CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Gi! liamüier beslaat uil TWEE üladea. 8*(« JAARGANG VRIJDAG 27 MEI 1927 NUMMER 2138 rs? p;%l ABONNEMENTSPRIJS Ia Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal I 2.90 BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 227a cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. EERSTE BLAD. Strijdkas-Semeeiileraadsverkiezing. Saldo 232.25. Ontvangen van N. N. 1. Totaal233 25 De hoop welke ik koesterde dat de Strijdkas nog vóór de verkiezing 250 zou bedragen, is niet in vervulling ge gaan. Er ontbreekt nog 16.75 aan. Is er, na den voor ónze partij zoo ge- zegenden uitslag der Raadsverkiezing, voor één of meerdere geestverwanten geen aanleiding om dit kleine bedrag alsnog bijeen te brengen? Wie doet mij het genoegen aan den penningmeester onzer Kiesvereeniging 250 te kunnen afdragen? J. KARSTENS. Bur Nieuwe Leidsche Courant Verbetering noodig. In onze beschouwing over cïen uit slag van de gemeenteraadsverkiezing maakten wij Woensdag een belangrij ke fout. Wij hebben de wijziging van art. 100 der Kieswet van 1925 over het hoofd gezien. Bij deze wijziging toch is nogmaals uit art. 100 een fout weggenomen. Dere wijziging heeft juist bedoeld weg te ne men wat wij mogelijk achten. Wat toch is het geval? De Vrijzinnig-Democraten krijgen met hun 1294 stemmen hij eerste ver deeling een zetel. Hun overschot is is echter niet groot genoeg om voor de tweede verdeeling in aanmerking te komen omdat na toekenning van dien tweeden zetel elk der twee plaat sen geen 75 pet. van den kiesdeeler zou halen. Dit is juist door de wijziging van 1925 als een voorwaarde gesteld Het gevolg is nu dat voor de Vrijzin nig-Democraten de zetel van Mevr van Itallie verloren gaat. Het tweede gevolg is dat een derde verdeeling plaats heeft, bij welke ver deeling naar het algemeen ooriec) de S.D.A.P. haar tienden zetel krijgt. Ook wij zullen het daarbij houden en heien den officieelen uitslag afwachten. Aan de S.D.A.P. is inmiddels heden den tienden zetel toegewezen. V Twee markante iiguren. Wij doen zeker niet tekort aan de persoonlijke waarde van de andere le den van onzen Gemeenteraad, die niet meer in den nieuwen Raad terugkee- ren, indien wij zeggen, dat twee hun ner Mevr. van Itallievan Embden en de heer Knuttel als markante figuren moeten worden beschouwd. Mevr. Van Itallie, steeds met vrou welijke gratie het woord voerende, wist soms het peil van het debat in den Raad even weer omhoog te voeren, wanneer zij een opmerking, doorgaans kort en zakelijk, maakte. Haar kracht lag achter in de opmerkingen bij de rondvraag of bij sommiue onderwer pen als zij wees op een en ander dat Leiden in vergelijking met andere ste den nog mist. Haar woord had invloed meer dan op het moment openbaar werd. Had vaak meer invloed dan dat van haar partijgenoot den heer Sijtsma Ook de heer Knuttel was een bijzon dere figuur in den Raad. Opbruischend heftig kon hij de voorstellen van het Dagel. Bestuur, maar ook die van zijn huurlieden afkammen. Revolutionair in heftige bewoordingen, maar zelden kwetsend, kon hij zich de Communist van groote kracht toonen. Toch was hij nooit gelijk aan Lou de Visser. Men krijgt van den heer Knuttel den in druk dat hij als menscb veel beter is dan de door hem voorgestane beginse len. De S.D.A.P. heeft straks geen last meer van een gevatten opposant. Y De S. G. P. en H. G. S. Tot de opmerkelijke feiten van de raadsverkiezing van Dinsdag behoort ook het gering aantal stemmen dat de S.G.P en H.G.S. op