behoorlijk en vast pensioen mogelijk te maken, werd voor gesteld, dat naast de bestaande inkom sten dezer fondsen ook de gemeenten een bijdrage zouden verleenen voor beide fondsen samen van 1 per lid per jaar; daar dit voorstel werd aange nomen, kon nu voor de predikanten, hun echtgenooten en hun kinderen een verzekering worden gesloten. De alg. Kerkel. Commissie werd voor het nieuwe dienstjaar samenge steld uit Ds. C. F. Westermann als voorzitter; Ds. A. Klinkenberg J.A.zn. als secretaris; Ds. IC. P. C. A. Gramberg (Ënkhuizen) als vice-voorziter; de hee ren J. Jonkman en P. Boendermaker Jr. als penningmeesters en de predi kanten J. C. V. van Bemmel te Hoorn en Th B. W. G. Gramberg te Zwolle. Zwolle. VROUWELIJKE GODSDIENST- ONDERWIJZERS. Het; diploma van godsdienstonder wijzeres vanwege den Ned. Prot. Bond is uitgereikt aan de dames: M. J. C. Gobius te '-Gravenhage, H. E. Homan geb. Vos te Groningen en A. A. Wijs man te 's-Gravenhage. GEREF. KERK VAN SCHEVENINGEN De leden der Geref. Kerk van Sche- veningen hebben nu in 4 secties verga derd om zich uit te spreken over de be roeping van een vierden predikant. De gemeente sprak zich in 't algemeen uit voor de noodzakelijkheid van een vier den predikant. De gemeente zal nu be werkt worden, opdat de benoodigde gelden bijeen komen, waarna deze aan gelegenheid door den kerkeraad in Sept. a.s. weder zal ter hand genomen worden. HET VROUWENKIESRECHT. In het zcoeven verschenen officieel verslag van de laatstgehouden buiten gewone vergadering van de classis 's- Gravenhage der Geref. Kerken lezen we aangaande de kwestie van het vrou wenkiesrecht in de Kerk het volgende: In behandeling komt het voorstel van Den Haag-Oost: „De Generale Synode spreekt inzake het vrouwenkiesrecht uit, dat aller eerst te beslissen zij, of bet stemrecht in de kerk als medeuitoefening van re geermacht is aan te merken of niet en besluit: le. aan de deputaten op_te dragen aangaande deze zaak de Jxerken met hun advies te dienen ter beslissing op e.v. Synode; 2e. aangaande het rapport en de me morie i.z., het dusgenaamde vrouwen kiesrecht, mede in verband met het derzoek in te stellen, daar er ernstige verdenking van brandstichting be stond. Adam Thomhof lag onder onuitspre kelijke pijnen op zijn legerstede. „Ach, help mij toch, help mij toch, in mijn lichaam brandt het als vuur en mijn beenen zijn zoo zwaar en zoo dood, alsof ze in 't geheel niet meer bij mij behoorden." Sprakeloos en heete tranen schreiend stonden zijn vrouw, Margaretha, haar broeder en eenige buurvrouwen om 't bed. Tegen den morgen kwam de dokter. Eerst wees hij alle vreemde lieden uit de kamer en onderzocht toen den zie ke. De ruggegraat was gekwetst en naar 't scheen was de zieke ook in wendig gekneusd. De dokter legde ter stond een koud kompres op de gapen de wonde; daarna nam hij een klein instrument uit'een etui en diende een morphineinspuiting toe. „Ach, doe maar geen moeite, mijn heer de, dokter. Met mij is 't gedaan, mij kan niemand meer helpen," loo kermde Thomhof. „Wij willen u toch minstens van de pijn bevrijden," zeide de dokter. Luide begon Margaretha te snikken. Zij had terstond uit het antwoord van den dokter verstaan, dat er in 't geheel geen hoop op redding meer was. De dokter wachtte de werking nog af der morphine, daarna verwijderde hij zich en beloofde na twee uren te zullen terugkeeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5