Uw Haar aan het zoeklicht. NIEUWE LEÏDSCHE COURANT VAN ZATERDAG Tl JUNI 1927 TWEEDE BLAD. UIT DE SCHRIFTEN NIET STERVEN IN DER EEUWIGHEID. En een iegelijk die leeft, en in mij gelooft, zal niet sterven in der. eeuwigheid. Joh. ii 26. Niet stervenNooit sterven In der eeuwigheid niet sterven We'k een vooruitzicht opent Tezus» 5n deze woorden voor een iegelijk die in Hem gelooft. Want neen, hier is niet maar een he1 ofte voor de verre toekomst: do be1ofte eener heerlijke en zalige vér- rijzen1's in den dag van Christus. Ze'fs niet enkel een belofte voor het einde van ons aardsche leven in •de ure van ons verscheiden. De belofte geldt ook voor dit Ieveni ze'f; voor overmorgen, voor morgen, voor heden voor ieder volgend1 oogenblik. Het was Martha's fout, dat ze de hope, dat ze de zekerheid des "levens enkel op verren afstand zag. Op Jezu§' verzekering: „uw broeder zal weder opstaan", had ze geant woord: ,,Ik weet, dat hij zal opstaan in de opstanding ten laatsten dage". D<£n, niet eerder, meende ze, kon Lazarus ontrukt worden aan de macht Ides doods, waarvoor hij bezweek. Doch Jezus heeft haar te verstaan gegeven, dat die macht des doods voor Lazarus niet eerst in dè verre too komst hoeft verbroken te wórden, maar reeds op dat eigen oogenblik ver broken is. De dood heerscht over Lazarus niet al ligt hij in zijn graf. Daar is een Ander, die over hemi te zeggen heeft. Dat is Hij. in Wien Lazarus getoof- jde. Dat is Christus ZeT Die naast Mar ,tha aan zijn groeve staat. „Ik ben de Opstanding en het Leven 'die in Mi] gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven". Niet slechts de opstanding is in Ïezus voor de Zijnen, maar ook het even, d.w.z. dat ze, door de kracht hunner gemeenschap met Hem, niet tmaar eenmaal naar 'tlichadm weer zul len opstaan, maar óók, eer het tot Jdie opstanding komt, het leven hebben an Hem. Dat ze het hebben, en dat ze 't be houden, ook al zijn ze, als Lazarus, ge storven. Martha, zie daarom Lazarus opstón iding en leven niet enkel in verre toe komst. 1 Ze zijn tegenwoordig. Ze zijn tegenwoordig, op ditzelfde oogenblik, in Hem, Die niet alleen de opstanding is voor de zijnen, maar óók nun leven. Hun leven, en daarom hun opstan- \^ant opwekken kan Hij hen alleen hierom, omdat Hij hun leven is En omdat Hij nu reeds en aldoor hun leven is, kan Hij hen opwekken wanneer Hij wil, in den dag zijner toe komst, maar ook reeds nu. Ja, daarom kunnen ze eigenlijk nooit meer sterven: „Een iegelijk, die in Mijl gelooft, zal niet sterven in der eeuwigi Leid". Er kan bij hen gebeuren, wat dei menschen „sterven" noemen. Ziel en lichaam kunnen ook bij hen ontbonden worden, gelijk ze ontbon den werden by Lazarus als lijk wor den neergelegd, in een graf. Maar sterven in den eigenlijken en .vollen zin des woords is dat niet. Geen bezoldiging der zonde. Geen voltrekking van den vloek! Gods. Geen toevallen aan de heerschappijl des doods. 9 Want fhristus, Die hun gerechtig heid is, is ook hun leven. En den band aan Christus kan ookl de dood niet breken. Zoo als ze leefden in Hem, zoo onn slapen ze in Hem. En zooals ze in Hem ontslapen, zoo blijven ze in Hem leven En omdat ze in Hem leven, ook all zijn ze gestorven, daarom zullen ze ook in Hem opstaan. Niet sterven Nooit sterven In der eeuwigheid niet sterven. O, laat ons, zoo we in Christus ge- looven mógen, in het licht van dit? woord ons sterven zien. En niet alleen ons sterven maar ook ons leven. t Het leven onzer ziel. Hoe rusteloos en van allen kant wordt het bedreigd door den doocL Door den dood, zooals hij opwerkt uit den dorren en onwilligen bodem, waarin het leven bij ons geplant werd! zooals hij het van buiten met dui zend wapenen bestormt en met dui zend voeten poogt plat te treden. Zal het niet te eeniger tijd over- heerd worden en sterven? Laat het woord van Christus: „ïltf ben