Uw Haar
aan het zoeklicht.
NIEUWE LEÏDSCHE COURANT VAN ZATERDAG Tl JUNI 1927
TWEEDE BLAD.
UIT DE SCHRIFTEN
NIET STERVEN IN DER
EEUWIGHEID.
En een iegelijk die leeft, en in
mij gelooft, zal niet sterven in
der. eeuwigheid.
Joh. ii 26.
Niet stervenNooit sterven
In der eeuwigheid niet sterven
We'k een vooruitzicht opent Tezus»
5n deze woorden voor een iegelijk die
in Hem gelooft.
Want neen, hier is niet maar een
he1 ofte voor de verre toekomst: do
be1ofte eener heerlijke en zalige vér-
rijzen1's in den dag van Christus.
Ze'fs niet enkel een belofte voor
het einde van ons aardsche leven in
•de ure van ons verscheiden.
De belofte geldt ook voor dit Ieveni
ze'f; voor overmorgen, voor morgen,
voor heden voor ieder volgend1
oogenblik.
Het was Martha's fout, dat ze de
hope, dat ze de zekerheid des "levens
enkel op verren afstand zag.
Op Jezu§' verzekering: „uw broeder
zal weder opstaan", had ze geant
woord: ,,Ik weet, dat hij zal opstaan
in de opstanding ten laatsten dage".
D<£n, niet eerder, meende ze, kon
Lazarus ontrukt worden aan de macht
Ides doods, waarvoor hij bezweek.
Doch Jezus heeft haar te verstaan
gegeven, dat die macht des doods
voor Lazarus niet eerst in dè verre too
komst hoeft verbroken te wórden,
maar reeds op dat eigen oogenblik ver
broken is.
De dood heerscht over Lazarus niet
al ligt hij in zijn graf.
Daar is een Ander, die over hemi
te zeggen heeft.
Dat is Hij. in Wien Lazarus getoof-
jde.
Dat is Christus ZeT Die naast Mar
,tha aan zijn groeve staat.
„Ik ben de Opstanding en het Leven
'die in Mi] gelooft, zal leven, al ware
hij ook gestorven".
Niet slechts de opstanding is in
Ïezus voor de Zijnen, maar ook het
even, d.w.z. dat ze, door de kracht
hunner gemeenschap met Hem, niet
tmaar eenmaal naar 'tlichadm weer zul
len opstaan, maar óók, eer het tot
Jdie opstanding komt, het leven hebben
an Hem.
Dat ze het hebben, en dat ze 't be
houden, ook al zijn ze, als Lazarus, ge
storven.
Martha, zie daarom Lazarus opstón
iding en leven niet enkel in verre toe
komst. 1
Ze zijn tegenwoordig.
Ze zijn tegenwoordig, op ditzelfde
oogenblik, in Hem, Die niet alleen
de opstanding is voor de zijnen, maar
óók nun leven.
Hun leven, en daarom hun opstan-
\^ant opwekken kan Hij hen alleen
hierom, omdat Hij hun leven is
En omdat Hij nu reeds en aldoor
hun leven is, kan Hij hen opwekken
wanneer Hij wil, in den dag zijner toe
komst, maar ook reeds nu.
Ja, daarom kunnen ze eigenlijk nooit
meer sterven: „Een iegelijk, die in Mijl
gelooft, zal niet sterven in der eeuwigi
Leid".
Er kan bij hen gebeuren, wat dei
menschen „sterven" noemen.
Ziel en lichaam kunnen ook bij hen
ontbonden worden, gelijk ze ontbon
den werden by Lazarus als lijk wor
den neergelegd, in een graf.
Maar sterven in den eigenlijken en
.vollen zin des woords is dat niet.
Geen bezoldiging der zonde.
Geen voltrekking van den vloek!
Gods.
Geen toevallen aan de heerschappijl
des doods. 9
Want fhristus, Die hun gerechtig
heid is, is ook hun leven.
En den band aan Christus kan ookl
de dood niet breken.
Zoo als ze leefden in Hem, zoo onn
slapen ze in Hem.
