NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 7 JUNI 1927
me plaats zal worden gegeven aan zijn
werk. Van Heutsz is een van de groote
figuren, die geschiedenis gemaakt
hebben.
Hoe zal men hem beoordeelen?
Verschillend. Dat spreekt vanzelf.
Daaraan ontkomt niemand, die man-
van-de-daad is geweest. Evenwel zal
dat oordeel in de toekomst minder uit
eenloopend zijn dan het tot r.og toe ge
weest is. Voor een juiste beoordeeling
ligt het tijdperk-Van-Heutsz voor ve
len nog te dichtbij. Groote dingen en
ook groote mannen moet men zien op
een afstand. Ongetwijfeld is Van
Heutsz een der groote mannen van den
laatsten tijd geweest Hij staat in de
voorste rij op militair en politiek ter
rein.
Ook op politiek terrein.
Als de geschiedenis van Indië zich
op normale wijze mag ontwikkelen,
zal de tijd van Van Heutsz blijken te
zijn geweest het eerste deel van het
tijdvak, waarin Indië gegroeid is tot
een staatkundig geheel. Daarvoor heeft
hij de grondslagen gelegd. Soliede fun
damenten, waarop thans iets grootsch
bezig is te verrijzen.
Te betreuren dwaasheid zou het zijn
als communistische woelingen den bo-
benbouw verwoesten gingen. Te betreu
ren kortzichtigheid ook zou het zijn,
wanneer de verantwoordelijke man
nen in Nederland en Indië zich verge
noegden met, naar den geest des tijds,
een revolutiebouw te zetten op zulk
een stevigen grondslag.
Hoe lang de bouw van den Indischen
Staat zal duren, valt vooruit niet te
zeggen. Het betreft hier geen steenen,
die in een bepaald tempo op elkaar ge
stapeld worden, maar menschen en
toestanden, wier ontwikkeling snel of
langzaam kan gaan. Soims geschiedt
er in langen tijd niet veel bijzonders,
soms ook verandert het aspect van een
volk en land verwonderlijk vlug. Denk
bijv. aan de Bataklanden.
Gedurende de 17de en 18de eeuw is
Indië gebleven wat het was, niettegen
staande de voortdurende aanraking
met de Hollanders. De Oost-Indische
Compagnie had alleen handeldrijven
op het oog, niet de verheffing van de
volksstammen, waarmede ze in con
nectie kwam, niet de stichting van een
zelfstandigen Indisch en Staat: Als han
delslichaam was ze tevreden met een
goed dividend, en ging ze te gronde,
toen er geregeld met verlies werd ge
werkt.
In de 19de eeuw stond Indië onder
de Nederlandsche Regeering. Dit was
oen groote stap vooruit. Maar toch bleef
«le geest van de V.O.C. (Vereenigde
Oost Indische Compagnie) nog lang
heerschen, zooals het Cultuurstelsel en
de conservatieve batige-sloten-politiek
kunnen bewijzen. Eerst na drie kwart
eeuw kwam er beter inzicht in de taak
eener koloniale mogendheid. Mannen
als Keuchenius en Fransen van de
Putte wezen den weg. Het bewustzijn,
kwam op. dat de taak van Nederland
tegenover Indië die was van een voogd
tegenover zijn pupil, en dit die taak
afgeloopen zou zijn, als het kind meer
derjarig was geworden en op eigen
bëenen zou kunnen en ook willen loo-
pen.
De oude conservatieve koloniale po
litiek moest het afleggen tegen huma
ner opvattingen, en mén begon te re
deneeren over „eereschuld" en over
„ethische politiek", termen, die wel
van de veranderde inzichten blijk ga
ven, maar geen oplossing brachten van
de groote vraag: Hoe wordt Indië zelf
standig? Het bleef zoeken naar den
weg.
Groote woorden als „Autpnomie" en
„Indonesië" en „Indonesiërs" kwamen
in gebruik. Maar wat hebben we aan
die groote woorden? De naam Indone
sië kan er nog bij door, omdat er een
aardrijkskundig begrip door wordt
aangeduid. Maar ..Indonesiërs" bestaan
er niet. Wel Javanen en Atjehers en
Alfoeren, en hoe die tientallen volks
stammen verder mogen heeten. die
zich onderling even weinig aan elkaar
verwant gevoelen als Noren en Italia
nen. Geef hun „autonomie", en de
chaos ontstaat, tot groote ontgooche
ling van hen, die er te goeder trouw
voor ijverden.