de opstanding en het Leven", ons troosten en bemoedigen. Want dat Hij ons leven is ja* dat wil óók zeggen, dat het leven onzer zielen in Hem veilig en gebor gen is. Ddt zegt het vóór alle dingen. Want net is in dit geestelijk leven, dat het leven uit Christus, nu reeds ui- ons woont. „Die in Mij gelooft zal niet sterven in der eeuwigheid". Zóó sprak Jezus tot Martha. En toen vroeg Hij: „Gelooft gij dat?" TROOST, Och, uit het bitterst tranenzaacf Wordt vaak de zoetste rust geboren; En in den zwartsten lijdensnacht Zien vaak wij 't vroolijkst daglicht gloren. Een pad, dat ons een omweg schijnt Brengt dikwijls naar het doel onst verder Dan eigen wegen: Schaap bij scliaapi Denkt zicht vaak wijzer dan de herder. Een knellend pak, ons opgelegd, Aan booze menschen vaak geweten, Kwam dikwijls uit de hand van Hein, Dien 't liefst wij onzen Vader heeten. Neem aan maar, volg maar, duld en, lijd, Geen last,' geen kruis, of God geert krachten; Hij helpt ons door dé zwartste nachten 't Wordt al eens volle heerlijkheid Voor wie hun heil in Christus wachten Hij Zelf heeft hun dat toegezeid. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Wehl (toez.): A. v. d. Hoeven, cand. te Utrecht Te Rijs- sen; A. H. J. G. van Voorthuizen, te Nijkerk Te Acquoy (G.): J. R. B. Feykes, te Sleeuwijk (N.-B.) Te Kimswerd: J. A. Swart, te Dokkum Te Gadzant: A. L. Boeser, te Ilpendam Te Vriesenveen: W. J. Keiler, te Nieuwkoop. Bedankt, voor» Maassluis; N. Luyendijk, te Nieuwerkerk a. d. IJsel. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Bedankt, voor Tholen; J. Fraanje te BarneVeld. CHR. GEREF. KERK. Bedankt, voor Rozenburg: W. Hendriksen, te Ede (Geld.). BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Ds. T J. de Boer hoopt 26 Juni af scheid te nemen van de Ned. Herv. Kerk te St. Jakobiparochie om 3 Juli intrede te doen te Midsland. Bevesti ger is Ds. H. W. Bloemhoff, te Warf- huizen. Ds. B. P. PLANTENGA. Aan Ds. B. P. Plantenga, predikant bij de Doopsgezinde gemeente te Haar lem, is op zijn verzoek, in verband met zijn gezondheidstoestand, met ingang van 1 November a.s. emeritaat ver leend. Ds. VAN DUINEN. De classis Schiedam van de Geref. Kerken heeft aan Ds. G. van Duinen, Gereformeerd predikant te Schiedam, wegens zijn benoeming tot legerpredi- kant in Nederl. Oost-Indië eervol emi ritaat verleend. CONFERENTIE VOOR INWENDIGE ZENDING, Van IS tot 21 Juli zal te Lunteren van wege den Centralen Bond voor Inwen dige Zending een conferentie worden gehouden, waar ieder, die in de Inwen dige Zending arbeidt of belang stelt, van harte welkom is. Het programma vermeldt de volgen de onderwerpen: „Reclasseering" door De. J. I-Ienri Ledeboer, te Amsterdam, en anderen; „ULwendige Zending" (de taak der Zending ten opzichte van de aspiraties der Inlandsche bevolking), door Ds. D. Crommelin, Zendingsdi- rector te Oegstgee^t; „De mogelijkhe den en moeilijkheden voor de nu op groeiende Christenvrouw" door mej. Mr. Frida C. Katz, te Amsterdam; „De Christen en het geestesleven van de zen tijd" door Dr. O. Norel, te Leeuwar den, zoomede „De jonge menschen in de groote stad" door Ir. C. D. Grijns, te Amsterdam. De conferentie zal worden geleid door Ds. J. A. Roozemeyer, te Amster dam, terwijl bij de wijdingsuren Ds. J. A. van Selms, te Nijmegen, zal voor gaan. SCHOOLDAG CHR. GEREF. KERK. Gisteren is te Apeldoorn in de kerk aan de Marialaan de schooldag van de Chr. Geref. Kerk in Nederland ge houden. Uit verschillende deelen van het land waren belangstellenden opge komen, zoodat het kerkgebouw geheel gevuld was. Wegens ongesteldheid van den do cent Van der Heijden, dit jaar rector van de school, opende Ds. Hilbers van Enschede, voorzitter van het curato rium, de bijeenkomst Na het laten zin gen van Ps. 147 2 en het lezen van Filippenzen 2 118 gaat hij voor in gebed. Daarna spreekt