En zooals ze in Hem ontslapen, zoo
blijven ze in Hem leven
En omdat ze in Hem leven, ook all
zijn ze gestorven, daarom zullen ze
ook in Hem opstaan.
Niet sterven Nooit sterven
In der eeuwigheid niet sterven.
O, laat ons, zoo we in Christus ge-
looven mógen, in het licht van dit?
woord ons sterven zien.
En niet alleen ons sterven maar
ook ons leven. t
Het leven onzer ziel.
Hoe rusteloos en van allen kant
wordt het bedreigd door den doocL
Door den dood, zooals hij opwerkt
uit den dorren en onwilligen bodem,
waarin het leven bij ons geplant werd!
zooals hij het van buiten met dui
zend wapenen bestormt en met dui
zend voeten poogt plat te treden.
Zal het niet te eeniger tijd over-
heerd worden en sterven?
Laat het woord van Christus: „ïltf
ben de opstanding en het Leven", ons
troosten en bemoedigen.
Want dat Hij ons leven is ja*
dat wil óók zeggen, dat het leven
onzer zielen in Hem veilig en gebor
gen is.
Ddt zegt het vóór alle dingen.
Want net is in dit geestelijk leven,
dat het leven uit Christus, nu reeds ui-
ons woont.
„Die in Mij gelooft zal niet sterven
in der eeuwigheid".
Zóó sprak Jezus tot Martha.
En toen vroeg Hij: „Gelooft gij
dat?"
TROOST,
Och, uit het bitterst tranenzaacf
Wordt vaak de zoetste rust geboren;
En in den zwartsten lijdensnacht
Zien vaak wij 't vroolijkst daglicht
gloren.
Een pad, dat ons een omweg schijnt
Brengt dikwijls naar het doel onst
verder
Dan eigen wegen: Schaap bij scliaapi
Denkt zicht vaak wijzer dan de herder.
Een knellend pak, ons opgelegd,
Aan booze menschen vaak geweten,
Kwam dikwijls uit de hand van Hein,
Dien 't liefst wij onzen Vader heeten.
Neem aan maar, volg maar, duld en,
lijd,
Geen last,' geen kruis, of God geert
krachten;
Hij helpt ons door dé zwartste nachten
't Wordt al eens volle heerlijkheid
Voor wie hun heil in Christus wachten
Hij Zelf heeft hun dat toegezeid.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Wehl (toez.): A. v.
d. Hoeven, cand. te Utrecht Te Rijs-
sen; A. H. J. G. van Voorthuizen, te
Nijkerk Te Acquoy (G.): J. R. B.
Feykes, te Sleeuwijk (N.-B.) Te
Kimswerd: J. A. Swart, te Dokkum
Te Gadzant: A. L. Boeser, te Ilpendam
Te Vriesenveen: W. J. Keiler, te
Nieuwkoop.
Bedankt, voor» Maassluis; N.
Luyendijk, te Nieuwerkerk a. d. IJsel.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Bedankt, voor Tholen; J. Fraanje
te BarneVeld.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt, voor Rozenburg: W.
Hendriksen, te Ede (Geld.).
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. T J. de Boer hoopt 26 Juni af
scheid te nemen van de Ned. Herv.
Kerk te St. Jakobiparochie om 3 Juli
intrede te doen te Midsland. Bevesti
ger is Ds. H. W. Bloemhoff, te Warf-
huizen.
Ds. B. P. PLANTENGA.
Aan Ds. B. P. Plantenga, predikant
bij de Doopsgezinde gemeente te Haar
lem, is op zijn verzoek, in verband met
zijn gezondheidstoestand, met ingang
van 1 November a.s. emeritaat ver
leend.
Ds. VAN DUINEN.
De classis Schiedam van de Geref.
Kerken heeft aan Ds. G. van Duinen,
Gereformeerd predikant te Schiedam,
wegens zijn benoeming tot legerpredi-
kant in Nederl. Oost-Indië eervol emi
ritaat verleend.
CONFERENTIE VOOR INWENDIGE
ZENDING,
Van IS tot 21 Juli zal te Lunteren van
wege den Centralen Bond voor Inwen
dige Zending een conferentie worden
gehouden, waar ieder, die in de Inwen
dige Zending arbeidt of belang stelt,
van harte welkom is.