zich wisten te ver eenigen. Bij de laatste staten-verkiezing haal de de Staatk. Geref. partij nog 581 stemmen, thans daalde dit getal tot 443 Eveneens daalde het getal van de Herv. Geref. Staatspartij van 578 tot 346. Met andere partijen hebben deze twee gemeen, dat zij hebben moeten offeren aan de intensieve propaganda van de groote partijen. Maar toch dat niet alleen. Zoo is de Communisten-groep be trekkelijk weinig achteruitgeloopen in verhouding tot deze twee. Dé Vrijzin nig Democraten hebben zelfs het stem cijier nog belangrijk opgehaald, ver moedelijk voor een groot deel ten kos te van de Democratische partij. Waar bij de Chr. Hist, ook een klei ne achteruitgang is te constateeren, zijn deze stemmen toch zeker niet ten goede gekomen aan de H.G.S. Integen deel de daling was bij deze nog groo- ter dan van de S.G. P., die cp de A.-R. partij parasiteert. Bij vernieuwing is hieruit de conclu sie te trekken dat beide groepen slechts dan slagen als zij mêt minder óirbare middelen de kiezers kunnen verschal ken, doch dat hun succe9 gering is als de andere partijen waakzaam zijn. Maar ook leert het deze broeders dat zij met hun dwaalbegrippen op den verkeerden weg zijn. Gelukkig keert een groot deel van de kiezers, dat het nieuwe geluid eer9t sympa thiek in het oor klonk thans terug. Moge de leering verstaan worden en ter harte genomen. V De groote steden. De uitslag van de gemeenteraadsver kiezingen in de groote steden heeft Woensdag geen groote verandering ge bracht. In Amsterdam gaan de Soc Deen. van 16 op 15 zetels terug. De R -K. ko men van 8 op 7 en daarentegen de Vrij heidsbond van 4 op 5. De Anti-Rev ui Christ.-Hist. behouden resp. hun 3 en 4 zetels. Eveneens' de Vrijzinnig-Demo craten en de Middenstand ,un 3 en 3 zetels. De Communisten groep-Seegers heeft 2 van zijn 4 zetels moeten af staan aan de Wijnkoop-groep, terwijl eindelijk de groep-Ivits ook een zetel haalde. De verhouding 30 links 15 rechts is nu geworden 14 rechts .31 links. In Rotterdam hebben de drie Chris telijke partijen: A.-R. C.-II. en R.-K. resp. hun 7, 4 en 8 zetels behouden, ter wijl een Staatk. Geref. gekozen werd. De Rappaljaan werd uitgeworpen en de Vrijzinnig-Democratn moesten een zetel aan den Vrijheidsbond afstaan, terwijl de S. D; A. P. op 16 zetels staan bleef. Rekent men de stem v. den S.G.P.'er mee dan is de verhouding 19 rechts 26 iinks nu geworden 20 rechts 25 links. In Den Haag heeft de A.-R. partij een zetel verloren, terwijl de S.D.A.P. een zetel won. Alle partijen behielden verder hun zetels. Rokent men onk hier de 2 H. G S.'ers tot rechts dan wordt de verhouding die nu is 21 rechts, 24 links, 20 rechts, 25 links. In Utrecht, waar de verhouding tot heden was 20 links 19 rechts is dit nu geworden 20 rechts 19 links. In het algemeen dus geen groote ver schuiving. Ook bij deze verkiezing valt op te merken dat bet met sprongen voor waarts gaan van de S. D. A. P. tot stil stand is gekomen. STADSNIEUWS. CE EEHSTE MUTATIE IN DEN NIEUWEN BAAD. Bij K. B. is Mr. J. Schokking alhier benoemd tot burgemeester van. Kat wijk. De geruchten, die omtrent deze be noeming de ronde deden en die wij ook in ons blad hebben vermeld, blijken derhalve niet uit de lucht gegrepen te zijn. De beer Schokking, die j.l. Dinsdag tot lid van den Leidschen raad is ge kozen, zal dus geen zitting nemen. Zijn opvolger is no. 8 op de Christelijk. Historische lijst, de heer M. H. de Roede, chef van den accountantsdienst bij de Rijks Directe Belastingen alhier. DE MIDDENSTAND EN DE NIEUWE