hij naar aan leiding van het gelezene, hierbij voor al den nadruk leggende op het 2e vers n.l., dat de geloovigen te Philippi zijn blijdschap zullen vervullen, zoo zij steeds eensgezind mochten zijn, dezelf de liefde hebbende, van één gemoed en van één gevoelen zijnde. Dit vooral wordt in onzen tijd zoo vaak vergeten. Spr. hoopt, dat ook door dezen dag de onderlinge liefde en eenheid des gees- tes worde gesterkt. Na dit openingswoord sprak Ds. Van Smeden, uit Kampen, over: Israël mijn Eerstgeborene; in de namiddagverga dering sprak Ds. G. Wisse, van Utrecht over: Schriftuurlijke Godsvrucht. NATIONALE BOND VAN BEZWAARDEN. Gister is in het Jaarbeursgebouw te Utrecht de nationale bond van be zwaarden in algemeene vergadering bijeen gekomen. Na een openingswoord van den voor zitter, Ds. H. C. van den Brink, leidde Ds. Geelkerken het onderwerp: „Hen. eeniging" in. Het Bestuur stelde voor van den Bond een verklaring te doen uitgaan. Deze verklaring, die door de verga dering werd aangenomen, luidt als volgt 1. De nationale bond van bezwaar den te Utrecht in vergadering bijeen, spreekt uit, zich niet te kunnen ver eenigen met de uitspraken en beslui ten der buitengewone generale syno de van Assen 1926, inzake Genesis 2 en 3 en daarop gegronde kerkelijk© beslissingen, wijl: agenoemde synode, een exegjese g-evende van enkele bijzonderheden uit Genesis 2 en 3, aan deze exegese het karakter heeft verleend van een belijdenisuitspraak b. dat zij aan deze exegese gelijk gezag heeft toegekend als de Heilige bchrift bezit; c. bedoelde kerkelijke beslissingen van genoemde synode en andere ker kelijke vergaderingen in strijd zijn met nadrukkelijke beginselen en bepalin gen der Kerkenordening, met name een schending van de zelfstandigheid! der plaatselijke Kerk. De bond is van oordeel: 2. dat, tenzij wordt aangetoond, dat: een bepaalde van de dusgenaamde tra- dicioneele opvdtting afwijkende exege se voortvloeit uit een ongereformeerdc? Schriftbeschouwing zulk een exegese, ook al acht men haar onjuist, geen re den mag zijn tot schorsing of afzetting vap. ambtsdragers. 3. met het oog op gewenscht herstel! van eenheid der Gereformeerde ker- RECLAME wordt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrij van roos het blijft beter zitten indien gij het des morgens inwrijft met een weinig Purol ft voldoet iedereen ken kan de bond ten aanzien van de vier bijzonderheden uit Genesis 2 en 3, behoudens hetgeen werd uitgespra ken sub 4, zich neerleggen bij een uit spraak eener generale synode, die bij! het licht haar thans geschonken, aan beveelt deze bijzonderheden op te vati ten als zintuigelijk waarneembare weil kelijkheden. 4. Voorts acht de Bond het noodza kelijk a. dat de deputaten reeds in 192Q door de generale synode van Leeuwar leering en uitwerking van artikel 28, den benoemd om „een nadere formu- artikel 29 en artikel 36 der Nederland sche geloofsbelijdenis in overweging en studie te nemen en de vrucht daar van, zoo mogelijk aan de eerstvolgende Synodale veigadering een ontwerp in dezen geest en van deze strekking aan te bieden" zoo spoedig mogelijk rap port uitbrenge, en j b. dat de generale synode maatregd len nemen, welke, waarborgen een juis te behandeling op de kerkelijke ver gaderingen van theologische vraag stukken en kerkelijke procedures alg zich thans hebben voorgedaan, vast stellende de verhouding van synodale uitspraken, inzake zulke vraagstukken tot de belijdenis der Kerk, en stipu- latiën make, waardoor bij een beslis sing over de rechtzinnigheid van een predikant de gronden gedocumenteerd en nauwkeurig worden aangegeven, waarop zuIk een beslissing berust. Nog werden rapporten uitgebracht: door de commissie van het steunfonds en de commissie van voorlichting. PROF. G. NIJHOFF. Donderdagmiddag heeft Prof. Dr. G. Nijhoff, die als hoogleeraar aan de