Het programma vermeldt de volgen
de onderwerpen: „Reclasseering" door
De. J. I-Ienri Ledeboer, te Amsterdam,
en anderen; „ULwendige Zending" (de
taak der Zending ten opzichte van de
aspiraties der Inlandsche bevolking),
door Ds. D. Crommelin, Zendingsdi-
rector te Oegstgee^t; „De mogelijkhe
den en moeilijkheden voor de nu op
groeiende Christenvrouw" door mej.
Mr. Frida C. Katz, te Amsterdam; „De
Christen en het geestesleven van de
zen tijd" door Dr. O. Norel, te Leeuwar
den, zoomede „De jonge menschen in
de groote stad" door Ir. C. D. Grijns, te
Amsterdam.
De conferentie zal worden geleid
door Ds. J. A. Roozemeyer, te Amster
dam, terwijl bij de wijdingsuren Ds. J.
A. van Selms, te Nijmegen, zal voor
gaan.
SCHOOLDAG CHR. GEREF. KERK.
Gisteren is te Apeldoorn in de kerk
aan de Marialaan de schooldag van de
Chr. Geref. Kerk in Nederland ge
houden. Uit verschillende deelen van
het land waren belangstellenden opge
komen, zoodat het kerkgebouw geheel
gevuld was.
Wegens ongesteldheid van den do
cent Van der Heijden, dit jaar rector
van de school, opende Ds. Hilbers van
Enschede, voorzitter van het curato
rium, de bijeenkomst Na het laten zin
gen van Ps. 147 2 en het lezen van
Filippenzen 2 118 gaat hij voor in
gebed. Daarna spreekt hij naar aan
leiding van het gelezene, hierbij voor
al den nadruk leggende op het 2e vers
n.l., dat de geloovigen te Philippi zijn
blijdschap zullen vervullen, zoo zij
steeds eensgezind mochten zijn, dezelf
de liefde hebbende, van één gemoed en
van één gevoelen zijnde. Dit vooral
wordt in onzen tijd zoo vaak vergeten.
Spr. hoopt, dat ook door dezen dag de
onderlinge liefde en eenheid des gees-
tes worde gesterkt.
Na dit openingswoord sprak Ds. Van
Smeden, uit Kampen, over: Israël mijn
Eerstgeborene; in de namiddagverga
dering sprak Ds. G. Wisse, van Utrecht
over: Schriftuurlijke Godsvrucht.
NATIONALE BOND VAN
BEZWAARDEN.
Gister is in het Jaarbeursgebouw te
Utrecht de nationale bond van be
zwaarden in algemeene vergadering
bijeen gekomen.
Na een openingswoord van den voor
zitter, Ds. H. C. van den Brink, leidde
Ds. Geelkerken het onderwerp: „Hen.
eeniging" in.
Het Bestuur stelde voor van den
Bond een verklaring te doen uitgaan.
Deze verklaring, die door de verga
dering werd aangenomen, luidt als
volgt
1. De nationale bond van bezwaar
den te Utrecht in vergadering bijeen,
spreekt uit, zich niet te kunnen ver
eenigen met de uitspraken en beslui
ten der buitengewone generale syno
de van Assen 1926, inzake Genesis 2
en 3 en daarop gegronde kerkelijk©
beslissingen, wijl:
agenoemde synode, een exegjese
g-evende van enkele bijzonderheden
uit Genesis 2 en 3, aan deze exegese
het karakter heeft verleend van een
belijdenisuitspraak
b. dat zij aan deze exegese gelijk
gezag heeft toegekend als de Heilige
bchrift bezit;
c. bedoelde kerkelijke beslissingen
van genoemde synode en andere ker
kelijke vergaderingen in strijd zijn met
nadrukkelijke beginselen en bepalin
gen der Kerkenordening, met name
een schending van de zelfstandigheid!
der plaatselijke Kerk.
De bond is van oordeel:
2. dat, tenzij wordt aangetoond, dat:
een bepaalde van de dusgenaamde tra-
dicioneele opvdtting afwijkende exege
se voortvloeit uit een ongereformeerdc?
