NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 7 JUNI 1927 me plaats zal worden gegeven aan zijn werk. Van Heutsz is een van de groote figuren, die geschiedenis gemaakt hebben. Hoe zal men hem beoordeelen? Verschillend. Dat spreekt vanzelf. Daaraan ontkomt niemand, die man- van-de-daad is geweest. Evenwel zal dat oordeel in de toekomst minder uit eenloopend zijn dan het tot r.og toe ge weest is. Voor een juiste beoordeeling ligt het tijdperk-Van-Heutsz voor ve len nog te dichtbij. Groote dingen en ook groote mannen moet men zien op een afstand. Ongetwijfeld is Van Heutsz een der groote mannen van den laatsten tijd geweest Hij staat in de voorste rij op militair en politiek ter rein. Ook op politiek terrein. Als de geschiedenis van Indië zich op normale wijze mag ontwikkelen, zal de tijd van Van Heutsz blijken te zijn geweest het eerste deel van het tijdvak, waarin Indië gegroeid is tot een staatkundig geheel. Daarvoor heeft hij de grondslagen gelegd. Soliede fun damenten, waarop thans iets grootsch bezig is te verrijzen. Te betreuren dwaasheid zou het zijn als communistische woelingen den bo- benbouw verwoesten gingen. Te betreu ren kortzichtigheid ook zou het zijn, wanneer de verantwoordelijke man nen in Nederland en Indië zich verge noegden met, naar den geest des tijds, een revolutiebouw te zetten op zulk een stevigen grondslag. Hoe lang de bouw van den Indischen Staat zal duren, valt vooruit niet te zeggen. Het betreft hier geen steenen, die in een bepaald tempo op elkaar ge stapeld worden, maar menschen en toestanden, wier ontwikkeling snel of langzaam kan gaan. Soims geschiedt er in langen tijd niet veel bijzonders, soms ook verandert het aspect van een volk en land verwonderlijk vlug. Denk bijv. aan de Bataklanden. Gedurende de 17de en 18de eeuw is Indië gebleven wat het was, niettegen staande de voortdurende aanraking met de Hollanders. De Oost-Indische Compagnie had alleen handeldrijven op het oog, niet de verheffing van de volksstammen, waarmede ze in con nectie kwam, niet de stichting van een zelfstandigen Indisch en Staat: Als han delslichaam was ze tevreden met een goed dividend, en ging ze te gronde, toen er geregeld met verlies werd ge werkt. In de 19de eeuw stond Indië onder de Nederlandsche Regeering. Dit was oen groote stap vooruit. Maar toch bleef «le geest van de V.O.C. (Vereenigde Oost Indische Compagnie) nog lang heerschen, zooals het Cultuurstelsel en de conservatieve batige-sloten-politiek kunnen bewijzen. Eerst na drie kwart eeuw kwam er beter inzicht in de taak eener koloniale mogendheid. Mannen als Keuchenius en Fransen van de Putte wezen den weg. Het bewustzijn, kwam op. dat de taak van Nederland tegenover Indië die was van een voogd tegenover zijn pupil, en dit die taak afgeloopen zou zijn, als het kind meer derjarig was geworden en op eigen bëenen zou kunnen en ook willen loo- pen. De oude conservatieve koloniale po litiek moest het afleggen tegen huma ner opvattingen, en mén begon te re deneeren over „eereschuld" en over „ethische politiek", termen, die wel van de veranderde inzichten blijk ga ven, maar geen oplossing brachten van de groote vraag: Hoe wordt Indië zelf standig? Het bleef zoeken naar den weg. Groote woorden als „Autpnomie" en „Indonesië" en „Indonesiërs" kwamen in gebruik. Maar wat hebben we aan die groote woorden? De naam Indone sië kan