Geen eenheid op papier, geen papie
ren autonomie kan helpen. Daar kan
geen Staat op rusten. En nu is dit de
groote verdienste van Van Heutsz, dat
hij en zijn mannen (en daarbij mogen
we in de eerste plaats denken aan zijn
rechterhand Colijn) een vasten grond
slag gelegd hebben, waarop een ge-
houw van blijvende beteekenis zal kun
nen verrijzen.
Eerst met betrekking tot Atjeh, later
voor geheel Inuië stelde Van Heusz
den eisch: Onvoorwaardelijke erken
ning van het Nederlandsch gezag in
het belang van Nederland en Indië
beide.
Van Nederland; dat stemt ieder ge
makkelijk toe.
Van Indië ook? Zeker, van Indië
even zeer.
Dat heeft Van Heutsz begrepen, en
dat zag zijn 2'echterhand in politieke
zaken, Colijn, als den rechten weg om
te komen tot een goed resultaat. Het
was hun overtuiging, dat Indië alleen
zal kunnen uitgroeien tot een Staat
kundige eenheid onder de inwerking
van een krachtig gezag van buiten
dus van hét Nederlandsche gezag.
Immers, een volkseenheid bestaat in
Indië niet. Het is een eindelooze ver
scheidenheid van volken en volksstam
men, van talen, van gewoonten, met
eigen inrichting van bestuur en eigen
maatschappelijke verhoudingen.
Eenheid moet hun van buiten aange
bracht worden.
Wat zij gemeen hebben, dat is, dat
zij thans, als gevolg van de politiek
van Van Heutsz, de uitoefening van
het Nederlandscli gezag ondergaan.
Met voldoende eerbiediging van elks
adat, komen thans alle deelen van den
Archipel in aanraking met dezelfde
rechtspraak, dezelfde bestuursinrich
ting, hetzelfde belastingstelsel, dezelf
de verzorging van wegen, post en tele
graaf en telefoon, dezelfde voorschrif
ten op geneeskundig gebied, dezelfde
voorziening in de onderwijsbehoeften,
enz.
Al die regelingen op maatschappe
lijk- en bestuursgebied werken krach
tig de eenheid in de hand. De gelijk
heid van allen in zoovelerlei opzicht
tegenover een Regeering, die zich haar
taak bewust is, zal brengen tot een ge
voel van saamhoorighid. In plaats van
steeds verder van elkaar te groeien en
steeds scherper tegenover elkaar te ko
men staan, zullen de /olkeren in Indië
zich op vreedzame wijze naar elkaar
toe bewegen en het besef krijgen van
bijeen te behooren.
Zoo kan ontstaan eene eenheid, niet
van boven opgelegd, maar gegroeid, en
die alleen kan stand houden. Zoo is
ook een blijvende vriendschappelijke
verhouding denkbaar tusschen den
voogd en den voormaligen pupil, tus
schen Nederland en het zelfstandig ge
worden Indië. Een band van Indië aan
het moederland, zoo gewenscht en van
zoo veel belang voor beiden wegens
de onderlinge betrekkingen, die nog
lang, ook na scheiding, stand zullen
houden op het gebied van familieleven,
taal en handelsbetrekkingen.
Het is alles nog al eenvoudig. Klaar
als de dag. Het is er mee als met het
ei van Columbus. Allen, men moet er
een groot man voor zijn om zoo een
eenvoudige zaak het eerst te zien.
VOOR-ONTWERP VAN EEN
VLRPLEGINGSEESLUiT.
De Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid heeft het advies van den
Roogen Raad van Arbeid gevraagd om
trent een voorontwerp van een verple-
gingsbesluit.
Omtrent dit voorontwerp zal Com
missie Vil uit den Raad prae-advies
uitbrengen.
BE OVEREENKOMST MET
„BE SCHELDE".