Uni versiteit te Groningen moet aftreden wegens het bereiken van den 70-jari gen leeftijd, in de aula dier Universi teit in tegenwoordigheid van zeer ve len zijn afscheidcollege gehouden. Na het college werd op hartelijke wij zo afscheid genomen van den hoog leeraar. HET HOSPITIUM TE KAMPEN. De algemeene vergadering van de vereeniging tot stichting en instand houding van een Hospitium voor Stu denten aan de Theologische School, ge vestigd te Kampen, zal Donderdag 23 Juni a.s., nam. 4.15 uur, na afloop van den Schooldag in het hospitium te Kampen onder presidium van Prof. Dr. H. Bouwman, aldaar, gehouden worden. Behalve de verslagen etc. komt aan de orde de verkiezing van twee be stuursleden, wegens periodieke aftre ding van Dr. C. Bouma, Geref. predi kant te Zwolle, en Prof. Dr. T. Hoek stra, te Kampen. STUDEERENDE VROUWEN. Op 14 Juni zal de strijd aan de Uni versiteit te Oxford over al of niet be perking yan het aantal studeerenden tot de crisis komen. Er zal dan n.l. het voorstel worden behandeld, het aantal studeerendo meisjes voor Lady Margaret PIall en St. Hugh's te beperken tot hoogstens .160, te Somerville en St. Hilda's Col liege tot 150 en in nieuw ,op te richten colleges tot 160. Dit komt hierop neer, dat het ver boden wordt een nieuwe universiteirg vereeniging op te richten, tenzij bir* nen dne jaar het gemiddeld aantaL studeerende meisjes minder is'dan een vierde van het totaal aantal minne lijke studenten, waardoor het totaak aantal vrouwelijke studenten beperkt zou worden tot 840. De voorstellers verlangen, dat Ox ford in hoofdzaak een universiteit voor mannen zal zijn. Te Oxford hebben de vrouwelijke studenten de volle rechten diede mannelijke er hebben, in tegenstelling) piet Cambridge, Harvard of Yale. Leiden, 11 Juni 1927. De Belgische koning zal salarisver- hooging krijgen. De regeering heeft bij het parlement een wetsvoorstel inge diend om de begrooting van den ko ning, die thans nog 3 Yz milloen be draagt ,te verhoogen tot 9 millioeu. Nu zou men verwachten dat de so cialisten kullen weigeren aan een der gelijk voorstel bun steun te geven. Een koning is immers een nietsdoener, die parasiteert op het uitgebuite proleta riaat. Althans in de Nederlandsche S.D.A.P. zou een dergelijk voorstel geen goed onthaal vinden, men denke aan hetgeen voor enkele jaren ge schied is. In eén land waar de socialisten aan de regeering deelnemen is evenwel al les anders. De Belgische socialistische ministers hebben dit wetsontwerp ver dedigt en verklaarden, dat de verhoo ging ge enandere beteekenis Leeft dan devergoeding van het hoofd van den staat in evenredigheid te brengen met de waardevermindering van den frank, precies zooals dat is gebeurd met de salarissen der ambtenaren en de loo- nen der arbeiders. Een zeer verstandige redeneering, maar in den mond van een volbloed- republikein wel wat vreemd. Het blijkt wel duidelijk, dat er tweeërlei socialisten zijn, n.l. die wèl en die geen verantwoordelijkheid dragen. En zoo lang de Hollandsche socialisten tot de laatste groep behooren, kunnen ze zich nog heel wat luxe permitteeren, wat in het buitenland niet meer mogelijk is. OBSERVATOR. Voorts is te Oxford het aantal vtou) wen een vijfde deel van het totaal adn .tal' studenten, terwijl de verhouding! te Cambridge als 1 tot 8 is. De vrouwelijke studenten antwoon den, dat haar aantèl te Oxford niet toeneemt en ook niet zal toenemen, er ziin te Oxford 20 colleges voor man nen en 4 voor vrouwen. HET VROUWENKIESRECHT. In de voortgezette c^assis-vergade- ring van de Geref. Kerken van Rotter dam, speciaal belegd ter behandeling van bovenstaande aangelegenheid, is na ampele bespreking het volgende voorstel aangenomen: „De classis Rot terdam oordeelt, dat met. de zaak van het Vrouwen-kiesrecht nog andere or.ncipieele vraagstukken zijn ge moeid, die noch in het