er nog bij door, omdat er een aardrijkskundig begrip door wordt aangeduid. Maar ..Indonesiërs" bestaan er niet. Wel Javanen en Atjehers en Alfoeren, en hoe die tientallen volks stammen verder mogen heeten. die zich onderling even weinig aan elkaar verwant gevoelen als Noren en Italia nen. Geef hun „autonomie", en de chaos ontstaat, tot groote ontgooche ling van hen, die er te goeder trouw voor ijverden. Geen eenheid op papier, geen papie ren autonomie kan helpen. Daar kan geen Staat op rusten. En nu is dit de groote verdienste van Van Heutsz, dat hij en zijn mannen (en daarbij mogen we in de eerste plaats denken aan zijn rechterhand Colijn) een vasten grond slag gelegd hebben, waarop een ge- houw van blijvende beteekenis zal kun nen verrijzen. Eerst met betrekking tot Atjeh, later voor geheel Inuië stelde Van Heusz den eisch: Onvoorwaardelijke erken ning van het Nederlandsch gezag in het belang van Nederland en Indië beide. Van Nederland; dat stemt ieder ge makkelijk toe. Van Indië ook? Zeker, van Indië even zeer. Dat heeft Van Heutsz begrepen, en dat zag zijn 2'echterhand in politieke zaken, Colijn, als den rechten weg om te komen tot een goed resultaat. Het was hun overtuiging, dat Indië alleen zal kunnen uitgroeien tot een Staat kundige eenheid onder de inwerking van een krachtig gezag van buiten dus van hét Nederlandsche gezag. Immers, een volkseenheid bestaat in Indië niet. Het is een eindelooze ver scheidenheid van volken en volksstam men, van talen, van gewoonten, met eigen inrichting van bestuur en eigen maatschappelijke verhoudingen. Eenheid moet hun van buiten aange bracht worden. Wat zij gemeen hebben, dat is, dat zij thans, als gevolg van de politiek van Van Heutsz, de uitoefening van het Nederlandscli gezag ondergaan. Met voldoende eerbiediging van elks adat, komen thans alle deelen van den Archipel in aanraking met dezelfde rechtspraak, dezelfde bestuursinrich ting, hetzelfde belastingstelsel, dezelf de verzorging van wegen, post en tele graaf en telefoon, dezelfde voorschrif ten op geneeskundig gebied, dezelfde voorziening in de onderwijsbehoeften, enz. Al die regelingen op maatschappe lijk- en bestuursgebied werken krach tig de eenheid in de hand. De gelijk heid van allen in zoovelerlei opzicht tegenover een Regeering, die zich haar taak bewust is, zal brengen tot een ge voel van saamhoorighid. In plaats van steeds verder van elkaar te groeien en steeds scherper tegenover elkaar te ko men staan, zullen de /olkeren in Indië zich op vreedzame wijze naar elkaar toe bewegen en het besef krijgen van bijeen te behooren. Zoo kan ontstaan eene eenheid, niet van boven opgelegd, maar gegroeid, en die alleen kan stand houden. Zoo is ook een blijvende vriendschappelijke verhouding denkbaar tusschen den voogd en den voormaligen pupil, tus schen Nederland en het zelfstandig ge worden Indië. Een band van Indië aan het moederland, zoo gewenscht en van zoo veel belang voor beiden wegens de onderlinge betrekkingen, die nog lang, ook na scheiding, stand zullen houden op het gebied van familieleven, taal en handelsbetrekkingen. Het is alles nog al eenvoudig. Klaar als de dag. Het is er mee als met het ei van Columbus. Allen, men moet er een groot man voor zijn om zoo een eenvoudige zaak het eerst te zien. VOOR-ONTWERP VAN EEN VLRPLEGINGSEESLUiT. De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft het advies van den Roogen Raad van Arbeid gevraagd om trent een voorontwerp van een verple- gingsbesluit. Omtrent dit voorontwerp zal Com missie Vil uit den Raad prae-advies uitbrengen. BE OVEREENKOMST MET „BE SCHELDE". Een wetsontwerp is ingediend tot goedkeuring van de bekende overeen kom9t met de N.V. Koninklijke Maat schappij „De Schelde" te Vlissingen be treffende net verschaffen aan de werf dier maatschappij van een ruimen uit gang naar de zee en de ontbinding van de overeenkomst van April 1913, goed gekeurd bij de wet van 1 December 13. ACTIE VAN FORENSEN. Het hoofdbestuur van den Algemee- nen Bond van Forensen roept alle fo rensen op zich bij dezen bond aan te sluiten. Overal waar een voldoende aantal forensen gevestigd is, zal wor den overgegaan tot oprichting van plaatselijke afdeelingen met besturen, waardoor gemakkelijk voeling verkre gen wordt met het hoofdbestuur. De be TWEEDE BLAD. WIT PE BLBOEH ZEGGEN. Is ons land nog een „Christe lijke natie"? Onze A.R. „Rijnlandsche Courant' driestart: Dezer dagen lazen we in de pers een zeer eigenaardig bericht, waar over in onze bladen tot op heden nog weinig is gezegd. De Ned. Christelijke Radio Vereeni ging had in overleg met Deputaten van de Zending der Gereformeerde Kerken in Nederland aan Zijne Excel lentie oud-minister Idenburg verzocht, door middel van den zender der Phi- lipsfabrieken, een woord te spreken tot allen, die in den dienst der Zen ding arbeiden. De heer Idenburg verklaarde zich bereid in 15 a 20 minuten uiteen te zet. ten, dat het Christendom voor de ont wikkeling van den Inlander niet kan worden gemist en tot welke schade lijke gevolgen het kan leiden, indien de Westersche cultuur zonder het Christendom wordt gebracht. En wat is nu geschied? De Minister van Waterstaat heeft bericht gezonden, dat de gevraagde toestemming voor deze uitzending niet kan worden verleend. 'Hij voegde er aan toe, dat hij zich in dezen voegde naar de inzichten van den Minister van Koloniën. Laatstgenoemde Minister is liberaal, en misschien in eigen oog erg „neu traal". 't Is niet onmogelijk, dat hij gewei gerd heeft, om vast te staan, wanneer ook anderen (bijv. socialisten en com munisten) op dezelfde wijze zich tot de bewoners der vergelegen landen zouden willen wenden. Maar dan vragen we: Wordt nu de prediking van liet Christendom op één iijn gesteld met de propaganda der re volutionaire theorieën? Moet nu een Idenburg zwijgen, om te maken dat Loutje de Visser straks ook niet spreken mag? Zijn we een „neutrale" natie gewor den en zijn we geen Christelijke natie meer? Hadt ge ooit kunnen vermoeden, Ds. Kersten, dat ge onder het voorwend sel van strijd te voenen voor Artikel 3fi der Geloofsbelijdenis als resultaat zoüdt kunnen boeken, dat aan den heer Idenburg geweigerd wordt tot In dië te spreken over de zending? Werkelijk 't wordt er in ons land niet beter op. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Acquoy (Geld.) J. R. B. Feykes, te Sleeuwijk. Te El- burg', Ds. Leenmaiis te Delft. Te Gouderak, Ds. Goverts, te Oldebroek. Te Hindeloopen, de heer A. Hoe- kert, candidaat de Elburg, Bedankt: Voor Sommelsdijk, F. van Ascli, te Den Hum. Voor Frie; zenveen, H. W. J. C. Hanselaar te Ze venbergen. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Arum, K. M. Ploe ger, te Appelscha. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Noordeloos, J. Jon- geleen te Hilversum. BEVESTIGING. INTREDE EN AFSCHEID. De beroepen predikant, candidaat Steenblok, in de classicale vergadering van 1 Juni toegelaten tot den dienst des Woords en' der Sacramenten, hoopt Zondag 31 Juli e.k. zijn intrede te doen in de Geref. Kerk te Lopik, na bevestigd te zijn door den consu lent Ds. P. Ch. v. d. Vliet, van Utrecht. PREBIKANTSPLAATSEN. Te Rotterdam heeft de Alg. Kerke- raad der Ned. Herv. Gemeentie een voorstel van Ds. G. H. Wagenaar aan genomen om reeds nu over te gaan tot de voorbereidende maatregelen die FEUILLETON. DORPSTOONEELEN. E3) -o- Volker hield zich verre van geheel de verkiezingsdrukte, hoe groot de verleiding ook vuor hem was en hoe talrijke uitnood5gingen hem ook be reikten. „Neen," antwoordde hij, „de onder wijzer moet in zulke zaken onpartijdig zijn." De dag der verkiezing brak aan. De gemeenteraad was in de schoolzaal vergaderd en wachtte op het verschij nen van den landraad, die de verkie zing persoonlijk leiden wilde. Slechts Mowel was afwezig. Hij had order ont vangen, den landraad een half uur voor h/at begin der stemming op den weg tViSschen Hartenhausen en Schlar- baeh op te wachten. Knorrig en met tegenzin wandelde Mowel den weg op en neer. Wat zou de 'landraad in het schild voeren? Eindelijk kwam uit de richting van Schlarbach een sjees in zicht. De land raad, een nog jonge man, stapte uit en begroette Mowel. Dan sprak hij: „ik heb u hier ontboden, daar u mij eens de ooftboom-plantage van de hier be staande boerenleenbank aanwijzen moest." De burgemeester trok een gezicht ais een boer die kiespijn heeft, en ant- zullen leiden tot de stichting van de 18de predikantsplaats. De Commissie voor deze stichting zal nog eens pogingen aanwenden tot het verkrijgen van de nog ontbrekende gelden. GIFTEN EN LEGATEN. Blijkens een mededeeling in het Utr. Predikbeurtenblad, ontvingen Diake nen der Ned. Herv. Gemeente j.l. Zon dag' in de Nicolai-kerk een gift van f 3000, te verdeelen als volgt: f 100 voor de Zending; f500 voor de Diaconie; f700 te verdeelen over de 14 Predi- kantswijken; f 100 voor de Zending onder Israël, genaamd „Elim"; f 100 voor de Stads-zending; f 100 voor het Invaliden-wagentje in de wijk van Ds. Marang; f 100 voor de Weezen als Pink stertractatie; f 100 voor 't huis Oudaen als voren; f 100 voor „Kinderzorg" te Amersfoort! f 100 voor extra-uitdeeling aan de Blinden; f 100 voor de Wilhel- minakerk. ZENBINGSDAGEN. Vanwege de classis Harderwijk der Geref. Kerken zullen D.V. in 1927 tweq Zehdingsdagen worden georganiseerd, waarvan een te iHattem in de maand Juni en een te Ermelp op Woensdag 6 Juli. Verschillende sprekers zullen worden uitgenoodigd. ZENBÏNGSFEEST OP RAAPHORST. Gisteren heeft op het landgoed Raap horst, het landgoed van de Koningin onder Wassenaar, het zendingsfeest plaats gehad, dat door ongeveer dui zend personen is bezocht. Nadat Ds. H. P. Fortgens, predikant te Voorscho ten, het openingswoord had gesproken, heeft Dr. J. J. Woldendorp, predikant te 'Warmond, gesproken over: Onge dachte zegen. Daarna sprak Ds. Joh. Rauws, secretaris der zendingsschool, over: De crisis der Christelijke Kerk in China. De heer J. H. Neuman, zen deling op Sumatra's Oostkust, sprak over moeilijkheden voor Christenen uit de heidenen. Dr. J. C. Callenbach, predikant te Rotterdam, voorzitter van het Talaud-comité, spak