Een wetsontwerp is ingediend tot
goedkeuring van de bekende overeen
kom9t met de N.V. Koninklijke Maat
schappij „De Schelde" te Vlissingen be
treffende net verschaffen aan de werf
dier maatschappij van een ruimen uit
gang naar de zee en de ontbinding van
de overeenkomst van April 1913, goed
gekeurd bij de wet van 1 December 13.
ACTIE VAN FORENSEN.
Het hoofdbestuur van den Algemee-
nen Bond van Forensen roept alle fo
rensen op zich bij dezen bond aan te
sluiten. Overal waar een voldoende
aantal forensen gevestigd is, zal wor
den overgegaan tot oprichting van
plaatselijke afdeelingen met besturen,
waardoor gemakkelijk voeling verkre
gen wordt met het hoofdbestuur. De be
TWEEDE BLAD.
WIT PE BLBOEH ZEGGEN.
Is ons land nog een „Christe
lijke natie"?
Onze A.R. „Rijnlandsche Courant'
driestart:
Dezer dagen lazen we in de pers
een zeer eigenaardig bericht, waar
over in onze bladen tot op heden nog
weinig is gezegd.
De Ned. Christelijke Radio Vereeni
ging had in overleg met Deputaten
van de Zending der Gereformeerde
Kerken in Nederland aan Zijne Excel
lentie oud-minister Idenburg verzocht,
door middel van den zender der Phi-
lipsfabrieken, een woord te spreken
tot allen, die in den dienst der Zen
ding arbeiden.
De heer Idenburg verklaarde zich
bereid in 15 a 20 minuten uiteen te zet.
ten, dat het Christendom voor de ont
wikkeling van den Inlander niet kan
worden gemist en tot welke schade
lijke gevolgen het kan leiden, indien
de Westersche cultuur zonder het
Christendom wordt gebracht.
En wat is nu geschied?
De Minister van Waterstaat heeft
bericht gezonden, dat de gevraagde
toestemming voor deze uitzending niet
kan worden verleend.
'Hij voegde er aan toe, dat hij zich in
dezen voegde naar de inzichten van
den Minister van Koloniën.
Laatstgenoemde Minister is liberaal,
en misschien in eigen oog erg „neu
traal".
't Is niet onmogelijk, dat hij gewei
gerd heeft, om vast te staan, wanneer
ook anderen (bijv. socialisten en com
munisten) op dezelfde wijze zich tot
de bewoners der vergelegen landen
zouden willen wenden.
Maar dan vragen we: Wordt nu de
prediking van liet Christendom op één
iijn gesteld met de propaganda der re
volutionaire theorieën?
Moet nu een Idenburg zwijgen, om
te maken dat Loutje de Visser straks
ook niet spreken mag?
Zijn we een „neutrale" natie gewor
den en zijn we geen Christelijke natie
meer?
Hadt ge ooit kunnen vermoeden, Ds.
Kersten, dat ge onder het voorwend
sel van strijd te voenen voor Artikel
3fi der Geloofsbelijdenis als resultaat
zoüdt kunnen boeken, dat aan den
heer Idenburg geweigerd wordt tot In
dië te spreken over de zending?
Werkelijk 't wordt er in ons land
niet beter op.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Acquoy (Geld.) J.
R. B. Feykes, te Sleeuwijk. Te El-
burg', Ds. Leenmaiis te Delft. Te
Gouderak, Ds. Goverts, te Oldebroek.
Te Hindeloopen, de heer A. Hoe-
kert, candidaat de Elburg,
Bedankt: Voor Sommelsdijk, F.
van Ascli, te Den Hum. Voor Frie;
zenveen, H. W. J. C. Hanselaar te Ze
venbergen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Arum, K. M. Ploe
ger, te Appelscha.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Noordeloos, J. Jon-
geleen te Hilversum.
BEVESTIGING. INTREDE EN
AFSCHEID.
De beroepen predikant, candidaat
Steenblok, in de classicale vergadering
van 1 Juni toegelaten tot den dienst
des Woords en' der Sacramenten,
hoopt Zondag 31 Juli e.k. zijn intrede
te doen in de Geref. Kerk te Lopik,
na bevestigd te zijn door den consu
lent Ds. P. Ch. v. d. Vliet, van Utrecht.