GEMEENTERAAD. Men schrijft ons: De verkiezing is achter den rug. Ge lukkig, want dit maakt een einde aan veel onwaardigen strijd en geeft hoon dat we. nu weer enkele rustige jaren te gemoet gaan. Van harte hopen wij, dat in deze jaren van arbeid veel door den nieuwen Gemeenteraad zal kunnen wou den gedaan ien nutte van Leiden's be volking. Want hoe verdeeld de partijen bij de verkiezing dan ook mochuen op trekken, hoe vaak ze elkaar ook bestre den, dit staalt toch vast, dat het er bü ieder er om gaat dat Leidens belangen het beste worden gediend. Het heeft wel eens de schijn, dat men het alge meen belang over het hoofd ziet en slechts groepsbelang voorstaat, doch wij zijn hoopvol gestemd, dat de nieu we Gemeenteraadsleden hun belofte, de belangenf van de geheele burgerij te zullen dienen, trouw zullen nakomen. En het i3 juist deze goede moed, die ons dit stukje doet schrijven, want dan zal ook aan een zeer belangrijke groep der bevolking, n.l. die van den handel- ■rijvenden en industoieelen Middenstand de noodige aandacht moeten worden ge schonken. En hot is bemoedigend voor dezen stand, dat men zoowelvan R.K. als van Vrijzinnige zijde- een Middenstan cler in den Rand heeft gebracht, die in de organisatie meeleven. De R. K. Mid- .lenstandsvereonidng heeft in den heer Bergers en do Neutrale Middenstands vereeniging in den heer Mr. Romijn een voor die vereeniging warmvoelend lid in den Raad zien verkiezen. Dus te rneer is het te betreuren dat zoowel van Christelijk Historische als van Anti-Re volutionaire zijde hiermede niet is gere kend en geen enekelen in de Christelijke Middenst. vereen, meelevende Midden stander een kans is gegeven op verkie zing. Lit gaf in MLdenstandskringm groote ontevredenheid. Er waren er, die meenc.en dat do vereeniging sterk pro paganda moest maken voor eén of meer op de lijst voorkomende Middenstan ders, die dan door voorkeurstemmen mis schien verkozen zouden worden. Dit heb ben wij om verschillend© redenen afge raden. Doch dat neemt niet weg, dat nu de keuze der bevolking is bepaald het de tijd tot spreken is. Wij hebben ons voorgesteld, dat er toch nog een oplossing is, n.l. deje, dat de Middens tanusveroeniging nu met de twee genoemde fracties van den Ge meenteraad contact zoekt. Als de leden dezer fracties ieder één persoon aanwij zen om in contact te treden met de Mid densiandsveireeniging, en djze vereen.- ging .uit haar miuden ©nkeie personen aanwijst om dit contact harerzijds te on derhouden, dan kunnen in deze contact commissie u© verschillende Midden- standsonderwerpen ter sprake komen en bestaat er kans op, dat ook van dez© zij de met de iviiddcnstandsbelangen eenige rekening zal worden gehouden. Wij geven toe, dat hieraan bezwaren verbonden zijn. i_en Middenstander, die in de Chr. Organisatie mee.eeft in den Gemcenueraad zou veel be.er zijn, doch in de omstandigheden, zooais oez© nu zijn, is cte oplossing, welke wij aan de liand doen, toch wei een aanvulling van ue beslaande leemte. Wij hopen dan ook dat het zoover ko men zal. Of is er misschien èn bij de C. èn bij jle A. R. fractie iemand die meele vend lid der Christelijke MiudenstancL- verceniging kan worden? Dat zou nog beter zjjn. ZENDINGSFEEST OP OUD POELGEEST. Gisteren werd het 17e Zendingsfeest van de „Vereeniging tot bevordering van de Zendingszaak voor Leiden en Omstreken" op het landgoed Oud-Poel geest te Oegstgeest gehouden. Onder de talrijke aanwezigen merk ten we op Jonkvr. Willink, de gast- vrouwe, en Z.Exc. Min. Koningsberger, wiens