een slotwoord LANDDAG LEGER BES KEILS. Op het landgoed Velserduin te IJ- muiden is gisteren een landdag gehou den van het Leger des Heils, waaraan verscheidene korpsen deelnamen, on der leiding van commandant en me vrouw Howard, de leiders van het Le ger des Heils in Nederland, bijgestaan door kolonel Brouwer en stafkapitein Buitermans. Verscheidene muziekkorp sen en zangbrigades verleenden hun medewerking. ZENDINGSFEEST TE BLOEMENDAAL. Het buiten „Wildhoef" te Bloemen- daal lieeft gisteren weer opengestaan voor de deelnemers aan het zendings feest van het Centraal Zendingscomité voor Haarlem en Omstreken. Er waren veel bezoekers, die in den aanvang door den voorzitter van het comité, ds. M. G. Blauw uit Schoten, werden toegesproken. Ds. L. D. Pooi, uit Haarlem hield hierna de openings rede. Nadat verschillende andere spre kers het woord hadden gevoerd, sprak Ds. A. K. Straatsma uit Zandvoort de slotrede uit. Tijdens de pauze lieeft men zich in een gedeelte van het mooie landgoed kunnen vermeiden. VARIA. Het R.K. Ziekenhuis aan de Groote straat te Almelo, is onderhands ver kocht aan de firma Dekker, Woning bureau te Hengelo. In dit gebouw zal nu een Diacones- senhuis gevestigd worden. BINNENLAND. J. B. VAN HEUTSZ. In verband met de bijzetting van het stoffelijk overschot van den heer Van Heutsz biedt een vriendenhand ons het volgende ter plaatsing aan: Zelf heeft Van Heutsz weinig ge schreven. Over hem is veel geschreven en zal in deze dagen veel geschreven worden. Ook in de toekomst. Want geen geschiedenis van Indië zal er kun nen verschijnen, waarin niet een rui- woordde: „er is nog niets te zien, mijn heer de landraad; er zijn hier en daar nog slechts een paar gaten gemaakt." „Dat is mij hetzelfde, maar ik zou mij graag vóór alles op de hoogte stel len van ligging en grootte van het stuk grond." Zoo moest Mowel den landraad daar heen geleiden en' innerlijk woedend den jof aanhooren, dien deze de on derneming toezwaaide. „Hoeveel morgen zijn het wel, mijn heer de burgemeester?" „Vijf, mijnheer de landraad." „Wat heeft de morgen ook weer ge kost? Ik ben den prijs vergeten." „Tweehonderd Mark. Veel te goed koop. Maar de Raiffeisen-mannen in den Raad hebben in hun eigenbelang dien prijs betaald. De landraad trok de schouders op. Hij kende zijn pappenheimers. De gemeenteraadsverkiezing had plaai9 onder een ongehoorden toeloop van kiezers en eindigde met een volkomen zegepraal der „Raiffeisen- partij". Esser werd herkozen, in Mo wel's plaats Koenraad Soldan en in plaats van Thomhof Lodewijk Timmer man. De landraad deelde persoonlijk aan den in spanning wachtenden onderwij zer den blijden uitslag mede. „Ik moet u toch eindelijk mijn ver schuldigd tegenbezoek brengen, mijn heer de onderwijzer." In den doop van het gesprek zelde hij tot Volker: „ik moet in de plaats van dien ouden grommel* Mowel nu een nieuwen burgemeester benoemen en zou u dankbaar zijn, als u mij zeg gen wilde, wien u van de huidige ge meenteraadsleden voor den geschikste houdt". Volker noemde zonder nadenken Ge orge Esser. „Hij is kloek en bezonnen, energiek en rechtvaardig en daarbij bedacht op het algemeen welzijn. Zon der hem ware d.e ooftboom-plantage van onze vereeniging nooit tot stand gekomen. Hij sprong er alleen voor in de bres en trok de anderen mee." De landraad knikte: „die man is mij vroeger reeds