PREBIKANTSPLAATSEN.
Te Rotterdam heeft de Alg. Kerke-
raad der Ned. Herv. Gemeentie een
voorstel van Ds. G. H. Wagenaar aan
genomen om reeds nu over te gaan tot
de voorbereidende maatregelen die
FEUILLETON.
DORPSTOONEELEN.
E3) -o-
Volker hield zich verre van geheel
de verkiezingsdrukte, hoe groot de
verleiding ook vuor hem was en hoe
talrijke uitnood5gingen hem ook be
reikten.
„Neen," antwoordde hij, „de onder
wijzer moet in zulke zaken onpartijdig
zijn."
De dag der verkiezing brak aan. De
gemeenteraad was in de schoolzaal
vergaderd en wachtte op het verschij
nen van den landraad, die de verkie
zing persoonlijk leiden wilde. Slechts
Mowel was afwezig. Hij had order ont
vangen, den landraad een half uur
voor h/at begin der stemming op den
weg tViSschen Hartenhausen en Schlar-
baeh op te wachten.
Knorrig en met tegenzin wandelde
Mowel den weg op en neer. Wat zou
de 'landraad in het schild voeren?
Eindelijk kwam uit de richting van
Schlarbach een sjees in zicht. De land
raad, een nog jonge man, stapte uit en
begroette Mowel. Dan sprak hij: „ik
heb u hier ontboden, daar u mij eens
de ooftboom-plantage van de hier be
staande boerenleenbank aanwijzen
moest."
De burgemeester trok een gezicht
ais een boer die kiespijn heeft, en ant-
zullen leiden tot de stichting van de
18de predikantsplaats.
De Commissie voor deze stichting
zal nog eens pogingen aanwenden tot
het verkrijgen van de nog ontbrekende
gelden.
GIFTEN EN LEGATEN.
Blijkens een mededeeling in het Utr.
Predikbeurtenblad, ontvingen Diake
nen der Ned. Herv. Gemeente j.l. Zon
dag' in de Nicolai-kerk een gift van
f 3000, te verdeelen als volgt: f 100 voor
de Zending; f500 voor de Diaconie;
f700 te verdeelen over de 14 Predi-
kantswijken; f 100 voor de Zending
onder Israël, genaamd „Elim"; f 100
voor de Stads-zending; f 100 voor het
Invaliden-wagentje in de wijk van Ds.
Marang; f 100 voor de Weezen als Pink
stertractatie; f 100 voor 't huis Oudaen
als voren; f 100 voor „Kinderzorg" te
Amersfoort! f 100 voor extra-uitdeeling
aan de Blinden; f 100 voor de Wilhel-
minakerk.
ZENBINGSDAGEN.
Vanwege de classis Harderwijk der
Geref. Kerken zullen D.V. in 1927 tweq
Zehdingsdagen worden georganiseerd,
waarvan een te iHattem in de maand
Juni en een te Ermelp op Woensdag 6
Juli. Verschillende sprekers zullen
worden uitgenoodigd.
ZENBÏNGSFEEST OP RAAPHORST.
Gisteren heeft op het landgoed Raap
horst, het landgoed van de Koningin
onder Wassenaar, het zendingsfeest
plaats gehad, dat door ongeveer dui
zend personen is bezocht. Nadat Ds.
H. P. Fortgens, predikant te Voorscho
ten, het openingswoord had gesproken,
heeft Dr. J. J. Woldendorp, predikant
te 'Warmond, gesproken over: Onge
dachte zegen. Daarna sprak Ds. Joh.
Rauws, secretaris der zendingsschool,
over: De crisis der Christelijke Kerk
in China. De heer J. H. Neuman, zen
deling op Sumatra's Oostkust, sprak
over moeilijkheden voor Christenen
uit de heidenen. Dr. J. C. Callenbach,
predikant te Rotterdam, voorzitter van
het Talaud-comité, spak een slotwoord
LANDDAG LEGER BES KEILS.