rapport der commissie, noch in de memorie van Ds. Lindeboom behandeld zijn, stelt nu de Particuliere Synode van Zuid-Hol- land-Zuid voor ter doorzending aan de Generale Synode, dat deze aan de rap porteerende commissie inzakq het Vrouwenkiesrecht alsnog opnieuw mandaat verleene, zoodat deze ook over meerdei'e principieele en kerk rechtelijke vraagstukken, die'er bij be trokken zijn, van rapport kan dienen, b.v.: over de vraag, of het uibrengen van een voorkeurstem door gemeente leden bij verkiezingen een -zaak is van regeermacht, zij het in beperkten zin, alsook, of er sprake kan zijn van een onderscheiden karakter in het ambt der geloovigen bij den man en de vrouw". GEREF. ZIEKENVERZORGING IN NEDERLAND. De jaarvergadering der Geref. Zie kenverzorging in Nederland zal Woens dag 7 September a.s. te Hoogeveen ge houden worden. In het najaar van 1926 heeft het ziekenhuis „Bethesda", een der stichtingen van de Vereen., 12K' jaar bestaan. Dit feit is toen in al le stilte herdacht, maar het is de be doeling om op de a.s. jaarvergadering dit 12 Yi-jarig bestaan alsnog feestelijk te herdenken. De navolgende personen zijn aange zocht omi in de regelingscommissie zitting te nemen: mevr. A. van der MeulenKuneé, directrice „Bethesda" Hoogeveen, Dr. J. W. Oosterhuis, ge neesheer-directeur „BetheSda", Hoo geveen; de heer J. Knoppers, Burge meester van Meppel; de heer J. van den Bosch, Wethouder van Meppel; de heer G. F. Hunumelen, uitgever te As sen; de heer H. A. Robaard, Wethou der van Hoogeveen; en de heer J. Mul der, notaris te Hoogeveen. FEUILLETON. DORPSTOONEELEN. 57) o- XXXIV. Izaak Löb wreef zich glimlachend de handen. „Sara-lief, is me wat gebeurd, wat me geeft groote vreugde. Heeft me la ten zeggen George Esser, de nieuwe burgemeester van Hartehause, dat ik hem moest bezorgen twee goede koeien, die goed gaan onder bet juk en goede melkkoeien zijn." „Dat is nog eens goed, Izaak, dat ge kunt maken masematten." „Maar Sara, jij praat zooals jé ver stand hebt; zal ik maken kleine mase matten, zal ik maken in 't geheel geen masematten. Weet je niet, dat Esser nog nooit met mij heeft gehandeld? Heeft hij zelf zijn vee aangefokt of het gekocht op de markten. „Blijf mij van mijn gerechtigheid," heeft hij altijd tot mij gezegd." „Nah. Izaak, dan zou ik hem nu eens flink onder handen nemen." „Sara-lief, wat verstaat gij weinig van den handel," antwoordde Löb me delijdend. „Als ons jongetje Maurits u navolgde, dat zou een ongeluk zijn. Zal ik mij de beenen onder het lijf uit loopen en zoeken twee Vogelsberger kpeien, zooals er geen vier in geheel Hessen te vinden zijn, zal ik ze koopen billijk en zal ik *ze verkoopen billijk. Moet de burgemeester later zeggen: Izaak heeft mij geleverd twee koeien, zoo goed en koopkoop, als ik ze zelf niet koopen kon. Zal Izaak van nu af voortaan zijn de handelaar van mijn hofstède." „Izaak. jij bent een genie," riep Sa ra in levendige bewondering. „Nah, zie je, maak ik nu geen mase matten, maak ik later groote mase matten, maak ik nu groote masemat ten, maak ik later geen masematten. Is 't voor mij van groot gewicht, dat ik krijg den burgemeester in mijn klandizie. Hij is een veel-vermogend man in Hartehause. waar de handel door de leenbank, de Raiffeisen-ver- eeniging eiken dag wordt flauwer." Enkele dagen later meldde zich Izaak aan de hofstede van George Es ser met 2 prachtige koeien aan. „Wat wil,t ge voor die twee dieren hebben, Löb?" vroeg Esser. Löb prees eerst in de tonen der hoogste begeestering de voortreffelijk heid der koeien, liet ze terstond in den wagen spannen, om te toonen, hoe ze trokken en daarna noemde hij den prijs. Den burgemeester bevielen de beide koeien uitstekend. Ook vond hij den gevraagden koopprijs zeer laag. Noch tans liet hij daarvan niets merken, maar begon met taaie langzaamheid een lageren prijs