bevallen. Overigens, mijnheer de onderwijzer, ik heb het stuk grond eens in oogenschouw ge nomen. De onderneming bevalt mij. Ik hoop te kunnen bewerken, dat u een subsidie toegestaan wordt tot aankoop van boompjes. Zooals ik hoor, hebt gij wildelingen geplant, welke de leeiu bank veredelen wil. Dat is de beste weg. Alleen meen ik, dat, wanneer gij in het voorjaar een 150 tot 200 boomen planten kunt, dit de zaak een ander aanzien en aan de menschen moed en lust zou geven." Volker dankte uiterst jrerheugd. Dan vroeg de landraad of ae vereeniging nog zooveel vyanden had. Volker antwoordde, dat in alle drie de dorpen meer dan de helft der huis vaders lid waren, doch dat het toch nog lang zou duren eer de vereeniging in hoofd en hart was vastgeworteld. „Mijn meening is," antwoordde de landraad, „dat eerst dan het landelijke vereenigingswezen zich in zijn gan- sche kracht en in geheel zijn zegen ont plooien zal, als de boerenstand zelf de zaak ter hand neemt. Het is toch eigen lijk geen natuurlijke toestand, dat de vertegenwoordigers van andere stan den, op de eerste plaats de heeren on derwijzers, than9 het werk doen, dat de boerenstand zelf doen moest. En 't is werkelijk jammer, dat zooveel land lieden zooals hier deze vereeniging te genwerken en zoo bij zichzelf de rui ten ingooien." „Ik geloof, mijnheer de landraad, dat het nog lang zal duren eer de ver- eenigingsgeest de Duitsche dorpen be zielt en elke boer de overtuiging heeft, dat hij op de beste manier voor zich zelf zorgt, als hij voor de anderen me- dezorgt. Tot dien tijd willen wij als pionniers trouw ons werk doen." Met een warmen handdruk scheid den de landraad en onderwijzer van elkaar. Met nieuwjaar kreeg Hartenhausen een nieuw gemeente-hoofd; George Es ser werd in de plaats van Mowel bur gemeester. XXXII. De eerste die den nieuwen koers in Hartenhausen bemerkte, wa9 de waard Hodel. Vroeger had hij nooit een be grip gehad van het woord politie-uur. Zoolang er flink gedronken werd, bleef RECLAME. Doorzitten DIIDOI Stukloopen "iwwL» doeling hiervan is op d© hier voorge stelde wijze gezamenlijk actie te voe ren tegen de binnenkort door de regee ring voor te stellen maatregelen in za ke d© forensenbelasting. Het secretariaat van het hoofdbe stuur is gevestigd Kloveniersburgwal 70, Amsterdam. LUIT.-GEN. MULLER MASSIS. Naar de „Avondpost" meldt is bij den commandant van het veldleger, luitenant-generaal Muller Massis, het voornemen gerezen, om binnenkort het leger te verlaten. Als zijn opvolger komt, naar het blad uit zeer goede bron verneemt, era stig in aanmerking de generaal-majoor F. F. Insinger, inspecteur der Artillerie NEDERLAND'S VERTEGENWOOR DIGER TER A.S. RAADSZITTING. Naar wij vernemen, zal Nederland in de zitting van den Raad van den Volkenbond, welk© 13 Juni a.s. aan vangt, worden vertegenwoordigd door den Minister van Buitenlandsche Za ken, Jhr. mr. Beelaerts van Blokland. INSTITUUT VOOR CHRISTELIJK SOCIALEN ARBEID. Het vorige jaar werd te Amsterdam door de opleidingsschool voor Christe lijk Maatschappelijüen Arbeid (O. M. A.j, geopend een instituut voor Christelijk Socialen Arbeid. Dit insti tuut stichtte een school voor jonge vrouwen welke met ongeveer 25 leerlin gen tijdelijk gehuisvest werd de Lai- ressestraat llü. Het aan deze schooi verbonden internaat is gevestigd Hon- uecoeierstraat 48. De omstandighe den hebben er toe