Op het landgoed Velserduin te IJ-
muiden is gisteren een landdag gehou
den van het Leger des Heils, waaraan
verscheidene korpsen deelnamen, on
der leiding van commandant en me
vrouw Howard, de leiders van het Le
ger des Heils in Nederland, bijgestaan
door kolonel Brouwer en stafkapitein
Buitermans. Verscheidene muziekkorp
sen en zangbrigades verleenden hun
medewerking.
ZENDINGSFEEST TE
BLOEMENDAAL.
Het buiten „Wildhoef" te Bloemen-
daal lieeft gisteren weer opengestaan
voor de deelnemers aan het zendings
feest van het Centraal Zendingscomité
voor Haarlem en Omstreken.
Er waren veel bezoekers, die in den
aanvang door den voorzitter van het
comité, ds. M. G. Blauw uit Schoten,
werden toegesproken. Ds. L. D. Pooi,
uit Haarlem hield hierna de openings
rede. Nadat verschillende andere spre
kers het woord hadden gevoerd, sprak
Ds. A. K. Straatsma uit Zandvoort de
slotrede uit.
Tijdens de pauze lieeft men zich in
een gedeelte van het mooie landgoed
kunnen vermeiden.
VARIA.
Het R.K. Ziekenhuis aan de Groote
straat te Almelo, is onderhands ver
kocht aan de firma Dekker, Woning
bureau te Hengelo.
In dit gebouw zal nu een Diacones-
senhuis gevestigd worden.
BINNENLAND.
J. B. VAN HEUTSZ.
In verband met de bijzetting van het
stoffelijk overschot van den heer Van
Heutsz biedt een vriendenhand ons het
volgende ter plaatsing aan:
Zelf heeft Van Heutsz weinig ge
schreven. Over hem is veel geschreven
en zal in deze dagen veel geschreven
worden. Ook in de toekomst. Want
geen geschiedenis van Indië zal er kun
nen verschijnen, waarin niet een rui-
woordde: „er is nog niets te zien, mijn
heer de landraad; er zijn hier en daar
nog slechts een paar gaten gemaakt."
„Dat is mij hetzelfde, maar ik zou
mij graag vóór alles op de hoogte stel
len van ligging en grootte van het stuk
grond."
Zoo moest Mowel den landraad daar
heen geleiden en' innerlijk woedend
den jof aanhooren, dien deze de on
derneming toezwaaide.
„Hoeveel morgen zijn het wel, mijn
heer de burgemeester?"
„Vijf, mijnheer de landraad."
„Wat heeft de morgen ook weer ge
kost? Ik ben den prijs vergeten."
„Tweehonderd Mark. Veel te goed
koop. Maar de Raiffeisen-mannen in
den Raad hebben in hun eigenbelang
dien prijs betaald.
De landraad trok de schouders op.
Hij kende zijn pappenheimers.
De gemeenteraadsverkiezing had
plaai9 onder een ongehoorden toeloop
van kiezers en eindigde met een
volkomen zegepraal der „Raiffeisen-
partij". Esser werd herkozen, in Mo
wel's plaats Koenraad Soldan en in
plaats van Thomhof Lodewijk Timmer
man.
De landraad deelde persoonlijk aan
den in spanning wachtenden onderwij
zer den blijden uitslag mede.
„Ik moet u toch eindelijk mijn ver
schuldigd tegenbezoek brengen, mijn
heer de onderwijzer."
In den doop van het gesprek zelde
hij tot Volker: „ik moet in de plaats
van dien ouden grommel* Mowel nu
een nieuwen burgemeester benoemen
en zou u dankbaar zijn, als u mij zeg
gen wilde, wien u van de huidige ge
meenteraadsleden voor den geschikste
houdt".
Volker noemde zonder nadenken Ge
orge Esser. „Hij is kloek en bezonnen,
energiek en rechtvaardig en daarbij
bedacht op het algemeen welzijn. Zon
der hem ware d.e ooftboom-plantage
van onze vereeniging nooit tot stand
gekomen. Hij sprong er alleen voor in
de bres en trok de anderen mee."