Schriftbeschouwing zulk een exegese,
ook al acht men haar onjuist, geen re
den mag zijn tot schorsing of afzetting
vap. ambtsdragers.
3. met het oog op gewenscht herstel!
van eenheid der Gereformeerde ker-
RECLAME
wordt gezond en sterk
het krijgt mooier glans
het wordt vrij van roos
het blijft beter zitten
indien gij het des morgens
inwrijft met een weinig Purol
ft voldoet iedereen
ken kan de bond ten aanzien van de
vier bijzonderheden uit Genesis 2 en
3, behoudens hetgeen werd uitgespra
ken sub 4, zich neerleggen bij een uit
spraak eener generale synode, die bij!
het licht haar thans geschonken, aan
beveelt deze bijzonderheden op te vati
ten als zintuigelijk waarneembare weil
kelijkheden.
4. Voorts acht de Bond het noodza
kelijk
a. dat de deputaten reeds in 192Q
door de generale synode van Leeuwar
leering en uitwerking van artikel 28,
den benoemd om „een nadere formu-
artikel 29 en artikel 36 der Nederland
sche geloofsbelijdenis in overweging
en studie te nemen en de vrucht daar
van, zoo mogelijk aan de eerstvolgende
Synodale veigadering een ontwerp in
dezen geest en van deze strekking aan
te bieden" zoo spoedig mogelijk rap
port uitbrenge, en j
b. dat de generale synode maatregd
len nemen, welke, waarborgen een juis
te behandeling op de kerkelijke ver
gaderingen van theologische vraag
stukken en kerkelijke procedures alg
zich thans hebben voorgedaan, vast
stellende de verhouding van synodale
uitspraken, inzake zulke vraagstukken
tot de belijdenis der Kerk, en stipu-
latiën make, waardoor bij een beslis
sing over de rechtzinnigheid van een
predikant de gronden gedocumenteerd
en nauwkeurig worden aangegeven,
waarop zuIk een beslissing berust.
Nog werden rapporten uitgebracht:
door de commissie van het steunfonds
en de commissie van voorlichting.
PROF. G. NIJHOFF.
Donderdagmiddag heeft Prof. Dr. G.
Nijhoff, die als hoogleeraar aan de Uni
versiteit te Groningen moet aftreden
wegens het bereiken van den 70-jari
gen leeftijd, in de aula dier Universi
teit in tegenwoordigheid van zeer ve
len zijn afscheidcollege gehouden.
Na het college werd op hartelijke wij
zo afscheid genomen van den hoog
leeraar.
HET HOSPITIUM TE KAMPEN.
De algemeene vergadering van de
vereeniging tot stichting en instand
houding van een Hospitium voor Stu
denten aan de Theologische School, ge
vestigd te Kampen, zal Donderdag 23
Juni a.s., nam. 4.15 uur, na afloop van
den Schooldag in het hospitium te
Kampen onder presidium van Prof.
Dr. H. Bouwman, aldaar, gehouden
worden.
Behalve de verslagen etc. komt aan
de orde de verkiezing van twee be
stuursleden, wegens periodieke aftre
ding van Dr. C. Bouma, Geref. predi
kant te Zwolle, en Prof. Dr. T. Hoek
stra, te Kampen.
STUDEERENDE VROUWEN.
Op 14 Juni zal de strijd aan de Uni
versiteit te Oxford over al of niet be
perking yan het aantal studeerenden
tot de crisis komen.
Er zal dan n.l. het voorstel worden
behandeld, het aantal studeerendo
meisjes voor Lady Margaret PIall en
St. Hugh's te beperken tot hoogstens
.160, te Somerville en St. Hilda's Col
liege tot 150 en in nieuw ,op te richten
colleges tot 160.
Dit komt hierop neer, dat het ver
boden wordt een nieuwe universiteirg
vereeniging op te richten, tenzij bir*
nen dne jaar het gemiddeld aantaL
studeerende meisjes minder is'dan een
vierde van het totaal aantal minne
lijke studenten, waardoor het totaak
aantal vrouwelijke studenten beperkt
zou worden tot 840.