geleid, dat dit insti tuut zich onder een eigen Bestuur zelf standig heeft ontwikkeld. Het Be stuur van het Instituut bestaat thans uit een drietal dames en een vijftal hee ren alle vooraanstaande figuren. .vir. or. A. van Khijn werd be noemd tot gedelegeerd bestuurslid. De ze heeft zich bereid verklaard, om zoo lang nog niet defiinitief in de leiding van de school is voozien geregeld toe zicht te houden op den gang van za ken. Er bestaan bij het bestuur plannen om d© school uit te breiden, zoodat zij een centrum van opleiding zal kunnen worden voor maatschappelijken en phi lantropischen arbeid op christelijk ter rein in Nederland. Aanvragen om inlictingen en aan meldingen kunnen worden gericht tot Mr. Dr. A. A. van Rhijn, Hoofdweg 50, Amsterdam en Mej. W. Druyvesteyn, Hondecoeterstraat 8, Amsterdam HET VERLAAGDE PASPOORT. Behoudens goedkeuring door de Eer ste Kamer, waaraan echter niet getwij feid behoeft te worden, ligt het in de bedoeling om het door de Tweede Ka mer aangenomen wetsontwerp in za ke de verlenging van den geldigheids duur tot twee jaar, zoo mogelijk op 1 Juli in werking te doen treden. In het wetsontwerp zelf is geen datum van inwerkingtreding bepaald. Wanneer de Eerste Kamer bedoeld wetsontwerp zal behandelen, kan nog niet gezegd worden. HERCLASSIFICATIE VAN GEMEENTEN. Naar het Ccrr. Bur. van bevoegde zijde verneemt, heeft de regeering de zer dagen, na het rapport van de des betreffende sub-commissie uit de Cen trale Commissie voor Georganiseerd Overleg te hebben ontvangen, oesioten, bij de aanstaande herclassificatie geen gemeente t© verlagen van de tweede naar de derde klasse, één gemeente van de eerste naar de tweed© klasse en voorts ettelijke gemeenten te verhoo- gen resp. van de tweede tot de eerste en van de derde tot de tweede klasse. WIJNVERKOOP ïjü rURMEREND VERBODEN. De gemeenteraad van Purmerend heeft de politieverordening aldus ge wijzigd, dat de verkoop van wijn in winkels en op de markt is verboden. Van dit verbod kunnen B. en W. ech ter ontheffing verleenen. de herberg open. Mowel had op goede gronden hij leverde 't flesschenbier daar niets tegen. Esser maakte ech ter den in machtelooze woede brom- menden waard op zeer kalmen toon duidelijk, dat verdere overtredingen van het politie-uur de intrekking der vergunning na zich sleepen zou. Ook de dikke Keizer en de lange Ko ning hadden reden, met het nieuwe be stuur ontevreden te zijn. Keizer woonde, zooals wij weten, in een huis, dat eigendom was van de ge meente, en Koning eveneens in een huisje, dat de gemeente van Hodel ge kocht had. Deze had den laatsten be woner, een arme daglooner, die bij hem in het krijt stond, er uit gezet en het toen aan een doortrekkende zigeunerfamilie te koop aangeboden. En om nu bij „Rusland" ook nog geen zigeuners te krijgen, kocht de gemeen te het huis. In deze huizen van de gemeente had den de beide monarchen tot nog toe gewoond, zonder huur te betalen. En nu was hun, ingevolge een besluit van den gemeenteraad, de betaling van 'n klein bedrag opgelegd. De dikke Keizer legde er zich bij neer, de lange Koning echter ver scheen tierend en razend bij den bur gemeester. „Dat wa9 zeker een nieuwe mode, arme lieden uit te zuigen. Van hem kreeg de gemeente geen rooden duit. En om er beslag op te leggen was .er bij hem gelukkig niets."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5