zoon, Ds. Koningsberger, als spreker op het programma stond. Ongeveer kwart voor 2 betreedt Ds. M. J. Punselie van Leiden het spreek gestoelte tot bet houden van een ope ningsrede, nadat de muziek, de Chr. Harmonievereen. „Athalia" te Leiden een marsch had gespeeld als inleiding. Nadat gezongen was no. 1 van het programma „Looft, looft verheugd den Heer der Heeren", gaat Ds. Punse lie voor in gebed. Spr. begint met zijn hartelijken dank uit te spreken aan Jonkvr. Willink, de gastvrouwe, dat ze thans voor de ze ventiende maal gastvrijheid bewust, en dringt er bij de bezoekers op aan, eerbied te hebben voor de schoonheid van dit buiten. Spr. herdenkt dan dat Prof. van Nes heden dit feest niet kan openen, wat bij zestienmaal gedaan heefi en het is zoo treurig, dat hij dat nu niet meer kan doen in verband met zijn gezond heidstoestand. Daarom mankeert er wel iets aan deze feestvreugde. Spr. hoopt, dat God Prof. van Nes nog lang mag sparen voor de zijnen en voor het zendingswerk. Daarna herdenkt spr. nog met een enkel woord wijlen den heer Spruyt, wiens liefde voor de Zending eveneens groot was. Op dezen dag schijnt dat leed weer vooral voor zijn weduwe en haar kinderen, wien Spr. Gods sterkte toebidt. Spr. stelt dan de vraag: Mogen wij Zendingsfeest vieren. Wij zijn hier niet om een dagje uit te zijn, maar wij voe den zendingsgedachten. Dat beteekent gezonden zijn. Spr. herinnert aan het feit van den Hemelvaart van Christus, waarbij Christus zijn discipelen riep om Zijne getuigen te zijn. Zending houdt in strijd. Dit behoeft evenwel onze feestvreugde niet te luwen. We sluiten het oog niet voor het offer dat gevraagd wordt, maar we zien over het offer heen naar de heerlijkheid die komt. Spr. hoopt, dat zoo feest gevierd mag worden. We zien op naar boven en vragen een feestzegen. We gelooven dat God Zijn kracht in onze zwakheid kan volbrengen. Dwars door den strijd heen klinkt toch de jubel: We weten dat wij meer dan overwinnaars zullen zijn. Spr. wenscht alle aanwezigen een genoeglijken middag, een oprecht zen dingsfeest. Hierna neemt het woord zendeling A. J. de Neef van Nieuw Guinea, die als onderwerp had gekozen: Verleden, Heden, Toekomst. Spr. begint met te zeggen dat het zendingswerk op Oost-Nieuw Guinea is pionierswerk, dus zonder achter grond. Op Noord-Nieuw Guinea waar het zendingswerk een historie heeft, heeft spr. wonderen gezien, wonderen van geloof en liefde. Spr. vertelt ten bewijze daarvan hoe de Papoea's in een van die kerkgebouwen mede aan zaten aan den disch des Heeren. Van verschillende rassen waren ze en ze hadden eeuwige bloedveten gehad en thans zaten ze bijeen eendrachtig. Op Oost-Nieuw Guinea is het echter ge heel anders. Daar is een maatschappij die jaar in jaar uit stil gestaan neeft. Spr. had veel gelezen van de Papoea's en ze waren* precies eender gebleven toen hij er aankwam. Men zou ze kun nen noemen de achterbuurters van N. Guinea. Ze geven zich zooals ze zijn. Toen spr. ze voor het eerst zag, trof het hem, dat ze iets eigenaardigs heb ben. Ze hebben een uitdrukking op 't gelaat alsof ze meer geleefd worden dan dat ze leven. Wie iets voor het communisme gevoelt, moet daar eens gaan kijken, want daar heerscht reeds lang het communisme. Er is daar geen strijd om het bestaan en het kon een paradijs zijn, maar er wordt nameloos leed geleden. Rijk en schoon is de na tuur, maar daarin zit het ellendige volk, gebonden door de banden der de monen. Elke Papoea is een deel van het geheel en heeft geen zelfstandig heid. Het