De voorstellers verlangen, dat Ox
ford in hoofdzaak een universiteit voor
mannen zal zijn.
Te Oxford hebben de vrouwelijke
studenten de volle rechten diede
mannelijke er hebben, in tegenstelling)
piet Cambridge, Harvard of Yale.
Leiden, 11 Juni 1927.
De Belgische koning zal salarisver-
hooging krijgen. De regeering heeft bij
het parlement een wetsvoorstel inge
diend om de begrooting van den ko
ning, die thans nog 3 Yz milloen be
draagt ,te verhoogen tot 9 millioeu.
Nu zou men verwachten dat de so
cialisten kullen weigeren aan een der
gelijk voorstel bun steun te geven. Een
koning is immers een nietsdoener, die
parasiteert op het uitgebuite proleta
riaat. Althans in de Nederlandsche
S.D.A.P. zou een dergelijk voorstel
geen goed onthaal vinden, men denke
aan hetgeen voor enkele jaren ge
schied is.
In eén land waar de socialisten aan
de regeering deelnemen is evenwel al
les anders. De Belgische socialistische
ministers hebben dit wetsontwerp ver
dedigt en verklaarden, dat de verhoo
ging ge enandere beteekenis Leeft dan
devergoeding van het hoofd van den
staat in evenredigheid te brengen met
de waardevermindering van den frank,
precies zooals dat is gebeurd met de
salarissen der ambtenaren en de loo-
nen der arbeiders.
Een zeer verstandige redeneering,
maar in den mond van een volbloed-
republikein wel wat vreemd. Het
blijkt wel duidelijk, dat er tweeërlei
socialisten zijn, n.l. die wèl en die geen
verantwoordelijkheid dragen. En zoo
lang de Hollandsche socialisten tot de
laatste groep behooren, kunnen ze zich
nog heel wat luxe permitteeren, wat in
het buitenland niet meer mogelijk is.
OBSERVATOR.
Voorts is te Oxford het aantal vtou)
wen een vijfde deel van het totaal adn
.tal' studenten, terwijl de verhouding!
te Cambridge als 1 tot 8 is.
De vrouwelijke studenten antwoon
den, dat haar aantèl te Oxford niet
toeneemt en ook niet zal toenemen,
er ziin te Oxford 20 colleges voor man
nen en 4 voor vrouwen.
HET VROUWENKIESRECHT.
In de voortgezette c^assis-vergade-
ring van de Geref. Kerken van Rotter
dam, speciaal belegd ter behandeling
van bovenstaande aangelegenheid, is
na ampele bespreking het volgende
voorstel aangenomen: „De classis Rot
terdam oordeelt, dat met. de zaak van
het Vrouwen-kiesrecht nog andere
or.ncipieele vraagstukken zijn ge
moeid, die noch in het rapport der
commissie, noch in de memorie van
Ds. Lindeboom behandeld zijn, stelt nu
de Particuliere Synode van Zuid-Hol-
land-Zuid voor ter doorzending aan de
Generale Synode, dat deze aan de rap
porteerende commissie inzakq het
Vrouwenkiesrecht alsnog opnieuw
mandaat verleene, zoodat deze ook
over meerdei'e principieele en kerk
rechtelijke vraagstukken, die'er bij be
trokken zijn, van rapport kan dienen,
b.v.: over de vraag, of het uibrengen
van een voorkeurstem door gemeente
leden bij verkiezingen een -zaak is van
regeermacht, zij het in beperkten zin,
alsook, of er sprake kan zijn van een
onderscheiden karakter in het ambt
der geloovigen bij den man en de
vrouw".
GEREF. ZIEKENVERZORGING IN
NEDERLAND.
De jaarvergadering der Geref. Zie
kenverzorging in Nederland zal Woens
dag 7 September a.s. te Hoogeveen ge
houden worden. In het najaar van
1926 heeft het ziekenhuis „Bethesda",
een der stichtingen van de Vereen.,
12K' jaar bestaan. Dit feit is toen in al
le stilte herdacht, maar het is de be
doeling om op de a.s. jaarvergadering
dit 12 Yi-jarig bestaan alsnog feestelijk
te herdenken.