De landraad knikte: „die man is mij
vroeger reeds bevallen. Overigens,
mijnheer de onderwijzer, ik heb het
stuk grond eens in oogenschouw ge
nomen. De onderneming bevalt mij. Ik
hoop te kunnen bewerken, dat u een
subsidie toegestaan wordt tot aankoop
van boompjes. Zooals ik hoor, hebt gij
wildelingen geplant, welke de leeiu
bank veredelen wil. Dat is de beste
weg. Alleen meen ik, dat, wanneer gij
in het voorjaar een 150 tot 200 boomen
planten kunt, dit de zaak een ander
aanzien en aan de menschen moed en
lust zou geven."
Volker dankte uiterst jrerheugd. Dan
vroeg de landraad of ae vereeniging
nog zooveel vyanden had.
Volker antwoordde, dat in alle drie
de dorpen meer dan de helft der huis
vaders lid waren, doch dat het toch
nog lang zou duren eer de vereeniging
in hoofd en hart was vastgeworteld.
„Mijn meening is," antwoordde de
landraad, „dat eerst dan het landelijke
vereenigingswezen zich in zijn gan-
sche kracht en in geheel zijn zegen ont
plooien zal, als de boerenstand zelf de
zaak ter hand neemt. Het is toch eigen
lijk geen natuurlijke toestand, dat de
vertegenwoordigers van andere stan
den, op de eerste plaats de heeren on
derwijzers, than9 het werk doen, dat
de boerenstand zelf doen moest. En 't
is werkelijk jammer, dat zooveel land
lieden zooals hier deze vereeniging te
genwerken en zoo bij zichzelf de rui
ten ingooien."
„Ik geloof, mijnheer de landraad,
dat het nog lang zal duren eer de ver-
eenigingsgeest de Duitsche dorpen be
zielt en elke boer de overtuiging heeft,
dat hij op de beste manier voor zich
zelf zorgt, als hij voor de anderen me-
dezorgt. Tot dien tijd willen wij als
pionniers trouw ons werk doen."
Met een warmen handdruk scheid
den de landraad en onderwijzer van
elkaar.
Met nieuwjaar kreeg Hartenhausen
een nieuw gemeente-hoofd; George Es
ser werd in de plaats van Mowel bur
gemeester.
XXXII.
De eerste die den nieuwen koers in
Hartenhausen bemerkte, wa9 de waard
Hodel. Vroeger had hij nooit een be
grip gehad van het woord politie-uur.
Zoolang er flink gedronken werd, bleef
RECLAME.
Doorzitten DIIDOI
Stukloopen "iwwL»
doeling hiervan is op d© hier voorge
stelde wijze gezamenlijk actie te voe
ren tegen de binnenkort door de regee
ring voor te stellen maatregelen in za
ke d© forensenbelasting.
Het secretariaat van het hoofdbe
stuur is gevestigd Kloveniersburgwal
70, Amsterdam.
LUIT.-GEN. MULLER MASSIS.
Naar de „Avondpost" meldt is bij
den commandant van het veldleger,
luitenant-generaal Muller Massis, het
voornemen gerezen, om binnenkort het
leger te verlaten.
Als zijn opvolger komt, naar het
blad uit zeer goede bron verneemt, era
stig in aanmerking de generaal-majoor
F. F. Insinger, inspecteur der Artillerie
NEDERLAND'S VERTEGENWOOR
DIGER TER A.S. RAADSZITTING.
Naar wij vernemen, zal Nederland
in de zitting van den Raad van den
Volkenbond, welk© 13 Juni a.s. aan
vangt, worden vertegenwoordigd door
den Minister van Buitenlandsche Za
ken, Jhr. mr. Beelaerts van Blokland.
INSTITUUT VOOR CHRISTELIJK
SOCIALEN ARBEID.
Het vorige jaar werd te Amsterdam
door de opleidingsschool voor Christe
lijk Maatschappelijüen Arbeid (O.