kleine en ongelukkige wordt aan zichzelf overgelaten en zoo groeit er in die stammen een boom van zelf zucht. En het ergste is het ontzetten de bijgeloof van de Papoea's. Een af schuwelijk verminkte godsdlenstvoor- stelling heeft de arme heiden daar. Al tijd zijn ze in vrees voor de demonen. Vandaar die donkere moedelooze ge laatsuitdrukking. De toovermiddelen zijn hun eenige troost bij leven en bij sterven. Het zendingswerk nu is om in die samenleving te brengen Jezus Chris tus, de rust van Jezus Christus komt in de plaats van him hevige onrust. Dat is het heerlijke werk van den zen deling. De zendeling leeft op Nieuw Guinea in een glazen huisje en wordt van alle kanten bezien, ook in zijn zwakheid, maar ze-zien toch wel. dat de zendeling iets heeft wat zij missen. Zoo zijn de eerstelingen gekomen en thans leeft men in de opwaking. Spr. wil thans nog wat zeggen over de toekomst. Die toekomst bestaat uit uitroepteekens en vraagteekens. De toe komst is in Gods hand, maar die toe komst heeft God ons gegeven en wij mogen daaraan allen meewerken. En deze taak moeten wij goed vervullen. Spr. roept allen op getrouw te zijn, op dat ook de zendelingen op Nieuw Gui nea merken, dat hier op Oud-Poelgeest Zendingsfeest wordt gehouden. Spr. wekt op tot trouw geven op de zen dag, opdat ook wij oprecht' kunnen bidden: Uw koninkrijk kome. Wat ge daan wordt uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en blijft eeuwig be staan. Daarna neemt het woord Ds. Ko ningsberger van Amsterdam die tot onderwerp had gekozen: „De Zending als levensuiting der Gemeente." Men kan de Zending zien op verschillende 'manier, maar men kan ze ook zien als een levensuiting der Gemeente. Spr. herinnert aan de geschiedenis van de Samaritaansche, de spontane uiting, het getuigen daarbij naar voren bren gend. Zoo is het ook met de discipe len in het boek der Handelingen. Zij getuigen spontaan zelf aangeraakt zijn de. Zulke menschen zijn er thans nog. Menschen die gegrepen zijn, willen dat ook dadelijk tot uiting brengen. Een tweede periode, van die levensuiting is die van het systeem, van het be- zonkene dat de bezwaren die spoedig naar voren komen overwint. Datzelfde zien we ook bij de zending; eerst het spontane getuigen en daarna de pe riode van het overleg, van het bezon- kene, van het eerst overwinnen der bezwaren, van de bezinning. De derde periode is het welbewust voorwaarts gaan. Ook onze zending doet dat. Ze heeft gezien dat de menschen eerst vragen naar wetenschap, en daaraan is tegemoet gekomen door scholen en opleidingen. Het spontane getuigen is goeddeels voorbij, in ons land ook. Wij kunnen niet spontaan getuigen, omdat zij zelf aan handen en voeten gebon den zijn. De tijd van de bezinning is ook voorbij. Nu is het aanpakken! Er is verbazend veel werk. Als wij het niet doen. dan doen anderen het. Daar om mogen wij op dezen Hemelvaarts- nieuws in i Binnenland. Mr. J. Schokking te Leiden is tot burgemeester van Katwijk benoemd. De Gemeenteraadsverkiezingen in de groote steden. Droevig ongeval op den Rijn bij Arn hem. Bnltenlnnd Het voorstel der BrHsche regeering tot afbreking dsr diplomatieke betrek kingen en het opzeggen van de han delsovereenkomst is door het Lager huis goedgekeurd. dag opzien naar de open hemel en vragen om Gods Geest. Een middel om mede te werken is volgens spr. het kennen van het zen dingswerk. Er moeten zendingskrin- .gen gevormd worden w,aar men de zending leert kennen door het lezen van boeken e.d. De zending is een levensuiting van de gemeente, want de zending is het grootste,.werk, dat God op onze schou ders gelegd heeft. Na deze redevoering werd een half uur gepauzeerd en dwaalden de men schen door de groenende lanen van het oude landgoed en genoten van de schoone natuur. Vervolgens sprak de lieer A. Kooi- stra, zendeling van Midden-Celebes. Spr. begint met te zeggen, dat het vroeger gemakkelijker was om het ge hoor te boeien omdat men toen kon vertellen sensatieverhalen. 