aan te bieden. Löb danste op en neer over de hof stede als een beer. die op heete oven platen het dansen lee^en moet. Eindelijk, nadat hij nog tien daalder had laten vallen, werd men het eens. „Zoo vast als ik hier voor je sta, ik verlies er bij, ik verlies er bij. Alleen, omdat gij 't zijt, omdat gij 't zijt, bur gemeester," schreeuwde Löb op den hoogsten toon en ditmaal was het hem bij wijze van uitzondering ernst met deze verzekering. Esser riep zijn knecht bij de dieren en zeide tot Löb: „Kom binnen, en neem je geld mee." „Heeft volstrekt geen haast. Zullen wij nog meermalen samen handelen. Den volgenden keer koop ik wat bij u, dan zullen wij zijn kiet." „Niets daarvan, Löb, jij neemt je geld mee. Ik borg niet." Löb moest toegeven. Toen hij het huis binnen ging, lachte de knecht luid op. „Wat heeft die domme goyim te la chen," dacht Izaak. Bij het uitbetalen der koopsom, deed hij nog een vergeefsche poging, er een •„drinkgeld" uit te slaan. Innerlijk zuchtend streek hij het geld op. Toen hij met Esser wederom buiten kwam, waren de koeien niet meer daar. „Nah," zeide Löb, „mag ik eens zien hoe de twee prachtkoeien zich schik ken in uw stal?" „De koeien staan niet in mijn stal," antwoordde Esser droogjes. Met verbaasde oogen en open mond staarde de handelaar den boer aan, die kalm hervatte: „Heb ik je dan ge zegd, dat ik de koeien voor mij kocht? Ik heb ze gekocht voor Herman van de noteboomhofstede. Gij kunt er wel eens heengaan en zien, hoe de prach tige koeien zich schikken in den nieu wen stal van Herman." Geheel vah zijn stuk, als verstijfd, zag Izaak Löb den boer aan. Dan keer de hij zich zonder een woord te spre ken om en liep ijlings alsof hem een vijand op de hielen zat, weg naar Gla- denberg. „Ik ben een gesjochte man. Ik ben een gesjochte man," bromde hij, on derweg. Bijna liep hij denonderwijzer, die langs de straat kwam, onderstboven. Eerst toen hij vlak voor hem stond, bemerkte hij hem en sprong op zijde, als iemand, die bij ongeluk bijna op een giftige slang was getreden. Volker ging zijns weegs, zonder op den handelaar acht te slaan. Izaak Löb echter hief achter den onderwijzer in machtelooze woede dreigend de vuist op. Volker keerde zich onwillekeurig om, waarop Izaak zich ijlings uit de voeten maakte, zonder nog een enke len keer om te zien. „Izaak, wat is je overkomen, Izaak, wat heb je, wat is er gebeurd?" zoo vroeg in grooten angst vrouw Sara. „Sara, kook me rooden wijn met ka neel, mijn maag is heelemaal niet in orde. Ze hebben me belogen en bedro gen. De boer wordt slim. wordt slim mer dan wij menschen. De een koopt voor den ander het vee, de een helpt den ander. Daar valt voor ons niets meer te handelen." In enkele woorden vertelde hij zijn vrouw de gebeurtenissen van den dag. „Ik ben geblameerd, ik ben een spot voor de kinderen. Sar&, wij blijven niet langer in Gladenberg. Er valt niets meer te verdienen aan die boeren. Zullen we gaan naar Frank fort, hebben we daartoe masematten genoeg. Zal ik handelen op de beurs. Heeft die Selig'man reeds lang de vin gers gelikt naar een huis, kan hij het nu hebben. Zal ik hem ook verkoopen de luie-klanten. Maar de vette ossen slacht ik nog zelf. Haal mij het boek." En Izaak Löb zette er zich bij neder en schreef schuldverordeningen. Onder de eersten, die van den han delaar een maanbrief ontvingen met de dreiging eener gerechtelijke vervol ging, behoorden de waard FYits Hodel en Adam Thomhof. Hodel geloofde zijn oogen niet. Ter stond liet hij inspannen en reed naar Gladenberg. Izaak Löb liet hem eerst behoorlek' wachten, dan ontving hij hem in de mooie kamer, waar de rood-peluchen sofa stond, evenals de sultan een in ongenade gevallen paleisdienaar ont vangt. De paleis-dienaar echter, in dit geval Frits Hodel, voer geducht uit. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5