M. A.j, geopend een instituut voor
Christelijk Socialen Arbeid. Dit insti
tuut stichtte een school voor jonge
vrouwen welke met ongeveer 25 leerlin
gen tijdelijk gehuisvest werd de Lai-
ressestraat llü. Het aan deze schooi
verbonden internaat is gevestigd Hon-
uecoeierstraat 48. De omstandighe
den hebben er toe geleid, dat dit insti
tuut zich onder een eigen Bestuur zelf
standig heeft ontwikkeld. Het Be
stuur van het Instituut bestaat thans
uit een drietal dames en een vijftal hee
ren alle vooraanstaande figuren.
.vir. or. A. van Khijn werd be
noemd tot gedelegeerd bestuurslid. De
ze heeft zich bereid verklaard, om zoo
lang nog niet defiinitief in de leiding
van de school is voozien geregeld toe
zicht te houden op den gang van za
ken.
Er bestaan bij het bestuur plannen
om d© school uit te breiden, zoodat zij
een centrum van opleiding zal kunnen
worden voor maatschappelijken en phi
lantropischen arbeid op christelijk ter
rein in Nederland.
Aanvragen om inlictingen en aan
meldingen kunnen worden gericht tot
Mr. Dr. A. A. van Rhijn, Hoofdweg 50,
Amsterdam en Mej. W. Druyvesteyn,
Hondecoeterstraat 8, Amsterdam
HET VERLAAGDE PASPOORT.
Behoudens goedkeuring door de Eer
ste Kamer, waaraan echter niet getwij
feid behoeft te worden, ligt het in de
bedoeling om het door de Tweede Ka
mer aangenomen wetsontwerp in za
ke de verlenging van den geldigheids
duur tot twee jaar, zoo mogelijk op 1
Juli in werking te doen treden. In het
wetsontwerp zelf is geen datum van
inwerkingtreding bepaald. Wanneer
de Eerste Kamer bedoeld wetsontwerp
zal behandelen, kan nog niet gezegd
worden.
HERCLASSIFICATIE VAN
GEMEENTEN.
Naar het Ccrr. Bur. van bevoegde
zijde verneemt, heeft de regeering de
zer dagen, na het rapport van de des
betreffende sub-commissie uit de Cen
trale Commissie voor Georganiseerd
Overleg te hebben ontvangen, oesioten,
bij de aanstaande herclassificatie geen
gemeente t© verlagen van de tweede
naar de derde klasse, één gemeente
van de eerste naar de tweed© klasse en
voorts ettelijke gemeenten te verhoo-
gen resp. van de tweede tot de eerste
en van de derde tot de tweede klasse.
WIJNVERKOOP ïjü rURMEREND
VERBODEN.
De gemeenteraad van Purmerend
heeft de politieverordening aldus ge
wijzigd, dat de verkoop van wijn in
winkels en op de markt is verboden.
Van dit verbod kunnen B. en W. ech
ter ontheffing verleenen.
de herberg open. Mowel had op goede
gronden hij leverde 't flesschenbier
daar niets tegen. Esser maakte ech
ter den in machtelooze woede brom-
menden waard op zeer kalmen toon
duidelijk, dat verdere overtredingen
van het politie-uur de intrekking der
vergunning na zich sleepen zou.
Ook de dikke Keizer en de lange Ko
ning hadden reden, met het nieuwe be
stuur ontevreden te zijn.
Keizer woonde, zooals wij weten, in
een huis, dat eigendom was van de ge
meente, en Koning eveneens in een
huisje, dat de gemeente van Hodel ge
kocht had. Deze had den laatsten be
woner, een arme daglooner, die bij
hem in het krijt stond, er uit gezet
en het toen aan een doortrekkende
zigeunerfamilie te koop aangeboden.
En om nu bij „Rusland" ook nog geen
zigeuners te krijgen, kocht de gemeen
te het huis.
In deze huizen van de gemeente had
den de beide monarchen tot nog toe
gewoond, zonder huur te betalen. En
nu was hun, ingevolge een besluit van
den gemeenteraad, de betaling van 'n
klein bedrag opgelegd.
De dikke Keizer legde er zich bij
neer, de lange Koning echter ver
scheen tierend en razend bij den bur
gemeester. „Dat wa9 zeker een nieuwe
mode, arme lieden uit te zuigen. Van
hem kreeg de gemeente geen rooden
duit. En om er beslag op te leggen
was .er bij hem gelukkig niets."