20 jaar geleden deden verschillende van zulke verhalen de ronde en spr. vertelt laar iets van. Dat alles is nu uit, verboden als het is door de regeering. Nu ziet men een arbeidzaam rustig volk en het is een lust om de menschen te zien in hun werkzaamheid. Voor luieren is niet veel tijd meer. Het is alsof die menschen vredig en rustig zijn en re latief is dat ook zoo, maar als men dieper ziet, bemerkt#nen dat dat niet zoo is. De angst voor de demonen be- staat ook bij hen en het afschuwelijk heidensch geloof leeft nog in de harten van die menschen. Spr. vertelt daar van verschillende voorbeelden. Hier voor is de zending gekomen in Celebes. Het Evangelie wordt daar als de red ding aangegrepen. In korten tijd is veel bereikt, van een heidensch gebied is een gechristianiseerd-volk gekomen. Toch wil spr. de vraag stellen: Is er wel invloed? De menschen op Celebes hebben geen* persoonlijkheid. Wat n. e n denkt wordt gedacht. Toch wa ren er enkele persoonlijkheden die lei ding gaven en zoo zijn er bij elke over gang veel meeloopers. Waar geen goe de hoofden zijn, daar zijn de gemeen ten ook niet goed. In het practische leven van den individu heeft het Chris tendom dan ook weinig teweeg ge bracht. Daarom dan ook dat het zede lijk peil nog zoo dikwijls niet heel lioog staat. En toch ondanks alles, wanneer onze oogen er voor geopend zijn, staat men er verbaasd over wat in dien korten tijd tot stand is geko men. Dat heeft God gedaan. Het was een lust om daar te arbeiden. Ondanks alles dat te laken is, is het duidelijk dat Gods Geest dit volk heeft aange- geraakt. De publieke opinie is om gezet, hoofdzakelijk door middel van de school en uiteindelijk door het sou- vereine middel van de liefde. Er zijn veel teleurstellingen en tegenvallers. De goeroe's, de leermeester, de voor naamste personen in de Zending, val len dikwijls tegen, maar ook de zende lingen zijn niet altijd zooals zij moeten zijn en wat bereikt is dat is te danken aan God. En er is veel bereikt en de zekerheid dat Gods hemel boven het land zich uitbreidt, doet met lust en opgewektheid weder werken. Vervolgens sprak Ds. Douma uit 's- Gravenhage en jvel naar aanleiding van een gedeelte van Ezech. 45 voorna melijk over de woorden: En het zal le ven alles waarheen deze beek zal ko men. Ook zal het geschieden dat er visscliers aan dezelve zullen staan van Engédé af tot Eneglaïm toe. Bij den arbeid in de Jodenzending en alle andere gaat het altijd hierom: God is het waard en ons is het een roo ping. Dat is het uitgangspunt. Toch vragen w© ook: Wat geeft het. Als we hier in ons eigen land kijken dan zien we hoe langer hoe meer het ongeloof de kop opsteekt. Daarom wordt die vraag wel eens moedeloos gesteld. Echter blijft deze waarheid vaststaan dat zooveel menschen gezaligd worden als God verordineerd heeft. Spr. stelt de tekst, die hij in het begin van zijn rede genoemd heeft in haar verband. De levensstroom gaat van God uit van het Zuiden des altaars van onder den dorpel des huizes naar het Oosten. De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1