De navolgende personen zijn aange
zocht omi in de regelingscommissie
zitting te nemen: mevr. A. van der
MeulenKuneé, directrice „Bethesda"
Hoogeveen, Dr. J. W. Oosterhuis, ge
neesheer-directeur „BetheSda", Hoo
geveen; de heer J. Knoppers, Burge
meester van Meppel; de heer J. van
den Bosch, Wethouder van Meppel; de
heer G. F. Hunumelen, uitgever te As
sen; de heer H. A. Robaard, Wethou
der van Hoogeveen; en de heer J. Mul
der, notaris te Hoogeveen.
FEUILLETON.
DORPSTOONEELEN.
57) o-
XXXIV.
Izaak Löb wreef zich glimlachend
de handen.
„Sara-lief, is me wat gebeurd, wat
me geeft groote vreugde. Heeft me la
ten zeggen George Esser, de nieuwe
burgemeester van Hartehause, dat ik
hem moest bezorgen twee goede
koeien, die goed gaan onder bet juk
en goede melkkoeien zijn."
„Dat is nog eens goed, Izaak, dat ge
kunt maken masematten."
„Maar Sara, jij praat zooals jé ver
stand hebt; zal ik maken kleine mase
matten, zal ik maken in 't geheel geen
masematten. Weet je niet, dat Esser
nog nooit met mij heeft gehandeld?
Heeft hij zelf zijn vee aangefokt of het
gekocht op de markten. „Blijf mij van
mijn gerechtigheid," heeft hij altijd tot
mij gezegd."
„Nah. Izaak, dan zou ik hem nu
eens flink onder handen nemen."
„Sara-lief, wat verstaat gij weinig
van den handel," antwoordde Löb me
delijdend. „Als ons jongetje Maurits u
navolgde, dat zou een ongeluk zijn.
Zal ik mij de beenen onder het lijf uit
loopen en zoeken twee Vogelsberger
kpeien, zooals er geen vier in geheel
Hessen te vinden zijn, zal ik ze koopen
billijk en zal ik *ze verkoopen billijk.
Moet de burgemeester later zeggen:
Izaak heeft mij geleverd twee koeien,
zoo goed en koopkoop, als ik ze zelf
niet koopen kon. Zal Izaak van nu af
voortaan zijn de handelaar van mijn
hofstède."
„Izaak. jij bent een genie," riep Sa
ra in levendige bewondering.
„Nah, zie je, maak ik nu geen mase
matten, maak ik later groote mase
matten, maak ik nu groote masemat
ten, maak ik later geen masematten.
Is 't voor mij van groot gewicht, dat
ik krijg den burgemeester in mijn
klandizie. Hij is een veel-vermogend
man in Hartehause. waar de handel
door de leenbank, de Raiffeisen-ver-
eeniging eiken dag wordt flauwer."
Enkele dagen later meldde zich
Izaak aan de hofstede van George Es
ser met 2 prachtige koeien aan.
„Wat wil,t ge voor die twee dieren
hebben, Löb?" vroeg Esser.
Löb prees eerst in de tonen der
hoogste begeestering de voortreffelijk
heid der koeien, liet ze terstond in den
wagen spannen, om te toonen, hoe ze
trokken en daarna noemde hij den
prijs.
Den burgemeester bevielen de beide
koeien uitstekend. Ook vond hij den
gevraagden koopprijs zeer laag. Noch
tans liet hij daarvan niets merken,
maar begon met taaie langzaamheid
een lageren prijs aan te bieden.
Löb danste op en neer over de hof
stede als een beer. die op heete oven
platen het dansen lee^en moet.
Eindelijk, nadat hij nog tien daalder
had laten vallen, werd men het eens.
„Zoo vast als ik hier voor je sta, ik
verlies er bij, ik verlies er bij. Alleen,
omdat gij 't zijt, omdat gij 't zijt, bur
gemeester," schreeuwde Löb op den
hoogsten toon en ditmaal was het hem
bij wijze van uitzondering ernst met
deze verzekering.
Esser riep zijn knecht bij de dieren
en zeide tot Löb: „Kom binnen, en
neem je geld mee."
„Heeft volstrekt geen haast. Zullen
wij nog meermalen samen handelen.
Den volgenden keer koop ik wat bij u,
dan zullen wij zijn kiet."
„Niets daarvan, Löb, jij neemt je
geld mee. Ik borg niet."
Löb moest toegeven. Toen hij het
huis binnen ging, lachte de knecht
luid op.
„Wat heeft die domme goyim te la
chen," dacht Izaak.
Bij het uitbetalen der koopsom, deed
hij nog een vergeefsche poging, er een
•„drinkgeld" uit te slaan.
Innerlijk zuchtend streek hij het
geld op.
Toen hij met Esser wederom buiten
kwam, waren de koeien niet meer
daar.
„Nah," zeide Löb, „mag ik eens zien
hoe de twee prachtkoeien zich schik
ken in uw stal?"
„De koeien staan niet in mijn stal,"
antwoordde Esser droogjes.
Met verbaasde oogen en open mond
staarde de handelaar den boer aan,
die kalm hervatte: „Heb ik je dan ge
zegd, dat ik de koeien voor mij kocht?
Ik heb ze gekocht voor Herman van
de noteboomhofstede. Gij kunt er wel
eens heengaan en zien, hoe de prach
tige koeien zich schikken in den nieu
wen stal van Herman."
Geheel vah zijn stuk, als verstijfd,
zag Izaak Löb den boer aan. Dan keer
de hij zich zonder een woord te spre
ken om en liep ijlings alsof hem een
vijand op de hielen zat, weg naar Gla-
denberg.
„Ik ben een gesjochte man. Ik ben
een gesjochte man," bromde hij, on
derweg.
Bijna liep hij denonderwijzer, die
langs de straat kwam, onderstboven.
Eerst toen hij vlak voor hem stond,
bemerkte hij hem en sprong op zijde,
als iemand, die bij ongeluk bijna op
een giftige slang was getreden.
Volker ging zijns weegs, zonder op
den handelaar acht te slaan. Izaak
Löb echter hief achter den onderwijzer
in machtelooze woede dreigend de
vuist op.
Volker keerde zich onwillekeurig
om, waarop Izaak zich ijlings uit de
voeten maakte, zonder nog een enke
len keer om te zien.
„Izaak, wat is je overkomen, Izaak,
wat heb je, wat is er gebeurd?" zoo
vroeg in grooten angst vrouw Sara.
„Sara, kook me rooden wijn met ka
neel, mijn maag is heelemaal niet in
orde. Ze hebben me belogen en bedro
gen. De boer wordt slim. wordt slim
mer dan wij menschen. De een
koopt voor den ander het vee, de een
helpt den ander. Daar valt voor ons
niets meer te handelen."
In enkele woorden vertelde hij zijn
vrouw de gebeurtenissen van den dag.
„Ik ben geblameerd, ik ben een
spot voor de kinderen. Sar&, wij
blijven niet langer in Gladenberg. Er
valt niets meer te verdienen aan die
boeren. Zullen we gaan naar Frank
fort, hebben we daartoe masematten
genoeg. Zal ik handelen op de beurs.
Heeft die Selig'man reeds lang de vin
gers gelikt naar een huis, kan hij het
nu hebben. Zal ik hem ook verkoopen
de luie-klanten. Maar de vette ossen
slacht ik nog zelf. Haal mij het boek."
En Izaak Löb zette er zich bij neder
en schreef schuldverordeningen.
Onder de eersten, die van den han
delaar een maanbrief ontvingen met
de dreiging eener gerechtelijke vervol
ging, behoorden de waard FYits Hodel
en Adam Thomhof.
Hodel geloofde zijn oogen niet. Ter
stond liet hij inspannen en reed naar
Gladenberg.
Izaak Löb liet hem eerst behoorlek'
wachten, dan ontving hij hem in de
mooie kamer, waar de rood-peluchen
sofa stond, evenals de sultan een in
ongenade gevallen paleisdienaar ont
vangt.
De paleis-dienaar echter, in dit geval
Frits Hodel, voer geducht uit.
(Wordt vervolgd).